3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof? Doelgroep: TOPHOCKEY - VELD
Hockeyvisie is bedoeld voor iedereen die als opleider, trainer en/of coach actief is in de hockeysport binnen tophockey, breedtehockey, jongste jeugd en/of technisch management. In iedere artikelenreeks worden visies gedeeld, kanttekeningen geplaatst, nieuwe ontwikkelingen gemeld en wetenschappelijke onderbouwing aangeboden. Hockeyvisie is een uitgave van de Koninklijke Nederlandse Hockey Bond (KNHB), is onafhankelijk en wil alle kennis die beschikbaar is op het gebied van opleiden en coachen met liefhebbers delen.
www.knhb.nl
De KNHB Academie biedt hockeyverenigingen ondersteuning bij het ontwikkelen van het technisch beleid en technisch kader. Daarbij richt de KNHB Academie zich op drie pijlers: deskundigheidsbevordering, verenigingsadvies technisch beleid en opleidingen. Meer informatie over de KNHB Academie is te vinden op www.knhb.nl.
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof? Te vaak wordt een jeugdspeler als talent bestempeld, om vervolgens niet door te breken bij de senioren. Wat zijn daarvan de oorzaken? En hoe kunnen we dit proces verbeteren, om te zorgen dat talentvolle jeugdspelers het wél redden? Hockeyvisie spreekt hierover met Bartel Berkhout. Over onder meer het Klaver 5-model, het meten van rendement en de rol van de trainer/coach. “Zijn we oprecht geïnteresseerd in onze spelers? Of zijn zij slechts middelen om een doel te bereiken?” door Lutger Brenninkmeijer
Wie is Bartel Berkhout? Bartel Berkhout startte op 14-jarige leeftijd met hockeyen bij Pinoké. In 2004 was hij als 26-jarige de jongste hoofdcoach in de heren hoofdklasse, toen hij in de winterstop werd gevraagd voor Kampong 1. Berkhout heeft tevens gewerkt als trainer bij de heren van Pinoké en de dames van HGC. Als trainer/coach was hij actief bij Pinoké Dames 1. Berkhout, die ook deel heeft uitgemaakt van de begeleiding van Jong Oranje Heren, is FIH-coach. Op dit moment is hij trainer bij Pinoké Heren 1 en assistent-trainer van het Nationaal Elftal Dames van Zuid-Afrika. Verder is hij eigenaar van adviesbureau Ngenious, waarmee hij organisaties en mensen helpt bij het optimaliseren van effectief handelen. Zie ook www.ngenious.nl
Teun de Nooijer werd al op jonge leeftijd herkend als talent.
Er zijn veel artikelen en boeken over talentontwikkeling geschreven. Volgens Van Dale betekent talent ‘natuurlijke begaafdheid, aanleg’, of: ‘iemand met veel aanleg’. Hockeyvisie is geïnteresseerd in talent en hockey en wil verder gaan dan deze definitie. Het begrip talent kan benaderd worden vanuit twee invalshoeken. Eén: je hebt talent (geboren met bepaalde kwaliteiten, het zit in de genen). Twee: je bent een talent (je hebt de drive en ambitie om een doel te halen en je verzet ook het werk ervoor). 2
“Teun heeft talent, maar wilde ook blijven leren” Berkhout: “Om maar met de deur in huis te vallen: er is in Nederland veel talent, maar we geven het opvallend weinig ruimte. Veel clubs hebben geen gefun-
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof?
Leren omgaan met weerstand en doorzetten.
