Iedereen die vermogen bezit, weet dat hij dat eens zal moeten overdragen. Je kunt het nu eenmaal niet meenemen. Voor de meeste mensen staat wel vast wat er met hun vermogen moet gebeuren. Wat er over is bij overlijden moet naar de kinderen of kleinkinderen. Die vermogensoverdracht kan bij leven plaatsvinden door schenkingen of door vererving bij overlijden. In deze brochure wordt uiteengezet hoe die vermogensoverdracht fiscaal optimaal kan plaatsvinden.
370 accountantskantoren. Eén mentaliteit.
Schenken en Erven Een optimale overdracht van vermogen naar de volgende generatie
Schenken en Erven Een optimale overdracht van vermogen naar de volgende generatie Iedereen die vermogen bezit, weet dat hij dat eens zal moeten overdragen. Je kunt het nu eenmaal niet meenemen. Voor de meeste mensen staat wel vast wat er met hun vermogen moet gebeuren. Wat er over is bij overlijden moet naar de kinderen of kleinkinderen. Die vermogensoverdracht kan bij leven plaatsvinden door schenkingen of door vererving bij overlijden. In deze brochure wordt uiteengezet hoe die vermogensoverdracht fiscaal optimaal, met zo weinig mogelijk belastingheffing, kan plaatsvinden.
Schenken is leuker dan nalaten Ouders die hun vermogen fiscaal vriendelijk aan hun kinderen of kleinkinderen willen overdragen, moeten die overdracht niet uitstellen tot bij hun overlijden. Jaarlijkse schenkingen zijn daarvoor hét aangewezen instrument. Gulle ouders hebben tevreden kinderen én ook fiscaal is schenken veel leuker. Het kost minder belasting. Benut de vrijstellingen! De Successiewet kent enkele vrijstellingen voor schenkingen in de familiesfeer. Die moeten vanzelfsprekend altijd worden benut. Het gaat om een jaarlijkse vrijstelling tussen ouders en kinderen van e 4 342 (2006). Van een schenking tot dit bedrag hoeft geen aangifte worden gedaan. De jaarlijkse vrijstelling kan éénmalig worden verhoogd tot e 21 700 (2006) voor schenkingen aan kinderen tussen de 18 en 35 jaar. In het jaar van de ‘grote’ vrijgestelde schenking kan niet tevens 2
Schenken is voordeliger De successiewet kent een dubbel progressief tarief: het loopt op naarmate de schenking of het erfdeel groter is én de graad van verwantschap afneemt. Voor echtgenoten, partners en kinderen loopt het tarief van 5% op tot 27%; voor ouders, broers en zusters van 26% tot 53% en voor derden van 41% tot maar liefst 68%. Voor schenking en vererving geldt hetzelfde tarief uit de Successiewet. Door het oplopende tarief kost een eenmalige overgang van vermogen bij vererving meer belasting dan wanneer hetzelfde bedrag door jaarlijkse schenkingen wordt overgedragen. Bovendien kan bij schenking vaker gebruik worden gemaakt van vrijstellingen; bij vererving geldt (meestal) in het geheel geen vrijstelling. Voorbeeld Karel laat bij overlijden e 100 000 na aan zijn 25-jarige dochter Heleen. Zij is daarover (in 2006) e 10 007 aan successierecht verschuldigd. Als Karel die e 100 000 in de laatste 10 jaar van zijn leven aan Heleen had geschonken en daarbij de geldende vrijstellingen optimaal had benut was slechts e 1 953 verschuldigd. Een verschil van maar liefst e 8 054. Het schenkingsrecht moet eerder worden betaald dan het successierecht en dat levert enig rentenadeel op. Maar ook na correctie daarvan is de besparing aanzienlijk; ruim 75% van het verschuldigde successierecht!
de gewone vrijstelling worden benut. Van de grote vrijgestelde schenking moet wel aangifte worden gedaan. Daarbij moet een beroep op de verhoogde vrijstelling worden gedaan. Beide vrijstellingen gelden per kind, niet per ouder. Als de ouders gescheiden zijn en zij doen beiden een schenking aan het kind, dan moeten die schenkingen worden samengeteld. De vrijstellingen zijn zogenoemde voetvrijstellingen. Bij een hogere schenking dan het vrijgestelde bedrag wordt alleen het meerdere belast. Tussen grootouders en kleinkinderen geldt een vrijstelling van e 2 606 per kalenderjaar. Deze vrijstelling is een drempelvrijstelling. Bij een hogere schenking dan het vrijgestelde bedrag vervalt de vrijstelling.
