Projectbeschrijving van het project
“Herintredende vrouwen”
verricht in opdracht van het RPA Regio IJssel-Vecht, in samenwerking met de gemeenten Steenwijkerland en Zwolle en met medewerking van de Provincie Overijssel.
februari 2004 Irene van Deuveren Irma Wolf Equivalent, Experts in Emancipatie Wierdensestraat 39D 7607 GE Almelo www.equivalent.nl
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Projectbeschrijving van het project “Herintredende vrouwen” uitgevoerd door Equivalent, Experts in Emancipatie in opdracht van het RPA Regio IJssel-Vecht en in samenwerking met de gemeenten Zwolle en Steenwijkerland en met medewerking van de Provincie Overijssel.
Inhoud: Introductie
pagina 3
Arbeidsparticipatie van vrouwen
pagina 4
Het profiel van de herintreedster
pagina 4
Inzet op reïntegratie van herintreedsters
pagina 6
De arbeidsmarkt
pagina 6
Het project herintredende vrouwen
pagina 7
De methodiek
pagina 7 pagina 8 pagina 9 pagina 10
de werkwijze in de cursus de samenwerking empowerment De training voor consulenten
pagina 10
Monitoring
pagina 10
Voorlopige resultaten evaluatie van het project evaluatie op onderdelen monitoring tweede ronde conclusie
pagina 10 pagina 11 pagina 13 pagina 18 pagina 21
Aanbevelingen aan het RPA
pagina 22
Nawoord
pagina 23
Bijlage: stand van zaken
pagina 24
-2-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Projectbeschrijving van het project “Herintredende vrouwen” uitgevoerd door Equivalent, Experts in Emancipatie in opdracht van het RPA Regio IJssel-Vecht en in samenwerking met de gemeenten Zwolle en Steenwijkerland.
Introductie Het RPA Regio IJssel Vecht heeft in 2002 Equivalent verzocht te onderzoeken wat de kansen en knelpunten zijn bij reïntegratie van herintredende vrouwen naar de arbeidsmarkt. Equivalent heeft in dat kader herintredende vrouwen, die minimaal een jaar ingeschreven stonden bij het CWI, geïnterviewd en de uitkomsten daarvan besproken in focusgroepen. De bevindingen van dit onderzoek zijn met conclusies en aanbevelingen beschreven in het rapport “Een jaar na de helikoptervlucht, een inventarisatie van kansen en knelpunten bij de reïntegratie van herintredende vrouwen op de arbeidsmarkt” Uit deze inventarisatie bleek dat de herintreedster: • onvoldoende kennis heeft van hetgeen de arbeidsmarkt vraagt • onvoldoende inzicht heeft in eigen capaciteiten • conflictsituaties in de combinatie van werk en privé vermijdt, door zich vooraf te beperken in beschikbaarheid; ze wordt een moeder met een baantje • het streven naar een duurzame arbeidsbemiddeling niet in concrete stappen vertaalt. Ook bleek dat toeleiders: • onvoldoende inspelen op de specifieke situatie van herintredende vrouwen • geen prioriteit geven aan de kansrijke werkzoekenden • in hun toeleidende activiteiten zich laten beïnvloeden door traditionele opvattingen over rollen van vrouwen en mannen in de maatschappij. • efficiënter zouden kunnen samenwerken Bovenstaande leidt ertoe dat herintredende vrouwen slechts (kunnen) kiezen uit een beperkt spectrum van functies. Hun keuzes zijn sterk genderbepaald1 en leiden in het algemeen tot keuzes voor traditionele vrouwenberoepen. Deze keuzes sluiten niet altijd aan bij hetgeen de arbeidsmarkt vraagt. Het RPA Regio IJssel Vecht heeft vervolgens Equivalent de opdracht gegeven een methodiek te ontwikkelen gericht op herintredende vrouwen die bovengenoemde knelpunten wegneemt en deze in projectvorm uit te laten voeren in twee gemeenten. Medio 2003 is vervolgens gestart met het project “herintredende vrouwen” in de gemeenten Zwolle en Steenwijkerland.
1
Met het begrip ‘gender’ (overgenomen uit het engels) worden de sociaal/cultureel bepaalde rolpatronen van vrouwen en mannen bedoeld, en het verschil in sociale en economische status dat aan deze genderrollen wordt ontleend. 'Geslacht' heeft betrekking op de biologisch/fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen, 'gender' is een sociaal concept. Dat betekent dat gender in principe te veranderen is.
-3-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Arbeidsparticipatie van vrouwen Op basis van recente cijfers kan worden vastgesteld dat de arbeidsparticipatie in Nederland in algemene zin onder het Europees gemiddelde ligt. Nederland loopt voorop als het gaat om deeltijdfuncties. Na correctie voor deeltijdwerk is de arbeidsparticipatie (voor mannen en vrouwen) in voltijdsequivalenten 58% en daarmee de laagste in Europa. De heer M. Rutte, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, maakte in een toespraak ter gelegenheid van een relatiedag van ING en Nationale Nederlanden op 2 oktober 2003, een vergelijking met Denemarken. De arbeidsparticipatie ligt in Denemarken (omgerekend in voltijdsequivalenten) op 70%. Dat is 12% hoger dan in Nederland. Dat is gemiddeld per werkende 180 uur meer per jaar dan in Nederland. Wanneer dit gerelateerd wordt aan de reeds bestaande en toekomstige vergrijzing van werknemers in Nederland, dan zou – als deze inhaalslag gemaakt zou worden – in 2010 tegenover elke 65-plusser twee werkenden staan. Werknemers die geen 25 uur, maar gemiddeld 29 uur per week werken. Het verhogen van de participatiegraad in Nederland is vooral mogelijk door meer vrouwen aan het arbeidsproces te laten deelnemen. Want ook de arbeidsparticipatie van vrouwen is in Nederland lager dan in gemiddeld in de rest van Europa. Dit laatste geldt in versterkte mate voor Overijssel. De positie van vrouwen op de arbeidsmarkt is beduidend minder sterk dan die van mannen. De arbeidsparticipatie van vrouwen is in Nederland weliswaar verdubbeld in de laatste 30 jaar naar 57,3 % in 2002, maar loopt nog steeds achter bij die van mannen. Het landelijke streefcijfer van 65% is nog niet gehaald. Bovendien werken vrouwen veelal parttime en worden vrouwen in dezelfde functies minder betaald dan mannen. Slechts 38% van de werkende vrouwen in Nederland is economisch zelfstandig. Vrouwen zijn ondervertegenwoordigd in hogere functies; zij verklaren hinder te ondervinden van het glazen plafond en de plakkende werkvloer. Ook is de instroom van jonge vrouwen in de WAO hoog in vergelijking met mannen in dezelfde leeftijdscategorie. Het verschil in positie van vrouwen en mannen op de arbeidsmarkt toont aan dat er sprake is van grote genderverschillen. Bovendien zijn de keuzes die vrouwen en mannen maken ten aanzien van beroep en sectoren van beroepsuitoefening sterk gender-bepaald. In bepaalde sectoren komt vrouwelijk personeel nauwelijks voor. Het profiel van de herintreedster. Het belangrijkste kenmerk van de herintreedster is dat zij opnieuw wil gaan werken na enige tijd uit het arbeidsproces gestapt te zijn vanwege de zorg voor kinderen. Het zal duidelijk zijn dat de herintreedster bijna altijd een vrouw is. Aannemelijk is dat de herintreedster in de meeste gevallen van mening is dat zij de eindverantwoordelijk draagt voor de zorg thuis. Van de uitkeringsloze werkzoekenden wordt het aandeel vrouwen op 80% geschat.2 Herintreedsters hebben verschillende motieven om te gaan werken, waarvan het inkomen het belangrijkste motief is. Ze willen vaak een baan van redelijke omvang, waarvan de werktijden 22
“Werkzoekenden zonder uitkering; de positie van nuggers op de arbeidsmarkt” Nyfer, mei 2003
-4-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
zijn afgestemd op de schooltijden van hun kinderen. Een herintreedster wil haar werk combineren met haar zorgtaken. Herintreedsters hebben onvoldoende beeld van de mogelijkheden die de huidige arbeidsmarkt biedt. Herintreedsters zijn over het algemeen redelijk goed opgeleid: 40% heeft minimaal een mboopleiding en 10% een hbo- of wo-opleiding. Ondanks hun opleidingsniveau hebben zij een beperkt beeld van hun eigen capaciteiten. Een eenduidig profiel van de herintreedster is niet te geven, omdat er onderlinge verschillen zijn in opleidingsniveau, leeftijd, arbeidsverleden, maar ook omvang van zorgtaken en hun opvattingen daarover. Daarom kunnen ze niet als homogene groep gezien worden. De leeftijd van herintreedsters valt gedeeltelijk af te leiden uit de leeftijd van uitkeringsloze werkzoekenden. Opvallend is dat 45% van deze groep tussen de 15 en 24 jaar oud is. In deze leeftijdscategorie zijn bijna evenveel mannen als vrouwen vertegenwoordigd. Het is dan ook zeer onwaarschijnlijk dat we in deze leeftijdscategorie herintreedsters tegenkomen. Vermoedelijk bestaat deze vooral uit schoolverlaters die nog geen recht hebben op een uitkering. Het aantal jongere herintreedsters is hoger dan vaak gedacht wordt. Dit valt af te leiden uit de leeftijdsopbouw van uitkeringsloze werkzoekenden: een kwart is tussen de 25 en 34 jaar, bijna een vijfde tussen de 35 en 44 jaar en slechts 13% ouder dan 44 jaar. Het geringe aandeel ouderen is te verklaren uit traditionele rolpatronen en hun inschattingen van kansen op de arbeidsmarkt. Leeftijdsopbouw uitkeringsloze werkzoekenden 60% 40% 20% 0% 15-24 jaar 25-34 jaar 35-44 jaar 45-54 jaar 55-64 jaar
Bron: Nyfer, werkzoekenden zonder uitkering, mei 2003.
