Hoe Internal Branding de VPRO gaat redden:
‘‘Het is belangrijk om goede gedachten te hebben, want wij worden wat wij denken’’ (Boedda)
Naam: Rowan Lodder Specialisa:e: Concept Design Docent: Rob van der Itserd Onderwerp/Uitgangspunt: Internal Branding van omroepen 1
Inhoudsopgave
1. Introduc:e
Waarom Internal Branding en de VPRO?
pagina:
3.
4. 4. 4. 5.
6. 6. 7.
2. Synopsis
Wat staat je te wachten? 2.1 Hoofdvraag 2.2 IntroducOevragen 2.3 Deelvragen 2.4 Conclusie en advies
3. Introduc:evragen
3.1 Wat onderscheidt een publieke omroep van een commerciele omroep? 3.2 Waarom zijn leden belangrijk voor de VPRO 3.3 Wat is Internal Branding?
4. Onderzoek
4.1 Wat zijn de belangrijkst elementen van Internal Branding die de merkbeleving van potenOële leden beïnvloeden? 4.2 Welke invloed hebben de huidige VPRO-‐leden op de potenOële VPRO-‐leden? 4.3 Op welke manier kan de VPRO van zijn huidige leden fans maken?
5. Interview met de VPRO 5.1 Interview opzet 5.2 Interview resultaten 5.3 Interview conclusie
8. 12. 14.
16. 17. 17.
18. 18. 19.
Zo kan de VPRO zijn huidige leden inzeBen om nieuwe leden te werven! 7.1 Advies aan de VPRO
20.
6. Onderzoeksconclusie
Daarom is Internal Branding van belang voor de VPRO! 6.1 Belangrijkste speerpunten van Internal Branding 6.2 Het verband tussen huidige leden en potenOële leden 6.3 Zo maak je van leden fans
7. Stappenplan VPRO 8. Zelfreflec:e
8.1 Wat ging er goed? 8.2 Wat kan er beter? 8.3 Hoe ga ik dat doen? 8.4 Wat heb ik geleerd?
9. Bijlagen
8.1 Afgenomen interview met Agnest Verhulst
21.
22. 2
1. Introduc:e//mo:va:e
Sinds ik op mijzelf woon, nu twee jaar, kijk ik geen televisie. Ik ben namelijk van mening dat er weinig fatsoenlijks te zien is op de televisie. Terwijl de commerciële omroepen zich uitbreiden(RTL, SBS, MTV ed.) moeten de publieke omroepen(VARA, NCRV, VPRO ed.) keihard hun best doen om niet gezamenlijk op een zender te eindigen. Daar baal ik van! Ik ben PRO VPRO en ik kijk met veel plezier een aflevering ‘Tegenlicht’. Gezien het feit dat ik geen televisie kijk, kijk ik deze online via www.vpro.nl. ik zou het erg jammer vinden als de VPRO langzaam verdwijnt. De VPRO vind ik een fijne omroep omdat zij zich erg richten op mens en maatschappij en je conOnu aan het denken zeden. Onlangs stuide ik op het boek Internal Branding 2.0 van Van Beers en Nedeski uit 2010. Dit schudde mijn visie op branding en markeOng aardig wakker. Dit boek legt uit hoe je je brandstory vanuit het diepst van de organisaOe naar de buitenwereld vertaalt. Als jij trots bent op de mensen in het bedrijf dan krijgen de mensen in het bedrijf een kans om trots te zijn op jou. Zo trots dat ze zich onderdeel van het bedrijf voelen. Veel werknemers en leden voelen zich vaak meer een pion van een organisaOe dan dat ze zich een belangrijke schakel in de keten voelen. Daarom wil ik graag onderzoeken of de VPRO door gebruik te maken van Internal Branding meer grip op hun huidige en toekomsOge leden/volgers kunnen krijgen. Ik hoop dat jij net zo veel plezier beleeT aan het lezen van het onderzoek als ik ervoer :jdens het schrijven er van. Veel plezier! Hoofdvraag Hoe kan Internal Branding er voor zorgen dat de huidige leden van de VPRO een posiOeve invloed hebben op het aantrekken van nieuwe leden? Introduc:evraag 1. Wat onderscheidt een publieke omroep van een commerciële omroep? 2. Wat is Internal Branding? Deelvragen 1. Wat zijn de belangrijkste elementen van Internal Branding die de merkbeleving van potenEële leden beïnvloeden? 2. Welke invloed hebben de huidige VPRO-‐leden op de potenEële VPRO-‐leden? 3. Op welke manier kan de VPRO van zijn huidige leden fans maken?
Gebruikte Literatuur -‐ Internal branding 2.0, Van Beers en Nedeski, 2010 -‐ Brand-‐id, Wil Michels & Ineke Huyskens, 2008 -‐ ConcepOng, Jan Rijkenberg, 2014 -‐ Het succes van internal branding, Marc van Eck, 2011 -‐ www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/media-‐en-‐publieke-‐omroep 3
