zilver
TC Souburg 25 jaar
zilver
Navolgend stukje geschiedschrijving ontvloot mijn pen in het jaar 2000 ter gelegenheid van het 25-jarig jubileum van onze tennisclub. Het bestaat uit drie delen, welke in dat jubileumjaar in het maart-, juni- en septembernummer van ons clubblad ‘tLobje werden gepubliceerd. Ik heb er mee beoogd enig beeld te schetsen van de beginjaren van onze tennisclub en ik meen dat het ook nu nog leuk is om te lezen en daardoor een indruk te krijgen van het reilen en zeilen toentertijd. Enkele oorspronkelijke foto’s waren helaas niet meer te achterhalen en tevens heb ik enkele andere toegevoegd. Veel lees- en kijkplezier.
zilver
TC Souburg 25 jaar
zilver
het kraambed Ja beste mensen, de tijd gaat snel, het is al weer een kwarteeuw dat Souburg een tennisclub heeft. Heel gewoon in deze tijd, waarin zo'n beetje elk zich respecterend gehucht beschikt over enkele tennisbanen. Toch weet ik nog dat het toen eigenlijk getuigde van enige standing. Het hoorde bij Domburg of Middelburg, maar toch niet bij Souburg? Of woonden hier dan ook al "kakkers", gingen ze hier echt ook tannissen? Da's vast niet iets van echte Souburgers. Het was ook de tijd van meer aandacht voor gezonder leven, meer bewegen, aan sport doen. Niet iedereen was lid van een sportvereniging, laat staan van twee tegelijk. En ook niet iedereen was voet- of korfbalgek. Het dorp Souburg groeide, werd zelfs stadswijk, en er kwamen steeds meer "vreemden” en dat bracht met zich mee dat er mensen kwamen die andere sporten wensten te bedrijven, maar die waren er niet of nauwelijks, dus… De initiatiefnemer tot het oprichten van een tennisvereniging alhier was de heer Dick van de Berg. Hij was op de hoogte van het feit dat de gemeente tennisbanen ging aanleggen op het sportcomplex in Souburg en vond de tijd rijp om te proberen een tennisvereniging van de grond te krijgen. Hij benaderde diverse instanties om te kijken of één en ander haalbaar was en trok --gesteund door enkele anderen-- de stoute schoenen aan. Er werd een advertentie geplaatst in enkele huis-aan-huis-bladen en er werden stencils verspreid. Dit leverde voldoende positieve reacties op om een eerste vergadering te beleggen. Deze vond plaats in oktober 1975. Onze club werd toen geboren. Als naam werd gekozen L.T.V. Souburg, maar die naam werd door het district afgewezen, omdat de afkorting L.T.V.S. al in gebruik was bij een tennisvereniging "an den overkant". Het district stelde voor om de naam T.C. Souburg te gaan gebruiken, vandaar… De eerste bestuurders waren de heren Dick van de Berg, voorzitter, Eduard Kögeler, secretaris, Ton van de Weide, penningmeester, en de dames Lenie Wondergem en… Anja van der Most (jazeker, onze huidige secretaris!!).
de eerste klappen Er was nu wel een tennisclub, maar konden ze ook tennissen? Ja en nee. Natuurlijk konden ze wel een bal wegslaan met een racket, maar waar moesten ze dat doen? Op Souburg waren er nog geen
banen? Dat klopt, maar er werden in het eerste speeljaar, 1976, twee banen gehuurd aan de Nadorstweg in Middelburg en binnenbanen in de Baskensburgsporthal en de Van Duyvenvoordehal. In april 1977 konden de door de gemeente aangelegde vijf banen (tegenwoordig baan 2 t/m 5) aan het Koopmansvoetpad in gebruik worden genomen. Een "eigen" plek om te tennissen was er dus zelfs al na één jaar. Maar, konden ze er ook wat van? Jawel, er waren er die "het" al konden toen ze lid werden, zoals Chiel Hermsen, Ad Vreeke, Ruud McGillavry, de broertjes Kotsebue en Ed de Bree. In de ogen van de vele anderen waren het "kanjers", en dat was natuurlijk ook zo. Sommigen dachten zich al snel met hen te kunnen meten of hoopten dit in stilte. Maar dat viel toch bitter tegen. Het hele spelletje bleek toch moeilijker te zijn dan gedacht, maar eens zou het hen vast en zeker lukken, dan zouden zij… Geen wonder dus dat Dirk Rempt's "winkeltje" draaide als een trein. Sinds 1976 was hij trainer van onze club (met toen al zo'n 300 leden) en hij gaf les op de meest rare tijden en in diverse sporthallen. Maar ze kwamen lessen en het spelpeil vloog omhoog. Nauwlettend hield men elkaars vorderingen in de gaten. De spanning steeg naarmate de jaarlijkse clubkampioenschappen naderden. Dat was het moment waarop het bewijs geleverd kon worden dat alle investeringen niet voor niets waren geweest. Men wist toen ook precies te vertellen wie de "duurste" backhand bezat of van wiens centen Dirk een nieuwe fiets had kunnen aanschaffen. Dat boezemde ontzag in. Al gauw duurde voor velen het wachten op clubkampioenschappen te lang en werd het idee geboren een laddercompetitie te starten. Dit had minstens drie voordelen: a) Je wist zeker dat je op de afgesproken tijd (die in een speciale ladderagenda werd genoteerd) kon spelen, want dat viel toen ook al niet mee. Er moest (dat was van hoger hand beslist) altijd een "ladderbaan" beschikbaar zijn. En… b) Je kon ook eens tegen een betere, die hoger op de ladder stond, spelen, hetgeen natuurlijk je eigen spelpeil sterk bevorderde. En… c) Je kon laten zien dat het teleurstellende resultaat op de clubkampioenschappen berustte op een vergissing en was te
wijten aan een flink aantal nadelig uitgevallen factoren, waaraan je zelf niets kon doen. Hoe het dan kwam dat meestal toch weer die clubkampioenen ook bovenaan de ladder prijkten, is voor sommigen --zelfs vandaag de dag nog-- steeds een raadsel gebleven. Maar ja, anderen zit het nu eenmaal altijd mee… En waar is de tijd gebleven dat de ouders hun kinderen de eerste beginselen bijbrachten: 's morgens half acht (ja ouders van nu, daar kijken jullie van op hè?!) stonden er diverse (vooral vaders) met een emmertje overjarige ballen hun kroost aanwijzingen toe te schree… eh… te geven. Het ging er dan uiteindelijk om dit zo lang mogelijk vol te houden. Ik bedoel: Hoeveel jaren duurde het voordat niet pa, maar het kind aanwijzingen gaf en op welke leeftijd liet zij/hij pa alle hoeken van de baan zien, m.a.w. wanneer stond het kind hoger op de ladder dan de goed bedoelende ouder. Misschien is dat wel de reden dat dit fenomeen nagenoeg is verdwenen. Hoe dan ook, er is flink wat afgeëmmerd (in alle betekenissen van het woord).
emmertjes-resultaten (?!)