De arbeidsbemiddeling van herintreedsters vraagt dan ook individueel maatwerk. Lang niet alle herintreedsters komen in contact met arbeidsbemiddeling. Ze zijn relatief onbekend met instanties waarvan ze gebruik kunnen maken in hun zoektocht naar werk. Ze zijn niet goed op de hoogte van wat de arbeidsmarkt hen biedt en van hen vraagt. Ze voelen zich onzeker op de arbeidsmarkt. Herintreedsters die lange tijd buiten het arbeidsproces hebben gestaan, hebben vaak verouderde kwalificaties.
-5-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Bovendien vragen de beelden over vrouwen- en mannenrollen, die onder herintreedsters leven, een genderspecifieke benadering, die het spectrum aan mogelijkheden op de arbeidsmarkt voor de vrouwen verbreedt en genderspecifieke belemmeringen wegneemt. Desalniettemin blijken herintredende vrouwen, als ze eenmaal werk hebben gevonden, zich tot gewaardeerde werknemers te ontwikkelen. Inzet op reïntegratie van herintreedsters Met de komst van de nieuwe Wet Werk en Bijstand en het verdwijnen van geoormerkte gelden voor “Nuggers” bestaat het risico dat gemeenten weinig of geen inzet meer gaan plegen op de reïntegratie van herintredende vrouwen. Naast bovengeschetste macroeconomische redenen lonen investeringen in de reïntegratie van Nuggers zich wegens het preventieve karakter. Gezien de huidige conjunctuur met een stijgende werkeloosheid neemt de kans op werkeloosheid van de partner van de Nugger toe. Beperkende maatregelen ten aanzien van de WW leiden ertoe dat werkelozen sneller dan voorheen een beroep moeten doen op de Bijstandswet. Het verwerven van inkomen door de vrouwelijke partner verkleint dit risico aanzienlijk. Een ander aspect van preventie is het feit dat in Nederland ongeveer een op de drie partnerrelaties beëindigd worden. Gezien de beperkte economische zelfstandigheid van vrouwen is het risico op bijstand groot onder vrouwen die hun relatie beëindigen. Betaald werk doen biedt deze vrouwen meer dan een inkomen. Thuiszitten leidt tot sociale uitsluiting en verlies van vaardigheden, kwaliteiten en zelfvertrouwen. Gevolg daarvan is dat een reïntegratieproces veel meer tijd in beslag neemt, als het pas in gang wordt gezet, nadat de vrouw in een uitkeringssituatie is beland. Het is aannemelijk, dat meedoen aan het arbeidsproces ook preventief werkt richting maatschappelijke hulpverlening. De kosten voor een gemiddeld reïntegratietraject voor een herintreedster bedragen ongeveer € 5000. De kosten van een bijstandsuitkering van een jaar zijn ongeveer € 16.000 plus de uitvoeringskosten. In die zin is het in economische gezien lonend voor gemeenten te investeren in reïntegratie van herintredende vrouwen zonder uitkering. De arbeidsmarkt In het RPA gebied IJssel-Vecht staan bijna 6000 niet werkende werkzoekende vrouwen geregistreerd. Dit is ongeveer gelijk aan het aantal geregistreerde niet werkende werkzoekende mannen. Bovendien bestaat in de regio RIJV naar schatting van E’til3 een stille reserve van 8000 vrouwen, die tussen nu en 5 jaar naar de arbeidsmarkt te mobiliseren zijn. In relatie tot de arbeidsparticipatie van mannen en van vrouwen is dus de werkeloosheid onder vrouwen beduidend hoger dan onder mannen. Inspanningen om herintreedsters te reïntegreren zijn zinvol, omdat herintredende vrouwen zich blijken te ontwikkelen tot een gewaardeerde categorie werknemers. Volgens een inventarisatie onder werkgevers4 onderscheiden herintreedsters zich positief ten opzicht van bijvoorbeeld schoolverlaters door een aantal collectieve kenmerken. Werkgevers noemen 3
Ratio, regionale arbeidsmarktrapportage tot 2006.
4
“Kansen voor herintredende vrouwen in Twente” mei 2003, Equivalent i.o.v. RPA Twente
-6-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
vooral hun ambitie, klantgerichtheid en servicegevoeligheid, generalisme, accuratesse en de bekende vaardigheid in fijn-motorische handelingen. Ze dragen bij aan de sfeer op de werkvloer. Dit beeld wordt bevestigd door onderzoek van Nyfer.5Wel geven werkgevers aan dat de juiste beroepskwalificatie een belangrijker criterium is dan sekse. Werkgevers met een overwegend mannelijk personeelsbestand streven er naar meer vrouwen in dienst te nemen. Voor herintreedsters met de juiste beroepskwalificaties zijn dit –naast de meer traditionele beroepsmogelijkheden- kansen op de markt, waarin hun positie gunstiger is dan die van mannelijke werkzoekenden. Werkgever,s die geïnteresseerd zijn in herintreedsters als categorie werknemer, zijn vaak ook bereid een gezinsvriendelijk personeelsbeleid te voeren.