deerde visie en beleid op het gebied van talentontwikkeling. Hierdoor stellen individuen – vaak goed bedoeld en op basis van hun eigen ervaringen – eisen waaraan de speler moet voldoen. Dit is vaak een projectie in plaats van dat het talent de ruimte krijgt om zelf ervaringen op te doen (al doende leert men) of de vrijheid heeft om zelfstandig keuzes te maken en daar van te leren. Je ziet veel jongeren die ongelooflijk veel met een bal kunnen, zonder dat ze er echt moeite voor hoeven te doen. Veel kinderen kunnen tijdens hun schoolperiode veel dingen heel goed. Ze zijn vaak goed in sporten, maar halen ook hoge cijfers op school, zijn populair, kunnen goed dansen, ga zo maar door. En dan gaan ze naar de senioren, zonder dat
ze vaak een keuze hebben gemaakt op welk gebied ze écht willen doorgroeien. Hoe hoger je op de ladder komt, hoe meer jeugd afhaakt of hun talent niet
Een talent is van toegevoegde waarde voor het team meer weet te vertalen in een aansprekende ontwikkeling. Talent hebben is één, maar wat doe je ermee? Ik zie vaak een 3
groot gat tussen deze twee elementen.” Als voorbeeld haalt Berkhout Teun de Nooijer aan. “Hij was op heel jonge leeftijd al onmiskenbaar een talent. Niet alleen omdat hij aanleg had, maar vooral omdat hij bezield was. Je zag hoe hij opging in de sport, hoe hij ook na de wedstrijd door bleef spelen. Die passie en bezieling zijn essentieel om topprestaties te leveren. Maar om de top te bereiken is het ook noodzakelijk om altijd te willen leren en jezelf te blijven ontwikkelen. Dat zie je terug bij De Nooijer. Als hij zo goed was gebleven als bij zijn debuut in Oranje op zijn achttiende, dan speelde hij tijdens de Olympische Spelen in Londen – achttien jaar later – al lang niet meer in het Nederlands elftal. Het feit dat hij ook
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof?
op 36-jarige leeftijd wil blijven leren, net als dat kleine jongetje lang geleden, kenmerkt zijn topsportmentaliteit.”
Doorzettingsvermogen
Bijdrage leveren Vaak wordt talent als een ééndimensionaal concept gezien. Een schaatstalent kan goed schaatsen en een zangtalent kan goed zingen. Het gaat echter om een palet aan eigenschappen van mensen in een specifieke omgeving. Deze eigenschappen omvatten persoonlijkheidskenmerken, drijfveren, vaardigheden, gedrag, kennis en ervaring. Het bezit en gebruik van deze elementen maakt mensen tot talenten in hun omgeving. Als we kijken naar een talentvolle hockeyer: met de volledige inzet van de zojuist genoemde elementen kan hij van toegevoegde waarde zijn voor het team en zijn medespelers. Dat laatste is cruciaal; iemand is pas een talent als hij vanuit zijn specifieke eigenschappen (kennis, ervaring, vaardigheden, gedrag en drijfveren) een bijdrage levert aan de strategische doelstellingen en het succes van het team, de vereniging of het land.
“Zorg voor een goede focus op wat je wilt bereiken” Klaver 5: de succesfactoren Berkhout vervolgt: “Ik vroeg me af waarom in mijn ogen zo weinig jeugd uiteindelijk de top haalt. Per hoofdklasseclub haalt ieder seizoen gemiddeld slechts één speler (m/v) de selectie. Nu is dat natuurlijk wel relatief, want in de hoofdklasse is slechts plaats voor nog geen 0,2 procent van de leden van de KNHB. De kans dat iemand op dit niveau doorbreekt, is dan ook klein. Toch denk ik dat er enkele aantoonbare elementen zijn die een speler minimaal moet be-
Focus Specialiteit Zelfreflectie Flexibiliteit Figuur 1: het Klaver 5-model.
heersen wil hij de top halen.” Deze succesfactoren zijn verwerkt in het Klaver 5-model (zie figuur 1), die we nader zullen toelichten.
1. Focus Belangrijk is dat je als speler een duidelijk doel voor ogen hebt dat je wilt behalen. De kunst is om dit doel altijd in beeld te houden. Het is van belang om je niet te laten afleiden door andere zaken (school, ouders, vrienden) of gedemotiveerd te raken bij de eerste de beste tegenslag (blessure, niet geselecteerd worden, andere positie). Berkhout: “Heb je jezelf een helder doel gesteld? En gedraag je je hiernaar? Dan is de kans groter dat je verder komt dan spelers die directief handelen. Zorg als speler dus voor een goede focus op wat je wilt bereiken!”