2. Synopsis// Wat staat je te wachten?
Hieronder kun je lezen wat je te wachten staat. Je kunt zien hoe ik te werk ben gegaan en waar ik de nodige informaOe vandaan heb gehaald om de vragen te beantwoorden. 2.1 Hoofdvraag Hoe kan Internal Branding er voor zorgen dat de huidige leden van de VPRO een posiEeve invloed hebben op het aantrekken van nieuwe leden? 2.2 Introduc:evraag 1. Wat onderscheidt een publieke omroep van een commerciële omroep? In deze eerste introducOevraag zal het verschil tussen een commerciële en een publieke omroep duidelijk gemaakt worden. Een van de belangrijkste verschillen is het financiële model. Dit is belangrijk om goed te begrijpen waarom een publieke omroep belang heej bij leden en een commerciële oproep niet. Literatuur: Deze vraag zal beantwoord worden vanuit informaOe van Rijksoverheid.nl. 2. Wat is Internal Branding? In deze tweede introducOevraag zal uiteengezet worden wat ‘Internal Branding’ inhoudt en op welke manier deze het best kan worden toegepast. Het is een relaOef nieuwe tool die er voor zorgt dat je van binnen naar buiten ‘brand’. Ook zal er worden aangegeven welke delen er interessant zijn voor een omroep als de VPRO. Literatuur: Deze vraag zal beantwoord worden met literatuur uit het boek ‘Internal Branding 2.0’ van Beers en Nedeski uit 2010 en ‘Brand-‐id‘ van Michels en Huyskens uit 2008. 2.3 Deelvragen 1. Wat zijn de belangrijkste elementen van Internal Branding die de merkbeleving van potenEële leden beïnvloeden? Deze deel vraag zal laten zien wat het verband is tussen Internal Branding, merkbeleving en daarmee de aantrekkingskracht naar potenOële leden. Na het uiteenzeden van de elementen en het verband zal er een conclusie getrokken worden. Vervolgens zal er gekeken worden naar de invloed van huidige leden op potenOële leden. Ook zal er even gekeken worden naar Volggroepen van Jan Rijkenberg. Literatuur: Voor het beantwoorden van deze vraag zal informaOe uit de boeken ‘Internal Branding 2.0‘(Beers en Nedeski) en ‘ConcepEng’ (Jan Rijkenberg). 2. Welke invloed hebben de huidige VPRO-‐leden op de potenEële VPRO-‐leden? In deze deelvraag zal er te lezen zijn welke invloed de huidige VPRO-‐leden hebben op de potenOële VPRO-‐leden. Wanneer inzichtelijk gemaakt is welke invloed de leden op de potenOële leden hebben, dan kan er gekeken worden naar methodes om de leden in te zeden om de potenOële leden te bereiken. Literatuur: Voor het beantwoorden van deze vraag zal informaOe uit de boeken ‘Internal Branding 2.0‘(Beers en Nedeski), ‘ConcepEng’ (Jan Rijkenberg) en ‘Zijn wat je bent’ van Dr. Peter Pot MDM. 3. Op welke manier kan de VPRO van zijn huidige leden fans maken? In deze laatste deelvraag wordt uitgelegd op welke manier een omroep als de VPRO zijn huidige leden kan transformeren tot fans. Wat is het verschil tussen een fan en een lid en hoe kunnen we die krachten combineren. Fans dragen namelijk jouw merk uit en verspreiden daardoor het verhaal van jouw merk in hun eigen omgeving. Leden doen dat weer anders. Literatuur: Voor het beantwoorden van deze vraag zal informaOe uit de boeken ‘Internal Branding 4
2.0‘(Beers en Nedeski), ‘ConcepEng’ (Jan Rijkenberg) en ‘Zijn wat je bent’ van Dr. Peter Pot MDM. 2.4 Conclusie en advies 1. Conclusie en advies aan de VPRO In dit afsluitende deel zal er op basis van de gekregen informaOe uit de bovenstaande vragen en de getrokken conclusies een advies te lezen zijn. Een advies over: Hoe kan Internal Branding er voor zorgen dat de huidige leden van VPRO een posiEeve invloed hebben op het aantrekken van nieuwe leden.
Speciaal voor jou: Een fotootje van mijn eerste researchdag:)
Mocht je trouwens naar aanleiding van het lezen van dit onderzoek vragen of opmerkingen hebben, contact mij dan gerust! Veel leesplezier! Groetjes, Rowan 5
3. Introduc:evragen// Waar gaan we het over hebben? 3.1 Wat onderscheidt een publieke omroep van een commerciële omroep? Voordat we ons gaan toespitsen op de VPRO is het handig om de verschillen tussen een commerciële omroep en een publieke omroep nog even uit een te zeden. In Nederland hebben wij twee soorten omroepen. We hebben commerciële omroepen en publieke omroepen. Een commerciële omroep is een omroep die zich richt op het maken van winst. Zij generen hun inkomsten voor het grootste gedeelte door middel van reclame. Voorbeelden van commerciële omroepen zijn: RTL 4, 5 en 7, SBS6 en Veronica. De Nederlandse Publieke Omroep valt onder de verantwoordelijkheid van de overheid. Wanneer een publieke omroep inkomsten genereert, dan vloeien deze terug naar de overheid. De publieke omroep heej als verantwoordelijkheid het creëren van een media-‐aanbod voor onderanderen drie algemene televisiezenders: Nederland 1, 2 en 3. Van deze drie zenders is Nederland 2 de verdiepende zender. Deze zenders mogen hun zendOjd niet verkopen om extra inkomsten te generen. Binnen de publieke omroep bestaan weer allerlei omroepverenigingen. Voorbeelden hiervan zijn VARA, NCRV, KRO en de VPRO’’. (Rijksoverheid, 2014) De publieke omroepen krijgen geld van de overheid om hun zendOjd te vullen. Wanneer een een omroepvereniging erkend wil worden om zo zendOjd te krijgen dan hebben ze minstens 150.000 betalende leden nodig
3.2 Waarom zijn leden belangrijk voor de VPRO? Tot een jaar geleden kregen publieke omroepen zendOjd op basis van het aantal leden dat zij hadden. Als je boven de 150.000 leden zat dan kreeg je zendOjd toegewezen. De omroep met het grootste aantal betalende leden kreeg ook de meeste zendOjd. Nu, anno 2014, is dat veranderd. Nu kun je je als omroep inschrijven op zendOjd blokken. De zendercoordinator bepaalt vervolgens welke omroep het blok mag gaan vullen. Hierdoor lijkt het net alsof de omroep veel minder anankelijk is geworden van zijn leden. Maar eigenlijk geej dit de VPRO de kans om eens te gaan kijken naar wat zijn leden nu echt willen. Leden zijn namelijk een hele belangrijk factor als het gaat om de kracht van het merk VPRO. De werknemers, klanten/leden van een merk zijn de beste merkuitdragers die er zijn. Door als merk een nauwe band met deze betrokkenen op te bouwen zal de kans op nieuwe leden (en inkomsten) enorm toenemen. Het is Ojd dat VPRO en zijn leden elkaar iets beter gaan leren kennen. 6
