PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Hoofdstuk 5C Diabetes mellitus type 2 Duur 55 minuten Leerdoelen deelnemers De deelnemers Weten dat glucose dient als brandstof voor cellen Weten hoe glucose in het lichaam wordt gebruikt Weten wat er bij diabetes in het lichaam mis gaat Weten wat het verschil is tussen type 1 en type 2 diabetes Weten wat insulineresistentie is Weten waardoor zijn/haar diabetes mogelijk veroorzaakt is Begrijpen dat zijn/haar diabetes kan veranderen in de loop van de tijd Weten wat de HbA1c-bepaling inhoudt Weten hoe zelf de bloedglucose bepaald kan worden Kunnen vertellen op welke manieren een goede regulatie van de bloedglucose bereikt kan worden.
Inhoud Wat is glucose en hoe wordt glucose in het lichaam gebruikt? Glucose is afkomstig van koolhydraten in de voeding en fungeert als brandstof voor de cellen; koolhydraten worden afgebroken in het maagdarmkanaal en komen als glucose in het bloed. De glucose wordt opgeslagen in de lever en wordt daar zowel overdag als ’s nachts aan het bloed afgegeven Om als brandstof te kunnen dienen moet glucose in de cellen komen. Celwanden hebben echter ‘deuren’ die ‘op slot’ zitten Insuline is de sleutel waarmee celdeuren geopend kunnen worden. Insuline wordt gemaakt in de pancreas (alvleesklier) (door eilandjes van Langerhans/bètacellen) In het lichaam van mensen zonder diabetes wordt de juiste hoeveelheid insuline op het juiste moment gemaakt, zodat de bloedglucose binnen bepaalde grenzen ( 4 – 7 mmo/l) blijft Bij type 1 diabetes is het probleem dat een deel van de pancreas niet werkt en geen insuline meer produceert Bij type 2 diabetes is insulineresistentie het belangrijkste probleem: de insuline kan niet alle deuren openen (de ‘sloten’ zijn ‘roestig’) De pancreas moet harder werken en maakt meer insuline Na verloop van tijd raakt de pancreas uitgeput en kan niet meer voldoen aan de insulinebehoefte van het lichaam.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
1
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Wat als de bloedglucose te hoog is?
Een normale bloedglucose ligt tussen de 4-7 mmol/l Komt de bloedglucose ± boven de 10 mmol/l dan wordt dit uitgeplast Door veel plassen ontstaat dorst Vermoeidheid kan een gevolg zijn van een tekort aan energie wat ontstaat als de glucose niet in de cellen komt Het lichaamsgewicht kan afnemen omdat het lichaam andere energiebronnen gaat aanspreken Het zicht wordt wazig omdat er glucose en water in de lens van het oog komt Bij hoge bloedglucosewaarden ontstaan eerder infecties (bijv. infecties in de mond, aan de huid of blaas). Waardoor wordt type 2 diabetes veroorzaakt?
Te grote middelomtrek Te weinig lichaamsbeweging Leeftijd Erfelijk risico Bevolkingsgroep Aandoeningen aan de pancreas Medicijnen (corticosteroïden, bijv. prednison)
Behandeling van diabetes Bij type 1 diabetes maakt het lichaam geen insuline, behandeling met insuline is noodzakelijk Bij type 2 diabetes maakt het lichaam nog wel insuline maar niet voldoende en / of is er sprake van insulineresistentie Gezonde voeding kan helpen om de bloedglucose onder controle te houden, door te zorgen dat de bloedglucose minder sterk stijgt (minder koolhydraten) en de insulineresistentie te verminderen (minder vet en calorieën) Insulineresistentie kan afnemen door een lager lichaamsgewicht, meer lichaamsbeweging en medicijnen, bijv. metformine (Glucophage® ). Tevens zijn er nieuwe medicijnen zoals Thiazolidinedionen, de DPP-4 remmers en GLP1-therapie. Wanneer de pancreas uitgeput raakt, kan deze met medicijnen gestimuleerd worden om insuline te maken (sulphonylureumderivaten, bijvoorbeeld Gliclazide, Amaryl®,Diamicron®, Daonil®, Tolbutamide®) Na verloop van tijd kunnen tabletten niet meer afdoende zijn, ongeveer een derde van de mensen met type 2 diabetes moet insuline gaan gebruiken Het gebruik van insuline betekent niet dat de diabetes ernstiger is Wanneer de insulineresistentie afneemt, houdt de pancreas het meestal langer vol.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
