HOF VAN BEROEP VAN BRUSSEL 26 maart 2002, 15de kamer Het hof van beroep te Brussel, 15de kamer, zitting houdend in strafzaken, wijst het volgende arrest: ln zake van het Openbaar Ministerie en van: 1) X., (…) 2) PAYOKE V.Z.W., (…) 3) PAG-ASA V.Z.W., (…) 4) Y., (…) burgerlijke partijen, (…) tegen : 1) A., alias (…), geboren te Benin City (Nigeria) (…), beklaagde (…) 2) B.., alias (…) geboren te Freetown (Sierra Leone) (…), beklaagde (…) 3) C., alias (…), geboren te Benin City (Nigeria), van Italiaanse nationaliteit, (…),beklaagde (…)
Beklaagd van, in het gerechtelijk arrondissement Brussel, (…) A. op welke manier ook eens anders ontucht of prostitutie geëxploiteerd te hebben, namelijk : 1) de tweede (B.) (…) 2) de derde (C.) (…) 3) de eerste (A.) (…), die van Y. (…) 4) de tweede (B.) (…), die van X. (…) met de omstandigheid dat de dader tegenover het slachtoffer direct of indirect gebruik gemaakt heeft van listige kunstgrepen, (…) of misbruik heeft gemaakt van de bijzonder kwetsbare posititie waarin het slachtoffer verkeerde (…)
1
B. de eerste (A.), de tweede (B.) de derde (C.) meermaals, tussen 1 maart 1999 en 19 februari 2001, in overtreding van artikel 77 bis § 2 van de wet van 15 december 1980, een gewoonte te hebben gemaakt van de aktiviteiten vermeldt in artikel 77 bis § 1 van de wet van 15 december 1980, zijnde op welke manier ook ertoe hebben bijgedragen dat, rechtstreeks of via een tussenpersoon, vreemdelingen het Koninkrijk binnenkomen of er verblijven met name (…) en daarbij : 1) ten opzichte van de vreemdeling direct of indirect gebruik te hebben gemaakt van listige kunstgrepen, geweld, bedreigingen of enige vorm van dwang; 2) misbruik te hebben gemaakt van de bijzonder kwetsbare positie waarin de vreemdeling verkeert (…) met de omstandigheid dat die activiteiten daden van deelneming aan de hoofd- of bijkomende bedrijvigheid van een vereniging betreffen ongeacht of de schuldige de hoedanigheid van leidend persoon heeft of niet ; (…) Gezien de hogere beroepen ingesteld op : (…) tegen een vonnis gewezen door de 46de kamer van de correctionele rechtbank te Brussel d.d. 30 november 2001 (…) Op strafrechtelijk gebied Met betrekking tot de feiten waarvoor beklaagden vervolgd worden, legden vier jonge prostituees gelijkluidende verklaringen af; (…) Samengevat luiden de feiten volgens deze verklaringen aIs volgt: ln Nigeria werden zij aangesproken door familieleden van de betichten (O. en Y. door de moeder van tweede beklaagde en G. door de moeder van derde beklaagde) met het voorstel dat zij naar Europa zouden gaan om er te werken; Zij werden eerst aan een voodooceremonieel onderworpen waarbij er stalen van hun bloed, haar en nagels werden genomen; zij werden ervan overtuigd dat zij zware problemen zouden krijgen (O. en G.) of zouden sterven (X.) indien zij niet deden wat hen opgedragen werd; Via omwegen langs Benin en dan Londen of Spanje werden zij van Nigeria naar België gebracht; zij reisden met een begeleider en onder een vals paspoort dat zij na de reis moesten afgeven; in België moesten zij verklaren dat zij van Sierra Leone afkomstig waren; ln België verbleven zij te (…) in een kelderverdieping; zij moesten in de omgeving van het Noordstation aIs prostituee werken, en dit elke dag, zonder rustdagen; Alvorens geld voor zichzelf te verdienen, moesten zij zich eerst 'vrijkopen' door aan hun 'eigenaar' een bepaalde som geld te betalen (voor O. en G. elk was dat 50.000 USD, voor Y. en X. elk 45.000 USD);
2