De hoge vrijstelling vergeten? Wilt u uw zoon- of dochter een grote vrijgestelde schenking doen, maar zijn ze ouder dan 35 jaar, dan kan dit alsnog als de echtgenoot van uw zoon of dochter de leeftijd van 35 jaar nog niet heeft bereikt. U schenkt aan uw eigen kind maar u gebruikt enkel de leeftijd van uw schoonzoon of – dochter. Let op: deze uitbreiding is uitsluitend van toepassing als uw zoon of dochter gehuwd is, dan wel een geregistreerd partnerschap is aangegaan. De verruiming geldt niet voor ongehuwd samenwonenden.
Vrijstelling voor on- en minvermogenden De Successiewet kent naast de twee specifieke vrijstellingen voor schenkingen van ouders aan kinderen nog een vrijstelling die ouders kunnen benutten om hun kind een extra hoog bedrag belastingvrij te schenken. Het gaat om de vrijstelling voor schenkingen aan ‘on- en minvermogenden’.
Vrijgesteld schenken aan een startend kind Kees’ dochter Anna heeft haar studie met goed gevolg afgerond. Zij heeft een studieschuld aan ‘Groningen’ van e 13 000. In maart 2006 vestigt Anna zich als tandarts. Voor de start van haar praktijk heeft zij zich in de schulden moeten steken tot e 34 000. Anna’s vermogen is dus e 47 000 negatief. Met een beroep op de vrijstelling voor on- en minvermogende kan Kees Anna e 34 000 belastingvrij schenken als zij daarmee haar schulden aflost. De schuld aan ‘Groningen’ blijft buiten aanmerking omdat die niet direct opeisbaar is. Dat Anna’s toekomst er financieel goed uit ziet, is voor deze vrijstelling niet van belang.
Een schenking aan iemand die niet in staat is om zijn schulden te betalen, is vrijgesteld van schenkingsrecht als het geld maar wordt gebruikt om de schuld af te lossen. Er gelden daarbij drie voorwaarden. De begiftigde moet een negatief vermogen hebben, de schenking moet in contanten plaatsvinden (een schenking in de vorm van een kwijtschelding is niet vrijgesteld) en de begiftigde moet met de schenking de direct opeis-
Vele mogelijkheden om te schenken met behoud van macht bare schulden voldoen. De schenking is vrijgesteld tot maximaal het bedrag van die direct opeisbare schulden. 3
Schenken met behoud van macht Veel ouders zijn huiverig om een flink deel van hun vermogen aan de kinderen te schenken, ondanks het fiscale voordeel. Wie wil er nu financieel afhankelijk worden van zijn kinderen? Ook de kans dat het kind het geschonken geld over de balk zal smijten, tempert de ouderlijke gulheid. Ouders willen wel schenken maar alleen als zij de controle over het geschonken vermogen behouden. Gelukkig zijn daar volop mogelijkheden voor. Enkele varianten worden hieronder uitgewerkt. Vraag uw adviseur naar meer voorbeelden. Schenken onder schuldigerkenning Bij een schenking onder schuldigerkenning schenkt pa en ma ‘op papier’ aan een kind. Zij schenken een som geld en blijven dat geschonken bedrag schuldig. De kinderen kunnen die vordering (meestal) niet eerder opeisen dan bij het overlijden van de langstlevende ouder. Zij krijgen daardoor pas geld in handen na diens overlijden. Dat maakt deze schenking tot een ‘schenking terzake des doods’ en die moet bij notariële akte plaatsvinden. Bij een schenking ‘op papier’ behouden
de ouders het beheer over het geschonken bedrag én zij hoeven geen contanten vrij te maken. Dat maakt deze vorm van schenking goed toepasbaar als de ouders niet voldoende vrije middelen ter beschikking hebben, bijvoorbeeld als het geld vastzit in de onderneming of in beleggingen. De schenking heeft voor de ouders slechts tot gevolg dat hun ‘eigen’ vermogen vervangen wordt door ‘vreemd’ vermogen. Daardoor neemt hun vermogen en daarmee de toekomstige nalatenschap af. En dat bespaart de kinderen in de toekomst successierecht. De ouders moeten over het geschonken en schuldig gebleven bedrag jaarlijks een zakelijke rente aan de kinderen betalen. Over de hoogte van deze zakelijke rente lopen de meningen uiteen. Aan te raden is hier veiligheidshalve de vaste 6% rente uit de Successiewet aan te houden. Die rente moet jaarlijks daadwerkelijk worden betaald. Het bijschrijven van rente bij de schuld is niet voldoende, ook niet als er rente op rente wordt berekend. Vindt er geen jaarlijkse rentebetaling plaats, dan worden de kinderen geacht het bedrag van de schenking (plus de nog te betalen rente) bij overlijden krachtens erfrecht te hebben verkregen
en zijn zij daarover alsnog successierecht verschuldigd. Schenken onder schuldigerkenning kan ook voor de inkomstenbelasting voordelig zijn. De ouders kunnen de schuld door de schenking in mindering brengen op de grondslag voor de vermogensrendementsheffing in box 3. Bij de kinderen valt de vordering ook in box 3: meerderjarige kinderen worden daarvoor zelfstandig belast, bij minderjarige kinderen moeten de ouders die vordering aangeven. Hebben de meerderjarige kinderen buiten de vordering op hun ouders geen ander vermogen in box 3, dan kunnen zij het heffingvrije vermogen (in 2006 e 19 698 per kind) benutten. Over dit bedrag wordt de heffing in box 3 bespaard.
