Het non-formele bibliotheekaanbod voor volwassenen Programma’s laagdrempelig Voor veel laaggeletterden is leren en het volgen van formeel of non-formeel onderwijs allerminst een vanzelfsprekend. Zaken die hen belemmeren zijn onder meer negatieve schoolervaring, schaamte, faalangst, gebrek aan zelfvertrouwen, vermijdingsgedrag of gewoon tijdgebrek vanwege drukke werken familieomstandigheden. De bibliotheek is juist voor mensen die moeite hebben met leren een heel toegankelijke plek. De laagdrempelige omgeving van de bibliotheek zet mensen eerder aan tot deelname aan de programma’s van de bibliotheek. De bibliotheek heeft mooie eenvoudige taal en digitale programma’s voor volwassenen die vaak een opstapje zijn naar het formele leren. Daarnaast beschikt de bibliotheek over een open leercentrum met pc’s, toegang tot educatieve websites en ondersteunende taal/digitale spreekuren. Taalmaatjes maken graag gebruik van de faciliteiten van de bibliotheek vooral van de studieplekken en de collectie van speciale boeken / sites voor laaggeletterden en digibeten. Laaggeletterden hebben vaak een duwtje in de rug nodig om tot leren over te gaan: “aardigheid is vaardigheid”. De rol van intermediairs is hierbij van grote betekenis. Een goede doorverwijzing naar het educatieve aanbod is een belangrijke succesfactor bij werving en toeleiding. Het Taalhuis, gemeentelijke loketten, lokale en regionale organisaties spelen een grote rol in de doorverwijzing. De bibliotheek is actief in deze ketensamenwerking waarin de partners gebruik maken van elkaars kennis, ervaring en aanbod. Doel en leereffect De educatieve programma’s van de bibliotheek zijn vooral gericht op het begrijpen van de taal; de digitale oefenprogramma’s zijn hier ondersteunend in. Immers door de taal van de wereld om je heen te begrijpen, lukt het ook beter om deel te nemen aan de maatschappij. Het non-formele educatieve aanbod van de bibliotheek heeft als doel: Onderhoud en toename van taalvaardigheid Aanleren en toename van digitale vaardigheid De leereffecten en de toegevoegde waarde van deze programma’s zijn: Het opdoen van positieve leerervaringen Toename van het zelfvertrouwen Redzaamheid en participatie Preventie en vermindering gezondheidsrisico’s Behoud en verbetering arbeidsmarktpositie Re-integratie en toeleiding arbeidsmarkt Actief bibliotheekgebruik Door de laagdrempelige scholing van de bibliotheek krijgt de deelnemer voldoende zelfvertrouwen voor het doorstromen naar een formele cursus. Een belangrijk resultaat van de bibliotheekprogramma’s is dan ook de activering en toeleiding naar het formeel vervolgonderwijs bij het ROC of ander taalaanbieder. Niveau van de bibliotheekprogramma’s De programma’s zijn op Instroomniveau en 1F (zie bijlage). Voor de doelgroepen NT1, laaggeletterde Nederlanders, en NT2, Nederlands als tweede taal, zijn er aparte kaders om de voortgang van de taalvaardigheid in beeld te brengen: Standaarden VE voor NT1 Europees Raamwerk voor NT2 Beide kaders zijn in de wet opgenomen. Beide kaders reflecteren de eigen wijze van taalverwerving van de doelgroep waarvoor ze ontwikkeld zijn. Alle bibliotheekprogramma’s sluiten aan bij de standaarden van deze programma’s.
Taalvrijwilligers Bij de uitvoering van de programma’s zijn bibliotheekprofessionals en vrijwilligers betrokken. De vrijwilligerscoördinator van de bibliotheek zorgt voor training, aansturing en begeleiding van de vrijwilligers.. De bibliotheek werkt samen met Stichting Lezen & Schrijven en het programma “Taal voor het Leven”. Vrijwilligers volgen een training van Taal voor het Leven en zijn daarna gecertificeerd taalvrijwilliger. Zo kunnen zij in diverse rollen ingezet worden: als taalmaatje, als voorlezer, als Taalhuismedewerker etc. Evaluatie Jaarlijks zal er een rapportage worden opgesteld waarin het resultaat beschreven wordt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de monitor ‘Structurele aanpak van laaggeletterdheid door bibliotheken’, zoals die door Koninklijke Bibliotheek is ontwikkeld. De bibliotheek blijft met de gemeente in gesprek op basis van de behaalde resultaten en ervaringen.