daarom moesten zij het geld dat zij verdienden elke dag afgeven aan hun respectieveIijke 'eigenaars'; het geld werd opgeborgen en er werd voor elk van de prostituees in een afzonderlijk schriftje een 'boekhouding' van hun inkomsten bijgehouden; Zo was eerste bekIaagde de 'eigenaar' van Y., was tweede beklaagde de 'eigenaar' of 'madam' van O. en van X., en was derde bekIaagde de 'eigenaar' of 'madam' van G.; O. en Y. werden door tweede bekIaagde (…) geslagen wanneer zij niet genoeg geld opbrachten; O. werd regelmatig geslagen met een ijzeren staaf, of met andere voorwerpen; Y. werd met een gebroken bierfles geslagen en gekwetst en moest in het ziekenhuis worden opgenomen; haar 'eigenaar', eerste bekIaagde, maakte haar duidelijk dat zij zich aan de regels moest houden, dat zij geld moest opbrengen; nadien werd zij nog door tweede beklaagde met een ijzeren staaf geslagen; volgens de melding van het opvangtehuis PAG-ASA werd Y. op 21 september 2000 opgenomen in de dienst spoedgevallen van het Sint Jansziekenhuis; op 22 februari 2001 stelde dokter (…), naast oudere littekens ook recente hematomen vast ter hoogte van de linker onderarm en het linker dijbeen; ln conclusies wijst tweede bekIaagde erop dat er tegenstrijdigheden zijn in de verklaringen van de vier prostituees; Zo heeft het slachtoffer O. in haar eerste verklaring gesteld in maart 1999 door de moeder van tweede bekIaagde te zijn geronseld, terwijl zij volgens haar laatste verklaring slechts in 2000 in België is aangekomen; daarenboven verklaarde zij op 19 februari 2001 dat R.. twee maanden na haar op het adres (…) aankwam terwijl R.., dit is Y., verklaarde dat zij sedert juli 2000 in België is; Tweede beklaagde wijst er ook op dat L. in haar verklaring van 17 augustus 2001 stelde geen X. te kennen; Wat deze verschillen in termijnen betreft, bIijkt dat enkel de datum van maart 1999 niet met de andere data overeenstemt; het gaat hier klaarblijkelijk om maart 2000, en het is niet uitgesloten dat dit vanwege O. niet meer dan een vergissing is geweest; Uit de verklaring van L. van 17 augustus 2001 blijkt duidelijk dat zij met de gehele zaak niet meer te maken wil hebben omdat zij schrik heeft en ook het geld dat zij verdient aan geen souteneur meer wil afgeven; in die optiek is het niet verwonderlijk dat zij ook ontkent X. te kennen; De opgeworpen tegenstrijdigheden zijn aldus niet overtuigend en doen geenszins afbreuk aan wat reeds werd gesteld, namelijk dat de verklaringen van de vier jonge prostituees gelijkluidend zijn; Tijdens de huiszoeking op het adres (…) werden gelden en diverse documenten en voorwerpen gevonden: - belangrijke geldsommen : =
in een envelop met de naam (..) erop vermeld : 11.000 USD
=
in een envelop met de naam (…) erop vermeld: 9.500 USD
=
in drie blikken dozen, met de naam (..) vermeld op twee ervan :
3
136.600 BEF en 76.500 BEF - vier schriftjes met de vermeldingen 'dream lover', (…) ., met een soort boekhouding van de inkomsten van de prostitutie - voodoo materiaal (haar en vingernagels) - naaktfoto' s genomen in het appartement te (…). -vier blanco Duitse verblijfsdocumenten die in (…) gestolen werden en waarvan eerste beklaagde verklaarde dat hij ze daar in veiligheid had gebracht; Hierbij dient te worden opgemerkt: (…) - dat tweede bekIaagde heeft erkend het schriftje 'dream lover' te hebben bijgehouden; dat zij volgens haar de drie andere schriftjes ook bijhield, doch dan in opdracht van een zekere S. (…) -dat volgens G. zij ermee bedreigd werd dat de naaktfoto's naar Nigeria zouden worden gestuurd indien zij haar afkoopsom niet zou betalen; De feiten betreffende tenlastelegging E worden door eerste beklaagde niet ontkend; Hij ontkent weI de andere tenlasteleggingen (…) Hij heeft verklaard slechts sporadisch naar Brussel te komen en dan soms bij zijn halfzuster, derde beklaagde, dus op het appartement te (…), te verblijven; De verklaring van eerste beklaagde dat hij slechts sporadisch naar Brussel komt, wordt tegengesproken door tweede beklaagde die stelt dat hij eens per maand naar het appartement te (…) komt en door zijn ex-vriendin, (…), volgens wie eerste beklaagde met haar ongeveer om de twee weken naar het appartement te Brussel ging; er bestaat geen reden om aan te nemen dat tweede beklaagde en de frequentie van de bezoeken van eerste beklaagde aan het appartement te (…) zouden hebben overdreven; Zijn verklaring.dat hij geen enkele band heeft met de wereld van de prostitutie is tegenstrijdig met de vaststellingen dat derde beklaagde verklaard heeft dat hij in Brussel een vriendin heeft die in de raamprostitutie werkt, die zij identificeert aIs L. en deze formeel herkent op de