Hooglandse Nieuwe informatieblad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia
negende jaargang, nr. 6 december 2013 € 2 (gratis voor leden)
aanbidding Hooglandse Nieuwe december 2013 |
1
9e jaargang, nummer 6, december 2013
Rapenburg 100 2311 GA Leiden 071 - 513 4558
€ 2 (gratis voor leden van de LSE)
[email protected] www.ekklesialeiden.nl www.rapenburg100.nl
Hooglandse Nieuwe is het blad voor alle geïnteresseerden rondom de Hooglandse Vieringen van de Leidse Studenten Ekklesia. Het verschijnt zes maal per jaar.
De aanbidding van de Drie Koningen Adam Dirkszn. ca.1520, Rijksmuseum, Amsterdam
Redactie Bep van Houten, Tine van Iren, Job van Keulen, Wim Schouten, Edo Schraa, Jan Slotboom, Myranda Wilbrink, René Fraters Opmaak Jan Slotboom
Een gebedsnoot is een klein bolvormig object dat is gemaakt als hulp middel bij het bidden. Tegelijk is het een sieraad dat aan een rozen krans werd gedragen. Wanneer je de gebedsnoot opent zie je in beide schaalhelften een in palmhout gesneden religieuze voorstelling. Deze gebedsnoot is gevat in een rijkgedecoreerd zilveren armatuur. Openge vouwen tonen de schalen de voorstellingen De geboorte van Christus en De aanbidding door de drie Koningen. Verschillende scenes samen gevoegd in heldere composities in een halfronde schaal met een diameter van slechts 4,8cm!
Kleurenversie downloaden www.ekklesialeiden.nl Abonnement € 20 per jaar Nieuwe abonnees opgeven bij het secretariaat Kopij voor het nummer van 16 februari met het thema 'Creatie' uiterlijk op zondag 2 februari 2014 sturen naar:
[email protected] PASTORES Rob van Waarde, studentenpastor (PKN) 0641935997,
[email protected] Tobias Karsten (Hum. studentenraadsman), 0653583081,
[email protected] Theodorus Wübbels, studentenpastor (RK)
[email protected] Christiane van den BergSeiffert participantenpastor (PKN), 0715125137
[email protected] Henk Schouten, participantenpastor (PKN)
[email protected] 0715218723 Jac van der Hoeven, participantenpastor (RK),
[email protected] 0715224801 Christiane BerkvensStevelinck, academie predikante (Rem.),
[email protected] 0102298774, www.moederoverste.nl VERENIGING LSE Zie: www.ekklesialeiden.nl Dagelijks bestuur: Amos Kater,
[email protected] Marga Bakker, vicevz,
[email protected] Wim Schouten,
[email protected] Johan de Groot,
[email protected] REKENINGNUMMERS NL66 INGB 0004 8198 29 Vereniging LSE voor alle vrijwillige bijdragen voor lidmaatschap: € 25 (studenten € 12,50) per jaar NL42 INGB 0003 3133 66 Stichting Diaco naal Fonds Hulpverlening LSE voor alle dia conale giften. Beide rechtspersonen zijn erkend door de fiscus. Uw giften zijn aftrekbaar.
2 | Hooglandse Nieuwe december 2013
En verder: 19 Overzicht Hooglandse Vieringen 20 Mededelingen van het bestuur Algemene ledenvergadering Nieuwe series op maandag en donderdagavond 21 Joop Brons lid van verdienste Kind & geloof LSEborrels 22 De inspiratie van Inka Zahn 23 Hoogstpersoonlijk Mar Bakker (19322013) Piet Krispijn (19252013) Gedoopt op 8 december 24 In gesprek met Joop Brons Monique van der Gaag 25 Actief en informatief Dankbrief Bolivia Uitgangscollecten Leden Stuurgroep Diaconie gevraagd 27 Dank Hospice Issoria Stichting Present Leiden 28 Financiën Catharina van Alexandrië 29 Socrates71 trapt af 30 Kinderpagina
Dit nummer is opgemaakt met het gratis programma Scribus onder het gratis besturingssysteem UBUNTU
redactioneel Wim Schouten bij zijn huwelijk op 14 december 1973 met Elly Bakker
Wim Schouten
V
orige week wandelden mijn vrouw en ik, enkele dagen voor ons veertigjarig huwe lijksfeest, tussen de resten van het oude Efese. Daarbij moest ik denken aan wat Paulus aan de Efeziërs schreef over hoe echtgenoten zich tot elkaar dienen te verhouden. Paulus draagt de man op zijn vrouw lief te hebben, en de vrouw om de man te gehoorzamen. Goed idee van Paulus, dacht ik, om liefde en ge hoorzaamheid gescheiden te houden. Want liefde maakt blind, en blinde ge hoorzaamheid is levensgevaarlijk. Aanbidding, het thema van dit num mer, betekent voor mij zo veel als de combinatie van liefde en gehoorzaam heid. Daar moeten we voorzichtig mee zijn. Dus weg met alle gouden kalveren en de heilige koeien. Want aanbidding van een persoon, een systeem, een object of wat dan ook kan gemakkelijk leiden tot het miskennen van je eigen verantwoordelijkheid. Dat is de rode draad die veel van de bijdragen aan dit nummer met elkaar verbindt. Heel expliciet daarin is Rob van den Boom, maar het is ook te vinden bij Hans Op schoor die in navolging van Habermas schrijft over de autonome systemen van markt en staat die in onze persoonlijke leefwereld indringen, en ons de zeg genschap over en de verantwoordelijk heid voor ons eigen bestaan dreigen te ontnemen. De schrijvers van de groene catechismus komen daartegen in op stand. Niets hoeft volgens hen een mens te verhinderen om zijn eigen praktische keuzes te maken op weg naar een duurzame wereld. Luit Buurma laat zien hoe bij die praktische keuzes steeds al lebei de kanten van een medaille moe ten worden meegewogen. Op een bijzondere manier sluit Theo dor Wübbels aan op het betoog tegen aanbidding en aanbeden worden waar dat leidt tot miskenning van eigen ver antwoordelijkheid. Hij legt de nadruk op het radicale en rebelse van Jezus en
wordt kribbig wanneer die aanbeden wordt als een onmondig kind zonder dat in het perspectief te plaatsen van zijn dood als gekruisigde oproerkraaier. Op een andere manier komt de rode draad tevoorschijn bij Christiane Berk vens, die ervoor waarschuwt om het niet bij aanbidding te laten, maar dat als een startpunt te zien. Want waar aanbidding leidt tot het miskennen van eigen ver antwoordelijkheid, leidt aanbeden worden tot het ermee opgezadeld worden; iets waar niemand op zit te wachten. Blind liefhebben en gehoorzamen, aanbidden dus, vervreemdt je van je ei gen verantwoordelijkheid voor je keuzes en je daden. Het vervreemdt je ook van wie en wat je ten diepste bent. Je raakt, zoals Hans Feddema betoogt, afge scheiden van je bron, van datgene in je dat je verbindt met al wat leeft. Soms doe je dat onbewust. Dan is het goed wanneer Jenneke van der Wal’s kerstster of Anne Taal’s kapotte smartphone hen weer bij de les brengen. In onze Ekklesia worden wij in de zon dagse diensten ook bij de les gebracht. Met of zonder Huub Oosterhuis helpen die diensten me om heilige huisjes af te breken. Ze helpen om je bewust te ma ken van wat je onbewust aanbidt en je aldus afhoudt van wat je bent en van wat van je verwacht mag worden. Bij al deze waarschuwingen tegen het aanbidden blijft toch in deze kersttijd de melodie van “venite adoremus…” in mijn hoofd rondzingen. Maar wat of wie komen we dan toch aanbidden? Dat is de Enige Eeuwige die, hoe sneu dat ook is voor de door René Fraters tot leven gewekte Aninoüs, in navolging van Jezus aanbidding toekomt. Omdat ze je de weg wijst naar wie je bent en wat je verantwoordelijkheden zijn, omdat ze je verbindt met alles en iedereen op aarde, omdat ze je helpt om te komen tot het maken van de juiste keuzes in je leven. Omdat ze je zoals Inka Zahn stemt tot inzicht in en dankbaarheid jegens dege nen die je begeleiden op je levenspad. Begeleiders die je helpen te ontdekken wie je werkelijk bent, wat je ten diepste wilt en die je de ruimte bieden om je ei gen verantwoordelijkheden op je te nemen. Die ware begeleiders kan je lief hebben als jezelf, maar die moet je niet gaan aanbidden. Zelfs niet wanneer je er veertig jaar mee getrouwd bent.
In dit nummer over
Aanbidding
3 Redactioneel Wim Schouten 4 Komt laat ons wie aanbidden Theodor Wübbels 5 Aanbidding 6 Aanbidding Christiane Berkvens 7 Mijn smartphone en ik Anne Taal 8 Waarden of koopkracht Hans Opschoor 11 Aanbidden, is dat niet je verantwoordelijkheid ontlopen? Rob van den Boom 12 Gij hebt van mijn huis een 'Oosterhuis' gemaakt Sytske Visscher 14 Een ander geluid over de teksten van Oosterhuis Harry van der Horst 16 Een gierzwaluw belichaamt mijn verhaal Luit Buurma 18 Het kerstkind aanbidden? Hans Feddema Prioritijd en helderheid Jenneke van der Wal
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
3
aanbidding
Komt laat ons wie aanbidden?
Theodor Wübbels
W
ie kent tenminste het deuntje 'venite adoremus' niet? Het is een van vele internationale kerke lijke kerstknallers. Deze woorden zijn geba seerd op Mattheüs 2:11, waar over 'wijzen uit het oosten' staat: “Zij gingen het huis binnen, zagen er het Kind met zijn moeder Maria en op hun knieën neervallend betuigden zij het hun hulde.” Waarschijnlijk hebben de oosterlingen de kleine Jezus niet bejubeld in het westerse Latijn. Dat is iets van later. Zo is ook het evangelie achterom geschreven: het begon met de kruisdood en verrijzenis van een zekere Jezus. De volgende vraag was: wie was die gekruisigde en waarom werd hij gekruisigd? Pas de laatste vraag is: wat is bekend van zijn kindertijd? Hoe was hij als baby? Uiteraard hebben de kindheidsverhalen maar één doel: ze willen laten zien dat de verguisde rebel ook als kind met te genstrijdige projecties werd omgeven. De op Romeinse snit gekruisigde oproerkraaier, door zijn vijanden spottend als 'koning der Joden' betiteld, was ook als kind al ongewenst. De kindermoord en de vlucht naar Egypte verbinden hem aan de grote Mozes die ook aan een kindermoord ontkwam. Het tegendeel is ook waar: de als verrezen verklaarde held, die door de trouw aan zijn opties Gods persoonlijke liefde openbaarde, was daarom bij zijn geboorte al omgeven door engelengezang, eenvoudige herders en neerknielende magiërs. Ik vind deze volgorde belangrijk: denken vanuit Pasen naar Kerst. Het ondermijnt al het kerstsentimentalisme. Misschien is kerstmis zo’n populair feest omdat een baby wel een stem heeft, maar niet kan praten. Een baby kan wel huilen en worden opgetild, gezoogd en geknuffeld, maar heeft nog geen mening. Precies die had Jezus wel. Een baby wordt in slaap gewiegd, maar Jezus riep juist op tot waakzaamheid. De fixatie op 'baby Jesus' kan leiden tot in
4 | Hooglandse Nieuwe december 2013
fantilisering en kleinering van een uitgesproken subversie veling die precies dít niet wil. Zoals de kruisiging bedoeld was om Jezus de mond te snoeren, kan dus Kerst als sentimentele kraamvisite dat ook! Jezus wordt wel recht gedaan als er een link wordt gelegd tussen de vraag van de wijzen uit het oosten (“Waar is de pasgeboren koning der Joden?”) en zijn doodsvijanden. Ook die vielen immers voor Jezus op de knieën, zeiden: “Gegroet koning der Joden” en bevestigden “Dit is Jezus, koning der Joden” boven zijn hoofd als reden van zijn ver oordeling (Mt 27: 2937). Komt, laat ons Hem aanbidden. Wie? Een goddelijk mens die van uitgestotenen het middelpunt maakt, die schone schijn ontmaskert, die dubbele moraal onthult, die radicale mededeelzaamheid sanctioneert, die vooroordelen neutrali seert, die zijn liefde bewijst door niet altijd een lieverdje te zijn, die zich kapot laat maken om anderen te helen, die subversief en provocatief durft te zijn en dat 'rijk Gods' noemt, die heilige huisjes profaneert en gelooft in vuile handen. Deze goddelijke luis in de pels van de mensheid verdient het om aanbeden te worden. Hij openbaart hoe God is. Hij verdient het om geboren te worden! Bovenal verdient hij volgelingen. Het is goed kerstmis te vieren, hoewel… het nog altijd levensgevaarlijk wordt als we Jezus werkelijk serieus nemen.
Dr. Theodor Wübbels mhm, rk priester, werkt als studenten pastor (H. Catharina van Alexandrië Parochie) met een na druk op de locatie Leiden en maakt ook deel uit van het pastorale team van de Sint Jan de Doper Parochie (Gouda, Waddinxveen, Bodegraven, Boskoop, Moordrecht en Reeuwijk).
