Ongevallen op het veebedrijf Robin De Sutter ILVO PreventAgri is een project dat gefinancierd wordt door de Vlaamse Overheid, meerbepaald door het Kabinet Landbouw en Visserij. Het project heeft als doel de ongevallen en beroepsziektes in de land- en tuinbouw te voorkomen. Dit gebeurt door middel van het verstrekken van allerhande informatie, het uitvoeren van vertrouwelijke veiligheidsaudits op land- en tuinbouwbedrijven en door het geven van vormingen in verband met veiligheid. Verschillende persartikels tonen aan dat ongevallen op de land- en tuinbouwbedrijven frequent voorkomen in alle deelsectoren. Bijvoorbeeld mensen die bevangen geraken door de mestdampen, een landbouwer die vertrappeld wordt door zijn op hol geslagen koeien of een loonwerker die gegrepen wordt door een maïshakselaar. Ook dodelijke ongevallen komen meerdere malen voor per jaar. Landbouwers die aangevallen worden door een stier of van de hooizolder vallen zijn maar enkele van de verschillende voorbeelden. De ongevallen die gebeuren op de land- en tuinbouwbedrijven hebben verschillende oorzaken. Als we naar de statistieken kijken, komen ongevallen, veroorzaakt door valpartijen (met niveauverschil 19%, zonder niveauverschil 14%) op de eerste plaats, gevolgd door ongevallen met dieren (25%). Ook de verschillende gereedschappen zorgen voor een relatief groot aandeel in de ongevallen (28%).
Andere 12% Valpartij met niveauverschil 19%
Valpartij gelijkgronds 14%
Verplaatsbaar niet draagbaar Trekker mechanisch 8% gereedschap 10%
Dieren 26%
Vast mechanisch gereedschap 3% Draagbaar mechanisch gereedschap 3% Handgereedsch. 4% Elektrische installatie 1% Gevaarlijke stoffen 0%
Figuur 1. Oorzaken van de ongevallen De ongevallen zijn niet evenredig verdeeld over de mannen en de vrouwen. Bijna 90% van de ongevallen gebeurt bij mannen. Dit kan verklaard worden doordat nog steeds het overgrote deel van de personen, werkzaam in de land- en tuinbouw, man zijn. Dit is
zowel het geval voor de bedrijfsleiders als voor de werknemers van bijvoorbeeld een tuinaanlegbedrijf. Zeventig procent van de ongevallen in de Belgische land- en tuinbouw vindt zijn slachtoffer bij deze bedrijfsleiders, in mindere mate worden ook de betaalde werkkrachten (18%) en de familieleden (12%) getroffen door een ongeval. De gevolgen van een ongeval kunnen zeer verschillend zijn. Ongeveer de helft van alle ongevallen heeft een volledige tijdelijke werkongeschiktheid tot gevolg. Ook gedeeltelijke werkongeschiktheid kan optreden, zowel tijdelijke (27%) als blijvende (6%). In meer dan 1% van de gevallen volgt de dood, als dan niet onmiddellijk op een werkongeval.
