C.J. Veldhuyzen
No. 1.6
HET VERBRUIK VAN HOUTEN HEIPALEN IN NEDERLAND
^
^
Up •*>
DEW HAAG
~ii SEP m s
BIBLIOTHEEK
September 1971
Landbouw-Economisch Instituut Afd. Algemeen Economisch Onderzoek
381^1-
,
o
Inhoud Biz. W O O R D VOORAF HOOFDSTUK I
HOOFDSTUK II
HOOFDSTUK m
HOOFDSTUK IV
INLEIDING § 1. Doel en opzet van het onderzoek § 2. Basisgegevens WONINGBOUW EN PAALFUNDERING § 1. De hoeveelheid woningen op paalfundering en de daarbij voorkomende funderingsdiepten § 2. Verband tussen subsidiëring van de woningbouw en het aantal palen per woning § 3. Verband tussen subsidiëring van de woningbouw en de keuze tussen houten en betonnen palen
7 1 7 9 9 9 11
DE HANDEL IN HOUTEN HEIPALEN § 1. Inlandse en geïmporteerde heipalen § 2. De heipalenhandelaren § 3. De afzet van houten heipalen in.aantal en in m3 § 4. De functie van de handel bij de afzet van houten heipalen
14 14 15
HET VERBRUIK VAN HOUTEN HEIPALEN § 1. De verschillende bestemmingen van houten heipalen § 2. Het verbruik van houten heipalen in de woningbouw § 3. Het verbruik van houten heipalen voor andere doeleinden dan de woningbouw § 4. Het totale verbruik van houten heipalen
19
15 18
19 20 26 27
HOOFDSTUK V
SAMENVATTING EN SLOTBESCHOUWINGEN 32 § 1. De import van houten heipalen 32 § 2. Handel en verbruik 32 § 3. Ontwikkeling van het palenverbruik in de woningbouw 34 § 4. Prognose voor de palenafzet in de komende jaren 34
BIJLAGEN
1. Aantal en percentages op palen (beton en hout) gefundeerde woningen per provincie en naar funderingsdiepte
39
INHOUD (vervolg) BIJLAGEN
Blz 2. Aantal houten palen per woning bij v e r 40 schillende woningtypen 40 3. Procentuele verdeling van het aantal woningen waarvoor bouwvergunning is v e r leend, naar de wijze van subsidiëring (1955-1966) 41 4. Totaalaantal woningen waarvoor bouwvergunning is verleend, naar woningcategorie en per provincie 42 5. Aantal een- en meergezinswoningwet-, premie- en niet-gesubsidiëerde woningen waarvoor bouwvergunning is verleend, naar diepte en aard der fundering 44 6. Op houten palen gefundeerde woningen, in procenten van alle op palen gefundeerde woningen, naar funderingsdiepte en wijze van subsidiëring 48 7. Totaalaantal in de woningbouw verbruikte houten heipalen, naar funderingsdiepte 50 8. Aantal houten palen onder woningwet-, premie- en niet-gesubsidieerde woningen naar funderingsdiepte 52 9. Aantal in de woningbouw verbruikte houten heipalen naar funderingsdiepte 54 10. Verbruikte houten heipalen, langer dan 5 m, in de onderzochte bestemmingssectoren, in m3 per lengteklasse 56 11. Lijst van bij het onderzoek betrokken houten heipalenhandelaren 57
Woord vooraf
In 1963 heeft het L.E.I. in het kader van een onderzoek naar het totale ^verbruik van inlands rondhout 1) de resultaten gepubliceerd van een onderzoek naar het verbruik van houten heipalen in Nederland gedurende de jaren 1955 t / m 1960. Dit rapport werd getoetst aan het oordeel van een commissie ad hoc, waarin vertegenwoordigers zitting hadden van het Staatsbosbeheer, de Koninklijke Nederlandsche Heidemaatschappij, de Algemene Vereniging Inlands Hout, de Vereniging van Heipalenimporteurs, een adviserend ingenieursbureau voor de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en een aannemingsbedrijf. Op advies van deze commissie werd destijds besloten het onderzoek periodiek te herhalen, waardoor een beter inzicht zou worden verkregen in de verdere ontwikkeling van het palenverbruik en van de voor dit verbruik relevante factoren. De tijd ontbrak echter om kort na het verstrijken van de volgende zesjaarlijkse periode het onderzoek te herhalen. Om der wille van de continuïteit zijn echter toch de gegevens over het verbruik van heipalen in de periode 1961 t / m 1966 verzameld. Dit was mogelijk dank zij de opnieuw verleende welwillende medewerking van de heipalenhandelaren, het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en een groot aantal gemeentelijke Diensten. Het onderzoek, verricht door C.J. Veldhuyzen van de Afdeling Algemeen Economisch Onderzoek (Sectie Bosbouw), heeft helaas langer geduurd dan wenselijk is.
Den Haag, september 1971
1) Gepubliceerd zijn inmiddels de resultaten van onderzoek naar het verbruik van inlands zaaghout en verduurzaamd rondhout.
HOOFDSTUK I
Inleiding
1.1. D o e l e n o p z e t v a n h e t o n d e r z o e k Het onderzoek beoogt de ontwikkeling vast te stellen van het verbruik van houten heipalen en van het aandeel daarvan dat uit het Nederlandse bos is betrokken, niet alleen wat de hoeveelheid betreft maar ook ten aanzien van de paallengten. Een goed inzicht in de ontwikkeling van de afzetmogelijkheden van paalhout is voor de bosbouw van belang, o.a. voor de omloopbepaling van de daarvoor in aanmerking komende opstanden en voor het toe te passen plantverband. Onderzocht is voor de periode 1961 t / m 1966: - hoeveel houten heipalen in totaal door de Nederlandse palenhandel zijn afgezet, hoe de lengteverdeling daarvan was en welk gedeelte daarvan inlands hout was; - hoeveel houten en betonnen funderingspalen in verschillende lengteklassen in de woningbouw en voor andere doeleinden zijn verbruikt en in hoeverre de afzet van houten heipalen afhankelijk is van wijzigingen in het landelijke bouwprogramma. §2. B a s i s g e g e v e n s De door de palenhandel verkochte hoeveelheid houten heipalen is vastgesteld door middel van een enquête bij de heipalenhandelaren. Bij bezoeken aan de belangrijkste handelaren is aan de hand van facturen e.d. het aantal aan verbruikers en aan andere handelaren verkochte palen per lengteklasse overgenomen. De andere handelaren zijn schriftelijk geënquêteerd. De gegevens van de Centrale Directie voor Volkshuisvesting en Bouwnijverheid van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (Kwantitatieve Woningdokumentatie) vormden de grondslag voor de berekening van het aantal op houten palen gefundeerde woningen in v e r schillende funderingsdiepteklassen. Deze gegevens zijn gebaseerd op alle verleende bouwvergunningen gedurende de onderzoekjaren en zijn o.a. gerubriceerd naar woningtype (eengezinswoningen of woningen in m e e r gezinshuizen), naar financieringswijze (woningwet-, premie- of niet-gesubsidieerde woningen) en naar aantal bouwlagen. Het aantal palen per woning bij de verschillende woningtypen is gebaseerd op berekeningen van het Bureau Dokumentatie Bouwwezen. Door middel van een schriftelijke enquête bij de Diensten voor Gemeentewerken in het heigebied van ons land kon een verantwoorde raming van het door de gemeenten buiten de woningbouw gebruikte aantal palen worden gemaakt.
Figuur 1. Het heigebied in Nederland met gemiddelde funderfagsdtoptenper provincie (1961 t/m 196«)
• • begrenzing heigebied _ „ _ . Rijksgrens ———— provinciegrens Funderingsdiepten: 5 t / m 7 meter 8 t / m 10 meter 11 t / m 13 meter 14 t / m 16 meter > 16 meter
HOOFDSTUK II
Woningbouw en paalfundering
§ 1. De h o e v e e l h e i d w o n i n g e n o p p a a l f u n d e r i n g e n d e daarbij voorkomende funderingsdiepten Ten behoeve van het onderzoek naar het gebruik van houten heipalen over de jaren 1955 t / m 1960 is uitgebreid nagegaan waarom en onder welke omstandigheden woningen onderheid moeten worden en wanneer het gebruik van betonnen palen noodzakelijk of voordeliger zal zijn dan gebruik van houten palen. Zeer in het algemeen kan worden gesteld dat bouwwerken met een groot gewicht per m2 vloeroppervlakte op betonnen en die met een klein gewicht per m2 op houten palen zullen worden gefundeerd. In gevallen waarin zowel houten als betonnen palen kunnen worden gebruikt zullen bij de keuze de kosten veelal doorslaggevend zijn. Het verschil tussen funderingsdiepte en paallengte bij houten paalfunderingen wordt veroorzaakt door het noodzakelijke gebruik van oplangers. Dit is in het vorige rapport reeds verklaard en gesteld op gemiddeld 1.65 m. Uit figuur 1 blijkt in welke delen van ons land regelmatig heien noodzakelijk is en tot welke diepte. Uit tabel 1blijkt dat sinds de periode 1955-1960 in alle provincies het percentage op palen gefundeerde woningen is toegenomen1);ookde gemiddelde funderingsdiepte werd groter (tabel 2). Dit valt te verklaren uit de omstandigheid dat men in veel gemeenten aanvankelijk is gaan bouwen op die plaatsenwaar eenpaalfundering nietnodigwasofwaar met korte palen kon worden volstaan. Bij uitbreiding van de bebouwing bleek in veel gevallen deze mogelijkheid niet meer aanwezig. Het aantal op palen gefundeerde woningen is gemiddeld toegenomen van ruim 41%in de periode 1955-1960 tot meer dan 48% in 1961-1966; de gemiddelde funderingsdiepte in het gehele land nam met 90 cm toe. (Tabel 1 en 2 zie blz. 10). §2. V e r b a n d t u s s e n s u b s i d i ë r i n g v a n de w o n i n g b o u w en het aantal palen per woning Naar de mate waarin de Overheid de woningbouw subsidieert kunnen de woningen in drie categorieën worden verdeeld, nl.: - woningwetwoningen; - premiewoningen; - niet-gesubsidieerde woningen. 1) Zie ook bijlage 1.
T a b e l 1. Op p a l e n gefundeerde woningen in p r o c e n t e n v a n het t o t a a l a a n t a l gebouwde woningen 1961 t / m 1966
1955 t / m 1960
Limburg Drenthe Gelderland Noord-Brabant Groningen Overijssel Friesland Utrecht Zeeland Nederland
5,9% 15,0% 17,6% 18,8% 36.2% 36,6% 41,6% 43,8% 46,8% 48,2%
0,9% 3,7% 6,9% 9,9% 30,7% 19,5% 29,2% 38,8% 18,8% 41,2%
Noord-Holland 1) Den Haag Zuid-Holland 2) IJsselmeerpolders Amsterdam Rotterdam
78,3% 89,0% 89,8% 97,2% 99,1% 99,6%
60,0% 87,8% 78,2% 80,8% 99,9% 94,5%
1) Excl. A m s t e r d a m . 2) Excl. R o t t e r d a m en Den Haag. T a b e l 2. Gemiddelde funderingsdiepte v a n a l l e woningen op paalfundering 1961 t / m 1966
1955 t / m 1960
IJsselmeerpolders Noord- B r a b a n t Overijssel Gelderland Groningen Friesland Drenthe Utrecht Zeeland Noord-Holland 1) Den Haag Nederland
6.5 m 7,4 m 8.0 m 8.6 m 9.1 m 9,6 m 10,0 m 10,9 m 12.2 m 12.3 m 12,9 m 13.4 m
4,5 m 8,5 m 7.5 m 8,8 m 8.6 m 9,1m 13,5 m 9,5 m 11.4 m 10,3 m 6,0 m 12.5 m
Limburg Amsterdam Zuid-Holland 2) Rotterdam
13,9 15,7 16,6 17,3
13,0 13,0 15,7 18,5
1) Excl. A m s t e r d a m . 2) Excl. R o t t e r d a m en Den Haag. 10
m m m m
m m m m
Woningwetwoningen Ingevolge de Woningwet kunnen door Gemeenten of Rijk aan verenigingen, stichtingen of vennootschappen, welke uitsluitend in het belang van verbetering der volkshuisvesting werkzaam zijn, voorschotten en bijdragen worden verstrekt; de voorschotten kunnen in 75 jaarlijkse annuïteiten worden terugbetaald. De overheid stelt daarbij echter grenzen aan de bouwsom en daarmede aan de grootte en het comfort van deze woningen. Het gevolg is dat woningwetwoningen over het algemeen kleiner zijn dan premie- en niet-gesubsidieerde woningen en daardoor minder funderingspalen per woning behoeven. Doordat de bouwkosten per woning lager zijn naarmate het bouwobject groter is (horizontaal en verticaal) worden deze woningen meestal in grotere huizenblokken gebouwd dan de andere categorieën woningen, waardoor ook met minder funderingspalen per woning kan worden volstaan. Premiewoningen Ingevolge het Premie- en bijdragebesluit woningbouw kunnen uit de Rijkskas bijdragen worden verstrekt ten behoeve van de particuliere woningbouw ten einde de "onrendabele top" in de bouwkosten te vergoeden, welke ontstaat doordat bij de vastgestelde huurprijzen en de daartegenoverstaande bouwkosten een lonende exploitatie van de woningen niet mogelijk is. Ookbij deze regeling zijn grenzen gesteld aan de bouwsom en de inhoud van de woningen zodat premiewoningen gemiddeld ook kleiner zijn dan niet-gesubsidieerde woningen, maar groter dan woningwetwoningen. Ten gevolge hiervan en doordat premiewoningen minder in grote complexen worden gebouwd, staan deze gemiddeld per woning op meer funderingspalen dan de woningwetwoningen. Niet-gesubsidieerde woningen Doordat bij de bouw van deze woningen geen beperkende bepalingen worden gesteld ten aanzien van grootte, comfort en prijs zijn deze woningen gemiddeld groter dan die van de beide andere categorieën en op meer palen gefundeerd. §3. V e r b a n d t u s s e n s u b s i d i ë r i n g v a n de w o n i n g b o u w en de k e u z e t u s s e n h o u t e n en b e t o n n e n p a l e n Om de bouwkosten per woning te beperken worden de gesubsidieerde woningen, zoals vermeld, veelal in grotere complexen gebouwd, niet alleen horizontaal - wat per huis minder palen vereist - maar ook verticaal door meer bouwlagen per huis te bouwen, wat per woning nog minder palen vereist, maar waarbij de belasting op de funderingspalen zo groot is, dat deze niet door houten palen met hun beperkte diameter kan worden opgevangen. Daarom worden onder hoogbouwhuizen bijna alleen betonnen palen geslagen. De woningwetwoningen, waar de noodzaak voor bouw in grote complexen het grootst is, worden om deze reden vrijwel niet op houten palen gefundeerd. De niet-gesubsidieerde woningen met 11
het grootste percentage eengezinshuizen worden daarentegen veel op houten palen gebouwd (zie ook hoofdstuk IV). De mate van subsidiëring is dus niet alleen van directe invloed op het gemiddeld aantal funderingspalen per woning, maar ook op de keuze t u s sen houten en betonnen palen. Het woningbouwbeleid van de regering is daarom voor de afzet van houten heipalen van groot belang. Grafiek 1 geeft een inzicht in de ontwikkeling van het aantal woningen waarvoor bouwvergunning is verleend, per categorie, gedurende de jaren 1955 tot en met 1966. Opvallend is de sterke stijging van het aandeel der niet-gesubsidieerde woningen, hoofdzakelijk ten koste van het aandeel van de woningwetwoningen. Na 1961 nam het aandeel van de woningwetwoningen geleidelijk toe tot ruim 50%van het totaalaantal woningen.