2
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Rol van de trainer De trainer Helpt deelnemers er achter te komen hoe de bloedglucose binnen bepaalde grenzen blijft bij mensen zonder diabetes Helpt deelnemers er achter te komen waarom de bloedglucose bij mensen met diabetes niet goed onder controle blijft Geeft deelnemers uitleg over insulineresistentie Helpt deelnemers na te denken hoe het komt dat de pancreas niet meer goed werkt Helpt deelnemers te leren wat het verschil is tussen type 1 en type 2 diabetes Helpt deelnemers te ontdekken welke symptomen door een hoge bloedglucose spiegel veroorzaakt worden Helpt deelnemers er achter te komen waardoor hun diabetes waarschijnlijk is ontstaan en hoe dit hen kan helpen bij de behandeling van hun diabetes Helpt deelnemers te begrijpen hoe hun diabetes kan veranderen na verloop van tijd en wat dit betekent voor de behandeling Helpt deelnemers te begrijpen hoe een goede instelling van de diabetes bereikt kan worden door gezonde voeding, lichaamsbeweging en (zonodig) medicijnen Geeft aan het eind van dit onderdeel een samenvatting.
Activiteit deelnemers De deelnemers Leren welke symptomen veroorzaakt worden door hoge bloedglucosewaarden en hoe het lichaam daarop reageert Leren waardoor zijn/haar diabetes mogelijk is veroorzaakt Leren op welke verschillende manieren een goede regulatie van de bloedglucose kan worden bereikt.
DRAAIBOEK Dit is een voorbeeld van de wijze waarop u de inhoud kunt overbrengen. Als u het verhaal liever op een andere manier vertelt is dat ook goed, zolang de inhoud in grote lijnen hetzelfde blijft en uw verhaal geen ‘schools’ karakter krijgt. Wel dienen alle flapovers gemaakt te worden ter voorbereiding op het actieplan. Het belangrijkste is de informatie over te brengen en de groep zoveel mogelijk zelf aan het woord te laten, zonder een waardeoordeel te geven.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
3
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Zorg dat u in deze bijeenkomst zo min mogelijk zelf aan het woord bent. Geef de deelnemers zoveel mogelijk gelegenheid om zelf dingen te ontdekken. Als richtlijn: stel tenminste één vraag voor elk stukje informatie dat u geeft.
Verklaring symbolen In dit draaiboek wordt de informatie die u als trainer geeft, aangeduid met dit symbool. Uiteraard staat het u vrij om uw eigen woorden te gebruiken. Na dit teken volgt een aanwijzing om deelnemers te helpen hun leerdoel te bereiken. Momenten waarop groepsdiscussie nuttig kan zijn, worden aangegeven met een vraagteken. Punten die speciale aandacht verdienen worden aangegeven met een uitroepteken. Gebruik bij het volgende onderdeel de Diabetes en insulineresistentie overzichtstekening op blz. 7 van dit hoofdstuk.
C1
‘Gezonde’ bloedglucosewaarden Vertel in uw eigen woorden dat het de bedoeling is dat deelnemers de informatie die zij in het vorige onderdeel hebben gegeven, gebruiken om er achter te komen wat diabetes is en hoe zij zelf een actieve rol kunnen hebben in de behandeling van hun diabetes. Om dit te bereiken, gaan deelnemers eerst na hoe het zit met glucose en insuline bij mensen die geen diabetes hebben. Om bij het begin te beginnen: Bij diabetes is de bloedglucose hoog, doordat het lichaam de glucosewaarden niet goed binnen bepaalde grenzen kan houden. Maar wat is glucose? En wat doet glucose?
