Het grote Paarden sportonderzoek 2015
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
Inhoudsopgave 1. HET GROTE PAARDENSPORTONDERZOEK
4
1.1 Inleiding
4
1.2 Maatschappelijke trends en paardensport
4
1.3 Inzicht is belangrijk
5
1.4 Leeswijzer
5
2. SAMENVATTING ONDERZOEK
6
3. ONDERZOEKSOPZET
7
3.1 Onderzoeksdoel
7
3.2 Methode van onderzoek
7
3.3 Deelname
8
3.4 Betrouwbaarheid en representativiteit
8
4. RESULTATEN RIJGEDRAG
9
4.1 Ervaring, frequentie en geschat niveau
9
4.2 Waar wordt vooral paardgereden?
11
4.3 In welk gezelschap wordt vooral paardgereden?
11
4.4 Vormen van paardrijden
12
4.5 Redenen meest beoefende vorm van paardrijden
13
4.6 Tweede vorm van paardrijden
13
4.7 Gewenste vorm van paardrijden
14
4.8 Samenvatting rijgedrag
15
5. RESULTATEN PAARDENBEZIT
16
5.1 Paardenbezit
16
5.2 Type paard
17
5.3 Redenen geen eigen paard
18
5.4 Samenvatting paardenbezit
18
6. RESULTATEN WEDSTRIJDGEDRAG
19
6.1 Wedstrijdparticipatie
19
6.2 Niveau wedstrijden
20
6.3 Vervoer
21
6.4 Samenvatting wedstrijdgedrag
21
2
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
7. RESULTATEN PERSOONLIJKHEID EN MOTIVATIE
22
7.1 Redenen paardrijden
22
7.2 Motivatie paardensporter
23
7.3 Persoonlijkheid paardensporter
24
7.4 Samenvatting motivatie en persoonlijkheid
24
8. RESULTATEN INFORMATIEGEDRAG
25
8.1 Informatiebronnen
25
8.2 Ontvangen van informatie
26
8.3 Paardenbladen
26
8.4 Belangrijke thema’s
27
8.5 Paardensport algemeen en dagelijks rijden
27
8.6 Samenvatting informatiegedrag
27
9. RESULTATEN LEEFSTIJL
28
9.1 Huishoudelijke situatie
28
9.2 Opleidingsniveau en beroep
29
9.3 Waarden
30
9.4 Vrijetijdsbesteding
30
9.5 Andere sporten
31
9.6 Samenvatting leefstijl
31
10. R ESULTATEN KIJK OP DE KNHS
32
10.1 Bekendheid KNHS
32
10.2 Perceptie KNHS
32
10.3 Tevredenheid KNHS
33
10.4 Samenvatting kijk op de KNHS
34
11. A LGEMENE CONCLUSIE
35
12. B IJLAGEN
36
3
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
1. H et grote paardensport onderzoek 1.1 Inleiding Paardrijden. De mooiste sport die er is. Paardrijden draait om de interactie tussen mens en paard, om communiceren zonder woorden, om het streven naar harmonie met een dier dat vele malen groter en sterker is dan wijzelf. Paardrijden betekent leiderschap, fysieke en mentale ontspanning en uitdaging tegelijk. Paardrijden is genieten van de natuur of de uitdaging aangaan op een wedstrijd. Paardrijden is passie voelen en passie delen met gelijkgezinden. Paardrijden, dat is voor iedereen. De KNHS heeft als overkoepelende paardensportbond de kans om de komende jaren paardrijden in de hele breedte te laten groeien. Dat kan door alle paardenliefhebbers te verbinden, de sport (nog) toegankelijker en aantrekkelijker te maken en de maatschappelijke meerwaarde van de paardensport nog zichtbaarder te maken. Daarvoor is een aantal ontwikkelingen nodig dat inspeelt op de behoeften van de paardensporters en rekening houdt met de veranderingen in onze maatschappij.
1.2 Maatschappelijke trends en paardensport De digitalisering van de afgelopen jaren heeft meerdere voordelen. Mensen stellen zich onafhankelijker op, weten wat ze willen en kiezen bewust. Wat ze willen, realiseren ze zelf. Als ze enthousiast zijn over een idee, een concept of een sport, zoals paardrijden, gaan ze er ook onmiddellijk voor. Dit biedt kansen om meer mensen enthousiast te maken voor de paardensport.
4
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
De nieuwe mondigheid vormt voor sportbonden zoals de KNHS ook een uitdaging. Een georganiseerde manier van sporten is niet langer vanzelfsprekend en noodz akelijk. Mensen haken sneller af of vullen hun tijd zelf in. Om de aansluiting met de huidige en de potentiële paardenliefhebber te behouden, is het van belang dat de KNHS haar sporter door en door kent.
1.3 Inzicht is belangrijk Wie geïnteresseerd is in mensen, wil ze leren kennen. Voor de KNHS betekent dit inzicht krijgen in de paardenliefhebbers. Paardensporters hebben steeds meer keuze in de invulling van hun vrije tijd, ook binnen de paardensport. Wie zijn ze en hoe besteden ze hun tijd, zowel tijdens als naast het paardrijden? Wat zijn hun drijfveren en wat is hun motivatie? Wat willen ze en hoe gedragen ze zich? Pas als duidelijk wordt wie de Nederlandse paardensporters zijn, kan de KNHS paardrijden aantrekkelijk maken voor iedereen. En als duidelijk is waarom mensen paardrijden en waarom juist in die ene tak, kan de KNHS optimaal ondersteunen. Met dit grote paardensportonderzoek, een grootschalige enquête onder KNHS/FNRS-leden en ongebonden paardensporters, brengt de KNHS de Nederlandse paardensporter in beeld.
1.4 Leeswijzer Op de volgende pagina’s vindt u: ··Een korte samenvatting van de onderzoeksresultaten; ··De onderzoeksopzet; ··De resultaten van het onderzoek; ·Een · algemene conclusie.
5
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
2. Samenvatting onderzoek Het grote paardensportonderzoek 2015 maakt duidelijk dat paardensporters passie voelen en op zoek zijn naar beleving. Boven alles en ongeacht de vorm van paardensport, kiezen ze voor de omgang met het paard. Paardrijden vormt een belangrijk onderdeel van hun identiteit, die ook buiten de paardensport tot uiting komt. Paardensporters zijn vaak al op jonge leeftijd meerdere uren per week met paarden bezig. Dit gebeurt op verschillende locaties en in allerlei verschillende vormen, want vooral ongebonden beschikken over zeer diverse typen paarden. Dressuur en buitenrijden blijven erg populair en daarnaast proberen paardensporters andere manieren van paardrijden, zoals eventing, endurance, western en mennen. Ook nieuwe vormen als bitloos rijden, working equitation, TREC en vrijheidsdressuur winnen aan populariteit. De aangesloten paardensporter ziet paardensport vooral als een sportieve uitdaging, terwijl de ongebonden sporter over het algemeen meer de mentale ontspanning zoekt. Kennis en kunde rond het paard staan voor alle paardensporters centraal, vooral over welzijn, gedrag en de ‘juiste’ manier van paardrijden. De interactie met andere paardensporters, zowel direct en online, speelt daarbij een grote rol. Door het relatief hoge opleidingsniveau en de vaak uitdagende beroepskeuzes zijn paardensporters veeleisend als het gaat om de invulling van hun schaarse vrije tijd. De KNHS geniet grote bekendheid bij de paardensporter en haar leden zijn doorgaans tevreden.
6
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
3. Onderzoeksopzet 3.1 Onderzoeksdoel Het grote paardensportonderzoek 2015 brengt het volgende in kaart: 1. Wie zijn de Nederlandse paardensporters? 2. Wat is hun motivatie om aan paardensport te doen? 3. Hoe gedragen ze zich tijdens en naast het paardrijden? 4. Wat zijn hun wensen, interesses en behoeften? 5. Hoe zien ze de paardensport in het algemeen en de KNHS in het bijzonder?
3.2 Methode van onderzoek De KNHS heeft hiervoor een enquête met 64 vragen opgesteld over de volgende thema’s: 1. Paardrijgedrag; 2. Paardenbezit; 3. Wedstrijdgedrag; 4. Motivatie; 5. Informatiegedrag; 6. Leefstijl; 7. Kijk op de KNHS. De enquête is digitaal verspreid via de KNHS-mediamix en door aankondigingen in Hoefslag, Bit, horses.nl en Bokt.nl. Een papieren versie van de enquête is verspreid tijdens de Hippiades 2015 en Horse Event 2015. In de introductietekst is vermeld dat persoonsgegevens vertrouwelijk en anoniem worden behandeld.
7
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
3.3 Deelname In totaal hebben 7.300 paardensporters aan de enquête deelgenomen, van wie 5.140 deelnemers (70%) de HET PAARDENSPORT enquête afronden. Van GROTE de deelnemers is 96% vrouw enONDERZOEK 4% man. 3.846 2015 Respondenten geven aan in welke provincie ze wonen:
5%
4%
12%
Groningen
6%
Friesland 5%
Drenthe Overijssel
3%
Flevoland
7%
Gelderland Utrecht
4%
Noord-Holland
15%
Zuid-Holland Zeeland 18%
Brabant Limburg
13% 8%
60% Van de deelnemers is aangesloten bij een KNHS-vereniging of FNRS-manege (‘aangesloten’ of ‘gebonden’
paardensporters) en 40% is ongebonden (‘ongebonden’ ‘niet aangesloten’ paardensporters). 60% Van de deelnemers is aangesloten bij eenofKNHS-vereniging of FNRSmanege (‘aangesloten paardensporters’) en 40% is ongebonden Op basis van hun leeftijd zijn deelnemers ingedeeld in generaties 1: (‘ongebonden paardensporters’). • Generatie Z (0-15 jaar): 15%; • Generatie Y (15-30 jaar): 52%; Op • basis van hungeneratie leeftijd(30-45 zijn deelnemers Pragmatische jaar): 21%; • X (45-60 jaar): jaar): 11%; 15%; • Generatie Generatie Z (0-15 • Protestgeneratie (60-75 jaar): 1%.
ingedeeld in generaties: 1
• Generatie Y (15-30 jaar): 52%; • Pragmatische generatie (30-45 jaar): 21%; Alle responses zijn per generatie weergegeven. Als dat van toepassing is, is ook het gemiddelde van alle • Generatie (45-60 11%;aantal responses per generatie beschouwd als 100%. Op basis generaties berekend.XPer vraag jaar): is het totaal hiervan zijn de percentages per responsmogelijkheid • Protestgeneratie (60-75 jaar): 1%. berekend.
3.4 Betrouwbaarheid en representativiteit
Alle responses zijn per generatie weergegeven. Als dat van toepassing is, is Bij minimaal 50 responses per groep kunnen uitspraken worden gedaan over een bepaalde groep. ook gemiddelde van alle generaties berekend. Per vraag is het totaal Alle het subgroepen zijn voldoende vertegenwoordigd. aantal responses per generatie beschouwd als 100%. Op basis hiervan zijn Oppercentages basis van de grote heeft het berekend. onderzoek een betrouwbaarheidsinterval van 99% en een de perdeelnemersaantal responsmogelijkheid
foutmarge van 2% en mag het als representatief worden beschouwd. In verband met de toegankelijkheid van dit verslag wordt niet verder ingegaan op de statistische aanpak.