Aanbidding
T
ijdens de Romeinse keizertijd zijn er maar twee mannen (die niet tot de keizerlijke familie behoorden) officieel tot God uitgeroe pen. Ik ben er één van, de andere is natuurlijk Jeshoea ben Joseef. Een ob scure rabbi uit onze provincie Judaea. Hij was een forse donkerharige timmer manszoon, ik daarentegen was slank, blond en zeer mooi van uiterlijk. Hij was het symbool van gerechtigheid en universele liefde. Ik stond voor eroti sche aantrekkingskracht en persoonlijke liefde. Toch ben ook ik door een keizer tot God uitgeroepen. Hoe heb ik dat voor elkaar gekregen? Hier volgt mijn verhaal, het verhaal van de Griekse jongen Antinoüs. Tijdens een inspectiereis door de pro vincie Bythinia (in het huidige Turkije) bezocht keizer Hadrianus Augustus (117 – 138) de stad Claudiopolis. Mijn vader was schatrijk en de bestuurder van deze stad. Toen de keizer mij tijdens de offi ciële receptie zag, sloeg bij hem de bliksem in. Het was liefde op het eerste gezicht. Daar werd in mijn tijd geen probleem van gemaakt. Dat een iets oudere man verliefd kon worden op een jonge man, dat was in de Griekse cul tuur een vanzelf sprekend iets. Dat vond iedereen normaal zolang bepaalde regels in acht werden genomen. Ik verliet mijn familie en reisde met de rusteloze keizer mee. We waren geluk kig. Ik genoot van het leven. Het leek alsof het altijd zo zou zijn. Bij de Goden, wat was ik jong en naïef. De keizer was erg populair, vooral bij zijn soldaten. Hij at en leefde zoals zij. Als zij door weer en wind marcheerden, dan marcheerde hij mee. Zo trok hij door het gehele rijk. Maar op zekere dag openbaarde zich bij hem een ernstige hartkwaal. De bes te doctoren werden geraadpleegd. Ik keek naar hun gezichten als ze de ziekenzaal verlieten. En ik wist instinc tief: “Dit is niet goed, dit is helemaal niet goed…” Een intense droefheid be ving mij. Ik kon mij een leven zonder hem niet voorstellen. Ik aanbad die man, deze keizer. We waren, toen dit gebeurde, in Aegy
tos (Egypte). De keizer, die erg geïnte resseerd was in esoterie, raadpleegde diverse orakels maar ook hier waren de voortekenen ongunstig. Op zekere dag kwam de hogepriester van Oeser, (Osi ris, de machtige God van het dodenrijk) op audiëntie. Een lange magere man met een gladde schedel. Hij zei dat de keizer misschien door de Goden ge spaard zou worden, als hij datgene zou offeren dat hem het meest dierbaar was. Ik zat naast de keizer, op de grond, toen deze fatale woorden werden uitgespro ken. En ik wist wat mij te doen stond. Ik heb dit niet met mijn zieke vriend overlegd. Het was mijn (geheime) be slissing.
naam zou krijgen greep de hofhouding in. Men vond al deze eer voor een jonge man van geen enkel belang over the top. Basta! Twee eeuwen later kwam de klad in de aanbidding van mijn persoon. Opnieuw was er een soldatenkeizer die een ge storven jonge man tot God voor het ge hele rijk uitriep. De keizer was Con stantijn de Grote, de man: Jeshoea ben Joseef. Alleen nu liep het verhaal an ders. Deze Jeshoea kwam niet onze rij en versterken, nee, hij verdrong ons Goden allemaal. Er mocht nu nog maar één God zijn, in plaats van velen. En zo moest ik toezien hoe ik een tweede dood stierf. Mijn tempels werden ge sloten, mijn beelden werden stukgesla gen, en mijn naam werd overal uit gehakt. Ik verdween uit het collectieve geheugen. Toch vreemd wat die christenen mij aandeden want heb ik niet gedaan wat hun leraar ooit had gezegd: “Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.” Hebben hij en ik niet ons leven gewijd aan de liefde, tot de dood aan toe?
Gelukkig kreeg ik toch nog eerherstel. Door de archeologie kwamen werkelijk Op de vroege ochtend van 24 oktober in honderden beelden van mij tevoor het jaar 130 (de feestdag van de Grote schijn. En de geleerden gingen op zoek God Osiris) sloop ik weg. Ik rende naar naar een naam en een verhaal. Zo kwam de Nijl en wierp mij in het kolkende ik weer tot leven. En nu komt het water. In de hoop dat mijn dood, de kei mooiste. Door het internet herleven de zer verlenging van leven zou schenken. oude Goden en Godinnen. Er zijn men Ik was pas 19 jaar oud. Na een paar da sen die weer de oude heidense cultus in gen werd mijn opgezwollen lichaam ere herstellen. Zij richten daarvoor op gevonden. De keizer was ontroostbaar. het internet virtuele tempels op. En tot Mijn offer was tevergeefs, de keizer mijn onuitsprekelijke vreugde, de gay herstelde niet. community deed dat ook voor mij. Dus, Na een periode van hevige rouw her allen die gevoelig zijn voor lichamelijke pakte de keizer zich. En Hadrianus nam schoonheid en gezonde (levens)lust, een uniek besluit. Mijn daad van on bezoekt mijn tempel en werpt u vol baatzuchtige liefde had hem zo geraakt vreugde in aanbidding voor mij neder. dat hij mij per decreet verhief tot een Offert rijkelijk wierook en bloemen. God. Steden kregen mijn naam, in het Dan zal ik u zegenen, alle dagen van uw gehele rijk werden tempels ter ere van leven. mij gebouwd. Waar mensen mijn beeld konden aanbidden. Zodat de herin Zo spreekt de wedergeboren God Anti nering aan mijn schoonheid en goed noüs, de Eromenos (vriend) en minnaar heid niet verloren zou gaan. De keizer van de Goddelijk keizer Publius Aelius wist van geen ophouden. Toen hij be Traianus Hadrianus Augustus. Gegroet. sloot dat een sterrenbeeld ook mijn Hooglandse Nieuwe december 2013 |
5
Wouter Pietersz. Crabeth II, de aanbidding van de Wijzen
Aanbidding Christiane BerkvensStevelinck academiepredikante
kribbe, maar wel in dezelfde stijl. En dat viel in het geheel niet mee! Grote beelden, met landelijke herders en ij het woord aanbidding denk plechtige koningen zijn niet gemak je als rechtgeaarde katholiek kelijk te vinden. Tenslotte moet een meteen aan de drie koningen aanbiddende koning echt aanbiddend (voor protestanten de drie Wijzen) die lijken! naar Bethlehem gingen om een kraam Maar er werd waarachtig in Noord bezoek te brengen aan het kindeke Holland een kribbe gevonden, vervaar Jezus. Ik zeg het opzettelijk zo omdat digd door verstandelijk gehandicapten Drie Koningen (la fête des Rois) in Bel aldaar, en deze kribbe was precies wat gië met name voor kinderen belangrijk wij wilden. Echte koningen, in aanbid was. Op 6 januari kwam la galette des ding verzonken, twee blanken en een Rois (koningsbrood) op tafel, met de zwarte, zoals het hoort. verborgen fève (boon). Het kind dat die Bij het uitpakken van de herdertjes boon kreeg, was koning voor de dag. (die lagen bij nachten, hoewel ze te Het rijke Roomse leven was voor genwoordig dat niet meer mogen), ont kinderen soms heel erg leuk. Op die dag stond enig rumoer. Er waren… VIER verdwenen ook de kerstboom, de herders. Hele grote. Normaliter zijn ze kribbe, de herders en de aanbiddende met zijn drieën, maar goed, zo kon er Wijzen tot de volgende advent. Bij het tenminste ongestraft één stukvallen. inpakken, viel regelmatig een van de Daar lag het probleem niet. Nee: de personages van de kribbe op de grond. vierde herder was …. zwart! Verbazing De familiekribbe bleek vorig jaar dus alom: mocht dat wel? Een zwarte aan danig gehavend dat er iets moest gebeu biddende koning is geen probleem, ren. Een herder was een been kwijt, de want dat is een koning. Maar een zwarte koning miste een arm, zijn herder, wellicht door zijn blanke bazen kameel de helft van zijn kop en alle onderdrukt? We vroegen ons af of de schapen liepen mank. Het was geen VN er niet bijgehaald moesten worden. gezicht! Met pijn in het hart werd be Maar neen, vanaf nu komen hier in huis sloten op zoek te gaan naar een andere vier herders en drie koningen langs, vijf
B
6 | Hooglandse Nieuwe december 2013
blanken en twee zwarten: een rainbow nation. Aanbidding is een begrip dat wellicht niet meer zo vaak voorkomt. Je raakt in aanbidding voor schoonheid, voor goedheid, ook voor de laatste BMW... Ook heiligen worden aanbeden. Oude en nieuwe heiligen. Je kunt hen als voorbeeld volgen, van hen iconen ma ken die je inspireren, je kunt tot hen bidden of hen aanbidden. Maar aan dat laatste hebben ze geen behoefte. Gandhi, Moeder Theresa, Maarten Luther King, Nelson Mandela: deze moderne heiligen moesten er niets van hebben. Aanbeden worden: ze haatten het! Dezelfde reactie nam ik waar in de in terviews die ik voor mijn nieuwe boek maakte van gehandicapten. Geconfron teerd met andermans bewondering, re ageren ze als door een wesp gestoken. Zoals John Stoop, de man die nadat hij het zicht verloor de marathon van Rot terdam met zijn blindengeleidehond uitliep en met een paar medestanders Running blind oprichtte, een vereniging waarin blinden, slechtzienden en hun buddy’s met groot plezier hard rennen of wandelen. Er zijn nu afdelingen in Rotterdam (waar ik met veel plezier bij
aanbidding zit), Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Apeldoorn. (Leiden, kom op!). Aanbidding is, naar mijn mening, een tijdelijk gevoel van verwondering en bewondering. Je wordt bewust van iets ontzagwekkend. Maar dat moet wel tijdelijk blijven. Want aanbidding kan, als het daarbij blijft, verlammend werken. Het is een startpunt, geen eindpunt. Hetzelfde geldt voor de bewustwor ding van beperkingen. Een ontzagwek kend moment. Maar ook een startpunt. Dat is wat ik heb geprobeerd duidelijk te maken in Een witte stok met GPS. Spiritualiteit van de beperking. Mei nema 2013. De LSE komt in het boekje voor, in de persoon van een van onze oudstudenten, Mathilde. Van haar leerde ik mij minder te storen aan alle blinden, doven en kreupelen die in de Bijbel genezen worden, en aan de on telbare liederen die daarover gaan. Een jonge wijze! Laten we aan het begin van het nieuwe jaar, in een nummer gewijd aan aanbid ding, ons voornemen om het moment waarin we nu leven als een startpunt te beschouwen. We hebben tenslotte nog een marathon te lopen…
PS: Ik heb gemerkt dat velen in de LSE het interview dat de EO met mij over dit boekje maakte op 17 november jl, hebben gehoord. Het is te beluisteren op de site www.eo.nl/ditisdezondag.
Mijn smartphone en ik Anne Taal
onmisbaar onderdeel van het leven. Op het moment dat ik hoorde dat ik en aantal maanden geleden mijn telefoon zou moeten inleveren, moest mijn smartphone voor schrok ik natuurlijk wel, want ook ik reparatie terug naar de was van mening dat dit de verbinding fabriek, omdat het geen verbinding was met de mensen waarvan ik hield, meer kon maken met wifinetwerken. maar ik voelde me ook opgelucht. Ik zat opeens twee weken zonder mijn Opgelucht, omdat ik twee weken geen mobiel en had er ook geen vervanging slaaf zou zijn van mijn telefoon, van toestel voor. Grappig genoeg, vond constant maar bereikbaar moeten zijn. mijn omgeving dit eigenlijk een groter Een excuus om meer tijd aan mezelf probleem dan ikzelf. 'Hoe kan ik je te besteden. dan bereiken?', vroegen ze, lichtelijk En dat laatste heb ik gedaan. Ik be in paniek. gon weer dingen te doen waar ik van Ik vind het interessant om te merken genoot. Naar het bos, om daar lekker hoe snel zoiets nieuws als een te wandelen. Tekenen. Geen korte smartphone geïntegreerd raakt in de sms'jes met mijn moeder, maar lange, samenleving en mensen vergeten dat hearttoheart emails. Ik werd in dat ze ooit zonder hebben geleefd. Ikzelf opzicht een veel gelukkiger mens: ik ben pas sinds twee jaar in het bezit begon me eindelijk weer echt verbon ervan en heb me er daarvoor ook lang den te voelen met de wereld, met mijn tegen verzet. Ik kan mij nog prima omgeving en de mensen om mij heen. voor de geest halen hoe ik zonder kon Hoe meer dagen er voorbij gingen, – ik ben zelfs van een generatie die hoe beter ik mij voelde. Ik ging meer nog zonder internet heeft geleefd. mee in de flow van het leven en luis Pfoe! Ook toen konden we gewoon terde beter naar wat ik zelf wilde. Ik met elkaar communiceren, leefden we leefde, om het maar op een moderne niet in totaal isolement en waren we manier te zeggen, in het nu. Een in op de hoogte van wat er in de wereld tuïtievere manier van leven, omdat ik gebeurde. me niet liet leiden door de bliepjes Als je geen smartphone hebt, dan tel van mijn telefoon. je niet meer mee. Dat heb ik op een Ik heb me natuurlijk ook eenzaam harde manier moeten leren: toen ik gevoeld in die paar weken, maar ik geen mobieltje meer had, hoorde ik leerde dat ik mezelf ook heel fijn van niemand nog iets – omdat het gezelschap vind en dat het helemaal moeite kostte om contact met me op te niet erg is om een paar stappen terug nemen. Begrijp me niet verkeerd, ik te nemen. Toen het er eenmaal op neem het ze niet kwalijk. Ik merk bij neerkwam, zag ik zelfs op tegen de mijzelf ook, dat wanneer iemand geen hereniging met mijn telefoon. Ik denk mobiele telefoon heeft, ik ook veel dat het helemaal geen gek idee is om minder snel geneigd ben de moeite te af en toe eens zonder je telefoon te doen. Het probleem van de smartpho leven, al is het maar voor een paar ne is, is dat het alles begint te vervan uur, als je die ene vriendin weer ziet gen. Hiervoor hadden we voor ieder die je al lang niet gesproken hebt, of doel een ander apparaat: een telefoon als je een fijne wandeling gaat maken. om te bellen, een computer voor in Het is helemaal niet erg om af en toe ternet, een televisie voor vermaak en geen afleiding te hebben, of onbereik een krant voor het nieuws. baar te zijn. Door een stapje terug te De smartphone vervangt al deze ap nemen, zie je het totaalplaatje. Dan paraten en wordt daarom aanbeden, kom je er misschien achter wat echt het is voor veel mensen een schijnbaar belangrijk voor je is.