Glucose is een soort suiker. Bij diabetes spreken we niet over suiker, maar over glucose. Glucose dient als brandstof voor lichaamscellen. Waar komt de glucose, die het lichaam gebruikt als brandstof, vandaan? Blijf vragen stellen en denk met de groep mee, tot zij zelf ‘eten’ noemen. Op dit punt kunt u beginnen met het tekenen van de overzichtstekening (zie blz. 7), door ‘voedsel’ bovenaan te tekenen. Vertel wat u aan het doen bent: Ik maak nu een tekening waarop te zien is hoe glucose gebruikt wordt in het lichaam bij mensen die geen diabetes hebben en daarna hoe het gaat als je diabetes hebt.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
4
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Waar gaat het voedsel heen dat u eet?
Het komt in uw maag waar het verteerd wordt en het voedsel wordt afgebroken tot verschillende stoffen. Teken een maag met een pijl van het voedsel naar de maag. Eén van de stoffen waarin voeding wordt omgezet is glucose. Waar gaat die glucose heen?
Ja, precies, die gaat eerst naar de darmen en wordt dan opgenomen in het bloed. Teken in het diagram een bloedvat (een buisje) en wat glucose (bijvoorbeeld in de vorm van suikerklontjes). Teken een pijl van de maag naar het bloedvat. Wat gebeurt er met de glucose wanneer die in uw bloed zit? Dat zijn eigenlijk twee dingen. Dit is soms moeilijk voor de groep. Probeer hen naar de twee volgende zaken te leiden.
Een deel van de glucose wordt opgeslagen in de lever. Deze glucose komt later vrij, zowel overdag als ’s nachts, zodat uw lichaam altijd wat glucose voorraad heeft als brandstof. Teken de lever, met een pijl van de bloedvaten naar de lever en een andere pijl van de lever naar de bloedvaten. Teken wat glucose in de lever. Voor de duidelijkheid kunt u de tweede lijn gestreept maken of in een andere kleur. De rest, de glucose die niet wordt opgeslagen, wordt door het bloed naar de verschillende cellen in het lichaam gebracht, waar het als brandstof dient. De vraag is: hoe komt de glucose van het bloed in de cel? Teken een paar cellen naast het bloedvat in de overzichtstekening. Stelt u zich voor dat deze kamer de cel is en u bent de glucose. Hoe bent u hier binnen gekomen? Meestal wordt gezegd: door de deur. Toen u hier kwam, stond de deur open. Waarom staat de deur niet altijd open? Stel vragen zodat de groep met antwoorden komt als: er komen mensen binnen die er niet horen te zijn (verstoren de groep, stelen iets), het tocht/wordt koud als de deur openstaat, etc.
Om die dingen te voorkomen is de deur meestal op slot. Dat geldt ook voor de cellen in ons lichaam. De deuren waardoor glucose in de cel komt zijn meestal op slot. Teken een hangslot op de cel. Wat is er dus nodig?
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
5
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Stel vragen tot deelnemers komen met ‘de sleutel’.
Vraag de groep wat zij denken dat als sleutel kan dienen. (Meestal wordt ‘insuline’ genoemd). Waar komt die insuline vandaan? Bepaalde cellen in de pancreas (de bètacellen of eilandjes van Langerhans, dit alleen vermelden als dit al door de groep genoemd is) maken sleutels die de deuren van uw cellen kunnen openmaken om glucose binnen te laten. Deze sleutels worden insuline genoemd. Een ander woord voor pancreas is alvleesklier. Teken de pancreas en een paar sleutels in de pancreas, een paar in het bloedvat en een paar sleutels in de zijkant van een cel. Teken ook wat glucose in de cel. Wat gebeurt er tenslotte met de glucose wanneer die in de cel komt?
Ja, die wordt verbrand en gebruikt voor energie. Teken een plaatje van iemand die een bepaalde activiteit onderneemt, om aan te geven dat hij of zij actief is en brandstof verbruikt, met een pijl van de cel naar deze activiteit. Ga na of iedereen dit begrijpt.
Het lichaam kan niet goed tegen teveel of te weinig glucose in het bloed. Het houdt de bloedglucose spiegel voortdurend in de gaten en zorgt dat er meer glucose uit de lever vrijkomt als de bloedglucose spiegel te laag is of meer insuline wordt gemaakt als de bloedglucose te hoog is. Het lichaam zorgt er voor dat de bloedglucose tussen de 4 en 7 mmol per liter blijft. Over die getallen zullen we het later nog hebben. Schrijf die waarden bij de tekening.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
6
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
7
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
C2
Wat gaat er mis bij diabetes? Diabetes is onder te verdelen in twee hoofdgroepen. Weet iemand wat die groepen zijn?