3.3 Wat is Internal Branding? ‘’Het gaat om het creëren van een soort mentaal plaSorm in een organisaEe, waarin alle medewerkers zich herkennen en dat hen aanmoedigt hun handelen (nog) meer af te stemmen op de indernEteit van het bedrijf. Dat levert de buitenwereld de bevesEging op van wat hen is belooV’’ (Van Beers en Nedeski 2010). Om goed antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag is het goed om eerst de term ‘Internal Branding‘ goed voor ogen te hebben. Al klinkt de beschrijving hierboven wellicht wat zweverig, eigenlijk is dat onterecht. Eigenlijk moet je het zo zien: Als je zelf niet weet wat je wilt gaan vertellen over jezelf, hoe moet de ander het dan gaan begrijpen? Het zou waarschijnlijk een onsamenhangend verhaal worden dat alleen zal slagen als de ander voldoende kennis en geduld heej. Zo werkt dit ook voor een organisaOe. Pas als iedereen in een organisaOe weet, begrijpt en voelt wat het gedachtegoed van de organisaOe is, dan pas kan het krachOg uitgedragen worden. ‘‘Een merkbeloVe moet eerst intern worden bepaald en daarna eventueel extern worden uitgedragen. Met een mooie benaming ‘Branding inside out, Internal Branding 2.0’’ (Van Beers en Nedeski 2010). Ik denk dat dit een hele interessante strategie kan zijn voor een organisaOe met leden. Een lid is eigenlijk niets anders dan een ongekroonde merkambassadeur. Daarnaast is het zo dat internal branding begonnen is als een handleiding voor de medewerkers om samen te bepalen wie ze zijn en waar ze als bedrijf zijnde voor staan. Hieronder de missiepagina van de VPRO
7
4. Onderzoek// Resultaten
Tijdens mij onderzoek kwamen de volgende antwoorden en inzichten naar boven. 4.1 Wat zijn de belangrijkst elementen van Internal Branding die de merkbeleving van (poten:ële) leden beïnvloeden? Internal Branding is eigenlijk bedoeld voor de mensen die een rol spelen of een funcOe bekleden in het bedrijf. Denk hierbij aan medewerkers in alle lagen en uithoeken van de organisaOe. Maar wanneer je er bewust voor kiest om je leden om te dopen tot ambassadeurs, dan zijn ook zij interessant voor Internal Branding. 4.1.1 Cultuur en betrokkenheid Kunnen mensen betrokken raken bij het bedrijf? Voelen de werknemers zich betrokken bij de organisaOe rondom het merk? Zo ja, dan is de kant groot dat deze werknemers dit ook uitstralen naar hun (privé) omgeving. Volgens internal branding 2.0 kan een gewenst imago namelijk alleen tot zijn recht komen als alle lagen van een organisaOe betrokken zijn geweest bij het bepalen van de idenOteit. IdenOteit is op zijn beurt weer een uiOng van de bedrijfscultuur. Dat je een sterke bedrijfscultuur niet kunt bedenken, dan spreekt voor zich. Het wordt gecreëerd en beheerd door alle mensen die in de organisaOe werken. Het imago van de organisaOe en haar bedrijfscultuur zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Lang is er gedacht dat je met goede branding alles kon pretenderen te zijn wat wenselijk was. Gelukkig wordt het steeds duidelijker dat deze theorie niet meer dan een fabeltje is. Oprechtheid en authenOciteit vormen de sleutel.
Mary Jo Hatch & Majken Schulz, 2002, The dynamics of organizaOonal IdenOty, Human RelaOon, Vol. 55, No. 8, 989-‐1018 (2002)
Volgens Van Beers & Nedeski(2010) moet je bij het vaststellen van de bedrijfscultuur zorgvuldig en serieus met je medewerkers in gesprek gaan. ‘’Je moet zorgvuldig en serieus met het betrekken van medewerkers omspringen. Het gaat er niet alleen om dat zij hun mening kunnen geven, die mening verdient het ook om serieus beluisterd te worden. Waar nodig zul je de gevolgen daarvan ook moeten accepteren. Een gesprek met de medewerkers puur voor de bühne zal het proces later juist frusteren. Je hebt dan de verwachEng gewekt dat mensen mochten meedenken, dat hun mening belangrijk was. De teleurstelling zal des te groter zijn als blijkt dat er niets met hun meningen en aanbevelingen wordt gedaan’’ p.59 Vervolgens is het belangrijk dat de volgende vragen beantwoord kunnen worden: 1. Wat vinden de mensen in de organisaOe van de organisaOe? 2. Op welke elementen van de organisaOe zijn de medewerkers trots? 3. Wat is volgens de mederwerkers het gedachtegoed van de organisaOe? 4. Hoe sluit de bedrijfscultuur daar bij aan? 8
4.1.2 Iden:teitsbepaling Volgens Van Beers en Nedeski (2010) Is het van groot belang om meerdere disciplines samen te brengen. Marketeers, communicaOemedewerkers en Human Resource specialisten moeten de handen ineen gaan slaan. Wanneer de gehele organisaOe het gezamenlijk eens is geworden over de cultuur van de organisaOe en haar speerpunten dan kunnen bovengenoemde disciplines gaan kijken hoe deze worden vastgelegd in de organisaOe. Wanneer je de bedrijfscultuur combineert met de acOviteiten en ambiOes van de organisaOe dan ben je bezig met het bepalen van de idenOteit. Bij de bedrijfscultuur ga je opzoek naar ‘Hoe gaan we met elkaar om?‘ en ‘Wat bindt de mensen binnen de organisaOe?‘, bij de idenOteit beantwoord je de vraag ‘Wie zijn wij?‘ en ‘Waarom doen wij wat we doen’. Binnen een voetbalclub zou dat er als volgt uit kunnen zien: Bedrijfscultuur: Wij houden van voetbal en wij vinden het belangrijk dat onze voetballers zich kunnen ontwikkelen en dat ze zich thuisvoelen. Bedrijfsiden:teit: Wij zijn een voetbalclub en wij zorgen voor goed geschoolde trainers en goede trainingsfaciliteiten. Daarnaast is het clubhuis alOjd open en staat er alOjd iemand achter de bar of in de keuken. De communicaOe die later vanuit het merk naar buiten gaat is eigenlijk niets anders dan een reflecOe van wat er aan de binnenkant gebeurt. Dit stukje authenOciteit zien veel organisaOes over het hoofd. Veel bedrijven en merken bepalen eerst wat ze willen gaan vertellen en proberen daar vervolgens hun eigen organisaOe naar te vormen. Dat is alsof Mark Rude ineens besluit zich te gedragen als Hans Teeuwen. Iedereen zou doorhebben dat het een toneelstukje is dus niet natuurlijk. Daarom is het belangrijk om een authenOeke idenOteit te hebben. Wanneer de idenOteit gezamenlijk bepaald is dan kan deze strategisch verankerd worden in de organisaOe doormiddel van een internal branding concept(IBC)
STERK De Delta Lloyd Groep had in 2007 een aantal fusies achter de rug. Allemaal losse organisaOes waren geacht samen te werken maar hadden weinig gemeenschappelijks. Het resultaat hiervan was dat klanten er weinig vertrouwen meer in hadden omdat de organisaOe geen duidelijke richOng meer had. 9
Van Beers en Nedeski (2010) schrijj daar het volgende over: ‘’En dus gaat het bedrijf aan de slag. Eerst werd samen met de direcEe van Delta Lloyd Groep gezocht naar antwoorden op een aantal wezenlijk vragen: Over de ambiEes van de Groep, de externe marktwaarden en de interne gedragswaarden. Daarna zijn er workshops georganiseerd voor de communicaEe-‐medewerkers, die leiden tot een eerste denkrichEng voor een Internal Branding concept’’. (p114-‐115, Internal Branding, 2010) In dit proces gingen zij nadenken over relevante begrippen die bij de eerder bepaalde idenOteit van de organisaOe pasten. Uiteindelijk kwam hier een internal branding concept uit dat STERK genoemd werd. Maar om bij dit concept uit te komen moesten de Marketeers, communicaOespecialisten en Human Resource-‐ers het wel met elkaar eens worden. Dat begint met de wil om elkaars visie en mening te respecteren en te begrijpen. Samen bouwen aan je merk.
