2: Inhoud 3
Inleiding
4
Welk type boot?
5
Zes veel voorkomende types plezierjachten
6
Verklarende woordenlijst bij scheepstermen
7
Financieringsvormen
8
Vaargebied en uitrustingsnivo
9
CE-keurmerk en categorieën
10
Verzekeringen
11
Nieuw of gebruikt?
12
Ervaringen van de koper van een nieuw motorjacht
13
Een greep uit het aanbod nieuwe motorjachten
14
Ervaringen van de koper van een nieuw zeiljacht
15
Een greep uit het aanbod nieuwe zeiljachten
16
Expertise, aankoopkeuring en taxatie
17
Aandachtspunten bij de aanschaf van een tweedehands jacht
18
Tekening met aandachtspunten motorjacht
19
Tekening met aandachtspunten zeiljacht
20
Hoe vind je een geschikte boot?
21
De proefvaart
22
Ervaringen van de koper van een gebruikt motorjacht
23
Greep uit de markt van gebruikte motorjachten
24
Ervaringen van de koper van een gebruikt zeiljacht
25
Greep uit de markt van gebruikte zeiljachten
26
Jachthavens + de boot leren kennen
27
Gasten aan boord + verklarende woordenlijst uitrusting
28
Vaarbewijs + verklarende woordenlijst vaartermen
29
Onderhoud + links + pomptoilet
30
Achterflap: hoe is dit boekje te gebruiken
Met dank aan: Leo Kavelaars, Anton Snel, Jan en Gerda van Lunteren, familie Den Dunnen, Baarsma Botenbouw, Zaadnoordijk Yachtbuilders, De Valk Yachtbrokers, Ger Baayens, BCL Loosdrecht, Kuiper Verzekeringen, team Sailing Eclectic, Jan van der Lei, familie Spormann en Miranda Keuters
Colofon: Copyright 2005 Concept, tekst en beeldredactie: Infostroom / Hans Buitelaar Opmaak: Frenz.nl
3: Een jacht kopen, dat is kapitein worden Een echte kapitein is verknocht aan zijn schip, dat hij van voor tot achter kent. Aan de boot, met haar specifieke inrichting en afwerking, is de persoonlijkheid van de eigenaar af te lezen. Net als zeemannen hebben veel eigenaren van plezierboten een bijzondere band met hun schip. Een boot staat voor beleving, avontuur en emotie. Het aardige volkje van de botenmensen herkent dat bij elkaar. Daarom zwaaien pleziervaarders vaak hun mede-watersporters toe. Allemaal hebben ze staan wikken en wegen toen ze hun boot kochten. De één heeft een geweldige koop gedaan en vaart met weinig rompslomp jarenlang in zijn bootje rond. Een ander heeft vooral een project gekocht. Onderhoud, het aanpassen van de uitrusting, reparaties: steeds weer nieuwe klussen en kosten. ‘Koop een boot en werk je dood’, verzuchten de eigenaren van bewerkelijke jachten wel eens. Op de kade, verlangend naar het water en zoekend naar de juiste boot om vaartochten mee te maken, is het belangrijk de juiste keuze te maken. Kies de boot die niet alleen het eerste vaarseizoen de show steelt, maar die ook na vele jaren nog plezier biedt. Wie serieus op zoek gaat naar een jacht, komt voor veel opgaven te staan. Het kopen van een boot is in de eerste plaats weten wat je wilt. Bijna net zo belangrijk is weten wat je níet wilt. Biedt een boot met een bordje ‘te koop’ het verlangde watersportplezier? Blijven de gevreesde problemen naar verwachting achterwege? Om dat te kunnen beoordelen, is verstand van boten nodig. Watersport begint met kennis verzamelen. Deze kennis zal nog jaren van pas komen. Dit boekje is er zodat u de eerste portie ‘verstand van boten’ in de binnenzak kunt meenemen. Lees het na, vergelijk de aangeboden jachten met de tips en controlelijstjes in dit boekje en voorkom een miskoop. Met een beetje geluk wordt u ook een verknochte kapitein.