12
O
s 0)
C ©
1
"C ©
Xt
ai J3 0) bo a) h T3
8 Ae. cd
> S S
-o
Io S.
X— Su o o
N T ! »
*ëS
s
e
Q>
S S O
* mC V
§ rt rt
9
o
V
Q
00
1
s
>~
«S
' s W
>s
8J
•S 03 i—•
0) ©
m
> 'S £ C
O O M
V c © o o B ©
PH
en
iß in
o o
i-<
Tf
CR
a .. « B°
"3 12a u O
- 5P G.S
CO
*© ©
s
(S
<s S S 1-5 < S
t- ©
© (S
0 O
-$22' * . » Ui * H I ft» f H r-l
&
t - os co co
. CD O* O 00 ft rt H
CO 00 CO 00 CO CO CO O l O l r-l f H
ß co CN oi
. ^ M H 00 - f c n r-l « H
TM Ol i ß _ _ O 00 00 Tai
IH
ro co oo co C O CO co 01 rH
N
i-I (M CO
3ï
iH
. u H Aai
H N n k o r H O l 00 Ol r H
Ol O O l ( N _ Lß CO Tt* 00
ïb Öi oi di
- Ol
i CM t -
• c— Ol
Xi M f H CO
m co iß oo
.ï
Z>
Ö o u
0)
Q
CO "O
ES
oo oo o o iH
O
I
L
o o ho o o •.
rt o g O 0)
13
HOOFDSTUK i n
De handel in houten heipalen § 1 . I n l a n d s e en g e ï m p o r t e e r d e
heipalen
Het Nederlandse bos dat overwegend uit grovedennenopstanden bestaat is, op enkele uitzonderingen na, niet in staat om recht paalhout te leveren in lengten boven de 10 à 12 meter. Meestal zijn in kaprijpe opstanden zo weinig bomen te vinden die wat stamvorm betreft als heipalen zouden kunnen dienen, dat het niet lonend is deze bomen afzonderlijk als zodanig te verkopen ondanks de aanzienlijk hogere prijs per m3 die dit hout als heipalenhout opbrengt. Bovendien hebben deze grenenhouten palen meestal grovere jaarringen dan de vurenhouten palen, wat tot gevolg kan hebben dat de palen voor het gebruik als funderingspalen worden afgekeurd. De meeste van de in ons land verbruikte houten heipalen zijn dan ook geïmporteerde vurenhouten palen die uit de fijnsparbossen van de Ardennen en West-Duitsland, maar ook uit Zweden en voor een klein percentage uit Denemarken komen. In zeer kleine hoeveelheden worden inlandse eiken palen voor funderingsdoeleinden gebruikt. Volgens de Statistiek van de Buitenlandse Handel van het C.B.S. werden gedurende de onderzoekjaren de in tabel 3 vermelde hoeveelheden houten heipalen in- en uitgevoerd. Om een overzicht over langere termijn te verkrijgen zijn deze cijfers over de periode 1952-1969 in grafiek 2 grafisch weergegeven. Hierbij moet worden opgemerkt, dat als grondslag voor deze statistiek de voor de import benodigde inklaringsformulieren zijn gebruikt. Gebleken is dat in een onbekend aantal gevallen de omschrijving en met name de verbruiksbestemming van het ingevoerde hout niet duidelijk omschreven is waardoor deze transporten in de statistiek onder een ander sortiment zijn opgenomen dan waarvoor ze in werkelijkheid bestemd waren. Hierdoor, maar ook door de jaarlijkse voorraadverschillen bij de handelaren, kunnen deze cijfers afwijken van de door ons bij de handelaren gesignaleerde omzetten. Tabel 3. In- en uitvoer van houten heipalen in de periode 1961-1966 Jaar 1961 1962 1963 1964 1965 1966
hoeveelheid in m 3 1) 95 615 111413 106 084 104 357 126 200 138 346
1) C.B.S. (Buitenlandse handel). 14
Invoer Uitvoer gem.prijisin m3 vlg.onhoeveelheid g l d . p . m 3 1) d e r z o e k LEI in m 3 1) 82,94 6 83,01 62 82,70 129 84,84 164 117 800 88,63 10 141 800 97,98 133 200 56
Hieronder volgt een overzicht van het aantal geënquêteerde bedrijven per categorie en van het aantal dat de gevraagde gegevens verstrekte. Importeurs Bosexpl. Houtkopers Totaal Aantal geënquêteerde bedrijven Aantal bedrijven dat gegevens verstrekte Percentage response
15
45
20
80
15 100
34 76
14 70
63 79
§ 2. De h e i p a l e n h a n d e l a r e n Ten behoeve van het onderzoek zijn de handelaren in drie categorieën ingedeeld, nl.: - de importeurs, die de palen hoofdzakelijk rechtstreeks, dus zonder tussenhandelaren, uit het buitenland importeren. De over zee, meest uit Zweden, importerende handelaren bedrijven vrijwel uitsluitend de heipalenhandel; onder de over land uit België, Luxemburg en de Duitse Bondsrepubliek importerende handelaren is een aantal dat zich in de heipalenhandel specialiseert; een toenemend aantal inlands-rondhouthandelaren gaat zich ook op de import over land toeleggen. Het overgrote deel van de geïmporteerde palen wordt rechtstreeks aan de aannemers verkocht; - de bosexploitanten, die het inlandse paalhout in hoofdzaak rechtstreeks van de boseigenaar betrekken, veelal tegelijk met andere sortimenten; onder de inlands-houthandelaren zijn nl. weinigen die uitsluitend heipalen verhandelen. Dikwijls worden door deze handelaren, wanneer bepaalde gevraagde partijen palen niet in voorraad zijn of rechtstreeks in het bos gekocht kunnen worden, hierbij collega's ingeschakeld. De palen worden voor ongeveer de helft rechtstreeks aan de aannemers verkocht; - de houtkopers, die het hout overwegend van andere handelaren kopen om het daarna aan andere handelaren of aan de verbruikers te v e r kopen. § 3 . A f z e t v a n h o u t e n h e i p a l e n i n a a n t a l en i n m 3 Bij de enquête is weer gevraagd naar de verkochte hoeveelheid heipalen (in stuks of m3) in de volgende lengteklassen: 5t/m 7 meter - hoofdzakelijk inlandse palen - niet verder gespecificeerd; 8l/m 12 meter - zowel inlandse als geïmporteerde palen - in twee lengteklassen gespecificeerd; 13 meter en op - hoofdzakelijk geïmporteerde palen - in vijf lengteklassen gespecificeerd. Palen, korter dan 5 meter hebben, behalve als funderingspalen, v e r 15
scheidene andere gebruiksmogelijkheden zodat van deze palen vaak de bestemming niet kan worden nagegaan. Deze korte palen zijn daarom niet in de enquête betrokken. In mindere mate geldt dit ook voor de lengteklasse van 5-7 meter, wat blijkt uit de verschillen tussen de hoeveelheid door de handelaren verkochte palen van deze lengte en het berekende v e r bruik in de woningbouw en voor gemeentelijke werken (zie hoofdstuk IV). Uit tabel 4 blijkt dat in vergelijking met 1961 (totaal 440700 palen) er een duidelijke toeneming is van het aantal verkochte palen in 1964, een grote stijging in 1965 en een lichte terugval in 1966. In tabel 5 (zie blz. 17) worden de gegevens van tabel 4, uitgedrukt in m3 en naar percentage inlands en import, weergegeven. Verdeeld naar de drie genoemde categorieën palenhandelaren was de afzet, omgerekend in m3, als volgt: 1964
1965
Importeurs Bosexploitanten Houtkopers
117700 7200 18400
145600 7800 16800
Totaal
143300
170200
1966 140100 7400 11000
158500
Opvallend is, dat de afzetstijging in 1965 zich bij de bosexploitanten en nog meer bij de importeurs voordeed,terwijl de afzet van de houtkopers juist daalde. Uit de tabellen 4 en 5 blijkt duidelijk, dat palen langer dan 10 meter, in het Nederlandse bos niet in voldoende grote partijen beschikbaar zijn en daardoor bijna uitsluitend uit het buitenland worden betrokken. De korte palen tot en met 7 meter, kunnen uit het Nederlandse bos in voldoende hoeveelheden worden betrokken en worden slechts bij uitzondering geïmporteerd. Van de palen van 8 tot en met 10 meter werd in de jaren 1959/1961 gemiddeld 57%geïmporteerd en over de jaren 1964/1966 gemiddeld slechts 42%. Dit betekent een versterking van de positie van de inlandse palen in die lengteklasse waar de keuze tussen inlandse en geimporteerde palen niet een vanzelfsprekende is. Hiertegenover staat dat van de palen, korter dan 7 meter die uit het Nederlandse bos in voldoende mate hadden kunnen worden betrokken, de import van gemiddeld 3% over 1959/1961 toch toenam tot gemiddeld 9,7% over 1964/1966. Tabel 6. Procentuele verdeling van het aantal verkochte houten heipalen naar lengteklasse Lengteklasse 5t/m 7m 8t/m 10m 11t/m 12m 13m er ïop Totaal
16
Onderzoekjiaren1959/61 Onderzoekji aren1964/66 1959 1960 1961 gemid. 1964 1965 1966 gemid.
22 21 23
19 21 20
15 22 20
18 21 21
34
40
43
100
100
100
40
18 22 16 44
18 21 17 44
18 22 16 44
18 22 16 44
100
100
100
100
100
o o o o o o o o
o o
e CU
t-
co o ) ( c œ
co
'S 3
0 ) H OO CO rH IM
TH
o
CO CO 0 5 CM
O
O O
O
o o o o
0 0 i-H CD I M I M œ m as i H i n t - 03 CM
in o o cco co co
eu N •i-i
O O 1 O O
i n <M co m W H CO CO i H
o o o o CO rH
o o o o o o o o
co o c- i n o (M en m
o o TH 05 t-
H r l
CM
m
O
O
o o rH co
O O
o o o o co os TH i n en co co I A TH co m CM O
O
O
1
o o o o n t t - n o
C5
co o o o rH
OS C- r H
co rH
o o o o o o o o co TH i n i n
o o
C eu o o
bo
c
H O H Î ) O ) H CC H rH CM
tCO 05 TH
O O
o o
o o o o o o o o
>
O CO r H CD O TH t > CO r H CM CM 05
CU T3 «M
O
O O
1
o o o
CO ( M CO
m co as co co
05 TH
co co
o o co
eu bo
'eu 73 Vi eu eu -t-> Vi
CO
et
6£ £ £ £ £ £ £ l-i r-l r-t
05 CD r H
eu bfl
TH
S sea «
iSS
+-» -4-" + J
P
i n co i-i co i-H i H
•e
o H
73
O
seu
CO O CO r H O W O rH r H CM CO O
O
O
O
o oo o
Vi
1
c« •r-%
eu T3
«
eu TJ C C eu
.s S
co o co o TH co o
* M Vi ™
sa
T 3 r<
eu o 4->
JS - a o u a eu
TH O CM O 0 5 CO r H
je cd c .& ®
eu c > eu r-» eu cä
_ rH
CO
05
S eu m ce
C eu
eseft
m co in
G5 05 05 O CO CO O
a
co
t - © CM O
O O
co co 05
i-H
c
rH
Vi 13
rt
•o a.
iH
co
rH
eu
O O O O O O O O CM O r H C -
J3 co
05 co m in
Voor de v erdeling va als b ij de aangekocht on: E nquête L.E.I.