10
4.1.3 Internal Branding Concept In een Internal Branding concept leg je de idenOteit en haar cultuur vast en bepaal je op welke manier die terug te zien is in de gehele organisaOe. Wanneer daarvoor een interne strategie bepaald is dan kan er daarna worden gekeken naar external branding, de klassieke vorm van branding. Volgens Van Beers & Nedeski(2010) is een goed IB concept: -‐ Zichtbaar in de organisaOe -‐ Opvallend en onderscheidend -‐ Gebaseerd op de idenOteit van de organisaOe en daardoor authenOek -‐ Inzichtelijk en begrijpelijk -‐ Consistent toegepast ‘’Als startpunt voor de ontwikkeling van een IB Concept ga je op zoek naar de verbindende conceptuele gedachte. Een uniek, richEnggevend begrip waarin de diverse faceBen van de organisaEe worden weerspiegeld.’‘ (Van Beers en Nedeski, 2010) Bij Delta Lloyd kozen ze voor de merkgedachte/beloje: ‘Dankzij de kennis van Delta Lloyd ben je er zeker van dat je financiën slim geregeld zijn’. De mensen in de organisaOe waren het er allemaal over eens dat de kracht van de organisaOe in kennis zit. De kennis over financiën maakte Delte Loyd krachOg en sterk. Na een proces waarin medewerkers hun kernwaarden van de organisaOe vertelden, kwam daar het concept STERK uit. Sterk werd de interne vertaling van de externe beloje ‘Toekomst Verzekerd’. STERK sOmuleerde samenwerkingen en kennisdeling en vergroot de trots en de betrokkenheid. De enige manier waarop een IB concept goed tot zijn recht komt, is wanneer de marketeers, communicaOespecialisten en human resource-‐ers met elkaar samenwerken. De HR is verantwoordelijk voor het behoud van de cultuur, de interne communicaOe voor de idenOteit en de marketeers zijn verantwoordelijk voor het beheren van het imago.
Een IB concept wordt vertaalt naar een communicaOe-‐, een symbolisch-‐ en een gedragsconcept. Bij elke vorm horen de verschilende uiOngsvormen. Proof Branding Model, Internal Branding 2.0, Van Beers en Nedeski, 2010
11
4.2 Welke invloed hebben de huidige VPRO-‐leden op de poten6ële VPRO-‐leden? De VPRO is nog erg zoekende in het contact hebben met zijn leden. Enerzijds willen ze heel graag nieuwe leden aantrekken en anderzijds weten ze eigenlijk niet hoe ze betrokken leden een plek kunnen geven. Zie ook het interview met de Customer RelaOonship Manager van de VPRO Agnes Verhulst in hoofdstuk 5. 4.2.1 Wat vertelt de theorie? Als we in het boek duiken dan kunnen we de conclusie trekken dat de harde kern rondom een merk weer nieuwe mensen aantrekt. Deze harde kern dat zijn de mensen die de merkgedachte van de VPRO volledig delen. Een nieuwe manier van kijken naar mensen rondom je merk is volgens Rijkernberg(2014) het volgroepprincipe. ‘Een volggroep gaat dwars door alle socio-‐demografische groepen heen en begint bij een kleine kern. Rond het op de markt gebrachte gedachtegoed ontstaat een ‘fanclub’. Anders gezegd: Alle acEviteiten zijn er op gericht die van de grond te krijgen. Je kunt concepEng dus ook zien als volgt: Je creëert niet een product, je creëert een volggroep’‘ (p59-‐60, ConcepOng) Volgens Rijkenberg(2014) zou je de volggroep ook een groeigroep kunnen noemen. Als het gedachtegoed aanslaat en consequent wordt uitgedragen, dan zullen leden van het eerste uur dat gedachtegoed ook naar hun omgeving uitdragen. Vervolgens zullen zij weer op hun beurt voor nieuwe volgers zorgen. Wel is het dan noodzakelijk dat deze leden de mogelijkheid hebben om trots hun lidmaatschap te uiten. Precies op dit punt zit de VPRO een beetje klem. De invloed van leden op potenOële leden is vele male groter dan de invloed van de organisaOe zelf als het gaat om nieuwe leden werven. Dat klinkt nogal tegenstrijdig maar het is goed te verbeelden. Van wie hoor je liever hoe de voetbalclub met zijn leden omgaat? Van de communicaOeafdeling van de club zelf of van een groepje kinderen dat daar twee keer in de week komt voetballen? De laatste opOe is naar alle waarschijnlijkheid de meeste betrouwbare en kriOsche bron.
Foto: F1 van Le Lion-‐D’angers uit noord-‐west Frankrijk
12
4.2.2 Ui:ng van lidmaatschap Bij het voorbeeld over de voetbalclub slaan we meteen de spijker op zijn kop als het gaat om contact met leden. Jongens die spelen bij een bepaalde club betalen om te kunnen trainen en om wedstrijden te spelen. De jongens groeien op met hun voetbalvereniging. De club geej de jongens voor hun lidmaatschap een plek om te kunnen voetballen. Dit maakt de leden van de club zichtbaar en daarmee ook de organisaOe. Wanneer je op een minder toegankelijke en zichtbare plek bent gevesOgd dan is het dus extra belangrijk om je leden zichtbaar te laten zijn. Dit geld zeker voor je enthousiaste leden. Zij bepalen voor buitenstaanders de ‘toegankelijkheid‘ van de organisaOe. Maar hoe komt een voetbalclub dan elk jaar een nieuwe leden? Doordat alle leden van een voetbalclub minstens twee keer per week trainen en op zaterdag of zondag een wedstrijd hebben zijn ze veel met de club bezig. Dit kan hun omgeving dan ook niet ontgaan. De leden zullen anderen vertellen over de clubacOviteiten (zoals voetballen) en zullen op deze manier hun enthousiasme overbrengen op de mensen om hun heen. Broers, zussen, buurjongens en buurmeisjes van de jonge voetbalclubleden zullen wellicht een keertje komen kijken en zelf misschien ook gaan voetballen. Wanneer je: -‐ Geen club hebt om ‘echt’ te laten zien -‐ Geen club hebt waar je ‘echt’ heen kunt -‐ Niet je lidmaatschap kunt uiten -‐ Eigenlijk meer donateur dan lid bent...
