EUROPEES TAALPORTFOLIO VOOR VOLWASSENEN
NOaV NOaV staat voor Netwerk Onderwijs aan Volwassenen. Dit netwerk is ontstaan binnen de Vereniging van Leraren in Levende Talen om krachten te bundelen op het terrein van het volwassenenonderwijs en een gezamenlijk beleid te voeren om de belangen van docenten die in deze sector werkzaam zijn, te behartigen. Het NOaV richt zich op twee categorieën docenten: - docenten die werken met een vast curriculum (aan volksuniversiteiten, culturele centra, enz.) en - taaltrainers / docenten die met op maat gesneden cursussen werken (cursussen voor specifieke doelen). Voor meer informatie zie <www.levendetalen.nl> onder kopje Kennis. Of stuur een email naar <
[email protected]>.
Colofon Dit taalportfolio is tot stand gekomen in het kader van een project voor Werkplaatstalen. Voor meer informatie zie <www.werkplaatstalen.nl> De uitvoering was in handen van het NOaV, Netwerk voor Onderwijs aan Volwassenen. Het pdf-bestand is te downloaden van <www.levendetalen.nl> onder kopje Kennis.
Nuttige websites Voor het digitaal invullen van het taalportfolio: <www.europeestaalportfolio.nl> Voor het testen op alle niveaus: <www.dialang.org>
Eindredactie: Christien van Gool en Paul Stevelmans Opmaak: Pharos, Nijmegen Drukwerk: Den Hoed, Wijk bij Duurstede
Taalprofielen (voor alternatieve voorbeelden): <www.nabmvt.nl/publicaties/00012>
Met dank aan de deelnemers van het project m.n. aan Isabelle Trebillod, Hanneke Nieman, Hannetje Crommelin-v.d. Minne, Sjef Verhoeven, Catharina Geelen, Joanneke Halbertsma, Janette LanserPommer, Britt de Graaf, Thea Bergstra, Rita de Meijer, Christa Beckers
Taalportfolio BVE: http://trefpunttalen.kennisnet.nl/taalportfolio_bve>
NT2 taalportfolio: www.cinop.nl/projecten/portfolio2/
Leerzame activiteiten van CPS op allerlei niveaus:
INLEIDING Voor u ligt een taalportfolio. Speciaal gemaakt voor volwassenen die een talencursus volgen. Een Taalportfolio is een zelfevaluatie instrument. Daarmee kan iemand zelf een inschatting maken van het niveau dat hij op dat moment heeft van een bepaalde taal. De niveaus zijn ontwikkeld door de Raad van Europa en vastgelegd in het Europees Referentiekader (ERK) of het CEF: Common European Framework of Reference for Languages: learning, teaching, assessment. Het idee erachter is dat er een Europees systeem bestaat om taalniveaus te vergelijken. De niveaus lopen van A1 tot C2. Van beginnend taalgebruiker (A1 en A2), tot Onafhankelijk taalgebruiker (B1 en B2) en Vaardig taalgebruiker (C1 en C2). Binnen de niveaus zijn vijf vaardigheden onderscheiden: Luisteren, Lezen, Gesprekken voeren, Spreken en Schrijven. Op de website <www.europeestaalportfolio.nl> kan al enige tijd digitaal een taalportfolio worden ingevuld. Het is mogelijk om te kiezen voor verschillende profielen. Volwassenenonderwijs is er nog niet in opgenomen. We hopen dat het mogelijk wordt om in de toekomst ook voor het profiel Volwassenen te kunnen kiezen. Het voorliggende taalportfolio kan gezien worden als een aanzet hiertoe. Op pagina 4 en 5 vindt u een overzicht van alle vaardigheden met omschrijvingen per vaardigheid en per niveau. Hier worden de begrippen Begrijpen, Spreken en Schrijven gehanteerd, met dezelfde onderverdelingen. Daarna start het eigenlijke taalportfolio. Met een plus, een min of een plus/min kan de cursist aangeven of hij of zij iets al kan. De voorbeelden en de toelichting geven aan om wat voor situaties het gaat en tot op welke hoogte men iets moet kunnen. Door aan het begin van een cursus en na afloop het taalportfolio te laten invullen, kan de cursist zien in hoeverre hij of zij gevorderd is en aan welke vaardigheden hij of zij nog verder zou moeten werken. Het geeft inzicht in wat iemand al kan maar ook in wat iemand nog niet kan. Voor de docent kan het behulpzaam zijn bij de intake van cursisten. Zeker in het volwassenenonderwijs is het invullen van een taalportfolio zinvol omdat niet iedereen hetzelfde traject heeft doorlopen en de instroom heel divers is. Een cursist kan op deze manier niet alleen zijn eigen niveau bepalen maar ook het niveau waarnaar hij of zij toe wil werken. Bij de uitwerking van het taalportfolio voor volwassenen zijn we uitgegaan van de ‘ik-kan’ omschrijvingen van het taalportfolio Voortgezet Onderwijs zoals dat op bovengenoemde website te vinden is. Die ‘ik-kan’ omschrijvingen zijn geaccrediteerd door de Raad van Europa en zijn voor elk taalportfolio hetzelfde. Onze uitwerkingen betreffen de niveaus A1 tot B2. C1 is summier opgenomen en C2 hebben we niet opgenomen omdat dit een niveau is dat bijna niemand bereikt in het onderwijs, zeker niet in het volwassenenonderwijs. De voorbeelden en toelichting hebben we aangepast aan de doelgroep zodat ze herkenbaar zijn voor iemand die als volwassene een taalcursus volgt. Het nauwkeurig bestuderen van alle omschrijvingen en voorbeelden heeft tevens bij de deelnemers aan het project geleid tot een beter inzicht in de verschillen tussen de niveaus en wat nu bepaalt of een cursist op A2 of B1 niveau zit. Dit leverde af en toe de nodige discussies op!
Christien van Gool en Paul Stevelmans
1
BEGRIJPEN
Luisteren C2
C1
B2
B1
A2
A1
Lezen
Ik kan moeiteloos gesproken taal begrijpen, in welke vorm dan ook, hetzij in direct contact, hetzij via radio of tv, zelfs wanneer in een snel moedertaaltempo gesproken wordt als ik tenminste enige tijd heb om vertrouwd te raken met het accent.
Ik kan moeiteloos vrijwel alle vormen van de geschreven taal lezen, inclusief abstracte, structureel of linguïstisch complexe teksten, zoals handleidingen, specialistische artikelen en literaire werken.
Ik kan een langer betoog begrijpen, zelfs wanneer dit niet duidelijk gestructureerd is en wanneer relaties slechts impliciet zijn en niet expliciet worden aangegeven. Ik kan zonder al te veel inspanning tv-programma’s en films begrijpen.
Ik kan lange en complexe feitelijke en literaire teksten begrijpen, en het gebruik van verschillende stijlen waarderen. Ik kan gespecialiseerde artikelen en lange technische instructies begrijpen, zelfs wanneer deze geen betrekking hebben op mijn terrein.
Ik kan een langer betoog en lezingen begrijpen en zelfs complexe redeneringen volgen, wanneer het onderwerp redelijk vertrouwd is. Ik kan de meeste nieuws- en actualiteitenprogramma’s op de tv begrijpen. Ik kan het grootste deel van films in standaarddialect begrijpen.
Ik kan artikelen en verslagen lezen die betrekking hebben op eigentijdse problemen, waarbij de schrijvers een bepaalde houding of standpunt innemen. Ik kan eigentijds literair proza begrijpen.
Ik kan de hoofdpunten begrijpen wanneer in duidelijk uitgesproken standaarddialect wordt gesproken over vertrouwde zaken die ik regelmatig tegenkom op mijn werk, school, vrije tijd enz. Ik kan de hoofdpunten van veel radio- of tv-programma’s over actuele zaken of over onderwerpen van persoonlijk of beroepsmatig belang begrijpen, wanneer er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.
Ik kan teksten begrijpen die hoofdzakelijk bestaan uit hoogfrequente, alledaagse of aan mijn werk gerelateerde taal. Ik kan de beschrijving van gebeurtenissen, gevoelens en wensen in persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan zinnen en de meest frequente woorden begrijpen die betrekking hebben op gebieden die van direct persoonlijk belang zijn (bijvoorbeeld basisinformatie over mezelf en mijn familie, winkelen, plaatselijke omgeving, werk). Ik kan de belangrijkste punten in korte, duidelijke eenvoudige boodschappen en aankondigingen volgen.
Ik kan zeer korte eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu’s en dienstregelingen en ik kan korte, eenvoudige, persoonlijke brieven begrijpen.
Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken.
Ik kan vertrouwde namen, woorden en zeer eenvoudige zinnen begrijpen, bijvoorbeeld in mededelingen, op posters en in catalogi.
2
SPREKEN
Productie C2
C1
B2
B1
A2
A1
SCHRIJVEN
Interactie
Ik kan een duidelijke, goedlopende beschrijving of redenering presenteren in een stijl die past bij de context en in een doeltreffende logische structuur, zodat de toehoorder in staat is de belangrijke punten op te merken en te onthouden.
Ik kan zonder moeite deelnemen aan welk gesprek of discussie dan ook en ben zeer vertrouwd met idiomatische uitdrukkingen en spreektaal. Ik kan mezelf vloeiend uitdrukken en de fijnere betekenisnuances precies weergeven. Als ik een probleem tegenkom, kan ik mezelf hernemen en mijn betoog zo herstructureren dat andere mensen het nauwelijks merken.
Ik kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Ik kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin ik een zaak weergeef in een doeltreffende, logische structuur, zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. Ik kan samenvattingen van en kritieken op professionele of literaire werken schrijven.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen geven over complexe onderwerpen en daarbij subthema’s integreren, specifieke standpunten ontwikkelen en het geheel afronden met een passende conclusie.
Ik kan mezelf vloeiend en spontaan uitdrukken zonder merkbaar naar uitdrukkingen te hoeven zoeken. Ik kan de taal flexibel en effectief gebruiken voor sociale en professionele doeleinden. Ik kan ideeën en meningen met precisie formuleren en mijn bijdrage vaardig aan die van andere sprekers relateren.
Ik kan me in duidelijke, goed gestructureerde tekst uitdrukken en daarbij redelijk uitgebreid standpunten uiteenzetten. Ik kan in een brief, een opstel of een verslag schrijven over complexe onderwerpen en daarbij de voor mij belangrijke punten benadrukken. Ik kan schrijven in een stijl die is aangepast aan de lezer die ik in gedachten heb.
Ik kan duidelijke, gedetailleerde beschrijvingen presenteren over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interessegebied. Ik kan een standpunt over een actueel onderwerp verklaren en de voordelen en nadelen van diverse opties uiteenzetten.
Ik kan zodanig deelnemen aan een vloeiend en spontaan gesprek, dat normale uitwisseling met moedertaalsprekers redelijk mogelijk is. Ik kan binnen een vertrouwde context actief deelnemen aan een discussie en hierin mijn standpunten uitleggen en ondersteunen.
Ik kan een duidelijke, gedetailleerde tekst schrijven over een breed scala van onderwerpen die betrekking hebben op mijn interesses. Ik kan een opstel of verslag schrijven, informatie doorgeven of redenen aanvoeren ter ondersteuning vóór of tégen een specifiek standpunt. Ik kan brieven schrijven waarin ik het persoonlijk belang van gebeurtenissen en ervaringen aangeef.
Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven. Ik kan in het kort redenen en verklaringen geven voor mijn meningen en plannen. Ik kan een verhaal vertellen, of de plot van een boek of film weergeven en mijn reacties beschrijven.
Ik kan de meeste situaties aan die zich kunnen voordoen tijdens een reis in een gebied waar de betreffende taal wordt gesproken. Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een gesprek over onderwerpen die vertrouwd zijn, of mijn persoonlijke belangstelling hebben of die betrekking hebben op het dagelijks leven (bijvoorbeeld familie, hobby’s, werk, reizen en actuele gebeurtenissen).
Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over onderwerpen die vertrouwd of van persoonlijk belang zijn. Ik kan persoonlijke brieven schrijven waarin ik mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
Ik kan een reeks uitdrukkingen en zinnen gebruiken om in eenvoudige bewoordingen mijn familie en andere mensen, leefomstandigheden, mijn opleiding en mijn huidige of meest recente baan te beschrijven.
Ik kan communiceren over eenvoudige en alledaagse taken die een eenvoudige en directe uitwisseling van informatie over vertrouwde onderwerpen en activiteiten betreffen. Ik kan zeer korte sociale gesprekken aan, alhoewel ik gewoonlijk niet voldoende begrijp om het gesprek zelfstandig gaande te houden.
Ik kan korte, eenvoudige notities en boodschappen opschrijven. Ik kan een zeer eenvoudige persoonlijke brief schrijven, bijvoorbeeld om iemand voor iets te bedanken.
Ik kan eenvoudige uitdrukkingen en zinnen gebruiken om mijn woonomgeving en de mensen die ik ken, te beschrijven.
Ik kan deelnemen aan een eenvoudig gesprek, wanneer de gesprekspartner bereid is om zaken in een langzamer spreektempo te herhalen of opnieuw te formuleren en mij helpt bij het formuleren van wat ik probeer te zeggen. Ik kan eenvoudige vragen stellen en beantwoorden die een directe behoefte of zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
Ik kan een korte, eenvoudige ansichtkaart schrijven, bijvoorbeeld voor het zenden van vakantiegroeten. Ik kan op formulieren persoonlijke details invullen, bijvoorbeeld mijn naam, nationaliteit en adres noteren op een hotelinschrijvingsformulier.