m in
es
s3
CD N eu T3 CO
13 y O O O O O O CM t - m TH TH CO TH C - i H CM
TH CO
a ceu
Vi Ol
"•*
o
H T j I O O O <-l
È ^ È S S ^ t - CO CO O 00 i n r H
Vi
T3 3
C
co t - t -
-*->
2
»—1
CO CM r H i n
eReSeSsS 6S
eu bo
co b/0
o
O O
a
Vi ffl
(M CM CO
g.S CU - H
£2 «S >>
ceu co co
a eu
eu ni
•a eu hH
ees C- O
&
CM O
ess* w \
a
4-> +J +J
P
i n CO r H CO
17
Uit tabel 6 blijkt dat - samenhangend met de toeneming van de gemiddelde funderingsdiepte in de woningbouw (tabel 2) - de afzet van lange palen (13 m en op) relatief sterk is gestegen; het verkochte aantal palen in de lengteklasse 11 t / m 12 meter daalde daarentegen aanzienlijk. De toeneming van de gemiddelde paallengte, vooral in de grootste lengteklasse, is er oorzaak van dat het percentage inlandse palen, dat gemiddeld over de periode 1959/1961 nog 32 bedroeg, is teruggelopen tot 17 gemiddeld over de periode 1964/1966. Dit neemt niet weg dat de Nederlandse bosbouw toch wel is gebaat bij de geleidelijke toeneming van de bouwactiviteit, gezien de totaalaantallen verkochte inlandse palen gedurende de onderzoekperioden, nl.: 1964:161800 1965:181000 1966:160000
1959:123600 1960:123400 1961:111700
Deze toeneming van de omzet had hoofdzakelijk betrekking op de palen van 8 tot en met 10 meter lengte. § 4. De f u n c t i e v a n d e h a n d e l b i j d e a f z e t v a n h o u t e n heipalen In §2 zijn de drie groepen van heipalenhandelaren beschreven en in § 3 de omzet van elk van deze groepen. In tabel 7 wordt de functie van de handel en van de tussenhandel bij de afzet van inlandse en geïmporteerde palen afzonderlijk aangetoond. Opvallend is dat de inlandse palen voor 51% gemiddeld over de periode 1964/1966 via de tussenhandel en zelfs voor gemiddeld 13% via meer dan een tussenhandelaar de aannemers bereikten, in tegenstelling tot de geimporteerde palen waarvan gemiddeld slechts 13% via niet meer dan een tussenhandelaar aan de verbruikers werd verkocht. Tabel 7. Functie van de handel bij de afzet van houten heipalen Jaar
1964
1965
1966
18
Inlands of import
Totale Direct aan aan afzet in nemers m3 %van m3 totale afzet
inlands import
25500 117800
13200 100700
52 85
12300 17100
48 15
3000 1300
12 1
143300
113900
79
29400
21
4300
3
28400 141800
11600 125400
41 88
16800 16400
59 12
4000
14 0
170200
137000
80
33200
20
4200
2
25300 133200
13800 118500
55 89
11500 14700
45 11
3500
14 0
158500
132300
83
26200
17
3900
inlands import
inlands import
Via meer dan Viatussenéén tussenh. handel m3 %van m3 %van totale totale afzet afzet
200
400
2
HOOFDSTUK IV
Het verbruik van houten heipalen
§ 1 . De v e r s c h i l l e n d e b e s t e m m i n g e n v a n h o u t e n h e i palen Omdat de afzetmogelijkheden van houten heipalen afhankelijk zijn van de behoefte in verschillende verbruikssectoren is nagegaan in hoeverre deze behoeften zijn te ramen en of hierin belangrijke wijzigingen te v e r wachten zijn. Hieronder wordt een aantal bestemmingen voor houten funderingspalen beschreven. De woningbouw In deze sector wordt het overgrote deel van de verkochte heipalen v e r bruikt (zie §2). De wijzigingen welke in dit verbruik kunnen optreden zijn hoofdzakelijk afhankelijk van het woningbouwbeleid van de overheid, vooral wat betreft de subsidiëring, omdat hiervan het aantal te bouwen woningen en de grootte daarvan afhankelijk is, zoals in §2 en §3van hoofdstuk II reeds is uiteengezet. De bouw van ziekenhuizen, bejaardentehuizen, kerken, enz. Ziekenhuizen zijn meestal grote bouwwerken die veelal in hoogbouw worden uitgevoerd. Dit brengt grote belasting van de fundering met zich mede zodat vrijwel uitsluitend betonnen palen kunnen worden gebruikt. Hoogbouw wordt ook wel toegepast bij bejaardentehuizen, kerken, verenigingsgebouwen, sporthallen e.d., zij het dat een deel van deze bouwwerken, vooral van bejaardentehuizen, in laagbouw wórdt uitgevoerd; hiervoor zal ongetwijfeld een aanzienlijk aantal houten palen worden gebruikt. In verhouding tot het verbruik in de woningbouw is de behoefte aan houten heipalen voor deze bestemming echter niet zo groot dat deze voor de Nederlandse bosbouw van belang is. Scholenbouw In tegenstelling tot de vorige onderzoekbaren waren in deze sector over de periode 1964/1966 onvoldoende gegevens beschikbaar om het v e r bruikvanhoutenpalente kunnen berekenen. In § 3 is een raming van dit verbruik gemaakt. Fabrieks- en andere utiliteitsbouw Over het algemeen zijn de bouwwerken in deze groep, mede door de installaties die zij bevatten, zo zwaar dat deze vrijwel uitsluitend op betonpalen gefundeerd zullen zijn en daarom voor dit onderzoek van weinig
19
belang. De aanleg van rioleringen en waterbouwkundige werken De aanleg van rioleringen, hoofdzakelijk door gemeenten, vergt dikwijls een aanzienlijk aantal houten funderingspalen. Door middel van een enquête bij een groot aantal gemeenten is dit verbruik en het gemeentelijke verbruik voor andere doeleinden onderzocht (§ 3). Het verbruik van houten funderingspalen voor deze doeleinden door Rijk, Provincies en Waterschappen is te verwaarlozen; deze instellingen bleken nl. vrijwel uitsluitend betonnen palen te verwerken. § 2 . H e t v e r b r u i k v a n h o u t e n h e i p a l e n in d e w o n i n g b o u w Om het verbruik van houten heipalen in de woningbouw te kunnen b e r e kenen is gebruik gemaakt van de Kwantitatieve Woning Dokumentatie (K. W.D.) van het Ministerie voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Over de jaren 1961 tot en met 1966 konden van alle woningen waarvoor bouwvergunning werd verleend gegevens worden verstrekt omtrent: subsidieregeling (woningwet, premie, niet-gesubsidieerd); soort woning (eengezins- of woning in meergezinshuis); provincie waar gebouwd zal worden; aantal bouwlagen; fanderingsdiepte; paalfundering of andere fundering; bij paalfundering: houten of betonnen palen. Deze gegevens betroffen alle woningwetwoningen en van de premie- en niet-gesubsidieerde woningen een steekproef van 1 op 10. Het gebruikte aantal palen, dat afhankelijk is van het woningtype, hebben wij vastgesteld op basis van gegevens van het Bureau Dokumentatie Bouwwezen van het Bouwcentrum in Rotterdam. Deze betroffen het gemiddelde aantal houten palen per woning voor een- en meergezinswoningen in de woningwet-, de premie- en de niet-gesubsidieerde bouw bij v e r schillend aantal bouwlagen (1961). Gezien de toenemende gemiddelde inhoud per woning gedurende de onderzoekjaren hebben wij deze gegevens voor elk onderzoekjaar afzonderlijk herleid (bijlage 2). Aantal gebouwde woningen In tabel 8 is een overzicht gegeven van het aantal gedurende de onderzoekjaren gebouwde woningen en het percentage daarvan dat op paalfundering is gebouwd. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de K.W.D. is gebaseerd op het aantal verleende bouwvergunningen dat vrijwel gelijkgesteld kan worden aan het aantal woningen waarvan de bouw is begonnen. Verschillen kunnen ontstaan doordat enige tijd kan verlopen tussen het verlenen van de bouwvergunning en het tijdstip waarop de bouw begint. Bovendien kunnen in bepaalde gevallen - b.v. bij financieringsmoeilijkheden - de bouwplannen in het geheel niet worden gerealiseerd. Waarschijn-
20
o co
a»
i
bO Ol I V +-> 'M
03 O
ca -o
O 00 O t> CO ÇO
O CO CO C00 oo
© m o tm co
o eo oo t -
o m • * co o
t-
co o o CO IN CM CM
o m
CM CO 00 in
o oo • * 00
•iH »i-I
Ö I»
u
CD
o en
o
CM CO oo co •
O IM in t
CO TH
iH TP oo c-
O O
O t>
O 00
oo crin en
ci
«3
co t>
s
CM Ol
o
i - l CD CM
in
O TH
o c-
CO
in CO
CM O en 00 CO in
eo
o
is o cOi CM CO U3 CM
> c
O 00 IN IN 03 CO
O O • * CO Ol 00
O CM
oo eo IN IN
o CO CO CO oo cCM
o •*
O OS CM CM CO
O 00
O en CM
4J
e <ä ü
o &
O CTH
en
O CO CO I N CO TP
o in oo IN
03 O
CO I N oo c o o CO
CO o CO CO CO
IN
CO
CO TH CO Th TH CM
OS TH CO TH
O Tf 00 CM TH W
co
oo
CO CO tCl
e
a»e
CO CO 0 0 CM 00
o is
OS
1 O .a 4) bo
u
TH
eo
at
en m m
'S
Q
CM CO
oo oo
o
oo in o eo eo
t - CO
en in in eo CO
> CD •*-( +^
O
•M HH
2
se se We a>!e
p8
•Ü
e» 52
„ o
gs.
ß 'M
§1 Cd
•8
in oo co eo eo
m o CO IN TH
1 o>
O CO
oi 3
_l
es en 3
ft
73 ©
TH
-y
•
3< is
se se ^s Ps
OS w
a)
M
^i bO
^
cS in *j
«o S
°w
<° S en 3 .-H • <
'«a H£
là 21
•o
u
1 O. P.
O
^ESS
22
i y
v
!i
\
§
N
/
j
1 1
/
1 1 \ \
\
\ •' \ l
\
/
1
I I
5
M
f
S
S t 3
o
'
N. \^
Eengez
.s
D
m -i u
c
S
\
/
1
C N O!
^"^^^ /
/
/
u
1
/
/
t
/
X
^
3 u 3
\
\
/
/
-m /
/
x x
\
*
^
\
i
\
x
/ / i
.
i
i
i
>,.
1 -.
1
i
u »a
\
\\ \ \
'II/
1
_
\ \ i i ll ll I I I I I I
ïï c 0 CD iH
&
.g C
// 11 _ .
t
Ci «1
1
//
1
<ù
^ ^
» !•
( \
' / ' /
/
\ \
!'
3 i
\
'••
2 3
a. a
-H.2
<\
/
\ \ \
\i
rt'
---'•
o
&
1 1
-
1)
c c
1
1 1
•a 11
1/
/ /
'
•H-S
/i\
// 1 s°
;
i
\\\ vii\
\i
X
1
l.'l /'/
1 / / / / / // / \ \ \
\
> \ \ \ 1 ' / i ':/
I
'
1
' 1'
/ 1
^v
1/ / 1 / / 1A < - ~ ^ y \ / '• \
is
o CC at O!
1 1' ' /''
/ /
\
=
s-s o
n / ' sIlIl
/ / / / / /
\ \
1 1
///•
/If
/
)
^ /
/
y
i
.
22a
Iß
o
S
lijk hierdoor wijken de K.W.D.-gegevens omtrent het totaalaantal gebouwde woningen af van die welke door het C.B.S. worden gepubliceerd. Interessant is het o.a. uit tabel 8 blijkende verloop van het aantal in aanbouw genomen woningen. Hieronder volgt een overzicht van dit v e r loop over de periode 1955-1966 voor de verschillende woningcategorieën. Jaar 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
Woningwet 32261 42913 44708 47015 43115 37124 33049 38730 38303 56569 69707 68057
Premie 31757 39227 34810 38420 39430 29680 33260 26880 26360 25520 29730 29340
Niet-gesubsidieerd 10090 11118 6602 2670 5979 19950 36240 23310 27800 28680 33650 36200
Totaal 74108 93258 86120 88105 88524 86754 102549 88920 92463 110769 133087 133597
In procenten uitgedrukt zijn deze gegevens in grafiek 1 bij hoofdstuk I verwerkt. Op bijlage 3 zijn deze gegevens, gesplitst in één- en meergezinswoningen, grafisch weergegeven. Mede door factoren als bestedingsbeperking (1957), bouwstaking (1960), strenge winter (1962-1963) e.d. v e r toont deze grafiek een zeer onregelmatig verloop. Percentage op palen gefundeerde woningen Uit tabel 8blijkt dat het percentage eengezinswoningen op houten of betonnen paalfundering veel lager is dan het percentage woningen in meergezinshuizen op palen. In deze verhouding is in de periode 1955/1966 weinig wijziging opgetreden (grafiek 3), maar wel is - zowel bij de eengezinswoningen als bij de woningen in meergezinshuizen - het percentage op palen gefundeerde woningen duidelijk gestegen. De spreiding van de gebouwde woningen per woningcategorie over de provincies in ons land is op bijlage 4 weergegeven. Op houten palen gefundeerde woningen Uit tabel 9 (zie blz. 24) blijkt welk aandeel van de woningen op paalfundering op houten palen is gefundeerd. De zwaardere meergezinshuizen stonden in 1966 voor meer dan 90% op betonpalen. De eengezinswoningen waren voor meer dan de helft op houten palen gebouwd (zie grafiek 4). Opvallend is dat het toch al geringe percentage meergezinshuizen op houten palen voortdurend is afgenomen, voornamelijk als gevolg van het steeds meer in hoogbouw uitvoeren van de meergezinshuizen. Dit geldt zowel voor woningwet- als voor premie- en niet-gesubsidieerde woningen. Ook het percentage op houten palen gefundeerde eengezinswoningen liep geleidelijk terug van bijna 70% in 1955 tot ca. 50% in 1966. In de periode 1955/1960 was het percentage niet-gesubsidieerde woningen met houten paalfundering hoger dan dat van premie- en woningwetwoningen op 23
I
•§ ai -a CU
SH
bO 0) I 0) -*-> *rn
O CM IT) rH
O) T 3 N
co
O rH CO rH 00 TH
o o
O t-
( M CM 00
ira rH
00 00
CO CM CO rH 05
co
TH
in in
O
CO
O CO O rH in
O
• r t 'PH B 03
® . bl
a»
o co
CU V
•rH
u
U0 rH lO 05
O 00 0 0 rH 00 00
t - IN O rH CO IM
t > IN O rH IM Tl«
in
oo
ë
w
•
» IP •I-I
B «
cd O.
o a>
o S
00
TH
oo
CO
'S
oo
CO Tt< t - rH
t- o
CM
O r-i CM ira
00
oo
o co
TH
oo (M
CM
<s>
bß B •i-C
CD T > CU r 4
c o
bc cu I +•»
B
CU ' ^
CU T 3
O C0 0 CO 05
' i H *»-t
CM 0 0 0 5 CO CO Tl«
m T«« 0 5 CO CO ira
rH
O CO
oo co co
O IM O tc-
00
00
m
TJ« CJ
oo TH t - in «o
TH
in
en
<M
O O oo co co oo
o TH ooco oo
TH
rH O 05 W IM
CO 0 5 rH i n Tl« O
TH rH rH i n t<M
ira ira
TH T H T H 00
CO <M
B m
> e' a> cu u o
•I-i
g
O
«O t -
B •i-t N CO
O Irin t -
bij1 B 0)
W c a>
O
•f S -"-
o eu
0 0 «o OS CO CO CO
(M
in
oo oo rH OO 00 IM
c o CU
Q cd ai -IJ
CO
v T5
O rH TH 0 0 00
t - oo IM <M
o oo os o
TH
O
TH
T|«
in os
oo
in IM <x>
in t> «5
00 TH
TH
m s
0) bO
aeu
S
O.
ai fti »•a
ß co
o
°§
OSS'o
ft
ft *-* °<1H
°§ B J3
B O
o5 ^
24
&^
•«•H
O co
S co
B eu B3
ß rC
43
•8
B 0)
eu
&&
ai IM
|3<
Oi ai
• os ™
rH <
•
• -1
B
CU
CU
a.
°§
o B X
B rC
s xi
| &
S.o.
«s
B°
r* £
S O
rH <
<
O
°§
rH
g|
> .2 •M
ft-ö
os <5
00
s cu
Uë
r- d cö ai co g en «5
r - Cd CS O)
ai
wS I« S
B
o w
*£ r H S)
rH CO
w
ai ai
cd al
"ë f*
rH <
|
co 05 5
rH <
» ^-L •r*
H
°w
If CU
Ü
B
-J8
il
i .a 3 m t3 N a> h •r-t bo eu i eu <ü T3 •—! .S •t-4 8 m
c 0)
c~ m o oi
co
co
03 00
a
N 0) M Én dl 4)
m oi
•* -#
rH
u s &
!-H
O CCO O l
in rH
CD
iH rH IM
•H i n (M
m rH
rH Cl co m co r>
rH IM IM
r H CD IM
r-l 0 1 CO CD (M t > i-l O CM
Cl Ol
O CO Ol IM
O i-l
g sa>
( M CO r H CO <M
O (M t > CO
o m
•«H
oo oo o o
CO i - l
in
O t-
oo oo
i n Tt< IM O rt< • * O rH
in co in oo o
O l r-l rH IM
o o co m
O rH CD O
O Tt<
co m
t o CO
i-l (M IM
rH
iH 1-H
i-t
( M <M rH O <M
O rH o
•<M
P
ts
.a
g
0 0 «O O 00 •r-( C -h> O CD
- O CO in •H
tIM in in <M
CO 0 0 r-l r H CO r H <M CO
rH
?
rH O 05 CD CO <M rH O CO
1 03 T 3 CD h
bo a» i ai (3 Ol
c- oo co m rH o
01
o o o oo
CD
S SS on a> '.5 N P.