4: Een jacht past bij een vaargebied en gebruiksdoel De eerste vraag is natuurlijk: een zeiljacht of een motorjacht? Een motorjacht komt beter uit de verf tijdens tochten over kanalen, terwijl een zeiljacht vooral plezier oplevert op open water. De meeste watersporters hebben al een antwoord op deze eerste vraag, gewoon uit voorkeur. Sportief heen en weer in de wind is ander vaarplezier dan comfortabel een tocht varen. Afmetingen, rompvorm en uitrusting van een jacht zijn meestal aangepast op een specifiek vaargebied. Zo doet een sloep het prima op een riet-omzoomde plas. Een GPS is daarbij overbodig. De zee oversteken doet niemand met zo’n boot, daar is ze niet geschikt voor. Dat kan wel met een race-zeiljacht, maar daarop is het veel minder comfortabel vertoeven met de hele familie op een zondags tochtje. Het is belangrijk vooraf na te denken over het vaargebied. Waar komt de boot te liggen? Het water daar direct omheen wordt het vaakst bevaren. En wilt u korte dagtochten maken, hoopt u vaak weekendjes erop uit te trekken of is het de bedoeling wekenlange vakanties aan boord door te brengen? Dat stelt verschillende eisen aan de binnenruimte en de uitrusting.
Jarenlang bijna alleen
maar dagtochten varen, maar één keer een langere vakantie aan boord willen, dat hoeft geen reden te zijn om de eisen aan de boot helemaal op die vakantie af te stemmen. Na het ‘waar vaar ik’ komt ‘met wie vaar ik’. Alleen erop uit, meestal het hele gezin mee of willen ook opa en oma regelmatig van de partij zijn? Natuurlijk moet voor zulk gebruik de veiligheid en toegankelijkheid goed worden bekeken. Met al deze overwegingen hangt samen welke apparatuur aan boord gewenst is. Log, dieptemeter, fishfinder, gps, kompas, windmeter,navtex, marifoon, radar, EPIRB, reddingsvlot, noodfakkels, reservemotor, bijboot*: vrijwel niemand heeft ze allemààl nodig. De praktijk leert wat wel en niet nodig is voor het vaargebied van de boot. Ook de verdere inrichting past bij een vaargebied en het gebruik van het jacht. Bij dagtochten is een uitgebreide keuken niet nodig, bij vakanties wel. Werven bouwen jachten voor een bepaald vaargebied en gebruiksdoel. Verkopers van gebruikte jachten kennen het vaargebied en gebruik van de vorige eigenaar. Vertel wat u zelf met de boot wilt en laat u adviseren. * zie ook de verklarende woordenlijst voor apparatuur op pagina 29
5: Zes veel voorkomende jachttypes Aan de hand van zes van de meest voorkomende jachttypes in Nederland, op deze pagina een verkenning van eigenschappen, gebruik en vaargebied. Sloep Een open motorboot, afgeleid van de reddingssloepen die op grote passagiersschepen in de gangboorden hingen. Bedoeld ommet een gezelschap rustig varend tochten te maken, onder het genot van een hapje en een drankje. Niet geschikt voor groot open water en meestal ook niet voor overnachtingen.
Motorkruiser Meestal een stalen knikspant motorjacht, met veel binnenruimte en een uitgebreide uitrusting van het interieur. Deze boten hebben vaak een vrij krachtige inboard dieselmotor en weinig diepgang. Ze zijn ontworpen om waterverplaatsend te varen, planeren niet. De snelheid ligt (over het algemeen) op maximaal 15 tot 18 kilometer per uur. Geschikt voor vakanties op binnenwateren. Sportcruiser Meestal polyester jachten met een ‘diepe V’-romp. Planerend Kunnen deze jachten hoge snelheden bereiken, tot wel 80 Kilometer per uur. Vooral geschikt voor wijd open water zonder veel golfslag, zoals grote meren. Op smal water mag niet zo hard gevaren worden en bij teveel golfslag gaat de boot stuiteren bij hoge snelheid. Geschikt voor weekeinds op het water en vakanties op de Middellandse Zee voor de grotere modellen.
Zeiljol Open zeilboot, gericht op sportieve recreatie en soms puur op wedstrijzeilen. De uitrusting is minimaal, van een interieur is geen sprake. Deze boten reageren heel direct, wat de zeilbeleving intens maakt. Geschikt voor dagtochten op wijder binnenwater.
Weekeind Met bescheiden afmetingen toch jachtjes waarop de meest Kajuitzeilboot noodzakelijke voorzieningen voor korte vakanties aanwezig zijn. Meerdaagse tochten zijn het best te omschrijven als ‘kamperen op de boot’. Geschikt voor alle
binnenwateren en de wadden.
Cruiser-racer Vanaf ongeveer acht meter lengte van de romp kunnen zeiljachten wat riantere binnenruimte bieden. Keuken, toilet, douche: het past erin. Vaak zijn er meerdere afgescheiden hutten. Op deze jachten kan een gezin enkele weken verblijven, voor een tocht waarbij zeeën worden overgestoken.