2. Doorzettingsvermogen Het is niet moeilijk om succes te hebben als alles goed gaat. Maar kun je ook positief blijven als het even wat minder gaat? Met andere woorden, vervolgt Berkhout: “Kun je jezelf uit een dal halen? Kun je tegenslagen verwerken? Weet je met teleurstellingen om te gaan? Het gaat erom in hoeverre je in staat bent om zelfstandig de handdoek op te pakken, 4
bijvoorbeeld als je de selectie van het eerste team niet gehaald hebt. Ben jij in staat jezelf steeds weer te motiveren? En heb je geleerd de leiding te nemen? Dan is de kans groter dat je je ontwikkelt tot een stabielere en sterkere speler, die zich op latere leeftijd makkelijker kan weren. Want hoe hoger je sport, hoe meer concurrentie en weerstand je ervaart. En hoe groter de kans op tegenslagen is. Weet jij je dan nog staande te houden?”
“Door waardering te uiten s timuleer je spelers” 3. Specialiteit We zeiden het net al: hoe hoger je komt, hoe meer concurrentie er is. Waarom selecteert de coach speler A wel, maar speler B niet, terwijl ze beiden dezelfde hockeykwaliteiten hebben? In dergelijke situaties geeft een specifieke toegevoegde waarde die je als speler hebt vaak de doorslag. Dit kan zijn doordat je de strafcorner goed kan stoppen. Of misschien ben je wel extreem snel of
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof?
kun je goed een leidende rol oppakken in de groep. Berkhout: “Kun je als coach deze elementen bij de spelers goed aangeven? Dan stimuleer je de betrokken speler door middel van deze waardering om nog harder te werken. Niet alleen aan zijn minder goede kwaliteiten, maar ook aan zijn specialisme. Hier zal hij nog meer energie in steken.”
4. Flexibiliteit In de jeugd worden de spelers vaak in de watten gelegd. Zeker als je dit vergelijkt met de situatie bij de senioren; dan moet
“Veel talentvolle spelers prikkelen zichzelf niet”
“Het is van groot belang dat een individu met deze vijf elementen aan de slag gaat”, stelt Berkhout. “Voorwaarde is dat de vier grondeigenschappen – techniek, tactiek, mentaliteit, fysiek – goed zijn ingevuld. We gaan ervan uit dat een speler over de juiste eigenschappen beschikt.” Wat de minimumvoorwaarden van deze grondeigenschappen precies zouden moeten inhouden? Dat is een andere – maar minstens zo interessante – discussie. “Het lukt een individu zelden om zonder begeleiding zijn doel te bereiken”, vervolgt Berkhout. “Het is daarom essentieel dat zowel de vereniging als de coach dit Klaver 5-model ondersteunt en ernaar handelt. Zorg er als vereniging voor dat deze vijf elementen goed zijn ingebed in de begeleiding van de spelers. Dan haal je pas echt rendement!”
je ineens alles zelf regelen of ben je niet meer de koning. Het is daarom van belang dat je je als speler makkelijk kunt aanpassen aan een andere omgeving. Je moet veranderende situaties kunnen accepteren en daar zelf een antwoord op geven. “Nuchtere spelers kunnen snel het probleem tot de essentie terugbrengen”, aldus Berkhout. “Heeft een speler vaker zijn eigen boontjes moeten doppen? Dan kan hij veel makkelijker anticiperen op nieuwe situaties en zich hierin staande houden.”
5. Zelfreflectie Berkhout: “Wil je het maximale uit jezelf halen? Dan is het van belang om naar jezelf te kijken, jezelf steeds weer af te vragen wat er beter kan. Zo ontwikkel je jezelf. Veel talentvolle spelers prikkelen zichzelf niet, waardoor hun potentieel niet wordt aangesproken of uitgedaagd.” Op die manier ontwikkelt een speler zich zeer langzaam of weinig. Met als gevolg dat hij voorbijgestreefd wordt door een speler die wél energie in zichzelf steekt en kritisch naar zichzelf blijft kijken.
Een geboren leider.