Dan mag je je afvragen of je wel echt lid bent.
13
4.3 Op welke manier kan de VPRO van zijn huidige leden fans maken? Om je leden om te toveren naar fans hoef je als organisaOe alleen maar te communiceren en te faciliteren. Regel #1: Als jij zorgt voor je leden, dan zorgen jouw leden voor jou. Regel #2: Als jij fan wordt van jouw leden, dan worden jouw leden fans van jou. Internal Branding Wanneer je leden omdoopt tot ambassadeurs en ze betrekt in de organisaOe waarvan ze lid zijn dan worden ze opeens ontzedend waardevol voor je internal branding. Het zou namelijk goed kunnen dat je leden om een hele andere reden lid zijn geworden dan jij denkt. Zeker als je weinig contact hebt met je leden dan kan een gesprek over het moOvaOe van lidmaatschap erg ophelderend zijn. Daarnaast is het ook verstandig om je leden een stem te geven in het bepalen van de idenOteit en richOng van de organisaOe. Dit creëert namelijk een betere band met je leden en het geej jou als organisaOe de kans om in te spelen op hun behoejes. Ambi:es van je doelgroep Wanneer je een Harley Davidson motor koopt dan koop je per direct een beetje lifestyle en wordt je lid van de community. Of eigenlijk koop je de Harley Davidson lifestyle, wordt je lid van de community en krijg je er een mooie motor bij. De ambiOe van het merk is eigenlijk het verleggen van grenzen en het voor alOjd jong zijn. De ambiOes vormen hun lifestyle. Dit zelfde geldt voor Nike. Zij richten zich heel erg op het verleggen van grenzen en het beste uit jezelf halen. ‘’Wanneer de ambiEes van een merk matchen met de ambiEes van de doelgroep dan voelt deze zich tot sterk tot dat merk aangetrokken.’‘ (Michels & Huyskens, 2008) Volgens het Michels & Huyskens(2008) zijn er negen soorten dominante ambiOes: 1. Zelfwaardering: van jezelf houden en jezelf respecteren. 2. Kwaliteit van het leven: Zinvol en waardevol leven. 3. Grenzen verleggen: Bijzondere dingen doen en ervaren. 4. Being desirable: Aantrekkelijk willen zijn en begeerd willen worden. 5. Living young: Je hoej niet jong te zijn als je maar jong leej. 6. Crea:viteit: Jezelf ontplooien, inspirerend zijn en innovaOef zijn. 7. Ecologie: In goede relaOe met de natuur leven en duurzaam zijn. 8. Fusion: Het beste van verschillende werelden combineren 9. Heart: Idealen koesteren en leven met je gevoel. Gezien de missie van de VPRO (De VPRO is een publieke omroep waarbinnen creaOviteit, wereldburgerschap, innovaOe en eigenzinnigheid leidraad zijn, met het publiek als uitgangspunt) denk ik dat ambiOe 6 (CreaOviteit) het beste bij het merk past. Het doel is dan om vervolgens leden acOviteiten aan te bieden die aansluiten bij de ambiOe van het merk en de doelgroep.
14
Geef je leden een plek! Net als bij een voetbalclub hebben leden een plek nodig om hun trots en lidmaatschap te uiten. Harley Davidson doet dit door motortrips te organiseren voor en door Harley rijders. Op het moment dat jij je als Harley rijder tussen de andere rijders bevindt dan ervaar wat je wat het is om lid te zijn van de Harley club. Enerzijds is dit een manier om je dankbaarheid naar je leden te uiten en anderzijds is dit weer een kans om de leden jouw merk te laten beleven. Dit geldt ook weer voor Nike. Nike heej niet alleen online een plek voor zijn leden maar organiseert ook steeds vaker hardloopwedstrijden. Een plek waar hun leden en fans hun grenzen kunnen verleggen. Daarom is het als VPRO zijnde ook erg belangrijk om te kijken naar op welke manier je de leden een plek kunt geven waarmee je verder helpt in de ambiOe om zich zelf te ontplooien en te ontwikkelen. Wanneer je deze plek weet te creëren dan laat je zien dat je luistert naar je leden en dat je er voor hun bent. Jij laat zien dat je fan bent van hun. Zij zullen blij zijn dat ze eindelijk kunnen tonen dat ze lid zijn en zullen hier dan ook trots op zijn. Tadaah! Je leden zijn fans geworden.
15
5. Interview met de VPRO
Vanachter mijn bureau kon ik een hoop research doen naar de VPRO en de manier waarop zij met hun leden omgingen. Op de website waren weinig dingen die echt voor leden bedoelt waren. Los van het knopje ‘Word Lid!‘ zag ik geen content die speciaal voor leden bedacht was. Om toch een iets beter beeld te krijgen van hoe deze omroep tegen zijn leden aankijkt heb ik contact opgenomen met de VPRO zelf. Na een paar keer mailen en bellen wist ik een interview te regelen met CRM(Customer RelaOonship Manager) Agnes Verhulst. 5.1 Interview opzet In het interview wilde ik de VPRO wel eens even aan de aan de tand voelen over mijn lidmaatschap. Ik was wel lid, maar ik had niet echt het idee dat de omroep nu heel blij met mij was. Dit terwijl ik wel heel trots ben op het feit dat ik lid ben. Ik stelde Agnes onderanderen de volgende vragen: 1. Waarom zijn leden belangrijk voor de VPRO? 2. Welke voordelen heeV een VPRO-‐lid? 3. Op welke manier heeV de VPRO contact met zijn leden? 4. Vind je het belangrijk dat leden aan jullie hun betrokkenheid kunnen tonen? 5. Op welke manieren kunnen leden hun betrokkenheid tonen? En uiteraard de ‘Toekomstvraag’: 6. Hoe ziet de VPRO er over 5 jaar uit?