Het project herintredende vrouwen. Het project bestaat uit • het ontwikkelen van een methodiek gericht op herintredende vrouwen • de uitvoering ervan in twee gemeenten in de regio • een training voor consulenten, die met elkaar een lokaal uitvoeringsteam vormen • monitoring van de resultaten • implementatie van de methodiek in de betrokken organisaties door middel van twee werkconferenties • een beschrijving van de methodiek en de resultaten De uitvoering van de methodiek geschiedt door de lokale uitvoeringsteams in de gemeenten Zwolle en Steenwijkerland onder begeleiding van Equivalent. Vanuit het RPA is een stuurgroep gevormd die de voortgang van het project bewaakt en stuurt. Daarnaast bevordert de stuurgroep de uitvoering van het RPA beleid voor herintredende vrouwen. De stuurgroep kan onder meer het initiatief nemen voor het afsluiten van regionale convenanten met bedrijven en bedrijfssectoren met betrekking tot de instroom van herintredende vrouwen. Naast het toerusten met voldoende kwalificaties voor de arbeidsmarkt is ook inzet noodzakelijk aan de vraagzijde van de markt. In den lande zijn succesvolle voorbeelden van convenanten, die zijn afgesloten voor instroom en opleiding van bepaalde doelgroepen. Het afsluiten van convenanten en het voorbereidend onderzoek wordt gezien als taak van de stuurgroep en is derhalve niet in het project opgenomen. De stuurgroep is samengesteld uit vertegenwoordigers van de participerende gemeenten en CWI’s, het FNV, een vertegenwoordiger van de provincie en een werkgever of vertegenwoordiger van een werkgeversorganisatie. Equivalent is als adviseur toegevoegd aan de stuurgroep. Het project wordt uitgevoerd in de gemeenten Zwolle en Steenwijkerland. De start lag in juni 2003 en in december is het traject van training van consulenten afgerond met een evaluatieve bijeenkomst. Zowel in Zwolle als in Steenwijkerland hebben twee groepen herintredende vrouwen de cursus voor herintreedsters doorlopen. De gemeente Zwolle heeft ATC Deltion de opdracht gegeven de cursus uit te voeren, de gemeente Steenwijkerland heeft hiervoor Kliq opdracht gegeven. De voorlopige resultaten hiervan worden elders in dit stuk beschreven.
5
“Werkzoekenden zonder uitkering; de positie van nuggers op de arbeidsmarkt” Nyfer, mei 2003.
-7-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
De methodiek De methodiek zoals in het project “Herintredende vrouwen” ontwikkeld gaat uit van een efficiënte sluitende aanpak en van een genderspecifieke benadering door de uitvoerend consulenten. Een sluitende aanpak houdt in dat in het proces van herintreding de verschillende stappen naadloos op elkaar aansluiten. Alle organisaties, die bij het herintredingproces betrokken zijn, werken met elkaar samen en houden elkaar op de hoogte van de verschillende stappen, die een herintreedster tijdens dat proces zet. Een sluitende aanpak voorkomt, dat een herintreedster voortijdig afhaakt door onduidelijkheden in het traject en door demotivatie vanwege lange wachttijden, die ontstaan bij de overdracht van de ene naar de andere organisatie. De organisaties, waarmee de herintreedster te maken krijgt, wanneer zij gaat herintreden, zijn het CWI, de gemeentelijke afdeling Sociale Zaken en mogelijk een reïntegratiebedrijf. Dat betekent, dat deze organisaties afspraken maken over de begeleiding van de individuele herintreedster, het uitwisselen en het vastleggen van informatie en het volgen van individuele trajecten. In de praktijk vindt de feitelijke uitvoering van de sluitende aanpak op consulentniveau plaats. Daarom is in het project per gemeente een uitvoeringsteam gevormd, bestaande uit consulenten/adviseurs van genoemde organisaties. De concrete samenstelling van de teams was per gemeente verschillend. De uitvoeringsteams zijn getraind in het werken met de ontwikkelde methodiek. De genderspecifieke benadering heeft als doelstelling empowerment6 van de herintreedster, het vergroten van vaardigheden in het combineren van werk en privé, het verhogen van kennis van en inzicht in eigen kwaliteiten en in de mogelijkheden, die de markt biedt en de eisen die de markt stelt. De methodiek streeft ernaar het spectrum keuzemogelijkheden ten aanzien van functie en beroep te vergroten. Door traditionele opvattingen over vrouwen- en mannenberoepen onder herintreedsters en onder consulenten bij te stellen, komen namelijk meer functies en beroepen in beeld. De methodiek start met een lokale wervingsactie ten behoeve van een groepsaanbod voor herintreedsters, de “cursus herintredende vrouwen”. Potentiële herintreders worden d.m.v. deze lokale wervingsactie uitgenodigd een informatieve bijeenkomst te bezoeken, waarin uitleg gegeven wordt over de cursus en de vervolgstappen, die nadien mogelijk zijn. De cursus voor herintredende vrouwen is geschreven vanuit de gedachte, dat de werkzoekende herintreedster zich nog een beeld moet vormen van zichzelf als werkneemster met kinderen. De keuzes die ze maakt zijn sterk gender-bepaald; dat wil zeggen dat de opvattingen over vrouwen- en mannenrollen en de maatschappelijke waarden die daar aan toegekend worden haar keuzemogelijkheden sterk beperken. Bovendien blijkt uit verschillende onderzoeken, dat de herintreedster in het algemeen slecht op de hoogte is van hetgeen de arbeidsmarkt vraagt.
6
Empowerment is het sterker en machtiger maken van (groepen) mensen. Door empowerment kun je stimuleren dat mensen zelfstandiger worden in hun denken en doen en hun potentiële kwaliteiten gaan ontwikkelen.
-8-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Beide factoren maken, dat een grote groep herintreedsters zich uitsluitend richt op de bekende traditionele beroepen en daarvoor slechts in beperkte mate beschikbaar is, mede omdat ze haar toekomstig werk om de zorg thuis heen wil organiseren. Instrumenten, die de combinatie werken en zorgen gemakkelijker maken, zoals kinderopvang en het uitbesteden van huishoudelijke taken, liggen vaak buiten de belevingssfeer van de herintreedster. Daarnaast geeft de herintreedster aan onzeker te zijn over haar terugkeer naar de arbeidsmarkt. Die onzekerheid verhindert het aangaan van voor de hand liggende uitdagingen. De cursus biedt de herintreedster het volgende: - inzicht in vrouw- en manbeelden en hun eigen opvattingen daarover - ontwikkelen van het zelfbeeld als werkneemster - inzicht in mogelijkheden voor de combinatie van arbeid en zorg - kennis van hetgeen de arbeidsmarkt vraagt - inzicht in eigen kwaliteiten en interesses - inzicht in hoe de persoonlijke doelstellingen te realiseren zijn De werkwijze in de cursus: De cursus biedt de cursist veel structuur door het rangschikken en ordenen van persoonlijke aspecten, die tot bepaalde keuzes voor werk leiden. Dit gebeurt veelal door huiswerkopdrachten, die in de groepsbijeenkomst moeten leiden tot conclusies. In het educatief programma is ruimte gelaten voor verwerking van nieuwe inzichten door discussies in de groep, groepsleergesprekken, ervaringen van cursisten of het beantwoorden van vragen. De cursus wil de deelnemers bewust maken van genderaspecten in hun zoektocht naar werk. Dit komt regelmatig expliciet tot uitdrukking, maar zal ook van de trainer vragen alert te zijn op genderaspecten en