CO i n CO O l
»H
a) M 3 V
H
I M CO O l 00
t > i-l
t - Ol Tf IM CO O
i n IM
co i n rH <M
CO r H
rH Ol
[>
00
rH rH
o in 00 co
o m co o i n co
O CO
in in
C oa
I o 3
Ol rH t(M CO
LO
|
i-H i-H
•rH
rH t rH <M
Ö -M
<M CO CO
o a>
IM
in
0 0 CO CO CO
rt ai S
rH rH
1-1 r H <M
E-i
o m
iH tH <M CD <M CO CO
CD 0 0 IM rH
tIM Ol <M
rH co
CD CO CO 0 0 CO 0 1
t> cCO CO <M
rH
rH i n co co i-l o
m
CO <M O rH
m in m o CO rH 00
rH co • * in
rH
CO t-l CrH rH
I M CO
rH
CD
rH rH CM
•H i n CO r H rH Ol
i n co
• ^ IM CO r H CD
in co co oo
00 r H CO CO CD rH
O O CD CO t - CO
in oo o
rH
CD r H
m co
TH CO CO O l
O CO CD rH
o
O O rH CO 00
rH
r f CO <M CO
t> TH Ol IM r H CO CO
rH rH
rH <M Ol Ol Ol 00 rH O
rH
s*^
Ö
£ M *-' CQ
s
S
1—1
a> at
1—1
C
s CD
CU
cil
ft
ft
Ol
3 O A ft C
ov a 0) aft .S ä i-i S -a
» b. S 5g
05
rH £
<
3
3
.2 rt ft
ai
ai
a!
13 CD -y
3
S
CD
.
3
O X!
ft C o a> i—* s as
Ol
ft
S
•4J
+ j
s
V
+•>
ft CD
-4-J
3 O .3 ft 3
O XI ft C
3 O .3 ft 3
s &ft
G ai
3 "öl 0) ft
O
(D
3
O CD CD
ft
.s «s .5 «s œ Bg 2 1ä rH £ < -<£ < n
O CU
If«
3
0)
1—1
ft
CU
+J
>
,° +J Ü
•rH H-i w-
3
Ö
ft 3
If
O Ä O
S ai eu ft
a 3
Sgl
3£ S« m£S25
houten palen. Na 1960 wordt, met het groter worden van de gesubsidieerde woningen, dit verschil steeds kleiner. Als bijlage 5 is een gespecificeerd overzicht opgenomen van alle gebouwde woningen naar woningtype, aard en diepte der fundering. Bijlage 6 geeft de op houten palen gefundeerde woningen in procenten van alle op palen gefundeerde woningen naar funderingsdiepte. Het aantal in de woningbouw gebruikte houten heipalen Door vermenigvuldiging van het aantal woningen op houten palen (tabel 9) met het gemiddelde aantal palen per woningtype (bijlage 2) is het totale aantal in de woningbouw gebruikte houten palen berekend (zie tabel 10). Gebaseerd op de K.W.D.-gegevens omtrent de funderingsdiepten (bijlage 7) en rekening houdend met het verschil tussen funderingsdiepte en paallengte, kon het in de woningbouw verbruikte aantal palen worden verdeeld in dezelfde lengteklassen als bij de enquête onder de palenhandelaren zijn gehanteerd (tabel 11). De bijlagen 8 en 9geven een specificatie van de verbruikte houten palen naar woningtype en funderingsdiepte. Tabel 11. Totaalaantal in de woningbouw verbruikte houten heipalen, naar paallengte Paallengte
1961
< 5meter 5t/m 7meter 8t/m10meter 11t/m12meter 13meterenop
8100 25900 50500 44200 115900
Totaal
244600
1962
1963
9900 7200 29400 29900 38900 59300 34200 39800 95300 112500 207700
248700
1964
1965
1966
11800 17000 8100 41000 19200 22800 80600 79800 63200 63900 66700 62300 135000 178100 213300 291500 362400
408900
Zoals te verwachten was, is dit aantal kleiner dan de hoeveelheid door de handel afgeleverde palen. §3. Het v e r b r u i k van h o u t e n h e i p a l e n v o o r a n d e r e d o e l e i n d e n d a n de w o n i n g b o u w In het onderzoek over de jaren 1955-1960 werd voor de scholenbouw globaal een verbruik van ca. 4200 houten funderingspalen gemiddeld per jaar berekend. Verondersteld mag worden dat het aantal in deze sector verbruikte houten palen in een gelijke verhouding als het aantal op houten palen gefundeerde woningen zal zijn toegenomen. In elk uitbreidingsplan worden immers scholen geprojecteerd; in een plan met hoogbouwhuizen, met dus per oppervlakte-eenheid een groot aantal bewoners, zijn grotere scholen nodig dan in een laagbouwplan. De kans op een houten paalfundering is dan bij de woningbouw en bij de scholenbouw vrijwel gelijk. De
26
funderingsdiepte zal voor de scholen ook niet afwüken van die der omringende huizen zodatde lengteklasseverdelingglobaalookweldezelfde zal zijn als die bij de woningbouw. Op deze redenering gebaseerd kan het verbruik van houten palen in de scholenbouw als in tabel 12 worden getaxeerd. Tabel 12. Aantal in de scholenbouw verbruikte houten funderingspalen Funderingsdiepte
1961
1962
1963
1964
1965
1966
< 5meter 5t/m 7meter 8t/m10meter 11t/m12meter 13meterenop
200 600 1100 900 2500
200 600 900 800 2100
200 600 1300 900 2300
300 400 1300 1300 2800
400 500 1700 1300 3700
200 800 1400 1200 4000
Totaal
5300
4600
5300
6100
7600
7600
Het verbruik van houten heipalen voor gemeentelijke bouwwerken buiten de woningbouw kon worden berekend door middel van een schriftelijke enquête. Alle 639 gemeenten, die in het in figuur 1 aangegeven heigebied vallen zijn in wegingsklassen ingedeeld naar oppervlakte en aantal inwoners omdat beide criteria bepalend zijn voor de omvang van de gemeentelijke voorzieningen op het gebied van waterbouw, riolering en andere doeleinden. Door middel van een willekeurige steekproef per wegingsklasse zijn in totaal 184 gemeenten bepaald die gevraagd werd naar het verbruikte aantal houten funderingspalen voor de bovengenoemde doeleinden in de jaren 1964, 1965 en 1966. Van 143 gemeenten werden de gevraagde gegevens ontvangen. Het op deze wijze getotaliseerde verbruik door alle gemeenten van houten funderingspalen voor waterbouw, riolering en andere doeleinden, gesplitst in lengteklassen, is in tabel 13 (blz. 28) vastgelegd. Voor de Nederlandse bosbouw van belang is het in deze sector relatief grote verbruik van korte palen: 70000 à 80000 palen, korter dan 8 meter, wat neerkomt op 2500 à 3000 m3 per jaar. Sluiten we de palen, korter dan 5 meter, uit dan blijken de gemeenten, hoofdzakelijk voor fundering van rioleringen, jaarlijks 11000 à 14000 palen van 5 tot en met 10 meter te verbruiken (1500 à 2000 m3 inlands rondhout). §4. Het t o t a l e v e r b r u i k v a n h o u t e n h e i p a l e n Op grond van het voorgaande kon het totale onderzochte palenverbruik per lengteklasse worden bepaald en vergeleken met de afzet van de palenhandel (tabel 14). Gemiddeld blijkt ongeveer twee derde van het totale aantal jaarlijks verbruikte palen voor de onderzochte bestemmingen te zijn gebruikt. In de woningbouw wordt ruim de helft van de gehele palen-
27
Tabel 13. Het door gemeenten, anders dan voor de woningbouw,verbruikte aantal houten heipalen gedurende de jaren 1964,1965en 1966 Jaar
1964
Lengteklasse
14000
18500
500
5 600
-
6100
8 t / m 10 meter
2000
2300
600
4900
11 t / m 12 meter
700
4800
1000
6600
13 t / m 15 meter
4 900
15600
1700
22200
ä: 16 meter
1600
300
400
2300
23700
47 100
34800
105700
< 5 meter
28800
15600
21900
66 300
5 t / m 7 meter
2400
4 800
500
7700
8 t / m 10 meter
6 900
31100
63600
1100
5400
400
11 t / m 12 meter
1800
3500
700
6000
13 t / m 15 meter
4700
8400
1100
14100
ï 16 meter
1300
300
-'
1700
40100
38000
24600
102700 75900
< 5 meter
23600
23200
29000
5 t / m 7 meter
1100
2300
-
8 t / m 10 meter
4400
6000
- '
10400
11 t / m 12 meter
300
7800
600
8600
13 t / m 15 meter
2100
1100
2300
5500
^ 16 meter
400
100
31900
40500
Totaal
Bron: Enquête L E I . 28
Totaal Andere doeleinden, anders dan woningb.
5 t / m 7 meter
Totaal 1966
Riolering
< 5 meter
Totaal 1965
Waterbouw (beschoeiing, sluizen, bruggen e.d.
-
31900
3400
500
104300
omzet verbruikt: 1959 : 56% 1960 : 55% 1961 : 54%
1964 :56% 1965 : 60% 1) 1966 : 70% 1)
1) Aantallen palen in de woningbouw waarschijnlijk aan de hoge kant, t.g. v. de gehanteerde normen voor het gemiddeld aantal houten palen per woning, dat recht evenredig is gesteld met de jaarlijks toenemende gemiddelde grootte van de gesubsidieerde woningen. Bovendien is aangenomen, dat gedurende de reeks jaren 1961-1966 de verhouding tussen de gemiddelde inhoud van de niet-gesubsidieerde en van de woningwetwoningen gelijk is gebleven, terwijl waarschijnlijk de gemiddelde inhoud van de nietgesubsidieerde woningen minder is gestegen dan die van de woningwetwoningen. Het blijkt dat een aanzienlijke hoeveelheid palen wordt geheid onder allerlei niet te kwantificeren bouwwerken, zoals bejaardentehuizen, ziekenhuizen, kerken, ontmoetingscentra, kantoren, werkplaatsen en garages, terwijl ook voor kleinere waterbouwwerken palen van allerlei lengten zullenzijngebruikt. Bovendien kunnenvooralde kortere palen,waarvan het grootste aantalonder de rubriek "niet-onderzochte bestemmingen" voorkomt, nog voor andere doeleinden dan als funderingspalen zijn gebruikt (b.v. landaanwinningswerken aan de kust van Groningen en Friesland). Verantwoorde taxaties van de voor deze doeleinden gebruikte aantallen palen zijn echter niet te geven. In tabel 15 is het aantal in de onderzochte sectoren verbruikte houten heipalen, verdeeld naar inlandseengeïmporteerde palen, vermeld. Tenslotte is het aantal m3 paalhout, dat in elk der verbruikssectoren per lengteklasse is verbruikt, in bijlage 10 weergegeven.
29
Tabel 14. Aantal houten heipalen, verbruikt gedurende de jaren 1961t/m 1966 Lengteklassein Jaarmeters
1955totaals5 1956totaala5 1957totaala5 1958totaala5 1959totaala5 1960totaala5 1961 < 5 5t/m7 8t/m10 11t/m12 a13 totaala 5 1962 <5 5t/m7 8t/m10 11t/m12 a13 totaals 5 1963 < 5 5t/m7 8t/m10 11t/m12 a13 totaala 5 1964 <5 5t/m7 8t/m10 11t/m12 a13 totaala 5 1965 <5 5t/m7 8t/m10 11t/m12 a13 totaala 5 1966 <5 5t/m7 8t/m10 11t/m12 a 13 totaal s:
5
Woningbouw
125500 171500 166500 188000 210000 217000 8100 25900 50500 44200 115900 236500 9900 29400 38900 34200 95300 197800 7200 29900 59300 39800 112500 241500 11800 19200 63200 62300 135000 279700 17000 22800 80600 63900 178100 345400 8100 41000 79800 66700 213300 400800
TotaalonderGemeen- Scholen zochtebestemten1) mingen 2) %van aantal totaal verbruik 25000 33000 33000 36000 40000 87000 68500 5700 7400 7100 15400 35600 68500 5700 7400 7100 15400 35600 68500 5700 7400 7100 15400 35600 63600 6100 4900 6600 24500 42100 66300 7700 6900 6000 15800 36400 75900 3400 10400 8600 6000 28400
4200 4700 4100 4800 5400 4200 200 600 1100 900 2500 5100 200 600 900 800 2100 4400 200 600 1300 900 2300 5100 300 400 1300 1300 2800 5800 400 500 1700 1300 3700 7200 200 800 1400 1200 4000 7400
154700 209200. 203600 228800 255400 308200 76800 32200 59000 52200 133800 277200 78600 35700 47200 42100 112800 237800 75900 36200 68000 47800 130200 282200 75700 25700 69400 70200 162300 327600 83700 31000 89200 71200 197600 389000 84200 45200 91600 76500 223300 436600
68 79
117500 82600
372900 390800
63
163400
440600
66
65600 41000 11300 51200 169100
91300 110400 81500 213500 496700
67
75600 31000 25900 57900 190400
106600 120200 97100 255500 579400
80
53100 27700 10400 15900 107100
98300 119300 86900 239200 543700
1) De cijfers over de jaren 1955 t/m 1958 en lS6Ï"t/m 1968 zijn getaxeerd. 2) Getaxeerde cijfers. 3) Inclusief eventuele schattingsfouten. Bron: Berekening L.E.I. 30
Niet Totaal onderverbruik volgens zochte bestem- enquête mingen handelaren 3)
Tabel 15. Aantallen in de onderzochte sectoren verbruikte houten heipalen verdeeld in inlandse en geïmporteerde palen Lengteklasse
1961
1962
1963
1964
1965
1966
Inlandse palen < 5m
76800
78600
75900
75700
83700
84200
5t/m 7 m
29000
32100
32600
24200
28200
39300
8 t / m 10 m
34200
27400
39400
41600
54400
48500
11 t / m 12 m
6300
5700
8400
7800
9900
13 m en op
5100
-
-
-
-
-
-
Totaal
146300 143200 153600 149900 174100 181900
w.v. >: 5 m
69500
64600
77700
74200
90400
97700
Importpalen < 5 m 5t/m 7m
3200
3600
3600
1500
2800
5900
8t/m10m
24800
19800
28600
27800
34800
43100
11t/m12m
45900
37000
42100
61800
63400
66600
133800
112800
197600
223300
13m enop Totaal w.v.> 5m
130200
162300
207700 173200 204500 253400 298600 338900 207700 173200 204500 253400 298600 338900
Allepalen < 5m .5t/m 7m 8t/m10m 11t/m12m 13m enop Totaal W.v.> 5m
76800 78600 75900 75700 83700 84200 32200 35700 36200 25700 31000 45200 59000 47200 68000 69400 89200 91600 52200 42100 47800 70200 71200 76500 133800 112800 130200 162300 197600 223300 354000 316400 358100 403300 472700 520800 277200 237800 282200 327600 389000 436600
31
HOOFDSTUK V
Samenvatting en slotbeschouwingen
§ 1. D e i m p o r t v a n h o u t e n h e i p a l e n Het overgrote deel van alle verbruikte houten heipalen was voor het westen van ons land bestemd: van 1961 tot en met 1966 werd gemiddeld 68% van alle op palen gefundeerde woningen in de provincies Noord- en Zuid-Holland (inclusief de drie grote steden) gebouwd. In deze provincies werden de grootste funderingsdiepten geconstateerd, zodat de meeste in de woningbouw verbruikte houten palen langer zijn dan die welke uit het Nederlandse bos betrokken kunnen worden. De palenhandelaren met de grootste omzet zijn dan ook de importeurs die in 1959 en 1966 resp. 76% en 84%van het totale benodigde kwantum leverden. Als gevolg van het geleidelijk toenemen van de woningbouw loopt het palenverbruik in de periode 1955/1966 meer of minder regelmatig omhoog; alleen in 1962 daalde dit verbruik aanzienlijk als gevolg van de strenge winter 1962/63 en de staking van de bouwvakarbeiders. De import verminderde in 1958 als gevolg van de bestedingsbeperking snel, nam in 1960 toe, maar verminderde in 1961 weer als gevolg van hernieuwde moeilijkheden in de financiering van de woningbouw. Bij het aanmoedigen van de niet-gesubsidieerde bouw leefde ook de palenimport weer op (1962). De ongunstige bouwperiode 1962/63 was oorzaak van het toenemen van de handelsvoorraden waardoor de import weer daalde (1963/64). Het optreden van minister Bogaers (1965) stimuleerde de woningbouw en daarmee weer de import. De in 1966 weer optredende financieringsproblemen beïnvloedden de palenafzet, maar nog niet de import. § 2 . H a n d e l en v e r b r u i k Uit nevenstaand stroomdiagram (fig. 2) blijkt dat het overgrote gedeelte (ca. 90%) van de importpalen direct door de importeurs aan de verbruikers werd verkocht; van de inlandse palen werd ongeveer twee derdedeel rechtstreeks door de "bosexploitanten" aan de verbruikers afgeleverd. Van de door de tussenhandel omgezette partijen werd nog ca. 10%van de inlandse palen aan meerdere handelaren doorverkocht wat bij de importpalen slechts heel weinig voorkwam. In totaal werden ca. 80% van alle verbruikte palen door de aannemers rechtstreeks van de importeurs en de bosexploitanten betrokken. Een klein gedeelte van de niet rechtstreeks aan de verbruikers geleverde palen bereikte deze bestemming via minstens twee tussenhandelaren waarbij opvalt dat dit hoofdzakelijk bij het inlandse hout het geval was: bijna de helft van het niet rechtstreeks van de bosexploitanten gekochte paalhout !