16
5.2 Interview resultaten 1. Leden zijn niet alleen belangrijk om draagvlak te creëren voor de programma’s die wij maken, maar ook financieel gezien zijn ze van groot belang voor de omroep. >> Als kriOsche luisteraar verbaasde het mij dat ik niets hoorde over creaOeve input. Veel organisaOes gebruiken hun leden als bron voor innovaOes en nieuwe ideeën. Hier ligt dus nog een kans! 2. Als lid van de VPRO heb je eigenlijk geen voordelen ten opzichte van een niet-‐lid. Doordat de ac6viteiten van de omroep betaalt worden met publieke gelden kunnen er geen producten/ items exclusief aangeboden worden aan leden. >> Enerzijds is het begrijpelijk dat het lasOg is om exclusiviteit te bieden met publieke gelden. Anderzijds is het onbegrijpelijk dat daar niet iets anders op is bedacht. Je leden verdienen het om net dat beetje extra te krijgen. 3. De VPRO communiceert met zijn leden via: -‐ Radio/muziek: 3voor12 -‐ Website: VPRO.nl -‐ TVgids: VPRO gids -‐ Magazine: VPRO-‐ledenblad >> Al is het een mooi media aanbod, wel is het zo dat dit stuk voor stuk middelen zijn die voor een heel groot deel eenzijdig communiceren. Gezien de mogelijkheden van de moderne Ojd en de kracht van het hebben van leden zou het interessant zijn om te kijken naar manieren om tweezijdig te communiceren. 4. De VPRO vindt het erg belangrijk dat de leden hun betrokkenheid kunnen tonen. Dit is van belang voor zowel de merkbeleving als het eigen maken van de omroep. >> Het is goed om te horen dat omroep zich er van bewust is dat de mogelijkheid om je betrokkenheid te kunnen uiten belangrijk is voor hun leden. 5. Tja, hierin schiet de VPRO toch echt te kort. >> Al is het geen goede zaak, het deed mij wel goed om te horen dat ze zich ook hier bewust van waren. Erkenning van het probleem is tenslode al de helj van de oplossing! 5.3 Interview conclusie Dus even kort samengevat: 1. De VPRO heej weinig tot geen tweezijdige communicaOe met haar leden. 2. Leden hebben weinig tot geen voordelen ten opzichte van niet-‐leden. 3. Leden kunnen betrokkenheid niet of nauwelijks uiten.
17
6. Onderzoeksconclusie// Advies VPRO
Mocht je geen zin hebben om alle Oen pagina’s aan onderzoek te lezen, dan is hier een samenvasng. Het advies zit verweven in de conclusie. 6.1 Wat zijn de belangrijkst elementen van Internal Branding die de merkbeleving van (poten:ële) leden beïnvloeden? 1. Cultuur Je merkbeleving wordt voor een groot gedeelte bepaalde door de cultuur die in de organisaOe zit. Door in gesprek te gaan met de medewerkers van de organisaOe kun je een goed beeld krijgen van de ware cultuur binnen het bedrijf. De cultuur van een organisaOe gaat vooral over de normen en waarden. Maar ook over de posiOeve en negaOeve eigenschappen. Door je leden in dit stadium van je onderzoek te betrekken creëer je veel betrokkenheid en kan je tot interessante inzichten komen. Leden zijn experts op het gebied van jouw imago, gebruik die kracht! 2. IdenOteitsbepaling Wanneer je er uit bent wat je bedrijfscultuur is dan kun je gaan kijken naar de idenOteit van het bedrijf. De idenOteit van het bedrijf is immers de expressie/uiOng van de bedrijfscultuur. De idenOteit komt tot uiOng door alle acOviteiten die de organisaOe onderneemt. Vervolgens is het imago weer een weerspiegeling van de idenOteit. Wanneer je er achterkomt dat er een verschil zit in je idenOteit en je imago dan zou het goed kunnen dat de oorzaak daarvan in de bedrijfscultuur zit. Dit is iets wat veel voorkomt. Hieronder een voorbeeld van hoe het zou moeten: Bedrijfscultuur: Wij houden van voetbal en wij vinden het belangrijk dat mensen zich kunnen ontwikkelen en dat ze zich thuisvoelen. BedrijfsidenEteit: Wij zijn een voetbalclub en wij zorgen voor goed geschoolde trainers en goede trainingsfaciliteiten. Daarnaast is het clubhuis alOjd open en staat er alOjd iemand achter de bar. 3. Internal Branding Concept Een internal branding concept is bedoelt om je idenOteit vast te leggen te beheren aan de binnenkant van het bedrijf. Zo zorgt het er bijvoorbeeld voor dat de posiOeve eigenschappen van een organisaOe gesOmuleerd worden. De enige manier waarop een internal branding concept goed tot zijn recht komt, is wanneer de marketeers, communicaOespecialisten en human resource-‐ers met elkaar samen werken. De HR is verantwoordelijk voor het behoud van de cultuur, de interne communicaOe voor de idenOteit en de marketeers zijn verantwoordelijk voor het beheren van beheren van het imago. 6.2 Welke invloed hebben de huidige VPRO-‐leden op de poten6ële VPRO-‐leden? De invloed van leden op potenOële leden is vele malen groter dan de invloed van de organisaOe zelf. Als het gedachtegoed van het merk aanslaat en consequent wordt uitgedragen, dan zullen leden van het eerste uur dat gedachtegoed ook naar hun omgeving uitdragen. Vervolgens zullen zij weer op hun beurt voor nieuwe volgers zorgen. Wel is het dan noodzakelijk dat deze leden de mogelijkheid hebben om trots hun lidmaatschap te uiten. Op dit moment is de invloed van huidige leden op de potenOële leden nihil. Maar daar kan prima verandering in aan worden gebracht!