E
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
7
aanbidding
Je kunt niet God dienen en Mammon
Waarden of koopkracht
Hans Opschoor
O
nlangs heeft Paus Franciscus in een pauselijk schrijven (Evangelii gaudium) 'nee' gezegd tegen een economisch systeem van uitsluiting en ongelijkheid, tegen de 'afgoderij van het geld' en het dicta torschap van een onpersoonlijke eco nomie zonder menselijk doel, en tegen een financieel systeem dat dicteert in plaats van te dienen. Hij ziet een ideo logie die een absolute autonomie poneert van het marktmechanisme en die via de zucht naar winst alles ver slindt dat kwetsbaar is, in maatschappij en milieu. Hij duidt die ideologie als: aanbidding van het gouden kalf – een oudtestamentisch beeld. Een soortgelijk beeld is dat van 'mammon' (geld, rijk dom) waarbij Jezus ons voorhield dat je niet God kunt dienen én Mammon. Aanbidden wij – of dominante delen van onze maatschappij – geld, markt, bezit? Gelden menselijke waarden of heerst de koopkracht? Markt en algemeen belang In het voetspoor van denkers als De Mandeville en Smith gaat de economie ervan uit dat de markt grosso modo het algemeen belang dient door een veel heid van goederen te brengen bij diege nen die daaraan behoefte hebben. Dat zou zo zijn, zelfs als mensen slechts hun eigen belang nastreven, mits een aantal omstandigheden (waaronder
8 | Hooglandse Nieuwe december 2013
marktmacht) beheerst worden en een aantal andere zaken (zoals veiligheid en rechtspraak) gewaarborgd zijn. Adam Smith lanceerde daarvoor de metafoor van de invisible hand. En inderdaad: marktwerking bevordert een efficiënte voortbrenging en verhoogt de welvaart in elk geval op korte termijn van diegenen die erin functioneren als pro ducent en consument, mede dankzij zaken als arbeidsdeling en geld als ruil middel. Marktwerking, in de context
Een bijzondere vorm van markt falen is het verschijnsel van de conjunctuurgolven en de depres sies en recessies die daarmee samenhangen. van een sociaal beleid, heeft bewerk stelligd dat Nederland tot de top be hoort van landen als het gaat om men selijke ontwikkeling. Maar de markt dient de aspiraties van marktpartijen slechts naar rato van hun economisch gewicht. En geld kan een bron van slecht beheersbare macht worden. In de praktijk zijn welvaart en welzijn van de velen met weinig of geen macht en koopkracht niet perse gediend, laat staan die van toekomstige generaties en andere stemlozen in de markt. Markten kunnen falen. Een bijzondere vorm van marktfalen is het verschijnsel van de conjunctuurgolven en de depressies en
recessies die daarmee samenhangen. De huidige crisis heeft bovendien duidelijk gemaakt dat er een andere structurele ontwikkeling is geweest die grote zor gen baart: de ontwikkeling van een financiële sector en door die sector ge stuurde internationale geld en kapi taalstromen waartegenover nog te weinig tegenwicht en controlemecha nismen bestaan. Banken worden “too big to fail” en moeten dus maatschap pelijk ondersteund worden (althans: de schade van dat niet doen wordt als nog erger afgeschilderd), en grote multi nationals onttrekken zich aan beleid, gewoon door te dreigen met verkassen van hun activiteiten naar minder scru puleuze landen. Aan de toppen van banken en bedrijven viert groot graaien hoogtij. Steeds meer legt de markt zijn regels op aan de staat en krijgt het be drijfsleven bewegingsvrijheid. Manifesteren de negatieve sociale en ecologische effecten daarvan zich onder onze neus, dan is correctie via politiek en maatschappelijke druk op zijn minst denkbaar. Als het gaat om effecten ver van ons bed (in ruimte en in tijd) dan schiet correctie vaak tekort. De hard nekkigheid van armoede en de strope righeid waarmee de klimaatverandering internationaal maar ook in Europa daadwerkelijk wordt aangepakt, illu streren dit. De toegang tot de vleespot ten is scheef verdeeld, en er zijn er die sowieso niet aan die bakken komen – of
aanbidding
het moet zijn via Voedselbanken of het afstropen van vuilnisbelten. Er schuilt een andere adder in het gras: veel van de problemen die in markteco nomieën zijn ontstaan, zouden in het gangbare denken alleen kunnen worden opgelost door almaar meer economische groei. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid spoorde de Neder landers in 1987 al aan tot stijgende con sumptie als middel tegen door technologische vernieuwing ontstane werkloosheid. En onlangs vroeg Rutte ons meer te gaan consumeren om de re cessie de baas te worden en om met de daardoor aangezwengelde groei en pas sant de collectieve schuldenlast te druk ken. Er zit best waarheid in die state ments, en groei is om allerlei andere redenen diep verankerd in het econo misch systeem en in ons eigen denken. Maar toch wordt te gemakkelijk voor bijgegaan aan de leeuwen en beren die opdoemen op dat groeipad: nog meer opwarming van de aarde, nog meer on gelijkheid. Het vergt wijsheid en slag kracht om te voorkomen dat het middel erger wordt dan de kwaal, en de invisi ble hand ontbeert die. Markt, waardigheid en het gemene goed Franciscus zegt nee tegen uitwassen van het kapitalistische stelsel en spreekt van een afgodendienst van het geld. Hij bouwt voort op de sociale analyse uit de
encyclieken Rerum Novarum van 1891 en vooral Centesimus Annus uit 1991 (na de val van de Muur, toen de kwestie van de economische orde moest worden geactualiseerd) en hanteert taal die je ook vindt in de AccraConfessie van de World Alliance of Reformed Churches (WARC) inzake gerechtigheid in de economie en de aarde uit 2004 en het Agapedocument van de Wereld Raad van Kerken (WCC) uit 2005 over globalisering.
menselijke waardigheid en het na streven van het “gemene goed”, wat aanmerkelijk breder is dan materiële ‘welstand’ of bezit.
Kritiek op het economisch proces en stelsel zijn natuurlijk niet een terrein waarop kerken een monopolie of pri maat hebben. Zulke kritiek stamt al uit vroeg in de 19e eeuw en bereikte met Marx een radicaal hoogtepunt. Een recenter voorbeeld is de sociaalfi losoof Jurgen Habermas. Die ziet maat schappijen (idealiter) als bestaand uit Franciscus zegt nee tegen uitwas personen die hun handelingen op elkaar afstemmen in onderlinge communicatie. sen van het kapitalistische stelsel Zo zijn 'leefwerelden' ontstaan. In die en spreekt van een afgodendienst leefwerelden zijn de economische en van het geld. politieke 'systemen' van markt en staat binnengedrongen. Die opereren auto noom, op basis van een eigen, inherente Dit jaar bracht de Raad van Kerken in rationaliteit, los van menselijke waar Nederland een ‘oecumenische bezin den en doelen. Habermas spreekt van ning’ uit over geloof en economie waar 'kolonialisering' van de leefwereld door in vrees wordt geuit dat de gangbare deze eigenmachtige systemen. Mensen wijze van denken over de economie ervaren hun leefwereld niet langer als verleidt tot 'Mammondienst' aan geld en iets van henzelf, maar voelen zich ver bezit.1) De genoemde documenten be vreemd en onderdrukt. Je kunt die handelen bezit en macht als gouden kalf analyse uitbreiden: diezelfde politieke of gepersonifieerde (liever: gedemo en economische systemen hebben ook niseerde) mammon. Daar tegenover stelt de ecologische onderbouw van die leef bijvoorbeeld de Accraverklaring dat de werelden gekoloniseerd. En globalise economie er is “om de waardigheid en ring heeft bewerkstelligd dat de eco het welzijn van mensen … te dienen nomische systemen de politieke ver binnen de grenzen van duurzaamheid drongen hebben, waarbij de financiële van de schepping”. Franciscus wil dat deelsystemen de overhand hebben ver economische politiek zich richt op de worven. Daardoor zijn geen afdoende Hooglandse Nieuwe december 2013 |
9
aanbidding
checks and balances en is er onvol doende maatschappelijk tegenwicht, met als gevolgen: uitsluiting, vervreem ding, ongelijkheid en onduurzaamheid. Aanbidding, onderwerping of verzet Groeidwang, liberalisatie, marktexpan sie, overconsumptie, bezitsvermeer dering: is hier sprake van een gouden kalf? Zijn marginalisering, schuldaflos sing, afbouw van de verzorgingsstaat, en dergelijke offers daaraan? Rechtvaardigt dit alles een ‘framing’ van steun voor de status quo als af godendienst? En als het 'God' of 'Mammon' zou zijn en we dat laatste af wijzen, wat houdt de keuze voor “God” dan in, in termen van economische stel sels en strategieën? De gebruikte metaforen kunnen over komen als karikaturaal, te ‘theologis tisch’ – de werkelijkheid te zeer door een godsdienstige bril te bekijkend. Trouw (29 nov. 2013) vond de opmer kingen over het kapitalisme te zwart wit, ook al onderschreef men de af wijzing van bijvoorbeeld de maat schappelijke uitsluiting. In plaats van concrete hervormingen te bieden, ver loor de paus zich in “ideologische mij meringen”. Men vond het zinvoller om de markt niet categorisch te veroordelen maar als een gegeven te aanvaarden en haar vervolgens flink te corrigeren. Trouw vroeg om stappen die de zwak sten daadwerkelijk zouden helpen; “met nieuwe rechtlijnigheden schieten zij niets op”. Toch, als agenderings mechanisme kan een wat sterk aangezet verhaal heel nuttig zijn. Bovendien, je waardering voor deze kijk op de eco nomie kan afhangen van je positie ten opzichte van de plek waar de vleespot ten staan. De armsten, zullen eerder ge neigd zijn tot radicaler uitspraken en nuances terzijde schuiven. De Accra confessie is bewust geschreven vanuit de optiek van de gemarginaliseerden. Middenklassen (en die komen ook op in veel ontwikkelingslanden) zien hun materiële posities verbeteren en de scherpe randen van ongeremde markt
werking al zodanig afgevijld worden, dat voor hen de voordelen van markt werking de nadelen overtreffen. Mede daarom is het tegenwoordig politiek/ maatschappelijk 'correct' om erop te wijzen dat de ondernemingsgewijze productie en marktwerking voordelen brengt. Ook de encycliek Centesimus Annus besprak de wenselijkheid voor arme landen van 'een billijke toegang' tot de internationale markt, als opstap tot ontwikkeling.
proces aan maatschappelijk gestelde banden te leggen en zo socialer en eco logisch inpasbaarder te maken – lokaal, nationaal en internationaal. Verdere reflectie op deze aspecten van het denken over de samenleving is van belang. Hoe kunnen afdoende ecologi sche en culturele grenzen aan economi sche groei worden opgelegd en tegelijk een materiële basis voor ontplooiing worden geboden? Wat mag en moet de rol van ondernemingen zijn in een maatschappelijk ingekaderd economisch Het is zaak die 'correctheid' te overstij proces? Wat kun je verwachten van gen. Als we met of naar analogie van ontwikkelingen als 'maatschappelijk verantwoord ondernemen'? Hoe om te gaan met schulden die op mensen en Waar vinden we de spiritualiteit landen kunnen drukken en die vaak om ons te blijven inzetten voor de buiten hun toedoen zijn ontstaan? Wat is zo gewenste verandering in maat de rol van de overheid, nationaal, con schappelijke structuren? tinentaal, wereldwijd? Wat is die van onszelf als maatschappelijke actoren: als burgers, als consumenten, als ac Habermas mogen spreken van een (qua tivisten? Waarom is het ondanks de in si)autonoom systeem dat ons zijn logi zet van velen al zo lang nog steeds niet ca oplegt, dan zal aanbidding of adora gelukt om een robuuste, solidaire en tie (in de vorm van een warme aanvaar duurzame samenleving op te bouwen in ding ervan en inzet ervoor) hooguit landen als het onze? En, niet op de gelden voor degenen wier belangen laatste plaats: waar vinden we de spiri erdoor gediend worden. Anderen zullen tualiteit om ons te blijven inzetten voor zich er eerder naar voegen of aan on de zo gewenste verandering in maat derwerpen. Voor hen die dat laatste schappelijke structuren? knarsetandend doen, is er de optie om te zoeken naar mogelijkheden om zich te 1) Alle genoemde documenten zijn bevrijden uit de greep van die machten. Om tegenmacht te zoeken en te vestigen downloadbaar en gemakkelijk te vinden; in maatschappelijke controlemechanis de brochure van de Raad van kerken is Bezinning nr. 44, 2013. men die van 'de markt' weer een be heerst instrument maakt voor maat Een uitvoerige analyse van de economie schappelijke doelen. Dat is nogal een in de teksten van WARC en WCC kan worden gevonden in: Opschoor, J.B. opgave. Het gaat om verzet tegen een (Hans) 2005. Neoliberaal kapitalisme, economisch systeem dat van de markt gerechtigheid en duurzaamheid: de Accra een autonoom instituut wil maken en de Declaratie van de World Alliance of Re macht van het kapitaal verabsoluteert – tegenwoordig vooral het financiële ka formed Churches, in OIKOS: Globalisering en Belijden, Boeken pitaal, in plaats van een economie als centrum/OIKOS, ook te downloaden van: politiek te besturen middel voor het re http://www.opschoor.com (index). aliseren van menselijke doelen. Soms zie je niet goed hoe dat zou kunnen, zie je het draagvlak er niet voor, of vrees je voor bepaalde consequenties. Het Aga J.B. (Hans) Opschoor is emeritus hoogle pedocument schetst verschillende raar milieueconomie aan de Vrije Universi mogelijkheden om het economisch teit en het Institute of Social Studies.
10 | Hooglandse Nieuwe december 2013
aanbidding
Aanbidden, is dat niet je eigen verantwoordelijkheid ontlopen...? Rob van den Boom
W
anneer was de laatste keer dat ik het woord aanbid ding gebruikt heb? Heb ik het eigenlijk ooit gebruikt? Wat bedoe len we met 'aanbidding'? En kan 'aan bidding' waargenomen worden, is het zichtbaar in deze postmoderne samen leving? Immanuel Kant zei: "Concepten zonder waarneming zijn leeg; waarne ming zonder concepten zijn blind." Het conceptuele eerst dan maar. Wat verstaan we daaronder? Wat wordt aan beden en waarom? Er zijn tal van voor beelden bekend, of denkbaar, zeer di vers van aard en verschijningsvorm. Maar misschien is er tenminste één algemene en opvallende karaktertrek: het grote verschil tussen de aanbidder/ subject, die neerbuigt, neerknielt voor het aanbedene/object. Blijkbaar heeft het object zoveel betekenis of macht dat het subject zijn/ haar lot in diens handen wil leggen. En dat in de hoop dat het aanbeden object kan helpen bij het op lossen van een bepaald probleem, of het beheersen van de grillen van het toeval. Blijkbaar gelooft en hoopt de aanbidder dat dankzij de aanbidding de rollen zich zullen verwisselen: in reactie op het ge bed zal het aanbedene handelend op treden (dus nu als subject) om de aanbidder (nu als object) te helpen bij diens specifieke nood.
lot willen leggen en die wij dus 'aan bidden'? Een object of een ritueel wat ons houvast geeft? Ik denk meteen aan onze 'heilige koe', de auto, waar we ons volstrekt afhan kelijk van hebben gemaakt. De meesten van ons kunnen zich klaarblijkelijk geen leven meer voorstellen zonder dit stuk technologie. Wij aanbidden het want het verschaft ons 'vrijheid', zo wordt veelal gesteld, maar in werkelijk heid lijken we eraan verslaafd, zoals een junk aan zijn drugs…...