4.4 Betrouwbaarheid en representativiteit Bij minimaal 50 responses per groep kunnen uitspraken worden gedaan over een bepaalde groep. Alle subgroepen zijn voldoende vertegenwoordigd. Bontekoning, Aart C. 2007; Generaties in Organisaties, Universiteit Tilburg, proefschrift Op basis van de grote deelnemersaantal heeft het onderzoek een betrouwbaarheidsinterval van 99% en een foutmarge van 2% en mag het als representatief worden beschouwd. In verband met de toegankelijkheid van dit verslag wordt niet verder ingegaan op de statistische aanpak. 1
1
Bontekoning, Aart C. 2007; Generaties in Organisaties, Universiteit Tilburg, proefschrift 8
9
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
4. Resultaten rijgedrag 4.1 Ervaring, frequentie en geschat niveau Het merendeel van de Nederlandse paardensporters zit al van jongs af aan op het paard of op de wagen en besteedt per week tussen de 2 en 10 uur aan de sport. Ze schatten hun rijniveau in als gevorderd tot vergevorderd. Het verband tussen ervaring en geschat niveau en tussen frequentie en geschat niveau is relatief klein. Dit betekent dat ook paardensporters die verhoudingsgewijs minder lang of minder vaak paardrijden, zichzelf als redelijk ervaren inschatten. Aangesloten en ongebonden paardensporters rijden ongeveer even lang paard, maar aangesloten paarden sporters zitten gemiddeld vaker op of achter hun paard. Aangesloten paardensporters schatten hun niveau gemiddeld hoger in. Oudere volwassenen uit de protestgeneratie vormen een uitzondering. Hierin schatten de ongebonden paardensporters hun niveau juist hoger in. Zie tabel 1, 2 en 3.
9
hoger in. Oudere volwassenen uit de protestgeneratie vormen een uitzondering. Hierin schatten de ongebonden paardensporters hun niveau Inh oudsopgav e H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k juist hoger in. Zie tabel 1, 2 en 3. Tabel 1: Ervaring paardrijden in jaren (N=6863; weergeven in percentage) Tabel 1: Ervaring paardrijden in jaren (N=6863; weergeven in percentage)
15
Aangesloten gen. Z
80
Niet aangesloten gen. Z 3 17
75
Aangesloten gen. Y 1
62
Niet aangesloten gen. Y 2 Aangesloten pragm. gen.
24 26
Niet aangesloten pragm. gen. 2 6
5 12
61
2 6 15
10
76
20
4 minder dan 1 jaar 1-3 jaar 4-10 jaar 11-20 jaar
71
HET GROTE ONDERZOEK 2015 3 10 12 75 Aangesloten gen. X PAARDENSPORT meer dan 20 jaar Niet aangesloten gen. X 2 8 10
78
Aangesloten protest gen. 4 7 13
76
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
Tabel 2: Frequentie paardrijden 77 weergeven in percentage) Niet aangesloten protest gen. 5 9 in9 uren (N=6863; Tabel 2: Frequentie in uren (N=6863; weergeven Aangeslotenpaardrijden gen. Z 1 22 44 26 6 in percentage) Tabel 2: Frequentie paardrijden in uren (N=6863; weergeven in percentage)
Niet aangesloten gen. Z 2 4 19 Aangesloten gen. gen. Y Z 11 Aangesloten 1 8 22 41 Niet aangesloten aangesloten gen. gen. Y Z 254 7 199 Niet
Aangesloten Aangesloten pragm.gen. gen.Y Niet aangesloten gen. Y Niet aangesloten pragm. gen.
Aangesloten pragm.gen. gen.X Aangesloten Niet aangesloten pragm. gen. Niet aangesloten gen. X
52 44
41 1187 12 44 9 7 5 556
4445
23147 9 5 5 55 69
Aangesloten gen. X 374 9 9 15 Aangesloten protest gen. Niet aangesloten gen. X 5 5 5 Niet aangesloten protest gen. 149 14 Aangesloten protest gen. 7 9 15 Niet aangesloten protest gen. 5 14
14
45
52 55 5955 59 57 49 57 50 49
50
17 4 37 26 126 4 17 4 17 37 35
3531
12 10 17 21 43
10 7 21 18 43
31 20 7 4 18 14 5 20
minder dan 1 uur per maand 1 uur per maand minder dan 1 uur per maand 2-3 uur per maand 1 uur per maand 1 uur per week 2-3 uur per maand 2-5 uur per week 1 uur per week 6-10 uur per week 2-5 uur per week 10 meer dan 10 uur per week 6-10 uur per week meer dan 10 uur per week
14 5
Tabel 3: Ingeschat niveau (N=6797; weergeven in percentage) Tabel 3: Ingeschat niveau (N=6797; weergeven in percentage)
Tabel 3: Ingeschat niveau Z(N=6797; percentage) 14 1 Aangesloten 2 23 weergeven in60 Niet aangesloten Z 6 26 59 10 Aangesloten Z 60 Aangesloten Y 12 9 23 57 30 14 31 Niet aangesloten Z 6 26 59 Niet aangesloten Y 2 13 62 22 101 Aangesloten 57 30 Aangesloten pragm. gen.Y 1 1 912 52 28 63 Niet aangesloten 2 13 62 22 21 Niet aangesloten pragm. gen.Y 2 16 59 21 Aangesloten pragm. gen.X 1 52 28 65 Aangesloten 2 12 13 54 26 Niet aangesloten pragm. gen.X 2 59 21 52 Niet aangesloten 2 16 18 58 17 Aangesloten X 2 13 54 61 2617 54 Aangesloten protest gen. 19 Niet aangesloten Niet aangesloten protest gen.X 2 9 18 18 32 58 36 17 5 5 Aangesloten protest gen. 19 61 17 4 Niet aangesloten protest gen. 9 18 32 36 5
Beginner Licht gevorderd Beginner Gevorderd Licht gevorderd Vergevorderd Gevorderd Professional Vergevorderd Professional
5.2 Waar wordt vooral paardgereden? Gemiddeld 50% van alle paardensporters rijdt vooral op eigen terrein of bij 5.2 Waar wordt vooral paardgereden? een pensionstal. Aangesloten paardensporters rijden gemiddeld vaker op een Gemiddeld 50% van alle paardensporters rijdt vooral op eigen terrein of bij manege. Vooral de jongste generatie (Generatie Z): 45% van de aangesloten een pensionstal. van Aangesloten paardensporters rijden gemiddeld paardensporters hen rijdt vooral op een manege, tegen maarvaker 28% op vaneen de 1 0 manege. Vooral de jongste generatie (Generatie Z): 45% van de aangesloten ongebonden paardensporters. Maar 4% van alle paardensporters rijdt vooral
2015
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
4.2 Waar wordt vooral paardgereden?
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
Gemiddeld 50% van alle paardensporters rijdt vooral op eigen terrein of bij een pensionstal. Aangesloten paardensporters rijden gemiddeld vaker op een manege. Vooral de jongste generatie (Generatie Z): 45% van de aangesloten paardensporters van hen rijdt vooral op een manege, tegen maar 28% van de ongebonden paardensporters. Van de aangesloten volwassenen tussen de 30 en 75 jaar paardensporters. Maar 4% van alle paardensporters rijdt vooral op het terrein van een rijvereniging.
rijdt 19% vooral buiten, terwijl dat bij de ongebonden groep 36% is.
Rijden in de vrije natuur neemt toe met de leeftijd, hoewel ongebonden paardensporters nog steeds vaker buitenrijden dan aangesloten paardensporters. Van de aangesloten tussen dedie 30 en 75 jaar rijdt Alle paardensporters rijden af en toe ook ergens anders.volwassenen Paardensporters 19% vooral buiten, terwijl dat bij de ongebonden groep 36% is.
meestal op de manege rijden, doen dat af en toe ook in de vrije natuur, en paardensporters vooral pensionstal zijn af en te vinden Alle paardensportersdie rijden af en op toe een ook ergens anders. rijden, Paardensporters dietoe meestal op de manege rijden, op hetdat terrein vanook een vereniging 4). doen af en toe in de vrije natuur,(tabel en paardensporters die vooral op een pensionstal rijden, zijn af en toe te vinden op het terrein van een vereniging (tabel 4).
Tabel 4: Locatie paardrijden (N=6797; weergeven in percentage) Tabel 4: Locatie paardrijden (N=6797; weergeven in percentage)
Aangesloten gen. Z Niet aangesloten gen. Z Aangesloten gen. Y Niet aangesloten gen. Y Aangesloten pragma gen. Niet aangesloten pragm. gen. Aangesloten gen. X Niet aangesloten gen. X Aangesloten protest gen. Niet aangesloten protest gen.
16 5 8 20 26 6 11 28 7 34 31 17 5 7 6 32 28 7 1 26 5 33 32 14 3 12 8 30 28 31 41 9 25 27 17 3 19 12 26 22 35 41 11 13 22 26 17 11 18 14 18 41 90 45
55
25
In een manege Op terrein rijvereniging In de vrije natuur Op eigen terrein Bij pensionstal Overige
4.3 In welk gezelschap wordt vooral paardgereden?
5.3 In welk gezelschap wordt vooral paardgereden? 37% van alle paardensporters rijdt alleen, 20% vooral met 37% Van alle paardensporters rijdtHier alleen, 20% vooral met instructeur en 18% instructeur en 18% vooral met vrienden. zijn duidelijke vooral mettussen vrienden. Hier duidelijke verschillen tussen jongeren en verschillen jongeren en zijn volwassen en tussen aangesloten en ongebonden paardensporters. Van de volwassen en tussen aangesloten en ongebonden paardensporters. Van de aangesloten jongeren rijdt 35% vooral met instructeur en aangesloten jongeren rijdt 35% vooral met instructeur en 25% alleen, terwijl 25% alleen, terwijl maar 25% van de ongebonden jongeren maar van de ongebonden jongeren met instructeur rijdt en 24% vooral25% met instructeur rijdt en 24% alleen. Van devooral volwassen alleen. Van paardensporters de volwassenrijdt aangesloten rijdt bijna de helft aangesloten bijna de helftpaardensporters (47%) het liefst alleen en 16% met instructeur, terwijl bij volwassen (47%) het liefst alleen en 16% met instructeur, terwijl bij volwassen ongebonden paardensporters 51% het liefst alleen rijdt en ongebonden paardensporters 51% het liefst alleen rijdt en slechts 4% vooral slechts 4% vooral met instructeur. met instructeur.
12
11
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
Tabel 5: Gezelschap paardrijden (N=6797; gemiddelde percentage per generatie)
Blijkbaar rijdt ‘de Nederlandse paardensporter’ op jongere leeftijd vooral onder begeleiding en op latere leeftijd het liefst alleen. Het is wel zo dat paardensporters die meestal alleen rijden, wellicht af en toe les nemen, en dat paardensporters die meestal alleen rijden, hun sport misschien ook graag met partners of vrienden beoefenen.