Maar vandaag de dag kunnen we er wat van. De klappen die tegenwoordig worden uitgedeeld zijn rake. Bij onze TC Souburg is, mede dankzij het huidige trainersduo Ronald en Lucienne, het spelpeil op een prima niveau gebracht. Het gros van het eerste zondag-mixed-team bestaat momenteel uit echte Souburgleden, en die weten de bal prima te raken, ook buiten de provincie. Jazeker, we staan op de kaart!
zilver
TC Souburg 25 jaar
zilver
pionieren De eerste klappen werden dus door onze leden op vreemde bodem uitgedeeld, want het was nog even wachten op de banen die aan het Koopmansvoetpad zouden worden aangelegd. En dat uitvoering van besluiten altijd langer op zich laat wachten, dan de 'gewone' leden wensen, was toen niet anders. Er werd wat afgemopperd, terwijl de leden van het bestuur hun uiterste best deden om allerlei zaken te regelen, zoals overleg met de gemeente (de Stichting Sportbelangen) en met John Harting (de banenspecialist), mogelijke deelname aan de competitie (terwijl je niet eens over banen beschikt), plannen maken voor een clubgebouw, de financiën op tijd zien binnen te krijgen (ja, toen ook al!), enzovoorts, enzovoorts. En let wel, iets van de grond af opbouwen is nog even iets anders dan voortbouwen op. Maar ja, dat steeds 'uit' spelen was niet zo leuk, je leerde haast niemand kennen, je kende slechts enkelen. Een eigen plek, daar ontbrak het aan. Mopperen dus, dat helpt vast wel een beetje, toch? Dus zo gedacht, zo gedaan. Arme bestuurders! En dan…"…Maar ze liggen er toch maar!!!!!!!!!!!! Laten wij er met ons allen zuinig op zijn en er voor waken dat de boel niet wordt vernield. Als wij er met ons allen hiervoor zorgen, kan iedereen van groot tot klein er ten volle van genieten…" Aldus stond te lezen in het clubblad. (Als ik het lees is het net of ik die stem van het vroegere filmjournaal van Polygoon erbij hoor, heeft u dat ook?) Helaas werd niet vermeld wie zich bediende van een dergelijk taalgebruik, maar het was in elk geval duidelijk: Wee degene die het waagde om… De 5 banen (nu baan 2 t/m 6) en een heuse oefenkooi waren dus gereed, speelklaar. In april 1977 werden ze in gebruik genomen. We oefenden en speelden dus voortaan "thuis", heerlijk!! Vanaf dat moment kon er dus ook competitie gespeeld gaan worden. Het toenmalige bestuurslid Hans Monkel werd gebombardeerd tot competitieleider. Dit welbespraakt personage regelde één en ander even, zodat drie teams, t.w. een heren-, een mixed- en een jeugdteam in de zondagcompetitie aantraden. Het waren deze teams die de TC Souburg de eerste naamsbekendheid brachten.
In verband hiermee werd de caravan van de familie Van der Most van stal gehaald om gedurende de competitie dienst te doen als onderkomen voor de wedstrijdleiding. Soms, als een gedegen reden kon worden opgegeven, was het ook aan anderen toegestaan om even gebruik te maken van dit mobiele onderkomen. Echter, de controle op het gebruik door derden van dit luxe kampeermiddel verslapte, met als gevolg dat het toelaatbare gewicht bij tijd en wijle danig werd overschreden, zeker wanneer het tijdens een competitiewedstrijd ging regenen. Het uiteindelijke resultaat hiervan was, dat de terugreis naar de stalling --zes weken later-- niet geheel vlekkeloos verliep. Inspectie door de beteuterde eigenaar wees uit dat het chassis was gebroken. Of de familie van der Most dat jaar nog op vakantie is geweest staat nergens vermeld, maar zo ja, dan in elk geval niet met deze ex-kantine. Als pleister op de wonde voor de gedupeerde familie rest, dat hun caravan in de analen vermeld staat als "het eerste clubgebouw" van de TC Souburg. Dat er nog niet direct, samen met de banen, een echt clubgebouw was, kwam "…vanwege een gemiste subsidie…" Wie deze misser maakte wordt niet vermeld. Wel staat ergens anders dit: "…Hopelijk staat er voor eind mei een voorlopige kantine bij onze banen, hiervoor is nog veel nodig, wat betreft de inrichting hiervan. Wij zouden het dan ook zeer op prijs stellen als er bij de leden spullen zijn die zij hiervoor ter beschikking willen stellen, zodat ook deze kosten misschien tot een aanvaardbaar niveau zullen dalen…" Het zal niemand verbazen --gezien de laatste regel-- dat dit uit de pen vloeide van de toenmalige penningmeester Van der Weiden.
wat een luxe
Met deze voorlopige kantine werd bedoeld de zgn. "blauwe keet" van de fa. Rafelaar "…met de volgende afmetingen: 7 bij 2.70 meter. Deze wagen is voorzien van zitgelegenheid (welk een vooruitgang!). Hier kunt u eventueel een kopje koffie of een frisse drank kopen. Het gebruik van de wagen is van tijdelijke aard en zal dienst doen totdat er een permanente oplossing is gevonden. De directiewagen zal zo spoedig mogelijk worden geleverd en geplaatst…" Duurde tot dan toe het even naar de baan gaan niet langer dan hooguit een uurtje, menigeen kreeg al gauw in de gaten dat gaan tennissen niet alleen bestond uit tennissen alleen. Zeker toen er naast koffie of een glaasje limonade ook uit kratten, --waar twee dozijn van die kleinere flesjes in passen-- werd geschonken. Gezellig nog even nablijven kletsen en wat drinken en sterke verhalen over de vooruitgang van je tennispeil, vanwege alweer een nieuw racket, en over de pas geleden geleverde prestaties, en over…
koffie met een rondo!
Vooral 's avonds, dan was het wellicht nog gezelliger, ook al was het buiten al donker geworden. Voor sommigen werd het juist dan, wanneer de kaarsen werden ontstoken, pas echt genieten. Juist dat primitieve bracht een sfeertje. Gaan tennissen was voortaan avondvullend, tenzij je beschikte over een te kleine blaas voor een hele avond. Immers, een toilet was er niet, aan- en afvoer van water evenmin. Water werd in jerrycans aangevoerd en gekookt werd er op campinggas. Het koffiezetapparaat stond nog ingepakt, want de elektriciteit kwam niet verder dan de lantaarnpaal op de parkeerplaats.
Ja die eerste vrijwilligers van de kantinecommissie waren niet te benijden. …maar, en dit moet toch even van ons hart. Vervelende en nare opmerkingen waren misplaatst, dit voor de mensen die het idee hadden, dat we er voor betaald werden…" Ja beste Theo c.s., ook toen was de kantine runnen niet eenvoudig. (Trouwens, dat koffiezetapparaat wat jullie nu gebruiken is toch niet toevallig nog datzelfde ding als… Nee, dat meen je niet!!!!) Wie het volgende seizoen het tennispark betrad kon haar/zijn ogen niet geloven en was er meteen van overtuigd dat het bestuur gedurende de wintermaanden niet had stilgezeten: de blauwe keet was weg… Aan de rand van "de zandbak" bij baan1 (op de plek dus van het huidige clubgebouw) stond een nieuw onderkomen. Er was daar nl. op 31 maart, dus vlak voor het competitiebegin, een grote Jarino-containerkeet neergezet.
het publiek in “de zandbak”
"Het is een prachtige aanwinst en het is de bedoeling dat het ook een prachtige aanwinst blijft!!!!!!!!! Mede omdat dit een voorlopig, gehuurd onderkomen is. Er wordt van onze vereniging verwacht, dat zij deze kantine in dezelfde staat oplevert…" Aldus schreef de kantinecommissie in april 1978. Het moest dus voor een ieder duidelijk zijn: Het was vanaf dat moment uit met het 'keten in de keet'.