3
Europees Taalportfolio Volwassenen
LUISTEREN A1 Luisteren A1.01 Ik kan iemand begrijpen als hij langzaam en duidelijk spreekt en ik genoeg tijd heb om bij mezelf na te gaan wat hij bedoelt. Voorbeeld Iemand legt uit hoe u op een bepaalde plek komt. Toelichting U kent in de vreemde taal woorden als ‘rechtdoor’, ‘aan het eind van de straat’, ‘bij de stoplichten links’, ‘eerste straat rechts’. Voorbeeld Iemand legt uit hoe u iets moet doen of waar u iets neer moet zetten. Toelichting U bent op een camping in het buitenland. De beheerder legt uit, waar u kunt afwassen of de vuilniszakken neer kunt zetten. Hij zal langzaam en duidelijk spreken, want hij weet dat u de taal niet zo goed verstaat. Voorbeeld De docent(e) gebruikt in de les de vreemde taal. Hij/zij legt uit wat u moet doen, legt dingen uit, vraagt wat u gisteren gedaan hebt. Toelichting De docent(e) zal rekening houden met wat u al kunt in de vreemde taal, dus veel herhalen, dingen op een andere manier zeggen, langzaam en duidelijk spreken. U hoeft niet elk woord te verstaan. Luisteren A1.02 Ik kan korte, eenvoudige duidelijke instructies die voor mij bedoeld zijn begrijpen. Voorbeeld U kunt waarschuwingen begrijpen. Toelichting U kunt denken aan uitdrukkingen in de vreemde taal als: ‘pas op’, ‘niet doen’, ‘dat is gevaarlijk’, ‘dat mag niet’, enz. Voorbeeld Van een omroepbericht op het vliegveld, in de tram of metro, in de trein of van (nieuws)berichten op radio of tv verstaat u bekende namen, plaatsen of een datum of tijdstip. Toelichting U kent de namen van de dagen van de week; u weet hoe u de tijd aangeeft: ‘kwart voor vier’, ‘half zeven’; u weet hoe belangrijke plaatsnamen in de vreemde taal worden uitgesproken. A2 Luisteren A2.01 Ik kan zinnen en uitdrukkingen begrijpen die voor mij belangrijk zijn, en die gaan over zaken als persoonlijke gegevens, gezin, winkelen, woonplaats, enz. Voorbeeld U kijkt naar een buitenlands tv-station. Bij een spelprogramma stelt iemand zich kort voor. U begrijpt waar de persoon vandaan komt, hoe zijn gezin is samengesteld, enz. Toelichting U weet hoe de namen van personen in de vreemde taal worden uitgesproken en hoe plaatsnamen worden uitgesproken. U kent de benamingen van gezinsleden in de vreemde taal. Luisteren A2.02 Ik kan begrijpen wat voor mij belangrijk is, als er maar duidelijk en langzaam gesproken wordt. Voorbeeld U moet informatie verzamelen bij een buitenlandse VVV. Als u opbelt, krijgt u een computer te horen, die vertelt welk nummer u moet intoetsen om de goede informatie te krijgen. Toelichting U wilt bijvoorbeeld informatie over prijzen of aanvangstijden van voorstellingen. U hoeft niet alles te verstaan, maar wel de voor u belangrijke informatie kunnen opschrijven.
4
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Luisteren A2.03 Ik kan begrijpen wat voor mij belangrijk is, als er maar duidelijk en langzaam gesproken wordt. Voorbeeld U bent op reis in het buitenland. Op de radio hoort u een mededeling over de weg waarop u rijdt. U begrijpt wat er aan de hand is. Toelichting Er wordt bijvoorbeeld aangeraden om een andere route te kiezen omdat de weg verderop is afgesloten. Voorbeeld U kijkt naar een buitenlands tv-station. Toevallig ziet u het weerbericht. Toelichting U begrijpt voldoende om te weten of u een paraplu mee moet nemen of dat u de volgende dag naar het strand kunt gaan. Luisteren A2.04 Ik kan iemand begrijpen als hij mij duidelijk en eenvoudig uitlegt hoe ik te voet of met openbaar vervoer van A naar B kom. Voorbeeld U bent voor zakenreis of met vakantie in het buitenland. De receptionist(e) legt uit hoe u van uw hotel naar het bedrijf of een toeristische attractie moet komen. Toelichting De receptionist(e) weet, dat u zijn/haar taal nog niet zo goed verstaat en zal dus duidelijk en langzaam praten. Luisteren A2.05 Ik kan de belangrijkste informatie uit korte luisterteksten begrijpen als ik weet waarover het gaat en er langzaam en duidelijk wordt gesproken. Voorbeeld Bij een rondleiding krijgt u een apparaat, waarop u informatie kunt beluisteren. Toelichting Deze informatie is meestal speciaal gemaakt voor buitenlanders en er wordt vaak langzaam en duidelijk gesproken. Luisteren A2.06 Ik kan de hoofdzaken van het tv-nieuws begrijpen als er ook beelden van gebeurtenissen getoond worden. Voorbeeld U kijkt naar een buitenlands tv-station. U ziet toevallig het journaal. U kunt de belangrijkste dingen begrijpen omdat u het ook ziet. Toelichting Het gaat om de belangrijkste informatie uit het nieuws: u weet bijvoorbeeld wat waar wanneer is gebeurd. Luisteren A2.07 Ik kan raden wat een woord betekent, als ik weet waarover de hele tekst gaat. Voorbeeld U werkt ergens, bijvoorbeeld op een beurs, en krijgt buitenlandse klanten. Als klanten in de vreemde taal iets willen kopen, begrijpt u dat. Toelichting U weet wat iemand wil kopen op zo’n beurs. Het gaat niet om bijzondere dingen of bijvoorbeeld klachten. B1 Luisteren B1.01 Ik kan het belangrijkste van een kort verhaal begrijpen als degene die dat vertelt duidelijk spreekt. Voorbeeld U hoort (of ziet) op een buitenlands radio- of televisiestation het levensverhaal van een bekende persoonlijkheid. Toelichting Naast levensverhalen (biografieën) kunt u ook denken aan anekdotes of ooggetuigenverslagen. U kunt dit soort teksten in grote lijnen goed volgen.
5
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Luisteren B1.02 Ik kan feitelijke informatie over alledaagse zaken begrijpen, zoals school, werk en vrije tijd als de spreker de standaardtaal gebruikt (geen accent). Voorbeeld Tijdens een verblijf in het buitenland vertelt iemand wat hij precies voor werk doet, over een sport die typerend is voor de streek waar u bent, of over het schoolsysteem. Toelichting Dat kan best lastig zijn, omdat sommige dingen voor u nieuw zullen zijn. Door u op de belangrijkste zaken te concentreren, begrijpt u waar het over gaat. Voorbeeld U logeert bij buitenlandse vrienden. Terwijl u weg was, heeft er iemand voor u gebeld. De vriend(in) vertelt u uitgebreid wie er gebeld heeft en wat die persoon gezegd heeft. Toelichting De vriend(in) probeert het goed uit te leggen en gebruikt daarbij heel veel woorden en zinnen. U kunt er toch uithalen, wie er gebeld heeft en wat die persoon gezegd heeft. Luisteren B1.03 Ik kan als toehoorder een verhaal over mij bekende onderwerpen begrijpen, als er duidelijk wordt gesproken en het verhaal goed is opgebouwd. Voorbeeld In de les vertelt een van uw medecursisten iets over een onderwerp als muziek of sport of andere hobby’s. Toelichting U kunt dat goed volgen omdat er duidelijk wordt gesproken en omdat u weet hoe zo’n verhaal verteld wordt en omdat u iets over het onderwerp weet. Luisteren B1.04 Ik kan heel precieze instructies begrijpen. Voorbeeld Tijdens een wintersportvakantie hebt u skiles. Toelichting U begrijpt de aanwijzingen van de skileraar heel goed. U kunt zich ook voorstellen dat het om bijvoorbeeld golfles of tennisles gaat. Luisteren B1.05 Ik kan iemand begrijpen, die eenvoudige technische uitleg geeft over het gebruik van alledaagse apparaten. Voorbeeld Op de camping moet iemand u uitleggen hoe de wasmachine precies werkt, omdat de instructie niet meer te lezen is. Toelichting Degene die dat uitlegt, zal zijn uitleg met gebaren ondersteunen. En omdat u het principe van de werking van zo’n machine kent, begrijpt u de uitleg helemaal. Luisteren B1.06 Ik kan de hoofdzaken van nieuwsuitzendingen op de radio begrijpen, als het over bekende onderwerpen gaat en er tamelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt. Voorbeeld U hoort de nieuwsberichten op de tv of de radio. U begrijpt lang niet alles, maar u pikt wel enkele hoofdpunten op. Toelichting U kunt hierbij denken aan internationaal nieuws, internationale sportgebeurtenissen of nieuws over bekende persoonlijkheden. Luisteren B1.07 Ik kan begrijpen waarover het gaat, als ik naar radiouitzendingen luister over onderwerpen die mij interesseren en die zonder een sterk accent worden gesproken. Voorbeeld U luistert naar een buitenlands station en hoort bij toeval een bijdrage over bijvoorbeeld een zeer bekende persoonlijkheid, of een uitzending over Nederland. Toelichting Omdat u al veel over het onderwerp weet, kunt u de uitzending goed volgen. 6
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Luisteren B1.08 Ik kan films volgen als het verhaal door beeld en actie duidelijk wordt en de taal niet te moeilijk is. Voorbeeld Op een buitenlands tv-station wordt een interessante film uitgezonden. U volgt het verhaal zonder problemen. Toelichting De films zijn zonder ondertiteling, maar omdat er ook veel gebeurt dat u kunt zien, is het niet moeilijk het verhaal te volgen. Luisteren B1.09 Ik kan een groot deel van tv-programma’s (zoals interviews en actualiteitenrubrieken) met interessante onderwerpen begrijpen, als die duidelijk en helder gepresenteerd worden. Voorbeeld Op een buitenlandse zender volgt u een documentaire, een docudrama of een realityprogramma. Toelichting U kunt het goed volgen omdat het onderwerp of het type programma u interesseert. Luisteren B1.10 Ik kan raden wat een woord betekent, als het onderwerp van de tekst mij interesseert. Voorbeeld Tijdens een bijeenkomst werkt u met een groep buitenlandse collega’s aan een project. Er is een probleem ontstaan; de plannen moeten worden bijgesteld. Een van de buitenlandse collega’s legt uit wat er aan de hand is. Toelichting Omdat u weet aan wat voor project er gewerkt wordt, hebt u een idee waarover de uitleg kan gaan. U weet hoe u zo’n probleem in het Nederlands zou uitleggen. U kunt met die hulp een dergelijke uitleg in de vreemde taal begrijpen. B2 Luisteren B2.01 Ik kan live-gesproken of opgenomen teksten in de standaardtaal (geen dialect) begrijpen die gaan over minder bekende onderwerpen in de eigen interessesfeer en specifieke onderwerpen in het eigen vakgebied. Voorbeeld In een programmaoverzicht van een buitenlands radiostation hebt u gezien dat er een uitzending is over een thema waarmee u zich voor uw werk of hobby toevallig bezig houdt. Toelichting U kunt de besproken informatie gebruiken. U begrijpt dus ook waar de uitzending over gaat. Ook wat meer specifieke informatie hebt u begrepen. Luisteren B2.02 Ik kan een ingewikkeld betoog volgen als ik met het onderwerp vertrouwd ben en het goed is opgebouwd. Voorbeeld U kijkt op de televisie naar een buitenlands tv-station en volgt een conversatie of discussie over politieke of maatschappelijke onderwerpen. Toelichting Dat hoeft natuurlijk niet alleen op de tv te zijn. U kunt in het buitenland ook live een discussie bijwonen als toehoorder. Voorbeeld U brengt een bezoek aan een buitenlands bedrijf. De directeur vertelt een uitgebreid verhaal over het bedrijf en het productieproces. U begrijpt voldoende om een beeld te krijgen hoe ze in dat bedrijf werken. Toelichting Het verhaal van de directeur is wat ingewikkeld en niet goed gestructureerd. Maar doordat u in een soortgelijk bedrijf werkt, weet u van het onderwerp al wel wat af.
7
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Luisteren B2.03 Ik kan de hoofdzaken van lezingen, voordrachten en verslagen over vakspecifieke onderwerpen volgen die qua argumentatie en taalgebruik complexer zijn. Voorbeeld In de voorbereiding op een toekomstige cursus voor uw werk volgt u een lezing. U kunt het verhaal van de lezing goed volgen. Ook vele details begrijpt u. Toelichting Lezingen zijn meestal geformuleerd in voorgelezen schrijftaal. Luisteren B2.04 Ik kan aankondigingen en mededelingen begrijpen over concrete en abstracte onderwerpen die in de standaardtaal en normaal tempo gesproken worden. Voorbeeld U bent op een buitenlands station. Er is een treinstoring en er worden herhaaldelijk berichten omgeroepen over treinen die vertraagd zijn, van andere perrons vertrekken, enz. U kunt voldoende opvangen om te weten wanneer uw trein van waar vertrekt. Toelichting Zulke berichten worden vaak snel gesproken en er is veel achtergrondgeluid. Het gaat erom dat u heel goed oplet wanneer het over uw trein gaat. Luisteren B2.05 Ik kan de meeste radio- en tv-programma’s waaronder documentaires, actualiteitenrubrieken, talkshows en films volgen als standaardtaal wordt gesproken. Voorbeeld Er is een documentaire op een buitenlands tv-station over een technisch, wetenschappelijk, maatschappelijk of historisch onderwerp dat u erg interesseert. U kunt het verhaal goed volgen. Ook details begrijpt u. Toelichting In een documentaire over zo’n onderwerp wordt meestal gesproken in normaal tempo. Er wordt geen dialect gebruikt. U hebt steun aan de beelden en uw kennis van het onderwerp. Luisteren B2.06 Ik kan met behulp van strategieën (zoals het herkennen van hoofd- en bijzaken en het gebruik van aanwijzingen in de context) allerlei soorten teksten beter begrijpen. Voorbeeld In veel luistersituaties is het zo, dat er meer gezegd of verteld wordt dan u nodig hebt om de boodschap te kunnen begrijpen. U kunt bij het luisteren de belangrijkste informatie eruit filteren omdat u minder scherp op minder belangrijke zaken let. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als u naar een discussie tussen verschillende personen luistert. Toelichting U kunt deze strategieën bewust toepassen in situaties zoals ze hiervoor beschreven zijn. C1 Luisteren C1.01 Ik kan iemand die langer aan het woord is in voldoende mate begrijpen als deze spreekt over abstracte en complexe onderwerpen die buiten het eigen vakgebied liggen, waarbij ik af en toe om verheldering moet vragen als een mij onbekend accent wordt gesproken. Luisteren C1.02 Ik kan een betoog volgen ook als het niet zo duidelijk gestructureerd is en veel informatie impliciet blijft.