4.4 Vormen van paardrijden Welke vorm van paardrijden beoefenen we dan vooral en waarom? Bij de aangesloten paardensporters is dressuur met 52% de populairste vorm, gevolgd door gewoon paardrijden inclusief buitenrijden, springen en mennen. Voor de ongebonden paardensporter staat gewoon paardrijden inclusief buitenrijden met 31% voorop, gevolgd door dressuur met 28%. Paardensporters hebben veel interesse in nieuwe vormen van paardrijden, zoals bitloos rijden, klassieke en vrijheids dressuur. Ook is er veel interesse voor andere vormen van paardrijden, ingevuld onder de optie ‘overig’: working equitation, TREC en natural horsemanship. 13% Van alle aangesloten paardens porters beoefent een van deze vormen, en maar liefst 28% van de ongebonden paardensporters. Deelname aan de disciplines dressuur, eventing en endurance neemt toe tot een jaar of 40, en daarna weer af, terwijl deelname aan buitenritten en mennen stijgt met de leeftijd van de paardensporter. Deelname aan springen neemt echter af als de paardensporter ouder wordt.
12
mennen stijgt met de leeftijd van de paardensporter. Deelname aan springen neemt echter af als de paardensporter ouder wordt. Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
Figuur 1: Meest beoefende vorm van paardrijden (N=6555; gemiddelde percentage alle generaties) Figuur 1: Meest beoefende vorm van paardrijden (N=6555; gemiddelde percentage alle generaties)
Dressuur 16
Buitenrijden 7
Overige
7
Springen
3
Mennen
3
Nieuwe trends Eventing (SGW) Endurance Western Fokkerij Voltige
3 0 1 0 1 1 0 0 0
52
28 31
13
7 6
5
15
aangesloten niet aangesloten
4.5 Redenen meest beoefende vorm van paardrijden De hoofdreden dat een paardensporter zijn vorm van paardrijden het meest beoefent, is: 1. Ik vind het de mooiste vorm die er is (24%); 2. Mijn paard is er goed in (13%); 3. Ik vind het mentaal uitdagend (13%); 4. Ik vind het fysiek uitdagend (12%). Meer informatie over de reden? Zie in de bijlagen figuur 13 t/m 20.
4.6 Tweede vorm van paardrijden 68% Van de gebonden paardensporters en 61% van de ongebonden sporters beoefenen nog een tweede vorm van paardensport. Voor de aangesloten paardensporter is dat buitenrijden (30%), gevolgd door springen (21%) en ‘nieuwe’ trends (bitloos, klassieke dressuur, vrijheidsdressuur, natural horsemanship) met 15%. De ongebonden paardensporter doet vooral aan buitenrijden (27%), ‘nieuwe’ trends (27%) en springen (14%).
14
13
‘nieuwe’ trends (bitloos, klassieke dressuur, vrijheidsdressuur, natural horsemanship) met 15%. De ongebonden paardensporter doet vooral aan Inh oudsopgav e H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k buitenrijden (27%), ‘nieuwe’ trends (27%) en springen (14%).
2015
Figuur 2: Tweede vorm van paardrijden (N=6204; gemiddelde percentage alle generaties) Figuur 2: Tweede vorm van paardrijden (N=6204; gemiddelde percentage alle generaties)
Buitenrijden Springen Nieuwe trends Dressuur Mennen Eventing (SGW) Fokkerij Western Endurance Voltige Overige
67 5 1 22 24 11 11 1 1
14 15 13 13
21
2730 27
aangesloten niet aangesloten
Bij de tweede vorm van paardrijden verandert de volgorde van de redenen: 1. Ik vind het mentaal uitdagend (17%); Bij 2. Mijn de tweede vorm van paardrijden verandert de volgorde van paard is er goed in (16%); 1. vind Ik vind hetmooiste mentaal (17%); 3. Ik het de vormuitdagend die er is (15%); 4. Ik fysiekisuitdagend 2. vind Mijnhet paard er goed(14%). in (16%);
de redenen:
3. Ik vind het de mooiste vorm die er is (15%);
Kennelijk wordt een tweede vorm van paardrijden vaak beoefend omdat de sporter extra uitdaging zoekt en 4. Ik vind het fysiek uitdagend (14%). zich wil blijven ontwikkelen. Verder hechten paardensporters veel waarde aan – de door hen waargenomen – vaardigheden en talenten van hun paard.
Kennelijk wordt een tweede vorm van paardrijden vaak beoefend omdat de 4.7 Gewenste vorm vanen zich wil blijven ontwikkelen. Verder hechten sporter extra uitdaging zoekt
paardrijden
Liefst 81% van alle paardensporters wil ooit een andere vorm van paardensport proberen. Voor de aangesloten paardensporter staat mennen met 11% voorop, gevolgd door eventing (10%), western (10%, exclusief reining) en endurance (9%). De voorkeur van de ongebonden paardensporter ligt bij western (12%, ook weer exclusief reining), mennen (10%), endurance (10%) en eventing (9%).
15
De jongere generaties zouden vooral graag eventing en western proberen, terwijl oudere generaties vooral geïnteresseerd zijn in mennen, western en endurance.
14
De jongere generaties zouden vooral graag eventing en western proberen, terwijl oudere generaties vooral geïnteresseerd zijn in mennen, western en Inh oudsopgav e H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k endurance.
2015
Figuur 3: ‘Wensdiscipline’ (N=6464; gemiddelde percentage alle generaties) Figuur 3: ‘Wensdiscipline’ (N=6464; gemiddelde percentage alle generaties)
Mennen Eventing (SGW)
9
Western (overig) Natural Horsemanship Vrijheidsdressuur
6 6
Bitloos rijden Buitenrijden 4 4 4
Reining Fokkerij
3
overige Klassieke dressuur
3 3 3
Aangespannen
3
Horseball 2
2 2 2 2 1
Voltige Polosport/Polocross Dressuur
1
Draf- en rensport Paradressuur Paramennen
8
5
Springen
1 0 0 0 0 0
5 5
7
11
10
9
Endurance
Gewoon paardrijden
10 10
12
10
8 8 8
4 4 4
4
2 Aangesloten Niet aangesloten
4.8 Samenvatting rijgedrag
16
Het helft van de paardensporters (50%) rijdt vooral op eigen terrein, de manege of bij de pensionstal, en minder op het terrein van verenigingen. De moderne paardensporter heeft veel interesse in ‘nieuwe’ vormen van paardrijden. Er is behoefte aan nieuwe ervaringen, mentale en fysieke uitdaging en de mogelijkheid om de band met het paard op een andere manier te beleven. Disciplines in de vrije natuur, zoals buitenrijden, endurance en eventing (cross), zijn populair, net als vormen waarin de nadruk ligt op het partnerschap tussen paard en ruiter, zoals working equitation, TREC en bitloos rijden, klassieke en vrijheidsdressuur. De belangrijke rol van de instructeur in de paardensport wordt bevestigd als het gaat om het bijbrengen van sporttechnische vaardigheden, maar ook bij het binden van paardensporters en het delen van kennis over paardenwelzijn en -gedrag.
15
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
5. RESULTATEN PAARDENBEZIT
5. Resultaten paardenbezit
6.1 Paardenbezit Jongeren en jongvolwassen aangesloten paardensporters hebben gemiddeld 5.1 Paardenbezit vaker een eigen paard dan ongebonden paardensporters op die leeftijd. Deze Jongeren en jongvolwassen aangesloten paardensporters hebben gemiddeld vaker een eigen paard dan verhoudingpaardensporters verandert opop latere leeftijd. ongebonden die leeftijd. Deze verhouding verandert op latere leeftijd. Tabel6:6:Paardenbezit Paardenbezit (N=6766; weergeven in percentage) Tabel (N=6766; weergeven in percentage)
Van de aangesloten paardensporters heeft 47% een paard, 27% twee paarden, 20% 3-5 paarden en 7% meer dan 156 paarden. Bij de ongebonden
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
Van de aangesloten paardensporters heeft 47% een paard, 27% twee paarden, 20% 3-5 paarden en 7% meer GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK dan 5 paarden. BijHET de ongebonden zijn deze verhoudingen vergelijkbaar: 2015 49% heeft een paard, 26% heeft twee paarden, 16% heeft 3-5 paarden en 8% heeft meer dan 5 paarden.
Tabel 7:Aantal Aantalpaarden paarden (N=6103; gemiddelde percentage alle generaties) Tabel 7: (N=6103; gemiddelde percentage alle generaties)
In eersteinstantie instantie dit verrassend: meer dan helft van alle met paarden heeft meer dan In eerste lijkt lijkt dit verrassend: meer dan de helft vande alle paardensporters één paard. Het type met paardpaarden werpt hier heeft meer licht op.dan één paard. Het type paard paardensporters meer werpt hier meer licht op.
5.2 Type paard
De aangesloten paardensporter heeft het vaakst een KWPN-sportpaard (44%), gevolgd door een NRPS’er of kruising (17%) en Shetlander (10%). De ongebonden paardensporter heeft in de meeste gevallen een KWPN6.2 Type paard sportpaard (20%) en een NRPS’er of kruising (20%), gevolgd door een Shetlander (12%). Het is aannemelijk dat De paardensporter heeft vaakst een KWPN-sportpaard veelaangesloten paardensporters naast hun sportpaard eenhet gezelschapspony hebben. IJslanders, Quarter Horses en Tinkers komen aanzienlijk vaker bij ongebonden sporters voor. (44%), gevolgd door een NRPS’er of kruising (17%) en Shetlander (10%).
De ongebonden paardensporter heeft in de meeste gevallen een KWPNsportpaard (20%) en een NRPS’er of kruising (20%), gevolgd door een Shetlander (12%). Het is aannemelijk dat veel paardensporters naast hun sportpaard een gezelschapspony hebben. IJslanders, Quarter Horses en Tinkers komen aanzienlijk vaker bij ongebonden sporters voor.