Laten we de betekenis van 'aanbidding' iets ruimer nemen. Voor de apostel Pau lus is aanbidding geen specifieke religi euze handeling, maar een religieuze manier van leven: de ware aanbidding van een godheid omvat in zijn visie elk aspect van iemands leven. In een brief aan de Korinthiërs schrijft hij immers: „Hetzij gij daarom eet of drinkt of iets anders doet, doet alle dingen tot Gods heerlijkheid.” (1Kor 10:31). Doorvertalend naar onze maatschappij en onze tijd: onze manier van leven, is dat tot Gods heerlijkheid? Ik ben ge neigd te denken (het voorbeeld van de heilige koe nu extrapolerend) dat wij leven ter heerlijkheid van het kapitalis tischmaterialistisch systeem, ten koste van de ander (gemarginaliseerden in ons eigen land en elders) en ten koste van de aarde als geheel (onze ecologische voetafdruk lijkt maar niet te willen ver kleinen). Onze 'deus ex machina' is het In de Bijbelse praktijk (maar ook bij ve hedendaagse samenlevingsmodel, waar le andere godsdiensten) werd nogal eens op wij vertrouwen als wij in problemen een (af)godsbeeld aanbeden of vereerd. komen. Een model wat alleen kan be Maar zien we in deze tijden voorbeel staan door gebieden buiten haar grenzen den van aanbidding? Zijn er objecten bovenmatig te exploiteren, en de atmos die boven ons uitstijgen, in wie wij ons feer te vergiftigen.
Zelfs paus Franciscus sprak in zulke termen. Hij hekelde onlangs de groei ende kloof tussen arm en rijk, „Het gevolg van ideologieën die de absolute autonomie van de markt en financiële speculatie verdedigen.” De markt wordt als een god vereerd, schrijft hij, en daardoor is 'een nieuwe tirannie' ont staan. De reacties op het overlijden van Nel son Mandela lijken er ook op te duiden dat de goede man (duidelijk tegen zijn zin in) goddelijke trekken had gekregen, een icoon was geworden die wereldwijd aanbeden werd. Al deze moderne vormen van 'aanbid ding' hebben dus iets pervers, iets ver werpelijks, want in essentie duidt het op het ontlopen van de eigen verantwoor delijkheid. Dan spreekt de visie van de apostel Paulus mij meer aan: kunnen wij in onze manier van leven verant woordelijkheid laten zien, om zo het goddelijke te eren? Maar weet ik wel zeker dat een 'deus exmachina' ons stervelingen niet uit de nood kan helpen? Het schietgebedje voor de heilige Antonius, als ik voor de zoveelste keer weer eens iets kwijt ben geraakt, heeft toch vaak tot resultaat dat ik het zoek geraakte voorwerp snel te rug kan vinden. Is dat niet voldoende bewijs?
Rob van den Boom werkte van 2008 tot juli 2012 in La Paz (Bolivia) als diplomaat op de Nederlandse Ambassade en was verantwoordelijk voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking op het terrein van milieu en decentralisatie. Hij was tevens actief als kunstschilder.
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
11
aanbidding
Gij hebt van mijn huis een ‘Oosterhuis’ gemaakt
Sytske Visscher
je opdracht als mens en als christen in deze wereld, namelijk op je eigen wijze en naar eigen vermogen ertoe bijdragen ovenstaande stelling wordt – dat het er op den duur allemaal wat eer zo heb ik begrepen – vooral in lijker en beter aan toe gaat, dat de kloof negatieve zin gebruikt om aan tussen arm en rijk wat minder wordt, te geven, dat de spreker/spreekster niet dat mensenrechten gerespecteerd gelukkig is met het ‘Oosterhuisgehalte’ worden, en dat de aanhangers van de van het muzikale deel van de LSEdien verschillende godsdiensten en partijen sten. Mij is gevraagd te beschrijven in deze wereld eindelijk eens gaan in waarom ik daar nu juist wel over te zien dat je ook vreedzaam met elkaar spreken ben. kunt omgaan in plaats van elkaar het Laat ik beginnen met te zeggen, dat ik licht in de ogen zelfs niet te gunnen. deze stelling negatief of positief uitge Kortom, voor mij zijn het vaak hartver legd – niet goed/volledig vind. Het is sterkertjes na weer een week van juist teveel eer voor één persoon. Als je dat heel droevig stemmende ellende in het nu perse wilt, zeg dan ‘het is een Oos NOSjournaal. Zo mooi als Oosterhuis terhuisHuybersLöwenthalOomen kunnen wij het – meestal – niet zeggen. Heuvelmanshuis geworden’. De Laten we daarom maar dankbaar zijn dichter en de vier componisten mag je – dat hij ons kan helpen die gevoelens te moet je misschien zelfs – in één adem uiten. noemen. De wijze waarop de vier com ponisten de woorden van de dichter ge De wisselwerking tussen teksten en toonzet hebben, versterkt voor mij in muziek draagt voor mij in hoge mate bij hoge mate de kracht van die woorden. aan de waardering voor de Oosterhuis liederen. Opstandige teksten kregen op De liederen van Oosterhuis c.s. maken standige melodieën en begeleidingen. inmiddels ruim 35 jaar deel uit van mijn Beschouwende teksten kregen een leven. In eerste instantie alleen als be melodie en begeleiding, die juist daarbij zoeker van de LSEdiensten, maar al passen. Jubelteksten werden jubelend sinds eind 1981 ook als lid van de op muziek gezet. Schola. Heel regelmatig realiseer ik mij hoe blij ik daar mee ben. Het zijn tek Prachtige voorbeelden van opstandige sten, die je in hedendaags Nederlands teksten zijn voor mij de liederen ‘Die en in hedendaagse beelden bepalen bij zegt God te zijn’ en ‘Niksers, leeg
B
12 | Hooglandse Nieuwe december 2013
hoofden zijn het’. De vierstemmige zet ting van het eerste lied bezorgt mij altijd hartkloppingen. Na het donderende slotakkoord van de piano heb ik vaak een paar seconden nodig om terug te keren naar de werkelijkheid van de zondagse dienst. ‘Niksers’ is van een heel andere orde, maar wat mij betreft niet minder heftig. Het lied is een be werking van Psalm 14, die in de NBG vertaling de titel ‘De overmoed der dwazen’ kreeg. De onberijmde versie is vrij kort en lang niet zo expliciet in de beschrijving van de verkeerde weg die de dwazen (godloochenaars) zijn inge slagen. In de coupletten 1, 2 en 5 en het refrein beschrijft Oosterhuis heel beeldend ‘de gruwelijke en afschuwe lijke misdaden’, de ‘ontaarding van de mensenkinderen’, en de ‘bedrijvers van ongerechtigheden’ uit de onberijmde psalm. ‘Zij zuigen de lucht uit .…. draketanden, angstdromen zaaien zij rond ….. nu nog zijn zij bij machte de arme te honen …..’ In de coupletten 3 en 4 van Oosterhuis vraagt God zich enigszins vertwijfeld af of er eigenlijk nog wel mensen zijn die tegen al dat onrecht op durven te staan en of de dwazen uit de andere coupletten zich wel realiseren, dat Hij uiteindelijk toch aan het langste eind trekt: ‘…. Wisten ze dat ze zouden doodvallen van angst’. Het verschil tussen de twee delen van het gedicht is – wat mij betreft – heel
aanbidding
indringend vormgegeven in de toonzet ting van Bernard Huybers. Enerzijds heftig, soms bijna staccato, anderzijds vloeiend, bijna vilein van vermeende lieflijkheid, maar in de laatste woorden van de coupletten naar het refrein toe weer heel heftig. Een beschouwende tekst als die van het ‘Levensliedje naar Prediker’ (Het ene geslacht gaat en het andere komt) wordt door de voortkabbelende melodie bijna visueel werkelijkheid. Tijdens het zin gen van dit lied zie ik vaak letterlijk de geslachten in een lange rij aan mij voorbij trekken, voel en zie ik de zon op en ondergaan en hijgend, zonder rustpauze, weer opnieuw beginnen. Ik voel – net als tijdens de fietsritjes naar mijn werk in Den Haag – de wind voortdurend uit de andere hoek waaien: ‘Rusteloos wentelend waait de wind, nu naar het oosten dan naar het westen’. Zuid als je graag noord gehad zou hebben en omgekeerd. Daar kun je cha grijnig van worden, maar je kunt ook gewoon genieten van het feit dat er midden in de Randstad nog zo’n mooie fietstocht te maken is, al heb je regel matig wind tegen. Kortom, denk ik dan met de laatste coupletten van het lied, laten we vooral proberen te genieten van de mooie dingen en allemaal op onze eigen wijze ‘doen wat onze han den vinden om te doen’.
Jubelende teksten als van Psalm 150 in de woorden van Oosterhuis ‘Eeuwige hier nu’ en ‘Die mij droeg op adelaarsvleugels’ laten je na het slot akkoord als zanger ademloos achter. De zettingen van respectievelijk Antoine Oomen en Tom Löwenthal geven zo’n extra dimensie aan deze liederen, dat het zingen ervan je altijd weer vrolijk stemt. Ook op heel andere manieren kunnen bepaalde Oosterhuisliederen je de rest van je leven bijblijven. De eerste keer dat ik als Scholalid mee zong in een begrafenisdienst stonden we met een klein groepje Scholaleden achter het altaar van de rooms katholieke kerk van Zoeterwoude Rijndijk. Terwijl de kist de kerk werd uitgedragen zongen wij ‘Gij die ons in dit leven hebt geroepen’. Dit lied is bedoeld als voorbede. Heel letterlijk voelde ik dit gebed toen slaan op dat groepje zangers dat ‘eenzaam’ achter bleef in die grote kerk: ‘Doe ons toebe horen aan elkaar ….. stel ons aansprakelijk voor mensen ….. dat ons niet begeeft de kracht tot liefde ….. dat meedogendheid en wijsheid in ons midden groeien zal’. Het voelde bijna als een opdracht van de overledene aan de achterblijvers, die het nog een poosje met elkaar in het leven zouden moeten zien te rooien.
Een paar jaar geleden stond ik op de laatste dag van de Nijmeegse Vierdaag se ’s morgen rond half acht op het fiets pad langs de A73 bij Heumen. Vanaf de brug over de Maas had ik een prachtig zicht op de dijk langs de rivier. Uit de richting van Overasselt naderden de 40 km wandelaars, een kleurige, vrolijke stoet wandelaars, die zich met de loop van de dijk mee door het landschap slingerde. Ik maakte een foto van die enorme stoet mensen – die weliswaar niet in het donker maar nog wel in de schemer op weg waren gegaan – en fietste terug richting Nijmegen met in mijn hoofd flarden van het lied ‘Vroeg in de morgen’ en heel specifiek die ene zin ‘een slingerende stoet naar goed wijd land’. Nogmaals, zo indringend als Oosterhuis c.s. kunnen wij het niet verwoorden. Daarom ben ik heel blij dat zij er zijn met hun teksten en muziek om een ex tra dimensie te geven aan de vieringen van de LSE.
Sytske Visscher is vanaf 1981 lid van de Schola.
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
13
aanbidding
Een ander geluid over de teksten van Huub Oosterhuis
Harry van der Horst De missie van Huub Oosterhuis, volgens hemzelf Huub Oosterhuis zei het volgende in een interview met Wim Brands tijdens het tvprogramma ‘Boeken’ op 3 no vember jl. “Op een gegeven ogenblik merkte ik dat de taal van de kerk waar in ik geboren was, het Latijn, dat die ‘op’ was, dat niemand daar meer iets van begreep. Nou, niemand …, ik bevond mij tussen mensen die daar niets van begrepen en die daar niets mee konden. En toen zeiden ze tegen mij: ‘Maak jij dan eens wat in het Nederlands’.” Hij omschreef verder zijn verzen als “functionele teksten die gezongen moeten kunnen worden, die begrepen moeten kunnen worden door een groot publiek”. De vraag is of hij in die zelfopgelegde taakstelling is ge slaagd.
Mijn Oosterhuisloze leven Ruim 30 jaar geleden heb ik mij laten uitschrijven als lidmaat van de protes tantse kerk. Een jaar daarna brak in mijn werk een periode aan van twintig jaar voornamelijk internationaal werken en ook jarenlang in het buiten land wonen (Duitsland, Rusland). Het kerkbezoek werd daarmee ook inter nationaler en de band met de Neder landse kerk nog losser dan hij al was. Eind 2002, na mijn laatste buitenland se plaatsing, heb ik mij in Leiden gevestigd en ging met prepensioen. Toen ben ik ook begonnen de bijeen komsten van de LSE op geregelde basis te bezoeken. En maakte kennis met de liederen van Huub Oosterhuis. Die hadden in Nederland toen blijk
baar al ruime bekendheid en een grote populariteit, maar voor mij was zijn werk nieuw.
soonlijke smaak zal blijken te zijn en, zoals het cliché zegt: over smaak valt niet te twisten.
Fans en nietfans
Een voorbeeld
Al gauw bleek mij dat de kerkgangers over de teksten van Huub Oosterhuis o.a. kunnen worden ingedeeld in de groep van de liefhebbers en die van de nietliefhebbers. Ook landelijk bleken de meningen verdeeld. Zo ontving hij in 2002 een eredoctoraat in de theo logie van de Vrije Universiteit Amster dam. Maar in 2004 behaalde hij ook de
Omdat de omvang van dit artikel be perkt moet blijven zal ik slechts één voorbeeld geven. Een volstrekt wille keurig voorbeeld, zomaar uit een re cente viering (die van 27 oktober). Wat mij betreft is het representatief voor negen van de tien teksten die wij van Oosterhuis in de LSE gebruiken. Maar ik had uit vele mogelijkheden ook Overal zijt gij of Lied van weg en om weg (resp. 3 en 24 november j.l.) als voorbeelden kunnen noemen.
Vele kerkgangers lijken het de normaalste zaak van de wereld te vinden dergelijke vaagtaalteksten te zingen. twaalfde plaats bij de door HP/De Tijd georganiseerde verkiezing van ´De Ergste Nederlander Aller Tijden´. Di rect onder, ex aequo, Harry Mulisch en Pierre Kartner. Collegadichter en voormalig Dichter des Vaderlands wij len Gerrit Komrij was evenmin ge diend van het werk van Oosterhuis. In ieder geval behoor ik met overtui ging tot de nietliefhebbers van zijn oeuvre en omdat ik dat wel eens hard op heb uitgesproken heeft de redactie van de Hooglandse Nieuwe mij ver zocht mijn bezwaren eens op te schrijven, als tegengeluid bij het thema ‘Aanbidding’ in deze editie. Een ver zoek waaraan ik na enige aarzeling voldoe. De aarzeling werd veroorzaakt door het gegeven dat het hoogstwaar schijnlijk vooral een kwestie van per
14 | Hooglandse Nieuwe december 2013
UIT STAAT EN STAND Uit staat en stand en wijsheid losge woeld, omgewaaid ontwortelde pla taan. Toen heeft hij licht onder zijn schors gevoeld, een vlaag van knoppen die op springen staan. Uit jij en jou en woorden weggevlucht. Ergens heen gejaagd. Boomgrens voorbij. Op adem komen in de dunne lucht, je eigen hartslag horen. Vogel vrij. Uit eigen aard en huid naar iemand toe, onontkoombaar. En niet wonen meer, tot ik Hem, Hij mij vinden zal. En hoe een zee van dromen gaat in mij tekeer.
