Bestnr. 84 03 18
Hartslagmonitor Model: HR309 zilver
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail:
[email protected]
Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze handleiding zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet in acht nemen van deze handleiding, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor schades en letsel die daarvan het gevolg zijn. Bewaar daarom deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Introductie Trainingsprogramma Fitness- index Trainingstips De armband- monitor - De bedieningstoetsen van de armband- monitor De borstgordel voor de hartfrequentiemeting Effectief overdrachtsbereik Hoofdstuk 2: Gebruik algemeen Gebruiksmodes Normale tijd instellen Het gebruik van de alarmklok Het gebruik van de tweede tijdzone van de wereldklok
Pagina 3 4 5 6 6 7 7 7 7 8 8 8
Hoofdstuk 3: Hartslagcontrole Gebruikersprofiel - Activiteitsprofiel Weergave van de fitness- index Voor u begint met het trainingsprogramma Het trainingsprogramma starten Trainen met behulp van de stopwatch Weergave van de trainingsgegevens
8 8 8 9 9 9 9 10
Hoofdstuk 4: Extra informatie Gebruik bij openluchtsporten Aanwijzingen betreffende de batterijen Voorzorgsmaatregelen Technische specificaties Onderhoud Voorzichtig Legenda
10 10 10 11 11 12 12 13
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door vóór u het apparaat gebruikt!
2
HOOFDSTUK 1: INTRODUCTIE Gefeliciteerd met de aankoop van uw HR309. De HR 309 is een precisie- instrument met talrijke functies. Het apparaat controleert niet alleen uw hartslagfrequentie, maar ook het calorieverbruik tijdens de training en kan bovendien ook een optimaal trainingsprogramma samenstellen, gebaseerd op uw huidige mate van fitheid fitness. Het systeem bestaat uit een borstgordel voor de hartfrequentie- meting en een armbandmonitor met klok voor de normale tijd en stopwatch. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische Helpdesk: Tel: 053 – 42 85 480 Fax: 053 – 42 80 028 E-mail:
[email protected] Ma. t/m do. 8:30 – 20:00 uur en vrijdags tot 18:00 uur
Trainingsprogramma Het is heel belangrijk, dat u uw maximale hartcapaciteit (MHR), en de trainingszone, d.w.z. de boven- en onderlimiet voor de hartslagfrequentie kent, voor u met de training begint. Deze waarden helpen u erbij de maximale winst voor uw gezondheid uit uw trainingsprogramma te creëren. Uw HR 309 is uitgerust met een trainingsprogramma, dat u erbij kan helpen uw maximale hartcapaciteit (MHR) zo te bepalen, dat de boven- en onderlimiet voor de hartprestaties van de aangegeven trainingsfase automatisch tijdens het totale trainingsproces ingesteld worden. U kunt echter de boven- en onderlimiet ook volgens de volgende vuistregel zelf bepalen. Schat uw maximale hartcapaciteit in met behulp van de volgende formule: Mannen Vrouwen
: 220 – leeftijd = maximale hartcapaciteit : 230 – leeftijd – maximale hartcapaciteit
Er zijn drie trainingszones, waarvan het nut voor de gezondheid en de relatie tot de maximale hartcapaciteit hieronder beschreven wordt: 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Gematigde activiteit Gewichtscontrole Aërobe zone Anaërobe limietzone
3
De boven- en onderlimiet van uw hartslagfrequentie berekent u, door uw persoonlijke maximale hartfrequentie (MHR) met het percentage van de gekozen trainingszone te vermenigvuldigen. Voorbeelden: Voor een 40- jarige man, die traint om de gezondheid te bevorderen, geldt het volgende: Hartfrequentie- bovenlimiet (220 – 40) x 70% = 126 (slagen per minuut) Hartfrequentie- onderlimiet (220 – 40) x 60% = 108 (slagen per minuut) Voor een 30- jarige vrouw, die aan aerobic- training doet, geldt het volgende: Hartfrequentie- bovenlimiet (220 – 30) x 80% = 160 (slagen per minuut) Hartfrequentie- onderlimiet (220 – 30) x 70% = 140 (slagen per minuut) Het trainingsprogramma voert u van opwarmoefeningen tot aan het eind van uw training. Tijdens de gehele procedure kunt u de verbruikte calorieën laten zien.