Type 1 en type 2 diabetes. Ze staan ook wel bekend als insuline-afhankelijke en niet insuline-afhankelijke diabetes of jeugddiabetes en ouderdomsdiabetes, maar tegenwoordig spreken we van type 1 en type 2 diabetes.
Begin met een groepsdiscussie. We hebben gezien wat er gebeurt bij iemand die geen diabetes heeft. U heeft allemaal type 2 diabetes. Weet iemand wat het verschil is met type 1 diabetes? Bij type 1 diabetes werkt een deel van de pancreas niet meer en wordt er helemaal geen insuline meer gemaakt (Wijs aan in de tekening). Mensen met type 1 diabetes hebben daarom altijd insuline nodig. Wat gebeurt er bij iemand met type 2 diabetes in het lichaam? Maak gebruik van de juiste informatie wanneer iemand met een juist antwoord komt. Als mensen met suggesties komen die niet helemaal goed zijn, probeer ze dan naar het juiste antwoord te leiden (bijv: ‘goed, er zit teveel glucose in het bloed, waardoor denkt u dat dat komt?’). Gebruik de tekening. Maak gebruik van hetgeen al is opgeschreven bij ”Mijn eigen verhaal”.
Noem dit in geen geval ‘lichte’ diabetes of ‘een beetje suiker’ of een andere term die suggereert dat type 2 een minder ernstige vorm van diabetes is.
Het belangrijkste probleem bij type 2 diabetes is dat het lichaam resistent wordt tegen de insuline die wordt geproduceerd. U kunt zich dat bijvoorbeeld voorstellen als sloten die het niet meer goed doen. Ze zijn stroef en roestig geworden. Dit houdt in dat de insuline die u produceert zijn werk niet meer goed kan doen. Wijs dit aan op de tekening. Waardoor kan insulineresistentie ontstaan?
Insulineresistentie kan ontstaan door overgewicht. Vooral wanneer er veel lichaamsvet rondom het middel zit, neemt insulineresistentie toe. De cellen worden als het ware geblokkeerd door het vele vet in het lichaam, hierdoor kunnen de cellen de glucose niet goed opnemen. Schrijf het woord insulineresistentie in de tekening.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
8
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Als de insuline niet goed zijn werk kan doen, wat gebeurt er dan met de bloedglucose spiegel? Precies, die stijgt. Wat doet het lichaam om dat op te lossen/ om te voorkomen dat de glucose stijgt? Moedig deelnemers aan met antwoorden te komen. Blijf vragen stellen tot iemand opmerkt ‘meer insuline maken’.
Ja, omdat de insuline die u maakt meer moeite moet doen om de sloten open te krijgen, maakt het lichaam meer insuline. Wanneer de insulinefabriek (de pancreas of alvleesklier) dat vol kan houden, blijft uw bloedglucose precies op het niveau dat uw lichaam prettig vindt. Maar wat gebeurt er met u, als u iedere dag overuren moet maken? Ja, u wordt moe, u presteert niet meer zo best op uw werk en bent uiteindelijk tot steeds minder in staat. Dat is precies wat er gebeurt bij type 2 diabetes. Doordat de pancreas extra hard moet werken om meer insuline te produceren, raakt hij uitgeput en kan niet meer voldoen aan de insulinebehoefte van het lichaam.
C3
Welke invloed heeft diabetes op mij? Heeft dit u geholpen om te begrijpen wat er aan de hand is bij diabetes? Kijk de groep rond om na te gaan of iedereen het begrepen heeft. Beantwoord eventuele vragen en leg het zo nodig nog een keer uit. Hang een flap-over op met “Te hoge bloedglucosewaarden” als titel. Deze flap-over krijgt de volgende indeling: oorzaken, symptomen en behandeling / oplossen. Nu richt je je op symptomen. Maar wat heeft dit nu met u te maken? We hebben gezien dat het lichaam de bloedglucose het liefst binnen bepaalde grenzen houdt. Als er teveel glucose in uw bloed zit, hoe raakt uw lichaam dat dan kwijt? Een andere vraag kan zijn: waar had u last van toen de diabetes bij u ontdekt werd? Maak zo nodig gebruik van de flap-over “Klachten en symptomen” van Mijn Eigen Verhaal
Als de glucose in uw lichaam te hoog is probeert uw lichaam die kwijt te raken. Hoe kan het lichaam dat doen? (Zoals al eerder gezegd:) u plast de glucose uit. Dit begint wanneer de bloedglucose hoger is dan 10 mmol per liter (hoewel dit getal voor sommige mensen iets kan afwijken). Dit houdt in dat u meer plast dan gewoonlijk – mensen merken dit ’s nachts meestal het eerst op. Als u veel plast, wat gebeurt er dan in uw lichaam?