kopie van een foto, daar waar eerste beklaagde zelf ook verklaard heeft dat hij een vriendin heeft die L. noemt; het feit dat eerste beklaagde van zijn vriendin L. geen telefoonnummer zou hebben en niets meer over haar zou weten dan dat zij " schoenen en juwelen uit Italië verkoopt" , komt geheel niet geloofwaardig over des te minder nu blijkt dat derde beklaagde, die familie van hem is en in Italië is gedomicilieerd, zelf in Italië, onder andere aan haar echtgenoot, het volkomen uitgevonden verhaal ophangt dat zij geregeld naar België gaat om er handel in kledij te drijven, verhaal waarvan eerste beklaagde op de hoogte is en dat hij zelf ook onderschrijft in zijn verklaringen; (…)
4
Tweede bekIaagde ontkent niet een zekere roI te hebben gespeeId, doch volgens haar gebeurde dit in opdracht van S. (…) die de eigenlijke souteneur was en aan wie de gelden die de prostituees verdienden moesten worden afgegeven; (…) Het is niet uitgesloten dat de genaamde S. de souteneur is of was van tweede beklaagde, en dus tweede beklaagde kent en zelfs bij haar op het adres te (…) geweest is; Dit betekent echter niet dat deze S. ook de souteneur van de vier slachtoffers ter zake zou geweest zijn; de elementen in het dossier, namelijk verhoor van S., confrontatie van S. met tweede beklaagde en resultaat van een huiszoeking bij S. verricht, wijzen er geenszins op dat dit het geval zou geweest zijn; de verklaringen van de vier jonge prostituees evenmin; Dé omstandigheid dat de vier prostituees geen confrontatie wensen, noch met tweede beklaagde, noch met enige andere souteneur, uit vrees voor represailles, toont niet aan dat er nog iemand anders, namelijk S., moet geweest zijn, zoals tweede beklaagde het voorhoudt; deze houding kan er evengoed op wijzen dat zij bang zijn voor een confrontatie met een van de twee andere beklaagden die zij ook van koppelarij beschuldigd hebben; (…) Daarenboven heeft tweede beklaagde tijdens haar verhoor op 26 maart 2001 toegegeven te zijn opgetreden aIs souteneur en meisjes te hebben aangeworven met het oog op hun tewerkstelling in het prostitutiemilieu; het feit dat zij hierbij in opdracht van S. zou zijn opgetreden is van geen belang aangezien hetgeen aan tweede beklaagde ten laste wordt gelegd niet veronderstelt dat zij aIs leider is opgetreden en tweede beklaagde zelf geenszins gesteld heeft dat hetgeen zij gedaan heeft onder druk, welke dan ook, van deze S. gebeurd is; De rol die tweede beklaagde gespeeld heeft, kan aldus beoordeeld worden los van een eventuele rol van de genaamde S.; (…) Derde beklaagde ontkent de tenlasteleggingen integraal; zij stelt dat zij in België in de prostitutie werkte en dat de 11.000 USD gevonden in een envelop op haar naam de gelden zijn die zij zelf met prostitutie verdiend heeft; Aan deze verklaring van derde beklaagde kan geen geloof gehecht worden in aanmerking genomen dat er tevens een envelop met geld op naam van (…) gevonden werd; er moet bijgevolg worden aangenomen dat het hier weI degelijk om gelden gaat die bekomen zijn door de uitbating van andermans prostitutie; Uit hetgeen voorafgaat volgt dat de verklaringen van de vier slachtoffers gelijkluidend zijn en geschraagd worden door de gelden, documenten en voorwerpen die gevonden werden tijdens een huiszoeking in het kelderappartement (…); de verklaringen van beklaagden vermogen niet de feiten, zoals deze voortvloeien uit de verklaringen van de slachtoffers en de materiële elementen, te ontkrachten;
5