Voor meer informatie Ellie van der Meer, e-mail
[email protected]
Bijlage - Niveaus volwasseneneducatie
Overzicht taalniveaus Standaarden VE voor NT1 Europees Raamwerk voor NT2 Spreken Spreken
Lezen
Begrijpen Instroom / A1 = Niveau geen analfabeet meer
1F / A2 = Niveau eind basisschool
Lezen
Productie
Schrijven Schrijven Gesprekken voeren
Begrijpt vertrouwde uitdrukkingen en eenvoudige zinnen als er heel langzaam en duidelijk gesproken wordt.
Kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen in standaardteksten als mededelingen, posters, catalogi.
Kan zich uitdrukken in losse woorden en in korte, eenvoudige zinnen over concrete zaken uit de eigen leefof werkomgeving
Kan deelnemen aan eenvoudige gesprekken in situaties die veel voorkomen in het dagelijks leven en op de werkplek.
Kan losse woorden zoals personalia in formulieren invullen en een korte tekst schrijven zoals vakantiegroeten op een ansichtkaart.
Begrijpt de belangrijkste punten van korte en eenvoudige boodschappen en aankondigingen als er langzaam en duidelijk gesproken wordt.
Kan korte en eenvoudige teksten lezen over concrete onderwerpen uit de eigen werk- of leefomgeving.
Kan in eenvoudige bewoordingen een beschrijving geven van mensen, leef- en werkomstandigheden, dagelijkse routines enzovoort.
Kan korte gesprekken voeren in algemene situaties. Kan vragen stellen, beantwoorden, ideeën en informatie uitwisselen over vertrouwde onderwerpen in voorspelbare, alledaagse situaties.
Kan korte, informele brieven schrijven en boodschappen noteren in telegramstijl.
2F /B1 = Niveau eind
Begrijpt feitelijke informatie over veel voorkomende onderwerpen uit dagelijks leven en werk.
Kan feitelijke teksten over onderwerpen uit de eigen werk- of leefomgeving lezen met een redelijke mate van begrip.
Kan een eenvoudige uiteenzetting geven over vertrouwde onderwerpen uit de eigen leef- en werkomgeving.
Kan met redelijk gemak deelnemen aan gesprekken over onderwerpen uit het dagelijkse leven, gericht op het onderhouden van sociaal contact en het regelen van zaken.
Kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over vertrouwde onderwerpen in het dagelijkse leven, op werk of opleiding.
Begrijpt meer complexe informatie over onderwerpen uit het dagelijks leven en de wereld van opleiding en beroep in voldoende mate om de draad van het betoog te volgen.
Begrijpt een breed scala aan teksten op het eigen vak- of interessegebied. Begrijpt teksten over specialistische onderwerpen als hij voldoende kennis heeft van het desbetreffende onderwerp.
Kan een duidelijk, gedetailleerd betoog houden over een breed scala van onderwerpen uit het eigen interesse- of werkgebied.
Kan op effectieve wijze deelnemen aan (semi)formele en informele gesprekken over onderwerpen van praktische, sociale en beroepsmatige aard. Kan in een discussie een mening geven en die met argumenten onderbouwen.
Kan duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen in het dagelijks leven, in het beroepsleven en in opleidingen.
Kan uitgebreide betogen over abstracte en complexe onderwerpen volgen, ook buiten het eigen interesse-of vakgebied. Begrijpt veel idioom en spreektaaluitdrukkingen.
Kan tot in detail lange, complexe teksten begrijpen, specialistische artikelen en lange technische instructies op het eigen vakterrein of bedoeld voor de geinteresseerde leek, mits moeilijke passages herlezen kunnen worden.
Kan gedetailleerde en precieze beschrijvingen geven van en formele presentaties houden over complexe onderwerpen.
Kan zich vloeiend en spontaan uitdrukken. Kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en voor professionele doeleinden.
Kan duidelijke, goedgestructureerde teksten over complexe onderwerpen in werk, opleiding en privéleven adequaat en accuraat schrijven.
vmbo
3F / B2 = Niveau eind HAVO / VWO
4F / C1 = Niveau eind VWO / universitair