oranje-toernooi ‘78
Al was deze keet dan weliswaar groter en niet meer mobiel, wie dacht dat er nu wel een kleedruimte en sanitair zou zijn, die kwam bedrogen uit. Ook deze keet was niet meer dan een schuilplaats voor de regen, annex koffieschenkerij. Dit, ondanks herhaaldelijk aankloppen bij de Stichting Sportbelangen voor betere voorzieningen. "…Maar helaas, er kwam geen aansluiting voor het aan- en afvoeren van water, net zo min als elektriciteit; jammer van de prachtige kachels, die er in hingen. Het bleef dit jaar ook weer kamperen… en het koffiezetapparaat staat nog steeds ingepakt. Hoewel er in het Zeeuwse op dat moment wel meer verenigingen waren die zich nog moesten behelpen met dergelijke onderkomens, geneerden we ons toch wel enigszins toen het eerste herenteam op 11 juni op eigen terrein een promotiewedstrijd mocht spelen voor een plaats in de 4e klasse. Onze vereniging was dus gastheer, en nog wel voor een team van buiten de provincie. De tegenstander kwam namelijk helemaal uit Breda. En ik weet niet hoe het u vergaat en wat u thuisgekomen het eerst doet na een autorit vanuit Breda…? Maar gelukkig, er was aan gedacht en er was een oplossing gevonden "…dankzij de familie Hermsen, die naast het tennispark wonen; zij stelden hun woning beschikbaar aan onze gastspelers…" Of de spelers van B.L.T.V. nu van slag waren door hetgeen ze hier aantroffen, of door het zeer goede spel van onze heren, is niet bekend. We houden het op het laatste. Hoe
dan ook, de uitslag was 5 - 1 voor onze mannen. Wij, TC Souburg, waren gepromoveerd! Dus werd het wel eens tijd dat…
de eerste kampioenen
Aan het einde van het seizoen '78 is er nog steeds geen zicht op een permanent clubhuis. In het jaarverslag staat vermeld: "... De bouwcommissie (ja die was er heus wel, daar lag het niet aan) kwam in het verslagjaar slechts eenmaal bijeen. Maar heeft haar aktiviteiten in officiële zin nog niet kunnen aanvangen, daar het bestuur en de St. Sportbelangen de basis overeenstemming over de bouw van een tennispaviljoen nog niet hebben afgesloten. Voorlopig bleef het dus pionieren, dat moge duidelijk zijn. Maar, na weer een overwintering, dus voorjaar 1979, heeft voorzitter Philip Jonker een fantastische mededeling en wel "…dat de Gemeente Vlissingen een bedrag van f 250.000,-- heeft uitgetrokken voor het bouwen van een tennispaviljoen. Het tennispaviljoen zal gebouwd worden in opdracht van de gemeente en de vereniging zal de kantine exploiteren. Met de bouw van het paviljoen zal nog dit jaar begonnen worden. Maar, (o jee, ik was er al bang voor) daar nog niet bekend is, wanneer de eerste paal geslagen zal worden, zal er per 1 april weer een containerkeet op het tennispark staan…" (Blijkbaar was die vorige dus weer weggehaald). Het werd dus ook dat jaar opnieuw kamperen. Maar de vaart zat er nu goed in, want al snel volgde een opnieuw verheugend bericht:
"…Het plan is klaar en goedgekeurd; per 14 mei gaat men met de bouw beginnen!!!! De oplevering zal plaatsvinden in oktober/november 1979. Er zal een kale kantineruimte opgeleverd worden; de aankleding, betimmering, etc. zal de vereniging moeten verzorgen. De bouwcommissie zal nu eindelijk aktief kunnen worden en zij zullen dat graag doen; ongetwijfeld zal een beroep op U worden gedaan om de komende winter werkzaamheden te verrichten om te komen tot een gezellige inrichting…" Eindelijk ging het er dan toch van komen. De grote wens van de leden en m.n. van de kantine- commissie zou in vervulling gaan. De plaats, waar de kantine kwam te staan was zodanig uitgekiend, dat er plaats zou overblijven voor een zesde baan (op "de zandbak", nu baan 1). Nog slechts één jaartje behelpen dus, nog maar één jaartje keten in de keet. Want dit gebeurde nog steeds, nu schijnbaar vooral door de jeugd, want "…Willen de junioren erop attent zijn, dat de Jarino-keet keurig netjes ingeleverd dient te worden bij Jarino in Roden. Alle gebreken, welke ontstaan zijn door onzorgvuldig handelen, moeten door de vereniging worden betaald. Dus, (let op, nu komt de les…) binnen niet stoeien, geen benen op de stoelen, geen rommel maken, maar (en nu de climax…) je gedragen zoals van jullie verwacht mag worden…" Zo, die staat! Ik heb eens zitten rekenen hoe oud die aangesproken jeugdleden nu ongeveer zullen zijn. (Nee, ik zal hier geen namen noemen). De voorzitter heeft met het oog op dit "keten" van de jeugd naar verluid geen verdere acties meer hoeven te ondernemen, want de Jarino-keet verdween al weer snel, om plaats te maken voor
ja, oké, weg er mee
de op handen zijnde bouw van het tennispaviljoen. Het is dan inmiddels wel al weer juni '79, maar dat kon de (voor)pret niet drukken, want "…We waren natuurlijk wel geholpen met de direktiewagen van een aannemer en later met het mooie houten gebouwtje…", aldus schreef A.C.M. (?) namens de bouwcommissie, "…maar een echt paviljoen met keurig betegelde kleedkamers en wasgelegenheid met warm en koud stromend water, met daarnaast een gezellige kantine, dat is natuurlijk het einde…" en even verder, ondanks dat het gebouw veel later kon worden opgeleverd dan was gepland: "…Van de kant van Aannemersbedrijf Peters, is er alles aan gedaan om het gebouw op tijd klaar te hebben, ondanks onwerkbaar weer en andere tegenslagen buiten hun schuld. Alle hulde daarvoor!..." De verdere gang van zaken was nu dat de aannemer het gebouw opleverde aan de gemeente, waarna deze het gebouw in beheer gaf aan de Stichting Sportbelangen, die het vervolgens verhuurde aan de TC Souburg. Zo stond er dan eindelijk het langverwachte permanente clubgebouw, weliswaar nog "kaal", maar in de ogen van ieder was het fantastisch. Echter, het woord, of beter gezegd de daad, was nu aan de vrijwilligers. Het zou nu aankomen op eigen inbreng, op zelfwerkzaamheid van de leden. Vandaar de oproep door de bouwcommissie: "…De kantine zal moeten worden betegeld en ingericht. Er zal toch wel een bar moeten komen (Ik dacht het wel ja, stel je voor…!) plus de nodige apparatuur en verlichting. Ik weet zeker, dat ik namens het bestuur spreek en daarmee ook namens U, als ik alle leden vraag om alle medewerking te verlenen om van de kantine een juweeltje te maken, zodat we met een beetje gepaste trots iedereen kunnen verwelkomen in ons eigen klubhuis…". En jawel, ze kwamen. Er werd een hoop vrije tijd ter beschikking gesteld om er iets moois van te maken. "…Er is de afgelopen winter hard gewerkt en het resultaat is er naar; ons tennispaviljoen (kantine) is praktisch klaar. Binnen wordt de laatste hand gelegd aan de inrichting…" zo schreef de voorzitter in maart 1980. Wie nu echter dacht dat er gevochten werd om kantinedienst te mogen doen in zo'n mooi onderkomen, waar plots de hele
pionierstijd naar het verleden was teruggeschopt, die moet ik teleurstellen. Ook toen al was het om te huilen, hetgeen diezelfde clubleider (of was het clublijder) deed verzuchten: "…Daarom is de teleurstelling groot, dat de oproep in ons vorige clubblad, om een ochtend, middag, of avond in de kantine dienst te doen bijna geen reacties heeft opgeleverd. Teleurstellend voor het bestuur en de mensen, die veel werk hebben verzet in de afgelopen periode…". Alles werd in het werk gesteld om de kantinebezetting rond te krijgen. Zeker ook met het oog op de naderende officiële opening van het clubgebouw was het nodig om anderen achter de bar te krijgen. (Aan de bar, dat lukte wel, maar er achter…?!). En dat terwijl de bestuursleden en de kantinecommissieleden reeds al hun vrije tijd inzetten om de opening goed te kunnen laten verlopen!. Natuurlijk is alles, dankzij de doorzetters ook toen goed gekomen. Op 19 april 1980 werd het tennispaviljoen officieel geopend door wethouder Bruinooge. De voorzitter schreef later: "…Eindelijk was het zover en werd een periode van hard werken afgesloten…"
een "eigen plek"
Een periode van vijf jaar pionieren was ten einde.
