HR SUPPORT
Meeùs Nieuwsbrief HR Support Oktober 2011
STAAT NAAST JE
HR SUPPORT
Een uniform loonbegrip heeft praktische gevolgen voor pensioen- en inkomensverzekeringen
Uniform loonbegrip per 01-01-2013 Per 1 januari 2013 wordt er een uniform loonbegrip geïntroduceerd voor: 1) de heffing van loonbelasting/premies volksverzekeringen 2) premies werknemersverzekeringen 3) inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW) Hoe bereiken we dit? • De inkomensafhankelijke ZVW bijdrage verdwijnt en wordt vervangen door een ZVW werkgeversheffing. De maximum premiegrens wordt gelijk-getrokken met de premiegrens voor de werknemersverzekeringen. De grondslag voor de ZVW werkgeversheffing wordt verbreed, dus de heffing zelf ten opzichte van de inkomensafhankelijke ZVW bijdrage wordt verlaagd. • Het werknemersdeel WW-premie verdwijnt • De franchise-WW wordt afgeschaft • De WW-premie voor werkgevers wordt verlaagd • De bijtelling voor privégebruik van een auto behoort tot de nieuwe grondslag. Daardoor telt die bijtelling ook mee voor het ‘maatmaninkomen’ bij de vaststelling van een eventuele uitkering (WW, WIA). • De ‘omkeerregeling’ (aanspraak onbelast, uitkering belast) wordt bij de levensloopregeling straks ook toegepast voor premies werknemersverzekeringen. De inleg van de werknemer leidt dan tot een lager loon voor de premies werknemersverzekeringen. De werkgeversbijdrage behoort niet meer tot het loon voor premies werknemersverzekeringen.
Praktische gevolgen pensioenverzekeringen
Praktische gevolgen inkomensverzekeringen
Als het pensioengevend loon het brutoloon van de werknemer is, dan verandert er niets. In sommige gevallen wordt nu nog dezelfde grondslag gebruikt als voor de werknemersverzekeringen. Omdat dit loonbegrip komt te vervallen, is aanpassing van het loonbegrip nodig. Als loonbegrip kan nu gekozen worden voor het brutoloon of het uniform loon.
Bij verzekeringen die veelal uitgaan van het brutoloon (excedent arbeidsongeschiktheidsverzekeringen) verandert er niets. Bij verzekeringen die uitgaan van de grondslag voor werknemersverzekeringen (WGA-hiaat verzekeringen en veelal verzuimverzekeringen) zijn er wel gevolgen.
De Tweede Kamer constateerde dat er geen regels zijn vastgelegd over de gebruikte definitie van “loon” waar pensioenpremies over worden betaald. De regering werd daarom gevraagd te overleggen met sociale partners. Doel was om met een gezamenlijk voorstel te komen waarbij de spelregels voor een fiscaal maximaal pensioen op het uniforme loonbegrip gebaseerd worden. Het is niet waarschijnlijk dat premieheffing en pensioenopbouw, los van de fiscale grenzen, worden gebaseerd op het uniforme loonbegrip. Bij het opstellen van pensioenovereenkomsten moet dus met het voorgaande rekening worden gehouden. De gevolgen voor uw pensioenlasten zijn afhankelijk van de specifieke definitie van het pensioengevend loon in uw regeling.
Deze administratiesystemen moeten worden aangepast. Dit wordt door de verzekeraars momenteel bekeken. Uiteraard volgt Meeùs de ontwikkelingen en zullen wij u informeren over de gevolgen.
HR HR SUPPORT SUPP ORT
Problemen bij partnerpensioen bij baanwisseling
Status Premie Pensioen Instelling (PPI)
Indien het partnerpensioen op risicobasis verzekerd was, kan na wisseling van baan onvoldoende dekking bij overlijden optreden. De partner ontvangt namelijk geen uitkering op basis van de oude pensioenregeling als de deelnemer overlijdt voordat waardeoverdracht of omzetting van een deel van het ouderdomspensioen in partnerpensioen heeft plaatsgevonden.
De premiepensioeninstelling die pensioenopbouw door middel van “banksparen” aanbiedt, is op 1 januari van dit jaar ingesteld als nieuwe pensioenuitvoerder. Sindsdien zijn er zeven vergunningaanvragen ingediend bij De Nederlandse Bank.
Dit kan tot schrijnende situaties leiden. Daarom heeft de Stichting van de Arbeid (STAR) in 2010 een advies inzake baanmobiliteit en risicodekking partnerpensioen geschreven. Zie ook onze HR Support nr. 4 2010. Aanbevolen wordt om bij uitdiensttreding ouderdomspensioen standaard uit te ruilen naar partnerpensioen, mits de werknemer een partner heeft. Na 24 maanden wordt de uitruil ongedaan gemaakt, tenzij de ex-werknemer duidelijk aangeeft de uitruil te willen behouden. In de praktijk wordt deze aanbeveling onvoldoende opgevolgd. Dat komt doordat de huidige uitruilbepaling van de Pensioenwet alleen de mogelijkheid tot standaard uitruil biedt in het laatste jaar voor pensioeningang. Met ingang van 01-01-2012 wordt de Pensioenwet hierop aangepast. Zo wordt toch de mogelijkheid geboden om het probleem van het partnerpensioen op risicobasis bij uitdiensttreding op te lossen.