De feiten zoals door de slachtoffers omschreven zijn derhalve geloofwaardig; Aldus blijkt op afdoende wijze: dat de meisjes in Nigeria werden aangesproken door familieleden van beklaagden, dat zij, vooraleer via omwegen naar België te reizen, aan een voodooceremonieel werden onderworpen waardoor zij zich bedreigd voelden, dat zij met valse papieren moesten reizen en ook in België valse gegevens omtrent hun identiteit moesten opgeven, dat zij in de prostitutie moesten werken en hun inkomsten afgeven, waarbij hun gehoorzaamheid afgedwongen werd door slagen en bedreigingen met voodoo en met het versturen van hun naaktfoto's naar Nigeria; De omstandigheid dat sommige van de meisjes op voorhand wisten dat zij in Europa aIs prostituees zouden werken en een afkoopsom zouden moeten betalen, doet niets af aan het feit dat hun medewerking, of beter gezegd absolute gehoorzaamheid, afgedwongen werd door voodoo (reeds in Nigeria), bedreiging met het versturen van naaktfoto's naar Nigeria, slagen, en het instellen jegens hen van een onwettige of precaire administratieve toestand via valse papieren en valse identiteitsgegevens, zodat zij, van zodra zij toezegden naar Europa af te reizen, geen keuze meer hadden; Dat er derhalve geheel ten onrechte door tweede beklaagde wordt ingeroepen dat de meisjes vrijwillig naar België kwamen en dat er in hun hoofde geen gebrek aan vrijheid voorhanden was; dat integendeel het gehele verloop van de feiten, vanaf het ogenblik dat zij werden aangesproken, erop wijst dat alles in het werk gesteld werd om hen elke vrijheid te ontnemen; Het is duidelijk, zoals de eerste rechter terecht heeft gesteld, dat de drie beklaagden nauw samenwerkten bij het uitbaten van de prostitutie van vier Nigeriaanse vrouwen; door bemiddeling van familie die in Nigeria verblijft, namelijk door de moeder van tweede beklaagde en door de moeder van derde beklaagde, tevens familie van eerste beklaagde, werden in Nigeria jonge vrouwen benaderd met het doel ze in Europa voor rekening van beklaagden in de prostitutie te werk te stellen; Tijdens de afwezigheid van eerste en derde beklaagden, was het tweede beklaagde die hun belangen waarnam en deze prostituees desnoods met geweld verplichtte te werken; (…) ln hoofde van eerste beklaagde zijn bewezen, de tenlasteleggingen A3, B, (…); ln hoofde van tweede beklaagde zijn bewezen, de tenlasteleggingen Al en A4, B, (…); ln hoofde van derde beklaagde zijn bewezen, de tenlasteleggingen A2, B, (…); De inbreuken bedoeld sub : A3, B, (…) in hoofde van eerste beklaagde, Al en A4, (…) in hoofde van tweede beklaagde, A2, B, (…) in hoofde van derde beklaagde, maken respectievelijk een collectief misdrijf uit bij eenheid van opzet zodat er voor ieder slechts een straf dient te worden uitgesproken; (…) Gezien hetgeen voorafgaat, staat vast dat de gelden en documenten die tijdens een huiszoeking in het appartement te (…) gevonden werden van de misdrijven afkomstig zijn en gediend hebben om deze te
6
plegen, zodat ook de verbeurdverklaring uitgesproken door de eerste rechter integraal bevestigd wordt. met dien verstande echter dat, gelet op de bepalingen van de wet van 30 oktober 1998, de sommen uitgedrukt in Belgische frank, zijnde 136.600 BEF, 76.500 BEF en 12.000 BEF dienen te worden omgezet in euro, dus respectievelijk 3.386,23 euro, 1.896,39 euro en 297,47 euro; (…) Op burgerlijk gebied, Terecht neemt de eerste rechter aan dat sommige van de meisjes op voorhand wisten dat zij in de prostitutie zouden belanden en dat zij zich zouden moeten vrijkopen; Zo wist de burgerlijke partij X voordat zij uit Nigeria vertrok dat zij zich zou moeten vrijkopen voor 45.000 USD; Klaarblijkelijk was dit niet het geval voor burgerlijke partij Y die vluchtte van zodra zij merkte dat zij in de prostitutie moest werken; Er bestaat derhalve aanleiding toe ook op burgerlijk gebied de uitspraak van de eerste rechter te bevestigen, mits echter op basis van de reeds vermelde wettelijke bepalingen, de toegekende bedragen om te zetten in euro: 25.000 BEF toegekend aan de vzw PAG-ASA wordt 619,73 euro, 1 BEF toegekend aan X wordt 0,02 euro, en 50.000 BEF toegekend aan zowel de vzw PAYOKE als aan Y wordt 1.239,47 euro; Zoals voor recht gezegd in het eerste vonnis zullen de in beslag genomen gelden vrijgegeven worden ten gunste van de burgerlijke partijen om de bepaalde schadevergoedingen te betalen; OM DEZE REDENEN, HET HOF, RECHTSPREKEND op tegenspraak, (…) Op strafrechtelijk gebied Bevestigt het vonnis waartegen hoger beroep werd ingesteld mits volgende wijzigingen: (…) Op burgerlijk gebied Bevestigt het vonnis waartegen hoger beroep werd ingesteld mits volgende wijzigingen (…)
7