8
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Luisteren C1.03 Ik kan een groot aantal idiomatische uitdrukkingen en stilistische wendingen in een betoog herkennen. Luisteren C1.04 Ik kan lezingen, discussies en debatten redelijk gemakkelijk volgen. Luisteren C1.05 Ik kan specifieke aankondigingen en mededelingen in openbare ruimten als stadions begrijpen ook als de geluidskwaliteit slecht is. Luisteren C1.06 Ik kan complexe technische informatie, zoals van een telefonische helpdesk, begrijpen. Luisteren C1.07 Ik kan de meeste radio- en tv-programma’s waaronder documentaires, actualiteitenrubrieken, talkshows en films volgen, ook als er geen standaardtaal wordt gesproken. Luisteren C1.08 Ik kan heel goed gebruik maken van allerlei contextinformatie om conclusies te trekken met betrekking tot de houding, stemming en bedoeling van de spreker en te voorspellen wat hij zal gaan zeggen.
9
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
LEZEN A1 Lezen A1.01 Ik kan korte teksten met korte zinnetjes begrijpen, waarin veel bekende namen, woorden en uitdrukkingen voorkomen. Voorbeeld U kunt begrijpen wat in advertenties of reclamefolders aan informatie staat over kosten, plaats en tijd. Toelichting U kunt denken aan advertenties van concerten of aan reclamefolders met de aankondiging van een uitverkoop. U kent de dagen van de week en de maanden. U begrijpt specifieke aanduidingen van tijd. Lezen A1.02 Ik kan korte teksten op ansichtkaarten begrijpen. Voorbeeld Als iemand u een ansicht-, kerst-, nieuwjaars- of verjaardagskaart stuurt, begrijpt u de korte tekst of groet. Toelichting U kunt denken aan wat u zelf op zo’n kaart zou schrijven: felicitaties, groeten, een afspraak, een korte beschrijving of een mededeling. Kunt u zoiets in de vreemde taal begrijpen? Lezen A1.03 Ik kan eenvoudige borden, aanplakbiljetten, posters, enz. in alledaagse situaties begrijpen. Voorbeeld Op straat en in het verkeer komt u allerlei borden tegen waarop aanwijzingen staan. Die kunt u begrijpen. Toelichting Stel u bent op vakantie in het buitenland. Kunt u daar opschriften lezen als ‘niet op het gras lopen’, ‘geen doorgang’, ‘niet parkeren’, ‘alleen voor personeel’, ‘uitgang’? Lezen A1.04 Ik kan met behulp van plaatjes de inhoud van eenvoudige folders en brochures begrijpen. Voorbeeld U kunt bijvoorbeeld een menukaart in een (weg)restaurant begrijpen. Toelichting Stel, u bent in het buitenland. In het (weg)restaurant is geen menukaart in het Nederlands. Kunt u uit de voeten met een menukaart in de vreemde taal? Lezen A1.05 Ik kan korte, eenvoudig geschreven instructies begrijpen. Voorbeeld U kunt heel eenvoudige gebruiksaanwijzingen begrijpen als zij voorzien zijn van duidelijke illustraties. Toelichting U kunt denken aan de maten van kleding, wasinstructies, woorden als ‘aan/uit’, ‘gevaarlijk’, ‘niet gebruiken met’, ‘houdbaar tot’, ‘giftig’, enz. Voorbeeld U moet een formulier in de vreemde taal invullen. U herkent de betekenis van de woorden en weet wat u moet invullen. Toelichting U kunt – in de vreemde taal – woorden begrijpen als nationaliteit, naam, voornaam, achternaam, meisjesnaam, geboorteplaats, woonplaats, plaats van bestemming, enz. A2 Lezen A2.01 Ik kan korte eenvoudige teksten begrijpen, waarin woorden staan, die ik herken omdat ze veel voorkomen of ook in andere talen gebruikt worden Voorbeeld U bent op vakantie in het buitenland en u wilt weten wat er in de wereld aan de hand is. U koopt een krant (zoals bijvoorbeeld in Duitsland Bild). Toelichting De (korte) artikelen worden ondersteund door veel foto’s en grote koppen. Ook herkent u namen van bekende persoonlijkheden. Dat alles helpt u bij het begrijpen van de tekst. 10
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Lezen A2.02 Ik kan eenvoudige teksten begrijpen over bekende onderwerpen of onderwerpen die met het werk te maken hebben. Voorbeeld U leest in een buitenlands blad artikelen over bij u bekende beroemdheden. Toelichting U kunt artikelen begrijpen die over mode, muziek, moderne sporten en dieren gaan. Lezen A2.03 Ik kan korte eenvoudige persoonlijke brieven begrijpen Voorbeeld Voordat u aan een huizenruil in het kader van uw vakantie begint, ontvangt u een brief van degene met wie u ruilt. Die brief begrijpt u. Toelichting Vaak zijn dit soort brieven nog niet zo lang en bevatten ze veel gegevens over de persoon. Bedenk bij het lezen wat u zelf in zo’n situatie zou schrijven. Lezen A2.04 Ik kan eenvoudige briefjes, faxen en e-mails over bekende onderwerpen begrijpen. Voorbeeld U hebt al wat langer contact met iemand in het buitenland. U wisselt op verschillende manieren informatie uit over zaken die u beiden interesseren. Toelichting U zou hier ook aan e-mailen kunnen denken over een bepaald thema of onderwerp. Lezen A2.05 Ik kan aanplakbiljetten en waarschuwingsborden op straat, in restaurants, op stations en op het werk begrijpen. Voorbeeld U houdt een strandvakantie in het buitenland. Op het strand hangt een vlaggetje met een bepaalde kleur en daaronder een verklaring. U begrijpt wat het vlaggetje wil zeggen. Toelichting U moet dus snappen of u die dag wel of niet in zee mag zwemmen bijvoorbeeld. Het gaat hier dus om waarschuwingen en aanplakbiljetten met een langere tekst dan een paar woorden. Lezen A2.06 Ik kan specifieke informatie opzoeken in lijsten en telefoonboeken. Voorbeeld U wilt in het buitenland een fiets huren. U kunt een verhuurbedrijf vinden in de buitenlandse ‘Gouden Gids’. Toelichting U moet iets snel kunnen opzoeken. Daarvoor moet u goed overweg kunnen met alfabetische lijsten en snel zien of op een bepaalde bladzijde staat wat u zoekt. Lezen A2.07 Ik kan de belangrijkste informatie opzoeken in advertenties, menu’s, dienstregelingen, brochures en op het internet als ik weet waarover het gaat. Voorbeeld U zoekt op het internet specifieke informatie over een bepaald onderwerp. Uit de teksten die op het scherm verschijnen, haalt u die zaken die voor u belangrijk zijn. Toelichting Teksten op het internet zijn vaak kort en bondig geformuleerd. U kunt dan ook al snel lezen of de informatie die u zoekt er ook in staat. Voorbeeld U maakt een reisje naar het buitenland. U kunt een eenvoudig dagprogramma samenstellen op basis van informatie die u in toeristische folders hebt gelezen. Toelichting Informatie in toeristenfolders en brochures is vaak eenvoudig, kort en bondig. Het gaat bijvoorbeeld over openingstijden, prijzen, groepskorting en wat er te zien is. 11
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Lezen A2.08 Ik kan specifieke kennis en informatie vinden in brieven, brochures, krantenartikelen, waarin gebeurtenissen worden beschreven. Voorbeeld U leest een artikel over een interessante gebeurtenis in een buitenlandse krant. U begrijpt genoeg om de belangrijkste informatie in uw eigen taal aan iemand anders te vertellen. Toelichting U hoeft zo’n tekst niet letterlijk te vertalen. Het is vaak al voldoende om de hoofdpunten er uit te halen. Voorbeeld Tijdens uw werk komt er een e-mail van een buitenlandse klant binnen die graag informatie wil over een product van het bedrijf. U begrijpt genoeg van de e-mail om de gevraagde informatie op te sturen. Toelichting U moet uit de e-mail kunnen halen waarover de klant informatie wil hebben. Meer hoeft niet. Lezen A2.09 Ik kan eenvoudige gebruiksaanwijzingen voor alledaagse apparaten lezen, zoals in een telefooncel. Voorbeeld U moet in het buitenland bij een automaat een treinkaartje kopen. U kunt de instructies volgen. Toelichting Houd er rekening mee dat er vaak illustraties zijn als ondersteuning van de instructies. Voorbeeld U begrijpt de instructies in de vreemde taal als u geld moet pinnen. Toelichting U kunt deze handeling uitvoeren omdat u van te voren even nadenkt hoe zoiets in Nederland ook al weer gaat. Lezen A2.10 Ik kan voorschriften (bijvoorbeeld in verband met veiligheid) begrijpen als ze in eenvoudige taal gesteld zijn. Voorbeeld U logeert in de vakantie in een hotel in het buitenland. Op elke verdieping hangen voorschriften wat u moet doen als er brand uitbreekt. U begrijpt wat u dan moet doen of hoe u moet handelen. Toelichting Het is belangrijk dat u dit goed begrijpt, want anders kan er iets fout gaan. Dit soort voorschriften zijn meestal in eenvoudige en duidelijke taal. Andere voorbeelden zijn te vinden in pretparken, in liften en in skiliften of gondels. Lezen A2.11 Ik kan raden wat een woord betekent, als ik weet waarover de hele tekst gaat. Voorbeeld Stel u voor dat u in het buitenland verblijft. U wilt naar de bioscoop. U leest een korte inhoudsbeschrijving van een film die draait. Kunt u die begrijpen? Toelichting Zo’n beschrijving is kort en bondig. Het is geschreven in alledaagse taal. Het onderwerp is bekend (en vaak staan bij zo’n beschrijving ook nog wat foto’s). In de meeste teksten die u in de vreemde taal leest, staan wel woorden die u niet of niet direct begrijpt. Maar omdat u weet waarover de tekst gaat en u zelf ook iets van het onderwerp weet, kunt u de betekenis van een nog onbekend woord wel raden.
12
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
B1 Lezen B1.01 Ik kan feitelijke teksten over onderwerpen op mijn vakgebied of interessegebied in voldoende mate begrijpen. Voorbeeld U leest in een vaktijdschrift een artikel dat te maken heeft met vernieuwingen in uw beroep. U begrijpt voldoende om de belangrijkste informatie aan een collega te vertellen. Toelichting U hebt zoveel feitelijke kennis van het onderwerp dat u nieuwe woorden makkelijk kunt raden. Lezen B1.02 Ik kan begrijpen wat iemand schrijft over wat hij heeft beleefd, voelt en wat zijn wensen zijn. Voorbeeld U krijgt een lange e-mail van iemand met wie u veel hebt samengewerkt tijdens een internationaal project. U begrijpt voldoende om een kort bericht terug te schrijven waarin u reageert op wat er in de e-mail stond. Toelichting In de e-mail wordt u deelgenoot gemaakt van zijn/haar ervaringen en emoties. U hoeft niet alles te begrijpen, maar wel voldoende om iets aardigs terug te kunnen mailen/schrijven. Lezen B1.03 Ik kan de belangrijkste informatie halen uit brieven, brochures en korte officiële documenten. Voorbeeld U werkt bij een bedrijf dat ook veel buitenlandse contacten heeft. Uw baas vraagt of u informatiebrochures van twee producten wilt lezen en de belangrijkste verschillen wilt samenvatten. De brochures zijn in de vreemde taal geschreven. Kunt u dat? Toelichting De producten en hun werking kent u al. Het gaat er nu om of u de informatie in de vreemde taal kunt begrijpen en verwerken. Voorbeeld U overweegt om in het buitenland te gaan werken. U begrijpt de officiële documenten die hierover gaan. Toelichting Ook kunt u denken aan invoerbepalingen, regels voor een visumaanvrage, of brochures van land of gemeente met bepalingen. U hoeft niet alles te begrijpen, maar wel wat echt van belang is. Voorbeeld U wilt solliciteren bij een buitenlands bedrijf dat een vestiging in Nederland heeft. De advertentie, waarin staat hoe dat moet en wat er van u verlangd wordt, is in de vreemde taal gesteld. Kunt u die informatie begrijpen? Toelichting De informatie betreft zaken als inhoud van het werk, eisen waaraan u moet voldoen, de vooropleiding en ervaring en de procedure die u moet volgen. Lezen B1.04 Ik kan in langere teksten bepaalde informatie opzoeken en uit verschillende teksten informatie verzamelen (bijvoorbeeld ten behoeve van een project). Voorbeeld U vindt op internet verschillende teksten met informatie over een project dat u uitvoert. U kunt de voor u interessante informatie eruit halen en in het project inzetten. Toelichting Bij langere teksten kunt u heel gericht gaan zoeken naar bijvoorbeeld speciale standpunten van auteurs of journalisten, u kunt bijvoorbeeld ook de informatie uit verschillende teksten vergelijken.