19
17
Inh oudsopgav eHET
GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 H e t g ro t e
p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
Figuur 4: Type paarden (N=6103; gemiddelde percentage alle generaties) Figuur 4: Type paarden (N=6103; gemiddelde percentage alle generaties)
KWPN rijpaard 17
Overige Shetland Welsh pony
6 7 8 7
Fries New Forest pony
3
6
Haflinger Arabier Fjord
3
Tinker
3
Gelders paard Weet niet Draver KWPN tuigpaard Zangersheide Andalusiër Hanoveraan Holsteiner Oldenburger Ijslander Quarterhorse Belgisch Springpaard Engels volbloed Connemara Lusitano Belgisch Trekpaard Deens warmbloed Lippizaner
5 5
10 12 10
44
20 20
9
4
2 2 2 2 2 3 2 1 2 1 2 3 2 1 1 1 1 1 1 4 1 4 1 2 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 0 0
7
Aangesloten Niet aangesloten
5.3 Redenen geen eigen paard De meest voorkomende redenen dat paardensporters geen eigen paard hebben, zijn ‘geen geld’ (41%),
6.3 Redenen eigen ‘gebrek aan tijd’ geen (22%) en ‘mag paard niet van mijn ouders’ (8%). De meest voorkomende redenen dat paardensporters geen eigen paard hebben, zijn ‘geen geld’ (41%), ‘gebrek aan tijd’ (22%) en ‘mag niet van mijn 5.4 Samenvatting paardenbezit ouders’ (8%). Jongeren en jongvolwassen aangesloten paardensporters hebben gemiddeld vaker een eigen paard dan ongebonden paardensporters. Deze verhouding verandert op latere leeftijd. Aangesloten paardensporters (wedstrijdsporters) hebben het vaakst een KWPN-sportpaard (44%). Andere rassen, zoals Friezen, Haflingers, IJslanders, Quarter Horses en Tinkers, komen vaker bij ongebonden sporters voor. De belangrijkste redenen dat paardensporters geen eigen paard hebben, zijn gebrek aan geld en gebrek aan tijd. 20
18
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
6. Resultaten wedstrijdgedrag 6.1 Wedstrijdparticipatie Tweederde (67%) van de aangesloten paardensporters rijdt wedstrijden, tegen maar 19% van de ongebonden paardensporters. Die laatste groep komt vooral uit op WRAN-, TREC- en working equitation-wedstrijden. Zowel bij aangesloten als ongebonden paardensporters neemt de wedstrijddeelname af met het stijgen van de leeftijd. Aangesloten paardensporters rijden dus gemiddeld veel vaker wedstrijden. 35% Gaat meerdere keren per jaar op wedstrijd, 25% één keer per maand en 29% neemt vaker dan één keer per maand deel aan wedstrijden. 72% Van de ongebonden sporters is enkele keren per jaar op een wedstrijd te vinden.
19
Aangesloten paardensporters rijden dus gemiddeld veel vaker wedstrijden. 35% Gaat meerdere keren per jaar op wedstrijd, 25% één keer per maand en 29% vaker dan één keer per maand deel aan wedstrijden. Van der t o n d e r z o e k Inhneemt oudsopgav e H e t g ro t72% e p a a rde n s po ongebonden sporters is enkele keren per jaar op een wedstrijd te vinden.
2015
Tabel 7:Frequentie Frequentie wedstrijden (N (aangesloten)=3045; (niet aangesloten) Tabel 7: wedstrijden (N (aangesloten)=3045; N (nietNaangesloten) =440; weergegeven in percentage) =440; weergegeven in percentage) Aangesloten gen. Z 3
44 16
Niet aangesloten gen. Z Aangesloten gen. Y 3
30
27
9
Aangesloten gen. X
6
40
36
4
11 9 2 26
28
69
2
12 8 3
43
12
Niet aangesloten gen. X
7
16 61
58
Aangesloten pragma. gen. 4 Niet aangesloten pragm. gen.
24
61
20
Niet aangesloten gen. Y
21
24
27
73
15
1 keer per jaar of minder meerdere keren per jaar 1 keer per maand meer dan 1 keer per maand 1 keer per week of vaker
Aangesloten protest gen. PAARDENSPORT 20 20 25 ONDERZOEK 30 5 2015 HET GROTE 100 Niet aangesloten protest gen.
7.2 Niveau wedstrijden Redenen geen wedstrijden Voor aangesloten is het hoogste waarop ze (Z ooit Hoofdredenen om nietpaardensporters deel te nemen aan wedstrijden zijn in niveau de jongere generaties en Y) dat ze geen geschikt Redenen geen wedstrijden paard hebben of deelnemen aanbij wedstrijden leuk of te duur vinden. FNRS-wedstrijden Oudere generaties vinden vooral wedstrijd hebben gereden jongerenniet (Generatie Z) vooral wedstrijd rijden niet leuk of hebben tenemen weinig tijd. Hoofdredenen om niet deel te wedstrijden in de generaties jongere (35%) en KNHS-wedstrijden tot en metaan Z-niveau (47%).zijn Oudere Meer informatie over de reden om geen wedstrijden te rijden? Zie in de bijlagen figuur 21. generaties (Z ensporters Y) dat zehebben geen geschikt paard hebben of deelnemen aan van aangesloten vooral KNHS-wedstrijden tot en met Zwedstrijden niet leuk ofOpvallend te duur vinden. vinden vooral niveau gereden (67%). is dat Oudere 26% vangeneraties de ongebonden 6.2 Niveau wedstrijden wedstrijd rijdenpaardensporters niet leuk of hebben te weinig tijd. Voor aangesloten is het hoogste niveau waarop ze in ooit wedstrijd hebben paardensporters die tegenwoordig wel wedstrijden rijdt, het verleden ookgereden bij jongeren (Generatie Z) vooral FNRS-wedstrijden (35%) en KNHS-wedstrijden tot en met Z-niveau (47%). Meer informatie over de gereden. reden omDit geen wedstrijden Zie in de KNHS-wedstrijden heeft geeft aanleidingtetotrijden? de conclusie dat ook Oudere generatiesfiguur van aangesloten hebben vooral KNHS-wedstrijden tot en met Z-niveau gereden (67%). bijlagen 21. opsporters aangesloten sporters een gegeven moment, of geen mogelijkheid meer Opvallend is dat 26% van de ongebonden paardensporters die tegenwoordig wel wedstrijden rijdt, in het
zien om aan wedstrijden deel te gereden. nemen Dit omdat geen –totgeschikt – paard teraangesloten verleden ook KNHS-wedstrijden heeft geeft ze aanleiding de conclusie dat ook beschikking hebben, geen voldoening meer uit wedstrijden halen. sporters op een gegevenof moment, of geen mogelijkheid meer zien om aan wedstrijden deel te nemen omdat ze geen – geschikt – paard ter beschikking hebben, of geen voldoening meer uit wedstrijden halen. 22
Tabel 8: Hoogste wedstrijdniveau ooit (N (aangesloten)=3045; N (niet Tabel 8: Hoogste wedstrijdniveau ooit (N (aangesloten)=3045; N (niet aangesloten) =440; weergegeven aangesloten) in percentage)=440; weergegeven in percentage) Aangesloten gen. Z
15
Niet aangesloten gen. Z
17
Aangesloten gen. Y
28
Aangesloten pragma. gen.
847
58
Niet aangesloten protest gen.
4
26
20
5
12 62
18
27
61 58
0
32
73
Niet aangesloten gen. X
Overige
13 101
38
10 6 9
5
1
73
45
Niet aangesloten pragm. gen.
Aangesloten protest gen.
47
6 5 11
Niet aangesloten gen. Y
Aangesloten gen. X
36
83
Onderlinge wedstrijden, georganiseerd door de vereniging/ man FNRS-wedstrijden KNHS-wedstrijden t/m Z-niveau
12 2 18
60
21 3 55
Subtop wedstrijden Topsport (internationaal)
7.3 Vervoer Aangesloten paardensporters hebben gemiddeld vaker eigen vervoer (58%) dan ongebonden paardensporters (43%). Ongebonden paardensporters 20 huren of delen vaker vervoer (24%) dan aangesloten paardensporters (11%).
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
6.3 Vervoer Aangesloten paardensporters hebben gemiddeld vaker eigen vervoer (58%) dan ongebonden paardensporters HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 (43%). Ongebonden paardensporters huren of delen vaker vervoer (24%) dan aangesloten paardensporters (11%). Dit heeft hoogstwaarschijnlijk te maken met een frequentere deelname aan wedstrijden door aangesloten sporters. Tabel 9: Vervoer (N (aangesloten)=3045; N (niet aangesloten) =440; gemiddelde
percentage per generatie)
Tabel 9: Vervoer (N (aangesloten)=3045; N (niet aangesloten) =440; gemiddelde percentage per generatie)
6.4 Samenvatting wedstrijdgedrag
7.4 Samenvatting wedstrijdgedrag Tweederde van de aangesloten paardensporters rijdt wedstrijden en een vijfde de niet aangesloten Tweederde van de aangesloten paardensporters rijdt wedstrijden envan een paardensporters rijdt ook wedstrijden, vooral WRAN, vijfde van de niet aangesloten paardensporters rijdt ook wedstrijden, vooral TREC en working equitation. WRAN, TREC en working equitation. Hoofdredenen van jongere generaties om niet deel te Hoofdredenen van jongere generaties om niet deel nemen aan wedstrijden nementeaan wedstrijden zijn dat ze geen geschikt ter beschikking hebbenniet of wedstrijden niet leuk zijn dat ze geen geschikt paard ter beschikkingpaard hebben of wedstrijden of te duur vinden. Oudere generaties leuk of te duur vinden. Oudere generaties van paardensporters hebben vooralvan paarden sporters hebben vooral te weinig tijd. Aangesloten te weinig tijd. Aangesloten paardensporters hebben gemiddeld vaker eigen paardensporters hebben gemiddeld vaker eigen vervoer. vervoer.
21
24
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
7. Resultaten persoonlijkheid en motivatie 7.1 Redenen paardrijden Voor alle paardensporters staat de omgang met het paard voorop. Er zijn ook verschillen in waarom aangesloten en ongebonden paardensporters hun sport beoefenen. Aangesloten paardensporters zien paardrijden vooral als ‘sport’ en worden gestimuleerd door hun familie, terwijl niet aangesloten sporters mentale ontspanning en het contact met de natuur zoeken. Meer weten over de redenen? Zie in de bijlagen figuur 22.
22
en worden gestimuleerd door hun familie, terwijl niet aangesloten sporters mentale ontspanning en het contact met de natuur zoeken. Inh oudsopgav e H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k Meer weten over de redenen? Zie in de bijlagen figuur 22.
2015
Figuur 5: Top 5 redenen om aan paardensport te beginnen (N=6636;
Figuur 5: Top 5 redenen om aan paardensport te beginnen (N=6636; gemiddelde percentage alle gemiddelde percentage alle generaties) generaties)
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
8.2 Motivatie paardensporter De uitkomsten laten zien wat paardensporters motiveert en in welke mate (zie de grafiek voor de gemiddelde profielen van aangesloten en ongebonden paardensporters)2. Duidelijk is dat paardensporters vooral intrinsiek gemotiveerd zijn. Dat betekent dat paardensport deel uitmaakt van hun identiteit en dat ze de sport beoefenen voor het plezier en de voldoening van 7.2 Motivatie paardensporter leren. Ervaren paardensporters voelen ook ‘gezonde’ druk om te rijden: ze De uitkomsten laten zien wat paardensporters motiveert en in welke mate (zie de grafiek voor de gemiddelde vinden het belangrijk en niet alleen maar plezierig. Demotivatie (geen profielen van aangesloten en ongebonden paardensporters) 2. Duidelijk is dat paardensporters vooral intrinsiek motivatie)zijn. of Dat sterke drukdat van buiten omdeel te ‘moeten’ rijden ervarenen dat ze de sport beoefenen gemotiveerd betekent paardensport uitmaakt van hun identiteit paardensporters nauwelijks. paardensporters scoren hoger druk op om te rijden: voor het plezier en de voldoening vanAangesloten leren. Ervaren paardensporters voelen ook ‘gezonde’ zezowel vinden intrinsieke het belangrijkmotivatie en niet alleen maar plezierig. Demotivatie (geen motivatie) of sterke druk van buiten om als plichtsbesef. te ‘moeten’ rijden ervaren paardensporters nauwelijks. Aangesloten paardensporters scoren hoger op zowel intrinsieke motivatie als plichtsbesef.