Schenken en teruglenen Een alternatief voor het schenken onder schuldigerkenning is het schenken van een bedrag in contanten en dat vervolgens teruglenen. Bij deze variant is geen notariële akte vereist. Wil deze opzet slagen, dan moet vast staan dat de ouder het kind een bedrag in contanten heeft willen schenken en niet slechts een bedrag schuldig erkennen. Om dat aan te kunnen tonen is vereist dat: n senior het bedrag van de schenking per bank of giro overmaakt naar junior; n de schenking en de geldlening los van elkaar staan. Aan te raden is de schenking en het teruglenen niet tegelijkertijd én tot verschillende bedragen te laten plaatsvinden; n de lening schriftelijk is vastgelegd, een zakelijke rente is afgesproken en die rente jaarlijks betaald wordt.
Schenken onder bewind Ouders die willen voorkomen dat bij een schenking de kinderen direct de beschikking krijgen over het geschonken vermogen, kunnen bij de schenkingen een bewind instellen. Er wordt dan een bewindvoerder aangesteld die het beheer gaat voeren over dat geschon4
ken vermogen. Senior zelf kan die bewindvoerder zijn. De bewindvoering duurt meestal niet langer dan vijf jaar. Na die periode kan de rechter het bewind op verzoek van junior beëindigen als die het onder bewind gestelde vermogen zelf op verantwoorde wijze kan beheren. Gecertificeerd schenken Een andere, interessante manier van schenken met behoud van het beheer is het zogenaamd gecertificeerd schenken. Hierbij brengt de schenker (een deel van) zijn vermogen in een stichting in tegen inwisseling van certificaten (het certificeren van vermogen). Die certificaten kunnen - in etappes - aan de kinderen geschonken worden. Het beheer over het in de stichting ingebrachte vermogen vindt plaats door het stichtingsbestuur, dat veelal bestaat uit de ouders en een vertrouweling. De certificaathouders - de kinderen - hebben juridisch recht op een evenredig deel van het vermogen in de stichting maar zij kunnen daar niet over beschikken. Het stichtingsbestuur kan besluiten om uitkeringen te doen aan de certificaathouders. Die uitkeringen kunnen gekoppeld worden aan bepaalde gebeurtenissen; bij een goede aanpak kunnen de certificaathouders die uitkeringen belastingvrij incasseren. Met een goed reglement kan de gulle gever de samenstelling van het stichtingsbestuur - en zo de zeggenschap over het vermogen in de stichting - tot ver na zijn overlijden aansturen. Schenken van verzekeringsproducten Ook met een levensverzekering kan vermogen naar de kinderen worden overgeheveld, zonder dat zij daar direct de beschikking over krijgen. Als junior de begunstigde is op een polis van levensverzekering en hij krijgt het kapitaal uitgekeerd na het overlijden van de verzekerde (dat kan senior zijn), dan blijft die uitkering buiten de heffing van successierecht. Vereist is dan wel dat junior de premies voor de verzekering zelf heeft betaald. En dat kan geregeld worden doordat senior de verzekeringspremie jaarlijks aan junior schenkt. Heeft senior de verzekeringspremies voldaan, dan is junior alsnog successierecht verschuldigd over de uitkering op de polis: die wordt dan als een fictieve verkrijging aangemerkt.