Fitness- index Uw HR 309 produceert een fitness- index, gebaseerd op uw aërobe fitheid, of uw capaciteit om aan een vorm van aërobe oefeningen deel te nemen, afhankelijk van en bepaald door de capaciteit van het lichaam om tijdens de training zuurstof naar de spieren te transporteren. Dit wordt ook vaak aangeduid als de maximale zuurstofopname (VO2 max.) en wordt gedefinieerd als de grootste hoeveelheid zuurstof die tijdens een steeds in intensiteit toenemend trainings-programma verbruikt kan worden. De longen, het hart, het bloed, het bloedsomloopsysteem en het arbeidsvermogen van de spieren zijn deelfactoren, die allemaal hun invloed hebben op de factor VO2 Max. De eenheid van de waarde VO 2 max. is ml/kg per minuut. In het algemeen ligt het fitness- bereik, afhankelijk van de leftijd, tussen 13 en 53. Hoe hoger de index, hoe fitter u bent (let hierbij op het volgende diagram).
4
Trainings- tips -
Bepaal het doel van uw training: gewichtscontrole, fitness, gezondheid of vergelijking met een vriend. Kies een activiteit, waar u plezier aan beleeft. Het variëren van uw oefeningen kan uw training interessanter maken. Begin langzaam. Train regelmatig. Steeds 20 – 30 minuten per dag en drie of vier keer per week, om de algemene toestand van de hartbloedvaten te verbeteren. Verhoog de trainingsinspanningen naarmate uw fitheid toeneemt. Voer steeds 5 minuten lang opwarm- en uitloopoefeningen uit, nadat u in de trainingszone getraind heeft. De gezondheidszone is de zone met de laagste trainingsintensiteit. Deze zone is uitermate geschikt voor beginners en voor diegenen, die het systeem van de hartkransbloedvaten willen versterken. De aërobe oefenzone verhoogt de spierkracht en verbetert de conditie. In deze zone traint het lichaam binnen het zuurstofopname- vermogen, verbrandt meer calorieën en u kunt de oefeningen langer volhouden. De anaërobe zone benadrukt een toename aan snelheid en prestatie. In deze zone traint u boven de zuurstofopname- capaciteit van het lichaam en er wordt daardoor meer spiermassa opgebouwd; u kunt echter niet al te lang in deze oefenzone trainen. Meet uw hartslag na elke training. Herhaal dit steeds na drie minuten. Als de hartslag aansluitend niet weer omlaag gaat tot de rustfrequentie, dan heeft u te hard getraind. Ga in ieder geval naar een dokter, voor u met een veeleisend trainingsprogramma begint.
5
De armband- monitor U kunt de klok aan uw pols dragen, of hem aan uw fiets of aan een oefentoestel bevestigen.
Afb. 1 De bedieningstoetsen van de armband- monitor
1. [MEM]- toets Weergave van de geregistreerde trainingswaarden 2. [SET]- toets Houd deze toets ingedrukt, om de instelmode op te roepen, of om de aanduidingsplek voor de instelling op te roepen; weergave van het calorieverbruik tijdens de training. 3. [ST/SP/+]- toets Stuurt het trainingsprogramma en de stopwatch, of het instellen van waarden in de instelmode. 4. [MODE]- toets Omschakelen tussen de verschillende werkingssoorten
6
De Borstgordel voor de hartfrequentiemeting De borstgordel voor de hartfrequentiemeting meet de frequentie en brengt deze over naar de armband- monitor. Leg de borstgordel als volgt aan: 1. Bevochtig de geleidende oplegvlakken aan de binnenkant van de gordel met wat water of geleidende gel, om goed contact te garanderen. 2. Doe de gordel om. Stel de gordel zo in, dat deze zeker onder de borstspieren ligt, zodat het hartslagsignaal betrouwbaar gemeten en verzonden kan worden.