32
8* • *
t>
E£Ê£Ê£ H i n o
co SO
Oi
co
e
a e cu CU
a •f-4
(3 dl
?O e al
>
'3 u .o CD
> e CD
•B
oa
•ei
1 SH
(0
o
X!
co T3 C
"O
U <0 XS
SH
es
J> £ •iH
3
u
» « O
o.
£
IQ
I 33
In het stroomdiagram is ook aangegeven in welke verhouding de palen over de verschillende bestemmingssectoren zijn verdeeld. Een vergelijking van de volgens de handelarenenquête verhandelde palen in m3 met het onderzochte verbruik wordt - verdeeld in inlandse en geïmporteerde palen - in tabel 16 (zie blz. 37) gegeven. § 3. O n t w i k k e l i n g v a n h e t p a l e n v e r b r u i k in d e w o n i n g bouw Het totale palenverbruik in de woningbouw is, vooral in de grotere lengten, gedurende de periode 1960/66 toegenomen, zoals nevenstaande grafiek en tabel aantonen. Duidelijk blijkt het aantal woningen op paalfundering meer toe te nemen dan het totaalaantal gebouwde woningen. Het aantal verbruikte houten palen liep niet zo snel op als het aantal woningen op palen. In aanmerking nemende dat het gemiddelde aantal palen per woning in deze jaren voortdurend is toegenomen door het toenemen van de gemiddelde inhoud van de gebouwde woningen, moet de verhouding tussen de aantallen op houten en op betonnen palen gefundeerde woningen zich steeds meer ten voordele van de betonnen palen hebben gewijzigd. Dit vindt zijn oorzaak in het toenemende percentage hoogbouw-woningwetwoningen. De in het onderzoek over 1955-1960 geconstateerde stijging van het verbruik van houten palen in de lengteklassen 8 t / m 10 meter en langer dan 12 meter heeft zich duidelijk voortgezet. Het verbruik van korte palen, < 5 meter, is bijzonder onregelmatig. Dit zegt overigens weinig omdat deze palen maximaal 4,7% (1962 en 1965) van het jaarlijks verbruikte aantal palen uitmaakte. § 4 . P r o g n o s e v o o r d e p a l e n a f z e t in d e k o m e n d e j a r e n De afzet van heipalen, zowel inlandse als geïmporteerde, is in hoofdzaak afhankelijk van de bouwactiviteit. Niet alleen het aantal te bouwen woningen bepaalt het verbruik van houten funderingspalen; het subsidiebeleid is nl. van grote invloed op de inhoud van de woningen, op de grootte van de complexen en daardoor op de keuze tussen houten en betonnen palen en het aantal daarvan per woning. Aangezien dit subsidiebeleid politiek wordt bepaald kan aan de hand van de in dit onderzoek geproduceerde cijfers toch geen zekere prognose voor de palenafzet in de komende jaren worden gemaakt. Wel is duidelijk dat, zolang in de dichtbevolkte gebieden van ons land - waar juist verhoudingsgewijze de meeste woningen op paalfundering worden gebouwd - het einde van de woningnood nog niet in zicht is, de palenbehoefte zeker niet zal afnemen en zich zal blijven bewegen rondom een totaal van 350000 à 400000 palen van 5 meter en langer (130000 à 135000 m3) per jaar. Wat de inlandse palen betreft kan, bij gelijkblijvende verhouding tussen de hoeveelheden inlandse en gelniporteerde palen, een jaarlijkse afzetmogelijkheid van 80000 à 90000 palen van 5 meter en langer (25000 à 27000 m3) worden verwacht. Van de kortere palen in de lengteklasse van
34
Toeneming van het verbruik van houten heipalen, in vergelijking met het aantal gebouwde woningen en met dat op paalfundering (1955 = 100)
J a a r : 1955 '56
'57 '58 '59 '60 '61 '62
'63 '64 '65
'66
= woningen op paalfundering ^ in de woningbouw verbruikte houten palen a 5 m = alle woningen
Jaar 1955 1956 1957 1958 1959 1960 1961 1962 1963 1964 1965 1966
Woningen Verbruikte Alle woningen op palen houten palen < 5 m 5 100 126 116 119 119 117 138 120 125 149 180 180
100 148 149 168 •184 181 206 185 188 219 303 335
100 137 133 150 167 173 183 153 187 217 268 311
100 100 186 85 71 57 231 283 206 333 486 231
Lengteklassen in m e t e r s jngtekj t / m 7 8 t / m 10 11 t / m 12 a 13 100 186 131 117 120 106 148 168 171 110 130 234
100 203 213 303 353 317 337 259 395 421 537 532
100 80 80 92 104 118 75 58 67 106 108 113
100 181 190 200 219 240 341 280 331 397 524 627 35
8 t / m 10 meter, waarvan jaarlijks ca. 50000 stuks werden ingevoerd, zou - bij een beter georganiseerde verkoop - een groter gedeelte uit het Nederlandse bos kunnen worden betrokken. Voorwaarden daartoe zijn dat voldoende grote partijen van voldoende kwaliteit de kortst mogelijke (handels) weg van bos naar aannemer kunnen afleggen. Bovendien zou onderzocht moeten worden of het gebruik van douglasstammen als heipalen niet kan worden bevorderd.
36
i—i
rt a o
£ o
CO CO C3 rH
ft •iH
01 T3
c es c
i—t
cS CO
-*->
« Lf3 CO Oi iH
ae CO
•g
o o m rH
o o co CM
CO iH
o o
TH <J> r-l
o o in c~
o o
03
co iH
r-l
O
o
CO CM
o o
t-
m
O O
oo m
in
O O
co
o o co r-l
o o
rH CO
iH
O O
m co r-l iH
o o o TH
CCj
TH
S
rH
O
o co m
o o in
O O
O O
O
co o
en oo co
CM O t> r-l
O O r-t
O
o o
O O
O O TH
o o co
r-l
o in co
CM tCM
r-l.
in
co
CM
o
O O
O O IN CO r-l
IH
O O r-l
o o in oo in
o
oo r-l TH r-l
O O IS rH r-l
O O TH
O
O
o co co
o
O O
o o
O
O
r-l
oo (M
•i-t
P ^
o o
O O
o
•g
CJ5 CM OJ
t
O
O
o
o c-
a Cd
CM
r-l
rH W CO
-J->
TH CO 05 rH
o
a. S •-* CO
•a
£ cd C
OS O
rH
co
o o o
o o co
CM
03 rH r-l
o co co
o oo
CM
y-t r-l
O
O
o
o
O O in in CM
TH r-l
i H
00 rH iH-
C
O) CO
m
I 0 EP •rH g £5
g
1 "o .fi o co
e CU
tS
CU
co
s CU
ü
t-
^-^
CU
' rH
rf
•r-t
•rH •rH
co co
TH r-l
S CO
ca CU
é
g Xi CU u
cd
i—« CU
'S s
CO -4->
> "cl
O
H
rT
at O
g.
37
BIJLAGEN
38
a i •O co
m t - eo CA
5 !S» ^ Ses» üS3S
os* os* o ' oo ao* © * o f to c i i > co
to in i> o f I
( O l O t - Q O H l O O ) ( O C O C O ^
o
H
T J * ^
IN
oo t - t - N
m
B
AI O) rH
• ^ i n T J I H c - co t CO ^hOCOON CO H C D W H C q
h 0)
C
a> a)
00
S
I
OS i-t T f CO 0 0 CO os t o O l O)
i H CD O i f l H CO m m co
(M
riH
g> t-
h OTt* H CO
1-i
o o t - ^ t - n c j i H i n c o t o H n œ n t - c o w H H O H m «# t o co o j m o oa H O J > H H
^ tO rH C-
o o r - i n t o o m c o c o t N i o s c Q N l O 0 O ï D C 4 t - t - O 5 T f ^ H C O O O £>Ci0C0CDCOt>t>O3 i H .H H CO 00 H H
O 00 o H C O H O H C 0
h
a) 'S g
H
a« T3
CO
3
OJ 03
<0
IE g
'S c3 o. o.
o c
CO CD 0 0 m to m o H
e ai SS
s
OOlßOOOCNCOOOt00 CO C>1 W CM W iH lO - ^
IH
TP
CM 00 CM Tt»
W O OJ rH
iH TH
h
£CD a> O
OS
e CD
tu S h OJ CD
s
00
c 'S
"S
o
>2
mS C *
/? 5 « *
i n i - i c o o s c D t > m t > » - i r H t o r t < c o c n o i n ! 0 0 ) i N O O o o a j O i N o a m N ^ i f l n 03 M CO Pî fl) « (M H
COOCOOSinOrHOSOtr-TF O O O C O t - ^ H t - C B H O t-^ÇO^HC-inCNlTH£>ÇO(M Tt^iH CN CO ••# OJ Ol OJ
C © N H
i oj
i
t>
O C O O H t - C O N O O O O î C J 0 > œ t - 0 0 H O < M « ^ i 0 H i n W O t - ' i f O M M C O I N tt)HH D-(N CD
OaOCOï>CO**OSaotDOSCO C f t Ç O N O C - H N N N O O W W W O N C Q O N OJ CD oj co m H cfl M m
OJCOOCOtOOOCOOOaOOOOS
i M H t D H
OJ
CDiHinCDC-COOOOiCOGOin C O T f H C O H ^ t ^ O O T f H
[ - ff) fli O)
00
O J O l f l T p ^ M N f O i n c O O o c M c o c g e n c N t - i ß H o o ^ t o a s c o o j c o o o c o c o i O T t *
O 00 os
OSO COt-COf'OSo t>ooco iH ï-li-HiHinO iH
os as os oo
o os o
00 os
t - TH - ^ 00 o j OJ
o ^ c o c o c n t - c o ' f ^ e o w COt-OJOJC-OiHCNCOCOOO t - C N C M l > 0 O O 5 ^ H < O f l i O )
tDtocMO)t>oomcNmootrW I N N ^ t - C C t - H H C R W
O M t IN H O i> t> m oq oq
m o os co
o co m
os
in 00 co CO
co
•o N ! ï"
c
tu
S "O
1
I-H C3
•
c O s
"o S
a« <«
e cS
-Ilï
•s os ao«ffl t*2 ffic' ~ S ra ^ ^ eö
>a c „ iJg'SA^'S-ö»«^«'* S <0 <ü 2 £ ö S « Sg «°3 2 ö c •§ uu XI
x
i-H
^ > < U 5 O 3 I B O - S 2 O S O O '
U
ww SH
»
39
O S C O f l O f l C D O S T ^ UU
i n T H CO CM CM <M O
00 00
O
T
J
I
Q
O
O
^
Û
O
^
O
o " 00* O f W H H
c-osc-t-coinmin
H
t-
C O C D O C M l O i H C O C M
£
OS C - O l f t f l f t
Ol
C - O S C O C - C D C D l O l O
G
CM T H CO CM CM CM
O
O
C
O
^
O
^
O
m C M t r - O S T f O S - ^ f l
t r - t - CO f
H
00* £>* 00* iH iH iH
co* co* c o * i n m * * * * T J T r j * r - t f i f i f i f t f i i - i f i
o
C O i n O N W N t - T t <
OS t o
CO co* CO* f l f l f t
O O t - O f t C M O S C O O S f t OS CM CM f t CM e q CM f t oo* CO* f t ft f t tirf i
o t > c M i n o m o t > CD* D-* CD* lO* lO* T t * V
m f t f - O S C M O S - ^ f l
CD CO CO* CO* ft f t
OS i n
CO*
co* c o * c o * m * m * ^ i * •*"* T J *
^•^tr-tr-OS^OSin
CD
© * CM* CM CM CM
iH
CO co* f t f t
C D C M O O O i n O C D C O
CO OS CO*
C M O O T H C D O C D C M O S
TH
mt-inm-^r^coco
CD* Ï > * C D * i n m * T J * T J T CO*
f l
CM CO OS CM* © * CM* CM CM CM
t - Q O O l O H C - H t -
e o
in
T ^ O C D O S T ^ O S i n C M
CD
r-t
"S
f t
•
&
m
«f ft
C-* f t
i n * o m * T f * ^ * co* co* co* f i f t f t f i f i f i f i f t
o
CD
o s i n i - H c o t - ^ o s c o
tr-
u f t > * co* i n * T * T T J T o f co*
tr-
O O S C M C O i n C M C D C O
m
m
lOtDO^OiiflN
^t*
o co c i-t f t i H
Tt< C O
l O* i > * m * T J * r t * c o * co* co* f l
N
3 0 0 0 0 CO m * ^ H * CD*
be
•£ » • CM OS CM CD CO OS CD w 0 ^ 1 CO* TF
T H CO* CO* CM* CM*
^i
rt 'S o
I
W Ü
o
.O
<
< 40
sc
to N
'S d 'S
8> ho
<
w
S 0)
C M C O T ^ m c o t - o o o s
BIJLAGE 3. Procentuele verdeling van het aantal woningen waarvoor bouwvergunning is verleend, naar de wijze van subsidiëring (1955-1966) % Eengezinswoningen 60r-
50
40 -
30 -
20 .
