Happy Day Mobiel
Mobiel met hemellichamen
1
Happy Day Mobiel Moeilijkheidsgraad: Makkelijk Afmetingen: Zon: 9 cm diameter (alleen het gezicht) en 14 cm diameter (gezicht en stralen). Regenboog: 18,5 cm breed (op het breedste punt) en 8,5 cm lang. Regendruppel: 5 cm diameter en 8,5 cm lang. Wolken: (alle vier samen) 18 cm breed en 7,5 cm lang. Stekenverhouding: Stekenverhouding is niet belangrijk voor dit patroon. Opmerkingen: * Stekenverhouding is niet belangrijk voor dit patroon. Haak strak/dicht zodat de vulling niet door het haakwerk te zien is. * De zon, wolken en regendruppels zijn gehaakt in ronden. Sluit de ronden niet en keer het werk niet. * De regenboog is gehaakt in rijen. * Om van kleur te wisselen; haak de laatste steek van de ronde tot de laatste doorhaling met de oude kleur en maak de doorhaling met de nieuwe kleur. Ga verder met de nieuwe kleur Afkortingen: l = losse v = vaste () = herhaal de steken tussen de haakjes zo vaak als aangegeven. 2vsam = haak 2 vaste samen (steek haak in volgende steek, haal lus op, steek draad in volgende steek, haal lus op, sla draad om de naald en haal de draad door alle lussen). “Magic ring”
Maak een lus en haak de steken om de twee draden heen net zolang tot je de gewenste hoeveelheid steken hebt opgezet. Trek hierna het uiteinde van de draad aan, zodat de cirkel sluit.
Mobiel met hemellichamen
2
Materialen: * Garen - Geel (A) - Oranje (B) - Roze (C) - Lichtblauw (D) - Donkerblauw (E) - Limegroen (F) - Rood (G) - Wit (H) - Zwart (I) * 6mm haaknaald * Steekmarkeerders * Plastic ring met een diameter van 3 cm * Sterk naaigaren * 4 veiligheidsoogjes 9mm * 4 veiligheidsoogjes 6mm * Polyester fiberfill * Maasnaald
Mobiel met hemellichamen
3
Zon Hoofd Begin in het midden van het gezicht met A, maak en “magic-ring”. Rnd 1 Haak 6v in ring — 6v. Trek zachtjes aan, maar wel strak, om de ring te sluiten. Markeer het begin van de ronde. Verplaats de markeerder bij elke ronde. Rnd 2 Haak 2 v in elke v—12 v. Rnd 3 [2 v in volgende v, v in volgende v] 6 keer—18 v. Rnd 4 [2 v in volgende v, v in volgende 2 v] 6 keer—24 v. Rnd 5 [2 v in volgende v, v in volgende 3 v] 6 keer—30 v. Rnd 6 [2 v in volgende v, v in volgende 4 v] 6 keer—36 v. Rnd 7 [2 v in volgende v, v in volgende 5 v] 6 keer—42 v. Rnd 8 [2 v in volgende v, v in volgende 6 v] 6 keer—48 v. Rnd 9–13 V in elke v. Bevestig 2 9mm veiligheidsoogjes tussen rnd 5 & 6. Borduur de glimlach met zwart in het midden onder de ogen. Gebruik de foto als voorbeeld. Rnd 14 [2vsam, v in volgende 6 v] 6 keer—42 v. Rnd 15 [2vsam, v in volgende 5 v] 6 keer—36 v. Rnd 16 [2vsam, v in volgende 4 v] 6 keer—30 v. Rnd 17 [2vsam, v in volgende 3 v] 6 keer—24 v. Rnd 18 [2vsam, v in volgende 2 v] 6 keer—18 v. Vul de zon. Rnd 19 [2vsam, v in volgende v] 6 keer—12 v. Rnd 20 [2vsam] 6 keer-6 v. Hecht af met lange draad. Haal de draad door de 6 v van rnd 20 en trek strak aan. Zet de draad goed vast. Zonnestraal (maak er 8) Met B, maak een “magic ring”. Rnd 1 Haak 4 v in ring-4 v. Trek zachtjes aan, maar wel strak, om de ring te sluiten. Markeer het begin van de ronde. Verplaats de markeerder bij elke ronde. Rnd 2 [2 v in volgende v, v in volgende v] 2 keer—6 v. Rnd 3 [2 v in volgende v, v in volgende 2 v] 2 keer—8 v. Rnd 4 [2 v in volgende v, v in volgende 3 v] 2 keer—10 v. Rnd 5 V in elke v. Hecht af met lange draad voor aannaaien. Als alle 8 zonnestralen af zijn, gebruik de draden om ze verdeeld over de buitenzijde van de zon vast te maken. (Rnd 11 van de zon). Wang (maak er 2) Met C, maak een “magic ring”. Rnd 1 Haak 5 v in ring—5 v. Trek zachtjes aan, maar wel strak, om de ring te sluiten. Markeer het begin van de ronde. Verplaats de markeerder bij elke ronde. Rnd 2 Haak 2 v in elke v—10 v. Hecht af met lange draad. Naai de wangen aan beide zijden van de glimlach onder de ogen.
Wolken Kleine wolk (maak er 2) Met H, maak een “magic ring”. Rnd 1–4 Haak rnd 1–4 van de zon—24 v. Hecht af met lange draad voor aanhechten.
Mobiel met hemellichamen
4
Grote wolk (maak er 2) Met H, maak een “magic ring”. Rnd 1–6 Haak rnd 1–6 van de zon—36 v. Hecht af met lange draad voor aanhechten. Als alle 4 wolken af zijn, maak ze vast aan elkaar. Gebruik de foto als voorbeeld. Naai de wolk voor de zon, onder de glimlach.