Poëzie In het interview met Wim Brands heeft Oosterhuis aangegeven dat hij de mys ticus Lucebert als voorbeeld heeft (“Lucebert was de gebeurtenis van de
aanbidding eeuw. Voor mij ook natuurlijk.”). Over het gebruiken van enkele mystieke lie deren zult u mij niet horen, maar het mogen er best een paar minder zijn dan nu het geval is. Met poëzie is in mijn ogen niets mis en ik begrijp heel goed dat er ruimte moet zijn voor dichterlijke vrijheid. En dat een goed gedicht iets anders is dan een sinterklaasrijmpje. Er bestaan wel iswaar geen objectieve normen voor de kwaliteit van poëzie (afgezien van de tegenstelling rijmelarij en nietrijmela rij), maar met de teksten zoals bv. hier boven geciteerd weet ik oprecht geen raad. Het taalgebruik is voor mij te veel overthetop en vaag, vrijblijvend en zweverig en te veel gericht op een bepaald eigen publiek in een bepaalde tijd. En het kan daardoor geen lang leven beschoren zijn. Ik ga zoiets dan ook niet zingen tijdens een viering, maar ik word er wel be hoorlijk onrustig van. Daarbij helpt de vaak net zo gekunstelde, door anderen gecomponeerde muziek ook niet echt om e.e.a. te gaan waarderen. En die onrust wordt niet minder als ik om mij heen zie dat vele kerkgangers het de normaalste zaak van de wereld lijken te vinden om dergelijke vaagtaaltek sten te zingen. Is die acceptatie gemeend of heeft men dat elkaar aan gepraat? Het is me een raadsel. Hope
lijk heeft de doorsnee kerkganger zijn kritisch vermogen niet uitbesteed aan enkele opiniemakers. In de Nederlandstalige moderne muziek zijn er talloze voorbeelden van poëtische liedteksten die van een hoog niveau zijn, zonder te verworden tot wartaal. Ik denk daarbij aan het werk van Nijgh, Lau, Van het Groenewoud, Van der Lubbe en nog vele anderen. Waarom zou dat in de kerkmuziek niet kunnen?
Liturgie Er zijn bibliotheken vol geschreven over het onderwerp liturgie, dus ik houd het maar simpel. Mijn persoonlij ke belevenis is dat een liturgie onder meer aan waarde kan winnen door momenten van herkenning en rust te brengen, herkenbare rituelen. Niet voortdurend een andere versie van het ‘Kyrië’ of het ‘Onze Vader’. Wat dat aangaat voelde ik mij tijdens mijn ver blijf in Rusland in de Russischortho doxe kerk goed thuis. Ook daar maken liederen een belangrijk deel uit van de viering, maar wordt er nauwelijks ver nieuwd. Waarom zou men ook?
Slot Waarschijnlijk klinkt mijn standpunt hopeloos conservatief, maar ik vraag mij af of al die kerkboekvernieuwin
gen die de diverse Nederlandse kerken in de laatste vijftig jaar hebben mee gemaakt nou werkelijk ergens goed voor zijn geweest. Nederland is trou wens een van de weinige landen waar ‘conservatisme’ een negatieve conno tatie heeft. Elders kan het ook staan voor behouden van wat mooi is. Ach, waarschijnlijk is het toch een kwestie van smaak, maar ik wil er niet aan dat ik alleen sta in mijn standpunt. Er is naar mijn idee een aanzienlijke groep mensen in de LSE die niet enthousiast is over de verzen van Oosterhuis en daarmee mag rekening worden ge houden. Maar hopelijk leidt het niet tot een stereotiepe discussie over de ver schillen tussen de roomskatholieke en protestantse culturen. Huub Oosterhuis is naar mijn mening niet geslaagd in het realiseren van zijn missie uit de eerste alinea.
AAN BUDDINGH’ Ik hou wel van gedichten als gespierde kerels van behaarde mannelijke taal, die zich krabben waar het jeukt, die oergezond op je afkomen en zeggen: ga zitten, ik ben een gedicht, aangenaam, en waarover zullen we het hebben. Zulke gedichten kunnen natuurlijk even vlot over liefde als over Vietnam praten, en misschien zijn zij wel verantwoordelijk voor de gezondheid van de poëzie, zoals Limburgse boeren voor de gezondheid van de moraal.
Maar ik hou eigenlijk nog meer van een groep woorden die zich samen plotseling bijzonder intiem gaan voelen en zeggen: laat ons nou maar altijd bij elkaar, er hoeft er geen meer bij te komen.
Uit: Ars Poetica (1966), Herman de Coninck (19441997)
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
15
aanbidding
De gierzwaluw belichaamt mijn verhaal "Ik ontkom niet aan aanbidding"
Luit Buurma
G
a tot de mier, gij luiaard… le zen we ergens in de Bijbel. En inderdaad, gaan tot de mier deed een groot mens mij voor. Edward O. Wilson, Harvard professor, schreef een monumentaal werk over de sociobi ologie van mieren, de diergroep die als geen ander ons denken over de evolutie van samenlevingen diepe wortels heeft gegeven. Wilson was echter geen lui mens maar een zeer bevlogen individu. Het verhaal gaat dat een student het op een bepaald moment tijdens een college nodig achtte een emmer water over de in tranche geraakte hoogleraar te gieten. Bevlieging is wat we bijna allemaal wel eens meemaken, of hopen mee te ma ken, maar wat we ook heftig wantrou wen. En als we dat niet zelf doen staat er meestal wel een vriend of vriendin klaar om ons op zo’n moment veilig op de grond te zetten. Wij zijn niet zo vrij als een vogel. Daedalus dacht het en moest het met de dood bekopen. Na hem volgden velen, maar pas millennia na deze mythologi sche figuur, slaagde de mens er in zich veilig boven het aardoppervlak te ver heffen. Door samenwerking: prachtig! En dankzij fossiele brandstof: een begin van dubieus... Vliegtuigen omspannen inmiddels de hele planeet en hebben de wereld na twee bloedige oorlogen tot
een dorp gemaakt. We staan nu voor de vraag hoe die dorpsgemeenschap mondiaal vorm te geven. Maar verdie ping van die vraag is niet de ambitie van dit stukje. Het leven wordt voorwaarts geleefd en achterwaarts begrepen, schreef iemand. Daarom wil ik terug naar de vraag hoe het kwam dat ik vori ge week bijna duizend vogelliefhebbers mocht toespreken over het luchtige Leven van de Gierzwaluw. Mijn verhaal begint in 1968. Ik was 21, biologiestudent aan de Vrije Universi teit, en keek verbijsterd naar een radar film tijdens een lezing van wijlen dr. David Lack. Lack was ook biologie student. Tijdens de Tweede Wereldoor log moest hij als dienstplichtige dienen achter een scherm van de net ontwikkel de keten radarapparatuur langs de Engelse oostkust. Hij besefte dat de vele echo’s die in de herfst uit Nederland over de Noordzee aan kwamen niet ver oorzaakt werden door Duitse vliegtui gen maar door zwermen spreeuwen. Spoedig daarna was de radarornitho logie geboren, een nieuw vakgebied dat twintig jaar hoogtij vierde. Alles wat we wisten over de vogeltrek leek op de schop te gaan. We hadden er als mens een nieuw zintuig bij. Zien, ongeacht de duisternis, tot op ongekende afstand, tot op grote hoogte, dwars door de wolken heen. Een (anti)wapensysteem ook… Ik moet nog iets verder terug, naar de
16 | Hooglandse Nieuwe december 2013
tweede klas van het lyceum in Amster damWest waar leraar Victor van der Goot idolaat doceerde over wolzwevers, de insectenfamilie die hem fascineerde. Ik had meer belangstelling voor Patrij zen die over de ringdijkhelling kuier den, maar iets in Victor moet me hebben gegrepen. Hij doorzag mijn vrijheids drang en schoof het excursieprogramma van de lokale afdeling van de Christelij ke Jeugdbond van Natuurvrienden on der mijn neus. Daar begon één lijn naar waar ik nu ben: dit jaar gepensioneerd vogelkundige van de Koninklijke Luchtmacht en later beleidsbioloog van het Ministerie van Defensie. Daartussen zit het 34 jaar lange avontuur met de gierzwaluw. Wat is er met die vogel aan de hand dat het tot aanbidding moest komen? Het antwoord op die vraag moet ik de LSE gemeenschap schuldig blijven. Ik werd niet alleen meermalen in mijn gelukkige leven “gegrepen”, ik ben ook op een deur gestuit. Een deur waarvan de sleutel, denk ik, definitief zoek is. Ik doel met die deur op de “Ethica” van Spinoza. Het boek waarin mijn zoek tocht lijkt te eindigen; mijn zoektocht naar de Natuur (Deus sive natura) achter de grote natuur (onze levende planeet Gaia) en die grote natuur weer achter de dagelijkse kleine natuur, de aankleding van ons landschap zoals de meeste mensen natuur zien (voor mij:
aanbidding
de overhoekjes wildernis in mijn tuin). Een groter denkmonument als inspiratie bron voor geloof en wetenschap dan de Ethica ken ik niet… Kennen is een veel te groot woord, want wat ik eindelijk van Spinoza’s werk begrijp is nog heel pril. Net als velen met en voor mij werp ik een blik door het sleutelgat van die dich te deur. Ik kom tot mijn verhaal over wat ik zie, maar waarvan ik het perspectief alleen, als individu, niet kan duiden. Mijn kijkrichting is schuin omhoog, naar wat er tussen aarde en hemel be weegt. En mijn houvast is dus de gierzwaluw. Het had, als het anders was beschikt, ook een alg of een collembool kunnen zijn geweest. Maar mij trof het goede lot studentassistent te zijn ge weest van wijlen Karel Hendrik Voous, de beroemde vogelprofessor aan de VU. Ik had geen ruimer denkend systema ticus en zoögeograaf kunnen treffen en, met de kennis van nu, kunnen wensen. Van Voous moest ik mee met de marine, op zeevogels promoveren en mocht daartoe zelfs mijn doctoraal overslaan. Maar mijn eigenzinnigheid bracht mij via Lack, Van der Goot en de luchtmacht hoger in het luchtruim en minder hoog op de wetenschappelijke ladder. Nu ik geestelijk rondvlieg is de vraag hoe ik veilig zal landen. En zo kwam het tot de vraag van uw redactie: ken je de “kleine catechismus van het groene geloof” (Wilfred van de
Poll en Lodewijk Dros in Trouw, 12 jan 2013) en zie je dat als “heilige plicht”1) of beken je je liever tot de reactie op dat Trouwartikel: “het groene geloof – trap er niet in” door predikant Evert Jan de Wijer (Volzin 31, mei 2013). Het antwoord tekent zich af in de ver binding tussen die twee. Een verbinding die ik graag vleugels geef omdat het ant woord minstens wereldomspannend moet en mag zijn. Wat ik daarover kan zeggen is mij gegeven door de loop van mijn leven. Niet meer, maar ook niet
Het dilemma “vluchten voor aanspra kelijkheid versus het nemen van ver antwoordelijkheid” krijgt hier duivelse trekjes. Het populisme komt van twee kanten. Veiligheidsadepten werken ge makshalve met het jachtgeweer de vogels weg uit de zone rond de start baan. Milieuzorgers menen dat onbe perkt afschot niet het antwoord kan zijn want dat heeft nooit gewerkt en geeft de vogels te weinig leermoment. Maar ook zij stappen liever niet in een vliegtuig als niet alles is gedaan om de kans een vogelaanvaring te verkleinen. Mijn “groene geloof” zegt mij dat de gier Een groter denkmonument als zwaluw een schepsel is waar wij als vliegende mens mee moeten willen inspiratiebron voor geloof en leven. Deze 45 gram wegende vlieg wetenschap dan de Ethica van kunstenaar kan een gat slaan in een vliegmachine, maar de kans op neer Spinoza ken ik niet. storten van een regulier verkeersvlieg tuig schat ik in als nagenoeg nul. Klein minder. Ik meen “mijn” wereld te begrij genoeg dus om “mijn vogel” model te pen door wat ik heb mogen zien langs de laten staan voor wederzijds respect, voor weg van de luchtvaartveiligheid en langs het in balans houden van economie en dat wat wij beginnen te weten over de ecologie. Het gaat hier niet om een wegen van trekvogels. Vliegtuigen en metafoor. Integendeel, het gaat voorbij vogels botsen en daar iets aan doen werd aan een filosofisch debat over toeval en mijn broodwinning. Is die bezigheid het werkelijkheid. Misschien een kleine tarten van het noodlot of is het het vin werkelijkheid maar toch één die te groot den van kaders tot het beheersen van dat is om alleen te trotseren. Alleen een lot? Of vervallen we telkens weer tot de glimp geloof biedt uitkomst. helaas meest bewandelde weg, namelijk dat we weg duiken voor de problematiek 1) www.trouw.nl/tr/nl/5009/Archief/archief van de vogelaanvaring door het te be /article/detail/3376077/2013/01/12/Heilige noemen als “act of God”? plicht.dhtml
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
17
aanbidding
Het 'kerstkind' aanbidden?
Jenneke steekt van Wal
of zeggen we dat nu anders? Hans Feddema
B
ij het woord aanbidden hoor ik het kerstlied ‘Komt laten wij aanbidden’, dat me als kind vaak ontroerde. Maar ik zie daarbij tevens voor me de vele fraaie godsbeelden in delen van Afrika en Azië tijdens m’n onderzoek of liever de men sen die adorerend deze beelden bezochten. Wat aanbaden of ver eerden ze dan? En was het echt belangeloos aanbidden? Er waren dan bij die godsbeelden, soms uitgehouwen in een rots of gewoon door de natuur gevormd, in elk geval op een mooie plek, ook priesters, die al of niet met rituelen dat aanbidden bege leidden. Het deed me wel wat, ook al ben ik zelf meer opgevoed met de ‘Heer op afstand’, wiens geboden ik moest onderhouden, in wie ik verstandelijk moest geloven, waarvan ik geen gesneden beeld moest maken (die althans niet ‘verafgoden’) en de naam niet ijdel mocht gebruiken. Waarom deed wat ik zag me dan toch wel iets? Voor de aanbidders symboliseerden de beelden God of het goddelijke in het leven. Mensen probeerden zo via die beelden in verbinding te komen met hun Oerbron en zo mede meer in hun zielenkracht te komen. En dat lukte ook vaak, merkte ik, zelfs meer naarmate de priesters zich er minder mee bemoeiden. Het aanbidden was vaak een innerlijk beleven of ervaren. De Oerbron of het universum kun je dankbaar zijn voor het leven, zelf ervaar ik dankbaarheid overigens als inner power, die ik wel hanteer in m’n affirmatie (modern gebed via de kracht van de geest) maar die Bron ga je niet zo maar aanbidden, zeker niet als anderen zeggen dat je dat zou ‘moeten’. Ik ben overigens wel blij met het Christuskind, waarvan we bin nenkort de komst gaan herdenken. Dit mede, omdat Christus ons ging wijzen op het Licht in ons, ook al is dit vaak misverstaan of zelfs misvertaald. Het ‘koningschap van de geest is in je’ zei hij steeds (staat zestig keer in de vier overgebleven ‘canonieke’ evangeliën). Dus niet: ‘onder jullie’, zoals (mogelijk met een voor op gezette bedoeling) ook ergens verkeerd in de bijbel terecht is gekomen, maar ‘in je’. Dus niet iets politieks of wat de chris tenheid na Constantijn de Grote er verder ook van maakte. Nee, Christus was net als meeste wijsheidsleraren een mysticus. Het ging hem om verbondenheid met het goddelijke, wat hij ‘va der’ noemde of om de spiritualiteit in ons binnenste, die ons bezielt in het leven en ons één doet voelen met het goddelijke. Is dat niet de betekenis van kerst?