zilver
TC Souburg 25 jaar
zilver
het orgaan De 400(!) leden van onze club van toen herinneren zich vast nog wel het allereerste clubblad dat verscheen in het voorjaar van 1977. De toenmalige redactieraad, bestaande uit de dames Palsgraaf, Klijmij en Ter Beek verzorgden dat jaar drie uitgaven. Op het eerste exemplaar stond voorop een vraagteken en op het tweede prijkte een uitroepteken (ja wat moet je anders verzinnen!). De eerste twee clubbladen waren echt handwerk: teken-, type-, niet- en vouwwerk. Maar deze dames zaten vol ideeën over hoe het worden moest: ze schreven een wedstrijd uit voor een ontwerp voor de voorkant en voor een naam. De omslag zou voortaan gedrukt moeten worden en er moesten advertenties in en zo mogelijk ook foto's. Het zal u dan ook niet verbazen dat reeds in het tweede clubblad (die met het uitroepteken dus!) te lezen stond: "…wij hebben inmiddels verschillende ontwerpen en namen mogen ontvangen. De redactieraad heeft hieruit een keuze gemaakt. Het ontwerp is gemaakt door de heer J.A. van Someren en de naam is bedacht door Marina Meijers. Dit ontwerp wordt afgedrukt op de omslag van het volgende nummer, tezamen met de gekozen naam: 't LOBJE…". En jawel hoor, nog datzelfde jaar verscheen in november uitgave nummer 3 met een gedrukte omslag met het ontwerp en de naam.
om trots op te zijn!
En binnenin vond men negentien(!!) --eveneens gedrukte-advertenties. De foto's lieten nog even op zich wachten, maar de dames verlevendigden hun Lobjes met een veelheid aan tekeningen van eigen hand. Zij openden dit derde nummer onder het kopje Redactioneel (dat deed men toen zo) met "…Deelt u onze vreugde over dit derde nummer; het eerste "LOBJE"? Geheel in nieuwe stijl…" Nou dat zullen de leden zeker zijn geweest, want welke club, die amper het daglicht zag, beschikte over zo'n mooi en goedverzorgd clubblad. Ja, het "orgaan van de Tennisclub Souburg" mocht gezien worden!! Orgaan ja, zo noemde men dat toen, dus niet "clubblad van…", of "informatieblad van…", dat was te gewoon. Trouwens zelfs tot en met vorig jaar, 1999 dus, werd deze zinsnede nog altijd gebezigd. Niet meer binnenin, maar zelfs op de voorkant. Want, toen in 1987 de club zich presenteerde met een eigen huisstijl (zeg maar: op alles eenzelfde logo ging voeren), toen kreeg ook 'tLobje een nieuw uiterlijk door het nieuwe ontwerp, waarin deze zinsnede (in hoofdletters zelfs!!) was verwerkt.
de nieuwe “hokjes” huisstijl
Nu we een nieuw millennium zijn binnengestapt en we bovendien ons zilveren bestaan vieren is het tijd voor verandering. Om te beginnen hebben we daarom het "orgaan van…" in de vorige eeuw achter gelaten, maar ook het leven van de vierkantjes huisstijl heeft zijn herfstdagen bereikt. Mind my words.
het embleem Aansluitend bij het voorgaande en eveneens de moeite waard om vermeld te worden is het feit dat reeds in 1978 onze vereniging beschikte over een eigen clubembleem. De "oudjes" onder ons weten zich nog wel te herinneren dat haast elke club haar leden voorzag van zo'n stoffen gekleurde tennisbal met de clubnaam erop geborduurd. Die stikte je dan op je rokje, broek of sweater en… dan hoorde je er echt bij, en tegenstanders wisten precies welk vlees ze in de kuip hadden (wat natuurlijk ook omgekeerd zo was).
zo'n stoffen bal
Zo ook dus de TC Souburg, zij bleef vanzelfsprekend daarbij niet achter. Dozen vol werden ervan besteld, want het bestuur was van mening dat ze grif aftrek zouden vinden. Om één en ander te stimuleren kwam het bestuur met het volgende gulle gebaar: "…Deelnemers aan de Clubkampioenschappen 1977 kunnen dit (het embleem dus) gratis afhalen bij dhr. H.Monkel… …Alle overige leden kunnen ook in het bezit komen van dit embleem; en wel bij de penningmeester… …Zij moeten hiervoor echter F. 2,75 betalen…" Wellicht kwam het door het gevraagde bedrag, of het kwam doordat men genoeg had aan een eenmalige afname, want tennissen was al niet goedkoop. Men zette het embleem gewoon over op een nieuw rokje of op een nieuwe broek. Daar hadden die huisvrouwen van toen best nog even tijd voor over. Ja, daar kijkt de huidige generatie huisvrouwtjes van op in deze tijd van sponsorpakken en tweeverdieners tennisoutfits voor het hele gezin. Maar hoe het ook zij, we hadden ons embleem. Sommigen droegen het met trots, maar vandaag de dag staan er nog steeds twee doosjes vol met deze emblemen.
De leden van TCS zijn duidelijk geen aanhanger van uniformiteit. Ook de t-shirts bij een vorig jubileum of "het clubtrainingspak" zijn nooit een hype geworden. Maar dit wordt vast anders in het nieuwe millennium. groeien Het vermelden waard is natuurlijk ook de verdere uitgroei van het tennispark en alles wat daarbij komt kijken. Na de pionierstijd stond de TC Souburg er goed op: een vijftal gravelbanen, een prachtig tennispaviljoen, zeer enthousiaste leden en een dito bestuur. Toen in 1980 onze vereniging al 507 leden (incl. 140 junioren) telde was het duidelijk dat het bestuur niet op zijn/haar lauweren kon gaan rusten. De noodzaak van een zesde baan diende zich aan, maar…het bestuur kon niet meer meedelen dan: "…Een minder goede tijding ontvingen wij ook. De aanleg van baan zes is uitgesteld en voorlopig geplaatst in de meerjarenplanning van 1984… (!) Waaraan, waarschijnlijk als pleister op de wonde, werd toegevoegd: …Toestemming is echter gevraagd om op het grasveld zolang een mini-tennisbaan aan te leggen voor onze jongste leden…" (O jee, doe ik er wel goed aan dit te vermelden?!). Wat dat jaar wel verwezenlijkt kon worden was: "…De oefenkooien zullen in de loop van het jaar met vier meter elk verlengd worden…" Dan konden tenminste minstens weer enkele leden hun wachttijd op een nuttige manier doorbrengen. Want op een vraag van één der leden op de jaarvergadering van febr. 1981 of de speeltijden niet verlengd konden worden van 30 naar 45 minuten werd door het bestuur negatief beslist "…omdat anders de wachttijden te lang zouden worden…". Wachttijden, zijn we op Souburg eigenlijk wel eens zonder geweest? Nee dus! (hè, eindelijk een minpuntje gevonden). Maar het was nog veel erger, want wist u dat er op datzelfde moment dat u op uw partijtje zat te wachten, er zo'n 250 mensen waren die op de wachtlijst stonden om net als u te mogen zitten wachten? Ja, u leest het goed, 250(!!!) wachtenden na u, in oktober 1981. Het zal u dan ook niet verbazen dat het bestuur op dat moment naast de aanleg van een zesde baan ook alweer nadacht over een aanbouw aan de kantine "…om het kantinegebeuren beter te laten functioneren en de kleedkamers te ontlasten als opslag-
ruimte…" Zelfs uitbreiding van de kantine zou alvast worden meegenomen in gesprekken met de gemeente. Dit alles, terwijl de verfluchten nog maar nauwelijks waren opgetrokken. Voor die zesde baan en de aanbouw was het echter wel nodig dat er een contributieverhoging werd doorgevoerd. Bovendien werd het steeds meer noodzakelijk dat de leden zelf hand- en spandiensten gingen verlenen. De zogenoemde zelfwerkzaamheid werd belangrijk, omdat de vereniging zelf steeds meer voor allerlei kosten diende op te draaien. De gemeente had namelijk niet voldoende financiële middelen om gedegen onderhoud te bekostigen. Zelfwerkzaamheid der leden in ruil voor een lagere huurprijs aan de gemeente. Samen de kosten voor de club laag houden diende structureel te worden. En… dat werd het ook. De wens om die zesde baan zo spoedig mogelijk te verwezenlijken leefde bij iedereen. Na vele onderhandelingen was de gemeente bereid de TCS een renteloos voorschot te verlenen. We gingen die baan dus in feite zelf financieren. De spa kon eindelijk de grond in! De voorzitter kon dan ook een half jaar later melden: "…Gelukkig zijn er veel mensen die onder leiding van Hans Monkel --onze technische man-- dit werk uitvoeren. Schroom niet beste leden er is veel te doen en vele handen maken licht werk…" En of ze kwamen! De zandbak werd omgetoverd tot centrecourt. Om daarop straks te kunnen spelen was de grote stimulans. En… nog wel drie kwartier ook, want, zo schreef de grote leider Jonker heel tactisch in hetzelfde stukje: "…Het nieuwe afschrijfbord zal inmiddels klaar zijn. U kunt nu drie kwartier achter elkaar spelen…"
voor sommigen echter net iets te lang
Er werd hard gewerkt om de streefdatum te halen, hetgeen lukte, want op 18 juni1982 werd deze zesde baan (de huidige baan 1) "…op kundige wijze officieel geopend door onze onvolprezen penningmeester, te weten Peter Wielemaker. Door zijn handeling ontbrandden er vier lichtmasten -althans de lampen- waardoor baan 1 en 2 goed verlicht werden…" Nou ja, voor toenmalige begrippen misschien. Maar hoe dan ook, de verliezers van het tossen die avond mochten op de nieuwe aanwinst een demonstratie geven van hun kunnen. In hun verdere carrière hebben ze nooit meer voor zoveel publiek gespeeld.