Figuur 6: Motivatie gemiddelde paardensporter (N=6759; weergegeven in percentage) Figuur 6: Motivatie gemiddelde paardensporter (N=6759; weergegeven in percentage)
25
Dit onderzoek heeft gebruikgemaakt van de gevalideerde vragenlijst ‘Sport Motivation Scale SMS-6’ van Pelletier, L. G., Fortier, M. S., Vallerand, R. J., Tuson, K. M., Brière, N. M., & Blais, M. R. (1995). Toward a new measure of intrinsic motivation, extrinsic motivation, and amotivation in sports: The Sport Motivation Scale (SMS). Journal of Sport & Exercise Psychology, 17, 35-5. 2
De resultaten maken duidelijk dat paardrijden meer is dan een hobby en duidelijk bij de identiteit van de sporter hoort. Plezier en intrinsieke voldoening staan voorop, gevolgd door plichtsbesef. Deze motivatiebronnen zijn sterker aanwezig bij aangesloten paardensporters.
23
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
De resultaten maken duidelijk dat paardrijden meer is dan een hobby en duidelijk bij de identiteit van de sporter hoort. Plezier en intrinsieke voldoening staan voorop, gevolgd door plichtsbesef. Deze motivatiebronnen zijn sterker aanwezig bij aangesloten paardensporters.
7.3 Persoonlijkheid paardensporter Er komt geen significant verschil in persoonlijkheid naar voren tussen aangesloten en ongebonden paardensporters 3, wel tussen verschillende disciplines. Paardensporters die vooral buitenrijden zijn minder extrovert dan dressuurruiters en vooral spring- en eventingruiters. Dressuur-, spring-, en eventingruiters hebben duidelijk meer sociale en fysieke prikkels nodig en zijn gemiddeld meer op zoek naar de (sportieve) uitdaging. Paardensporters die deelnemen aan ‘nieuwe’ vormen van paardensport, staan gemiddeld meer open voor nieuwe ontwikkelingen en zijn vaak vriendelijk en onzelfzuchtig van aard.
7.4 Samenvatting motivatie en persoonlijkheid Voor alle paardensporters is paardrijden een onderdeel van hun identiteit. Plezier en intrinsieke voldoening staan voorop. Omgang met paarden is de belangrijkste reden om paardensport te beoefenen. Aangesloten paarden sporters zien paardrijden vooral als ‘sport’ en worden gestimuleerd door hun familie. Niet aangesloten sporters zoeken mentale ontspanning en het contact met de natuur. Dressuur-, spring- en eventingruiters hebben meer prikkels nodig en zijn op zoek naar de (sportieve) uitdaging, terwijl deelnemers aan ‘nieuwe’ vormen van paardensport meer openstaan voor nieuwe ontwikkelingen.
De persoonlijkheid van paardensporters is getest met een gevalideerde vragenlijst gebaseerd op het vijffactorenmodel van persoonlijkheid, Costa, P. T. Jr., & McCrae, R. R. (1992). Revised NEO Personality Inventory (NEO-PI-R) and NEO Five-Factor Inventory (NEO-FFI) professional manual. Odessa, Florida: Psychological Assessment Resources, Inc. 3
24
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
8. Resultaten informatiegedrag 8.1 Informatiebronnen Aangesloten jongere generaties (Generatie Z en Y) doen in eerste instantie informatie op via hun instructeurs (gemiddeld 17%), niet aangesloten paardensporters vooral via internetfora (gemiddeld 16%). Bij alle paarden sporters uit de Generatie Z staan hun vrienden en zoekmachines op de tweede plek, terwijl paardensporters uit de Generatie Y vooral sociale media belangrijk vinden, gevolgd door vakbladen voor aangesloten sporters en zoekmachines voor ongebonden sporters. Voor aangesloten volwassen paardensporters zijn vooral vakbladen van belang, gevolgd door sociale media en zoekmachines. De ongebonden volwassen paardensporter gebruikt zoekmachines, fora en vakbladen als informatiebron. Meer weten over de informatiebronnen? Zie in de bijlagen figuur 23.
25
media en zoekmachines. De ongebonden volwassen paardensporter gebruikt zoekmachines, weten den s po r t o n d e r z o e k Inh oudsopgav e fora en vakbladen als informatiebron. Meer H e t g ro t eover p a a rde informatiebronnen? Zie in de bijlagen figuur 23.
2015
Tabel 10: Informatiebronnen (N=6190; weergegeven in percentage) Tabel 10: Informatiebronnen (N=6190; weergegeven in percentage)
8.2 Ontvangen van informatie Alle paardensporters krijgen hun informatie het liefst via een website (36%), gevolgd door sociale media voor de
9.2 Ontvangen van informatie jongere generaties en een online nieuwsbrief voor de oudere generaties. Alle paardensporters krijgente hun informatie het liefstinformatie via eenvan website (36%), De vraag is bedoeld om erachter komen of paardensporters de KNHS het liefst online of op papier ontvangen. Daarom is er geen antwoordmogelijkheid ‘vakblad’. alle paardensporters geeft bij gevolgd door sociale media voor de jongere generaties en16% eenVan online HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 ‘overige’ aan informatie het liefst via een vakblad te ontvangen. Meer weten over informatie ontvangen? Zie in nieuwsbrief voor de oudere generaties. de bijlagen figuur 24. De vraag is bedoeld om erachter te komen of paardensporters informatie van Tabel 11: Top drie voorkeuren voor ontvangen van informatie (N=6190; de KNHS hetdrie liefst online ofvoor op ontvangen papier ontvangen. Daarom is erweergegeven geen Tabel 11: Top voorkeuren van informatie (N=6190; in percentage) weergegeven in percentage) antwoordmogelijkheid ‘vakblad’. 16% Van alle paardensporters geeft bij ‘overige’ aan informatie het liefst via een vakblad te ontvangen. Meer weten over informatie ontvangen? Zie in de bijlagen figuur 24. 28
8.3 Paardenbladen 26% Van de aangesloten paardensporters leest regelmatig Paard&Sport, gevolgd door Bit (19%) en
9.3 Paardenbladen Hoefslag (16%). De ongebonden paardensporter leest regelmatig Bit (21%). 18% Leest geen paardenbladen. 26% Van de aangesloten paardensporters leest regelmatig Paard&Sport, gevolgd door Bit (19%) en Hoefslag (16%). De ongebonden paardensporter leest regelmatig Bit (21%). 18% Leest geen paardenbladen. 9.4 Belangrijke thema’s Voor de jongste generatie (Generatie Z) is ‘beter leren paardrijden’ het belangrijkste thema. Voor alle oudere generaties, aangesloten en 26 ongebonden, staat ‘paardenwelzijn’ op de eerste plek, gevolgd door ‘beter leren paardrijden’ voor de aangesloten paardensporter, ‘paardengedrag en
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
8.4 Belangrijke thema’s Voor de jongste generatie (Generatie Z) is ‘beter leren paardrijden’ het belangrijkste thema. Voor alle oudere generaties, aangesloten en ongebonden, staat ‘paardenwelzijn’ op de eerste plek, gevolgd door ‘beter leren paardrijden’ voor de aangesloten paardensporter, ‘paardengedrag en -psychologie’ en voor de jongere generaties ‘wedstrijdgericht rijden’. Voor de ongebonden paardensporter staan ‘paardengedrag en -psychologie’ op de tweede plek, gevolgd door ‘paardengezondheid’ en ‘beter leren paardrijden’. De huidige HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 paardensporter is dus vooral op zoek informatie over het welbevinden van zijn partner, het paard. Informatie over het leveren van de hoogst mogelijke prestatie blijkt minder belangrijk te worden of voort te vloeien uit een gezond en ‘gelukkig’ paard. Meer weten over alle thema’s? Zie in de bijlagen figuur 25.
(N=6190; weergegeven in percentage) Tabel 12:Top Top drie thema’s Tabel 12: drie thema’s (N=6190; weergegeven in percentage)
8.5 Paardensport algemeen en dagelijks rijden In twee open vragen geven deelnemers aan waar ze zowel in de paardensport als in hun dagelijkse rijden tegenaan lopen. 15% Van de paardensporters worstelt vooral met de ‘ongepaste cultuur’ en ‘gedrag van 9.5 Paardensport algemeen en dagelijks rijden anderen’. Belangrijke thema’s zijn verder ‘onvoldoende aandacht voor paardenwelzijn’ (11%), ‘hoge kosten’ In twee open vragen geven deelnemers aan waar ze zowel in de (12%) en een ‘onplezierige sfeer in de wedstrijdsport’ (10%). Op persoonlijk vlak loopt 19% van de paardensporters aan paardensport als in hun dagelijkse rijden tegenaan lopen. 15% Van de tegen ‘rijtechnische problemen’, ‘onvoldoende faciliteiten’ (13%), ‘te weinig aandacht voor recreatie’ (13%) en ‘(on) paardensporters worstelt geschiktheid en gedrag paard’vooral (10%). met de ‘ongepaste cultuur’ en ‘gedrag van
anderen’. Belangrijke thema’s zijn verder ‘onvoldoende aandacht voor 8.6 Samenvatting informatiegedrag paardenwelzijn’ (11%), ‘hoge kosten’ (12%) en een ‘onplezierige sfeer in de De huidige paardensporter is vooral op zoek naar informatie over het welbevinden van zijn partner, het paard. wedstrijdsport’ (10%). Op persoonlijk vlak loopt 19% van de paardensporters De manier waarop verschilt. Aangesloten jongere generaties doen informatie vooral op via hun instructeurs, aan tegen ‘rijtechnische problemen’, ‘onvoldoende faciliteiten’ (13%), ‘te terwijl niet aangesloten paardensporters vooral internetfora, sociale media en zoekmachines gebruiken. weinig aandacht voor paardensporters recreatie’ (13%) ‘(on)geschiktheid gedrag paard’ Voor oudere aangesloten zijn en vakbladen belangrijk en inen mindere mate sociale media. Alle paardensporters ontvangen informatie het liefst via een website, gevolgd door sociale media voor de jongere (10%). generaties en een online nieuwsbrief voor de oudere generaties.