Herroepelijk schenken Sinds 2003 kan de schenker een schenking herroepelijk maken. Eens gegeven blijft dus niet altijd gegeven. Met de herroepelijkheid krijgt senior de mogelijkheid om de schenking aan junior terug te draaien. De schenker moet de bevoegdheid tot herroeping uitdrukkelijk bedingen bij de schenking. Als de schenking wordt herroepen, gaat het geschonkene ofwel van rechtswege terug naar de schenker, ofwel de begiftigde moet het geschonkene (of wat daar nog van over is) teruggeven of vergoeden. De herroepingclausule is hier beslissend. Het opstellen van die clausule is werk voor specialisten. Is over de schenking schenkingsrecht voldaan, dan wordt dat bij herroeping van de schenking door de fiscus teruggegeven.
Schenk op tijd Veel ouders die hun kind of kleinkind een som geld willen schenken, kiezen daar de dure decembermaand voor uit. De familiesfeer onder de kerstboom inspireert ouders tot een schenking.
Hoe mooi ook, een schenking in het voorjaar pakt vaak voordeliger uit voor het kind. Dat vloeit voort uit de gevolgen van de schenking voor de inkomstenbelasting in box 3. Soms is een schenking kort vóór het jaareinde wél voordelig. Dat is met name het geval als het kind geen vermogen heeft. Een schenking tot e 19 698 kost bij het kind geen belasting, terwijl senior wél bespaart op de box 3 heffing. 180 dagenregeling Overlijdt de schenker binnen 180 dagen na de schenking, dan wordt de schenking geacht krachtens erfrecht te zijn verkregen. Bij een schenking aan meerderjarige kinderen heeft dat al snel tot gevolg dat er meer belasting verschuldigd is. De extra verkrijging wordt ‘aan de top‘ tegen het hogere progressieve tarief verkregen én voor meerderjarige kinderen geldt slechts (onder voorwaarden) een beperkte vrijstelling bij vererving. Deze fictie geldt niet voor de eenmalige hoge vrijgestelde schenking van e 21 700; die kan de schenker desgewenst op zijn sterfbed doen. 5
Een goed testament levert fiscaal voordeel op De erflater die een goed testament opmaakt, kan daarmee een forse belastingbesparing voor zijn erfgenamen realiseren. Een goed testament is een testament dat de door de erflater gewenste vererving van zijn vermogen combineert met een minimale heffing van successierecht bij de erfgenamen. De praktijk kent veel verschillende testamenten, er is keus genoeg. Ook voor testamenten geldt: vrijheid, blijheid. En dat leidt er toe dat een erflater vaak kiest voor een keuzetestament. Met zo’n testament biedt hij zijn erfgenamen de keuze tussen diverse vormen van vererving. Zij kunnen na zijn overlijden – op basis van de dan geldende omstandigheden – kiezen voor één van de in het testament genoemde vormen van vererving. Zodoende kan gekozen worden voor de fiscaal voordeligste optie. Wettelijke verdeling + spelen met rente Veel erflaters sluiten in hun testament aan bij het wettelijk erfrecht. De echtgenoot of partner en de kinderen erven ieder een gelijk deel. Alle goederen en schulden van de nalatenschap gaan naar de langstlevende partner en de
kinderen krijgen een vordering op de langstlevende ouder wegens onderbedeling. De kinderen kunnen die vordering in beginsel pas opeisen als de langstlevende ouder overlijdt, failliet gaat of de regels van schuldsanering van toepassing worden. De erflater kan in zijn testament ook andere gronden noemen, bijvoorbeeld het hertrouwen of het gaan samenwonen van de langstlevende. De vordering van de kinderen op de langstlevende ouder is in beginsel rentedragend. Door te spelen met de rente op die vordering kan een forse besparing van successierecht worden behaald. De opzet is eenvoudig. Door rente te berekenen en die bij te schrijven op de hoofdsom groeit de schuld van de langstlevende ouder aan de kinderen. Als die jaarlijks bij te schrijven rente hoger is dan het nettorendement dat de langstlevende ouder maakt op het geërfde vermogen, neemt diens vermogen af. Door het oplopen van de vordering gaat zo het vermogen van de langstlevende ouder geleidelijk over naar de kinderen/erfgenamen. Die vermogensoverheveling heeft tot gevolg dat er bij het overlijden van de langstle-
vende minder vererft naar de kinderen. En dat bespaart successierecht. De erflater kan bij testament ‘sleutelen’ aan de rente. Met een bepaalde clausule kan hij het zo regelen dat op de vordering wegens onderbedeling jaarlijks een zeer hoge rente, van wel 15% per jaar wordt bijgeschreven. Dat levert de kinderen een besparing aan successierecht op bij het overlijden van de langstlevende ouder. Door de hoge rentebijschrijvingen groeit de vordering van de kinderen op de langstlevende ouder extra snel en als later de langstlevende ouder overlijdt, blijft die vordering van de kinderen buiten de heffing van successierecht. De renteclausule komt er kortweg gezegd op neer dat de rente die de Successiewet voorschrijft - 6% samengestelde rente per jaar – wordt herrekend naar een enkelvoudige rente die pas opeisbaar is bij het overlijden van de langstlevende ouder. Door die clausule kan er – vooral bij een jongere langstlevende ouder – een zeer hoge enkelvoudige rente op de hoofdsom van de schuld worden bijgeschreven. Is de langstlevende ouder een vrouw van 40 jaar, dan komt de (herrekende) enkelvoudige rente uit op maar liefst 25% per jaar. Is zij 50 jaar, dan komt de rente uit op 17,4%. Bij 60 jaar is dat 12,5%, bij 70 jaar 9,5%.