Geen werkongeschikth. 13%
Overleden ter plaatse 1%
Nadien overleden door een ongeval 0%
Gedeeltelijke tijdelijke werkongeschikth. 27%
Volledige bestendige werkongeschikth. 6%
Volledige tijdelijke werkongeschikth. 47% Gedeeltelijke bestendige werkongeschikth. 6%
Figuur 2. Gevolgen van een ongeval Verder hebben arbeidsongevallen naast het primaire lichamelijke leed, ook nog secundaire gevolgen zoals kosten en psychisch leed tot gevolg. De financiële gevolgen bestaan uit twee kostenposten; de directe kosten, zoals medische kosten, materiële schade en dergelijke en de indirecte kosten, zoals verminderde productieactiviteit, administratieve kosten en zo meer. Het psychisch leed daarentegen vertegenwoordigt zowel het leed voor de gewonde persoon als voor de omringende personen. Om de ongevallen te verminderen is het belangrijk om de risico’s te beheersen. Daarom is het noodzakelijk om de het begrip risico te begrijpen. Een risico is een blootstelling aan een bepaald gevaar + een factor die ervoor zorgt dat dit gevaar tot uiting kan komen. Deze factor kan zowel vertegenwoordigd worden door mens, materiaal of milieu. De eerste stap voor preventie is de identificatie van de verschillende risico’s. Als voorbeeld wordt er een vleesveebedrijf genomen. Om voor de reproductie te zorgen is er een stier aanwezig. Dit kan gevaar inhouden voor de bedrijfsleider evenals voor de werknemers. Het is van belang om de huidige situatie in te schatten: heeft het dier zijn 2
hoorns nog? Kan iemand ongehinderd bij deze stier geraken? Is zijn box stevig genoeg? Dit alles blijkt uit een veiligheidsaudit van het bedrijf. Een tweede stap in het onderkennen van de gevaren is de evaluatie van de verschillende risico’s bekomen onder vorig punt. Bijvoorbeeld: de stier heeft zijn hoorns nog. Wat is nu het risico dat er iemand gewond raakt door deze hoorns? De kans hierop wordt bepaald door mogelijkheid dat de stier zijn hoorns zal gebruiken voor de aanval en de duur van de blootstelling aan dit gevaar (wat is de ernst van een dergelijk ongeval en hoelang dient men dagelijks met de stier in contact te komen?). Als de risico’s bekend zijn, kan men preventiemaatregelen nemen. Bij deze maatregelen dient men steeds de hiërarchie van de preventiemaatregelen respecteren. Als eerste dient men het risico uit trachten te schakelen. Daarna zal men het risico trachten te vervangen en vervolgens zal men een collectieve bescherming voorzien rond het risico. Indien al dit voorgaande niet mogelijk is, dient men zich individueel te beschermen en het risico te signaleren. In het voorgaande voorbeeld zou dit er op neer komen dat de gevaarlijke stier verkocht wordt. Een ander voorbeeld waarbij het risico op vallen uitgeschakeld wordt, is het toepassen van zelfoprollende haspels voor waterslangen. Op deze manier liggen er nooit losse slangen op de grond. Als tweede stap in de preventiehiërarchie vervangt men het risico. In ons voorbeeld gaat men beroep doen op kunstmatige inseminatie. Men dient natuurlijk steeds af te wegen wat de voor- en nadelen zijn van een dergelijke omschakeling en of het bedrijf op deze manier nog rendabel blijft. Om een ander voorbeeld van het vervangen van een risico weer te geven wordt een ladder vervangen door een verplaatsbare stelling. Volgens de wetgeving mag men trouwens geen werkzaamheden uitvoeren van op een ladder. Ze dient enkel om een hoogteverschil te overbruggen. Indien men voorgaande stappen niet kan uitvoeren dient men de stier op dergelijke manier af te schermen dat hij geen gevaar kan opleveren voor de bedrijfsleider en de werknemers. Ook voeder en drinken dient verstrekt te kunnen worden zonder in contact te komen met het dier. Ook het afschermen van aandrijfriemen van een transportband door middel van een beschermkast zorgt voor een bescherming van zowel de bediener van deze band als de toevallige hulp of passant. Indien dit alles niet mogelijk is, dient men persoonlijke beschermingsmiddelen aan te wenden. Op deze manier beveiligt men zichzelf tegen de mogelijke gevaren die van een bepaald dier of voorwerp uitgaan. Men dient er wel rekening mee te houden dat de helpers en toevallige voorbijgangers geen enkel voordeel halen uit deze vorm van beschermingsmiddelen. Indien geen van voorgenoemde maatregelen mogelijk zijn, dient men het gevaar op dergelijke manier te signaleren, zodat ze zeer duidelijk zijn voor iedereen, de toevallige passant inclusief. Het laatste redmiddel zal uiteindelijk vluchten zijn. Enkele risico’s die frequent voorkomen in de veehouderij kunnen onderverdeeld worden in vallen, zowel van op een hoogte als op de begane grond, ongevallen met machines en dieren en, meestal op langere termijn, rugklachten. 3