Afb. 2 Aanwijzingen: - De positie van de borstgordel heeft invloed op de functie ervan. Verschuif de gordel dusdanig, dat een optimaal contact gegarandeerd is. Vermijd plekken met veel borsthaar. - In een droog, koud klimaat duurt het enige tijd, voor de overdracht van de waarden stabiel is. Dit is normaal, omdat zweet de geleiding van de huid verhoogt.
Effectieve overdrachtsbereik De zender van de borstgordel en de armband- monitor functioneren, zodra u er batterijen inlegt. Beide apparaten dienen zich op een maximale afstand van 76 cm (30 inch) van elkaar te bevinden. Als de signalen niet betrouwbaar worden ontvangen, dan: - verkort u de afstand tussen de zender van de borstgordel en de armbandmonitor. - Stelt u de positie van de zender van de borstgordel in. - Controleer de batterijen. Vervang de batterijen, indien nodig.
HOOFDSTUK 2: GEBRUIK ALGEMEEN Gebruiksmodes De armbandmonitor beschikt over zes gebruiksmodes; dit zijn de normale tijd, alarmtijd, tweede tijdzone, gebruikersprofiel, trainingsprogramma en stopwatch. Let op afb. 3, voor aanwijzingen betreffende het omschakelen tussen de verschillende modes.
7
Normale tijd instellen Let op Afb. 4 voor aanwijzingen voor het instellen van de normale tijd. Aanwijzing: Het model HR 309 is voorzien van een kalender voor 50 jaar. U hoeft de weekdagen niet handmatig in te stellen.
Het gebruik van het alarm Let op Afb. 5 voor aanwijzingen betreffende het instellen van het alarm. Druk op SET (INSTELLEN) terwijl de alarmtijd wordt getoond, om de alarmfunctie te activeren of te deactiveren. De alarm- indicator verschijnt, als deze functie geactiveerd is (Afb. 5a). Het alarm klinkt dagelijks, als de alarmfunctie geactiveerd is. Druk op een willekeurige toets om het alarm één dag uit te schakelen. De alarmfunctie blijft geactiveerd, en het alarm klinkt op de ingestelde tijd de volgende dag opnieuw.
Het gebruik van de tweede tijdzone van de wereldklok Door middel van de tweede tijdzone kunt u de tijd in een andere wereldtijdzone zien. De tijd voor de tweede tijdzone kan net als de normale tijd ingesteld worden (Afb. 4a).
HOOFDSTUK 3: CONTROLE VAN DE HARTSLAG Gebruikersprofiel
Voor u de functies van het trainingsprogramma van het model HR 309 kunt gebruiken, moet u een gebruikersprofiel invoeren. Let op Afb. 6, om uw gebruikersprofiel in te voeren (geslacht, leeftijd, gewicht, lengte & activiteitsprofiel). Activiteitsprofiel Het activiteitsprofiel vertegenwoordigt uw algemene fitnessgraad. Als u onder normale omstandigheden niet deelneemt aan een oefenings- of trainingsprogramma, dient u “0” (laag) in te voeren. Als u twee- of driemaal per week aan een sportieve activiteit met een duur van ca. 1 uur deelneemt, zoals b.v. golf, paardrijden, bewegingsoefeningen, gymnastiek, tafeltennis, bowling, gewichtheffen, werken in de tuin enz., dan is uw invoer hier “1” (gemiddeld). Als u actief en regelmatig veeleisende lichamelijke oefeningen uitvoert, zoals b.v. duurloop, wandelen, zwemmen, fietsen, boxen, touwtjespringen, lopen op een lopende band of buitensporten zoals b.v. tennis, basketbal of handbal, dan voert u hier “2” in (hoog).
8
Aanduiding van de fitness- index Uw fitness- index wordt direct na de invoer van uw gebruikersprofiel getoond. U kunt uw fitnessindex ook bekijken via de “MEM”- toets, terwijl de klok functioneert in de gebruikersprofielmode (alle data voor het gebruikersprofiel moeten echter eerst ingevoerd zijn) (Afb. 6a).