Regenboog (maak 2 delen) Met D, 13 l. Rij 1 V in 2e l vanaf de naald en elk van de volgende l—12 v. Rij 2 1 l, keren; [2 v in volgende v, v in volgende v] 6 keer; wissel naar E in de laatste v—18 v. Rij 3 1 l, keren; v in elke v. Rij 4 1 l, keren; [2 v in volgende v, v in volgende 2 v] 6 keer; wissel naar F in laatste v—24 v. Rij 5 1 l, keren; v in elke v. Rij 6 1 l, keren; [2 v in volgende v, v in volgende 3 v] 6 keer; wissel naar A in laatste v—30 v. Rij 7 1 l, keren; v in elke v.. Rij 8 1 l, keren; [2 v in volgende v, v in volgende 4 v] 6 keer; wissel naar B in laatste v—36 v. Rij 9 1 l, keren; v in elke v. Rij 10 1 l, keren; [2 v in volgende v, v in volgende 5 v] 6 keer; wissel naar C in laatste v—42 v. Rij 11 1 l, keren; v in elke v. Rij 12 1 l, keren; [2 v in volgende v, v in volgende 6 v] 6 keer; wissel naar G in laatste v—48 v. Rij 13 1 l, keren; v in elke v. Rij 14 1 l, keren; [2 v in volgende v, v in volgende 7 v] 6 keer—54 v. Hecht af. Bevestig 2 9mm veiligheidsoogjes tussen rnd 6 & 7 aan de voorzijde van 1 deel. Borduur de glimlach met zwart in het midden onder de ogen. Gebruik de foto als voorbeeld. Houd de “verkeerde” kanten tegen elkaar en naai ze aan elkaar met passend gekleurd draad. Sluit niet helemaal. Keer de goede kant naar buiten en vul de regenboog een beetje. Sluit de naad nu helemaal.
Regendruppel (maak er 2) Hoofd Met E, maak een “magic ring”. Rnd 1 Haak 4 v in ring-4 v. Trek zachtjes aan, maar wel strak, om de ring te sluiten. Markeer het begin van de ronde. Verplaats de markeerder bij elke ronde. Rnd 2 V in elke v. Rnd 3 [2 v in volgende v, v in volgende v] 2 keer—6 v. Rnd 4 V in elke v. Rnd 5 [2 v in volgende v, v in volgende 2 v] 2 keer—8 v. Rnd 6 [2 v in volgende v, v in volgende 3 v] 2 keer—10 v. Rnd 7 [2 v in volgende v, v in volgende 4 v] 2 keer—12 v. Rnd 8 [2 v in volgende v, v in volgende 5 v] 2 keer—14 v. Rnd 9 [2 v in volgende v, v in volgende 6 v] 2 keer—16 v. Rnd 10 [2 v in volgende v, v in volgende 7 v] 2 keer—18 v.
Mobiel met hemellichamen
5
Rnd 11 [2 v in volgende v, v in volgende 8 v] 2 keer—20 v. Rnd 12 [2 v in volgende v, v in volgende 9 v] 2 keer—22 v. Rnd 13 [2 v in volgende v, v in volgende 10 v] 2 keer—24 v. Rnd 14–17 V in elke v. Bevestig 2 9mm veiligheidsoogjes tussen rnd 13 & 14. Rnd 18 [2vsam, v in volgende 2 v] 6 keer—18 v. Vul de druppel. Rnd 19 [2vsam, v in volgende v] 6 keer—12 v. Rnd 20 [2vsam] 6 keer—6 v. Hecht af met lange draad. Gebruik de draad om de opening te sluiten zoals bij de zon. Wangen (maak er 2) Met C, maak een “magic ring”. Rnd 1 Haak 5 v in ring—5 v. Trek zachtjes aan, maar wel strak, om de ring te sluiten. Hecht af met lange draad. Borduur de glimlach met zwart in het midden onder de ogen. Gebruik de foto als voorbeeld. Naai de wangen aan beide zijden van de glimlach onder de ogen. Afwerking Zet de mobiel in elkaar van boven naar beneden als volgt: ring, zon en wolken, regenboog en als laatste de regendruppels. Hecht de zon en wolken aan de ring vast met 45,5cm naaigaren. Vouw de draad dubbel en haal door de ring. Steek de uiteinden door de lus van de draad en trek stevig aan. Haal de draad door een naald en laat ongeveer 7,5cm tussen de ring en de zon en wolken. Maak de draad met enkele steken stevig vast aan de bovenste zonnestraal en knip de draad af. Hecht de regenboog aan de zon en de wolken Gebruik 45,5cm naaigaren. Vouw het draad dubbel en haal de dubbele draad door een naald. Steek de naald in de onderste zonnestraal van de zon onder een aantal steken door en haal de draad gedeeltelijk door de zonnestraal. Haal de naald door de lus en trek strak. Maak een aantal steken in de onderste zonnestraal achter de wolken. Laat ongeveer 4cm tussen de zon en wolken en de regenboog. Maak de regenboog stevig vast met een aantal steken bovenaan in het midden van de regenboog. Knip de draad af. Hecht de regendruppels aan de regenboog. Laat ongeveer 5cm tussen de regenboog en de 1 e regendruppel en 12,5cm tussen de regenboog en de 2e regendruppel. Hecht elke regendruppel op de zelfde wijze aan de regenboog als de regenboog aan de zon en de wolken is bevestigd. Werk losse draden weg. Tip: Creëer je eigen mobiel door er afwisselend meer zonnen, wolken, sterren in te verwerken.
Mobiel met hemellichamen
6