Ja, u droogt uit, er is te weinig vocht in uw lichaam. U krijgt dorst, u krijgt waarschijnlijk een droge mond en zal meer gaan drinken. Soms denken mensen dat
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
9
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
je meer plast omdat je meer drinkt. Bij diabetes is het net andersom: je drinkt meer omdat je meer plast om de glucose kwijt te raken. Dus wanneer de diabetes niet goed is gereguleerd plast u meer, heeft u een droge mond, dorst en drinkt u meer. Als de glucose niet in de cellen komt en deze niet van brandstof worden voorzien, hoe gaat u zich dan voelen?
Ja, u voelt zich moe en uitgeput doordat de energie uit uw eten niet komt waar het nodig is. Daardoor voelt u zich moe en uw cellen gaan hun eigen energiereserves aanspreken, waardoor u misschien wat afvalt. Welke andere symptomen hebben mensen wanneer de bloedglucose spiegel te hoog is?
Infecties gedijen goed bij hoge bloedglucosewaarden, de ‘beestjes’ leven van de glucose. Er ontstaan dus gemakkelijk infecties. Als iemand ‘wazig zien’ noemt, leg dan uit dat dit klopt maar vraag diegene de opmerking nog even te bewaren, de ogen komen nog aan de orde. Als andere symptomen genoemd worden, vraag dan na wat mensen precies bedoelen en waarom ze denken dat deze veroorzaakt worden door een hoge bloedglucose. Leg uit dat mensen vaak een groot aantal symptomen noemen waarvan zij denken dat die met diabetes te maken hebben, maar dat dat niet altijd zo hoeft te zijn. Na dit besproken te hebben moeten in ieder geval de volgende zaken op de flap-over staan – de volgorde maakt niet uit: Symptomen hoge bloedglucosewaarden Vaak plassen Dorst Weinig energie / moe Gewichtsverlies Infecties Jeuk (schaamstreek) Wazig zien
Als u een bepaalde klacht heeft waarvan u niet weet of het met uw diabetes te maken heeft, hoe zou u er dan achter kunnen komen of dat zo is en of u er wat aan kunt doen? Vraag aan de dokter, diabetesverpleegkundige, er over lezen, etc.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
10
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
C4
De behandeling van diabetes Ik wil nu verder gaan met wat u kunt doen om een goede instelling van uw bloedglucose te bereiken en welke verschillende behandelingen er zijn voor diabetes. Op de tekening hebben we gezien dat bij type 1 diabetes de pancreas niet meer werkt en mensen direct insuline nodig hebben. We hebben ook gezien dat bij type 2 diabetes de sloten roestig zijn door insulineresistentie: de glucose kan niet meer goed in de cel komen en de pancreas raakt uitgeput doordat hij zo hard moet werken. Wat zou u kunnen doen om ervoor te zorgen dat het weer beter gaat? Probeer zoveel mogelijk antwoorden te verzamelen en laat opmerkingen of discussie achterwege. Vul de behandeling/oplossen hoge bloedglucose op de flapoververder aan. Loop dan de antwoorden langs en gebruik daarbij de tekening Eén van de suggesties is gezond eten, of goed nadenken over wat je eet. Als u naar de overzichtstekening kijkt, hoe denkt u dan dat gezond eten kan helpen om de bloedglucose te verlagen, zonder specifieke voedingsmiddelen te noemen?