Voor u begint met het trainingsprogramma Nadat alle parameters voor uw gebruikersprofiel ingevoerd zijn, moet u een activiteit en de oefentijd voor uw training invoeren. Let op Afb. 7 voor uitvoerige aanwijzingen hiervoor. Aanwijzing: 1. Zorg er voor, dat het activiteitsprofiel en alle parameters van het gebruikersprofiel ingevoerd zijn. Anders kan het calorieverbruik tijdens de training niet berekend worden. 2. U kunt de boven- en ondergrens voor de hartslagfrequentie verwaarlozen. Het trainingsprogramma berekent automatisch de optimale waarden voor deze parameters. 3. Als u waarden voor de boven- en ondergrens van de hartslagfrequentie invoert, dan moet u er voor zorgen, dat de waarde voor de bovengrens groter is dan de ondergrens. 4. De indicatoren [▼ ▼] of [▲ ▲] verschijnen, als de boven- of ondergrens overschreden worden (Afb. 8). Als een limietwaarde getriggerd wordt, klinkt er een pieptoon, zodra de boven- of ondergrens overschreden wordt.
Het trainingsprogramma starten Druk op [ST/SP/+], om het trainingsprogramma te starten (afb. 9). Druk op [SET], om op elk willekeurig moment het calorieverbruik te tonen, zodra u met het trainingsprogramma begonnen bent (Afb. 12a). U hoort opnieuw drie korte pieptonen, zodra de geprogrammeerde oefentijd afgelopen is. Aanwijzing: 1. Het trainingsprogramma kan op elk moment tijdens de oefening gestopt worden. U kunt een trainingsprogramma niet voortzetten. Als u met het trainingsprogramma gestopt bent, kunt u alleen met een nieuwe training beginnen (Afb. 9b). 2. U kunt het trainingsprogramma ook op de achtergrond door laten lopen, terwijl u de andere functies van de klok gebruikt, met uitzondering van de stopwatch- functies. De TIMER- indicator knippert, en geeft aan dat het trainingsprogramma doorloopt (Afb. 9c). 3. Het trainingsprogramma en de stopwatch kunnen niet gelijktijdig geactiveerd worden.
Trainen m.b.v. de stopwatch Voor u de stopwatch start, moet u de trainingsfase instellen (Afb. 10). Na het instellen van de trainingsfase kunt u beginnen met de oefeningen met behulp van de stopwatch (Afb. 11). Druk op MEM, om de volgende data weer te geven, zodra de stopwatch niet meer loopt (Afb. 11a): - de trainingstijd binnen de trainingszone - de totale trainingstijd en gemiddelde hartslag - calorieverbruik
9
Aanwijzing: - Voer alle parameters in. Anders kan het calorieverbruik tijdens de training niet berekend worden. - De invoer van de limietwaarden voor de bovenste en onderste hartprestaties is optioneel. Het trainingsprogramma bepaalt deze parameters automatisch zelf. - Als u waarden voor de bovenste en onderste hartfrequentie invoert, dan moet u er voor zorgen, dat de waarde voor de bovenste limietwaarde groter is dan die van de onderste waarde. ▼] of [▲ ▲] verschijnen, als de boven- of ondergrens overschreden worden - De indicatoren [▼ (Afb. 8). Als een limietwaarde getriggerd wordt, klinkt er een pieptoon, zodra de boven- of ondergrens overschreden wordt. - U kunt de stopwatch ook op de achtergrond door laten lopen, terwijl u andere functies, met uitzondering van het trainingsprogramma gebruikt. De “STW”- indicator knippert, en geeft aan dat de stopwatch op de achtergrond doorloopt (Afb. 11b). - Het trainingsprogramma en de stopwatchfunctie kunnen niet gelijktijdig geactiveerd worden.
Weergave van de trainingsdata Let op Afb. 12a en 12b terwijl het trainingsprogramma loopt, en na afsluiting van het programma. Let op Afb. 11c, om het calorieverbruik tijdens de oefeningen te tonen. Let op Afb. 11a voor het weergeven van de verbruikte calorieën.