10 -
_1_ _1_ _l_ _1_ Jaar:1955 1956 1957 1958 1959 1960
1961
1962
1963 1964 1965
_l_
1966
Woningeninmeergezinshuizen
30
20
10
0 Jaar: 1955 1956
J 1957
:x: 1958
I 1959
L 1960
i
1961
_1_ 1962
1963
_1_ -J_ 1964 1965
1966
= woningwet = premie —
= niet-gesubsidieerd
Bron: Centrale Directie V. en B. (K.W.D.) 41
os o
CO O O 0 0 T H Ci 00 - ^ 00
CO o o
o
T*< CO
• ^ CO OS OS T H CO
r H i-t CM
S5.S
I o o
bc
* HI ii- H t tH
s a
?H Tf*
iH
c-
0 0 Û0 • * • O Û0 Cft
iH 04
n ^ t oo
m
CN1 r H r H
iH
CM O O CD i - ( CO rH rH
rH 00 •*
o 00
eo
s CU
OK
O l CO
rH © © 9 ) O H <M CO <M
olio ©I©
co o o CO - ^ iH
CO OS ©
o 00
©Ico olco
Tt*
i H CO
iH
CM O O LO CM Tt* i H CM
LO O t-
IHITP
i - o. oo a>
5S c- O
CO O O CO CO O t - 0 0 CO
o
OS T H T H 00 T H t >
r-t r H CM 00 O O CO CM T H TP LO CO
a
3 O
o os
O TJ< CD CD CO
OS 00 CrH
© O CM O t - CO CM H^
lO O O © t > CO N m i ß
LO O CM LO i-t t -
CM
O CM
CM i H
CM
co
O J O O o OS OS H^ CM CO r H CM CM
CO o o OCO^JI ( D l O l O
CM © c o T-i t> © iH iH
©
LO CO
00 iH
co
CO O ^ -^
00 o o OS CM CO OS CO o
•^ O © O CO 0 0
© CM ©
co
t> t> lO
i-t
iH
OS O O CO CO CO • ^ t > CO
00 o o CM CO LO OS l O CO
TH
© t-t 00
LO
I N 0 3 CO
CM CM CM
O O OS T H OS t -
CO o o m M tCO T U CO
O © o
OS
T*
© iH
o -^ TH C M co o CO CO CO i H iH iH
co o ©
LO
o co
iH
00 CO
r-l iH
o CM iH CM
© LO CM tH
© CM 00
©Itcolccol©
© CM t -
© 00 LO 0 0 • ^ »H
CM © © CO 1-1
iH CO LO 1-t
©
O ©
Tt< CO LO r H t > CO
CO O 0 0 LO CO 0 0 iH
© 00 00
LO LO CO
OS O O OS CO T * 0 0 t > OS
CO o o CD LO CO
LO © TH LO
© © LO
co
© t> co
© t©
o iH CM
• ^ CO LO O OS c -
s CD
TH o o CM CM CO O 00 00
Si
«> s,
* -S
bog
o fi
ri
<
N
• H
o 1-1
SI
o tu bo bo C S o m H H
CO o o © © CD
C0 CD
00
*•& i l .S "
H Ü
42
co
t-
OS O O 1-t Tf* O l O CO T F
CO o o O i H OS CO OS OS
O O
m
© CO
c-
© i-t
co ©
co CM
1-1
h
EH
O 00 00
LO CM
E- O O t - CM CO Tt< CO C -
JO
>-= t—t
Tt* O OS | > LO LO
co O 00 CO
w o o
5,
CO CM
CO CO LO
O ©
O O CO OS CO c CM CM
C - LO 0 0 »H t H i H
2 3 o
C
C
N
N
bo 3
gs *
*D bo -; 3 u £ m
S J
o
0
• S e -S ^ « SS v ;" Pu » 3
bu
&äs:
co
ai c
bç g
» .2 a> 3
81 .S c .S Si B 3
s ».s - .sai-si
.S c .S f « «s g S S S * .o£o.Säo OT~ ~ ~ ^
O
^ 3 ^ fi ta a) 0 a; 0)
S3
B S S 3 o * « « bo V bo 4) ,
LO GO
CO 0)
g1 s
bo
o CM
n
N N P. Nc bo 3 0) a) « s • « bibtb|H .
S B B C g fe
g^ 3
ai
•S B 3 bo
•S B -S ?•«
I glu«
eo o
CD00 co•*
11
co i O
(5 of
o co
t- © o O CM CO TH CO 0 0
in CD co CM CO
IN
o CO c05 rH
o CO o os CM
CM
CA CO m CO
O
PK COO O TH COUDCD iH inrHCM O
O co
i-i
o CD w
i io
Iß CM TH rH 0> rH
lOO O <Mc-T H CO CM
CM 1 O Tt* in rH
O l 00 COITH
00
iH
o
CO
oio cn|
meg W O)
5S
rHO O 00t-05
(DOO rH CO O 00
r-t 0 0 COr-t
o in(N 05 T H COco
O O TH CM CO 00 CM TH
TH
O
TH
m
O
o
o co
05 CM
00 in
00
^
CD 00 t> rH
O O 05 CM 0 0 CM r H CO
t> ci 05 CO
© © oo m CO r H CO CD
O rH CM
o rH CO
rH O O © 00 T H r H CO CD
00
o
rH O
CD t-
rH 05 (N
en m o
O 05 00
rH rH rH CO
O
a o o co co o
O O o TH m A TH
TH
O 05
00 O m IH CO00 T H CM
O
CD rH
O
TH
TH
IN
t> O INCM O CM COrH
O TH rH IN
T^ 00 CO rH
mo
O
00 O 0000 rH
O rH
TH CD CO
rH O 05CM
O O O CO « 5 0 5 CM CO t D
o
CO CM
THm
o co os
r IN
rH
coo o o TH m
CM O O 00 00 TH
coco 00
CO 00 CD
£o o TH
o o o co CO co m CD o os © © o m os m CM CM TH © © CM 0 5 0 0 TH © t > 00 © o © CO t > CO CO
TH
T H CM
CO
mo mm
o co o
CMCM
co
O
00 o o CO CO 0 0
O
co co os
co o
CM O O CM O CM i H t > 00
mo
cqi-l
O
co co m
m co
05 O 00 CM CO OJ
rH
m co
O
TH
TH
Oi O O O 00 O 0 0 T H CD
m CM co
o
rH CD 00 CO
rH 00
O
O O 00 t > CM t > rH rH
CM O O O IN O
m CM
in co t -
O 00 CM rH
O 00
1
CM O O r H [ > TH ( N CD CD
O O CO
co
O CD
IN O O CO CO CM CM I N t -
m'
TF
m co
IN IN
TH
s
iï
5N
2'3
»& N N » 0) TP
b£bo
co CS Oi
c O
^H
iH
N CO
O) CIC
»
iH
1-1
r H CM
O CO
c
TH
CO
00 O O O r H CM t > rH rH
B c .g co
c c N
N OS 2
5S 'g »
« C N .5
42 p 3 e 3
_
S '5»-.5c!""^s Sj-so
M Q)
C
V 0) e
â
e
ai 3
0) C
C 0)
C «
C
N SI hp 2 bp.£ bß CQ'^H « -• bO bO Ö ^ d ' r t e •S-s'
C > J= O > O
rH W
C E5!CC))
N
Gî —H S C N C 3 C J3 0) ' q Ci) „ f i V .
c
a;
•Se5.S •" .2 ^3 e N ec' s3$ » 43*
i
J 5 2S . eu -s <41 u 45
Kt
o CO CD co £p im m to £ c c CU 0}
t5 S & a *
boH
43
CO t > Tt< CO CM "tf t > 00 - ^ H H t - M H 01 H N H
© H H C O N 0 0 0 0 D - M O O D O N «O ( N H T J <
'S a> e J3
O
T H H W W CO T F r H CM
C M t - ^ T P C s o c o c M c n t - O l i n t - H O O W t O H N H U Î © 0 | > O H
ci! cd O
O,
I
o o o o o o o o o N N N t - O H O O O H
.fi
o e o
<
c o 'S
5 !—1
N N t - O S Q O T H Ö J H C O i n 0 0 t - C 0 C < I C Q T t < t - N N O W « H COTj< (M (M
O O O O O O O O O ( D C O H n H l O H H N l O l O CM CM rH H H
£
'S o
t O ^ O O C - T ^ C O D - D - O H C O W N N t - f l l t CM G O N d I O H O
O O O O O O O O O O O O O O O r H O C O C M C O
cü cü
ft
J3
T t < a o t > c o c O r H O c M C M tß rHrHrH i n c o t > c o O OD CO W W N H O C - l f l H 0 3 H D - W OJ i f l
O O O O O O O O O t-CMOOCMWCOCOrHCM r H r H CO Tt< t > CO CO
o oo mn
O H i n P Î H t - H T j t f t - o n n i f l CM c o
O O O O O r H CM i ß 0 0 t > CO CM r H
0 ( M H O < 0 ( N C - ( N I > O H O l C O C D T t l C O O O r H CD LO TP T F OD CO CM
O O O O O O O O O 00OTHC0TJ*OI>05C0 rH CM LO Tj« m co co
ao TJ< »H ^ t > 00 (O <* CO O Tt* to co oo m
o o oo o
m o i f p-i rt* os o * * co C O W H H t D O W i J U ß
O O O O O O O O O rHt-t-tr-t-CMCftooco iHrHCMCMCMTHCMCO
H
So
<& CM CO CJi CM >J< TH CO rH
58 g, •S t > m co en CM co C W O O ] C O H O CM CO CNI CO
a j o o o o o o o o o bcoo Q O ^ o o o O ï T j i o m C CM CM CM rH *tf
ho bo csic7!t>cJiTF©cMeoin lOt>COCOCOOTt*CM r H CM CM l O CO CO CM
e -o
Si c a)
< >-3
44
^ O O O O O O O O O a)LßCMCSTt»t>0SOCOCD •^rHrHCMlCmCOT^D-
s IV t-asr-tcoioc-cs©
O. m
, 'O
™ t O t - 0 ) H « l ß t - 0 ) 0 .§ i-t rH rH rH rH CM
r - t i H r H r H r - l CM
'Sfc
b C \
Ca CÖ
&s
bj)\ v c u a > a ) V Q » A I
G C G G C f3 C
^ H U C O O N ^ œ O O r H r H r H S rH
.^rHtDCOOCMTtHCOCO H | W
5§
o
'S.
t > © c o © « H ^ a o * # o o ^ t - ( D N W t > l O C 0 r t H I X N W O O ^ O O O D O H H C O N H T } I N t>
OJOOWWlflHWW
o
csc-co-^oçocacoio
^
t- O IH H
o
T f CO CD
C O C N i H t - i H O f r - C S Ö S © • ^ c M C D O s c o c - i ß ^ l O A C M ^ O O l O O O C O C D
l O C O Q O C O l N O ^ t - H a o c o c - T f c M O S c o o c r H CM CO W CO H r(< I O
ï
CS 0 0
t H i H i H i H r H C M i H L ß l ß TH CO I ß •*** M -
( 0 t > 0 1 l 0 O 0 0 l A C D ( 0 n C s l H O O O l ß C D C O
s o .o O O C - < D I H 0 0 O ^ T H 0 0 C C t - < M T F os eo t > ÛO m
a
«O ( O H C O H
COCMOSCMCOlßCNiHCN i H C M C O C O H C M l ß i H © C O t - O O O Ö S i ß t - T ^ O O
CM CM i-f
t H »H
e
î O n W H O f l i O O H » ( M M N t O l N I N n r f t D ea o i m co «o T f t o M
^ I-I
H H C O r H
t O I M 0 0 CO O T H TH • * ( M i-H
§ si
"E l O o o o s e o w c M t - o o c o THTf C D O I H H CO TJ< CO 0 0 CN CM T H i H CO CM
C D ^ t > C O C 0 O 5 C 0 ^ C 0 E - t - O T H ^ O O C S O O © C M ^ T F t - O i H C D C O t r-l
t - C O < N ï H C 0 « O ^ C 0 C O
O0
ca
I
CM ©
T H T F •"# OS
co io CM co os
H N H H M N
.2 c OO^iflO(MC0l>N
r H c c t - ^ o o c o c o o o c M O M W O D H H « O
C D O O i H C O i H ^ t - O S C O OOOSlOCOCOCOOSiH i H i H CM
a i L O t O O t f l H T H O O t D bßiH t - N C O O Î C Q P î M ' H
S .2 3
I
CO i
0 0 0 0 0 0 C - t - C O Q 0 < N H O H N « t - T C H C O N N N « H
C W H H e o T j t w e o i f l H 0)
g •S g T3 00 XI
«2 ,
c
t>
^
C3 «S
eu
<
CM
l O C O O D P J C O O l H H 0 0 TH i H i ß 0 0 tÄ t CO T F CN CM Lß
t - ^ O ï o o n w o o o o COt-tMCNQOCOr-tfH < M C M £ > t - O S t O t O C N
J2ißc-osi-ieoLßi>oso .g
g £
O l ß C O - ^ O O O i - )
03 CD
ooososösosmcoo
N
t > O C D i H O S Ç D C - C O iH (N CO
•5 W
W Q0 ( Û ^ O ] OJ H oo H co i c m m co i H CM CN « ^ i H i H
j i ß t - O S i H C O l ß O O S ©
t H i H i H r-( .-H CM
^ ) \ « t u « « « « « Al ® H t O O O O N ^ H O Q O H TH iH iH iH iH
.0)0)0)V0)a>cDAI | ? H < O O Û O ( N ' f C O O O J> i H H i H rH I H
O
45
I—I
S
< & c o
o o o o o o o o o
H c - i r j i o î û a i c n o t H i n c o ^ ^ e o H c o ^
O O N C K D H i ß O H C O i n W Q t - 0 < D H H
'S .O 3
S*H
CO H C O U 7 CM O l CM 0 0
"3 3 O ft 4=
iH
(M
i-H
•S S oc O t > O C 0 O O O O O
i i a i m H x o c o t - t o H i n o t û T j t o c o c o t C O C M - ^ i - l - ^ O C M O O
OiincociïnooooiM
O O CM CO O i - t CM CO 0 0 CM r H CM
o o o o o o e q H ci o ^ to
(M CO
lO
S o
<: s O O O O O O O O O fll(fltnNHN«01
C M i H C M r H O C O C O t > C O O G J r f l N C D l f l f O l ß ' f
o o o o o o o o o W'ïfïDOOOi'HCOO) COOO^COTFCMt-Tf*"*
* # co i - r c o t - oo oo c o i o o i c o o i ^ i n ^ c o m o i
•S c
CMCOCM-^H^t-iOiOO W 05H H l>C01COCMCMO CM COi-liHCOCM
o o ooo o ODH H H C O M iH 'sf CO CO CO
S|*
O O O O O O O O O (DlOHWOlOOOt-tlOißt-iOOOt-c-C-c-
COOÏT#coi>01CMCO iCCOtr-C-Ot-Occ-omiHOiT^aocM lO lO CO CO Ol CO O O CO i ß 00 H H W N H
O O O O O O O O d m o c o o c - i H i - i CO
TJ<
Hifi H H N
I .8 S3 c o < is
ft
co o C CO
i—i
O
SS
'i-lOOCMOlCOLnCl lCMOt-CMt>THOtICOCOCO-^H^CMCO-^
o o o o o o o o T j t c û e o P î c o t n o D i N ^ t - C O O O [ - C l l ß
o o o o o o o 0 0 CM CM CM CO ( N 0 5 H H ( N CO N
cS I h C 01
H i n t - a i H C o m t - c f t o QJ I H , H r H I H i - t CM
o
1 PU •
46
53
s H t O C O O W ^ O O D i H i H i H >H
iH iH 1-HiH iH ( N
bcc
Ö P j = C C £ C P j = • 2 \ a > c u Q ) C D C D c D a > A I
5" H
[>
tHrH T H iHiH
;«j
eo
co S
•*
c
to
tO
o
<5 ù rH
.-4
i i
;*
s «
m QÛMNHNOHCOOO S
'S.
g
a. co
st
«
Si
m
cd O O O O O O W C S r H L ß C
•*
m
'S
CD S3 iH
S
IO
to en ti .H a
• *
co
ù P.
u o
.-H IO
•S si
ai S
O CD
ai C
ce en ù »H a.
en es
•s js
en m
i i
en to
ai S
o c o e o o q o o c - o t D N
1 • *
0) •o Ol IS
0HU>ncS)CDClU30 c o t o ^ Q o a a o o i A i n
to en ti i H P.
ai
fi
en ù i H o.
eo to en ù t H O.