Dat kan grofweg op twee manieren. We hebben gezien dat de insuline niet meer goed werkt en dat de pancreas de vraag naar insuline niet meer kan bijhouden. Wanneer we kleinere porties eten, heeft het lichaam meer mogelijkheden om het bij te houden en zal de bloedglucose minder sterk stijgen. Later op de ochtend komen we hier uitgebreid op terug. Een andere manier om de bloedglucose te verlagen is de insulineresistentie te verminderen. Hoe kun je dat doen? Ja, door te proberen om de middelomtrek te verkleinen en/of af te vallen en door meer aan lichaamsbeweging te doen. We zullen het nog uitgebreid over gezond eten hebben en welk aandeel voeding heeft bij de behandeling van diabetes. Ook medicatie kan een bijdrage leveren. Er bestaan verschillende soorten tabletten en er komen er steeds meer bij. Vandaag beperken we ons tot de belangrijkste soorten. Weet iemand welke dat zijn? Als ze al een keer genoemd zijn, noem ze dan nog een keer.
Verwijs weer naar de tekening. Eén van de soorten tabletten noemen we * Biguaniden (bijvoorbeeld Metformine®), remt de glucoseafgifte in de lever en verhoogt de insulinegevoeligheid in het spierweefsel. Een andere soort zijn de * Sulphonylureumderivaten (SU derivaten, bijvoorbeeld Gliclazide®, Amaryl®, Diamicron®, Daonil®, Tolbutamide®). Deze tabletten helpen de pancreas om meer insuline te maken.
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
11
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Er zijn meerdere nieuwe medicijnen op de markt gekomen. alleen bespreken wanneer hier vragen over gesteld worden * Thiazolidionen (pioglitazonActos®) verminderen de insulineresistentie in de lever, spier- en vetweefsel. * DPP-4 remmers (tabletten) zijn Sitagliptine (merknaam Januvia®), Vildagliptine (merknaam Galvus®) enSaxagliptine (Onglyza®). * GLP-1 therapie: Exenatide (Byetta®) en Liraglutide (Victoza®). Op dit moment gaan we niet teveel in op details, tenzij er mensen zijn met specifieke vragen. DPP-4 remmers en Incretine mimetica: het hormoon GLP-1 (glucagon-like-peptide-1) wordt gemaakt in de dunne darm op het moment dat er voedsel langskomt. Komt GLP-1 in het bloed terecht dan stimuleert het de afgifte van insuline om de bloedglucose te verlagen en remt het de afgifte van glucagon. Mensen met diabetes type 2 hebben minder GLP-1. GLP-1 werkt maar heel kort, omdat het wordt afgebroken door het enzym DPP-4. Dit is een enzym dat voorkomt in de darmen. Nu zijn er medicijnen ontwikkeld die dit enzym, DPP-4, remmen. Hierdoor kan GLP-1 langer werken en dat heeft een gunstig effect op het glucosegehalte. Deze nieuwe middelen werken alleen maar als iemand eet. Stijgt de bloedglucose niet boven normale waarden, dan is GLP-1 niet actief. Mensen kunnen er dus geen hypo (te laag bloedglucosegehalte) van krijgen, hetgeen wel het geval is bij mensen die een SU-derivaat of insuline gebruiken. Daar komt bij dat GLP-1 therapie de maagontlediging vertraagt. Hierdoor voelen mensen zich eerder verzadigd en krijgen ze minder snel weer honger. Dit heeft het gunstige effect dat mensen afvallen; een prettige bijkomstigheid voor deze mensen die vaak kampen met overgewicht.
Wat ga je gebruiken wanneer de pancreas uitgeput is en het met tabletten niet meer redt?
Ja, ongeveer een derde van de mensen met diabetes type 2 heeft op een bepaald moment insuline nodig om een goede instelling van de diabetes te bereiken. Sommige mensen maken zich daar veel zorgen over, ze denken dat ze een ernstiger vorm van diabetes hebben wanneer ze insuline moeten gaan gebruiken, maar is dit zo? Heeft iemand wel eens gehoord van zogenaamde ‘lichte’ en ‘ernstige’ diabetes? Wat denkt u dat dat inhoudt?