het versterken van de positie van de herintreedster. Het is voor de hand liggend, dat de stappen van horizonverbreding en zelfbeeldverheldering ingezet worden om te komen tot mogelijke nieuwe keuzes.In de cursus voor herintreedsters worden vrouw- en manbeelden en daarbij behorende opvattingen over de zorg thuis en “mannenberoepen” tot onderdeel van de horizon en het zelfbeeld gemaakt. De cursus wil een breder spectrum van beroepen onder de herintreedsters in beeld te brengen. Om dit te realiseren wordt de lijn van interesses van de cursist, activiteiten, die haar boeien en motivatie voor bepaalde activiteiten gevolgd en worden daaraan pas later functies en beroepen gekoppeld. De cursus sluit af met het maken van een stappenplan, dat de cursist moet helpen om de noodzakelijke stappen te zetten in de richting van concrete keuzes. Dit stappenplan is tevens de basis voor het reïntegratietraject. De samenwerking De samenwerking komt tot stand door de vorming van een lokaal uitvoeringsteam. Het team zorgt voor de werving en informatiebijeenkomst voor herintreders. Tijdens deze bijeenkomst wordt duidelijk gemaakt, wat de herintreedster van welke organisatie kan verwachten. De herintreedster, die wil deelnemen, schrijft zich in bij de consulent van het CWI, die deel uitmaakt van het uitvoeringsteam. Deze verricht een beperkte kwalificerende intake, waarin volstaan wordt met de vaststelling, dat de werkzoekende voldoet aan de kenmerken, die gelden voor een herintreedster. Vervolgens ontvangt de herintreedster een uitnodiging voor het volgen van de cursus. De trainer maakt tevens deel uit van het uitvoeringsteam. In een
-9-
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
vroeg stadium maakt de consulent Sociale Zaken kennis met de groep herintreedsters door een deel van een bijeenkomst bij te wonen. Het stappenplan, dat de herintreedster ter afsluiting van de cursus maakt, vormt de basis voor verdere reïntegratie en overdracht aan Sociale Zaken. De overdracht kan, of samenvallen met de kwalificerende intake van het CWI, of afzonderlijk geschieden. Essentieel is dat deze gesprekken in overleg worden gevoerd, zowel wat betreft tijdsplanning als inhoud. De mogelijkheden, die het lokale beleid ten aanzien van nuggers bieden, vormen daarbij de kaders. De methodiek gaat ervan uit dat de overdrachtsgesprekken en de kwalificerende intakes binnen twee weken na het afsluiten van de cursus zijn afgerond en de noodzakelijke vervolgstappen, die de herintreedster gaat zetten, zijn vastgesteld. Empowerment De empowerment van de werkzoekende herintreedster loopt als een rode draad door de methodiek. Het niet deelnemen aan het arbeidsproces gedurende een langere periode is een aanslag op het zelfvertrouwen. Herintreedsters zijn zich hiervan bewust en geven dat zelf aan. Zowel in de cursus als in de trajectbegeleiding, die daarop volgt, is het van belang dat de professional werkt aan het vergroten van het geloof in eigen mogelijkheden en zelfbewustzijn van de herintreedster. De empowerment vindt zowel impliciet als expliciet plaats. In de cursus wordt bewust gewerkt aan versterking van het zelfbeeld van de herintreedster als werkneemster en in het gehele traject ligt de focus op de potentie, die de herintreedster in zich heeft en niet op gebrek aan vaardigheden en kwaliteiten. Het groepsaanbod is een instrument voor empowerment, dat in de methodiek effectief ingezet kan worden, zowel in de cursus als in de fase van het uitvoeren van reïntegratietrajecten.
De training voor consulenten: Een van de conclusies uit “Een jaar na de helikoptervlucht, een inventarisatie van kansen en knelpunten bij de reïntegratie van herintredende vrouwen op de arbeidsmarkt” is, dat voldoende specifieke deskundigheid ten aanzien van de doelgroep herintredende vrouwen in elk geval niet structureel aanwezig is onder arbeidsmarktconsulenten. Daarom is een training voor consulenten binnen het uitvoeringsteam een onderdeel van het project. Doelstelling van de training is de genderspecifieke deskundigheid onder consulenten te vergroten en efficiënte sluitende ketenaanpak te realiseren. Consulenten kunnen zich laten beïnvloeden in hun toeleidende activiteiten door traditionele opvattingen ten aanzien van vrouwen en arbeidsmarkt. Hiervan is men zich vaak niet bewust. Consulenten worden getraind in hun professioneel handelen minder traditioneel te denken en de herintreedster te benaderen als een vrouwelijke werkneemster met kinderen en niet als een moeder met een baantje. Aan de orde komt hoe empowerment in het professionele handelen van de consulent kan worden geïntegreerd. Een efficiënte samenwerking is zowel als afzonderlijk item als geïntegreerd in de verschillende onderdelen opgenomen. De training bestaat zowel uit deskundigheidsbevordering als concreet werkoverleg. Hierdoor wordt de aangeboden theorie snel gekoppeld aan de praktijk.
- 10 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
De volgende onderwerpen worden in zes dagdelen besproken: • Werving • Methodiek • Gender en arbeidsmarkt • Empowerment • Samenwerking • Evaluatie Aangezien in de training voor consulenten ook concrete werkafspraken gemaakt worden, worden de bijeenkomsten aan beide teams afzonderlijk aangeboden, met uitzondering van de bijeenkomst over empowerment. Om de onderlinge uitwisseling te faciliteren is dit onderwerp aan beide teams gezamenlijk aangeboden. Monitoring Onderdeel van het project is monitoring van het proces en de resultaten. Equivalent beschrijft het verloop van het proces en de resultaten. Monitoring van herintredende vrouwen en trainers vindt plaats na afloop van de cursus. Nadat het reïntegratietraject is gestart, worden dezelfde herintreedsters nogmaals bevraagd, evenals de trajectbegeleiders. De uitkomsten hiervan vormen samen met de evaluaties van cursisten en de beide uitvoeringsteams de basis voor de monitoring. In het plan van aanpak staat beschreven dat de deelnemers aan het project gevolgd worden tot 6 maanden na werkaanvaarding. Hierdoor kan mogelijke terugval voorkomen worden en bovendien biedt het inzicht in de duurzaamheid van de reïntegratie. De opdracht aan Equivalent is echter beperkt tot monitoring van deelnemers na de start van het reïntegratietraject.
Voorlopige resultaten. Evaluatie van het project. Tijdens de eerste trainingsbijeenkomst voor consulenten zijn de taken onder het uitvoeringsteam verdeeld en zijn afspraken gemaakt over een tijdsplanning van de verschillende stappen in het traject, zodat deze elkaar snel konden opvolgen. De voortgang van het traject is bij elke volgende bijeenkomst door Equivalent met het uitvoeringsteam besproken, waarbij geconstateerde problemen in overleg snel konden worden opgelost. In de laatste bijeenkomst met het uitvoeringsteam is het project geëvalueerd. Ook is het traject met de herintreedsters en trainers besproken in het kader van de monitoring eerste ronde na afloop van de herintredercursus. De hieronder beschreven resultaten zijn gebaseerd op de evaluaties met de uitvoeringsteams, de evaluatieformulieren van de herintreedsters en de monitoring eerste ronde. De resultaten zijn voorlopig, omdat de monitoring in tweede ronde plaats vindt als het reïntegratietraject enige tijd loopt.