9.6 Samenvatting informatiegedrag De huidige paardensporter is vooral op zoek naar informatie over het welbevinden van zijn partner, het paard. De manier waarop verschilt. Aangesloten jongere generaties doen informatie vooral op via hun instructeurs, terwijl niet aangesloten paardensporters vooral internetfora, sociale media en zoekmachines gebruiken. Voor oudere aangesloten paardensporters zijn vakbladen belangrijk en in mindere mate sociale media. Alle paardensporters ontvangen informatie het2 7liefst via een website, gevolgd door sociale media voor de jongere generaties en een online nieuwsbrief voor
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
9. RESULTATEN LEEFSTIJL
9. Resultaten leefstijl 10.1 Huishoudelijke situatie 9.1 Huishoudelijke situatie Ongeveer 95% van alle jongeren woont thuis. Volwassen paardensporters Ongeveer 95% van alle jongeren woont thuis. Volwassen paardensporters hebben veelal een partner en zo’n hebben veelal een partner en zo’n 40% heeft geen kinderen. Bijna 70% van 40% heeft geen kinderen. Bijna 70% van de volwassen paardensporters tussen de 30 en 60 jaar werkt vol- of de volwassen paardensporters tussen de 30 en 60 jaar werkt vol- of deeltijd. deeltijd. Tabel 13:Huishoudelijke Huishoudelijke situatie (N=5528; weergegeven in percentage) Tabel 13: situatie (N=5528; weergegeven in percentage) Inwonend bij ouders/familie
95
Generatie Z
Generatie Y
Oudere generaties 1 13 32
54
27
3
13
30
25
43
22
2
Alleenstaand zonder kinderen Alleenstaand met kinderen thuis Alleenstaand met uitwonende kinderen Samenwonend/getrouwd zonder kinderen Samenwonend/getrouwd met kinderen thuis Samenwonend/getrouwd met uitwonende kinderen Overige
10.2 Opleidingsniveau en beroep Paardensporters zijn gemiddeld relatief hoog opgeleid. Rond 46% van de aangesloten paardensporters en 50% van de ongebonden paardensporters heeft een opleiding op hbo- of universitair niveau. Ongebonden paardensporters zijn iets hoger opgeleid dan niet 2 8 aangesloten paardensporters. Ze zijn vooral op middelbaar of hoger niveau werkzaam.
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
9.2 Opleidingsniveau en beroep Paardensporters zijn gemiddeld relatief hoog opgeleid. Rond 46% van de aangesloten paardensporters en HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 50% van de ongebonden paardensporters heeft een opleiding op hbo- of universitair niveau. Ongebonden GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 Ze zijn vooral op middelbaar of paardensportersHET zijn iets hoger opgeleid dan niet aangesloten paardensporters. hoger niveau werkzaam. Figuur 7: Opleidingsniveau (N=5528; gemiddelde percentage alle generaties)
Figuur 7: Opleidingsniveau (N=5528; gemiddelde percentage alle generaties) Figuur 40 7: Opleidingsniveau (N=5528; gemiddelde percentage 32 34 alle generaties) 22 24 32 34 30 40 14 16 12 11 22 24 20 30 8 8 7 14 16 3 10 3 4 0 0 1 1 12 11 20 Aangesloten 8 8 3 7 0 3 4 0 0 1 1 10 Aangesloten Niet aangesloten 0 Niet aangesloten
Figuur 8: Beroep oudere generaties (zonder Generatie Z) (N=3306; gemiddelde Figuur 8: Beroep oudere generaties (zonder Generatie Z) (N=3306; gemiddelde percentage alle oudere percentage alle oudere Figuur 8: Beroep ouderegeneraties) generaties (zonder Generatie Z) (N=3306; gemiddelde generaties) percentage alle oudere generaties) Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. architect, of arts, Hoger intellectueel vrijwe beroep Hoger leidinggevend beroep (b.v. architect, arts, we (b.v. leidinggevend manager, directeur, Hoger beroep Middelbaar intellectueel of vrij (b.v. manager, directeur, beroep (b.v. leerkracht, Middelbaar intellectueel ofkuvrij Middelbaar leidinggevende beroep (b.v. leerkracht, kuof commercieel beroep (b.v. of Middelbaar leidinggevende Overige hoofdarbeid (b.v. commercieel beroep (b.v. administratief medewerker, Overige hoofdarbeid (b.v. Geschoolde leidinggevende administratief medewerker, handarbeid (b.v. automonteur, Geschoolde leidinggevende Semi-geschoolde handarbeid handarbeid (b.v. automonteur, (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider Semi-geschoolde handarbeid Ongeschoolde en geoefende (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider handarbeid (b.v. schoonmaker, Ongeschoolde en geoefende Agrarisch beroep (b.v. land- of handarbeid (b.v. schoonmaker, stalarbeider, zelfstandig agof Agrarisch beroep (b.v. landstalarbeider, zelfstandig ag
13 14 13 1214 10 12 10
10
7 1
2
2 12 2 2 2 2 2 2
7 7
20
10
7
20
Aangesloten Niet aangesloten Aangesloten Niet aangesloten 24 24
14 16 14 16
8 8
10.3 Waarden Deelnemers aan de enquête scoren hun waarden op een schaal van 1 tot en 10.3 Waarden met 5. Alle paardensporters vooral waardeopaan vrije van tijd 1 tot en Deelnemers aan de enquêtehechten scoren hun waarden eenhun schaal (gemiddelde score 4,3), sociale relaties (huwelijk (voor generaties): met 5. Alle paardensporters hechten vooral waarde aanoudere hun vrije tijd 4,3; familie: 4,1; vrienden: 4,1) en ‘fit zijn’: 4). (gemiddelde score 4,3), sociale relaties (huwelijk (voor oudere generaties): 4,3; familie: 4,1; vrienden: 4,1) en ‘fit zijn’: 4).
29
32 32
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 9.3 Waarden Deelnemers aan de enquête scoren hun waarden op een schaal van 1 tot en met 5. Alle paardensporters hechten vooral waarde aan hun vrije tijd (gemiddelde score 4,3), sociale relaties (huwelijk (voor oudere Tabel 14: Waarden (N=5750; 1 - 5) HET GROTEschaal PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 generaties): 4,3; familie: 4,1; vrienden: 4,1) en ‘fit zijn’: 4). Tabel 14:14: Waarden (N=5750; schaalschaal 1 - 5) Tabel Waarden (N=5750;
1 - 5)
10.4 Vrijetijdsbesteding In hun vrije tijd (naast het paardrijden) surfen paardensporters het liefst op het 9.4 Vrijetijdsbesteding internet (gemiddeld 13%) of ontmoeten hun vrienden (gemiddeld 13%). Ook 10.4 Vrijetijdsbesteding In hun vrije (naast het paardrijden) surfen het liefst op het internet (gemiddeld 13%) of hier wordt tijd duidelijk hoe belangrijk het paardensporters sociale netwerk, bestaand uit vrienden In hun vrije tijd (naast het paardrijden) surfen hethetliefst opnetwerk, het ontmoeten hun vrienden (gemiddeld 13%). Ook hier wordt paardensporters duidelijk hoe belangrijk sociale en familie, voor paardensporters is. Meer weten over vrijetijdsbesteding? Zie bestaand uit(gemiddeld vrienden en familie, paardensporters Meer weten over vrijetijdsbesteding? internet 13%)voor of ontmoeten hunis.vrienden (gemiddeld 13%). OokZie in de inbijlagen de bijlagen figuur 26. figuur 26. hier wordt duidelijk hoe belangrijk het sociale netwerk, bestaand uit vrienden en familie, voor paardensporters is. Meer weten over vrijetijdsbesteding? Zie in de bijlagen figuur 26.
Tabel 15: (N=5750; weergegeven in percentage) Tabel 15: Vrijetijdsbesteding Vrijetijdsbesteding (N=5750; weergegeven in percentage)
Tabel 15: Vrijetijdsbesteding (N=5750; weergegeven in percentage)
10.5 Andere sporten Ongeveer de helft van alle paardensporters doet ook aan andere sporten. 18% Van de aangesloten paardensporters loopt hard, doet aan fitness (14%) 10.5 Andere sporten of Ongeveer aan wandelsport terwijl ongebonden doet paardensporters wandelen de helft(11%), van alle paardensporters ook aan andere sporten. (17%), fitnessen (15%) of hardlopen (13%). Fysiek fit zijn is voor 18% Van de aangesloten paardensporters loopt hard, doet aan fitness (14%) paardensporters blijkbaar van belang. of aan wandelsport (11%), terwijl ongebonden paardensporters wandelen 33 (17%), fitnessen (15%) of hardlopen (13%). Fysiek fit zijn is voor 30 paardensporters blijkbaar van belang.
33
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
9.5 Andere sporten Ongeveer de helft van alle paardensporters doet ook aan andere sporten. 18% Van de aangesloten paardensporters loopt hard, doet aan fitness (14%) of aan wandelsport (11%), terwijl ongebonden HETwandelen GROTE(17%), PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 paardensporters fitnessen (15%) of hardlopen (13%). Fysiek fit zijn is voor paardensporters blijkbaar van belang.
Figuur 9: Andere sporten percentage alle generaties) Figuur 9: Andere sporten(N=5750; (N=5750; gemiddelde gemiddelde percentage alle generaties)
20 18 17 18 Aangesloten 15 14 16 13 14 11 Niet aangesloten 12 8 10 7 67 5 8 6 2 2 33 22 2 4 11 1 11 1 21 22 1 0 2 0
9.6 Samenvatting leefstijl Bijna 70% van de volwassen paardensporters tussen de 30 en 60 jaar werkt vol- of deeltijd en is relatief hoog Ongebonden paardensporters zijn iets hoger opgeleid dan niet aangesloten paardensporters. 10.6opgeleid. Samenvatting leefstijl Paardensporters hechten aan vrije tijd, sociale relaties en fysieke gezondheid. Het sociale netwerk, bestaand uit Bijna 70% van de volwassen paardensporters tussen de 30 en 60 jaar werkt vrienden en familie, is belangrijk. Verankering van de KNHS in dit sociale netwerk (zowel digitaal als daad vol- werkelijk) of deeltijd en is relatief hoog opgeleid. Ongebonden paardensporters zijn is dus van belang. Als tweede sport worden hardlopen, fitness en wandelen genoemd. Dat maakt iets combisporten hoger opgeleid dan nietenaangesloten Paardensporters als hardlopen rijden kansrijk. paardensporters. hechten aan vrije tijd, sociale relaties en fysieke gezondheid. Het sociale netwerk, bestaand uit vrienden en familie, is belangrijk. Verankering van de KNHS in dit sociale netwerk (zowel digitaal als daadwerkelijk) is dus van belang. Als tweede sport worden hardlopen, fitness en wandelen genoemd. Dat maakt combisporten als hardlopen en rijden kansrijk.
31 34
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
10. Resultaten kijk op de KNHS 10.1 Bekendheid KNHS De KNHS is goed tot zeer goed bekend bij de paardensporter. 97% Van de aangesloten paardensporters en 94% van de ongebonden paardensporters kennen de KNHS. 78% Van de aangesloten paardensporters heeft regelmatig contact met de KNHS.
32
kennen de KNHS. 78% Van de aangesloten paardensporters heeft regelmatig contact met de KNHS. Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
11.2 Perceptie KNHS Ongeveer 49% van alle paardensporters ziet de KNHS als een bond voor 10.2 Perceptie KNHS iedere paardensporter, terwijl 43% haar als een bond voor wedstrijd- of Ongeveer 49% van alle paardensporters ziet de KNHS als een bond voor iedere paardensporter, terwijl 43% sportruiters ziet. haar als een bond voor wedstrijd- of sportruiters ziet.