Veel mensen denken dat je ‘lichte’ diabetes hebt wanneer je enkel een dieet hebt of tabletten gebruikt en ‘ernstige’ diabetes als je insuline gebruikt. Dat is niet het geval. Als uw diabetes goed gereguleerd is, heeft u een kleinere kans op complicaties, het maakt niets uit hoe u die goede regulatie bereikt. Als uw diabetes niet goed is gereguleerd, of u nu op een dieet bent, tabletten gebruikt of iets anders,
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
12
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
heeft u een grotere kans om complicaties te krijgen. ‘Lichte’ diabetes bestaat niet, bij diabetes bestaat altijd een risico op bepaalde gevolgen en complicaties. Eén ding is zeker: diabetes heeft een grote impact op uw leven. De belangrijkste boodschap van vandaag is dat u het risico op deze gevolgen en complicaties kunt verkleinen door een zo goed mogelijke diabetesregulatie en het zo veel mogelijk beperken van andere risicofactoren. Na dit besproken te hebben moeten in ieder geval de volgende zaken op de flap-over “Verlagen van de bloedglucose / Behandeling van Diabetes” staan – de volgorde maakt niet uit: Verlagen van de bloedglucose / Behandeling van Diabetes Meer lichaamsbeweging Verlagen middelomtrek/ Afvallen Medicatie / tabletten / insuline Medicijnen innemen Gezond eten - kleinere hoeveelheden eten - koolhydraten verdelen over de dag
C5
Waardoor wordt diabetes veroorzaakt? We hebben het gehad over wat diabetes is maar weet iemand ook waardoor diabetes eigenlijk ontstaat? Waardoor is de diabetes bij u veroorzaakt, denkt u?
Probeer zoveel mogelijk uitspraken van de groep op de flap-over “Oorzaken Diabetes” te verzamelen. Misschien zijn bepaalde uitspraken al eerder gedaan tijdens het onderdeel ‘uw eigen verhaal’. Haal deze nog eens aan. Bespreek alle zaken die genoemd zijn en welke bijdrage zij leveren aan het ontstaan van diabetes. Wanneer bepaalde zaken niet genoemd zijn, kunt u ze aanvullen uit het draaiboek (vraag wel eerst of de deelnemers het er mee eens zijn). Gewicht en vorm van het lichaam komen aan de orde. Vraag de groep waarom iemand met een bepaald lichaamsgewicht en bepaalde vorm van het lichaam meer kans heeft op het ontstaan van diabetes.
Mensen met overgewicht hebben meer kans op insulineresistentie, het ‘roestig’ worden van de sloten waar we het over hebben gehad. De insulineresistentie neemt af wanneer iemand afvalt, het zorgt ervoor dat de sloten beter werken. Vooral vet rondom het middel zorgt voor insulineresistentie, dus het is vooral belangrijk om rond het middel af te slanken. Ook lichaamsbeweging vermindert de insulineresistentie. Uiteindelijk moeten er op de flap-over de volgende zaken staan:
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
13
PRISMA PRo-actieve Interdisciplinaire Self-MAnagement educatie
Oorzaken ontstaan diabetes leeftijd erfelijkheid bevolkingsgroep aandoeningen pancreas medicijnen (bijv.prednison) diabetes gravidarum (zwangerschapsdiabetes) middelomtrek te weinig lichaamsbeweging Probeer de deelnemers te laten aangeven wat de belangrijkste punten zijn die tot zover genoemd zijn. We hebben in deze cursus veel aandacht besteed aan zaken die te maken hebben met de regulatie van de bloedglucose bij diabetes. We hebben het aan de hand van een tekening gehad over wat diabetes is, wat insulineresistentie is en hoe de pancreas uitgeput raakt. We hebben het kort gehad over manieren om een goede regulatie van de bloedglucose te bereiken en wat de werking is van de meest gebruikte medicatie van diabetes. In het volgende deel gaan we verder in op de werking van insuline en hypoglykemie/hyperglykemie. We hebben heel wat informatie besproken. Goed gedaan! Heeft iemand hierover nog vragen? U kunt alle informatie online terugvinden. Als u uw emailadres bij ons achterlaat, krijgt u zo snel mogelijk een uitnodiging via de mail. De website is www.prismadiabetes.nl
© PRISMA trainershandleiding hoofdstuk 5C, Diabetescentrum VUmc, Amsterdam 2014
14