voor zoveel publiek
De zesde baan was nu een feit, de aandacht werd nu gericht op de berging, de aanbouw aan de kantine, en… het zelf speelklaar maken van de banen. Voorzitter Jonker schreef met het oog op 1983: "…--we zullen als vereniging veel werk aan ons tennispark zelf moeten verrichten-- dat zou kunnen betekenen dat we de post onderhoud kunnen drukken. Zelfwerkzaamheid is voor de komende jaren een bittere noodzaak, we kunnen daarmee wellicht een sterke verhoging van de kontributie voorkomen. Wij rekenen in deze op uw medewerking…" Die stunt met verlichting op de banen 1 en 2 (met bouwlampen) had echter menigeen aan het denken gezet. Het zal u dan ook niet verbazen dat op de eerstvolgende jaarvergadering iemand van de leden (de naam wordt in het verslag niet genoemd, maar ik heb zo'n bruin vermoeden) het voorstel doet om twee banen van verlichting
te voorzien. Hij heeft één van de bestuursleden zelfs al een offerte overhandigd (hetgeen mijn vermoeden nu donkerbruin kleurt).
met (e)motie
Het geijkte antwoord erop was enkel de toezegging dat "… de mogelijkheid van verlichting bestudeerd zal worden…" Inmiddels, en dan is het voorjaar 1984 geworden, is de bouw van de berging op enkele kleinigheden na voltooid en is duidelijk dat zelfwerkzaamheid steeds belangrijker wordt, want "…de gemeente zal geen vergoeding meer geven voor het spuiten van de banen in het weekend…" Ondanks dat de vele werkers de kosten voor onderhoud laag wisten te houden was het opnieuw noodzakelijk om de contributie te verhogen. Morrend ging de vergadering akkoord (38 voor, 19 tegen). Als tegenprestatie deed het bestuur nu haar uiterste best om te tonen dat het niet haar schuld was en dat het haar ernst was om, waar maar mogelijk, zuinig om te springen met de centjes. Zelfs de nieuwjaarsborrel werd van het programma geschrapt. Maar dat viel in het verkeerde keelgat, getuige wat staat in het verslag van de ledenvergadering van 6 februari 1985: "…De vergadering is het niet eens met het niet doorgaan van de nieuwjaarsborrel in verband met de bezuinigingen…" Ja, leden van TC Souburg houden veel van tennis, maar ook, of zelfs nog meer, van gezelligheid, van feestjes. Vandaar de toevoeging: "…Zij is van mening dat de aanwezigen ook hun eigen consumpties kunnen betalen…". Een borreltje laat je je niet zomaar afpakken, toch? Het droog zetten van de leden kostte het bestuur minder slapeloze nachten dan het 2 tot 3 maal per dag nat zetten van de banen, want de oproep luidde: "…Mocht u ideeën hebben laat het ons dan
weten. Met het geld dat we terug verdienen, kunnen andere zaken gerealiseerd worden (bv. verlichting, uitbreiding accommodatie, sproei-installatie)…" En dan natuurlijk het telkens terugkerend onderhoud: "…Als het lukt om via zelfwerkzaamheid deze zaak aan te pakken, kunnen we circa 41% --zijnde f 7.500-- op de baanhuur terugverdienen…" Kijk, dat was nou nog eens duidelijk, dan weten de zelfwerkers dus waarvoor ze het doen. En er was heel wat te doen: 1. Hang- en sluitwerk kantine aanpassen. 2. Schilderwerk kantine (buiten). 3. Scoreborden maken/completeren. 4. Sleepnetten vernieuwen/maken (+ ophangpunten op de banen). 5. Putten + afvoer van het terras repareren 6. Sloten hekwerk/deuren repareren. 7. Enkelspel paaltjes maken/repareren. 8. Ontruimen/opruimen tennispark (einde seizoen). 9. Netspanners vernieuwen/repareren. 10. Markering voor lijnen. 11. Snoeiwerk/spitten tuingrond. 12. Verlichting verbeteren/repareren. 13. Aanpassen boorden in kantine. 14. Organiseren cursussen baanaanleg/onderhoud/sproeien. 15. Sproeiinstallatie modificeren.