Uiteraard zijn er nog andere types en en helebooel variaties op verschillende soorten jachten op het water en in de markt. Als een boot met de juiste mix van eigenschappen liefde weet op te wekken, dan wordt het tijd voor een nauwgezette inspectie.
6: Begrippenlijst De eerste confrontatie met schipperslatijn komt zodra de zoektocht naar een jacht begint. De belangrijkste – soms voor de hand liggende – op een rijtje met verklaring en commentaar. L.O.A. Lengte over alles. (length over all) De totale lengte van het schip, gemeten van het voorste puntje tot het achterste. Wordt niet konsekwent gebruikt, vooral als een schip een boegspriet heeft is het niet duidelijk of die is meegerekend.
L.O.D. Lengte over dek. (length on deck) Meestal niet vermeld, maar schept wel duidelijkheid. Boegsprieten, aangehangen roeren, davitsen tellen duidelijk niet mee.
L.W.L Lengte Waterlijn. (length waterline) De lengte van de scheepspromp ter hoogte van het wateroppervlak. Is meestal korter dan de totale lengte. Deze grootte kan een indicatie geven van de rompsnelheid. Waterverplaatsing (displacement) Gewicht, meestal uitgedrukt in tonnen – 1000 kg. Term verwijst naar de hoeveelheid water die door de boot opzij geduwd wordt: een liter voor elke kilogram bootgewicht.
Breedte (beam) Totale breedte van het schip, gemeten op het breedste punt
Diepgang (draught) Afstand vanaf het wateroppervlak tot het diepste punt van de boot onder water. Zo diep moet het vaarwater minstens zijn, anders loopt de boot vast.
Hutten (cabins) Kamers in de kajuit of benedendeks
Kooien (berths)bedden
Kombuis (galley) Keuken
Stuurboord (starboard) Rechterkant van het schip, gerekend in de vaarrichting vooruit. (vanaf het voordek naar achter kijkend, is de rechterkant van het schip ineens links geworden – om verwarring te voorkomen stuurboord en bakboord: die veranderen niet als u zich omdraait) Aan stuurboord voert een schip in ’t donker een groen navigatielicht Bakboord (portside) Linkerkant van het schip in de vaarrichting gerekend. Navigatieverlichting rood.
Hek of Spiegel Achterkant van de romp.
Kuip Zitruimte buiten, meestal achteraan op het schip.
Davits Hijsbalken op de achterkant van een jacht, om een bijbootje aan te hangen Rompsnelheid De maximale snelheid die een boot theoretisch door het water kan maken (rekensommetje met de afstand tussen boeg- en hekgolf en de snelheid van golven door water).
7: Financieringsvormen Niemand heeft de forse bedragen die nodig zijn voor de aanschaf van een jacht, in een oude sok. Meestal zal een aanzienlijk deel van de aanschafprijs worden geleend. Er zijn verschillende manieren om het benodigde bedrag te financieren. Gespecialiseerde bedrijven richten zich helemaal op het verstrekken van financieringen voor plezierjachten. In de watersportbladen zijn hun adressen in allerlei advertenties te vinden. De meest gebruikte financiering is de scheepshypotheek. Daarbij is het jacht – net als bij een hypotheek op een huis – het onderpand van de lening. De rente is laag, met de rentestand van begin 2005 werden zelfs scheepshypotheken aangeboden vanaf 3,6 procent rente. Er zijn een paar voorwaarden aan zo’n hypotheek. Er moet tenminste 25.000 Euro worden geleend. Het jacht moet in het schepenregister van het kadaster worden ingeschreven en de koopakte moet passeren bij een notaris. De bemiddelaar ontvangt een afsluitprovisie van 1 procent. De jachthypotheek kan bij de gespecialiseerde bemiddelaars meestal boetevrij versneld worden afgelost. Voor lagere bedragen gaan kopers vaak een persoonlijke lening aan of een doorlopend krediet. Nadeel daarvan is dat de rente veel hoger is, begin 2005 lag het tarief voor dergelijke leningen op ongeveer 9 procent rente. Zo bezien kan het in sommige gevallen slimmer zijn om een bedrag van 25.000 Euro te lenen tegen gunstige voorwaarden, dan om een kleiner bedrag te lenen tegen hoge kosten. Zeker wanneer het te lenen bedrag in de buurt van deze ‘drempel’ voor een hypotheek komt. De waarde van de boot moet natuurlijk wel ruimschoots de hoogte van het te lenen bedrag dekken. Een andere manier die in de afgelopen jaren veel werd toegepast was het afsluiten van een extra hypotheek met de overwaarde van het eigen huis als onderpand. Het voordeel van de hypotheekrente-aftrek gaat echter niet (meer) op voor deze manier van lenen, leningen mogen niet belastingvrij worden aangewend voor een boot. Daarbij is het voor veel plezierkapiteins geen prettig idee dat hun huis onderpand is voor de lening voor de boot. Bij een nieuw schip kan een koper tot 100% van de waarde lenen in een scheepshypotheek. Bij een gebruikt schip is dat tot 100% van de executiewaarde. Dan moet een onafhankelijk taxateur de waarde hebben vastgesteld. De executiewaarde is meestal ongeveer 70% van de aankoopsom. De looptijd van een
scheepshypotheek is meestal 20 jaar. Bij een snelvarend motorjacht kan maximaal 65% van de executiewaarde worden geleend, bovendien is daar de maximale duur van de hypotheek 15 jaar.