Dr. Hans Feddema is antropoloog, ouddocent VU, publicist, vredesactivist en recent initiatiefnemer van het Filosofisch Cafe Leiden
Prioritijd en helderheid
E
erst dit. Nee, dat. Van alles wat. Een email hier, artikel daar. Zo komt vandaag mijn taak niet klaar. Een diepe zucht, nogmaals. Mijn hersens leiden zichzelf af, stellen uit, maken aantekeningen voor later en weten gewoon niet meer zo goed wat ze moeten met al die activiteiten waartegen ik ‘ja’ heb gezegd. Een hoofdstuk schrijven? Prima! Een dansavond? Leuk! Een con ferentie organiseren? Tuurlijk! En na een tijdje jongleren met alle toezeggingen en het opofferen van wat slaap, klopten mijn hersenen. Klopten aan mijn deur, om te vragen of het ook wat minder kon. Ik had al een aantal keer de deur snel weer dicht geduwd (“aan de deur worden geen spinsels ge kocht!”). Maar nu liet ik ze eens aan het woord: ze schreven een compleet vel papier vol met alles –al les!– waarover ze aan het werk waren gezet en hielden het als een spandoek in een caodemonstra tie voor mijn neus. “Jeetje,” dacht ik bij mezelf toen ik het bekeek, “geen wonder dat ik soms zo moe ben!” Ik gaf mijn hersens een gele stift en een rode, om te highlighten wat er belangrijk was en door te strepen wat eigenlijk niet zoveel aandacht verdient. “Ha,” zei mijn brein, “dat geeft weer wat helder heid!” Bijna was het eerste advent, de tijd van datwat komengaat. En daar waren we precies de hele tijd mee bezig, mijn hersens en ik: wat gaat er vandaag gebeuren, wat komt er morgen? De gehaaste versie eigenlijk, waarbij je de chocolaatjes uit je advents kalender op hebt voor je ‘t weet. Zelfs met ge streepte en geordende activiteitenlijstjes kan je ongeduldig zijn… Niet lang daarna, op zondagochtend 1 december, hing ik voor ons keukenraam de oude houten kerst ster op. Knip – het lampje deed het nog! Toen ik ‘s avonds onze straat weer in fietste, straalde de ster me van een afstand helder tegemoet en leidde me naar huis. Een warme uitnodiging, niet alleen om thuis te komen, maar ook om zonder haast de advent tot prioritijd te benoemen en weer even helder te krijgen wat in de wereld tijd en verering verdient. Jenneke van der Wal
18 | Hooglandse Nieuwe december 2013
vieringen
Hooglandse Vieringen Iedere zondagochtend om 11.45 uur Hooglandse Kerk Leiden De diensten zijn (ook achteraf) te beluisteren op: www.kerkomroep.nl
OVERZICHT Kerstdagen 24 december (22.30 uur) Jan Delhaas 25 december Japke van Malde 29 december Co Kooman Gelijkenissen bij Lucas 5 januari Henk Schouten 12 januari Cor van Bree 19 januari Rob van Waarde 26 januari Huib Godding
Kerstnachtdienst (deur open 21.45 uur) Kerstochtenddienst
De farizeeër en de tollenaar De barmhartige Samaritaan De rijke man en de arme Lazarus De twee zonen
2 februari 9 februari
Marijn Vermet Henk van Breukelen
Roze zondag
Beelden 16 februari 23 februari 2 maart
Karin van den Broeke Christiane van den Berg Rob van Waarde
Creativiteit in beelden Vrouwelijke beelden Beeldloosheid (met Roosmarijn Goldbach)
Cor van Bree Volgens traditie besteden we de dien sten in januari aan een van de evan geliën. Ditmaal is Lucas aan de beurt. We staan stil bij een viertal gelijkenis sen uit dit evangelie. Het zijn alle vier bekende verhalen, dus wat is daar nog van te maken? Dat kan tegenvallen of anders gedacht: meevallen. Vaak zit er in zo’n gelijkenis iets wat blijft haken en waar je gauw overheen leest. Wat de vier gelijkenissen verbindt, is dat men sen die op de een of andere manier bui ten de orde vallen, juist in een gunstig daglicht komen te staan. In de gegeven volgorde zijn dat een tollenaar (een ge hate belastingambtenaar), een lid van een niet geaccepteerde religieuze groep, een arme bedelaar, een zoon die van zijn leven een chaos heeft ge maakt. Daartegenover staan een wets
getrouwe farizeeër, een priester en een leviet, een rijke man, een oppassende jonge man. Consequentie kan Lucas niet ontzegd worden. Het zal boeiend zijn om te zien (horen) hoe iedere over weging z’n eigen uitwerking krijgt. De beide eerste zondagen van februari zijn themavrij. Op Roze Zondag, dit maal op 2 februari, gaat Marijn Vermet voor, ouddeelnemer binnen onze ek klesia. Een oudpastor staat op het rooster voor de zondag daarop: Henk van Breukelen. Hierna volgen drie diensten over ‘Beelden van God’. Karin zal in de eer ste dienst in aansluiting bij de klassie ker ‘Models of God’ van Sallie MacFague het thema ‘creativiteit in het metaforisch spreken over God’ aan de orde stellen. Is de behoefte aan een dergelijke creativiteit in deze tijd waar in het Christendom geen meerderheids
religie meer is, wellicht afgenomen? Hebben mensen nu juist behoefte aan eenduidige beelden? De gedachten van Christiane (tweede dienst) gaan in de richting van ‘vrou welijke godsbeelden’. De catalogus van de tentoonstelling ‘Divine Surprise’ in Amsterdam en het boek van Kune Bie zeveld ‘Als scherven spreken’ kunnen als uitgangspunt dienen. Rob verzorgt de derde dienst samen met Roosmarijn Goldbach met als onderwerp: ‘Beelden en het onvermogen een beeld van God te creëren. Een specifieke bijdrage van monotheïstische religies in onze beeld cultuur’. Ze zullen aansluiten bij een tekst van de Vlaamse filosoof Marc de Kessel. Mogelijk gaan in die weken ook de kinderen met beelden aan de slag (uit de rk lesmethode ‘Hemel en aarde’).
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
19
bestuur
Mededelingen van het bestuur Algemene ledenvergadering Op 12 november 2013 heeft de Vereniging LSE weer een algemene ledenvergadering ge houden op Rapenburg 100. Daarin ging de vergadering akkoord met de begroting voor 2014. De vereniging krijgt overigens een nieuwe penningmeester: Diederik van Essel zal vanaf 2014 Johan de Groot gaan opvolgen. Aangekondigd werd dat het rapport over de identiteit van de LSE op de komende voor jaarsvergadering zal worden voorgelegd aan de ledenvergadering. Ten slotte stemde de vergadering ermee in Joop Brons uit te roepen tot lid van verdienste op grond van de voor treffelijke wijze waarop hij de vieringen van de LSE vanaf haar ontstaan in 1970 op het orgel heeft begeleid.
Nieuwe serie donderdagavonden over
Rapenburg 100
Levensthema's in wereldgodsdiensten
20.00 21.45 uur
23 januari: Lot, toeval, leiding, karma
In de verschillende wereldgodsdiensten komen allerlei levensthema's aan de orde, die nu nog altijd bij mensen vragen op roepen. Henk Schouten zal in een viertal avonden op deze thema's ingaan vanuit de ver schillende religies, waarbij uiteraard ook eigentijdse antwoorden aan de orde kun nen komen.
Mensen hebben vaak het gevoel, dat er iets is, wat hun leven leidt. Som migen zeggen zelfs, dat 'toeval' niet bestaat. Maar hoe wordt dan beteke nis gegeven aan wat je overkomt?
30 januari: Leven en dood Is je leven met de dood afgelopen of is er nog iets te verwachten? Denk je dan aan reïncarnatie of aan opstanding of aan alleen maar doorleven in de geest (en lichaam) van anderen? Welke betekenis heeft de dood in het leven?
13 februari: Wat is goed en kwaad? Is mens van nature goed of kwaad? Als alles goed is, hoe komt dan het kwaad in de wereld? En als de mens van nature geneigd is tot alle kwaad, hoe komt dan het goede in de wereld? Wat voor de een goed is, is voor de ander kwaad: hoe relatief zijn deze begrippen? Heeft God goed en kwaad geschapen en is het dan aan de mens waarvoor hij kiest?
20 februari: Verlossing In allerlei godsdiensten komt het thema verlossing aan de orde. Maar waarvan word je dan verlost? Van het kwaad? Van je zelf? Van de ellende in de wereld? Hoe verschillend wordt hierover gedacht en hoe variabel wordt dit uitgelegd?
Alvast noteren: Nieuwe serie In gesprek met . . . maandag 10 maart: Theodor Wübbels over zijn omzwervingen op aarde als missionaris maandag 24 maart: Maaike Hoffer en Pieter Dronkers over hun leven op Nes Ammim en de Stichting COME maandag 7 april: Herman Obdeijn over zijn leven in Marokko 20 | Hooglandse Nieuwe december 2013
bestuur Na afloop van de viering op 17 november is onze organist Joop Brons gehuldigd. Joop (84) is nu zestig jaar organist in Leiden. Al meer dan veertig jaar ondersteunt hij onze vie ringen op de hem kenmerken de wijze. Als geen ander weet hij het orgel op een welhaast humoristische wijze te bespe len. Het repertoire van Huij bers, Oomen en Löwenthal kent voor hem geen geheimen. Op 15 november was Joop al onderscheiden met het insigne in goud met briljant van de Vereniging voor Kerkrent meesterlijk Beheer, en had hij van de burgemeester de gouden speld van de gemeente Leiden ontvangen. Nu werd hem door Amos Kater, voorzitter van de LSE, een fraaie oorkonde uitgereikt waarmee hij werd benoemd tot lid van verdienste van de LSE. Daarbij hoorde ook een prachtige kokarde, gemaakt door Lidy van der Spek. (foto's Annette Albers).
Joop Brons als eerste LSE'er benoemd tot lid van verdienste
Zie het interview op pagina 24
Nieuwe groep Kind & Geloof:
maandag 10 februari, 20 uur, Rapenburg 100 Bij voldoende belangstelling zal er in februari een nieuwe 'kind en geloof' groep van start gaan. Maar wat is een
‘kind en geloof’groep eigenlijk? Op dit moment zijn er in de Ekklesia verschillende groepen ouders die eens in de zoveel weken bij elkaar komen. Deze groepen zijn zelfstandig en de deelnemende ouders bepalen met elkaar de invulling van de avonden. Mogelijke thema’s zijn bijvoorbeeld: wat hoop je je kinderen eigenlijk mee te geven (en wat wil je ze vooral niet mee geven)? Wat zijn leuke kinderbijbels? Hoe reageer je op de vragen van je kinderen? Zijn er rituelen die je aanspreken, en die ook nog passen in het vaak hectische dagelijkse leven? Hoe vier je de feesten met je kinderen… Ouders uit de reeds bestaande groepen
ervaren het vaak als een verrijking om over deze vragen ook met andere ouders te kunnen spreken. Een eerste bijeenkomst is op maandag 10 februari om 20.00 uur op Rapenburg 100. Deze avond biedt onder meer gelegenheid tot kennismaking en er zal worden gezocht naar avonden die, hopelijk, voor iedereen geschikt zijn. Bij de eerste bijeenkomsten zal ik aanwezig zijn, daarna gaat de groep zelfstandig verder. Met vragen en voor opgave kunt u mailen naar:
[email protected] Christiane van den Berg
LSEborrels Elke laatste donderdag van de maand is er de LSE borrel op Rapenburg 100. Kom en leer de diversiteit van de LSE kennen door verrassende ontmoetingen!
De LSE borrel zal niet op 26 december gehouden worden, maar wel op: 30 januari, 27 februari, 27 maart, 24 april, 29 mei en 26 juni.
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
21
de inspiratie van ...