13
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Lezen B1.05 Ik kan hoofdpunten herkennen in krantenartikelen over bekende onderwerpen. Voorbeeld U gaat voor uw werk op reis en u wilt zich goed voorbereiden. U zoekt in buitenlandse kranten de belangrijkste actuele politieke gebeurtenissen. Kunt u dat? Toelichting Krantenartikelen geven doorgaans uitvoerig weer wat er in de samenleving speelt. U kunt meestal volstaan met de belangrijkste zaken eruit te halen. Artikelen in Nederlandse kranten kunnen u helpen in te zien om wat voor onderwerpen het zou kunnen gaan. Lezen B1.06 Ik kan de belangrijkste argumenten en conclusies van de schrijver herkennen, als de tekst duidelijk is opgebouwd. Voorbeeld Ter voorbereiding van een discussie met enkele buitenlandse gasten tijdens een bedrijfsbezoek leest u een aantal teksten, waarin vooral meningen geuit en conclusies getrokken worden. Begrijpt u de gebruikte argumentatie in dit soort teksten? Toelichting In ingezonden brieven, columns, hoofdredactionele commentaren en recensies worden vaak meningen gegeven, conclusies getrokken, al dan niet goed onderbouwd. U hoeft de tekst niet tot in detail te begrijpen, maar wel de belangrijkste argumenten, conclusies, enz. Lezen B1.07 Ik kan duidelijk geschreven gebruiksaanwijzingen en handleidingen begrijpen. Voorbeeld Tijdens een verblijf in het buitenland krijgt u last van uw darmen. U haalt medicijnen bij de apotheek. Bij de medicijnen zit een bijsluiter met informatie voor de gebruiker. Begrijpt u de belangrijkste zaken van zo’n bijsluiter? Toelichting U hoeft lang niet alles te begrijpen, maar wel wanneer u de pillen moet innemen, hoeveel per dag, wat u moet doen als de klachten niet overgaan, enz. Weet u hoe zo’n bijsluiter er in het Nederlands uitziet? Probeert u zich voor te stellen wat u begrijpt van zo’n tekst in de vreemde taal. Lezen B1.08 Ik kan raden wat een woord betekent, als het onderwerp van de tekst mij interesseert. Voorbeeld U bent een fanatieke windsurfer. U leest dan ook veel bladen in allerlei vreemde talen. Omdat u veel van windsurfen weet, kunt u de betekenis van veel woorden raden. Toelichting Als u zich voor dingen interesseert, is het altijd gemakkelijker een tekst te begrijpen. Vaak weet u dan ook al wat over het onderwerp. B2 Lezen B2.01 Ik kan zelfstandig een tekst lezen waarbij ik mijn manier van lezen en leessnelheid aanpas aan het soort tekst en het leesdoel. Voorbeeld Voor uw plezier en om uw leesvaardigheid in de vreemde taal te vergroten wilt u boeken in de vreemde taal lezen. Toelichting U beheerst de techniek van het (snel) lezen, maar als u heel precies moet gaan lezen, kunt u dat ook.
14
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Lezen B2.02 Ik kan selectief gebruik maken van naslagwerken om niet vaak voorkomende woorden op te zoeken. Voorbeeld U leest een verhaal of artikel met veel onbekende woorden. Als u niet meer weet wat u leest, zoekt u alleen die woorden in een woordenboek op, die u voldoende zekerheid geven om de tekst weer te kunnen volgen. Toelichting Meestal is het niet nodig om alle woorden die voor u onbekend zijn op te zoeken. Dat bederft vaak het plezier van het lezen. Als u alleen sleutelwoorden opzoekt, kunt u de tekst verder wel begrijpen. Lezen B2.03 Ik kan brieven over onderwerpen die mij interesseren begrijpen en snel de belangrijkste informatie eruit halen. Voorbeeld U hebt ooit tijdens een vakantie een klacht ingediend bij een organisatie. U krijgt nu een antwoord, dat tamelijk gecompliceerd is. Daar moet u nu passend op reageren. Toelichting Hier gaat het om een klachtafhandeling, waarin ook allerlei verwijzingen naar rechtsregels staan. U moet die informatie die voor u van wezenlijk belang is, eruit halen. Lezen B2.04 Ik kan snel relevante details in lange en ingewikkelde teksten opzoeken. Voorbeeld U moet een literatuuronderzoek doen over een onderwerp dat u interesseert of bij u bekend is. De informatie staat in de vreemde taal. U kunt snel een goede selectie maken uit artikelen die u hebt gevonden. Toelichting Het gaat hier niet om exacte details. De vraag is of u snel en doeltreffend vakliteratuur kunt bekijken op relevante gegevens voor uw onderzoek. Lezen B2.05 Ik kan bij allerlei soorten nieuwsberichten, artikelen of verslagen snel bepalen of het de moeite waard is deze nader te bestuderen. Voorbeeld U wilt een talencursus volgen in het buitenland. U hebt gedetailleerde informatie van diverse universiteiten en instituten op aanvraag gekregen. U kunt de informatie begrijpen, vergelijken en een keuze maken. Toelichting Denk aan voorlichtings- en wervingsmateriaal, materiaal over subsidiemogelijkheden, over scholings- en opleidingsmogelijkheden, over verblijfsregels. U moet relevante details in deze vaak lange en ingewikkelde teksten kunnen vinden. Lezen B2.06 Ik kan artikelen en verslagen begrijpen over hedendaagse problemen waarin schrijvers bepaalde standpunten innemen. Voorbeeld Een familielid van u heeft een belangrijke vergadering in het buitenland. Hij vraagt u om een aantal interessante artikelen over dat land te verzamelen. Het gaat hem om informatie over achtergronden, over cultuur, politiek, enz. Hij wil gespreksstof hebben voor de contacten met zijn zakenpartners. De meeste informatie is in de vreemde taal. Toelichting U kunt snel een aantal artikelen over algemene onderwerpen, ingezonden brieven, columns, hoofdredactionele commentaren verzamelen en doorlezen. U kunt de meest interessante artikelen snel selecteren om die goed te bestuderen.
15
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Lezen B2.07 Ik kan artikelen over heel specifieke onderwerpen begrijpen als ik een woordenboek mag gebruiken. Voorbeeld Op aanvraag hebt u een contract over het huren van een vakantiewoning toegestuurd gekregen. Vooral de regels rond dat huren zijn erg ingewikkeld. Maar u begrijpt er genoeg van om te zien dat er een paar onduidelijke punten inzitten. Toelichting Het gaat hier om iets wat u wel vaker gedaan hebt. Kennis hierover hebt u dus wel. U moet echter wel een woordenboek gebruiken voor een nauwkeurig begrip van de tekst. Lezen B2.08 Ik kan lange complexe instructies begrijpen op mijn vakgebied, als ik moeilijke stukjes kan herlezen. Voorbeeld U bent bezig een nieuwe machine of een nieuw apparaat te installeren of voor het eerst te gebruiken. U kunt de uitvoerige instructies in het handboek die in de vreemde taal staan, begrijpen en gebruiken als hulpmiddel. Toelichting Hier gaat het om het veilig inwerkingstellen van machines of apparaten met behulp van een niet in het Nederlands geschreven hand- of instructieboek. De teksten en instructies zijn vaak ingewikkeld maar gaan over uw vakgebied. U begrijpt het als u de moeilijke stukjes wat vaker kunt lezen. Lezen B2.09 Ik kan met behulp van strategieën (zoals het herkennen van hoofd- en bijzaken en het gebruik van aanwijzingen in de context) allerlei soorten teksten beter begrijpen. Voorbeeld In een betere krant in het buitenland ziet u allerlei interessante artikelen. U kunt deze artikelen begrijpen omdat u uw voorkennis over het onderwerp inzet en gebruik maakt van de informatie die u sowieso al begrijpt. Toelichting Met het inzetten van allerlei middelen (strategieën) kunt u een tekst beter begrijpen. Door gebruik te maken van de in het artikel vervatte uitleg kunt u de hele tekst begrijpen. C1 Lezen C1.01 Ik kan lange of complexe teksten tot in detail begrijpen, zowel op het eigen vakgebied als erbuiten, als ik moeilijke passages kan herlezen. Lezen C1.02 Ik kan alle brieven lezen als ik af en toe een woordenboek kan raadplegen. Lezen C1.03 Ik kan heel goed gebruik maken van allerlei contextinformatie om conclusies te trekken met betrekking tot de houding, stemming en bedoeling van de schrijver en het vervolg te voorspellen.
16
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
GESPREKKEN VOEREN A1 Gesprekken voeren A1.01 Ik kan eenvoudige vragen stellen en antwoord geven over bekende onderwerpen. Voorbeeld Op vakantie komt u met een buitenlander in gesprek. Hij vraagt u wat u zoal gezien hebt. Toelichting Bekende onderwerpen: sport, weer, eten, bezienswaardigheden. U moet dan bijvoorbeeld kunnen zeggen dat u naar een leuk plaatsje bent geweest. Of u kunt zeggen wat voor weer het wordt of is. Gesprekken voeren A1.02 Ik kan groeten en afscheid nemen. Voorbeeld In de wasruimte op de camping groet iedereen elkaar ’s morgens. Toelichting U kunt dan eigenlijk niet uw mond houden. U weet wat u moet zeggen als u binnenkomt en als u weggaat. Gesprekken voeren A1.03 Ik kan vragen hoe het met iemand gaat en daarop reageren. Voorbeeld U begint de eigenaar van het restaurant al aardig goed te kennen. Toelichting Als u weer voor een heerlijke maaltijd binnenkomt, vraagt u hoe het met hem gaat. Hij vraagt het u ook en u kunt daarop antwoorden. Gesprekken voeren A1.04 Ik kan alledaagse uitdrukkingen begrijpen als ze langzaam en duidelijk worden gesproken door iemand die er rekening mee houdt dat ik de taal niet zo goed versta. Voorbeeld U bent in een hotel in het buitenland. Als u naar bed gaat, wenst het personeel u ‘goede nacht’. Toelichting Het gaat om veel voorkomende uitdrukkingen als ‘welterusten’, ‘goede reis’, ‘eet smakelijk’, ‘tot morgen’, ‘veel plezier’, ‘a.u.b’ en ‘dank u wel’. Gesprekken voeren A1.05 Ik kan mensen iets vragen en mensen iets aanbieden. Voorbeeld U zit in het buitenland op een camping en vraagt uw buren of en wat ze willen drinken. U moet dit in de vreemde taal kunnen doen. Toelichting U wilt op een vriendelijke, beleefde manier vragen of iemand wat wil drinken of eten en ook wat precies. U gebruikt daarvoor de goede formuleringen. Gesprekken voeren A1.06 Ik kan korte, eenvoudige, duidelijk geformuleerde vragen en aanwijzingen die voor mij bedoeld zijn begrijpen en uitvoeren Voorbeeld Op de camping krijgt u een plaats aangewezen met behulp van een plattegrond. Of in de cursus zegt de docent dat u iets moet doen. Toelichting De docent zegt bijvoorbeeld dat het boek dicht moet, dat u voor de klas moet komen. Gesprekken voeren A1.07 Ik kan een tijdstip noemen met behulp van uitdrukkingen als ‘volgende week’, ‘afgelopen vrijdag’, ‘in november’, ‘drie uur’. Voorbeeld U moet een afspraak maken met iemand die u op de camping hebt ontmoet, om samen iets te ondernemen. Toelichting U wilt samen aan een tennistoernooi meedoen. U hebt ontdekt dat dit toernooi pas volgende week plaatsvindt.
17
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Gesprekken voeren A1.08 Ik kan vragen stellen en beantwoorden over mezelf en andere mensen, waar ze wonen, hun vrienden, de dingen die ze bezitten. Voorbeeld Tijdens een verblijf in het buitenland worden u allerlei vragen over uzelf gesteld en u stelt zelf ook vragen over de ander. Toelichting Men vraagt bijvoorbeeld waar u vandaan komt, wat uw hobby’s zijn, wat uw werk is. Gesprekken voeren A1.09 Ik kan in een interview antwoord geven op vragen over persoonlijke dingen als ze langzaam, duidelijk en in eenvoudige taal gesteld zijn. Voorbeeld U doet op de camping mee aan een karaokeshow. Voor u gaat optreden, worden u vragen over uzelf gesteld. Toelichting U hoeft zelf geen vragen te stellen, u moet ze wel kunnen beantwoorden. Gesprekken voeren A1.10 Ik kan op eenvoudige vragen antwoorden door iets of iemand aan te wijzen. Voorbeeld Een buitenlander vraagt u waar een bepaald gebouw in uw stad of dorp is of hoe laat het is. U begrijpt de vraag en wijst het aan. Toelichting Het gaat bijvoorbeeld om de kerk en u kunt aanwijzen waar hij is omdat u hem in de verte kunt zien. Iemand vraagt hoe laat het is. U toont uw horloge en laat zien hoe laat het is. A2 Gesprekken voeren A2.01 Ik kan mij in voorspelbare alledaagse situaties verstaanbaar maken. Voorbeeld Aan het loket in het station kunt u duidelijk maken welk kaartje u wilt hebben. Toelichting Het gaat over voorspelbare dingen. U kunt ook inschatten wat u gevraagd kan worden. U kunt eenvoudige zinnen gebruiken en de ander houdt er rekening mee, dat u zijn taal niet vloeiend spreekt. Gesprekken voeren A2.02 Ik kan een gesprek beginnen, gaande houden en afsluiten. Voorbeeld Tijdens de vakantie maakt u kennis met een aantal hele leuke mensen. U wilt wel wat langer met ze praten om wat nader kennis te kunnen maken. Toelichting U weet hoe u een gesprek begint en afsluit. U weet ook welke vragen u kunt stellen of welke opmerkingen u kunt maken om een gesprek wat langer te laten duren. Gesprekken voeren A2.03 Ik kan zeggen wat ik lekker, leuk en fijn vind en wat niet. Voorbeeld In een restaurant kunt u aangeven, dat u bepaald eten echt niet lekker vindt. Toelichting U kunt hier ook denken aan films of muziek.