dat deden ze/we dus allemaal zelf
En… wie op de ledenvergadering het jaar daarop aanwezig was, die wist "..dat er een beregeningsinstallatie aangelegd gaat worden. Dit moet gebeuren voor het speelklaar maken van de banen…"
Het is dan voorjaar 1986. Ondanks het slechte weer krijgen de werkers het voor elkaar (hulde!) en nog wel voor f 1000 minder dan was begroot (vreugde!), maar dan slaan er dieven toe en stelen de geluidsapparatuur: "…Glas- en inbraakschade bedragen ± f 1.500. De verzekering dekt deze schade niet, omdat…" (verdriet, woede!!). En intussen steekt het spook van privatisering in de sportwereld zijn kop steeds verder door de deur van de bestuurskamer. De voorzitter luidt de noodklok: "…De sportverenigingen komen in een moeilijke positie omdat gemeenten de huur van de accommodaties kunnen verhogen. Privatiseren wil zeggen: het verschuiven van taken van de gemeente naar het particuliere initiatief, dus naar de vereniging. Voor de TC Souburg wil dat zeggen, aanleg en onderhoud banen, onderhoud groenvoorziening, alles binnen de hekken van het park komt voor rekening van de vereniging. Daar staat jaarlijks een vergoeding tegenover… …Er is de afgelopen jaren veel werk verzet, men kijkt altijd met veel respect naar de TC Souburg, juist omdat er zoveel zelfwerkzaamheid bestaat. Maar we zullen door moeten gaan en er zullen nieuwe impulsen gegeven moeten worden…" Vooral de materialencommissie en de kantinecommissie worden onder de schijnwerper gezet, want daar kan respectievelijk geld worden bespaard en verdiend, mits de leden hun steentje willen bijdragen. Zo niet, dan "…zullen we wat anders moeten verzinnen. Je kunt dan denken aan het verpachten van de kantine of het aanstellen van een groundsman. Maar (o jee, een maar!) daarbij geef ik u de verzekering dat kontributieverhoging (als ik het niet dacht!) niet uit kan blijven, om over de gezelligheid maar niet te spreken…" Dus…? "Natuurlijk, schouders eronder, steun aan het bestuur, want dat respect waarmee anderen naar ons kijken dat willen we behouden, en als we ooit nog echt baanverlichting willen, dan gaan we er nu voor", zo dacht (en denkt) een grote groep, de veertigers en vijftigers van toen, zij die rond de oorlog het eerste levenslicht aanschouwden(!). "Roept u maar, wij staan voor u klaar!" Bij het winterklaar maken van de banen (ja, winterklaar, nooit van gehoord?;geeft te denken!) werd zelfs een dame te midden van de werkers aangetroffen: "…de heren hadden grote moeite haar tempo bij te houden. Het gaat hier om mevrouw Van Gaelen… …Mochten er meer dames belangstelling hebben…" De voorzitter dacht
schijnbaar even een nieuwe bron van zelfwerkers (-sters dan, wel te verstaan) te hebben aangeboord, maar die bron is achteraf slechts een bronnetje gebleken (sorry dames, ik bedoel dan: voor dit werk, ik weet ook best dat jullie…, dat jullie…, …nou moe!) Over moe gesproken, vanaf het voorjaar van 1987 hoefde niemand meer moe te worden van het staan achter een baan, want je kon er vanaf dat moment bij gaan zitten. Ons steeds mooier wordend tennispark werd namelijk verfraaid met bankjes, beschikbaar gesteld door een aantal, zelf hier tennissende, sponsors. (sponsors ja, opnieuw een bron om aan te boren!).
geschonken door…
Het park werd nog fraaier, want op 25 juni 1988 wapperde voor het eerst een eigen clubvlag (met “hokjes”;ontwerp Sjaak v.d. Linde) in de mast. Die mast was een paal over welks constructie menig toenmalig materiaalcommissielid zich had gebogen en waardoor sommigen van hen, bij meer dan windkracht zeven, zelfs nu nog steeds heel moeilijk in slaap weten te komen. En dat degenen die aan de totstandkoming van dit vlaggewapper hadden meegewerkt ook snakten naar een stukje waardering moge blijken uit : "…Ook zal er op gezette tijden een vlag in de kantine uitgehangen worden, zodat een ieder de vlag van dichtbij kan bekijken…"
welke club had zoiets?
Wellicht was dit noodzakelijk vanwege een meer dan gemiddeld groot aantal brildragende leden (maar zo hoog was die mast nou
toch ook weer niet?), of omdat men de kans kreeg de vlag ook eens te zien wanneer men nuchter was (want hij werd alleen gehesen bij festiviteiten). En de nieuwe leden dan, kennen die hem al van buiten? Neem er dan nog maar snel goed notie van, voordat het te laat is. In 1989 stak het privatiseringsspook weer zijn poot tussen de deur. U herinnert zich: "…Het onderhoud dat de gemeente zou moeten verrichten, is gaandeweg steeds meer overgegaan naar de club zelf…" De gemeente liet het werk over aan de club, die op haar beurt dan een korting kreeg op de huur. Dit bedrag was eigenlijk te gering, ook al bij normaal onderhoud. En… de meeste banen waren inmiddels aan groot onderhoud toe, maar "…de gemeente is echter niet te vermurwen de renovatie ter hand te nemen. Er is simpelweg geen geld voor…" Rest enkel, dat de club zelf gaat investeren. "…Maar dan willen we natuurlijk wel investeren in iets dat van onszelf is! Vandaar dat we op de onderhandelingstoer zijn gegaan voor de overname van park en gebouwen…", aldus schreef voorzitter Versantfoort in zijn uitleg aan de leden. Het gefluister in de wandelgangen was dus geenszins uit de lucht gegrepen. De mededeling dat baanverlichting voorlopig iets van nog later datum werd, was niet eens meer nodig. Zelfs de vaste vragensteller hiernaar op jaarvergaderingen slikte (zij het met moeite) dit keer die vraag in, of beter gezegd: spoelde hem weg. Op 31 januari1990 vond één van de belangrijkste (nee, niet vanwege die ene extra sherry) ledenvergaderingen plaats, want daarop werd besloten om akkoord te gaan met het (financiële) voorstel van het bestuur om te kunnen overgaan tot overname van het tennispark (40 van de 42 waren vóór). Bovendien ging men akkoord om f 25.000 uit te trekken voor het wegwerken van achterstallig onderhoud en verder had men ook geen moeite (slechts 5 waren tegen) met de voorgestelde contributieverhoging. Aangezien echter die avond het vereiste quorum niet aanwezig was werd op 7 februari hervergaderd en werden de besluiten onveranderd overgenomen. Het park was nu van ons!!! Met recht was er nu sprake van een eigen plek. En niet zomaar een plek. Nee, door de jaren heen was ons park er één geworden om trots op te zijn. Dankzij de enorme inzet van de materiaalcommissieleden en de zelfwerkzaamheid van velen, was het zoals de voorzitter het jaar daarvoor nog schreef: "…Ik durf