5
“Zet de maximale ontplooiing van talent centraal” Hoe meet je rendement? Verenigingen stellen zich vaak ten doel jaarlijks een paar jeugdspelers af te leveren bij het eerste seniorenteam. De ervaring leert dat deze doelstelling zelden gehaald wordt. Kunnen we dan constateren dat de jeugdopleidingen falen? Berkhout: “Dat is voor mij te kort door de bocht. Als een jeugdspeler bij een hoofdklassevereniging niet in de selectie komt, maar vervolgens wel jarenlang succesvol speelt bij een overgangsklassevereniging, is hij dan niet doorgebro-
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof?
ken? Een speler die de elementen van het Klaver 5-model goed beheerst en het maximale uit zichzelf haalt, mag in mijn ogen tevreden zijn over zijn prestaties. Ook de betrokken vereniging mag trots zijn op de jeugdafdeling, als hun oudjeugdspeler uiteindelijk elders goed weet te presteren. Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat verenigingen bij hun opleidingen meer kijken naar de ontwikkelingscurves van de jeugdspelers. Dat geeft een beter beeld dan alleen te kijken naar het aantal spelers dat het eerste team haalt. Laten de verenigingen in hun beleid de maximale ontplooiing van talent en ambitie centraal stellen, in plaats van focussen op het percentage eigen spelers in de eerste teams.”
Een mentaal ontwikkelings plan is essentieel Als coach blijven sturen op de ontwikkeling.
Aandacht voor mentale aspect Om een hoog rendement te halen is het volgens Berkhout van belang dat een vereniging het Klaver 5-model structureel inzet bij de opleiding. Zorg dat er – naast een stappenplan voor techniek, tactiek en fysiek – ook een ontwikkelingsplan is voor het mentale vlak. Want talent hebben is leuk, maar een speler maakt pas echt het verschil als hij weet hoe hij hier het best mee kan omgaan. We kunnen immers niet verwachten dat een speler die naar de senioren gaat van de ene op de andere dag weet hoe hij zich moet gedragen op het mentale vlak.
Op de juiste plek Verder is het belangrijk dat je je als coach echt verdiept in jouw spelers. Dit om goed in kaart te krijgen wat zij echt kunnen én willen. Probeer te achterhalen wat hun dieperliggende motieven zijn om een bepaald doel te halen. Categoriseer dit goed in externe en interne
motivatie. Pas dan kun jij als coach een speler optimaal faciliteren. Voor een vereniging is het van belang om de juiste coach op het juiste team te zetten. Berkhout: “Jongens C1 is toch anders dan Meisjes A1. Vraag als vereniging waarom iemand trainer wil zijn. Pel gerust de hele ui af! En voorkom zogenaamde ‘cv-builders’; zoek trainers en coaches die anderen echt beter willen maken. Laat hen inzien dat het ontwikkelen van de spelers boven hun eigen ambitie gaat. Als begeleider moet je facilitair zijn; je moet de elementen van het Klaver 5-model kunnen stimuleren bij jouw spelers.” Berkhout vervolgt: “Ik was voorheen ook die stuiterende, alles beter wetende trainer. Mijn enige doel was om een eerste team op een grote vereniging te coachen. Nu ik er na vijftien jaar op terugkijk, krijg ik soms koude rillingen. Het was de beuk erin en naar boven kijken. Ken6
nelijk is dit een algemene valkuil. Het is ook heel lastig om op jonge leeftijd te kunnen vergelijken en te relativeren. Je hebt een eigen ambitie, die natuurlijk ook nodig is om jouw persoonlijke doel te halen. Als de vereniging mij meer had begeleid, hadden we misschien al eerder meer rendement kunnen halen bij de jeugdopleiding.”
“Ik was voorheen ook die alles beter wetende trainer” En verder: “In de twee jaar dat ik als trainer/coach actief was bij de vrouwen van Pinoké, had ik als enig doel om te pro-
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof?
lers bewust van zowel het individuele als het collectieve doel (laat ieder individu zijn eigen talent benutten). 5. Faciliteren Treed op als facilitator en creëer voor elke speler de optimale omgeving. 6. Aandacht individuen Heb aandacht voor het individu achter de speler. Ruim regels en procedures zoveel mogelijk op; dit zorgt voor een positief effect op creativiteit en productiviteit. 7. Feedback Organiseer jouw feedback: wie geeft de coach feedback? Hoe ontwikkel je jezelf als coach, hoe vergroot je jouw eigen kennis en hoe blijft jouw kennis actueel? 8. Integriteit Zorg voor wezenlijk respect en erkenning (selectieve tolerantie). 9. Veilige omgeving Creëer een veilige omgeving, waarin spelers fouten mogen maken. 10. Waarden i.p.v. normen en regels Stel waarden centraal in plaats van normen en regels. Maak het team zelf verantwoordelijk, door vanuit de gemeenschappelijke uitgangspunten keuzes te maken. Coachen van talenten.