18
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Gesprekken voeren A2.04 Ik kan iemand uitnodigen en op uitnodigingen al dan niet ingaan. Voorbeeld U hebt tijdens uw vakantie iemand ontmoet, die u uitnodigt om langs te komen als u weer naar huis gaat. Toelichting U weet hoe u duidelijk moet maken dat u niet langs kunt komen omdat uw vakantie dan al voorbij is. Gesprekken voeren A2.05 Ik kan iemand op een beleefde manier begroeten of aanspreken. Voorbeeld U bent in een stad in het buitenland een beetje verdwaald en vraagt een oudere persoon, of die u kan helpen. Toelichting U weet hoe u in het betreffende land een oudere persoon aanspreekt. U weet dat de manier waarop u dat doet mede bepaalt, hoe er gereageerd wordt. Gesprekken voeren A2.06 Ik kan aangeven hoe ik me voel. Voorbeeld Tijdens de vakantie in het buitenland vraagt iemand u ergens mee naar toe te gaan. Maar u voelt zich niet zo lekker. Toelichting U kunt de ander duidelijk maken, dat u zich niet lekker voelt, dat u liever thuis blijft. Dat probeert u met zo eenvoudig mogelijke zinnen te zeggen. Gesprekken voeren A2.07 Ik kan begroeten, afscheid nemen en bedanken Voorbeeld Iemand heeft u ergens mee geholpen, u bedankt deze persoon voor de hulp. Toelichting Hier gaat het erom dat u zoiets op een beleefde manier doet. Gesprekken voeren A2.08 Ik kan deelnemen aan korte gesprekken over onderwerpen die me interesseren in alledaagse situaties. Voorbeeld Met buitenlandse vrienden of vriendinnen kunt u eenvoudige gesprekjes voeren over alledaagse dingen. Toelichting U kunt spreken over wat u in het weekend gedaan hebt, hoe het er in uw land aan toegaat, enz. Gesprekken voeren A2.09 Ik kan met anderen bespreken wat we gaan doen, waar we heen gaan en afspraken maken waar we elkaar ontmoeten. Voorbeeld U kunt met buitenlandse vrienden of vriendinnen afspraken maken over wat u in het weekend gaat doen, waar u elkaar ontmoet om samen op stap te gaan. Toelichting U kunt eenvoudige zinnen gebruiken en uw vrienden of vriendinnen houden er rekening mee dat u hun taal niet vloeiend spreekt. Gesprekken voeren A2.10 Ik kan zeggen dat ik het ergens mee eens of oneens ben. Voorbeeld Aan buitenlandse vrienden of vriendinnen kunt u duidelijk maken, dat u het met hun voorstel om ergens naar toe te gaan wel of niet eens bent. Toelichting U kunt eenvoudige zinnen gebruiken en uw vrienden of vriendinnen houden er rekening mee dat u hun taal niet vloeiend spreekt.
19
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Gesprekken voeren A2.11 Ik kan mijn mening geven over alledaagse dingen wanneer mij dat wordt gevraagd en ik bij het geven van een antwoord geholpen word. Voorbeeld In een gesprek met buitenlandse kennissen wordt u gevraagd wat u van een bepaalde sport vindt waarin Nederland goed is of niet, wat u van bepaalde muziek vindt of hoe u een bepaalde film vindt. Toelichting Bij alledaagse dingen kunt u denken aan bijvoorbeeld het weer, sportwedstrijden, film of muziek, onderwijs, werk, enz. U kunt ook een mening geven over zaken die uzelf aangaan (‘dat vind ik niet goed’, ‘daar ben ik het mee eens’, ‘dat vind ik fantastisch’.). U kunt eenvoudige zinnen gebruiken en uw kennissen houden er rekening mee dat u hun taal niet vloeiend spreekt. Gesprekken voeren A2.12 Ik kan in een discussie om aandacht vragen Voorbeeld U wilt in een discussie de hele tijd al wat zeggen, maar u komt maar niet aan de beurt. U weet wat u moet doen om een bijdrage aan de discussie te kunnen leveren. Toelichting Hier gaat het er ook om dat u weet hoe u in de respectievelijke vreemde talen om aandacht vraagt, zonder dat het verkeerd wordt uitgelegd. Gesprekken voeren A2.13 Ik kan iets kopen of bestellen en naar de prijs vragen. Voorbeeld In een winkel kunt u zeggen wat u nodig hebt en vragen naar de prijs. Toelichting Het gaat ook om instellingen als het postkantoor, een bank of een fietsverhuurbedrijf. In een restaurant kunt u een maaltijd bestellen en om de rekening vragen. Gesprekken voeren A2.14 Ik kan vragen stellen en vertellen over vrije tijd en dingen die ik vroeger gedaan heb. Voorbeeld U raakt in gesprek met iemand en ontdekt dat hij in dezelfde plaats vakantie heeft gehouden als u. Toelichting U kunt over uw vakantie aldaar vertellen en de ander vragen hoe hij het daar heeft beleefd. U kunt bijvoorbeeld vragen waar hij gegeten heeft en naar welke cafés hij ging. Gesprekken voeren A2.15 Ik kan met behulp van een kaart of plattegrond iemand de weg wijzen of de weg vragen. Voorbeeld Als u zelfstandig in het buitenland bent, kunt u zich redden bij het regelen van vervoer of het vragen naar de weg. In uw eigen omgeving vraagt een buitenlander u de weg. Toelichting U kunt dus bijvoorbeeld in een toeristenbureau met behulp van een plattegrond de weg vragen of uitgelegd krijgen. Hier gaat het er ook om vragen van buitenlanders te kunnen beantwoorden over uw eigen stad, dorp of streek. Gesprekken voeren A2.16 Ik kan met behulp van gebaren duidelijk maken wat ik wil als ik het juiste woord niet kan vinden. Voorbeeld Op een rommelmarkt ziet u iets moois. U weet niet hoe het heet en u moet de verkoper duidelijk maken waar het ligt. Toelichting U maakt gebruik van gebaren en geeft ook met zinnen aan wat u precies wilt hebben.
20
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
B1 Gesprekken voeren B1.01 Ik kan mijn gesprekspartner in gesprekken over alledaagse onderwerpen begrijpen als hij duidelijk spreekt, maar ik moet soms wel om herhaling van bepaalde woorden of uitdrukkingen vragen. Voorbeeld Op de camping (in het buitenland) spreekt u over de dingen van het dagelijkse leven met iemand uit een ander land. U begrijpt het meeste wel, maar soms moet hij u helpen door iets te herhalen. Toelichting Ook al maakt u nog grammaticale fouten en aarzelt u vaak om naar woorden te zoeken, u kunt toch met eenvoudige woorden/zinnen meepraten over alledaagse zaken als het weer, een sportwedstrijd of tv-programma’s, films, muziek, enz. Gesprekken voeren B1.02 Ik kan onvoorbereid aan een gesprek deelnemen over onderwerpen, waarover ik iets weet. Voorbeeld Op school zijn buitenlanders op bezoek. Bij een onverwachte ontmoeting kunt u spontaan meedoen aan informele gesprekken over onderwerpen die u bekend zijn. Toelichting Ook al maakt u nog grammaticale fouten en aarzelt u vaak om naar woorden te zoeken, u kunt toch met eenvoudige woorden/zinnen meepraten over alledaagse zaken als het weer, een sportwedstrijd of tv-programma’s, films, muziek, enz. Gesprekken voeren B1.03 Ik kan zeggen dat ik verrast, blij, bedroefd of onverschillig ben en daarop reageren als anderen dat zijn. Voorbeeld U hebt bij een uitwisseling van de school van uw kind een van de begeleiders thuis opgenomen. Hij heeft voor iedereen presentjes meegenomen. U geeft op een beleefde en goede manier aan dat u blij en verrast bent. Toelichting U kunt met woorden laten blijken dat u met iemand meeleeft, of dat u hetzelfde voelt. Gesprekken voeren B1.04 Ik kan aan een gesprek of discussie deelnemen, maar heb soms moeite om precies te zeggen wat ik bedoel. Voorbeeld Tijdens een discussie met enkele buitenlanders zoekt u naar woorden en hebt u soms aarzelingen of het u wel lukt om precies duidelijk te maken wat u wilt zeggen. Toelichting Hier gaat het erom dat u voor uzelf wat tijd wint om even te kunnen nadenken wat u precies wilt zeggen. Gesprekken voeren B1.05 Ik kan over boeken, films, muziek en dergelijke met anderen van gedachten wisselen. Voorbeeld In een groepje op een camping in het buitenland wordt in de vreemde taal gesproken over de laatste tophits en actuele films. U kunt aan zo’n gesprek deelnemen. Toelichting Ook al maakt u nog grammaticale fouten en aarzelt u vaak om naar woorden te zoeken, u kunt toch met eenvoudige woorden/zinnen meepraten over zaken als tv-programma’s, films, muziek en boeken, enz.
21
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Gesprekken voeren B1.06 Ik kan iets op een andere manier zeggen als mijn gesprekspartner mij niet begrijpt. Voorbeeld In een gesprek met een buitenlander blijkt dat hij u verkeerd of niet begrepen heeft. Toelichting U omschrijft wat u hebt bedoeld of u gebruikt andere woorden om uw bedoeling duidelijk te maken. Gesprekken voeren B1.07 Ik kan iemand vragen om te verduidelijken wat er gezegd is. Voorbeeld In een gesprek hebt u niet helemaal begrepen wat iemand bedoelt. U moet vragen om verheldering. Kunt u dat? Toelichting Hiervoor gebruikt u vaak bepaalde standaardzinnen. Afhankelijk van de situatie waarin en met wie dat gesprek plaatsvindt, kunt u die standaardzinnen aanpassen. Gesprekken voeren B1.08 Ik kan op een beleefde wijze mijn mening, overtuiging, instemming en afkeer uitdrukken. Voorbeeld In de cursus is het gebruikelijk dat u de vreemde taal gebruikt, ook in gesprekken met de docent over gevoelige onderwerpen. Toelichting Hier gaat het erom dat u de juiste formuleringen kent om meningen, eigen overtuigingen of afkeer uit te drukken zonder dat u iemand tegen u in het harnas jaagt. Gesprekken voeren B1.09 Ik kan een gesprek over een bekend onderwerp zo beïnvloeden dat ik mijn eigen punten aan de orde kan stellen. Voorbeeld U hebt gesolliciteerd bij een vestiging van een buitenlands bedrijf in Nederland. Het sollicitatiegesprek vindt in de vreemde taal plaats. Toelichting U kunt antwoord geven op vragen naar feitelijke informatie en op een eenvoudige manier aangeven waarom de baan voor u aantrekkelijk is (de zinnen mogen kort en eenvoudig zijn). Gesprekken voeren B1.10 Ik kan tijdens een discussie mijn mening geven over mogelijke oplossingen voor een probleem en mijn mening daarbij onderbouwen. Voorbeeld U bent op een camping. Er zijn te weinig parkeerplaatsen bij de tenten. In een discussie met andere campinggasten wordt uw mening gevraagd en u moet ook oplossingen aandragen. Toelichting Hier gaat het ook om technieken die u moet toepassen om een discussie te kunnen voeren. Maar u moet ook inhoudelijk goed weten waarover het gaat en wat u wilt beweren. Wat u zegt en hoe u het zegt is in zo’n discussie van belang. Gesprekken voeren B1.11 Ik kan mij in minder voorspelbare situaties in winkels, banken e.d. redden. Voorbeeld U hebt in het buitenland geprobeerd geld te pinnen. Om een of andere reden is uw pinpas ingeslikt. In de bank probeert u dat uit te leggen. Kunt u dat? Toelichting U moet duidelijk maken wat er is gebeurd en vragen hoe een en ander opgelost kan worden.