Figuur 10: Voor Voorwie wieis is KNHS? (N=5140; weergegeven in percentage) Figuur 10: dede KNHS? (N=5140; weergegeven in percentage) 80
Aangesloten gen. Z Aangesloten gen. Y Aangesloten pragma. gen. Aangesloten gen. X Aangesloten protest gen. Niet aangesloten gen. Z Niet aangesloten gen. Y Niet aangesloten pragm. gen. Niet aangesloten gen. X Niet aangesloten protest gen.
70 60 50 40 30 20 10 0
Wedstrijdruiters
Sportruiters
Alle ruiters
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
De KNHS wordt vooral als deskundig, professioneel en sportief gezien, en scoort gemiddeld een 3,6, 3,5 en 3,5 op een schaal van 1-5. Hoe als ouder de paardensporter is, hoe minder positief zijn inschatting. De KNHS wordt vooral deskundig, professioneel en sportief gezien, en scoort 11: gemiddeld een 3,6, 3,5 en 3,5gemiddeld op een schaal van 1-5. Hoe ouder Figuur Perceptie KNHS (N=5494; alle generaties; schaal 1 -de 5) Figuur 11: Perceptie KNHS (N=5494; gemiddeld alle generaties; schaal 1 - 5)
paardensporter is, hoe minder positief zijn inschatting. 5 4 3 2 1 0
aangesloten niet aangesloten
35
11.3 Tevredenheid KNHS De algemene tevredenheid over de KNHS ligt bij een gewogen gemiddelde van 6,4 (op een schaal van 1-10). Bij de aangesloten paardensporter scoort de KNHS een 6,6 en bij de ongebonden paardensporter een 5,8. Oudere generaties en ongebonden paardensporters kijken wat kritischer naar de KNHS. Figuur 12: Tevredenheid over de KNHS (N=5692; weergegeven in percentage)
10 9 8 7 6 5
33
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
11.3 Tevredenheid KNHS De algemene tevredenheid over de KNHS ligt bij een gewogen gemiddelde van 6,4 (op een schaal van 1-10). Bij de aangesloten paardensporter scoort de KNHS een 6,6 en bij de ongebonden paardensporter een 5,8. Oudere 10.3 Tevredenheid KNHS generaties ongebonden paardensporters kijken wat kritischer deeen schaal van 1-10). De algemeneen tevredenheid over de KNHS ligt bij een gewogen gemiddelde van naar 6,4 (op Bij de aangesloten paardensporter scoort de KNHS een 6,6 en bij de ongebonden paardensporter een 5,8. KNHS. Oudere generaties en ongebonden paardensporters kijken wat kritischer naar de KNHS.
Figuur 12: Tevredenheid over de KNHS (N=5692; weergegeven in percentage) Figuur 12: Tevredenheid over de KNHS (N=5692; weergegeven in percentage)
10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
Waar lopen paardensporters dan tegenwoordig bij de KNHS tegenaan? De belangrijkste punten 36 zijn leden communicatie en service (27%), klantgerichtheid in de organisatie (13%), verhouding prijs-kwaliteit (14%), weinig aandacht voor niet-competitieve ruiters (10%) en (niet) passende regelgeving (9%).
10.4 Samenvatting kijk op de KNHS 43% Ziet de KNHS als een bond voor wedstrijd- of sportruiters. Ze wordt vooral als deskundig, professioneel en sportief gezien. Naarmate paardensporters ouder zijn, zien zij de KNHS minder positief. Bij de aangesloten paardensporter scoort de KNHS een 6,6 en bij de ongebonden paardensporter een 5,8.
34
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
11. Algemene conclusie Levenslange binding Paardrijden, in welke vorm dan ook, betekent plezier. Voor mensen die van paarden houden, is de paardensport veel meer dan een hobby. Het is een passie en die hun leven in positieve zin bepaalt. De levenslange binding met paardensport is daardoor per definitie uitzonderlijk hoog, ongeacht of de paardensporter bij een landelijke vereniging hoort of ongeorganiseerd paardrijdt. Andere invulling Alleen de behoefte aan de invulling verschilt. Aangesloten paardensporters zien de paardensport echt als sport en uitdaging, terwijl ongebonden paardensporters vooral op zoek zijn naar mentale ontspanning en contact met de natuur. Dit uit zich onder andere in de verschillende manieren van paardensport beoefenen. Welzijn centraal Voor alle paardensporters staat paardenwelzijn centraal, ongeacht de vorm of ambitie. De hang naar informatie over goed paardrijden, paardengedrag en -psychologie is groot. Men wil passie, kennis en expertise vooral delen, via internet, social media of fora. Een ‘community’ rond de paardensport wordt daarom steeds belangrijker, waarin iedere paardensporter op elk niveau en op verschillende manieren mee kan doen. Het welzijn van het paard wordt doorgaans op een proactieve, verantwoordelijke manier gewaarborgd.
35
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
12. Bijlagen 12. BIJLAGEN 12.
BIJLAGEN
Onderwerp 1: Reden voor het beoefenen van de hoofddiscipline, top 3 Onderwerp 1: Redenaangeslotenvoor het beoefenen van de hoofddiscipline, top 3 hoofddisciplines aangeslotenhoofddisciplines en ongebonden paardensporters. Onderwerp 1: Reden voor het beoefenen van de hoofddiscipline, top 3 en ongebonden paardensporters. hoofddisciplines aangesloten- en ongebonden paardensporters. 0
5
10
15
20
25
ik vind het de mooiste vorm 0 mentaal uitdagend ik vind het de mooiste vorm mijn paard is er goed in mentaal uitdagend ik ben er goed in mijn paard is er goed in fysiek uitdagend ik ben er goed in overige fysiek uitdagend omgeving leent zich ervoor overige geinspireerd door topruiter omgeving leent zich ervoor iedereen in mijn omgeving doet geinspireerd door topruiter mijn familie doet het iedereen in mijn omgeving doet ik durf niets anders mijn familie doet het mijn gezondheid ik durf niets anders gezondheid paard mijn gezondheid geen tijd voor iets anders gezondheid paard geen geld voor iets anders geen tijd voor iets anders
5
10
15
20
25
Figuur 13: Redenen waarom aangesloten sporters dressuur als hoofddiscipline beoefenen
dressuur dressuur
geen voor ietswaarom anders aangesloten sporters dressuur als hoofddiscipline Figuur 13:geld Redenen beoefenen Figuur 14: aangesloten sporters buitenrijden als als hoofddiscipline beoefenen Figuur 13:Redenen Redenenwaarom waarom aangesloten sporters dressuur hoofddiscipline beoefenen 0
5
10
15
20
25
ik vind het de mooiste vorm 0 5 10 15 20 25 omgeving leent zich ervoor ik vind het de mooiste vorm mijn paard is er goed in omgeving leent zich ervoor overige mijn paard is er goed in ik ben er goed in overige mentaal uitdagend ik ben er goed in fysiek uitdagend mentaal uitdagend buitenrijden iedereen in mijn omgeving fysiek uitdagend geen geld voor iets anders buitenrijden iedereen in mijn omgeving mijn familie doet het geen geld voor iets anders geen tijd voor iets anders mijn familie doet het gezondheid paard geen tijd voor iets anders ik durf niets anders gezondheid paard geinspireerd door topruiter ik durf niets anders mijn gezondheid geinspireerd door topruiter gezondheid Figuur 14: mijn Redenen waarom aangesloten sporters buitenrijden als
hoofddiscipline beoefenen Figuur 14: Redenen waarom aangesloten sporters buitenrijden als hoofddiscipline beoefenen
39 39
36
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
De “springen”, “mennen” en “overige” staan op een gedeelde derde De vormen vormen “springen”, “mennen” en “overige” staan op een gedeelde derde plaats van meest beoefende vorm, bij de aangesloten paardensporters. plaats van meest beoefende vorm, bij de aangesloten paardensporters. De vormen “springen”, “mennen” en “overige” staan op een gedeelde derde plaats van meest beoefende vorm, bij de aangesloten paardensporters. Figuur 15: Redenen waarom aangesloten paardensporters springen als hoofddiscipline beoefenen
0 ik vind het de mooiste vorm 0 mijn paard is er goed in ik vind het de mooiste vorm mentaal uitdagend mijn paard is er goed in ik ben uitdagend er goed in mentaal uitdagend ikfysiek ben er goed in geinspireerd door topruiter fysiek uitdagend overige geinspireerd door topruiter omgeving leent zichoverige ervoor mijnleent familie het omgeving zichdoet ervoor iedereen in mijnmijn omgeving doet het het familie doet voor ietsdoet anders iedereen ingeen mijntijd omgeving het ik durf geen tijd voorniets iets anders paard ikgezondheid durf niets anders mijn gezondheid gezondheid paard geen geld mijn voorgezondheid iets anders geen geld voor iets anders
5 5
10 10
15 15
20 20
25 25
30 30
springen springen
Figuur 15: Redenen waarom aangesloten paardensporters springen als hoofddiscipline beoefenen Figuur 15: Redenen waarom aangesloten paardensporters springen als Figuur 16: Redenen waarom aangesloten sporters aangespannen/mennen als hoofddiscipline hoofddiscipline beoefenen beoefenen
0 0 ik vind het de mooiste vorm ik vind het de mooiste vorm mijn paard is er goed in mijn paard is er goed in ik ben ik ben er goed in mentaal uitdagend mentaal uitdagend overige overige mijn gezondheid gezondheid mijnmijn familie doet het mijnleent familie doet het omgeving zich ervoor omgeving leent zichtopruiter ervoor geinspireerd door geinspireerd dooruitdagend topruiter fysiek fysiek iedereen in mijn uitdagend omgeving iedereen mijniets omgeving geen tijdinvoor anders geen tijd voorniets iets anders ik durf ikgezondheid durf niets anders paard gezondheid paard geen geld voor iets anders geen geld voor iets anders
5 5
10 10
15 15
20 20
25 25
aangespannen/mennen aangespannen/mennen
Figuur 16: Redenen waarom aangesloten sporters aangespannen/mennen als hoofddiscipline beoefenen Figuur 16: Redenen waarom aangesloten sporters aangespannen/mennen als hoofddiscipline beoefenen 40 40
37
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
0
5
10
15
20
25
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
ik vind het de mooiste vorm overige mentaal uitdagend 0 mijn paard is er goed in ik vind het de mooiste vorm ik ben er goed in overige fysiek uitdagend uitdagend mentaal omgeving leentiszich ervoor mijn paard er goed in iedereen in mijn omgeving doet het ik ben er goed in mijnfysiek familieuitdagend doet het geinspireerd door topruiter omgeving leent zich ervoor gezondheid paard iedereen in mijn omgeving doet het geenmijn tijd voor iets anders familie doet het mijn gezondheid geinspireerd door topruiter ikgezondheid durf niets anders paard geen geld voor iets anders geen tijd voor iets anders
Figuur 17: Redenen waarom aangesloten sporters overige als hoofddiscipline beoefenen
5
10
15
20
25
overige
overige
mijn gezondheid ik durf niets anders Figuur 17: Redenen waarom aangesloten sporters overige als hoofddiscipline beoefenen geen geld voor iets anders