- 11 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Werving en informatiebijeenkomst: Herintreedsters zijn actief geworven om deel te nemen aan het project. Naast het gebruik van de geëigende kanalen is besloten om ook een folder te maken en te verspreiden, waarin vrouwen worden uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. Hiertoe hebben beide gemeenten een folder ontworpen en verspreid. In Zwolle zijn 3.500 folders verspreid en in Steenwijkerland 200 in eerste instantie en later is er nog een aantal bijgemaakt.. In Zwolle zijn 60 geïnteresseerden op de informatiebijeenkomst afgekomen. Hiervan hebben 45 (75%) zich ingeschreven voor het project. In Steenwijkerland zijn 35 vrouwen op de informatiebijeenkomst verschenen en hebben zich 21 (60%) ingeschreven voor het project. In beide gemeenten is besloten om gezien de aantallen de herintreedsters de cursus in twee groepen aan te bieden. In Zwolle hebben 28 vrouwen de cursus gevolgd, de overige vrouwen zijn individueel begeleid. In beide gemeenten rees de vraag, of de doelgroep in de folder wellicht nog specifieker moet worden omschreven. Op de informatiebijeenkomsten waren ook vrouwen verschenen, die uitkeringsgerechtigd waren en niet onder de formele definitie van ‘herintreedster’ in de zin van “nugger” vallen. Daarbij ging het wel om herintreedsters in inhoudelijke zin: vrouwen die na enige tijd de zorg voor de kinderen op zich genomen hebben, de arbeidsmarkt weer willen betreden. Het nadeel van het expliciet uitsluiten van uitkeringsgerechtigde werkzoekende vrouwen is, dat een dergelijke uitsluiting in het algemeen wrevel wekt. Een andere oplossing is de herintredingcursus ook voor uitkeringsgerechtigden open te stellen of ze een apart aangepast groepsaanbod te doen. De combinatie van het verspreiden van folders en aankondiging in de (kabel) krant en huis aan huis bladen is effectief gebleken. De persoonlijke aanpak (het persoonlijk aanspreken van mensen op de banenmarkt van het CWI in Steenwijkerland) bleek erg effectief. In beide gemeenten is de persoonlijke aanpak mede vorm gegeven, door gebruik te maken van ‘sleutelfiguren’; die contacten hebben met potentiële herintreedsters. De informatiebijeenkomst is in beide gemeenten gehouden op locatie van het CWI. De informatie over het traject is in Zwolle door het CWI gegeven, waarbij de trainer en de gemeentelijke consulenten aanwezig waren.. In Steenwijkerland heeft zowel het CWI als de gemeente informatie verstrekt. De aanwezigheid van meerdere leden van het uitvoeringsteam, de uitleg van het traject en de verschillende rollen van de uitvoerders, zijn zowel door het team, als door de herintreedsters, positief ervaren. De herintreedsters zijn door de informatiebijeenkomst geënthousiasmeerd, hetgeen wordt bevestigd door het percentage dat zich vervolgens voor het traject heeft ingeschreven. De informatiebijeenkomst in Steenwijk is ook door vrouwen uit buur-gemeenten bezocht. In overleg met deze gemeenten is besloten, dat deze vrouwen de cursus kunnen volgen en dat de begeleiding van vervolgstappen aansluitend door de eigen gemeente wordt uitgevoerd. De training: In beide gemeenten is de cursus binnen 3 weken na de informatiebijeenkomst gestart. In Steenwijkerland werd de cursus uitgevoerd door twee trainers (van de gemeente en van het reïntegratiebedrijf) in het gebouw van het CWI. Hierdoor werd later gemakkelijk contact gelegd tussen de groep en de CWI consulent.. In Zwolle werd de cursus verzorgd door één
- 12 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
trainer van het reïntegratiebedrijf, waarbij de gemeentelijke consulent het laatste dagdeel aanwezig was. De training bestond uit zes dagdelen, aangeboden in een frequentie van twee maal per week.. Het volgen van de cursus is door de cursisten als intensief ervaren. Zowel cursisten als trainers constateren, dat er bij de cursisten duidelijk een proces in gang gezet is. De methodiek sluit goed aan op de doelgroep. De cursus besteedt ruim aandacht aan de verschillende mogelijkheden voor het combineren van werk en privé, zoals bijvoorbeeld kinderopvang. Voor een klein aantal cursisten, met al volwassen kinderen, was dit laatste niet meer relevant. De methodiek is volgens de trainers goed inzetbaar voor andere categorieën werkzoekenden; het aspect van empowerment wordt in dat verband vooral genoemd. De methodiek bleek over het geheel genomen goed uitvoerbaar en de beschrijving van de lessen was, voor zowel de trainers als de herintreedsters, goed te volgen. Het aspect empowerment was in de cursus continu aanwezig en werd door de groepen vrouwen goed herkend. Ook de groepen zelf fungeerden als instrument voor empowerment, doordat de cursisten veel van elkaars situaties herkenden. Hierdoor werkten individuele oplossingen inspirerend voor de gehele groep.. De uitvoeringsteams concluderen, dat in de groep in een korte tijd veel is geleerd en bereikt; meer dan tijdens een individueel traject binnen hetzelfde tijdsbestek kan worden gerealiseerd. Zowel de trainers als de herintreedsters geven aan, dat de cursisten door het volgen van de cursus hun inzicht vergroot hebben in de mogelijkheden, die de arbeidsmarkt hen biedt en de eisen die de arbeidsmarkt aan hen stelt. Ook hebben de cursisten meer inzicht gekregen in hun eigen kwaliteiten en de mogelijke opties om hun leven, waarin de zorg thuis domineert, voldoende ruimte te creëren voor betaald werk en hoe die combinatie in hun individuele situatie het beste vorm gegeven kan worden. Het spectrum van beroepsmogelijkheden is door de cursus weliswaar verbreed, maar dit leidt nog niet automatisch tot minder traditionele beroepskeuzes. De gehanteerde methodiek heeft er toe geleid, dat de vrouwen door de cursus gemotiveerd en actiever zijn geworden. Ook na afloop van de cursus blijven ze actief in het vergaren van informatie, die voor hun vervolgstappen van belang is. Een aantal vrouwen heeft door de verworven inzichten besloten het tijdstip, waarop ze daadwerkelijk willen herintreden naar voren te trekken. De trainers en cursisten achten de gevolgde methodiek ook toepasbaar voor andere categorieën werkzoekenden. In Zwolle wordt nu door het reïntegratiebedrijf een groepsaanbod aan vrouwen in de bijstand gedaan.
- 13 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Afsluitend gesprek, kwint en reïntegratietraject: De gesprekken hebben plaatsgevonden binnen 2 weken na afloop van de cursus. Dit is voor het behoud van de motivatie van de herintreedster van belang. In Steenwijkerland is het afsluitend gesprek en de kwint gecombineerd uitgevoerd door de trainer (gemeente) en het CWI. Deze combinatie is door alle partijen gewaardeerd. De vrouwen hebben het als positief ervaren, dat de trainer bij het gesprek aanwezig was. Ook was voor zowel het CWI als de vrouwen positief, dat men elkaar al eerder had gezien, bij de informatiebijeenkomst en tijdens de training. In Zwolle is het afsluitend gesprek gevoerd door de trainer en de gemeente. Dit was een overdrachtgesprek, waarbij de basis het door de cursist opgestelde stappenplan is. Daarna is er een afzonderlijk kwintgesprek gevoerd door het CWI. Het uitvoeren van de kwints door de consulenten van het CWI uit het uitvoeringsteam maakte de overdracht en de samenwerking productiever. De ervaringen van uitvoerders en herintreedsters met bovenstaande gesprekken waren positief. Er is daarom voor de uitvoerenden geen reden om de werkwijze te veranderen.. In Steenwijkerland wordt de reïntegratie door het reïntegratiebedrijf uitgevoerd in de persoon van de trainer. Omdat het voortraject en de herintreedsters bekend zijn, is dat een efficiënte combinatie gebleken. Daarnaast voert de gemeentelijke consulent tussentijdse gesprekken, individueel en groepsgewijs. In Zwolle doet de gemeentelijk consulent uit het uitvoeringsteam de verdere trajectbegeleiding. In het verleden voerde de herintreedster met alle instanties afzonderlijke gesprekken; met de gemeente, het CWI en het reïntegratiebedrijf. De tijd, die verliep tussen deze gesprekken, was vaak lang, omdat tussen verschillende instanties overdracht moest plaatsvinden. In het project is het aantal teruggebracht tot twee snel op elkaar volgende gesprekken. Dit is door uitvoerders en herintreedsters als uitermate positief ervaren. Het is echter mogelijk om gesprekken nog meer in één hand te houden. De staatssecretaris van Werkgelegenheid en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de heer M. Rutte, heeft in augustus 2003 de regelgeving verruimd. Gemeente en CWI kunnen onder bepaalde voorwaarden experimenteren in het overnemen van elkaars taken. Zo kan het CWI de vaststelling, hoeveel afstand een werkzoekende heeft tot de arbeidsmarkt, overlaten aan gemeentes. Het slot van de cursus creëert een beslismoment voor de cursist. Deze wordt de vraag voorgelegd, of ze serieus wil herintreden en de daarvoor noodzakelijke stappen wil zetten, of toch de prioriteiten legt bij de zorg thuis. In beide gemeenten hebben vrijwel alle vrouwen na afloop van de cursus besloten om serieus de arbeidsmarkt op te gaan. De meeste vrouwen zijn gestart met kortdurende opleidingen/cursussen. Anderen zijn van start gegaan om een baan te zoeken, sommigen volgen een sollicitatietraining. Ook zijn er vrouwen die inmiddels werk hebben gevonden. De voortvarendheid in de gesprekken en de inzet van de trajecten houden de motivatie hoog. De herintreedsters denken de begeleiding bij het uitvoeren van hun eigen stappenplan nodig te hebben. Dat de snelheid van werken en begeleiding essentieel is wordt nog treffend
- 14 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
geïllustreerd bij twee vrouwen uit een andere gemeente. Deze vrouwen hebben in Steenwijkerland de cursus gevolgd en zijn volgens planning gekwint. Vervolgens blijkt de begeleiding van het vervolgtraject door de eigen gemeente te stagneren, ondanks verzoeken van de vrouwen zelf en van de gemeente Steenwijkerland. De werkzoekende vrouwen geven aan, dat dit demotiverend werkt en zeggen de begeleiding en/of financiering van de gemeente nodig te hebben om hun stappenplan uit te voeren. Onbekend is, of de oorzaak van de stagnatie gelegen is in inefficiënt werken of voortvloeit uit beleidsbeslissingen Indien dit laatste het geval is, wordt door verschillend beleid van gemeenten binnen een CWI-gebied voor werkzoekenden een ongelijke situatie gecreëerd, die door de werkzoekende zelf al snel als rechtsongelijkheid gezien wordt en in elk geval niet doelmatig is. Het is dan ook aan te bevelen, dat gemeenten binnen één CWI-gebied pogen hun beleid ten aanzien van werkzoekenden af te stemmen.