22
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Gesprekken voeren B1.12 Ik kan iets ruilen of mijn beklag doen, als ik daarover ontevreden ben. Voorbeeld U verblijft zelfstandig in het buitenland en wilt een klacht uiten over iets wat u niet bevalt. Toelichting U kunt bijvoorbeeld klagen dat u een kamer zonder bad of douche hebt gekregen, terwijl u die wel had gereserveerd. Gesprekken voeren B1.13 Ik kan een kort verhaal, artikel, gesprek of discussie samenvatten en op vragen van anderen reageren. Voorbeeld U hebt rond een bepaald thema een aantal artikelen gelezen. U vat die samen en anderen stellen daarover vragen waarop u reageert door deze te beantwoorden. Toelichting U kunt hier denken aan situaties bij mondelinge examens. U hebt dan vaak boeken of korte verhalen gelezen waarover dan vragen worden gesteld, die u in de vreemde taal moet beantwoorden. Gesprekken voeren B1.14 Ik kan een interview houden als ik mij daarop heb voorbereid. Voorbeeld Voor een opdracht in de cursus moet u een aantal mensen interviewen in de vreemde taal. U moet uw vragen laten aansluiten bij de antwoorden die u krijgt. Toelichting Sommige vragen hebt u al voorbereid, maar regelmatig moet u bij antwoorden navragen omdat bijvoorbeeld uit het antwoord blijkt dat de geïnterviewde de vraag verkeerd interpreteerde. B2 Gesprekken voeren B2.01 Ik kan aan gesprekken deelnemen over algemene onderwerpen en mijn gesprekspartner tot in detail begrijpen als hij de standaardtaal spreekt zelfs als er veel achtergrondlawaai is. Voorbeeld U voert in een café een discussie met een gast over de voor- en nadelen van tolerant drugsbeleid. Toelichting Algemene onderwerpen: politieke kwesties als verkiezingen, drugs in Nederland, recreatiemogelijkheden in de omgeving, enz. Om u voor te bereiden schrijft u van te voeren vijf argumenten vóór en vijf argumenten tegen op. Gesprekken voeren B2.02 Ik kan aan een gesprek met meer sprekers van de taal deelnemen als zij in hun taalgebruik rekening met mij houden. Voorbeeld U komt in verband met uw werk regelmatig in contact met buitenlandse relaties. U kunt als u een vrije avond met hen doorbrengt, actief meedoen aan de gesprekken en als gastheer/vrouw optreden. Toelichting U kunt dus bijvoorbeeld gasten in een restaurant uitnodigen, het menu uitleggen en gesprekken voeren over allerlei onderwerpen, ook als er meer sprekers bij zijn. U kunt daarin bijvoorbeeld ook spreken over gevoelens, over gebeurtenissen die u raken. Ook als het een formele gelegenheid is, maakt u zich niet belachelijk vanwege taalfouten. Voorbeeld Bij een bezoek aan een ander land raakt u in gesprek met een aantal sprekers van de vreemde taal (op het strand of in het zwembad). U wilt iets weten over de muziek uit de streek en wat hun mening erover is. Toelichting U kent woorden en uitdrukkingen die met de onderwerpen te maken hebben. U kunt zich nauwelijks voorbereiden, want zulke gesprekken ontstaan min of meer spontaan. U hebt geen problemen om zulke gesprekken te voeren. 23
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Gesprekken voeren B2.03 Ik kan contacten met sprekers van de taal onderhouden, waarbij ik mij niet belachelijk maak of irritaties oproep en het niet nodig is dat zij speciaal rekening met mij houden Voorbeeld Op een vakantie kampeerreis trekt u met een groep sprekers van een vreemde taal op. U draait mee met de kookgroep, enz. Toelichting U praat over wat uw taken zijn bij het koken, de diverse handelingen en de ingrediënten van de te koken maaltijd. Gesprekken voeren B2.04 Ik kan afhankelijk van de situatie mijn gevoelens over gebeurtenissen die mij raken onder woorden brengen. Voorbeeld Tijdens de vakantie maakt u een ongeluk mee. U wordt opgevangen door de EHBO. Toelichting Na het ongeluk vertelt u wat u hebt meegemaakt (in de verleden tijd). U vertelt over angst, pijn, medelijden, verwarring, dankbaarheid, opluchting. Gesprekken voeren B2.05 Ik kan in discussie gaan met gesprekspartners en daarbij mijn meningen en ideeën duidelijk naar voren brengen en argumenten noemen. Voorbeeld U komt op een camping in het buitenland aan. Hoewel u gereserveerd hebt, is er geen plaats. U discussieert met de eigenaar. Toelichting U geeft uw mening over de organisatie van de camping. U vertelt hoe ze die kunnen verbeteren en u geeft aan waarom dat beter voor hen is. Gesprekken voeren B2.06 Ik kan een probleem helder uiteenzetten en daarbij oorzaken en gevolgen, voor- en nadelen of verschillende overwegingen ter oplossing bieden. Voorbeeld U werkt bijvoorbeeld in een bedrijf van buitenlandse eigenaars. U kunt actief deelnemen aan een vergadering die rechtstreeks te maken heeft met uw eigen werk. Vanwege de aanwezigheid van de buitenlandse leiding wordt de vergadering in de vreemde taal gehouden. Toelichting U kunt verwoorden wat uw standpunten zijn, duidelijk aangeven wat de voor- en nadelen zijn, een compromisvoorstel doen en oorzaken, gevolgen en denkbeeldige situaties bespreken. Gesprekken voeren B2.07 Ik kan in discussie gaan over zaken als een onterechte bekeuring of beschuldiging. Voorbeeld U bent zelfstandig in het buitenland en u kunt zich ook in onverwachte situaties goed redden. Toelichting Het gaat bijvoorbeeld om gemiste aansluitingen door vertragingen of om diefstal van persoonlijke documenten (paspoort). U kunt daarbij een probleem uitleggen en duidelijk maken waar u recht op hebt. Zo kunt u ook in gecompliceerde gevallen een klacht formuleren.
24
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Gesprekken voeren B2.08 Ik kan een probleem uitleggen en duidelijk maken dat ik recht heb op genoegdoening of compensatie. Voorbeeld U bent zelfstandig in het buitenland en u kunt zich ook in onverwachte situaties goed redden. Toelichting Het gaat bijvoorbeeld om een boete die u hebt gekregen voor te hard rijden maar die volgens u onterecht is omdat u zeker weet dat u zich aan de maximumsnelheid hield. U kunt daarbij een probleem uitleggen en duidelijk maken waar u recht op hebt. Zo kunt u ook in gecompliceerde gevallen een klacht formuleren. Gesprekken voeren B2.09 Ik kan complexe informatie en adviezen uitwisselen over alles wat mijn werk betreft. Voorbeeld U werkt in het buitenland. U kunt daar in het werkcontact met uw collega’s een voor u bekend stuk over technische apparatuur uitleggen. Toelichting U kent dus de termen voor afmetingen, prestaties, technische gegevens, enz. en ook die voor eenvoudige processen en rekenkundige verhoudingen. Gesprekken voeren B2.10 Ik kan in een interview initiatieven nemen en spontaan op ideeën nader ingaan. Voorbeeld U bent door een buitenlands bedrijf uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek. U kunt daarin uitleggen wat uw kwalificaties en uw ervaring zijn en spreken over uw motivatie voor die baan. Toelichting Het gaat om een officieel sollicitatiegesprek. U maakt misschien nog wel eens een fout en aarzelt soms nog door naar een woord te zoeken, maar u kunt woorden die u niet kent vrij makkelijk omschrijven. Gesprekken voeren B2.11 Ik kan vaste uitdrukkingen gebruiken om tijd te winnen en aan het woord te blijven. Voorbeeld U wilt tijdens een sollicitatiegesprek bij een buitenlands bedrijf eigenlijk zoveel mogelijk aan het woord blijven om zo veel mogelijk over uzelf te kunnen vertellen. Toelichting U kent voldoende vaste uitdrukkingen om zelf een gesprek enigszins te kunnen beïnvloeden. Gesprekken voeren B2.12 Ik kan een discussie over een vertrouwd onderwerp in goede banen leiden door te laten merken dat ik het begrepen heb en anderen uitnodigen deel te nemen. Voorbeeld In directe contacten met buitenlanders moet u voor het bedrijf waar u werkt gesprekken voeren over ingewikkelde onderwerpen (klachten, nieuwe ontwikkelingen, enz.). Toelichting Hier gaat het om allerlei voor u bekende zaken die in het bedrijf spelen. In gesprekken kunt u in discussie gaan, uw mening en argumenten naar voeren brengen en de anderen stimuleren ook hun standpunt te verwoorden.
25
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
C1 Gesprekken voeren C1.01 Ik kan iemand die langer aan het woord is tot in detail begrijpen als deze spreekt over abstracte en complexe onderwerpen die buiten mijn eigen vakgebied liggen, waarbij ik af en toe om verheldering moet vragen als met een mij onbekend accent wordt gesproken. Gesprekken voeren C1.02 Ik kan gemakkelijk aan ingewikkelde gesprekken, groepsdiscussies en debatten tussen meer sprekers van de taal deelnemen ook als het over abstracte ingewikkelde onderwerpen gaat. Gesprekken voeren C1.03 Ik kan in gezelschap de taal soepel en effectief gebruiken, toespelingen maken en anderszins onderhoudend zijn. Gesprekken voeren C1.04 Ik kan een officieel standpunt op overtuigende wijze naar voren brengen en op vloeiende, spontane en passende manier reageren op vragen en opmerkingen. Gesprekken voeren C1.05 Ik kan onvoorbereid deelnemen aan een interview als interviewer of geïnterviewde, waarbij ik ook op onverwachte situaties passend reageer. Gesprekken voeren C1.06 Ik kan passende strategieën gebruiken om het woord te krijgen, tijd te winnen en aan het woord te blijven in een discussie. Gesprekken voeren C1.07 Ik kan op een handige manier mijn bijdrage aan de discussie met die van anderen in verband brengen.
26
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
SPREKEN A1 Spreken A1.01 Ik kan in eenvoudige, losse zinnen iets vertellen over mensen en plaatsen. Voorbeeld Bij een bezoek van buitenlandse gasten aan uw bedrijf (bijvoorbeeld van een buitenlandse vestiging) kunt u uzelf voorstellen. Toelichting U kent voldoende uitdrukkingen om uzelf voor te stellen. Spreken A1.02 Ik kan beschrijven wie ik ben, wat ik doe en waar ik woon Voorbeeld U kunt tijdens een voorstelronde in het kort bijvoorbeeld iets vertellen over uw woonplaats. Toelichting U kunt met behulp van losse woorden en korte simpele zinnen heel eenvoudige informatie geven over opleiding, woonplaats, hobby. A2 Spreken A2.01 Ik kan in eenvoudige woorden mensen, plaatsen en bezittingen beschrijven. Voorbeeld In een gastgezin wordt u gevraagd naar uw familie, uw woonplaats en bijvoorbeeld de cursus. Toelichting U doet dit in eenvoudige bewoordingen, waarbij u af en toe even aarzelt om de juiste formulering te vinden. Spreken A2.02 Ik kan mijn gezinssituatie, mijn woonomgeving en de school waar ik op zit, beschrijven. Voorbeeld In een persoonlijk gesprek wordt u gevraagd naar uw familie, uw woonplaats en bijvoorbeeld uw bedrijf. Toelichting U beschrijft alles in eenvoudige bewoordingen, waarbij u af en toe even aarzelt om de juiste formulering te vinden. Spreken A2.03 Ik kan uitleggen waarom ik iets (niet) lekker, leuk of fijn vind Voorbeeld Uw buitenlandse collega nodigt u uit om bij hem/haar te komen eten. Hij/zij vraagt wat u (niet) lekker vindt. Toelichting Het gaat er om dat u het kunt uitleggen en niet ‘steken’ blijft bij ‘dat lust ik niet’. Iets dergelijks kunt u zeggen over een bepaalde sport (u houdt bijvoorbeeld niet - of juist wel - van zwemmen). Spreken A2.04 Ik kan voorwerpen en bezittingen beschrijven en vergelijken. Voorbeeld Op de camping bent u wat spullen kwijtgeraakt. U gaat naar de beheerder en beschrijft wat u zoekt. Toelichting U hoeft niet perse volledige zinnen te gebruiken, maar u kent wel die woorden die er voor zorgen dat de ander u goed begrijpt.
27
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Spreken A2.05 Ik kan beschrijven wat ik van plan ben, wat mijn gewoontes zijn, wat ik heb gedaan en heb meegemaakt. Voorbeeld Tijdens een informeel gesprek met buitenlandse collega’s beschrijft u wat u in uw vrije tijd doet. Toelichting U doet dit in eenvoudige bewoordingen en u kunt in de meeste gevallen duidelijk maken wat u bedoelt. U gebruikt bijvoorbeeld in de vreemde taal woorden als ‘eerst’, ‘dan’,’ daarna’, ‘later’ of ‘tenslotte’. Voorbeeld In een gesprek met buitenlandse collega’s beschrijft u welke opleidingen en cursussen u tot nu toe hebt gevolgd. Toelichting U doet dit in eenvoudige bewoordingen en u kunt in de meeste gevallen duidelijk maken wat u bedoelt. U gebruikt bijvoorbeeld in de vreemde taal woorden als ‘eerst’, ‘dan’,’ daarna’, ‘later’ of ‘tenslotte’. Spreken A2.06 Ik kan gebeurtenissen en activiteiten kort beschrijven Voorbeeld U vertelt tijdens een informeel gesprek met buitenlandse collega’s over een reis die u hebt gemaakt. Toelichting U doet dit in eenvoudige bewoordingen en in de meeste gevallen kunt u duidelijk maken wat u bedoelt. U gebruikt bijvoorbeeld in de vreemde taal woorden als ‘eerst’, ‘dan’,’ daarna’, ‘later’ of ‘tenslotte’. Spreken A2.07 Ik kan een kort verhaal vertellen over alledaagse dingen in mijn omgeving. Voorbeeld Tijdens uw vakantie op een buitenlandse camping vertelt u over de verhuizing die u net hebt gehad. Toelichting U doet dit in eenvoudige bewoordingen en in de meeste gevallen kunt u duidelijk maken wat u bedoelt. U gebruikt bijvoorbeeld in de vreemde taal woorden als ‘eerst’, ‘dan’,’ daarna’, ‘later’ of ‘tenslotte’. Spreken A2.08 Ik kan een hele korte aankondiging doen, als ik mij kan voorbereiden en de toehoorders weten waarover het gaat. Voorbeeld Na afloop van een buitenlands bezoek moet u namens iedereen een kort dankwoord uitspreken. Toelichting Iedereen weet waar het over gaat en u hebt een paar trefwoorden in de vreemde taal als steun op papier gezet. Voorbeeld Na afloop van een uitwisseling vertelt u aan de groep hoe laat iedereen weer ergens moet zijn. Toelichting Iedereen weet waar het over gaat en u hebt een paar trefwoorden in de vreemde taal als steun op papier gezet. Spreken A2.09 Ik kan een korte presentatie geven over een bekend onderwerp als ik me heb kunnen voorbereiden. Voorbeeld Bij een sportuitwisseling is u gevraagd over uw woonplaats de meest bijzondere dingen te vertellen. Toelichting U kunt met behulp van een landkaart of een poster met foto’s uw woonplaats beschrijven.