zelfs de stelling aan dat de materiaalcommissie kans heeft gezien het totale onderhoud aan het park zo goed te doen dat het het mooiste is in de omgeving…" En nu waren wij eigenaar van dat mooiste tennispark…, dat eigenlijk altijd al van ons was geweest. Een mooier cadeau was er niet voor de 15-jarige!!! Na het verstommen van de feestvreugde en na een winter waarin de kantine een grote beurt onderging (elektriciteit en schilderwerk) "zocht" het bestuur weer naar iets om aan te pakken. En dat iets was gauw gevonden: "…we hebben te weinig banen voor ons tennisgrage ledenbestand van 580 personen. Op zaterdagen, zondagen --maar ook door de week-- zorgt onze positieve competitiegekte ervoor dat er te weinig gelegenheid is voor een recreatief potje… …TC Souburg telt maar liefst 36 competitieteams… …tennisles worden gegeven… …banen "eruit" voor onderhoud… …toernooien… …kampioenschappen… etc…" Dat dus de speelcapaciteit moest worden vergroot was duidelijk. Maar hoe? Een baan erbij, of banen verlichten (nee, aan allebei viel niet te denken!). Maar wat waren de consequenties, op welke plek moest die zevende baan, of wie ging het licht aan- en uitdoen, en hoe stond het met de bereidheid om… Democratisch als het was had het bestuur er het volgende op gevonden: "…Wie meent over zinvolle, originele of positief op geld waardeerbare suggesties te beschikken: hij of zij deponere ze bij het bestuur! (nou ben ik niet dyslectisch, maar dit moet ik toch een paar keer lezen) Duidelijk is wel, dat men meedenken verwachtte van niet al te domme mensen. Hoeveel zinvols is ingeleverd staat (wellicht daarom) nergens beschreven. Wel pende iemand het volgende neer: "…Met groeiende verbazing heb ik gezien hoe snel de beslissing is gevallen om die baan uit de luiers te laten komen…" Want op 5 november 1991 besloot de bijzondere ledenvergadering "…dat TC Souburg een zevende baan zou aanleggen…" En om zoveel mogelijk zelfwerkers daarbij in te schakelen werd hen de worst van baanverlichting voorgehouden: "…Er zal een "verlichtingspotje" worden gevormd, dat o.a. wordt gevoed met het geld dat met zelfwerkzaamheid bij de aanleg van de zevende baan wordt verdiend…" En als er ooit iemand is geweest die zelf het goede voorbeeld hierin gaf, dan was het wel de schrijver dezes. Het pad vanaf het hek naar de kooien mag wat mij betreft dan ook het "Versantfoortpad" worden genoemd. Kwam je
namelijk het park op, dan zat Frans daar in het zand. Dat heeft hij wekenlang volgehouden. Ik weet niet eens of hij in zijn vrije tijd nog wel eens thuis kwam. Volgens mij heeft hij elke tegel van dat pad en elke conifeer die er langs staat in zijn handen gehad. Minstens één keer. Maar zeker is dat het stimulerend werkte naar de bereidwillige groep die ook de handen uit de mouwen wilde steken. De zevende baan kwam dat voorjaar gereed en werd zonder veel tamtam in gebruik genomen. Maar… waar moest je nou afhangen voor die baan? O, jee, foutje, …vergeten? Dus niet, want plots hing er een afschrijfklok, zeg maar gerust de afschrijfklok, want naast de Big Ben in Londen is er mij geen klok bekend waarover zoveel is gesproken. Klokkijken deed iedereen die het op school had leren snappen op dezelfde manier, maar deze klok afschrijven deed ieder op haar/zijn eigen wijze. Er waren er die het echt niet snapten, want moest je nou de begin- of de eindtijd aangeven? Maar ook waren er velen die het heel(!!) goed begrepen, vooral dan: hoe het ook kon. "Goh, echt waar?, maar ik dacht…, dan is er vast iemand tegen die wijzer aangelopen". (Ja, ja!!) Inmiddels (1993) waren ook de opstallen uitgebreid, want in de beheercommissie zat een genie, dat zoveel materialen had verzameld en vooral ook zelf ontworpen, dat de opslagruimtes veel
“het genie” demonstreert
te klein waren geworden. Er diende een tweede schuur te komen voor "zijn" machinepark. Dit brein, afkomstig uit het gebied waar
men een berenburger niet versmaadt, zette samen met zijn maatje, afkomstig uit de stad van ketelbinkie, de lijnen letterlijk en figuurlijk uit. We hebben het dan over het jaarlijks terugkerend aanleggen en onderhouden van de banen. Dankzij Anne's uitvindingen was veel handwerk overbodig geworden. Het resultaat was altijd dat TC Souburg beschikte over prima banen. Veel verenigingen waren jaloers op de apparatuur en de kwaliteit van onze banen. En: "…Zoals bekend, heeft de vereniging met ingang van het nieuwe seizoen twee verlichte banen…" Het is dan voorjaar 1993. Op 2 april van dat jaar stelt burgemeester Jaap van der Doef de verlichting officieel in werking.
ja, die knop
Wederom is een lang gekoesterde wens in vervulling gegaan. Bij de aanleg werd zelfs al rekening gehouden met een eventueel latere uitbreiding: "…een plastic pijp ingegraven, zodat eventuele kabels voor verlichting van baan 3+4 gemakkelijk getrokken kunnen worden…" Ook de renovatie van het terras was gelijk meegenomen, nu dit toch gedeeltelijk op de schop moest voor het plaatsen van de lichtmasten. De bielzen werden vervangen door
de oude bielzen voetenbank
een nieuwe "voetenbank", nu eentje van beton. Wat bloembakken erop en klaar. Alles perfect voor elkaar. Over die 2e april schreef iemand in het 'tLobje: "…Voorzitter Versantvoort overzag van achter de bar als een veldheer zijn troepen. "Wij hebben het mooiste park van Zeeland", zo riep hij uit…" En dat deed hij al eerder en hij had nog gelijk ook. En verder: "…We zijn nog steeds rijk, terwijl dat mooie park toch een bom duiten heeft gekost (Zo zei hij het niet precies, maar het kwam er wel op neer). Rara hoe kan dat, die rijkdom?…" Ik meen me te herinneren dat op datzelfde moment aan de bar spontaan een glas sherry omviel!! (maar dat weet ik niet meer helemaal zeker, maar 't zou me niet hebben verbaasd). Maar ja, je kunt nou eenmaal niet alles tegelijk krijgen, soms laat iets (eventjes) op zich wachten. Zie dan om naar wat we al kregen en probeer positief te blijven denken, bijvoorbeeld: Is het wel zo erg dat er nog maar twee banen verlicht zijn? of: Er is niets zo fijn als iets te wensen te hebben. Afsluitend met: Proost, we nemen er alvast (nog) één. Dat laatste past immers heel goed bij onze club. (Sorry beste lezer, ik liet me even gaan, d'r zit mij ook wel eens iets "tussen de oren"). We hadden nu dus licht en een zevende baan. Je hoefde in 1994 het park maar op te komen en je kon spelen tot 's avonds laat. Mooi niet dus! Sterker nog: "…Gelukkig is ook dit jaar weer gebleken dat er onder de leden voldoende begrip is voor de "overlast" dat het onderhoud met zich meebrengt…" En let nu goed op! "…willen wij tevens de competitiespelers bedanken voor het massaal gehoor geven aan het verzoek om op maandagavond niet (jazeker, niet!) te komen spelen…" Dit nogal vreemde verzoek was voortgekomen uit het besluit om op maandagavonden banen "eruit" te gooien voor onderhoud. Er zouden anders nog langere dan de gebruikelijke lange wachttijden ontstaan, vandaar. En dan te weten dat we met 602 leden waren, terwijl er nog 134 op de wachtlijst stonden. Maar ja, die hadden het bovenvermelde niet kunnen lezen, omdat ze geen lid waren. In de loop van dat jaar was er een ad hoc commissie gevormd i.v.m. de voorgenomen uitbreiding van het clubgebouw. "…De benodigde vergunningen zijn inmiddels geregeld zodat in principe
na afloop van het seizoen 1995 met de bouw kan worden begonnen. Onder de titel Kantine Blah verscheen er een satirische reactie op dit plan, waarin o.a. stond vermeld: "…De kleedkamers worden een gemengd paradijs, waar ieder vrij rond kan lopen. De toiletten met bidets, het whirlpool bubbelbad en de stoomcabine zorgen voor een heerlijke verfrissing..." Ja, hij zag het helemaal voor zich, en dan kwam hij quasi heel toevallig op een snikhete Lady’s Day voor een partijtje tennis naar de baan. Ach ja, hij had ze vaker, van die …eh…, paradijselijke dromen. Maar, 't was een leuk stukje, dat wel. Maar zo riant zou het zeker niet worden, want met de f 50.000, waarvoor de leden het bestuur toestemming hadden verleend om de keuken aan te passen, kom je niet aan dat geschetste lustoord toe. "…Na alle voors en tegens op een rijtje te hebben gezet, heeft het bestuur vervolgens besloten te kiezen voor een gemetselde uitbreiding aan de achterzijde van het clubhuis op de plaats van de huidige (houten) opslagruimte. De streefdatum werd echter niet gehaald, omdat het voor deze uitbreiding noodzakelijk was dat het hekwerk meer naar achteren verplaatst moest worden, maar dat was gemeentegrond, met als gevolg: "…We wachten al meer dan een jaar op toestemming van de gemeente om de