Twee PPI’s hebben inmiddels een vergunning gekregen: Be Frank PPI N.V., een samenwerking tussen Binck Bank en Delta Lloyd, was in juni de eerste. In augustus werd aan Robeco een vergunning verleend. Robeco zorgt voor de belegging, bij Generali worden de risico’s ondergebracht. Een PPI kan immers niet zelf risico’s verzekeren, zoals partner- en wezenpensioen. De andere partijen waarvan de vergunningaanvraag nog in behandeling is: - Brand New Day (die samenwerkt met ASR) - AEGON - Nationale Nederlanden (in een samenwerking met ING Investment Management) - De Goudse (met ABN AMRO voor het spaargedeelte en ING voor het beleggingsdeel) - ABN AMRO (in samenwerking met APG, de pensioenuitvoerder van het ABP)
De PPI’s die een vergunning hebben gekregen, mogen een offerte uitbrengen voor het uitvoeren van een beschikbare premieregeling. Wanneer wij een advies uitbrengen over uw pensioenregeling, bijvoorbeeld wanneer het moment nadert om het pensioencontract te verlengen, betrekken wij de PPI als eventuele mogelijkheid hierin.
Mijnpensioenoverzicht.nl Heeft u al eens gekeken op www.mijnpensioenoverzicht.nl? Hierop krijgt u een totaaloverzicht van al uw pensioenaanspraken, ook van vorige werkgevers. En heeft u uw werknemers hier al eens op gewezen? De site is een grote hulp voor mensen die meer over hun pensioen willen weten. Wilt u dit onderwerp wat meer benadrukken bij uw werknemers? Dan kunnen wij een artikel leveren voor uw personeelsblad of uw intranet.
HR HR SUPPORT SUPP ORT
Spaarloonregeling afgeschaft per 2012, vitaliteitsregeling start in 2013 Inmiddels is bekend geworden hoe het vitaliteitspakket er in hoofdlijnen uitziet. Het doel van het vitaliteitspakket is de marktpositie van oudere werknemers te bevorderen om zonder steun van de overheid te kunnen concurreren op de arbeidsmarkt. De belangrijkste hoofdlijnen: • Bedrijven krijgen een mobiliteitsbonus voor het in dienst nemen van werknemers die 55 jaar of ouder zijn. Hoe ouder de werknemer, hoe hoger de bonus. • De verhoogde arbeidskorting voor oudere werknemers en de doorwerkbonus worden omgezet in een werkbonus voor werknemers van 63 jaar en ouder. • De aftrekdrempel voor scholingsuitgaven gaat omlaag. Op deze manier komen werknemers eerder in aanmerking voor aftrek van die scholingsuitgaven. • Er komt een nieuwe spaarregeling waarmee deelnemers een financiële buffer kunnen opbouwen. Deze buffer kan dan bijvoorbeeld worden gebruikt om de overgang naar een andere baan makkelijker te maken. Levensloop- en spaarloonregeling De levensloop- en de spaarloonregeling worden afgebouwd en afgeschaft. Vanaf 1 januari 2012 kan niet meer worden ingelegd op spaarloon. De reeds ingelegde bedragen blijven de komende jaren belastingvrij op de rekening staan, waarbij de geblokkeerde bedragen 4 jaar na de storting vrijvallen.
Voor de levensloopregeling komt een overgangsregeling, voor deelnemers die op 31 december 2011 een positiefsaldo op hun levenslooprekening hebben staan. Levensverzekeringen gefinancierd uit spaarloonregeling Diverse werknemers hebben hun spaarloonrekeningen gekoppeld aan de betaling van levensverzekeringen. Dit kunnen zowel kapitaal- als lijfrenteverzekeringen zijn maar ook vrijwillige aanvullende pensioenmodules. Het is dus van belang dat u uw werknemers over de afschaffing van de spaarloonregeling informeert. Wij kunnen u hierbij behulpzaam zijn met bijvoorbeeld een Vraag- en Antwoordlijst.
Werkkostenregeling: Heeft de werkkostenregeling invloed op verzekeringen? Op 1 januari van dit jaar is de werkkostenregeling in werking getreden. Tot en met 2013 mag u ieder jaar opnieuw kiezen of u de werkkostenregeling wilt toepassen of gebruik wilt maken van de oude regeling. Het toepassen van de werkkostenregeling kan tot gevolg hebben dat u meer betaalt voor het huidige pakket arbeidsvoorwaarden voor uw werknemers. Immers, de kosten voor het pakket kunnen de forfaitaire ruimte van 1,4% van de loonsom overschrijden en het meerdere wordt belast met een eindheffing van 80%.