28
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Spreken A2.10 Ik kan vragen beantwoorden van mensen die naar een verhaal van mij geluisterd hebben. Voorbeeld U hebt een presentatie gegeven en vervolgens stellen de aanwezigen vragen. Toelichting U kunt die vragen beantwoorden omdat u veel van uw onderwerp weet. Het kan zijn dat u aarzelt om de juiste formulering in de vreemde taal te vinden en dat u wat hulp nodig hebt. B1 Spreken B1.01 Ik kan één of meer onderwerpen die mij interesseren op een redelijk vlotte manier beschrijven. Voorbeeld In een project op uw bedrijf houdt u een presentatie over uw toekomstvisie. U kunt zo’n presentatie zonder veel problemen houden. Toelichting U hebt zich op de presentatie kunnen voorbereiden en u gebruikt ter ondersteuning trefwoorden met bijvoorbeeld een powerpointpresentatie. Spreken B1.02 Ik kan op een redelijk vlotte manier een verhaal vertellen en daarbij mijn ervaringen, gevoelens en reacties beschrijven. Voorbeeld In een gesprek met buitenlandse vrienden op de camping vertelt u over een geweldige vakantie die u ooit hebt gehad in een bepaald land. Toelichting U vertelt over de ervaringen die u hebt opgedaan, wat u ervan vond, etc. U kunt dat redelijk vlot doen en u hoeft niet zoveel naar woorden te zoeken. Spreken B1.03 Ik kan onverwachte gebeurtenissen (bijv. een ongeluk) precies beschrijven. Voorbeeld Op uw vakantie wordt u geconfronteerd met noodweer. U kunt naderhand vrij precies vertellen wat er exact gebeurde. Toelichting Onverwachte gebeurtenissen zijn vaak lastig te beschrijven. U kunt dit echter zonder problemen. Spreken B1.04 Ik kan beschrijven waarvan ik droom, wat ik verwacht en wat ik wil bereiken. Voorbeeld Tijdens een vakantie raakt u bevriend met een buitenlander/-se en vertelt hem/haar hoe u uw toekomst ziet. Toelichting U kunt uw toekomst beschrijven en u maakt ook gebruik van de vragen die de betrokkene zal stellen. Spreken B1.05 Ik kan beschrijven waar een boek of film over gaat en mijn reacties daarop geven. Voorbeeld Aan een geïnteresseerde buitenlander kunt u een beschrijving geven van de inhoud en/of het verhaal van een film of boek. Tevens kunt u uw eigen mening daarover geven. Toelichting Misschien maakt u hier en daar nog een grammaticaal foutje, toch hebt u weinig problemen met het vertellen over een film of een boek. Omdat u wist dat u iets over een boek of film moet kunnen vertellen, hebt u zich wel wat kunnen voorbereiden.
29
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Spreken B1.06 Ik kan mijn mening onderbouwen, zodat mijn gesprekspartners mij meestal zonder moeite kunnen volgen. Voorbeeld Bij een bedrijvencontact hebt u de mogelijkheid zelf een deel van het programma in te vullen. U maakt daarvoor een voorstel en u kunt dat voorstel ook met argumenten onderbouwen. Toelichting Uw gesprekspartners kunnen u zonder moeite volgen, omdat u uw argumenten goed onder woorden kunt brengen. Spreken B1.07 Ik kan uitleggen waarom ik iets doe. Voorbeeld Tijdens een restaurantbezoek kunt u aan uw buitenlandse gast uitleggen waarom u een bepaald menu hebt gekozen. Toelichting U kent voldoende woorden om te kunnen uitleggen hoe een menu eruit ziet. Uw gast ‘helpt’ u daarbij door af en toe dingen na te vragen. Spreken B1.08 Ik kan een korte aankondiging doen over een alledaags onderwerp of gebeurtenis op mijn gebied, die duidelijk verstaanbaar is ondanks mijn accent. Voorbeeld In het kader van een bedrijvencontact kunt u een buitenlandse gast uitleggen hoe programma en organisatie eruit zien en wat men vervolgens gaat doen. Toelichting Het gaat om zaken die vaak voorkomen (‘alledaags’) of om zaken waar u zichzelf mee hebt beziggehouden. Spreken B1.09 Ik kan in een presentatie over een alledaags onderwerp behoorlijk nauwkeurig aangeven wat de hoofdzaken zijn, als ik me heb kunnen voorbereiden. Voorbeeld Bij een bezoek van een groep collega’s uit het buitenland kunt u informatie verstrekken over de belangrijkste zaken met betrekking tot de gang van zaken op uw bedrijf. Toelichting Vanzelfsprekend hebt u de presentatie kunnen voorbereiden. U kunt ook op vragen antwoord geven, maar als iemand snel spreekt, moet u waarschijnlijk om herhaling vragen. B2 Spreken B2.01 Ik kan een gedetailleerde beschrijving of presentatie geven over allerlei onderwerpen waarvoor ik mij interesseer, waarbij ik mijn ideeën uiteen kan zetten en ondersteunen met behulp van relevante voorbeelden en toelichtingen. Voorbeeld U bent gevraagd om op een beurs een presentatie in de vreemde taal te geven over een product waar u bij bent betrokken. U kunt in een uitgebreide presentatie dit product in al zijn facetten toelichten en vragen erover beantwoorden. Toelichting Uiteraard gaat het om informatie op een terrein waarin u goed thuis bent, maar het is wel complexe informatie die u helder uiteen moet zetten. U kunt gebruik maken van allerlei audiovisuele hulpmiddelen. Spreken B2.02 Ik kan een betoog opbouwen waarbij ik systematisch te werk ga, belangrijke punten aangeef en relevante details noem. Voorbeeld In een georganiseerde discussie is een van de thema’s de huidige politiek. U houdt een inleiding op dit thema waarbij u verschillende aspecten de revue laat passeren. Toelichting U hebt uw inleiding voorbereid en mogelijke discussiepunten ingebouwd. U hebt daarbij gebruik gemaakt van verschillende bronnen en argumenten. 30
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Spreken B2.03 Ik kan een aankondiging over alledaagse onderwerpen op zodanige wijze doen, dat de luisteraar geen moeite hoeft te doen het te verstaan. Voorbeeld Tijdens een pauze in het programma doet u een aankondiging dat u aan het eind van de dag uw groepsleden uitnodigt in een café om de hoek om iets te vieren. Toelichting Hier gaat het om een (vaak) korte tekst die wel heel duidelijk moet zijn omdat iedereen het goed moet begrijpen. Spreken B2.04 Ik kan bij een presentatie spontaan van de voorbereide tekst afwijken en ingaan op interessante punten die door de toehoorders worden ingebracht. Voorbeeld U bent een hobbyfotograaf en tijdens een presentatie vertelt u hoe u het liefst werkt en waarop het bij het fotograferen aankomt. Door reacties van de toehoorders wijkt u af van uw oorspronkelijke tekst. Toelichting U kunt tamelijk gedetailleerd vertellen over uw hobby en u moet alles vrij helder uiteenzetten omdat er ook toehoorders zijn die niet met de materie vertrouwd zijn. U maakt daarbij nauwelijks fouten tegen de grammaticale regels. Spreken B2.05 Ik kan mijn fouten en versprekingen corrigeren als ze tot misverstanden aanleiding hebben gegeven. Voorbeeld Tijdens een presentatie blijkt uit vragen dat men u niet meer goed begrijpt. U ziet in dat u een verkeerde term hebt gebruikt en u kunt het misverstand wegnemen. Toelichting Over het algemeen kunt u zich vlot en met enkele complexe zinnen goed begrijpelijk uitdrukken. Wel moet u af en toe even nadenken om woorden of zinsstructuren te vinden. Fouten ontstaan nauwelijks nog en voor zover dat het geval is, kunt u ze zelf corrigeren. Aan uw uitspraak is nog wel enigszins te horen dat u een andere moedertaal hebt, maar dat beïnvloedt het begrijpen helemaal niet. Spreken B2.06 Ik kan omschrijvingen gebruiken als ik een woord niet ken of een structuur niet beheers. Voorbeeld Tijdens een gesprek willen u bepaalde woorden niet te binnen schieten. U ‘redt’ zich uit zo’n situatie door omschrijvingen te gebruiken. Toelichting Over het algemeen kunt u zich vlot en met enkele complexe zinnen goed begrijpelijk uitdrukken. Wel moet u af en toe even nadenken om woorden of zinsstructuren te vinden. Fouten ontstaan nauwelijks nog en voor zover dat het geval is, kunt u ze zelf corrigeren. Aan uw uitspraak is nog wel enigszins te horen dat u een andere moedertaal hebt, maar dat beïnvloedt het begrijpen helemaal niet. Spreken B2.07 Ik kan van tevoren plannen wat ik ga zeggen waarbij ik rekening houd met het effect op de toehoorder. Voorbeeld Bij de voorbereiding van een presentatie kiest u zorgvuldig uw woorden om te voorkomen dat er misverstanden ontstaan of irritatie. Toelichting Over het algemeen kunt u zich vlot en met enkele complexe zinnen goed begrijpelijk uitdrukken. Wel moet u af en toe even nadenken om woorden of zinsstructuren te vinden. Fouten ontstaan nauwelijks nog en voor zover dat het geval is, kunt u ze zelf corrigeren. Aan uw uitspraak is nog wel enigszins te horen dat u een andere moedertaal hebt, maar dat beïnvloedt het begrijpen helemaal niet.
31
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
C1 Spreken C1.01 Ik kan een gedetailleerde beschrijving of presentatie geven over complexe onderwerpen waarbij ik subthema’s integreer, inga op bijzondere punten en met een passende conclusie afsluit. Spreken C1.02 Ik kan moeiteloos een aankondiging doen met zodanige intonatie dat de betekenis precies duidelijk is. Spreken C1.03 Ik kan zonder veel moeite op spontane wijze ingaan op opmerkingen van toehoorders. Spreken C1.04 Ik kan zonder veel haperingen mijn formulering aanpassen als ik iets niet goed kan uitdrukken.
32
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
SCHRIJVEN A1 Schrijven A1.01 Ik kan een korte, eenvoudige briefkaart schrijven. Voorbeeld U kunt een ansichtkaart of felicitatiekaart sturen naar een buitenlandse kennis. Toelichting Het gaat hierbij om een korte vakantiegroet of een eenvoudige gelukwens of Nieuwjaarsgroet. Schrijven A1.02 Ik kan persoonlijke gegevens invullen op formulieren bijvoorbeeld als ik in een hotel overnacht. Voorbeeld U kunt bij het inchecken op een camping in het buitenland uw persoonlijke gegevens invullen. Toelichting Het gaat om een eenvoudig formulier, waarin gegevens als naam, adres, nationaliteit worden gevraagd. Schrijven A1.03 Ik kan eenvoudige zinnen schrijven over mezelf en denkbeeldige mensen, over waar ze wonen en wat ze doen. Voorbeeld U krijgt het verzoek een vragenlijst over uzelf in te vullen. Toelichting De vragen gaan over zaken als uw woonomstandigheden, uw gezin, uw werk, uw hobby’s. U mag de vragen in hele korte zinnetjes in de vreemde taal beantwoorden. A2 Schrijven A2.01 Ik kan eenvoudige persoonlijke briefjes schrijven om te bedanken en mij te verontschuldigen. Voorbeeld U kunt een buitenlandse kennis een persoonlijk briefje sturen. Toelichting U gebruikt informele taal over dagelijkse zaken, bijvoorbeeld om ergens voor te bedanken of om te vertellen hoe het gaat. Het kan ook een begeleidend briefje bij een cadeautje zijn. Schrijven A2.02 Ik kan een korte (bijv. telefonische) mededeling van iemand anders opschrijven als ik om herhaling kan vragen. Voorbeeld U bent op een camping in het buitenland. Iemand vraagt of u een boodschap wilt doorgeven. Toelichting U kunt de boodschap in telegramstijl noteren. Dit is natuurlijk geen formele brief. Het gaat er om dat uw collega, uw vriend of vriendin de boodschap of de mededeling begrijpt. Schrijven A2.03 Ik kan een korte eenvoudige memo schrijven over zaken die belangrijk zijn. Voorbeeld U hebt een afspraak met een buitenlandse vriend of vriendin gemaakt, maar u moet het tijdstip veranderen. U schrijft een korte memo waarin het nieuwe tijdstip staat en de redenen waarom het moet veranderen. Toelichting U kunt de boodschap in telegramstijl noteren. Dit is natuurlijk geen formele brief. Het gaat er om dat uw collega, uw vriend of vriendin de boodschap of de mededeling begrijpt.