CM t>
H c o M « i T j i o o © m c o
o m
Tfioost-ooooooOioo
(S i>
IM CD
s' si ai C* CM CO
tc
en s-! i-i a
ce
en ù w P.
•s si
CM
ai
ai c'
co m
a. c
m
to
CO
bo a
o o o o m t > Tf o
• *
ai C
•g
as
ù a.
iH
ce ù en a.
iß
I f l O W t - l ß O D H W i f l coeomooaoaooseom
•s'
O H H t - T l ' O i O l O i H
CQ
fi rH
o I>
s
«
.H
M
to en Ù r H a.
3
1
si S'
to to
ai .fi
c 0)
i
œ C N S
bc 13
»
H
tu
S •S
•3 CO
bo oQ
cu
to>£œ
•al 3 _
int-oiHcoiot-oio *H tH t-t i-l iH
< C C C C C C C .,
h •S iH iH iH fH iH
48
S
N CD bO h
fi0 •g M •g .S •e S « -fi--S m On
•s
C
"cö e«
o H
e
•a
fi es
ts
s£ o
CO
w t > f l 5 H c o i n c - o ) o
Cl) m
•sic 3
r-t r-t tH r-t »H
H
1
CD CO
g
« iH
>
m co os
ojt-^fiooscMomool rH rH^^HTj*TH
rH
1 "CDtf OS rH
e o tu Tl ki O Oi
•a 3
CO CO C» rH
COÛOlNOSCSOCSCDCNl
CM
W C - 0 0 O S H 0 0 H H U Î H N N N O O C O i n d C J
co Ci
Q
e (D
»H CD OS iH
bo e e o
S='
OSOOCOt-aOOaOtNrH rH c N ^ w m ^ c s i c o
e bu C
'S O
s
« •o
S "o «o W
J
1-5
3
s'
u a> o •o p
av
bo _• £ c c ai ~ bo:= ta a C
bo C
0)
"3 o.
•3 TO
c bo
I-S
i*oaa S
O M
s ,2
a
ö .S .g
09
^
1 0 [ - C Î H W Û I > 0 1 0 rH rH rH rH rH M
S .8
•s 3 s h
c a>
>^ a) X w
o c S
£ '3 w
!. - -boi
"S §•§
Q -S
S'S M S £» & P.C
+ j î-i c a>
I IS
•2 M
M
m
c
r H C O O OO O t (M M TTP ^ CCD D 00 OO rH rH--rH -rH-i-f
n ii il ,y H
i**
£ p,c
c o
m 49
BIJLAGE 7
Totaalaantal in de woningbouw verbruikte houten heipalen, naar funderingsdiepte Funderingsdiepte
1961
1962
1963
1964
1965
1966
< 6 meter
8105
9867
7206
11850
17 011
8105
6 en 7 meter
7 449
16204
19644
5496
11386
20740 20264
8 en 9 m e t e r
18415
13218
10221
13665
11374
10 en 11 meter
32 392
24739
37 684
36066
52501
50286
12 en 13 m e t e r
36259
28 309
43223
54 304
56271
58978
14 en 15 meter
52 108
40024
36 375
70 355
71525
74456
16 en 17 meter
34189
27 292
43279
40 651
45218
77862
18 en 19 meter
41540
34623
35348
39912
59696
74130
14178
13401
15675
19246
37 451
24103
244 635
207 677
248 655
291535
362433
408 924
£
20 meter
Totaal
50
«s co p. ce en c »-H 4) o s
0)CDMO)COCOCOiMO aoeaoc-oomococo
( M Tt* 0 0 i ) C 0 O V O Q O H C C f C O H O H C O O I ß T F O S C O C O C S H O O
T C 0 0 ^ N 0 0 C O ( N « > ( D
C j n o O N O l O I O H H H
r f i f l n ^ o o o t o w
c a o i ( M C O T t < o o c q i > c o r H CM CM CM CO CM
W
N
O
H t - W f t i H r H »H i H 1 - *
N
0 < D ( » O O t - f f i i O O C O H f f i N ^ e O H T f O
HMN W H
N t - ^ T H S ï O n N f l î t - O J i n c - H o o m t O H N H W © O i t - O H H
ooooooooo
^ e o c o a o c - c o i ß c o o
T P C S H C O C - H t ' - l ß C C N N N t - O H O X H
« i f l O l O H P J H N
H t - « C H r | < o w T f O H G O N N i O t H t O ^ l f l t - t - C - N M H ^ O O O I O C H
H M n t f o i n o n c o Ot-OSOHOS^i^iß corHrHNOstntot>
•*
1 lO CO Ol
"ë S O.
Q>
'3 o
&
0)
.1 O Tf CO OS iH
H l ß ^ O C O C M t - i ß o s c o t - c n r C - C O O S C O t M C O C O H T ^ C -
C D O S j r j O O S C O O O O O ^ c o c - a s i ß t - o o i ß c o c o C 0 < M j _ , ° C - O i n c 0 P D
t - O O O O O H O Ç O C M C O H H N t O l i î O ) W T f
c e
•^ oo rH
CO
•o h
co
( M •"*
i ß D - O O J O t U C O T f l N
t-mmœocoto^Go inœ^Niflt-oooco
O C O O C O t - f r - f c - C O T H c M O H i ß t - i ß c o e o e o H W W i O t - N i r t i n rH
| l O QO f ( C O OD « « « W H o t- m H OS H t - I ß OS I ß rH rH
o
s
T}< H
•^
*tf H CD «D 0 0 O i ß rH rH (M rH
C
S
!
H
N l f l t - i O n N I N W i ß 0 0 0 0 0 0 ( D OJ H H CM H
'S O.
3 m
0)
1 CO ^
O CO
t-i
Li
O O S ^ s o s a o - C S H t - l ß ^ C
&
•3
1
o o o o o o o o o
( O T j l X c - ^ W t - D - O H O O l O N N t - O l t CM O O N N W H O H H H H iH H r H CD
C
'S
a c C C
C
i"H
•
œ ^ H O H
c
N t O O ) W û 0 W i n H < d < c o t - o o c - c o o r - D - t ^ O l T ) < t - Ö J P j T j * O i M
"3
H O i H 0 0 t - t > r f < ^ e 0 rH
9 'g
O O
Ol ï-H
is 'to
'S-
t O C O C O H O O S O O H C D
O O O O O O O O O t - N O O N l O f O C O r t N H H CO TH t - CO CO
CM
C D T f W t H H
O O O H O O C S O S C O H O O O O l ß t - t - H O O O O J M M H l f l i n T H O O t - O O t O C D
COrF^OO^^OSCOH cseocMcoooOcoooao ißißc-co©cococst> COt-**CMHHCOCO!M
O O O O O O O O O o o O T t < c o T H O t > O i c o H W IßT)* W M C O
T f l C O O r H e O r H i n c O T t * r - C D C M H C O C O - ^ C O C O H C O C M C O l ß l ß C O C O H
i ß i ß i ß i ß i ß o i ß o i ß
C M C O C M C O C M C M C O T F C D
M
m oo M ' * m w
a c
N H t - O N C - N t H O n o O ^ G O O O
1-4 tD
IOTJI
^
00 n
N
CQ
flj^coNioot-cooi T F < N C O T t * T H i 0 5 0 t r j i ß O M T f < O O D H t - W N r H I M CO < 0 i ß 0 0 CO i ß TP
c
l
'S 'S
CM
i
rt a
V
bo C
g o
'S o
H C O j T F - ^ T f C O r F O
W ^ O O f l O O O « C S O S i ß O O O l ß C M H H en oo co o co os os i ß TP « O W N t - O O t f i H N rH rH rH
I ß O S T H H ^ O S O ^ C D « O P Î H H ( f i O l M ^ « 0 H ( N T ( < C O l f l T t < n N
O O O O O O O O O H t - t - t - c - C M O s o o c o H H N N N T f N «
I ß C O C O C O H ^ O C S C O i H C - N W O J W n ^ H « H H r t ^ m w i O H
O T f t - c o c o m m c o o n ö J N C - © O O T ) < P 3 c o œ i n ^ e o w w c Q
i a T C
^ W O O f f l H M O N C O t - ^ l O T f C D C C O r H O l ß C O H O O C M C S t M
C M O C O t - O O O t - O S
S
h
a c
c
'S o sï
»H CO
en i-H
a
'c o
M
Ü •"3
PQ
52
&
<1>
c
•3
o
"3
s cd
<
rH rH rH rH rH
I
C
w
S
O
O
O
O
O
O
O
COC-^OSOOCOCDOOOO
O
i n n t - N N o o e o H H iCMCMCMt-t-OSCDCOCM
t - m n t o o ^ N H CM
0
-4->
0)
i—i rat
•§
ß O i ß O t ß i ß o o o s a o o s a o c M O e o t > o t ^ O t - O l T f ^ C D O O O M H T ^ O O O S H t O C M H
c
bu
•a s o c a
00
c
.g
h
a c
CM CO CO 0 0 TP OS CO
'S, •2
5 c
bu B h
* .g W
'u £
P « M •-M
o
t - C i H M l O t - Q O ^ ^HrHrHrHrHCvI
U J €
C
^
9
H f O O O O W f t O O O rH r H rH rH rH
W
O
V
t
D
V
^
V
D
À
2lßt-OSHCOlßl>OSO .g H H H H H N
« i n t - O i H n i o t - o s o .g H H H H H N
I * H C 0 0 3 O ( M T 1 I « 0 0 0
W
H
H
H
H
H
_P
H
- ^ H C O O O O C M T F C O O O
O
W
H
H H H H H
o o n f l i H C-QO H « C H t - o o « CM CM
13 O CD © 05 iH
H O ^ C-
O 00 00 00 w m CO O
CM CM 0 0 CM Tf* oo i n oo m CD t - co co co co
I
CO W
o
Tt*
rH
t > o c o . CM t > C - < © lO H <
O in Tt*
CM
Tj< CO <
'S a s m bo
O H
g
TJ< t - O N C O O TH l O CO O Tj< © i - i i H T F CO ©
'c o
& tCO os
c m
I
C O i H l O l O O i t - C D © 00 t - © © T F m H j < o s c o © o o t - m CM ^ © CM i H ©
© CMO © © © COCO© COCD Tf* CO iH I> © CD CO
^ co m ^ C M TJ< O S C - T H © © CM i H M CO CO i H CD
© © © © © © CM i - t © © * # CD CM c o m
CO © Tt< © « H M CO H ( CM T F C D m *
•H* m
©
CO
©
ä lO CD © iH
a. c
Ï o s S Tt< CD Ol H
OS ,-H CD © T ^ i H CD .H © © ^ C- t > i H • ^ © r H CO t - CO I C
c o es o. c « bc c c o
N
H
t
-
H
t
-
«
«
m © CDiHC-CMos •^CDCMCOCO© T F IH Tf* Tt«CMiH
m m t > ^ C M © c o © © H t - O t - ^ N O O N O • < J H T } i O ) O H t - 0 0 ! Û N M H H N H ^ N
o o o O © ©
© © © © © © © © © m m m c M c o r - © ^ - ' ^
© © CO CO
i ^ m 00 - ^ © CM
I
Tf* T H © CO T F © CO CM
s
T}H t> l> CM
c
«
CO CD © rH
lO © CM -
Tt< CO © iH
GO © i-l CM
1-H CO iH © © CM
0 0 Tt* CD i H CM - ^ 0 0 © 0 0 CM © t > t - H 00 t - f l î ^
© - # O C - CO CM H CO CD CD t - 113 oo m c o c o © C M
TF
CM ©
H
TH
•<* ^
m
.
©
CM C M m
^
"3 o, c a) bc
GO CM
g 'S o
I
CM © T P T F <ÇH © CD IT3 CM CO © CD H CM i H i H CM CM
i
© © © © © © C O H H H OOM r H " ^ CO CO CO
eo o H H t - t © CO CM CM © CM CO H 1-4 CO CM
£
© © C 0 O t > 0 0 c - C M C M © © t > © C M C O C D H 0 5 0 C D C D O O H C O
s V
CM CD OS iH
H
'S a s a> bo
lO «
M
n t f i
C O © O C O © © O O C O O t - ^ « H ( O l f l t © t > © 0 0 i H C - ï > C M ©
N
0 O a 0 C O C - t - © O 0 C M H O H N C O t - ^ H CO CM CM CM CO i - I
g 'S o
CM ©
CM i H CO
© ^ 1-H
iH
I
© © CO CM © © O i Tft CO H CD C l m H H CM co m r H Tf« CM CO
O © © © © © © © fflW©00Ot-HH CO r H - t f - H r H CM
S
B
»
iH CD Ci tH
CD NCO ' S CO 5 CM
£
I
i n t - C D C D C - O S O O t - © T F £> © H ©
oo CM © m cocooo CMCOCOCDCMCM
go
© t> C- © CO ©
00CMCD© CO© CM t>CMH © © •*CO t>coin© t-- coco M H COTfCO i-t
o m m in © m CD CD OD CD m CO H H T p T)* CO
O © O © O © © COCMCMCMCOCM © H H CMCOCM
rt* m m co co © co © © © m oo r H r H CM CM r H
"3 a, c V bc
g 'S 0
I CM00CDT F CM© iH oo H © m m m © î-H CMCM"*H T H
S
0)
-4-J
a v
C (0
T3 CQ
bp a]
- l i î t - O l H C O O t - C i O
'S3 e
C
bo G
i m c - © i H c o i n c — © o | i H H r H r H H CM
'3 o 't«
al , H C D O O © C M ^ C O C O
I H © Q 0 © C M T H © 0 0
©
00 ©
CM " * ©
00
£
CD
O
H< 53
t > OO CO ÛO H f l i w
m
W ^ Q O C O
Cfi O ) O d « m o > N
CO CO H H
OONCONtD w o CO O
H aïoD m M CO CO CO
M
^
H
H
CO
CO O O 05 O 00 T h r - o 1-1 T H c o m oo o i c o co m C i CM i H <M
i n o o o t- « ( D ocooocou: U3COINCOO CC Th«5(NjCMCOTh
D» M 05 CO Th
in H CO CO CO
OS H t> CM CO
O l (M lO lOCOOi t > T h i-H CO T h CO <M CM i-H
o o o o CM t > m
co
en Th Th o m co i n T h t > CM CM CM
OlinCOCMCOCO inoi IH oi
T h i H i-H CO T h <M
CM T h T h CO CM m Th CM CM CO
co m
00 o o t> 00 o in t - »H co in co
H CO CO H W CO t - H 00 H C l t -
c- o oo oi t - m CO
t > CM T h CM CM T h
l O CM W i H t > CO m CO H CO H CO
oim osoicioi ThcocoThm m
t> CO t> CD
ff) m cicoHtt- l>COOlCMCO ThiHCOi-Iï>CO ThCOCOCMThCM
m O oo Th
© CM en «O
oo CM oo CO
o CD t> CM
CM
iH CM
CM
COU5H COCOI> o o c o t - o m co Th o m 05 co
o o m t - o i co m t - m o i i—i c o i-H O l 0 5 CO i - l f H
m O l Th Th c o t O t - O CO 0 0 CO CM CO CO O l CO CO
CO H
C l CO • *
CO CO O
t - 00 H
co m
o i co co t >
H
COCMThThiHLO ThThO OllO00 COOlThCOCOiH
m m Th O co m
CO CO T h
Th o c o c i O t - CO T h co c o t o n
i n TH O
c o C M *4
H
^
CM
ooooThm ThTh coinooo o co oicoo CMi-tm t - t > i-H T h CO CO
1 O)
•I « CU e s o
"3 o.