Figuur Redenenwaarom waarom aangesloten sporters overige als hoofddiscipline Figuur 17: 18: Redenen ongebonden sporters dressuur als hoofddiscipline beoefenen beoefenen 0
5
10
15
20
mijn paard is er goed in 0
5
10
15
20
mentaal uitdagend ik vind het de mooiste vorm
fysiek uitdagend mentaal omgeving leent zich ervoor ik vind het de mooiste vorm ik ben mijn paard is er goed in overige fysiek uitdagend
dressuur
geinspireerd door topruiter omgeving leent zich ervoor iedereen in mijn omgeving ik ben erdoet goedhet in gezondheidoverige paard ik durf niets anders geinspireerd door topruiter geen geld voor ietsdoet anders iedereen in mijn omgeving het
dressuur
mijn familie doet het gezondheid paard geen tijd voorniets iets anders ik durf geen geld mijn voorgezondheid iets anders mijn familie doet het tijd voor iets anders Figuur 18: geen Redenen waarom ongebonden sporters dressuur als hoofddiscipline beoefenen mijn gezondheid
Figuur 18: Redenen waarom ongebonden sporters dressuur als hoofddiscipline beoefenen
41
41
38
Inh oudsopgav eHET
GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 H e t g ro t e
p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 0 5sporters 10 buitenrijden 15 20 als 25 hoofddiscipline 30 Figuur 19: Redenen waarom ongebonden beoefenen ik vind het de mooiste vorm 0 omgeving leent zich ervoor ik vind het de mooiste vorm mijn paard is er goed in omgeving leent zich ervoor overige mijn paard is er goed in ik ben er goed in overige gezondheid paard ik ben er goed in mentaal uitdagend gezondheid paard geen geld voor iets anders mentaal uitdagend geen tijd voor iets anders geen geld voor iets anders fysiek uitdagend geen tijd voor iets anders iedereen in mijn omgeving doet het fysiek uitdagend mijn gezondheid iedereen in mijn omgeving doet het mijn familie doet het mijn gezondheid ik durf niets anders mijn familie doet het geinspireerd door topruiter ik durf niets anders
5
10
15
20
25
30
buitenrijden buitenrijden
geinspireerd door topruiter
Figuur 19: Redenen waarom ongebonden sporters buitenrijden als hoofddiscipline beoefenen Figuur 19: Redenen waarom ongebonden sporters buitenrijden als Figuur 20: Redenen waarom ongebonden sporters nieuwe trends als hoofddiscipline beoefenen hoofddiscipline beoefenen 0
5
10
15
20
25
30
ik vind het de mooiste vorm 0 mentaal uitdagend ik vind het de mooiste vorm overige mentaal uitdagend mijn paard is er goed in overige fysiek uitdagend mijn paard is er goed in ik ben er goed in fysiek uitdagend omgeving leent zich ervoor ik ben er goed in gezondheid paard omgeving leent zich ervoor geinspireerd door topruiter gezondheid paard iedereen in mijn omgeving doet het geinspireerd door topruiter mijn gezondheid iedereen in mijn omgeving doet het mijn familie doet het mijn gezondheid ik durf niets anders mijn familie doet het geen tijd voor iets anders ik durf niets anders geen geld voor iets anders geen tijd voor iets anders
5
10
15
20
25
30
nieuwe trends nieuwe trends
geen geld voor iets anders
Figuur 20: Redenen waarom ongebonden sporters nieuwe trends als hoofddiscipline beoefenen Figuur 20: Redenen waarom ongebonden sporters nieuwe trends als hoofddiscipline beoefenen 42 42
39
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE GROTE PAARDENSPORT PAARDENSPORT ONDERZOEK ONDERZOEK 2015 2015 HET Onderwerp 2: Reden voor het niet deelnemen aan wedstrijden aangesloten- en ongebonden paardensporters. Onderwerp 2: Reden voor het niet deelnemen aan wedstrijden
Onderwerp 2: Reden voor het niet deelnemen aan wedstrijden aangesloten- en en ongebonden ongebonden paardensporters. paardensporters. aangesloten-
Figuur 21: Redenen waarom paardensporters niet deelnemen aan wedstrijden
niet niet leuk leuk geen geschikt geen geschikt paar paar kost kost te te veel veel tijd tijd te duur duur te zenuwen zenuwen te te ver ver weg weg paard niet goed paard niet goed genoeg genoeg paard paard is is te te oud oud te oud oud te eng eng beschik beschik niet niet over over bang voor schut bang voor schut te te staan staan niet niet handig handig genoeg genoeg geen steun steun door door familie familie geen weet niet niet wat wat ik ik moet moet doen doen weet paard geblesseerd paard geblesseerd gezondheid gezondheid slechte slechte begeleiding begeleiding vermoeiend vermoeiend bang eraf eraf te te vallen vallen bang
aangesloten aangesloten ongebonden ongebonden
0 0
5 5
10 10 15 15 20 20 25 25 30 30
Figuur 21: 21: Redenen Redenen waarom waarom paardensporters paardensporters niet niet deelnemen deelnemen aan aan wedstrijden wedstrijden Figuur Onderwerp 3: Reden voor het beoefenen van de paardensport aangesloten- en ongebonden paardensporters. Onderwerp 3: Reden voor het beoefenen van de paardensport
Onderwerp 3: Reden voor het beoefenen van de paardensport aangesloten- en en ongebonden ongebonden paardensporters. paardensporters. aangeslotenFiguur 22: Redenen waarom paardensporters de paardensport beoefenen
Omgang Omgang met met paarden}... paarden}... Sportief bezig bezig zijn}... zijn}... Sportief Mentale ontspanning}... Mentale ontspanning}... Andere leden leden in in gezin gezin \\ familie familie Andere Fysieke ontspanning}... Fysieke ontspanning}... Buitenrijden}... Buitenrijden}... Enthousiast gemaakt\ Enthousiast gemaakt\ gestimuleerd gestimuleerd Enthousiast Enthousiast gemaakt\ gemaakt\ gestimuleerd gestimuleerd Contact met Contact met de de natuur}... natuur}... Sociaal karakter \ gezelligheid Sociaal karakter \ gezelligheid (samen (samen Overige (geef nadere toelichting)}... Overige (geef nadere toelichting)}... Mentale Mentale uitdaging}... uitdaging}... Fysieke Fysieke uitdaging}... uitdaging}... Succes Nederlandse Succes Nederlandse topruiters}... topruiters}... Succes internationale internationale topruiters}... topruiters}... Succes Om op school erbij Om op school erbij te te horen}... horen}...
aangesloten aangesloten ongebonden ongebonden
0 0
5 5
10 10
15 15
20 20
25 25
30 30
35 35
Figuur Figuur 22: 22: Redenen Redenen waarom waarom paardensporters paardensporters de de paardensport paardensport beoefenen beoefenen
40
43 43
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 H e t g ro t e
Inh oudsopgav e
p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
Onderwerp 4: Een overzicht van alle opties die aangesloten- en ongebonden paardensporters hebben ingevuld met betrekking tot informatiebronnen Onderwerp 4: Een overzicht van alle opties die aangesloten- en ongebonden paardensporters hebben Onderwerp 4: Een overzicht van alle opties die aangesloten- en ingevuld met betrekking tot informatiebronnen ongebonden paardensporters hebben ingevuld met betrekking tot vakbladen informatiebronnen Figuur 23: instructeur Via welke informatiebron verkrijgt de paardensporter zijn of haar informatie FB, social media Google vakbladen Vrienden/kennissen/ instructeur Bokt, fora FB, social media Dierenarts Google Hoefsmid Vrienden/kennissen/ manegeof Bokt, fora Osteopath, fysio Dierenarts Vereniging Hoefsmid Fysieke manegeopleidingen of overige Osteopath, fysio Online opleidingen Vereniging
aangesloten ongebonden aangesloten ongebonden
Fysieke opleidingen 0 5 10 15 20 overige Figuur 23: Via welke informatiebron verkrijgt de paardensporter zijn of haar Online opleidingen
informatie
0
5
10
15
20
Figuur 23: Via welke informatiebron verkrijgt de paardensporter zijn ofpaardensporters haar Onderwerp 5: Een overzicht van alle opties die aangeslotenen ongebonden hebben Onderwerp 5: Een overzicht van alle opties die aangesloten- en ingevuld met betrekking tot het ontvangen van informatie informatie ongebonden paardensporters hebben ingevuld met betrekking tot het
ontvangen informatie Figuur 24: Opvan welke manier ontvangt de paardensporter zijn of haar informatie het liefst Onderwerp 5: Een overzicht van alle opties die aangesloten- en ongebonden paardensporters hebben ingevuld met betrekking tot het ontvangen website van informatie online nieuwsbrief website social media online nieuwsbrief app
aangesloten ongebonden
social media nieuwsbrief per post
aangesloten
app overige
ongebonden
nieuwsbrief per post brief of flyer overige
0
10
20
30
40
50
brief of flyer
Figuur 24: Op welke manier ontvangt de paardensporter zijn of haar informatie het liefst
0
10
20
30
40
50
Figuur 24: Op welke manier ontvangt de paardensporter zijn of haar informatie
44
het liefst
44
41
Inh oudsopgav e
H e t g ro t e p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015
Onderwerp 6: 6: Een overzicht van alle thema’s die aangeslotenen ongebonden Onderwerp Een overzicht van alle thema’s die aangeslotenen paardensporters belangrijk vinden ongebonden paardensporters belangrijk vinden Figuur 25: Welke thema’s vindt de paardensporter belangrijk
welzijn beter leren paardrijden paardengedrag trainingsmethoden paardengezondheid wedstrijdgericht rijden clinics/demo's ruitergedrag regionale evenementen ruiterfitness ruiter- en menroutes fokkerij paardenfitness
aangesloten
paardrijvakanties/kampen
ongebonden
internationale evenementen ruitersportartikelen nationale evenementen lokale evenementen veilig paardrijden keuringen paardenshow trainers in je buurt maneges verenigingen verzekeringen/rechtsbijstand 0
2
4
6
8
10
12
14
16
Figuur 25: Welke thema’s vindt de paardensporter belangrijk
45
42
HET GROTE PAARDENSPORT ONDERZOEK 2015 H e t g ro t e
Inh oudsopgav e
p a a rde n s po r t o n d e r z o e k 2 0 1 5
Onderwerp 7:7:Een overzicht van vrijetijdsbestedingen die aangeslotenen ongebonden Onderwerp Een overzicht van vrijetijdsbestedingen die aangeslotenpaardensporters naast het paardrijden doen en ongebonden paardensporters naast het paardrijden doen Figuur 26: Welke vrijetijdsbestedingen worden het meest gedaan, naast het paardrijden
vrienden ontmoeten Internet surfen inclusief social media familieleden ontmoeten boeken lezen paardensport evenement als TV/DVD/films kijken muziek luisteren shoppen/winkelen
aangesloten
bioscoop bezoeken
ongebonden
sport culturele evenementen handwerk naar evenementen als toeschouwer kaarten/bordspelen gamen overige 0
2
4
6
8
10
12
14
16
Figuur 26: Welke vrijetijdsbestedingen worden het meest gedaan, naast het paardrijden
46
43