Vallen op de begane grond kan vermeden worden door preventiemaatregelen zoals orde en netheid. Dit zorgt niet alleen voor een veiligere omgeving, maar ook voor een verhoogde arbeidsefficiëntie. Een antislipvloer en veiligheidsschoenen zijn bijkomende maatregelen om valpartijen te vermijden. Ook vallen van op een hoogte, zoals bijvoorbeeld van een hooizolder, maakt een groot deel uit van de ongevallenstatistieken. Ongeveer één derde van de dodelijke ongevallen in de landbouwsector wordt veroorzaakt door dergelijke valpartijen. Wat kan er nu gedaan worden opdat dergelijke ongevallen minder voorkomen? Vermijd ten allen tijde het gebruik van een kapotte of versleten ladder. Één doorgebroken sport zorgt voor een verminderde stabiliteit van de gehele ladder. Plaats een goede ladder steeds stabiel en onder de juiste hoek, voorzie antislipvoeten tegen het uitschuiven en ladderhaken bovenaan tegen het wegschuiven. Gevaarlijke hooizolders dienen uitgerust te worden met een, eventueel verplaatsbare, balustrade. Vallende voorwerpen zijn eveneens een bron van ongevallen in de land- en tuinbouw. Slecht gestapelde hooi- en strobalen vormen potentiële gevaren. Een goede stapeling is dus essentieel om het valgevaar te beperken. Ook putten en kelders vormen gevaren op landbouwbedrijven. Daarom is het van groot belang om deze af te schermen en voldoende te signaliseren. Machines daarentegen zorgen voor een kleine 20% van alle ongevallen en de slachtoffers zijn in 90% van de gevallen mannen onder de 35 jaar. Meestal volgen deze ongevallen op een panne of een defect, waarna de land- of tuinbouwer moet ingrijpen. De risicofactoren die uitgaan vanuit de machines zijn vooral hun kracht en afmetingen, zichtbaarheid en lading. Een goede en veilige krachtoverbrenging van tractor naar machine is essentieel voor de veiligheid. Alle bewegende delen zijn in staat om kledingstukken of dergelijke mee te sleuren. Zorg daarom steeds voor een goede beschermkap. Dieren ten slotte zijn goed voor één vierde van alle ongevallen in de veehouderij. Vooral kopstoten van al dan niet onthoornde runderen en verplettering en vertrappeling komen het meeste voor. Voorzichtigheid en alertheid zijn de belangrijkste preventiemaatregelen. Als laatste punt wordt de preventie van rugklachten aangehaald. Ongeveer één derde van alle werknemers in België heeft last van rugklachten. De oorzaken van deze pijn kan gezocht worden in het verplaatsten van lasten, lichaamstrillingen en stress… De belangrijkste preventiemaatregelen zijn de aanpassing van de werkpost en afwisseling van de verschillende taken. Een eenvoudige aanpassing van de werkpost bestaat erin om het werkblad in de hoogte verstelbaar te maken, waardoor het werkniveau perfect aanpasbaar is aan de lengte van elke werknemer. Dit is natuurlijk niet eenvoudig voor de veehouderij. Daarom moet men zich trachten te concentreren op het afwisselen van de verschillende taken.
4
Preventie van rugklachten
Ook de stockage kan eenvoudig geoptimaliseerd worden. Plaats alle zware stukken op de hoogte van de heupen. Zich bukken en overstrekken met een gewicht in de handen kan immers leiden tot rugklachten. Ook voor machines aan en af te koppelen bestaan er eenvoudige hulpmiddeltjes zoals een karretje. Op deze manier is ook de orde in het atelier beter te garanderen. Gemakkelijk toegankelijke ruimtes zorgen ervoor dat er ergonomischer voor de rug gewerkt kan worden. Als men door de knieën kan buigen wordt de rug ontzien, waardoor rugklachten minder snel optreden. We kunnen concluderen dat veiligheid een manier van handelen is, meer bepaald na te denken alvorens over te gaan tot het handelen. In tegenstelling tot wat de meesten denken, verhoogt de veiligheid ook de arbeidsefficiëntie, waardoor ook de rendabiliteit van het bedrijf toeneemt.
5