- 15 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Evaluatie samenwerking, genderspecifieke deskundigheid, empowerment en duurzame arbeidsparticipatie. Samenwerking De uitvoeringsteams hebben vooraf gezamenlijke afspraken gemaakt over de taken bij de werving, de informatiebijeenkomst, de training en de vervolgtrajecten. Over deze gezamenlijke aanpak en uitwerking van het project is men erg positief. Het resultaat van de samenwerking tijdens dit project is, dat niet alleen de samenwerking over het geheel als positief werd beoordeeld, maar ook dat dit project de samenwerking tussen de verschillende instanties heeft bevorderd en geïntensiveerd. Het project heeft geleid tot inzicht bij de betrokken instanties, dat samenwerken loont. Het resultaat van de samenwerking is bovendien, dat een grote groep vrouwen een efficiënte en sluiten ketenaanpak geboden wordt. Daarnaast heeft het project de leden van het uitvoeringsteam enthousiasme en plezier in het werk en voldoening gegeven. In de uitvoeringsteams bestaat vrees, dat door de grotere beleidsvrijheid, die de Wet Werk en Bijstand biedt en het verdwijnen van geoormerkte geldstromen, de gemeenten aan nuggers geen prioriteit meer zullen geven. De uitvoeringsteams vrezen, dat de herintreedsters dan onzichtbaar worden tussen de grote groep andere werkzoekenden, waarvoor de gemeenten verantwoordelijk zijn. Gezien de potentie, die deze categorie werkzoekenden heeft en het bijstands-preventieve effect van reïntegratie van herintreedsters, zouden de teams dit betreuren. Zowel methodisch als organisatorisch bestaat de wil om de methodiek te implementeren. Methodisch worden het groepsaanbod, de empowerment en inzicht in eigen willen en kunnen, zodat een adequater reïntegratietraject kan worden opgesteld, hierbij vooral genoemd. Voor de samenwerking blijven de korte lijnen gehandhaafd. Een aantal leden van het uitvoeringsteam ziet mogelijkheden voor nieuwe projecten voor andere categorieën werkzoekenden, waarbij de instanties door samen te werken tot betere resultaten kunnen komen. Equivalent beveelt aan deze efficiënte samenwerking te implementeren in de dagelijkse werkpraktijk en niet alleen in projectvorm toe te passen. Tijdens het project hebben de uitvoeringsteams gewerkt met Equivalent als extern deskundige. Deze vorm van samenwerking heeft er toe geleid, dat door de externe deskundige de voortgang van het project bewaakt werd en de focus continu op het einddoel, een duurzame arbeidsparticipatie, bleef gericht. Ook bleek tijdens de samenwerking, dat iemand van buiten gemakkelijker de verantwoordelijkheden bij de juiste instantie legt en dat zowel overleg op uitvoerend, als op beleidsmatig niveau, van belang was. Genderspecifieke deskundigheid Uit de evaluaties van de uitvoeringsteams kwam naar voren, dat consulenten het zinvol vinden werkzoekende vrouwen in een groep te begeleiden en hen in vergelijkbare situaties ook aan elkaar te laten spiegelen en hen aan elkaar te laten optrekken. De uitvoerders hebben door mee te werken aan het project meer inzicht gekregen in de doelgroep en de houding van de herintreedsters op de arbeidsmarkt. Sommige uitvoerders hebben hun beeld ten aanzien van de herintreedsters bijgesteld. Ook herkennen ze, dat vrouwen in veel gevallen het zelfbeeld hebben van ‘huisvrouw met een baantje’, ook al zien de uitvoerders dit zelf anders.
- 16 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
De methodiek probeert dit zelfbeeld om te buigen naar het zelfbeeld van vrouwelijke werknemer met kinderen. Dit onderscheid was vaak voor zowel herintreedsters als consulenten een eye-opener. Hoewel het onderscheid bij een aantal vrouwen weerstand en emotie opriep, blijkt uit de respons, dat het wel positief werkt voor de eigen beeldvorming. Empowerment Alle consulenten uit de teams vinden dat het project een bijdrage heeft geleverd aan empowerment van de herintreedsters. Het project heeft geleid tot een verandering/verschuiving in het denken over de eigen kwaliteiten; de deelneemsters zijn gemotiveerder voor een traject richting de arbeidsmarkt en daarop ook beter voorbereid. Ook hebben de meeste leden van het uitvoeringsteam, door middel van het project, geleerd hoe ze in hun professioneel handelen meer empowering kunnen creëren en de werkzoekende vrouwen kunnen stimuleren en enthousiasmeren. Arbeidsparticipatie vrouwen Door middel van het project heeft het uitvoeringsteam in korte tijd een grote groep (95 op de informatiebijeenkomsten, waarvan 56 zich hebben ingeschreven voor het project) herintreedsters bereikt. De uitvoeringsteams constateren, dat de herintreedsters meer inzicht hebben gekregen in hun mogelijkheden om weer aan de slag te kunnen. Ze denken nu minder in belemmeringen en meer in kansen en hebben meer inzicht in hun eigen kwaliteiten en vaardigheden. Ze hebben de eerste ‘hobbel’ richting de arbeidsmarkt genomen. Ook is er duidelijkheid over de noodzakelijke vervolgstappen. De bijdrage van het project aan een duurzame participatie is dat de betrokken instanties het belang van de herintreedster als categorie werkzoekende inzien en zich hierop meer zullen richten. Dit heeft ook effect op andere categorieën vrouwelijke werkzoekenden. De herintreedster zelf is bereid te investeren in een toekomst met een baan, die bij haar past (tijdens de training bleek dat in het verleden vaak gekozen was onder invloed van economische omstandigheden, partner, ouders). Verwacht wordt, dat ze in hun nieuwe baan minder snel zullen stoppen, omdat ze een goed voorbereide keuze maken en instrumenten in handen hebben, om de randvoorwaarden beter te kunnen regelen. De uitvoerders benadrukken het belang van snelheid en efficiency in het vervolgtraject, omdat anders de kans bestaat dat de opgebouwde motivatie, daadkracht en enthousiasme onder de herintreedsters zal verdwijnen.