33
+
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Schrijven A2.04 Ik kan een kort verhaaltje schrijven over mijn gezinssituatie, mijn woonomgeving en mijn werk (de school waar ik op zit). Voorbeeld Ter voorbereiding op een sollicitatiegesprek in het buitenland moet u een korte indruk van uzelf geven. Toelichting U gebruikt hiervoor korte eenvoudige zinnen. U kent de meest gebruikelijke woorden om uw woonomgeving en gezinssituatie te beschrijven. Schrijven A2.05 Ik kan een kort verhaaltje schrijven over een zelf verzonnen persoon. Voorbeeld U krijgt de opdracht om een korte beschrijving te geven van een persoon die u zelf hebt verzonnen. Toelichting Kort betekent bijvoorbeeld een bladzijde. Schrijven A2.06 Ik kan een korte beschrijving geven wat er gebeurd is, wat ik heb gedaan en heb meegemaakt. Voorbeeld Tijdens uw vakantie zijn wat spullen uit uw auto gestolen. Op een formulier van de politie moet u in het kort beschrijven wat er is gebeurd. Toelichting U kunt eenvoudige taal gebruiken, maar de informatie, de beschrijving moet wel juist zijn. Voorbeeld U wilt uw vriend/vriendin in het buitenland vertellen wat voor een prachtige vakantie u hebt gehad. Toelichting U kunt eenvoudige taal gebruiken, maar de informatie, de beschrijving moet wel juist zijn. Schrijven A2.07 Ik kan een kort verhaal schrijven over alledaagse dingen in mijn omgeving. Voorbeeld Voor een project moet u beschrijven welke hobby u hebt en wat u daaraan zo leuk vindt. Toelichting U kunt eenvoudige taal gebruiken, maar de informatie, de beschrijving moet wel juist zijn. B1 Schrijven B1.01 Ik kan persoonlijke briefjes schrijven waarin ik iets nieuws meedeel of mijn mening over onderwerpen als muziek en films geef. Voorbeeld U wilt gaan werken of een stage lopen in het buitenland. Om uzelf voor te stellen schrijft u een brief waarin u een aantal alledaagse zaken (familie, hobby’s, interesses, werk, reizen) beschrijft. Toelichting U beschikt over een redelijke woordenschat en kent genoeg zinsstructuren om deze alledaagse zaken te kunnen beschrijven, waarbij u af en toe gebruik maakt van omschrijvingen. Schrijven B1.02 Ik kan in persoonlijke brieven vrij nauwkeurig beschrijven wat ik beleefd heb en voel. Voorbeeld Tijdens de vakantie hebt u een ongeluk gehad, waaraan u geen schuld had. Voor de politie moet u opschrijven wat er precies is gebeurd. Toelichting Hier gaat het om een heel nauwkeurige beschrijving, want dat is voor alle betrokkenen belangrijk. U maakt daarbij nauwelijks schrijffouten en eventueel voorkomende grammaticale foutjes verstoren het begrip niet.
34
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Schrijven B1.03 Ik kan een (bijv. telefonische) mededeling van iemand anders opschrijven, waarin om inlichtingen wordt gevraagd of problemen worden uitgelegd. Voorbeeld U werkt als medewerker bij de receptie van een buitenlands bedrijf. U krijgt een telefoontje uit het buitenland waarin iemand om specifieke inlichtingen vraagt. U kunt de vraag niet beantwoorden en moet het doorspelen aan een collega die alleen de vreemde taal spreekt en pas morgen weer aanwezig is. U moet een en ander dus opschrijven. Toelichting In deze situatie is het belangrijk dat u zo precies mogelijk de vraag formuleert. Dat moet absoluut duidelijk zijn. Schrijven B1.04 Ik kan memo’s schrijven over zaken die voor vrienden, dienstverleners, docenten en anderen belangrijk zijn, waarin ik de belangrijkste punten op een begrijpelijke manier kan duidelijk maken. Voorbeeld Op uw werk ontvangt u een groep buitenlandse collega’s. U hebt voor hen een uitstapje georganiseerd. U kunt voor hen in de vreemde taal een routebeschrijving maken met bijbehorende informatie. Toelichting Het gaat hierbij om een beknopte beschrijving, waarin korte informatieve stukjes zijn opgenomen over bijvoorbeeld bezienswaardigheden. Veel woorden vindt u waarschijnlijk in foldermateriaal van de VVV. Schrijven B1.05 Ik kan een verhaal schrijven. Voorbeeld In het kader van een internationale wedstrijd voor talen krijgt u de opdracht een verhaal te schrijven. Toelichting U moet hier rekening houden met de voorwaarden (criteria) waaraan het verhaal moet voldoen. Schrijven B1.06 Ik kan een verslag maken van ervaringen en gevoelens in een eenvoudige, maar samenhangende tekst. Voorbeeld Voor de personeelskrant van het buitenlandse moederbedrijf schrijft u een verslag van het bezoek aan dat bedrijf. Toelichting U schrijft in samenhangende zinnen over de ervaringen die u hebt gehad en geeft ook commentaar op wat er zoal gebeurd is. In de tekst maakt u weinig fouten. Schrijven B1.07 Ik kan eenvoudige nauwkeurige beschrijvingen maken over een groot aantal bekende onderwerpen, die mijn belangstelling hebben. Voorbeeld Uw bedrijf wil een groep buitenlandse collega’s ontvangen. U schrijft daarvoor een uitnodiging, waarin u iets vertelt over uw bedrijf en uw land. Over de praktische zaken correspondeert u met een contactpersoon. Toelichting U schrijft aan onbekenden, dus uw stijl kan niet al te informeel zijn. Schrijffouten mogen daarin nauwelijks voorkomen. Praktische zaken kunt u via e-mail of fax regelen.
35
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Schrijven B1.08 Ik kan een verslag schrijven bijvoorbeeld van een echte of verzonnen reis. Voorbeeld Voor een taalcursus in het buitenland beschrijft u uw ervaringen en belevenissen toen u voor de eerste keer in dat buitenland was. Toelichting Zo’n beschrijving is goed gestructureerd en de volgorde van de verschillende zaken is logisch, waarbij u de voor u belangrijkste of meest opvallende zaken duidelijk naar voren laat komen. Schrijven B1.09 Ik kan korte rapporten schrijven in standaardvorm waarin feitelijke informatie en actiepunten worden aangegeven. Voorbeeld U werkt in een bedrijf dat soms werkzaamheden in het buitenland verricht. U wordt uitgezonden om een technisch probleem te verhelpen. U schrijft daarover een rapportje volgens een vast patroon. Toelichting U kunt beschikken over een formulier waarop de afgesproken indeling van dergelijke rapportjes al staat aangegeven. Eventuele technische begrippen kent u vanuit uw werkomgeving. Schrijven B1.10 Ik kan eenvoudige opstellen schrijven over onderwerpen die mij interesseren. Voorbeeld Op een taalcursus krijgt u de opdracht een opstel over dromen te schrijven. Toelichting Uw kennis van de vreemde taal is van dien aard, dat u de taal correct kunt gebruiken, waarbij af en toe nog invloeden vanuit de moedertaal (in grammatica of woordkeus) zichtbaar zijn. Schrijven B1.11 Ik kan met enig zelfvertrouwen verzamelde feitelijke informatie over bekende en minder bekende zaken samenvatten, er verslag over doen en er een mening over geven. Voorbeeld Voor een project wordt in het buitenland een enquête gehouden. De verzamelde gegevens vat u in de vreemde taal samen en u voorziet ze van commentaar. Toelichting Uw kennis van de vreemde taal is van dien aard, dat u de taal correct kunt gebruiken, waarbij af en toe nog invloeden vanuit de moedertaal (in grammatica of woordkeus) zichtbaar zijn. B2 Schrijven B2.01 Ik kan informatie en meningen duidelijk onder woorden brengen en ingaan op die van anderen. Voorbeeld U bent betrokken bij een Europees project met collega’s uit het buitenland. U hebt de opdracht om een expert per telefoon te interviewen in de vreemde taal. U maakt aantekeningen en werkt die vervolgens uit tot een memo voor de overige leden van de projectgroep. Toelichting U vat de informatie beknopt en helder samen. Uw memo is goed leesbaar en bevat weinig taalfouten.
36
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Schrijven B2.02 Ik kan mijn gevoelens over gebeurtenissen die mij raken onder woorden brengen en commentaar geven op nieuws en opvattingen van degene die mij schrijft. Voorbeeld Aan het begin van een taalcursus met een langer verblijf in het land van de doeltaal beschrijft u uw motivatie om aan de cursus deel te nemen en de verwachtingen die u ten aanzien van de cursus hebt. Toelichting De teksten die u schrijft laten zien dat u de kennis van de vreemde taal bij een relatief goede beheersing van de grammatica zo kunt inzetten, dat er nauwelijks fouten voorkomen dan wel dat u geconstateerde fouten zelf verbetert. Spelling en interpunctie past u in grote lijnen conform de regels toe. U schrijft duidelijke, samenhangende teksten. Schrijven B2.03 Ik kan heldere en gedetailleerde teksten schrijven over verschillende onderwerpen waarvoor ik mij interesseer en daarbij informatie en argumenten uit verschillende bronnen samenvatten en op hun waarde schatten. Voorbeeld In het kader van een uitwisseling schrijft u een bijdrage over de voor- en nadelen van de winkelsluitingstijden in het eigen land en het land van de doeltaal. Daarbij gaat u in op verschillende belangen van consument en werknemer en u geeft ook uw eigen mening. Uw bijdrage wordt ingezet als basis voor een uit te voeren enquête. Toelichting De teksten die u schrijft laten zien dat u de kennis van de vreemde taal bij een relatief goede beheersing van de grammatica zo kunt inzetten, dat er nauwelijks fouten voorkomen dan wel dat u geconstateerde fouten zelf verbetert. Spelling en interpunctie past u in grote lijnen conform de regels toe. U schrijft duidelijke, samenhangende teksten. Schrijven B2.04 Ik kan een recensie schrijven over een boek, film of toneelstuk. Voorbeeld In het kader van een emailproject met een jumelagestad schrijft u een recensie over een film die u kortgeleden hebt gezien. Toelichting De teksten die u schrijft laten zien dat u de kennis van de vreemde taal bij een relatief goede beheersing van de grammatica zo kunt inzetten, dat er nauwelijks fouten voorkomen dan wel dat u geconstateerde fouten zelf verbetert. Spelling en interpunctie past u in grote lijnen conform de regels toe. U schrijft duidelijke, samenhangende teksten. Schrijven B2.05 Ik kan heldere gedetailleerde beschrijvingen geven van echte of verzonnen gebeurtenissen en ervaringen waarbij ik een samenhangende tekst schrijf en waarbij ik rekening houd met het soort tekst (essay, brief, verslag, enz.). Voorbeeld Voor een schrijfopdracht in de vreemde taal beschrijft u hoe u Kerstmis tijdens een wintersportvakantie hebt ervaren in het land van de doeltaal en vergelijkt die ervaringen met tot nu opgedane ervaringen. Toelichting De teksten die u schrijft laten zien dat u de kennis van de vreemde taal bij een relatief goede beheersing van de grammatica zo kunt inzetten, dat er nauwelijks fouten voorkomen dan wel dat u geconstateerde fouten zelf verbetert. Spelling en interpunctie past u in grote lijnen conform de regels toe. U schrijft duidelijke, samenhangende teksten.
37
+/-
-
Europees Taalportfolio Volwassenen
+ Schrijven B2.06 Ik kan een essay of verslag schrijven waarbij ik een redenering opbouw en argumenten vóór en tegen een specifiek standpunt geef en voor- en nadelen van verschillende mogelijkheden uiteenzet. Voorbeeld Tijdens een taalcursus in het buitenland moet u een samenvatting maken van een langer artikel over de consumptie van alcohol, dat als achtergrond kan dienen voor een rollenspel in de cursus. Toelichting De teksten die u schrijft laten zien dat u de kennis van de vreemde taal bij een relatief goede beheersing van de grammatica zo kunt inzetten, dat er nauwelijks fouten voorkomen dan wel dat u geconstateerde fouten zelf verbetert. Spelling en interpunctie past u in grote lijnen conform de regels toe. U schrijft duidelijke, samenhangende teksten. Schrijven B2.07 Ik kan informatie en argumenten uit verschillende bronnen samenvatten. Voorbeeld U werkt bij een bedrijf waar de vreemde taal als voertaal gebruikt wordt. Het bedrijf besluit nieuwe apparatuur aan te schaffen. U moet een rapport opstellen waarin u verschillende mogelijkheden met elkaar vergelijkt, een samenvatting maken van de beschikbare informatie en aangeven wat de beste keuze zou zijn. Toelichting Het gaat om een intern rapport met feitelijke informatie. U moet na de vergelijking wel een goed onderbouwde voorkeur uitspreken. C1 Schrijven C1.01 Ik kan mijzelf in duidelijk, goed gestructureerde teksten uitdrukken en behoorlijk uitgebreide standpunten uiteenzetten. Ik kan in een brief, een opstel of een verslag gedetailleerde uiteenzettingen schrijven over complexe onderwerpen en datgene wat ik als in het oog springende kwesties beschouw, benadrukken. Ik kan verschillende soorten teksten schrijven in een zelfverzekerde, persoonlijke stijl die aangepast is aan de lezer die ik in gedachten heb. Schrijven C2.01 Ik kan een duidelijke en vloeiend lopende tekst in een gepaste stijl schrijven. Ik kan complexe brieven, verslagen of artikelen schrijven waarin ik een zaak weergeef in een effectieve, logische structuur zodat de lezer de belangrijke punten kan opmerken en onthouden. Ik kan samenvattingen en kritieken op professionele of literaire werken schrijven.
38
+/-
-