Tot het pakket arbeidsvoorwaarden behoren ook pensioen-, inkomens- en zorgverzekeringen. De premies voor deze verzekeringen behoren echter niet tot de categorie onbelaste vergoedingen en verstrekkingen. Deze premies tellen dan ook niet mee bij het bepalen van de kosten die al dan niet de forfaitaire ruimte zouden kunnen overschrijden. De werkkostenregeling staat dus los van de pensioen-, inkomens- en zorgverzekeringen.
Aanpassing vakantierechten bij ziekte Per 1 januari 2012 zijn de vakantierechten bij ziekte uitgebreid. Vanaf 2012 is in de wet vastgelegd dat langdurig zieke werknemers vakantiedagen opbouwen over hun gehele ziekteperiode. Nu is dat alleen over het laatste half jaar van ziekte. De opgebouwde vaste vakantiedagen hebben een vervaldatum van 6 maanden na afloop van het opbouwjaar. Neemt de werknemer zijn vaste vakantiedagen niet op, dan komen ze te vervallen. Als de werknemer redelijkerwijs niet in staat is geweest zijn dagen op te nemen, geldt de maximale termijn niet. Voor vakantiedagen boven het wettelijk recht geldt deze vervaldatum helemaal niet.
HR SUPPORT
Werkloosheid en pensioen
FVP (Financiering Voortzetting Pensioenverzekering) Met de FVP-bijdrage konden sinds 1989 de pensioenvoorzieningen voor werkloze werknemers van 40 jaar of ouder worden voortgezet. Per 1 januari 2011 is de instroom van die werkloze werknemers in de FVP-regeling definitief beëindigd. Werknemers die op of na 1 januari 2011 WW-gerechtigd worden, komen niet meer in aanmerking voor een FVP-bijdrage.
Er moet nog veel gebeuren om kansen van oudere werklozen op de arbeidsmarkt te verbeteren. De IOW blijft open voor mensen die zijn geboren voor 1 januari 1956. Om in aanmerking te komen voor de regeling moeten ze 60 jaar of ouder zijn als ze werkloos worden of in de WGA belanden voor deels arbeidsongeschikten. De IOW eindigt als deze groep in 2021 de ‘nieuwe’ pensioenleeftijd van 66 jaar bereikt en AOW krijgt. COLOFON
Reden van de beëindiging is de negatieve vermogensontwikkeling onder andere door de sterk gestegen instroom van werklozen. Voor alle werknemers die vóór 1 januari 2011 zijn ingestroomd in de WW blijft het voorwaardelijke karakter van de FVP-bijdrage van kracht en gelden er geen harde garanties. De betaling van de FVP-bijdragen voor de werknemers die in 2010 werkloos zijn geworden, wordt opgeschort tot uiterlijk 1 januari 2014; de uitkering kan eventueel worden gekort. FVP-vervangende regelingen Door de Pensioenwet is de gewezen deelnemer in staat de deelneming voort te zetten gedurende maximaal drie jaar vanaf de beëindiging van de dienstbetrekking. Pensioenafspraken die uiterlijk negen maanden na het einde van de dienstbetrekking beginnen, worden nu gekwalificeerd als vrijwillige voortzetting. Verlengde WW als pensioenbrug Het Ministerie van Sociale Zaken & Werkgelegenheid wil de verlengde WW-uitkering voor oudere werklozen (IOW) tot in 2021 openhouden als bruggetje naar hun pensioen. Hiermee worden de afspraken nagekomen die in het pensioenakkoord met werkgevers en de vakbeweging zijn gemaakt.
Wilt u meer weten? Neem contact op met uw accountmanager. Contact Heeft u vragen of opmerkingen naar aanleiding van deze nieuwsbrief? Neem in dan contact op met uw Meeùs accountmanager of bel tijdens kantooruren naar 0800 235 6338. U wordt dan doorverbonden naar de dichtsbijzijnde vestiging.
Afmelden nieuwsbrief Als u deze nieuwsbrief niet langer wilt ontvangen, kunt u de e-mail waaraan deze nieuwsbrief is toegevoegd beantwoorden met de tekst: “ik wil deze nieuwsbrief niet langer ontvangen”. Wij verwijderen u dan uit ons verzendbestand.
Redactieadres:
Meeùs Groep BV Afdeling Marketing & Communicatie Postbus 1259, 3430 BG Nieuwegein Tel: (030) 694 29 29 Fax: (030) 694 29 93
[email protected] www.meeus.com
Uitgever :
Meeùs Groep BV Meeùs Assurantiën BV is een dochteronderneming van Meeùs Groep BV, onderdeel van AEGON. Meeùs Groep BV is geregistreerd bij de AFM onder nummer 12008358. Meeùs Assurantiën BV is statutair gevestigd in Amersfoort en bij de KvK geregistreerd onder nummer 20009028. Postadres: Postbus 1259, 3430 BG Nieuwegein. Disclaimer: Hoewel wij er voortdurend naar streven correcte en actuele informatie op te nemen in dit medium, kunnen wij niet garanderen dat deze informatie nog steeds juist is op het moment dat deze door u wordt ontvangen of gelezen.
STAAT NAAST JE