18
6.3 Op welke manier kan de VPRO van zijn huidige leden fans maken? 1. Betrek je leden bij het richOng geven aan je merk Wanneer je leden omdoopt tot ambassadeurs en ze betrekt in de organisaOe waarvan ze lid zijn dan worden ze opeens ontzedend waardevol voor je internal branding. Je kunt je leden dan een stem te geven in het bepalen van de idenOteit en richOng van de organisaOe. Dit creëert een betere band met je leden en het geej jou als organisaOe de kans om nog beter in te spelen op hun behoejes. Dit zal hun gevoel van betrokkenheid indirect ontzedend vergroten. 2. Ga opzoek naar de ambiOe van je leden Gezien de missie van de VPRO (De VPRO is een publieke omroep waarbinnen creaOviteit, wereldburgerschap, innovaOe en eigenzinnigheid leidraad zijn, met het publiek als uitgangspunt) past de ambiOe van zelfontplooiing en inspiraOe goed bij het merk. Als het goed is hebben de leden grotendeels dezelfde ambiOe als het merk. De volgende stap is om je leden acOviteiten, naast je hoofdacOviteit, aan te bieden die aansluiten bij deze ambiOe. Deze extra acOviteiten gaan zorgen voren een vele malen krachOgere merkbeleving. 3. Geef je leden een plek Net als bij een voetbalclub hebben leden een plek nodig om hun trots en lidmaatschap te uiten. Harley Davidson doet dit door motortrips te organiseren en Nike roept steeds meer sportevenementen voor zijn communitymembers in het leven. Wanneer je zo’n plek weet te creëren dan laat je zien dat je luistert naar je leden en dat je er voor hun bent. Jij laat zien dat je fan bent van hun. Wanneer je als organisaOe niet weet waar je leden behoeje aan hebben, dan is dat een erg goede reden om met ze in gesprek te gaan. Enerzijds is dit een manier om je dankbaarheid naar je leden te uiten en anderzijds is dit weer een kans om de leden jouw merk te laten beleven. 4. Wees dankbaar! Wanneer iemand lid wordt van jouw merk, dan toont hij eigenlijk zijn liefde aan jou. Hij zegt indirect ‘ik sta voor je klaar!’. Daarom is het ontzedend belangrijk dat je deze posiOeve boodschap posiOef beantwoord wordt . Al is dat misschien niet alOjd even makkelijk, het wordt ontzedend gewaardeerd. Net als de berichtje hieronder.
Dit berichtje kreeg ik na afloop van het interview:)
19
7. Stappenplan VPRO// Wat nu?
Om de VPRO een stukje op weg te helpen heb ik een stappenplan gemaakt. Voor het uitvoeren van dit stappenplan is het wel noodzakelijk dat in ieder geval het hele onderzoek gelezen is. Als je hier enthousiast van werd dan kan ik je ook aanraden om de literatuur te lezen die voor het onderzoek gebruikt is. Hieronder volgen een aantal stappen die er voor zorgen je huidige leden dichter bij je merk/bedrijf/organisaOe komen te staan. Vervolgens zullen zij met hun enthousiasme weer nieuwe leden aantrekken. Succes! Stap 1. Ken jezelf InformaOe uit Internal Branding 2.0, Van Beers & Nedeski, 2010. 1. Ontdek je bedrijfscultuur 2. Creëer vanuit daar je iden:teit 3. Veranker en beheer je iden:teit met een internal branding concept
Stap 2. Ken je leden InformaOe uit ConcepOng, Rijkenberg, 2014. 1. Wie zijn je leden? 2. Waarom werden ze lid? 3. Wat vinden zij de kracht van de VPRO?
Stap 3. Kroon je leden! InformaOe uit Brand-‐id, Michels & Huyskens, 2008 1. Erken je leden als een onderdeel van je organisa:e. 2. Ontdek hun ambi:es en behoeTes. 3. Wees dankbaar, geef je leden een plek!
20
8. Zelfreflec:e
8.1 Wat ging er goed? Toen ik eenmaal mijn hoofdvraag goed afgebakend had, toen wist konden er concrete stappen genomen worden. Zo had ik mijn deelvragen snel helder en kon ik beginnen met onderzoeken. Later in het proces had ik ook veel aan mijn netjes uitgewerkte synopsis. Ik had al het een en ander in de boeken gelezen en ik wist daardoor waar ik welke informaOe vandaan kon halen. Ook het interview met de VPRO ging goed. Ik had goed voor ogen wat ik wilde weten en Agnes Verhulst reageerde erg open en duidelijk op mijn vragen. 8.2 Wat kan er beter? 1. In het begin liep ik ontzedend te stoeien met de hoofdvraag. Het duurde ongeveer twee en een halve week voor ik wist wat ik wilde gaan onderzoeken. Veel al waren mijn hoofdvragen veel te breed waardoor het onderzoek ook veel meer Ojd zou nodig hebben dan mogelijk was. Daarnaast wist ik ook niet zo goed wat ik wilde onderzoeken. Rob van der Itserd adviseerde mij op zoek te gaan naar een boek dat mij interessant leek. Dit was een goed advies want zo ontdekte ik het boek Internal Branding 2.0 van Van Beers en Nedeski. 2. Daarnaast merkte ik dat ik het lasOg om de informaOe concreet te maken. internal branding is een erg abstract begrip dat pas ‘echt’ gaat aanvoelen als je er genoeg over leest en over nadenkt. Ondanks het feit dat ik alle literatuur nauwkeurig gelezen had, was ik niet in staat om de deelvragen kort te beantwoorden. Ik ging het pas echt goed begrijpen toen ik mij meer in de VPRO ging verdiepen. Toen werd opeens de toepasbare kant van internal branding zichtbaar. 8.3 Hoe ga ik dat doen? 1. De volgende keer dat ik een onderzoek ga doen, waarschijnlijk bij het afstuderen, ga ik eerst op zoek naar goede bijpassende literatuur. Als ik de juiste informaOe heb gevonden over een onderwerp dat ik interessant vind, dan kan ik er daarna een organisaOe/merk/iniOaOef naast leggen dat hier wellicht winst uit kan halen. De kans dat het onderzoek dan realiseerbaar, toepasbaar en diepgaand genoeg is, is dan erg groot. Op deze manier weet ik ook zeker dat ik voldoende bruikbare informaOe heb waar ik ook zelf wat van kan leren. 