Aanpassing rente door erfgenamen Heeft de erflater verzuimd het ‘rentespel’ bij testament te regelen, dan kunnen de erfgenamen dat meestal repareren. Herstel is mogelijk als de erflater géén testament heeft opgemaakt én als er wél een testament is met daarin een wettelijke verdeling (of een daarmee inhoudelijk overeenkomende vererving). De erfgenamen kunnen de rente op de vordering wegens onderbedeling gezamenlijk nader vaststellen. Dat moet wél gebeuren binnen 8 maanden ná het overlijden van de erflater. Een aanpassing binnen die termijn kan (fiscaal) niet worden aangemerkt als een schenking, zo is expliciet in de wet bepaald. Dat maakt de rentevergoeding tot een flexibel instrument.
6
Aanpassing erfdelen De erflater kan de profijtelijke werking van het bijschrijven van rente een hefboomeffect geven door het erfdeel van de langstlevende partner te verminderen – tot bijvoorbeeld 1% van de nalatenschap – en dat van de kinderen/erfgenamen dienovereenkomstig te vergroten. Als het testament een wettelijke verdeling voorschrijft, gaan alle goederen en schulden van de nalatenschap toch naar de langstlevende, maar die krijgt een grotere schuld aan de kinderen. Dat betekent dat de bijschrijving van de rente over een groter bedrag plaatsvindt. Het vermogen van de langstlevende wordt zo sneller opgesoupeerd door de oplopende vorderingen van de kinderen/erfgenamen.
van de eerste ouder verkrijgen, komen die waardestijgingen hun rechtstreeks toe. Bij het overlijden van de langstlevende vervalt diens recht van vruchtgebruik. Over de daaruit voortvloeiende aangroei is géén successierecht verschuldigd. Ook met een vruchtgebruik tegen inbreng van de waarde kunnen leuke fiscale voordelen worden behaald. Heeft de vruchtgebruiker de vervreemding- en verteringsbevoegdheid, dan kan hij de goederen in vruchtgebruik verkopen of opmaken zonder daarvoor de toestemming van de kinderen nodig te hebben.
Tot Slot
De erflater kan bepaalde goederen in vruchtgebruik nalaten
Een fiscaal optimale overdracht van vermogen naar de volgende generatie(s) vergt veel en vooral tijdige maatregelen. Bij een goede aanpak is er veel voordeel te behalen. Neem voor uw specifieke situatie contact op met uw SRAAdviseur.
Vruchtgebruik en bloot eigendom De erflater kan bij testament bepaalde goederen niet in volle eigendom, maar in vruchtgebruik aan de langstlevende nalaten. Het aanbrengen van een splitsing tussen het recht van vruchtgebruik (voor de langstlevende) en bloot eigendom (voor de kinderen) pakt vooral voordelig uit bij goederen die naar verwachting flink in waarde stijgen. Omdat de kinderen het (bloot) eigendom van die goederen direct bij het overlijden
Colofon Auteur: Mr. J. Zwagemaker Uitgever: SRA Telefoon: 030-656 60 60 E-mail:
[email protected] Website: www.sra.nl Vormgeving & realisatie: Lenthe publishers & consultants © 2006, SRA Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. De uitgever heeft bij de samenstelling naar uiterste betrouwbaarheid en zorgvuldigheid gestreefd, maar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele onjuistheden en de gevolgen hiervan.
7