- 17 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Tweede ronde monitoring: Zo’n drie maanden na de aanvang van de reïntegratietrajecten is de voortgang van deze trajecten besproken met de deelneemsters en de trajectbegeleiders. In de uitvoering van de trajecten zijn verschillen te constateren tussen de gemeenten Zwolle en Steenwijkerland. Steenwijkerland: Uit gesprekken met de deelneemsters en de consulenten van de gemeente en van het reïntegratiebedrijf blijkt, dat gebrek aan snelheid en efficiency heeft geleid tot een afbreuk van de motivatie, daadkracht en enthousiasme van de deelneemsters. De knelpunten bestaan onder andere uit: • de aangeboden begeleiding sluit niet aan bij de behoefte van de deelneemster; Dit betreft zowel uitnodigingen voor tests, waaraan geen behoefte is, als het achterwege blijven van trainingen, waaraan wel behoefte is. Dit betreft voornamelijk deelneemsters, die uit een andere gemeente komen. • er wordt een standaardprocedure doorlopen, die niet in alle gevallen efficiënt leidt naar de gewenste doelstelling. Dit betreft voornamelijk de door de gemeente Steenwijkerland ingekochte trajecten. Daarbij ging het om de inkoop van gehele trajecten, terwijl het doorlopen van deze gehele trajecten de doorstroming voor mensen, die al weten wat ze willen, ophoudt. • met de deelneemsters wordt niet gecommuniceerd wat de duur/loop van de procedure is; • het gebrek aan tijd, die de uitvoerenden aan de begeleiding kunnen besteden; In Steenwijkerland wordt de trajectbegeleiding uitgevoerd door Kliq. De gemeentefunctionaris begeleidt structureel eens per drie maanden en ad hoc zodra nodig, De aanvankelijke begeleider (tevens trainer) van Kliq heeft het dienstverband met Kliq beëindigd. De overdracht naar zijn opvolger is voornamelijk van praktische/inhoudelijke aard geweest, zonder dat de methodiek van het project hierbij aan de opvolgend begeleider bekend is gemaakt. De focus op het einddoel –een duurzame arbeidsparticipatie- lijkt ondergeschikt te zijn aan de te volgen procedures. Terwijl juist het gebrek aan efficiency in de trajecten één van de redenen was om het project herintredende vrouwen te starten. De gemeente Steenwijkerland heeft bij de start van het project besloten om voor de herintreedsters complete standaard trajecten bij Kliq in te kopen, terwijl maatwerk vereist was. De begeleiding van herintreedsters uit andere gemeenten, die niet bij het uitvoeringsteam zijn betrokken, is niet gericht op een efficiënte en duurzame .reïntegratie. Inspanningen van de functionarissen van de gemeente Steenwijkerland en van de betrokkenen zelf hebben niet het gewenste resultaat gehad. De herintreedsters uit die gemeenten klagen erover, dat vervolgstappen niet aansluiten bij de behoefte van de herintreedsters, of pas met twee tot drie maanden vertraging volgen.
- 18 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Zwolle In Zwolle houdt de gemeentelijke consulent de begeleiding in eigen hand. Zij koopt wel onderdelen van een traject in, bijvoorbeeld een sollicitatietraining. De geïnterviewde deelneemsters zeggen het groepsaanbod te missen, maar tevreden te zijn over de aangeboden begeleiding en ondernemen zelf stappen om te komen tot herintreden. Ze verwachten allemaal binnen nu en een jaar aan het werk te zijn en hebben een helder inzicht in wat ze willen en wat hun mogelijkheden zijn op de arbeidsmarkt. Dat laatste heeft bij een aantal al tot bijstelling van hun wensen geleid, omdat ze ingezien hebben, dat er weinig vraag is naar hetgeen ze willen. Bij een aantal deelneemsters constateren we dat er meer stappen mogelijk zijn, dan zij nu zetten. De deelneemsters tonen zich ontvankelijk voor suggesties in die richting. De gemeentelijk consulent ervaart een aantal knelpunten, te weten weinig tijd, weinig geld en geen uitstroom geregeld. De positieve punten, die zij ervaart, zijn vindingrijkheid, doorzettingsvermogen, betrokkenheid en de eigen inzet van de werkzoekende. Het is moeilijk om uitstroom op korte termijn te realiseren, de markt vraagt weinig op de korte termijn en beroepsopleidingen van 2 jaar worden vaak niet als traject aangeboden. In Zwolle bestond de tweede groep, die de cursus volgde, voor een groot deel uit vrouwen met een –zij het soms verouderde- HBO-opleiding. Het beleid t.o.v. Nuggers is geen opleiding boven MBO-niveau te vergoeden. Dit sluit niet aan bij de wensen en capaciteiten van de werkzoekende. De gemeentelijk consulent bespreekt in deze gevallen de mogelijkheden van de vrouw om zelf een opleiding te betalen, maar niet iedereen kan hiervoor gelden vrijmaken. Beide gemeenten: In beide gemeenten worden de korte lijnen, die in de uitvoeringsteams zijn ontstaan, gehandhaafd.Ook worden in beide gemeenten bij de trajectbegeleiding door de gemeentelijk consulenten de uitgangspunten van de methodiek gehanteerd. De werkzoekende vrouwen ervaren, dat ze als ‘werkneemster’ worden benaderd en dit is ook zoals de trajectbegeleiders de gegeven begeleiding bedoelen. De begeleiders maken gebruik van een genderspecifieke en empowerende benadering. Ze zijn betrokken en zorgen ervoor dat de deelneemsters zelf initiatieven nemen om hun uitstroom te bevorderen. De begeleiders ervaren, dat de deelneemsters in individuele gesprekken de neiging te hebben terug te vallen in hun oude denk- en gedragspatronen. Tijdens de groepsbijeenkomsten bleken deze vrouwen vaak tot andere opties bereid. De werkzoekende vrouwen, die geïnterviewd zijn in de tweede ronde van het monitoren, tonen minder enthousiasme dan in de monitoring na afloop van de cursus. Ze zeggen de groepsbijeenkomsten te missen. De stappen, die ze zetten in het kader van het traject, lijken niet in alle gevallen effectief te zijn. Ook lijken er in sommige gevallen vertragingen te zijn opgetreden in de trajecten. Vaak vindt die vertraging de oorzaak in het persoonlijk vlak, zoals relatieproblemen en een op handen zijnde echtscheiding. Ook houden de begeleiders bij de begeleiding rekening met de vraagkant van de markt. De markt blijkt evenwel op korte termijn weinig te vragen. Zowel in Zwolle als in Steenwijkerland wordt inzet gevraagd om de vraagkant van de markt meer te openen voor de
- 19 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
categorie herintredende vrouwen. In dit verband wordt betreurd dat het RPA geen convenant voor herintreedsters heeft afgesproken. Tot aan de trajectbegeleiding is het uitvoeringsteam regelmatig bij elkaar gekomen om onder andere de stand van zaken met betrekking tot de voortgang te bespreken. Deze bijeenkomsten voor het uitvoeringsteam zijn afgerond