bomen achter het clubhuis te mogen kappen…" Een andere --misschien nog wel belangrijkere-- reden dat alles zo lang op zich liet wachten was "…het gepresenteerde plan riep nogal wat weerstand op. Er wordt gekeken naar een beter plan…" De "tegenstanders" knikten tevreden, want er moest volgens hen meer aangepakt worden dan de opslagruimte. Het moest nu maar eens groots aangepakt worden, meer douches, een vergaderruimte, etc. Updaten die boel! Het bestuur stelde drie fases voor: "…Inventarisatie (wat willen we), Ontwerp, Bouwen.." Het is dan inmiddels voorjaar 1997(!!). Maar het was een positief geluid, en er was meer positiefs te melden: "…De alarminstallatie (die noodzakelijk was geworden na de vele inbraken en het veelvuldig forceren van diverse toegangsdeuren) heeft ook dit jaar zijn werk weer goed gedaan… …De parken en de plantsoenen hebben het afgelopen jaar ook meer aandacht gekregen… , want …beschikken we over een formidabele "maandagavondploeg" (=beheercommissie en enkele zeer fanatieke helpers)… en(!!) …dat de plannen voor een mini-tennisbaan klaar liggen… …zal vrijwilligers voor de aanleg zoeken…" Blijkbaar zijn die tot op heden nooit
gevonden. Positief was ook, dat haast niemand bezwaren had met het voorstel om de contributie, na zeven jaar, te verhogen (van f 125 naar f 140) Men realiseerde zich dat dat nog steeds een schijntje was als je keek naar wat je er allemaal voor kreeg. Bovendien deden er geruchten de ronde dat de kans op frituur in de nieuwe kantine daardoor groter werd. De leden beseften maar al te goed: voor slechts 15 gulden dus meer kans op bitterballen en vlammetjes. Wie kon daar op tegen zijn. Wat ook nog positief is en zeker vermeldenswaard: de coniferen hadden overleefd!!! Wie had dat nog durven hopen? Ja, snoeien is wel eventjes iets anders dan sproeien, beste A.Z.38! In juni 1997 "…kregen we van de gemeente toestemming voor het verplaatsen van het beroemde hek… …Dus kon er zonder problemen aan de verbouwing begonnen worden…" Zaterdag 21 februari 1998 was het dan zover. In de ledenvergadering, voorafgaand aan de opening, schetste de voorzitter van de beheercommissie nog eens het belang van de zelfwerkzaamheid. Hij had in voorgaande jaren al eerder de noodklok moeten luiden en nu op de feestdag zelve deed hij nogmaals een beroep op allen. Het clubhuis was dan weliswaar klaar, maar "…Ook hier valt er de komende tijd nog genoeg te doen. Denk maar eens aan de plantsoenen rond het paviljoen, schilderwerk binnen en buiten, klein timmerwerk, etc., etc. En toen, klokslag vieren, was het feest: het vernieuwde tennispaviljoen werd heropend. "…Na het openingswoord van de voorzitter (Sake Kats), werd de openingshandeling verricht door het oudste en bijna jongste lid van de vereniging…" (??!). En jawel hoor, wat werden er geserveerd? Dit keer nou eens geen blokjes kaas, maar… bitterballen en vlammetjes. Heerlijk, heerlijk!
daar waren ze dan
In de eerstvolgende kantinecommissievergadering werd het keukenreglement gelijk aangevuld met: "…Doordeweeks wordt er NIET gefrituurd en in het weekend in principe niet na 19.00 uur…" (Nou ja, wanneer dan eigenlijk wel?) In een stukje in ons clubblad n.a.v. deze heuglijke dag lezen we "…Ons clubhuis mag na de verbouwing zelfs geen clubhuis meer genoemd worden, maar is een heus tennispaviljoen geworden… …vandaar het idee om uw creativiteit aan te spreken bij het verzinnen van een klinkende, originele, maar vooral minder stijve naam… …suggesties zijn welkom in het postbakje in de kantine (kantine?!, zelfs bij de schrijver van deze oproep zelf was dit begrip schijnbaar ingeroest). …Misschien prijkt de door u verzonnen naam dan straks boven de entree…" De redactie had nog enkele voorzetten gegeven, zoals Spoorzicht, Fort Gulpener, Het Katshuys, e.d. Maar ze schreven zelf al: "…U ziet het, van ons moeten de ideeën niet komen…" Helaas bleken ze ook niet van anderen te komen, dus is het tot op heden nog altijd: de kantine. (In 1980 was trouwens ook al eens gevraagd een naam te bedenken, met schijnbaar hetzelfde resultaat). En.. misschien hoeft ons paviljoen ook wel geen naam te hebben, ons park heeft dat ook niet. TC Souburgers zijn tennisdieren, met tennis en gezelligheid houden ze zich het liefst bezig. Als de banen maar goed zijn en er maar drank in de kan zit. En intussen zijn ze trots (en dat mogen ze ook zijn) op wat er in de afgelopen jaren is bereikt.
een park op trots op te zijn
Het bestuur dacht zich voorlopig te kunnen beperken tot het onderhouden van, want de penningmeester "…is van mening dat er eerst weer f 20.000 tot f 25.000 in kas moet zijn alvorens te denken aan nieuwe investeringen…" Maar de leden hebben inmiddels wel doorgedacht: We willen nog meer verlichting, we willen voor sommige banen iets anders dan gravel en… we willen een jeux de boules baan. Waarom wil je nou een jeux de boules baan? Och, waarom ook niet, anno 2000 is een tennisclub veel meer dan alleen een tennisclub. Klaverjassen en bridgen en een dropping zijn inmiddels ook ingeburgerd, dus waarom dit balletje niet opgegooid? Leuk toch? En wie maakt het afhangbord? Straks heeft het bestuur weer een punt voor de vergadering: Hoe lossen we het probleem van de wachttijden bij de ballenbaan op? Ach ja, B.S.Panning schreef het al in 1996: "…Je moet als vereniging mee met de tijd en dit betekent investeren, bouwen, verbouwen en afbreken. Want, je wil op een dag toch niet beseffen dat er al een tijd niets meer is gekomen en niets meer is gegaan?…" Investeren dus om niet vast te roesten. Maar investeren in het park en in het tennisniveau (van de jeugd) kost geld. Inmiddels is, wat ooit met de bankjes is begonnen, nl. sponsoring, dan ook een hot item op de maandelijkse bestuursvergaderingen. Sponsoring, door de één aanbeden, door de ander verafschuwd. Maar hoe dan ook, in dit nieuwe millennium kan (en wil) geen club meer zonder. Dus nu al, en vooral ook in de toekomst, vraagt dit ons aller aandacht, zeker als we willen houden wat we hebben: de gezelligste club met het allermooiste park in de wijde omtrek. Sponsoring heeft echter veel haken en ogen en loopt niet vanzelf! Maar wie ons een beetje kent, weet dat we dat ook zullen klaren. Niet tobben dus (dat lieten en laten we over aan anderen), maar verder groeien, mee in de geest van deze tijd.
In de hieraan voorafgaande stukjes blikten we terug in de geschiedenis van onze tennisclub. Natuurlijk was het niet mogelijk alles te vermelden, maar ik hoop dat vooral ook de nieuwe leden een idee hebben gekregen van hoe een en ander tot stand is gekomen en in stand werd gehouden gedurende die eerste 25 jaar. Sjaak Flipse (maart 2009)
clublied Hieronder volgt nog een toegift, nl. het clublied van TC Souburg. Jazeker, er bestaat een clublied. Het werd geschreven t.g.v. het 15jarig jubileum, maar helaas staat nergens vermeld wie de schrijver(s) is(zijn). In het ‘tLobje van september(?) 1990 staat onder ‘Van de redactie’ vermeld: “In dit wederom uit z’n voegen barstend Lobje zijn enkele onderwerpen opgenomen die u beter maar niet over het hoofd ziet. Zo is daar het clublied, uitbundig ten gehore gebracht tijdens het al even uitbundig gevierde jubileum. Nu kunt u nog eens rustig --in alle nuchterheid-- nalezen wat u allemaal gezongen heeft.” Deze oproep wordt verderop in dat ‘tLobje gevolgd door de tekst (met afbeelding) welke hierna volgt:
Ook op de feestavond t.g.v. het 25-jarig jubileum van de club werd dit clublied ten gehore gebracht, getuige onderstaande foto.