De inspiratie van . . . Inka Zahn
T
ot nu toe heb ik al heel veel ja ren in het buitenland gewoond. Van herkomst Duitse, ben ik een jaar met een gastfamilie in Frank rijk geweest, toen ik nog op school zat. Later heb ik een jaar in Ierland ge studeerd en na mijn studies was ik drie jaar met mijn man in de Verenigende Staten. Sinds vier jaar woon ik in Nederland, maar bijna twee jaren hier van werkte ik in België en moest dus regelmatig tussen Brussel en Rijnsburg pendelen. Gedurende al deze tijd in het buiten land heb ik het volgende ervaren: het is heel belangrijk voor jezelf je thuis te kunnen voelen als je in het buitenland woont. Om in staat te zijn je zo te kun nen voelen, staan er, volgens mij, vooral twee dingen centraal: ten eerste moet je proberen je best te doen om (tenminste een beetje) de taal van het gastland te spreken. Ten tweede kun je je alleen maar werkelijk in een land, die meer of minder ver weg van je eigen land is, vestigen als je er goede vrienden hebt. Tijdens de meeste van mijn verblijven in het buitenland had ik het geluk om zulke ware begeleiders te vinden. Vandaag wil ik graag over een van deze goede vrienden schrijven, die ik hier in Nederland heb ontmoet. Het is mijn
vriendin en taalmaatje Tineke, die mij op verschillende manieren inspireert. Tineke is een van de meest altruïstische en hulpvaardige mensen die ik ken. Ze werkt als een vrijwilliger, naast ander vrijwilligerswerk dat ze doet, voor “Gilde SamenSpraak” in Leiden. Deze organisatie maakt het mogelijk voor buitenlanders om regelmatig met Nederlanders te praten om op deze manier hun kennis Nederlands te kun nen verbeteren. Zo hebben we elkaar ontmoet, want oorspronkelijk was Tineke mijn taal maatje. Ze is het nog steeds, maar in middels is ze bovendien veel meer geworden: een heel goede vriendin van mij en van mijn familie en ook de Nederlandse oma van onze dochter van één jaar. Tineke is vaak een bron van in spiratie voor mij en ik bewonder haar. Ze inspireert mij om nog vaker de goede dingen in het leven te zien en om dank baar te zijn voor dingen die mensen ge woon als vanzelfsprekend aannemen dankzij haar verhalen over haar blinde dochter bijvoorbeeld, realiseerde ik me hoe geprivilegieerd ik ben om te kunnen zien. Daarboven inspireert en bemoedigt ze me om voor mijn eigen recht te strijden en om een oplossing te vinden als ik een probleem heb of een moeilijke fase mee maak. Dit laatste aspect is
22 | Hooglandse Nieuwe december 2013
misschien de meest bijzondere eigen schap van haar, omdat ik altijd weer op nieuw gefascineerd daarover ben hoe ze doorgaat met een positieve instelling en hoe zij nooit haar hoop opgeeft. En dit betekent heel veel als je weet dat Tineke al enkele tragedies in haar leven meege maakt heeft. Heel veel mensen zouden verbitterd worden door zulke erva ringen. Maar zij niet. Ze accepteert dat er bepaalde dingen in jouw leven zijn die niet veranderd kunnen worden. An derzijds is ze heel geëngageerd als er wel een oplossing mogelijk is. Soms, als echt geen verbetering meer mogelijk is, doet ze haar best om de situatie ten minste aangenaam en aanvaardbaar te maken. Dat heeft ze onlangs voor twee van haar goede vrienden gedaan die zouden komen te overlijden en die ze tot hun dood hielp. Tineke bevestigt mijn geloof dat God ons ware begeleiders zendt, die er bij ons zijn in goede en in kwade tijden. Ik ben heel dankbaar Tineke te hebben ontmoet die mijn leven zo veel verrijkt, door wie ik me in dit land meer thuis voel en die, “last but not least”, gedul dig genoeg is om me te helpen mijn Nederlands te verbeteren!
hoogstpersoonlijk
Mar Bakker
Want niemand weet wat leven is, alleen dat het gegeven is en dat van dit geheimenis God het begin en einde is. Huub Oosterhuis
Venlo, 1 april 1932 Leiden, 28 oktober 2013 Op 28 oktober is na een liefdevol leven in alle rust overleden Mar Bakker op de leeftijd van 81 jaar. Met haar man André is zij sinds jaar en dag een trouwe be zoekster van Ekklesia geweest. In de Hooglandse kerk spraken haar zoon
Jaco, haar kleinkinderen en haar man André herinneringen uit over het leven van die lieve vrouw. Mar Bakker is de Hooglandse kerk uitge dragen onder het zingen van het lied 'Die mij droeg op adelaarsvleugels'.
Piet Krispijn Velzen, 5 december 1925 Leiden, 3 november 2013
Op 3 november is Piet Krispijn op 87 jarige leeftijd overleden aan een long ontsteking. Samen met zijn eerder over leden vrouw Riet, is Piet altijd een zeer meelevend en actief lid van de Ekklesia geweest. Velen kennen hem al vanaf de oprichting van de LSE rond 1970. "Niet het loslaten doet zeer, maar het willen vasthouden' schreven Vic Marlet, zijn
GEDOOPT
kinderen en kleinkinderen op de rouw kaart. Piet was een warm mens. Zij zul len hem missen, vooral Vic, met wie hij de laatste jaren van zijn leven zo intens heeft genoten. Ook Piet is de Hooglandse kerk uitge dragen onder het zingen van het lied 'Die mij droeg op adelaarsvleugels'.
Op zondag 8 december heeft ds. Christiane van den Berg gedoopt (ouderparen vlnr): Norah Madelyn Fitzpatrick, Joris Kerst Cornelis Troost, Eva Myrthe Sophie van Rijn, Hidde Elzo Hans Schraa en Marijn Gelde Frederik Nieuwenhuijzen. Hooglandse Nieuwe december 2013 |
23
in gesprek met Als mijn vrouw afwast en ik niet help omdat ik piano speel, dan zingt zij daarbij! Dan doe ik een triller: je mag die lijster toch wel mooi laten zingen? 'Waar staat die man met de fluit?' Dat was ik op het orgel! In de Ekklesia gaat om het samenspel tussen orgel en piano! En als het muziektechnisch niet mag, dan doen we het toch! Op een kathedraalorgel voel ik mij als een vis in het water! Als er in de hemel geen orgels zijn, dan wil ik daar niet naar toe! Op het kabinetorgel
foto Monique van der Gaag
Joop Brons 60 jaar organist in Leiden Monique van der Gaag “Even mijn schoenen verwisselen”, zegt Joop Brons (85), nadat hij kwiek de twee trappen beklom en plaatsneemt achter het De Swart/ Van Hagerbeer orgel uit 1637 in de Hooglandse Kerk. “Voor grip op de pedalen heb ik dunne zolen nodig. Al vanaf mijn jonge jaren maakte ik reizen naar Engeland, waar ik verliefd raakte op Engelse kathedraal orgels zoals het orgel in de Westminster Abbey of dat in de St. Paul's Catheral. Op een kathedraalorgel voel ik mij als een vis in het water! Daarom zie ik reikhalzend uit naar de dag dat er een kathedraalorgel in deze kerk komt...!” Tijdens het jubileumconcert op 15 no vember 2013 was daarom de collecte bestemd voor het financieren van de restauratie en de komst van een Engels kathedraalorgel naar Leiden bij het 700 jarig bestaan van de Hooglandse kerk in september 2015. Arbeidsvitaminen “Thuis speel ik op de piano dagelijks wel een riedeltje. Ik studeer ook op het
clavecimbel, maar vaak zonder geluid: ik wil mijn vrouw en de buren sparen”, zegt Joop Brons met pretogen. “Er gaat geen dag voorbij, dat ik niet speel. “Als mijn vrouw staat af te wassen en ik niet help omdat ik dan op de piano speel, dan zingt zij daarbij!” Op donderdagochtend is hij achter het orgel in de Hooglandse Kerk te vinden om te studeren, maar ook om tegen een uur of elf samen met de vrijwilligers van de schoonmaakploeg gezellig koffie te drinken. Dat is traditie geworden. De schoonmakers doen hun werk, terwijl vrolijke orgelmuziek de kerk vult. Arbeidsvitaminen zogezegd. “Zal ik eens even laten horen hoe de muziek van de Brassband van het Leger des Heils op een orgel klinkt?”, grapt Joop Brons en beent pijlsnel weg om weer achter het orgel plaats te nemen en de daad bij het woord te voegen. Muzikale grapjes “Laten we bij het kabinetorgel beneden in de kerk de tweede foto maken. Maar zit mijn haar wel goed?”, lacht de or
24 | Hooglandse Nieuwe december 2013
ganist, waarna hij een zwart zakkam metje tevoorschijn tovert en van achter het orgel zelfs een grote ingelijste vierkante spiegel. Joop Brons houdt wel van humor tijdens het orgelspel: “In de Ekklesia is er dat lied 'Ander, ouder', dat eindigt met 'De zang van de lijster'. Ik speel dan soms op het eind een 'triller' met het orgel. Je mag toch wel die lijster mooi laten zingen?”, zegt hij met duidelijk plezier. “De droevigste melodieën zijn vaak de mooiste, want meer drama erin leidt tot bijzondere akkoordopvolgingen. Maar ik houd ook van vrolijke stukken zoals 'Dan zal ik leven', dat door de Schola Cantorum en de Leidse Cantorij tezamen werd ge zongen tijdens mijn jubileumconcert. Je hoort het juichende in dit lied en het eindigt in een climax! De piano doet de begeleiding en ik doe er iets bovenop. Ik speel dan de tegenstem. Als de melodie omhoog gaat, ga ik omlaag. Dat heet 'contrapunt', dat leerde ik op de opleiding”, verduidelijkt Joop Brons geduldig.
in gesprek met
Op het De Swart/Van Hagerbeerorgel
Joop Brons kijkt genietend bij de herin nering aan het concert, waar hij voor een volle kerk met meer dan 700 toe schouwers speelde. Ook de burgemees ter van Leiden was aanwezig, die later tijdens zijn toespraak memoreerde dat 'Joop' eerst met het orgel was getrouwd en daarna pas met zijn vrouw. De or ganist kan het grapje waarderen. In de diensten van onze Ekklesia voelt Joop Brons zich goed thuis. “Het orgel be speel ik met handen en voeten. De na galm in de Hooglandse Kerk duurt wel 6 seconden. Het geluid valt van bovenaf op je. Prachtig. Dat doet de kerk zelf. De muren zijn met kalk gestuct en dat is een zegen. Het is echt indrukwekkend!” Vrolijk fluitstemmetje “Tijdens een dienst met meerdere gelo ven klonk er een uitheems blaasinstru ment. Toen trok ik na de communie de Vox Humana en de fluit uit voor een heel neuzig geluid, dat je bijna nooit hoort. Ik heb het blaasinstrument geïmi teerd. Later hoorde ik dat veel mensen de kerk rondkeken om te zien waar die man met die fluit stond, maar dat was ik
foto Monique van der Gaag
op het orgel!”, zegt Joop Brons met een glimlach. Hij geniet zichtbaar van orgelmuziek. “Ik word heel vrolijk van muziek. Een heel hoog fluitstemmetje over de melodie heen, dat doe ik ook graag. Er zijn fluiten op pianohoogte en nog daar boven. Zo maak je het geheel nog vrolijker. Medio december word ik 85. Maar ik denk er niet aan om te stoppen! Gelukkig ben ik nog heel vitaal.” “Ik speel de composities van Oomen heel graag. Hij gaat maar door met componeren. Hij leunt aan tegen de Ro mantiek en de teksten van Oosterhuis zijn prachtig en ik geniet daar erg van! Na de meditatie speelt de pianist een stukje en neem ik het over. Als Wim de Ru gaat staan voor het Onze Vader mo duleer ik naar de toonsoort van het Onze Vader. Soms moet ik dan van zeven mollen toewerken naar één kruis en het op een nette, geleidelijke, on opvallende manier doen. Via verwante akkoorden, die ik met vier vingers te gelijk aansla. Bach deed dat ook vaak. En als het op muziektechnisch gebied
niet mag, dan doen we het toch!”, zegt Joop Brons met een ondeugende twinkeling in zijn ogen. “Dan maak ik met tien vingers tegelijk een akkoord!” Improvisatie “Het bestuur heeft me vaak gevraagd om meer improvisatie te doen: 'We houden veel van het orgel', zeggen ze. Maar na de dienst nog op het orgel spe len, doe ik meestal niet. Mensen willen dan met elkaar praten. Dan moet het orgel niet overstemmen. Als ik speel moet ik alle stukken een halve toon ho ger spelen. Transponeren heet dat. Dat is grotendeels geheugenwerk. Ik zet vaak letters onder de bladmuziek als steuntje als 't erg ingewikkeld is: F groot schrijf ik met hoofdletter F. Een hoofdletter is majeur. Heel simpel. Een kleine letter f is een kleine terts.” Dan met een seri euze ondertoon, waarin een lach door klinkt: “Als er in de hemel geen orgels zijn, dan wil ik daar niet naar toe!”
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
25
actief en informatief Dankbrief uit Bolivia Cochabamba Bolivia 11 de Diciembre de 2013 Grupo de Trabajo Diakonia de la "Leidse Studenten Ekklesia" Leiden [in vertaling] Beste mensen,
110 zusters 2650 ouderen opgevangen, de meesten in de steek gelaten, zonder familie en zonder financiële middelen. De opbrengst (€ 862,82) zal ten goede komen aan de ouderen, voor hun gezondheidszorg , het verlichten van pijn , en om in fecties definitief te bestrijden opdat zij met een hogere kwali teit en de waardigheid kunnen leven. God zal u belonen voor het goede werk dat u hebt gedaan, wij wensen alle families in deze Kersttijd Vrede, Vreugde en Liefde en dat het nieuwe jaar vol zal zijn met Hoop opdat uw wensen vervuld mogen worden. God moge u zegenen, de Kleine Zusters van de Verlaten Ouderen en de ouderen zijn u eeuwig dankbaar.
Gelieve onze groeten te ontvangen, van de clienten en van de religieuzen die hen verzorgen. Ik schrijf u deze brief met een diepe en oprechte dankbaarheid voor de donatie die u ons hebt gestuurd via Annette van den Boom, dank u voor de vrijgevig Hoogachtend, heid en steun voor onze ouderen. Het opvanghuis bestaat se Sor Carmen Laguna dert haar oprichting 75 jaar, gedurende deze periode hebben Superiora del Hogar San José
Uitgangscollecten 24 en 25 december 2014: Solide, het pastoraal fonds van de gevangenis in Zoetermeer Stichting zonder Strijkstok, projecten in Afrika, rekeningnr. 7322763 Girale giften ook welkom op: NL42 INGB 0003 3133 66 van St. Diaconaal Hulpfonds LSE o.v.v. kerstuitgangscollecte. De opbrengst zal 50/50 worden verdeeld.
19 januari 2014: STUV Stichting Uitgeprocedeerde Vluchtelingen, rekeningnr. 84 41 36 719 Giften graag op NL42 INGB 0003 3133 66 t.n.v. Stichting Diaconaal Fonds Hulpverlening LSE, on der vermelding van de instelling die u wilt ondersteu nen. Uw giften zijn fiscaal aftrekbaar.
Hebt u onze diensten al eens beluisterd op kerkomroep.nl? Op de site intypen: plaatsnaam: Leiden, daarna: Hooglandse kerk, dienst 11.45 uur. Luidsprekers aanzetten. 26 | Hooglandse Nieuwe december 2013
actief en informatief
Liefdevol ontmoeten In de dienst van de LSE op zondag 13 oktober mocht onze collega Pien Veld huizen iets vertellen over het werk van Hospice Issoria. Toen ik haar vroeg hoe het was geweest, kreeg ik gelijk een ent housiaste reactie: “ De overweging van Karin van den Broeke sloot zo mooi aan op ons werk in de Hospice dat ik ter plekke mijn praatje heb omgegooid.” In de overweging werd gesproken over mensen die elkaar ontmoeten in een an dere werkelijkheid, precies zoals in Isso ria, vertelde ze vervolgens verder.