- 20 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Conclusies: Het project heeft zowel voor de uitvoerders als de herintreedsters geleid tot nieuwe inzichten en een nieuwe aanpak. In korte tijd zijn veel vrouwen bereikt en naar de arbeidsmarkt begeleid. Uit de evaluaties met de uitvoerders en de herintreedsters blijkt, dat de knelpunten, zoals genoemd in de introductie van dit stuk, vrijwel allemaal tot praktische oplossingen zijn gekomen. Beide gemeenten geven aan, dat de samenwerking sterk verbeterd is. Zowel de trainers als de herintreedsters hebben aangegeven, dat de doelstellingen van de methodiek gerealiseerd zijn, voor zover deze nu vast te stellen zijn. Herintreedsters hebben het inzicht in mogelijkheden, die de arbeidsmarkt hun biedt en de eisen die de arbeidsmarkt aan hen stelt vergroot, evenals het inzicht in hun eigen kwaliteiten en de mogelijke opties om werk en privé te combineren. De methodiek heeft bovendien geleid tot concrete stappen in de arbeidsbemiddeling. Een aspect, dat nog meer aandacht behoeft, is dat het spectrum van beroepsmogelijkheden door de cursus weliswaar is verbreed, maar dat dit niet bij alle herintreedsters automatisch heeft geleid tot minder traditionele beroepskeuzes. Aan te nemen is dat voor grote aantallen keuzes voor “traditionele mannenberoepen” deze beroepen veel intensiever onder de aandacht van werkzoekende vrouwen gebracht moet worden. Ook is het nodig om de groep ‘herintredende vrouwen’ onder de aandacht te brengen van de werkgevers. Deze categorie werkzoekenden heeft in het algemeen een goede reputatie onder werkgevers, maar er zijn nog te weinig contacten tussen de professionals en werkgevers, die geïnteresseerd zijn in herintredende vrouwen. Het uiteindelijk doel, een duurzame arbeidsparticipatie, is nu nog niet te meten, aangezien de meeste vrouwen nog een traject volgen. Succesfactoren van het project zijn: • de wijze waarop in het uitvoeringsteam is samengewerkt tot aan de trajectbegeleiding, • de snelheid waarmee het project is doorlopen tot aan de trajectbegeleiding, • de gevolgde methodiek, • de inzet en het enthousiasme van de leden van het uitvoeringsteam, de begeleiding en de herintreedsters. Knelpunten in de reïntegratie van herintredende vrouwen zijn: • het ontbreken van inzet op de vraagkant van de markt. In die zin wordt een regionaal convenant gemist. De markt vraagt op korte termijn weinig en het beleid is –althans in de gemeente Zwolle- gericht op korte trajecten. • inzet op de categorie herintredende vrouwen staat onder druk door de invoering van de WWB en het verdwijnen van geoormerkte gelden • implementatie van de methodiek in de organisaties stagneert. • de inkoop van standaardtrajecten verhindert maatwerk en de noodzakelijke slagvaardigheid en leidt tot onnodige kosten, waar werkzoekende vrouwen een
- 21 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
aanbod gedaan wordt, dat weliswaar standaard is, maar niet voor hen als individu noodzakelijk. Opvallend is, dat de geïnterviewde groep deelneemsters na de cursus meer enthousiasme toonde dan in de tweede monitoring. Men geeft zelf aan het groepsgebeuren te missen. In beide gemeenten is weinig inzet gepleegd op het opnieuw samen laten komen van de groepen of het formeren van een nieuwe groep voor die vrouwen, die nog geen werk hebben gevonden. Voor de gemeenten Zwolle en Steenwijkerland geldt, dat de beide uitvoeringsteams met veel enthousiasme en inzet aan het project hebben deelgenomen. Zij zien de meerwaarde van de methodiek, zowel voor herintredende vrouwen als voor andere categorieën werkzoekenden. De implementatie van de methodiek vraagt echter, zowel inhoudelijk, als wat betreft samenwerking, nog meer aandacht. Hierbij blijkt het van essentieel belang, dat de gemeente toeziet op de kwaliteit en effectiviteit van ingekochte reïntegratietrajecten. In het algemeen is met betrekking tot arbeidsreïntegratie meer efficiency mogelijk dan nu gerealiseerd wordt. Dankzij de door de staatssecretaris verruimde regelgeving zijn experimenten mogelijk, waarbij gemeenten en CWI’s in de uitvoering van projecten taken van elkaar kunnen overnemen.
Aanbevelingen aan het RPA: Gezien de belangstelling voor herintreedsters als categorie werknemers en de veranderingen in regelgeving en financiering van de centrale overheid, gekoppeld aan de prognoses m.b.t.de arbeidsmarkt uit Ratio, regiorapportage arbeidsmarkt oktober 2003, beveelt Equivalent het RPA Regio IJssel-Vecht aan, nader te onderzoeken, of in de regio onder werkgevers en andere betrokken partijen voldoende draagvlak bestaat voor het afsluiten van regionale convenanten, inzake de instroom van herintredende vrouwen op de arbeidsmarkt. Het afsluiten van convenanten kan bovendien een impuls zijn voor andere gemeenten in de regio om aandacht te blijven besteden aan herintredende vrouwen in het bijzonder en aan de positie van vrouwen op de arbeidsmarkt in het algemeen. Zonder deze impuls bestaat het risico, dat deze kansrijke categorie werkzoekenden buiten beeld valt. Daarom beveelt Equivalent het RPA bovendien aan te stimuleren, dat gemeenten in de regio het project “Herintredende vrouwen” uitvoeren en de methodiek gaan hanteren voor herintredende vrouwen en andere categorieën vrouwelijke werkzoekenden. Het is aannemelijk, dat ook in andere gemeenten de samenwerking in de reïntegratie en de genderspecifieke deskundigheid onder consulenten verbeterd kan worden. Door verruimde regelgeving zijn meer mogelijkheden ontstaan in de samenwerking tussen gemeenten en CWI’s. Equivalent beveelt het RPA aan te stimuleren, dat gemeenten in de regio van deze mogelijkheden gebruik gaan maken om uiteindelijk te komen tot de meest efficiënte sluitende ketenaanpak voor werkzoekenden.
- 22 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Nawoord: Als we het project “Herintredende vrouwen” in een breder perspectief van reïntegratie in het algemeen plaatsen, lijkt een algemene bezinning op de concrete praktijk van reïntegratie op zijn plaats. In de “Ratio, de Overijsselse arbeidsmarkt tot 2006” formuleert E’til onder actuele discrepanties tussen arbeidsaanbod en arbeidsvraag het als volgt: “De ervaring met de reïntegratiemarkt (fase 2- en fase3-kandidaten) en met concrete trajecten is nog beperkt. Toch overheerst de indruk dat de reïntegratiemarkt in toenemende mate draait om procedures, contingenten, kavels en fondsen en steeds minder om een kwalitatief goede en duurzame oplossing voor de afzonderlijke kandidaat. De kennis en het instrumentarium bij bemiddelaars lijken vooralsnog ontoereikend om gericht naar deze oplossingen toe te werken. De huidige arbeidsmarkt maakt het er niet gemakkelijker op. Het vertrouwen van werkgevers is niet groot in reïntegratiekandidaten, evenmin als het vertrouwen van kandidaten in zichzelf. Dat vergt veel van de rol van een reïntegratiebedrijf, een rol die nog onvoldoende wordt ingevuld.” Hetgeen in bovenstaand citaat in het algemeen geldt voor de reïntegratie, geldt in versterkte mate voor vrouwelijke werkzoekenden, die werk willen combineren met de zorg thuis. Er ligt dan ook een flinke uitdaging voor lokale en regionale beleidsmakers om de regie van de reïntegratiepraktijk op te pakken en te leiden naar een effectieve werkwijze gericht op duurzame resultaten. Februari 2004, Irene van Deuveren. Irma Wolf
- 23 -
Projectbeschrijving van het project:
“Herintredende vrouwen”
Bijlage:
Stand van Zaken februari 2004 Zwolle en Steenwijkerland Werkzoekenden computercursus beroepsopleiding oriëntatie op beroep of beroepsopleiding stage/vrijwilligerswerk betaald werk gevonden solliciterend ruststand voorlopige prioriteit voor zorg thuis
Zwolle 4 3 4 7 4 5
Steenwijkerland 3 5 3 5 1 3
Overzicht van de gekozen beroepsopleidingen: HBO-V doktersassistent medewerker Informatie Dienstverlener Bibliotheken voedingsassistent tandartsassistent onderwijsassistent nog in onderzoek zijn: Pabo, opleiding tot docent Duits, bedrijfsadministratie en sociaal pedagogisch werk. Deelnemers hebben werk gevonden in de sectoren: kinderopvang winkel apotheek fitnesscentrum telemarketing thuiszorg ziekenhuis
- 24 -