HOOFDSTUK 4: EXTRA INFORMATIE Gebruik bij openluchtsporten De klok is waterdicht tot een druk van 3 Bar; u moet de klok niet dragen bij duiken of snorkelen. Aanwijzing: Voer alle instellingen uit, voor u de klok blootstelt aan water of spatwater. Door het indrukken van de bedieningstoetsen onder water of in de regen kan er water binnendringen in het apparaat.
Aanwijzingen betreffende de batterijen Het model HR 309 gebruikt een lithium batterij van het type CR2025 en een lithium batterij van het type CR2032 voor de hartfrequentie- zender. De batterijen worden voor beide apparaten meegeleverd. Zodra de batterij van de armband- monitor zwakker wordt, ziet u de aanduiding voor het vervangen van de batterij. De zender van de borstgordel zendt geen signalen meer uit, als de batterij leeg is.
10
Let bij het vervangen van de batterijen op het onderstaande diagram:
KLOK
BORSTGORDELBOVENAANZICHT
batterij-contacten BORSTGORDEL ZIJAANZICHT
Aanwijzing: Meegeleverde batterijen (indien die erbij zitten) zijn alleen bedoeld voor demonstratie- doeleinden. Voor het dagelijks gebruik wordt aanbevolen, er nieuwe alkaline batterijen in te leggen.
Voorzorgsmaatregelen -
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Maak het apparaat na elk gebruik voorzichtig schoon Stel het apparaat niet bloot aan enig geweld, en bescherm het tegen stoten, stof en extreme temperaturen. Verander niets aan de onderdelen binnenin.
Technische specificaties Tijdaanduiding Datum Kalenderbereik Tijdzones Stopwatch Alarm Hartslag- limietwaarden Meetbereik Trainingszone- bereik
: 12/24 uurs- format : DD-MM of MM-DD en weekdagen : 2001 – 2050 (automatische kalender) : (+) 23 – (-) 23 : 00:00:00 – 99:59:59 (uren – minuten – seconden) : dagelijks alarm; alarm voor hartslag- limietwaarden : 30 – 240 slagen per minuut : 30 – 240 slagen per minuut
11
Trainingsprogramma- timer Calorieberekening Batterij armbandmonitor Batterij borstgordel
: 00:05 – 99:59 (standaardinstelling (uren – minuten) : 0 – 9999 kcal : 1 x CR2025 : 1 x CR2032
Gebruikstemperatuur Opslagtemperatuur Waterdichtheid
: 5°C – 40 °C (41°F – 104 °F) : -20 °C – 70 °C (-4 °F – 158 °F) : 3 Bar, zonder indrukken van toetsen
ONDERHOUD 1. Maak het apparaat nooit schoon met schurende of scherpe schoonmaakmiddelen. Deze zouden de plastic onderdelen kunnen beschadigen, en de elektronische circuits zouden kunnen roesten. 2. Stel het apparaat niet bloot aan geweld en bescherm het tegen stof, extreme temperaturen of vochtigheid, omdat daardoor functiestoringen, een kortere levensuur en schade aan de batterijen alsmede vervormingen van de behuizing veroorzaakt kunnen worden. 3. Verander niets aan het binnenste van het apparaat. Daardoor vervalt de garantie voor het apparaat, en er kunnen andere schades veroorzaakt worden. Binnenin het apparaat bevinden zich geen onderdelen die door de gebruiker zelf onderhouden moeten worden.
VOORZICHTIG! Gegevens in deze gebruiksaanwijzing kunnen veranderen, zonder dat u daarvan in kennis gesteld wordt. Vanwege druktechnische beperkingen kan de weergave van het display in deze gebruiksaanwijzing afwijken van de daadwerkelijke aanduiding. De inhoud van deze gebruiksaanwijzing mag niet zonder toestemming van de fabrikant vermenigvuldigd worden.
12
LEGENDA : CURSIEF CURSIEF
- INDRUKKEN - 2 SECONDEN LANG INGEDRUKT HOUDEN - KNIPPERT - SNEL DOORLOPEN
Aanwijzingen bij afb. 3: A. Normale tijdmode B. Alarmzone C. Zone- timer – mode D. Gebruikersprofiel E. Intelligent trainingsprogramma F. Stopwatch- mode G. Normale tijd – mode
13
14
15
16
17
18
19
20