moveren naar de hoofdklasse. We zijn twee keer tweede geworden. Bij de evaluatie na het tweede seizoen kwam ik tot de conclusie dat ik enorm gefocust was op het resultaat. Daardoor was ik het proces grotendeels uit het oog verloren. Ik vroeg mij ook af of ik daadwerkelijk verbinding had gemaakt met de groep. Een dergelijke ervaring is toch – helaas – vaak de beste leerschool. Verenigingen zouden assertiever kunnen zijn om coaches in dit proces bij te staan.”
Belangrijke vingeroefeningen Coachen op het veld is volgens Berkhout in veel opzichten goed te vergelijken met leiderschap in het bedrijfsleven. “In mijn rol als organisatie-adviseur begeleid ik
managers op het gebied van leiderschap. Ik geef hun hierbij tien accenten mee, die ze in hun vingers moeten krijgen.” 1. Gezamenlijk doel Creëer een collectief doel als stip aan de horizon. 2. Inspiratiebron Inspireer de spelers die bestemming te realiseren, zowel rationeel als energetisch. 3. Accent op proces Schep de condities voor het behalen van het resultaat – en minder voor het resultaat zelf. 4. Authentiek Creëer een strong sense of purpose; benadruk de uniciteit en maak spe7
“Luisteren we echt, vooral ook als het spannend wordt?” Oprechte betrokkenheid Berkhout: “Coachend en lerend leiderschap vraagt om wezenlijke verbinding met de mensen om je heen. Kijk maar eens naar Van der Hoeven (Ahold) en Rijkman Groenink (ABN Amro). Beide leiders zijn uiteindelijk mede ten onder gegaan doordat zij onvoldoende verbinding met de werkvloer hadden. Luisteren we echt, vooral ook als het spannend wordt? Zijn
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof?
we op dergelijke momenten oprecht geïnteresseerd in de spelers? Of zijn zij slechts middelen om een doel te bereiken? Ik denk dat we vaak meer geïnteresseerd zijn in het korte en snelle resultaat dan in het werkelijke en mooie proces van het bereiken van dit resultaat.” Dan maakt Berkhout een andere vergelijking met het bedrijfsleven. “Veel managers zijn goed in bespreken en afspreken, maar kunnen moeizaam iemand echt aanspreken. In functioneringsgesprek-
Kennen wij onze doelgroep wel goed genoeg? ken komen veel waardeoordelen op tafel. De kunst is juist om een veilige omgeving te creëren, waarin gelijkwaardigheid centraal staat. Met ‘veiligheid’ sluit ik overigens niet uit dat een coach soms moet forceren. “Sommige spelers leren alleen als ze met hun neus op de feiten gedrukt worden. Bijvoorbeeld het omgaan met leren verliezen is heel belangrijk. Een team moet ook de rust kunnen bewaren als het achter staat. Het kan dan geen kwaad om voor een oefenwedstrijd expres een
Coachen vraagt verbinding met mensen om je heen.
sterke tegenstander te kiezen, of bijvoorbeeld tijdelijk met tien man te spelen. De spelers zien meteen de consequenties en leren hiermee om te gaan. Zorg dan wel dat je het gedoseerd brengt, met een uitleg waarom je als coach dergelijke keuzes maakt.”
Ken je doelgroep
Geef jong talent het vertrouwen.