2. Om de onderzoeksinformaOe concreet en toepasbaar te maken ga ik twee dingen doen. Allereerst ga ik Ojdens het lezen meer korte zinnen en steekwoorden voor mijzelf noteren. Ik merkte in een later stadium dat dit erg presg werkte. Daarnaast ga ik in een eerder een gedeelte van het onderzoek een interview doen met het merk/organisaOe/iniOaOef zodat ik beter begrijp wat ik aan het onderzoeken ben. 8.4 Wat heb ik geleerd Ik heb geleerd dat organisaOes best wel open staan om mee te werken aan je onderzoek. Al moest ik wel een paar keer mailen en bellen, toen de afspraak gepland stond werd ook elke vraag open en inhoudelijk beantwoord. Dit had ik eigenlijk niet verwacht. Ergens had ik toch het vermoeden dat ze niet lasOg gevallen wilde worden met onderzoeken van studenten. Dit vanwege de vooroordelen over ‘studentenonderzoekjes‘ en het feit dat een bedrijf een onbekende een kijkje in de keuken moet geven. Maar wanneer je duidelijk kan uitleggen waar je onderzoek over gaat en je moOvaOe toont door contact te maken via diverse kanalen (telefoon, email, twider en linkedin), dan vergroot je eigen kansen aanzienlijk! 21
9. Bijlagen
9.1 Afgenomen interview met Agnes Verhulst Hieronder volgt het interview dat ik met Agnes Verhulst, Customer RelaOonship Manager van de VPRO heb afgenomen. Interview Agnes Verhulst(v) Ledenbeheer VPRO A. Introduc:e ROWAN: Goedemiddag Agnes, bedankt dat je Ojd kon vrij maken:) 1. Hoelang werkt u al voor de VPRO? 6 maanden 2. Welke funcOe bekleed je binnen de VPRO? CRM, Customer RelaEon Manager 3. Met welke drie woorden zou je de VPRO omschrijven? Vrijzinnig, relaxt en ongefocust 4. Ben je zelf PRO VPRO(lid)? Ja 5. Is er iets wat jou trots maakt op deze omroepvereniging? Zo ja, wat? Ja, het prikkelende gevoel waarmee we de kijker uit zijn comfortzone kunnen krijgen. 6. Via welke kanalen communiceert de VPRO? Voornamelijk televisie maar ook: -‐ Radio(3voor12) -‐ VPRO.nl -‐ VPRO televisiegids -‐ VPRO ledenbladje -‐ VPRO Events B. Diepte 1. Hoe ziet een gemiddeld lid van de VPRO er uit? (Man/vrouw, eigenschappen, leejijd, interesses) AGNES: -‐ Net iets meer man dan vrouw -‐ Tussen de 35 en de 55 jaar -‐ Welvaartklasse A -‐ Boven gemiddeld Intelligent -‐ Wonend in Amsterdam, RoBerdam, Utrecht of Groningen 2. Hoe belangrijk zijn leden voor de VPRO? AGNES: Leden zijn ontzeBend belangrijk voor de VPRO. 3. Waarom zijn leden belangrijk voor de VPRO? 22
AGNES: Niet alleen om draagvlak te hebben voor de omroep maar ook voor financiële redenen. Leden en donateurs zorgen voor een grote bron van inkomsten waarmee wij onze programma’s kunnen financieren. 4. Waarom zouden mensen lid van de VPRO moeten worden? AGNES: De kijkers bepalen wat er op de televisie te zien is. Als jij de programma’s van de VPRO waardevol vindt, dan kun jij door lid te worden je steentje bijdragen aan het voortbestaan van de omroep. 5. Op welke manieren werven jullie op dit moment leden? ** Nog in te vullen** 6. Welke voordelen heej een VPRO-‐lid? AGNES: -‐ Je mag je tweejaarlijkse ledenvergadering bijwonen -‐ Je mag met 10% korEng naar evenementen toe. We mogen niet te veel exclusiviteit aan leden bieden omdat wij onze programma’s/producten produceren met subsidies. 7. Heej de VPRO contact met zijn leden? Zo ja, op welke manier(en)? AGNES: Over het algemeen niet. Afgelopen seizoen ‘Tegenlicht’ was het wel mogelijk om elke woensdagavond na een zondaguitzending na te babbelen met de regisseur, spreker en producent van de desbetreffende aflevering. Op dit moment worden er pakketen gemaakt waarmee je je eigen na bespreking kan organiseren in een andere stad. 8. Als VARA en BNN lid krijg je bepaalde exclusiviteiten aangeboden, hoe zit dat bij de VPRO? AGNES: -‐ Je mag je tweejaarlijkse ledenvergadering bijwonen -‐ Je mag met 10% korEng naar evenementen toe. 9. Heej de VPRO acOeve en passieve leden? Zo ja, op welke manier verschillen zij van elkaar? AGNES: Mwa, niet echt. Er worden niet ontzeBend veel evenementen georganiseerd. Maar bijvoorbeeld de ‘Abeldag’, van ‘De Taarten van Abel‘ trok wel weer 8 a 900 geïnteresseerden. Rowan: Uiteraard heej ook de VPRO in hun grote ledenbestand een aantal leden die veel betrokkener zijn dan anderen. Het is op dit moment alleen niet zichtbaar. 10. Vind je het belangrijk dat leden aan jullie hun betrokkenheid kunnen tonen? Waarom wel/niet? AGNES: Ja zeker! Omdat dat enerzijds belangrijk is voor de merkbeleving. Anderzijds wil je ook dat de leden je merk/omroep eigen maken. Daarvoor is het nodig dat ze zich betrokken voelen. 11. Op welke manieren kunnen leden hun betrokkenheid tonen? AGNES: Hierin schiet de VPRO echt te kort. Er zijn op dit moment geen manieren waarop leden hun 23
enthousiasme en betrokkenheid kunnen tonen. Persoonlijk denk ik dat we daar echt iets mee moeten doen. 12. OrganisaOes als Nike en Harley Davidson zien hun klanten als hun ambassadeurs en maken ze daarom onderdeel van de organisaOe. Zou zo’n idee interessant zijn voor de VPRO? Waarom wel/ niet? AGNES: Ja, we kunnen zeker nog een paar ontwikkelingsslagen maken op het gebied van merkbeleving. We willen leden erg graag het gevoel geven dat ze onderdeel van zijn van de VPRO. Rondom het programma ‘Tegenlicht‘ proberen we dit ook te doen met de ‘meeEngpakketen’. Maar we doen er echt nog te weinig mee. Je legt de vinger op de zere plek met deze vragen.
C. Afrondend 1. Hoe ziet de VPRO er over 5 jaar uit? AGNES: Over 5 jaar heeV de VPRO: -‐ Een betere band met zijn leden -‐ Minder programma’s -‐ We gaan dichter naar de kern van de omroep -‐ Grote groep donateurs (200.000) 2. Hoeveel leden heej de VPRO dan? AGNES: -‐ Misschien minder leden(300.000 ipv 350.000) -‐ Grote groep donateurs (200.000) 3. En hoe is dat gekomen? AGNES: Doordat we dichter naar de kern van de organisaEe gaan. Daardoor zal de focus ook meer komen te liggen op programma’s die dichter bij de kern liggen van de omroep. Het zou daardoor kunnen dat een groepje leden hun lidmaatschap opzeggen. ROWAN: Bedankt voor je Ojd
24