Ik realiseer me dat ze gelijk heeft. Als afscheid nemen en verlies het leven raken, stilt de tijd. De drukke buitenwe reld en ‘het dwingende moeten’ verdwij nen voor even naar de achtergrond. Het leven verschuift langzaam van doen naar zijn. En juist in die stille intimiteit kan er een liefdevolle ontmoeting plaatsvin den. Iets wat we in de Hospice regelma tig mee mogen maken.
dat die ontmoeting via de collecte een mooi bedrag van € 373,92 opleverde. Een bedrag dat ook nog eens verdubbeld werd. We zullen het geld besteden aan het verbouwen en inrichten van de stil teruimte van de Hospice, opdat het een plek wordt waar mensen elkaar zullen kunnen ont…. Heel hartelijk dank!
Fijn dat ook de LSE en Issoria elkaar die Jacinta van Harteveld, herfstdag in oktober mochten vinden en coördinator Hospice Issoria
Vrijwilligers volop Present in 2013 Een brug slaan tussen mensen die hulp willen bieden en mensen die deze hulp goed kunnen gebruiken. Dat is wat Stichting Present steeds weer voor elkaar wil krijgen. Inmiddels staat Pre sent al enkele jaren op de kaart in Leiden en nog steeds blijft de inzet van vrijwilligers groeien. In het afgelopen jaar is er weer veel ge beurd en hebben maar liefst 700 vrijwil ligers in 120 verschillende projecten de handen uit de mouwen gestoken! Er is weer volop geschilderd, getuinierd, schoongemaakt bij mensen die dat zelf niet kunnen en ook geen netwerk en financiële middelen hebben om die klussen te klaren. De inzet van groepen vrijwilligers kan net dat zetje betekenen wat iemand nodig heeft om het leven weer een beetje op orde te krijgen. Ook zijn er veel sociale projecten geweest: er is gewandeld met ouderen, creatieve en gezellige activiteiten ondernomen met psychiatrische patiënten en mensen met een handicap. Stuk voor stuk bijzondere ontmoetingen tussen mensen
die elkaar anders niet snel zouden te genkomen. Er liggen mooie plannen klaar voor komend jaar. De methode ‘Gezinnen Present!’ zal van start gaan, waarbij er door middel van leuke werkvormen ge keken wordt naar wat een gezin te bie den heeft als vrijwilligersgroep. Verder zullen we de samenwerking met diverse kunstenaars weer oppikken onder de naam ‘Creatief Present’. Kunstenaars laten zich inspireren door een vrijwilli gersproject waar ze aan gekoppeld worden en maken zo een creatie, die voor zowel de hulpontvanger als vrij willigers een mooie herinnering is. Wilt u ook onderdeel zijn van de bewe ging van Present en het mede mogelijk maken dat mensen steeds meer naar elkaar gaan omzien? Dat kan door u te melden met uw groep (gezin, studie groep, vriendengroep etc.) en uw tijd en handen te geven op de door u bepaalde dag en tijd. Daarnaast kan Present ook altijd uw financiële steun gebruiken en
kan u op deze manier bijdragen aan de beweging! Vragen of meer informatie over Pre sent? Contactpersoon binnen de Ekkle sia is Arie Hoeflaak. Vraagt u hem gerust om meer informatie of mailt/belt u naar Stichting Present (zie hieronder). We horen graag van u in 2014! Namens Stichting Present Leiden, Sietske Steenbergen en Doortje van Helden www.stichtingpresentleiden.nl info@stichtingpresentleiden.nl De Bakkerij, Oude Rijn 44 b/c, 2312 HG, Leiden, 0616512448 bankrekening: 1552.87.478 t.n.v. Stichting Present Leiden
Hooglandse Nieuwe december 2013 |
27
actief en informatief
De financiële situatie van de stichting ‘Vrienden van het Leidse Studenten Pastoraat’ Beste participanten, Bij deze wil ik u allen op de hoogte brengen over de stand van zaken van de finan ciën van de stichting ‘Vrienden van het Leidse Studenten Pastoraat’, voorheen pa rochie 'Maria zetel der wijsheid'. Elk jaar werft deze stichting, vanwege haar nauwe verbondenheid met de LSE, giften bij de leden van de Ekklesia. De giften die daarbij worden opgehaald, worden gebruikt voor de financiering van de rk studentenpastor. Tot oktober 2013 was dit zoals u allen bekend is Elise Woertman. Tijdens haar verlof heeft ad interim Tobias Karsten deze taken voortgezet en nu Elise de LSE definitief heeft verlaten, is pater Theodor Wübbels onze rk studentenpastor. De overheadkosten van deze stichting zijn minimaal waardoor de donaties gega randeerd nuttig besteed worden. U kent immers de taken die de studentenpastor ten behoeve van de Leidse gemeenschap, de studenten van de Hogeschool en Universi teit, bezoekers van Rapenburg 100 en de LSE uitvoert. Projecten waarbij de rk studentenpastor is betrokken kunt u onder andere terugvinden op de website rapen burg100.nl De inkomsten die uit de werving onder de participanten van de LSE de laatste jaren gegenereerd zijn lopen fors terug. De teruglopende inkomsten voor de stichting ‘Vrienden van’ zijn een zorgelijke si tuatie voor de toekomst van de rk studentenpastor. Afgelopen jaar is er weliswaar vermogen vrijgekomen bij de verkoop van Rap 102, maar omdat dit pand eigendom is van het bisdom, zijn de inkomsten die daaruit zijn voortgekomen voornamelijk gebruikt voor het reduceren van financiële tekorten en voor toekomstig salaris van de studentenpastores in Leiden, Delft/Den Haag en Rotterdam. Aangezien de – niet kostendekkende – bijdrage door de stichting ‘Vrienden van’ naar het bisdom jaarlijks volgens afspraak 10.000 euro bedraagt, betekent dit dat er op dit moment wordt ingeteerd op het eigen vermogen. Dit eigen vermogen is destijds ontstaan toen de parochie 'Maria zetel der wijsheid' is opgegaan in de studentenparochie 'Catharina van Alexandrië' van het bisdom Rotterdam. Het eigen vermogen werd daarbij ondergebracht in de stichting ‘Vrienden van het Leidse Studentenpastoraat’ en staat onder beheer van de lokatieraad Leiden van de stichting Catharina van Alexandrië. Om de aanwezigheid van een rk studentenpastor op Rapenburg 100 en de Leidse Studenten Ekklesia ook in de toekomst te kunnen garanderen, zou ik daarom bij u allen dringend willen verzoeken om een bijdrage te leveren op rekening 615228 t.n.v. de stichting ‘Vrienden van het Leidse Studenten Pastoraat’. Mocht u meer informatie over dit onderwerp willen, dan kunt u contact opnemen met de penningmeester van de stichting ‘Vrienden van het Leidse Studenten Pas toraat’. Met hartelijke groet, Wouter Nijkamp Penningmeester Vrienden van het Leidse Studenten Pastoraat
[email protected] 28 | Hooglandse Nieuwe december 2013
Hooglandse Nieuwe Hebt u van dit nummer genoten? Of hebt u zich geërgerd? Of wilt u in gesprek met een auteur? Geef het op bij de redactie:
[email protected] Bij voldoende belangstelling or ganiseren wij dan een korte bij eenkomst na een zondagse dienst.
Het volgende nummer van Hooglandse Nieuwe komt uit op 16 februari met het thema:
Creatie Kopij uiterlijk op 2 februari aanleveren bij:
[email protected]
Creatie(f) in maximaal 600 woorden "Creatie en Evolutie" heette het boek van VUhoogleraar J. Lever dat in 1956 verscheen. Een discussie brak los in de gereformeerde kerken. Zo'n tien jaar geleden werd het nog eens dunnetjes over gedaan rond de be grippen Creationisme en Intelligent Design. Maar het begrip creatie is natuurlijk veel ruimer. Denk alleen al aan de scheppende kunsten. Moet ook niet in wetenschap en techniek creativi teit aanwezig zijn? En hoe zit het met de scheppingskracht van goede managers? Of overschatten die zich zelf? Mail uw bijdrage in maximaal 600 woorden naar het redactieadres:
[email protected]
actief en informatief
foto: Heiko Bertram
Socrates071 trapt af met Doekle Terpstra Je bezinnen op de grote lijn in je leven, geïnspireerd door sprekers met levens ervaring. En vinden van wat daarin je vertrouwen heeft. Zo organiseerde Socrates071 op 30 september een inspirerend Diner Pen sant over het thema ‘Werk, je lust en/of je leven?!’ Met aandacht voor de maat schappelijke onzekerheid op de arbeidsmarkt, maar ook met vertrouwen en een hoopvol perspectief. Socrates071 is een recent opgericht platform voor bezinning voor young professionals en studenten. Vaak missen zij een plek waar je inspiratie kunt op doen bij het omgaan met persoonlijke levensvragen en keuzes. Het platform wil daarom thema’s op het gebied van levenskeuzes en inspiratie voor een brede doelgroep – binnen en buiten kerkelijk – aan de orde stellen. Het ini tiatief is voortgekomen uit enkele leden van de Binnenstadsgemeente, de Leidse Studenten Ekklesia en de Marekerk met ook de doelstelling om betekenisvol in tergenerationeel contact te stimuleren. Een platform in het leven dat het uit wisselen van persoonlijke verhalen op gang wil brengen, binnen de doelgroep en tussen generaties, over thema’s van nu. Voor de aftrap van het eerste evenement nam Doekle Terpstra het woord over ‘Werk, je lust en/ of je leven?!’ Daarbij
gebruikte hij zijn ervaring als CNV vakbondsman en als bestuursvoorzitter van Hogeschool InHolland. De massa ontslagen in de Rotterdamse havens uit de jaren tachtig van de vorige eeuw, die hij als beginnend vakbondsman had meegemaakt, lieten hem inzien dat er een niet te ontkennen verband bestaat tussen werk en identiteit. Pak je iemand zijn werk af, dan is vaak een identiteits crisis het gevolg. Waar vroeger vooral de werkgever deze relatie invulde en waarborgde, komt het tegenwoordig steeds meer aan op de werknemer om daar iets van te maken. Deze tendens heeft meer ontwikkelingsmogelijkheden gebracht, maar ook meer onzekerheid opgeleverd. De huidige situatie vergt immers veel van het zelfsturend ver mogen van de werknemer sommigen spreken al van een werkondernemer. Persoonlijke reflectie en betekenisvolle onderlinge uitwisseling zijn daarom on ontbeerlijk. Maar wacht niet tot je alles zeker weet! Vertrouwen en durf zijn misschien wel het belangrijkst.
het dagelijks leven directeur Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid, was gespreksleider aan de eerste tafel. Irene Slootweg, lid van de Leidse Studenten Ekklesia en onder zoekster aan de Universiteit Leiden op het gebied van medische educatie, deed de tweede tafel. Herman ten Hove, lid van de Marekerk en tot tamelijk recent nog tropenarts in Zimbabwe, opende de gesprekken aan de laatste tafel. Doekle Terpstra schoof beurtelings bij alle ta fels aan en nam na afloop de wrapup voor zijn rekening.
Het concept van de avond bleek in de praktijk garant te staan voor geanimeerde gesprekken. Bijzonder was dat er tijdens de avond een basis van vertrouwen ontstond tussen mensen die elkaar nog niet kenden, en boven dien het vertrouwen dat dit een platform is om je keuzes te overwegen en daarbij ook je onzekerheid kunt laten zien. Zo kwam het diner op een persoonlijk ni veau. Vooral door de bijdrage van Doekle Terpstra, Irene Slootweg, Cent Het Diner Pensant werd voor een select van Vliet en Herman ten Hove, klonk gezelschap van dertig man gehouden in daarin de uitnodiging om te vertrouwen de knusse ambiance van Proeverij de door, om lef te tonen en een hoopvolle Dames, gelegen aan de Nieuw Rijn. Na blik op de toekomst. de toespraak van Doekle Terpstra Nu het eerste Diner Pensant achter de kregen de deelnemers een even exclu rug is, wordt gewerkt aan andere cre sief als smaakvol viergangendiner voor atieve vormen om het platform uit te geschoteld, geserveerd aan de tafel van bouwen. De ontwikkelingen zijn via hun keuze. De deelnemers zaten aan facebook, twitter en kerkelijke nieuws drie tafels conform de deelthema’s ‘Op brieven te volgen. naar de top’, ‘Idealen versus realisme’ en ‘Ben ik mijn baan?’ Cent van Vliet, Hanno Wisse en Rob van Waarde lid van de Binnenstadsgemeente en in Hooglandse Nieuwe december 2013 |
29
kinderpagina
Schildpadpassie Twee roodstaartpapegaaien zaten samen op een tak te kijken naar de schildpad, die volstrekt op zijn gemak voorbijkwam door het mulle zand. De ene roodstaart zei: ‘Wat duurt dat lang, hij komt al minstens drie kwartier voorbij en is in al die tijd nog voor geen meter opgeschoten. Dat is toch niet normaal? Het beest heeft vast iets aan zijn poten. Misschien heeft hij een akelige stekel in zijn voet?‛ De ander zei: ‘Dat lijkt me niet. Zijn poten doen het goed. Hij draagt iets met zich mee. Iets waar hij nogal zwaar aan tilt. Iets wat de moeite waard is. Hij vervoert iets in zijn schild. Iets groots, iets duurs, iets waardevols, iets stiekems of iets raars.‛ De ene keer hem aan en zei: ‘Ik denk gewoon iets zwaars.‛ ‘Een schat!‛ bedacht de ander. ‘Goud en zilver en juwelen en waardevolle munten, die hij eerst is wezen stelen en die hij gaat verkopen aan de aasgier of de gnoe, de stiekemerd!‛ De papegaaien vlogen naar hem toe. ‘Wij willen niet nieuwsgierig zijn,‛ begonnen ze beleefd, ‘maar kunt u ons misschien vertellen wat u bij zich heeft?‛ De schildpad kreeg een wiebelige kriebel in zijn maag en zei: ‘Natuurlijk, papegaaien. Wat een leuke vraag!‛ Hij draaide traag zijn kopje in de richting van zijn schild en sprak: ‘U mag wel even komen kijken als u wilt.‛ Zo langzaam als hij kon deed hij zijn schild een kiertje open. De papegaaien keken en het schild zat vol met… knopen! ‘Het zijn er honderdzestig,‛ sprak de eigenaar verheugd. ‘Ik spaar al rode knopen sinds mijn allervroegste jeugd. Ik draag ze altijd met mij mee. Het is een heel gewicht, maar wel de moeite waard.‛ Toen deed hij gauw zijn schild weer dicht. De roodstaartpapegaaien waren erg teleurgesteld. Geen dure diamanten, geen juwelen, zelfs geen geld. Ze zagen hoe de schildpad langzaam door begon te lopen. Niks groots, niks duurs, niks waardevols. Alleen maar rode knopen. Bette 30 | Hooglandse Nieuwe december 2013