Een belangrijke factor bij talentmanagement is hoe talenten zich ontwikkelen en welke begeleiding daarbij past. Wat moeten de begeleiders van jonge topsporters in huis hebben om hun werk goed te doen? Berkhout antwoordt: “Kenmerk van de huidige talentprogramma’s is dat veel wordt gedaan op grond van kennis en ervaring uit het verleden. Daar is natuurlijk niets mis mee. Maar wie zegt dat de manier waarop die kennis en ervaring 8
wordt overgebracht ook aanslaat bij de huidige generatie topsporters? Begeleiders doen er verstandig aan om telkens weer in de huid van de speler te kruipen
Jong talent leert het best in levensechte situaties en te kijken hoe hij in elkaar zit. Werk van binnenuit, ga niet oude ervaringen klakkeloos projecteren.” Een andere observatie: begeleiders van talenten zijn erg geneigd om voor hen te
3c
Hockeyvisie September 2012
Is Nederland talentproof?
bepalen wat zij nodig hebben. Maar misschien hebben de jongeren daar zelf ook wel iets over te zeggen. Met andere woorden: kennen wij de doelgroep goed genoeg om hen adequaat te kunnen begeleiden?
Kenmerken van jong talent Als coach moet je jouw spelers de ruimte geven om binnen het team te excelleren. Afgunst zorgt ervoor dat een groep ‘gemiddeldheid’ afdwingt. Daardoor ontwikkelt talent zich niet. Dit soort blokkades staat het grotere doel van het team en/of het talent in de weg. Als coach kun je deze blokkades wegnemen, wanneer je een aan-
Kenmerk van talent: spelvreugde.
tal typische eigenschappen van de huidige generatie jong talent nader bekijkt. Meerdere onderzoeken tonen aan dat jonge talenten in zijn algemeenheid grote hoeveelheden informatie uit diverse bronnen tegelijk aankunnen. Zij verwerken daarnaast makkelijker beelden dan tekst. Hun leergedrag typeert zich verder door het zoeken van snelheid en uitdaging. Jonge talenten zijn resultaatgericht en willen graag snel reacties op vragen. Ze hebben vaak geen geduld voor een lange uitleg. Het best leren ze in levensechte situaties. Bovendien zijn ze zeer zelfbewust en ze hebben een sterk geloof in eigen kunnen. Aan autoriteit hechten ze minder waarde, maar ze hebben wel weer respect voor mensen van wie zij in hun ogen iets kunnen leren. De volgende praktische uitgangspunten kunnen het begeleiden en ontwikkelen van jong (hockey)talent versterken: 1. Heb vertrouwen in het eigen kunnen van talent. Fouten maken mag. 2. Bied talent veel uitdaging. Spelers leren en ontwikkelen zich het best in een uitdagende omgeving.
Heb vertrouwen in het eigen kun nen van talent 3. Dompel talent onder, laat hen ervaren in plaats van te kiezen voor een stap-voor-stap-aanpak. 4. Ga op zoek naar waar zij passie voor hebben en wat zij relevant vinden. 5. Zorg voor zelfsturing, maak hen medeverantwoordelijk voor hun leeromgeving. Kortom, de doelgroep kennen en inzicht hebben in manieren om daarmee om te gaan biedt kansen voor elke coach! “Het begint uiteindelijk altijd met de coach zelf”, besluit Berkhout. “Als een coach het traject van het Klaver 5-model niet zelf kan uitvoeren, betekent dit dat hij onvoldoende bewust kan omgaan met zijn eigen ontwikkeling. Hoe kan hij dan ooit verwachten dat de spelers dat wel kunnen? Daarom is het van groot belang dat de verenigingen niet alleen naar hun spelers kijken, maar vooral ook naar hun begeleiders en coaches.”
Hockeyvisie is een uitgave van de KNHB. © 2012 KNHB, Nieuwegein. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door printouts, kopieën, of op welke andere manier dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Per kwartaal verschijnen 6 artikelen van Hockeyvisie. Hockeyvisie is verkrijgbaar via de webshop van de KNHB. Kosten per artikel bedragen € 2,00 (excl. eenmalige transactiekosten à € 0,85). Redactieraad: Carel van der Staak, Lutger Brenninkmeijer, Wim Kemps, Afke van de Wouw Coördinatie en teksten: KNHB, Woordwijf Vormgeving: KNHB Fotografie: KNHB / Frank Uijlenbroek, Frank Rozendaal, Koen Suyk Contact:
[email protected] Deze tekst is vanuit praktisch oogpunt geschreven in de mannelijke vorm. Overal waar de term ‘spelers’ staat vermeld, doelen we eveneens op speelsters. Dit geldt tevens voor andere gebruikte mannelijke vormen.
official partners Koninklijke Nederlandse Hockey Bond