CO © Ï > co lO Ol CO GO
© m fH Th
Cco CM CO
CM
Ö o 0 0 CO i-t
CM
c o Th r -
CO 0 0 CM CM CN '
m
T h T h «O 0 5
CM T h W CM CM
Iß cin Th
t-
O l 00 Th 0 0 O CM Th O t >
CO T h CM i H
i H Th Th
Th m Th en co os CM O O ï CM O T h ( M C O O O H O H
CO t> oi Cl
CM CM CO
o m Th oo co CO O ) c o c o o T h O CM CO CM
CO i H 0 0 T h 0 0 O C - O CO t - CO H t > O l CO t > t - 0 0
co in o o o co co m © c-
t> w o in co CM 0 5 T h t - t > co t - co co t -
Th O Cï co oo o i 1H
CM m o co o co Th t > 00 © Th O l c o Th o o 05 m
os in co T h CM O l O 00 05
CO i-i
O Th Th oo co m c o m Th H t -
CM CO CO CO T h O l co co m
I
CM CO co
in
>
'§ TS
O
< •J
m 54
C
I,
S So a'm § S . Ï !* a c O
SJ
S
CO CQ CG
01 OQ CQ
s c tg
N N N Cl) 0) V bo bO bO N N N Si h u CD CU Q) , <Ü 01 CD b O b o b£) ' CD CD O C Ö f i ' H W O W tl) W o ,S S S
.£.2 .S
.g
CQ
^ ï bß
3
"§1
CD
CO
to r„ .2 So SP.2 oo.g
g fe
S
won
s=
CD
^
rem
•a
oa
liet-
I
ei
<Ü CD
o , C » CO M C CO CO . g . g P . £
.S .S -S N N N N û) » Q) N Q) S, 0 0S, DûS, 0JD
s g> g» g> S3 s s
W i ß H
"3 ai 'S H
e o Cd
Al
t - O t -
TP W CO Ol
M O l O M iO«0 O CD W l O N 0 0 CM CO CS i ß O O O T P CO t N CM . - )
o O
o œ CO 0 0 CO I H CO CO CO O O O t
CO OS CO i H 0 0 W N H O H CM O i H m CM H lfl c a w H
OtO H ^
N
I H
H
COiHCMCO ICD CM rt*
TH«t N « Ö O O TH « * 0 0 i-H O CD CM CO CO m CO r H OS i n CM iH
o ^ r f CD TJ< O CM CO TJ< O O O O W r l d
O 0 0 CO 0 0 O i H co o es oo m co H O O n ^ H O
T H COOlin H iot-m
CM CO CD O
CM
S os iH
P
N N TP r ( O l T ) * CS CO T f t - CM TJ< CM CO 0 0 CO 0 0 CM CO l O O
CO CM i-H
H i-H CO co
^ tCt-
00 iH
-^ T(*CDt-CDOS t-« l > ^ -^ H CM T F cot-co m O t - ^ H O U O (M ""H
CM O CO O CO CO co co i n co i n t >
m o o eso Tt* m o coo coco t>TfClCOCDCD ClCDr-tCM C O
CO CO CM i H O 1-1 CS CO
CS CD t - CO CM CO I CM
S t> I-t
c o
CO O CO m
CO CO [ao
00 00 Crt<
Tf CO CO in
CO O CM t i H CM CO
CD .H
S m
TP m
ö eu
in m 00 CM
co t > CO m t> CM CO i H CM
o o T F CM c o »H i - I r-t
H
o
t
i-H
TC t-t
O O rt*m o co COCM
CMm os o t -
C
Ï
M
O
o i n co CD CM i I CM
O
T
w m t•H
C
m
© ci O CM
t > co _ co co co co 0 0 CM T P CM
6 CO i-t CU
'S .2
P 0)
o
i> t> m
o
w
w
CO CO 0 0 C O H O O CO Tt< i-t O r f »H CM CM
CM o m t> t - ï-H [ > CO t - CM O O ) CO Tt< T ^
i H C l CM
0 0 t > CD C - CM i H
CM i-H
OS CM H l f l 00 co CM
•3
ra e i—(
CU •O
e 3
c a>
Tt* T j i O ï C l CO CD m i n CM l O W H
H ^H T P O C - 00 o os so i-I H
H o m
t O H H N co C- 00 co o t > e i i-t
CO CD O ^ O O l CM .-H " t f CM CO T F
Cl t> r l O -^ -* CM i-H
CD CD ^ 00 O c i m oo o co T t C l i H ^ H CO
c i T F C M CO 0 0
C-COO 0000 CMCOCMt>CO O TfCO i-t iH1-1CM
T f CM CM CM H H c q
o
U-l
s c
.2 'S a '3 43 e
e» 3 o J3 CD
'3 IJ X! h 0)
> S
g 05
c CU 00
g t-
e
TF t - i in o
co m
t- o
O
H
CO
CDTPQ0 CMCDCD COTtf iH
(O
m m ci
co
CO
S m
H
•*-»
c o Tt* m m o t o CM m
i
,_i O i oo c - co I H O ) n u) i H O [ > O l rH
m o I-H o Tj< c o
CO i - I ^
t
m t- M «
CM
<
CD
c
'S o ß
S
œ
1-5
<
&
i g S 8 &8> & 1 & < ww w S S S
N CO
H g H I II S S bo bC bO
S
bc
Li
w wwS S S
^
•î a c ra ra .S .s s co
N N N CU CD O 5 0 bC b o b o Oi
CD CU
m
bo ï •S
bo c
i
g 5-2
S CC C
co CS i-t
O
ra « .S .S -S .S .S N N N
in
03
•S gA
g2 $ B. g £ S C ra m M
-
03
13
X!
.5 g i g »c »
É
t l
I
CO
m
bc
0)
l
iH
O XI
W O
C l CM - ^ C O H O
o
3
bc O
CM00T^COCM o T ^ oot-in 00ClClr-t co CMCO(M
ie •gesubi ingwet mie t-gesu
ca
«
t o to c .g N a> bJD %4
to c
tO N cp a> bo bo M ^
a> a> a> eu c? eu
rt w u w
55
BIJLAGE 10 Verbruikte houten heipalen, langer dan 5 meter, in de onderzochte bestemmingssectoren, in m3 per lengteklasse Lengteklasse
1961
1962
5t/m 7meter
2600
2900
3000
1900
2300
8t/m10meter
10500
8100
12300
13100
16800
16600
1963
1964
1965
1966
Woningbouw
11t/m12meter a:13meter Totaal
4100
13800
10700
12400
19400
19900
20800
50800
42100
49000
58500
79500
93000
77700
63800
76700
92900
118500
134500
Scholenbouw 100
5t/m 7meter
100
100
100
100
100
8t/m10meter
200
200
300
300
400
300
300
200
300
400
400
400
1100
900
1000
1200
1600
1800
1700
1400
1700
2000
2500
2600
11t/m12meter s13meter Totaal Gemeentewerken 5t/m 7meter
600
600
600
600
800
8t/m10meter
1500
1500
1500
1000
1400
2200
2200
2200
2200
2100
1900
2700
6000
6000
6000
9600
6200
2300
10300
10300
10300
13300
10300
7500
3600
3700
2600
3200
4500
11t/m12meter 2f13meter Totaal Totaalonderzochtebestemm 5t/m 7meter
300
ingen 3300
8t/m10meter
12200
9800
14100
14400
18600
19100
11t/m12meter
16300
13100
14900
21900
22200
23900
57900
49000
56000
69300
87300
89700
75500
88700
108200
131300
2:13meter Totaal
56
97100 144600
BIJLAGE 11 Lijst van bij het onderzoek betrokken houten-heipalenhandelaren 1) 4 Houthandel W.E. Apol
Roden
J.A.C. Becker's Houthandel
Vlodorp
X
Houthandel Fa. A.F. van Beeck
Putte (N.B.)
X
Rpndhouthandel Gebr. Van Beek
Putten (Gld.)
X
Houthandel M. Beekhuis
Hooghalen
X
Houthandel G. Beelen
Hierden
X
X
5
X X X X X X
Heipalen- en Rondhouthandel Fa. D.v.Biezen
Sassenheim
X
X
X
Rondhouthandel Fa. Blees en Kluyver
Amsterdam
X
X
X
Rondhouthandel Corn. v.d. Bogert
Hedel
X
Houthandel en Wolmaniseerbedr. P. Bolding
Schoonlo
X
X
Palen- en Rondhouthandel Joh. Bos en Zn.
X
X
Houthandel H. Bos
Veeflendaal Zeist
X
C V . Rondhouthandel Brinkhout
Rhenen
X
X
X
X
X
X
X
N.V. Houthandel v / h Den Bouwmeester Borsius en Van der Leye
Middelburg
C. v.d. Burg's v / h W.v.d.Kamp Houtbedr.N.V.
Voorthuizen
X
Houthandel Fa. R. Derckx en Zn.
Deventer
X
Kon. Houtbedrijf J. Eecen Gzn.
Oudkarspel
X
X
Houthandel Van Ederen en Beekhoven
Zaandam
X
X
X
X
X
X
X X
C V . Heipalen P.J. Eikerbout
Leiden
Houthandel Fa. A.M. Essenstam en Zn.
Hoenderloo
X
X
X
Houthandel A. Evink
Nunspeet
X
X
X
Gelderse Palenhandel
Ede
X
Houthandel R. de Goede
Nieuweroord
N.V. Goudse Hout- en Heipalenhandel
Gouda
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
N.V. Rondhouthandel "De Graafstroom"
Oud Alblas
X
Houthandel P.J. v.d. Hagen en Zn.
Boxtel
X
X
X
Fa. Harkema
Bedum
X
Palen- en Rondhouthandel Fa. L. Harkema
Marknesse
X
Rondhouthandel Gebr. v. Hellemond
Hilversum
X
X
N.V. Houthandel v/h G.H. t e r Horst
Sneek
X
X
X
X
X
X
1) In deze lijst zijr. de namen opgenomen van de bedrijven, die uitsluitend heipalen v e r handelen (zowel inlandse als importpalen) en ook van de (rond)houthandelaren die slechts een zeer kleine omzet van heipalen hebben. De vermelde handelaren in inlandse palen betrekken zowel van de groep d e r "bosexploitanten" als die der "houtkopers" waarbij wij ons wel bewust zijn dat de laatstgenoemde groep v e r r e van compleet v e r meld is omdat in bepaalde gebieden van ons land vrijwel alle houthandelaren ook wel heipalen kopen (van andere handelaren) en deze aan de verbruikers afleveren (kolommen 3 en 4). Op de uitkomsten van de enquête heeft dit geen invloed omdat alle "in de handel gebrachte" palen bij de importeurs of "bosexploitanten" zijn gesignaleerd. 57
BIJLAGE 11 (l e vervolg) Lijst van bij het onderzoek betrokken houten-heipalenhandelaren N.V. Interhout
Amsterdam
x
N.V. J a s p e r s ' Hout- en Transportbedrijf
Best
x
de Jong's Rondhouthandel
Amersfoort
x
Houthandel K. Kan Kzn.
Zaandam
x
x
x
x
Rondhouthandel Fa. J. Koster Rzn. en Zn.
Nieuweroord
x
x
x
Houthandel L. Koster
Nw. Balinge
x
Rondhouthandel H. Kouw
Amsterdam
x x
x x
x x x
x
x
x
Houthandel J. v.d. Krol
Maartensdijk
x
x
Houthandel v / h G. Kroneman
Oldebroek
x
x
Rondhouthandel J. Leegwater
Heerhugowaard
x
x
Rondhouthandel M.C. Leene
Loosduinen
x
x
Lulof's Rondhouthandel
Leidschendam
F i r m a Marba
Ugchelen
Migchelsen's Houthandel
Hulshorst
Houthandel Jac. L. Mohren
Echt
Heipalen N.V. "Het Naaldhout"
Lunteren
Houthandel J. Nahuis
Groenlo
x
Kon. Ned. Heidemaatschappij
Lonneker
x
x
x x
x x
x x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
N.V. Noord Nederlandse Rondhouthandel
Eext
x
x
J.W. Nijenhuis en Zn.
Winterswijk
x
x
Rondhouthandel R. Oldejans
Schoonlo
x
Houthandel H. Pampiermolen
Miste
x
x
N.V. F . P . P e t e r s en Zn.
Mook
x
x
Fa. Gebr. Postma
Jubbega
x
x
P o s t m a ' s Houthandel en Wolmaniseerbedrijf
Tietjerk
C. P r i n s
Vierhouten
Houthandel A. van Put
Apeldoorn
N.V. Palenhandel de Regt
Sassenheim
Ruis' Houthandel
Apeldoorn
x
Rondhouthandel P. Schonewille en Zn.
Hollandsche veld
X
Fa. Taanman en Does
Zaandam
N.V. Tilburgsche Houtcentrale
Tilburg
Houthandel C. Versteegh
De Bilt
Heibedrijf L. Visser
Rotterdam
G. Vosselman
Nunspeet
N.V. Houthandel S.O. de Vries
Ylst
58
x
x
x
x
x
x
X
x
x x
x
x x X
X
X
X
X
X X
X
x
x
x
X
x x
X X
X
X
X X
X
BIJLAGE 11 (2e vervolg) Lijst van bij het onderzoek betrokken houten-heipalenhandelaren
Houthandel T. van Vulpen
Zeist Appelscha
X
Rondhouthandel M.J. Wilbrink
Beekbergen
X
Rondhouthandel Fa. F. Willemsen en Zn.
Wolfheze
X
N.V. Ypema's Rondhouthandel
Capelle a/d IJssel
X
Heipalenhandel Fa. G. Yskes en Zn.
Zaandam
X
Heipalenhandel J. Yskes
Zaandam
X
Rondhouthandel A.J.M. Zuydwijk
Den Haag
Houthandel Fa. G. Welles
X
X
1 Importeert heipalen. 2 Koopt heipalen uit het Nederlandse bos. 3 Koopt heipalen van andere handelaren 4 Verkoopt heipalen aan aannemers. 5 Verkoopt heipalen aan andere handelaren.
59