Houd rekening met de onderhouds- en gebruikskosten van een jacht. Zoek bij het afsluiten van een lening daarom nooit het plafond van de financiële draagkracht!
8: Vaargebied en uitrustingsniveau Afhankelijk van de vaarwateren zijn verschillende navigatiemiddelen en veiligheidsvoorzieningen nodig. Er is geen blauwdruk te geven welke apparatuur op welk type jacht thuishoort. Iedere watersporter heeft eigen voorkeuren en een eigen vaargebied.
Meestal zijn kleine open bootjes,
bestemd voor beschut water, niet uitgerust met een kompas. De koers die de boot moet varen, wordt op kleiner water bepaald door de richting waarin het water loopt. De oever is steeds in zicht. Wedstrijdzeilers gebruiken aan boord van kleine open jollen soms een kompas om op een binnenmeer een heel precieze koers ten opzichte van de windrichting te kunnen varen. Dan is een kompas geen middel om de route mee te bepalen, maar een stuurhulpmiddel. Veel jachten zijn uitgerust met een GPS. Eigenlijk is zo’n instrument alleen nodig als het jacht zo ver van de oever verwijderd raakt, dat het niet meer goed mogelijk is om door op de oever te oriënteren, de positie te bepalen. Niettemin kan een GPS een goed hulpmiddel zijn om te controleren of de aangehouden koers door het water, dat stroomt en golft, ook werkelijk de gewenste koers over de grond oplevert. Varen in afwisselende gebieden, meren waar soms ondieptes in zitten of zeearmen waar zandbanken voorkomen, vraagt om voorzichtigheid. Niet altijd zal een bemanning die een pleziertocht maakt, zich strikt aan de betonning willen houden om vastlopen aan de grond te voorkomen. Dan zijn
goede waterkaarten en een
dieptemeter de juiste hulpmiddelen. Op een motorkruiser die maar enkele decimeters diepgang heeft en die bovendien vooral door kanalen vaart waar ook beroepsvaart is, is zo’n instrument niet echt nodig. Dan is er de marifoon, een kortegolf radio ontvanger en zender die op verschillende VHF-kanalen kan worden afgestemd. Op sommige vaarwateren, zoals de Westerschelde, is het verplicht een marifoon aan boord te hebben. Bij de meeste sluizen en bediende bruggen staan grote borden met daarop de frequentie waarop de sluismeester of brugwachter kan worden aangeroepen. In veel jachthavens is de havenmeester per marifoon bereikbaar, op het VHF-kanaal dat op de borden bij de invaart vermeld is. Ieder uur kunnen ook nog eens weerberichten via de marifoon worden beluisterd. Maar alleen mensen die geslaagd zijn voor hun examen marifonie en die een vergunning met registratienummer hebben, mogen een marifoon
gebruiken.
Belangrijke frequenties die bedoeld zijn om schepen te helpen bij de
navigatie of om noodsignalen op de vangen, mogen niet gebruikt worden voor onderlinge kletspraat van bevriende kapiteins. Vandaar de vergunningsplicht. Naast deze meest voorkomende instrumenten zijn nog veel meer navigatiecommunicatie- en veiligheidsmiddelen te noemen. Zie daarvoor het nautisch lexicon. Welke uitrusting noodzakelijk, nuttig, gewenst of overbodig is, hangt af van boot en vaargebied. Het is verstandig te zorgen voor een ‘ruim’ uitrustingsniveau voor het meest bevaren vaargebied.
9: CE-keurmerk en categorie Binnen de grenzen van de EU moeten alle jachten die nieuw worden verkocht of geïmporteerd, voldoen aan de eisen van de Europese Richtlijn Pleziervaartuigen. Als ze zijn goedgekeurd, komt een CE-keurmerk op het bouwersplaatje, meestal te vinden in de buurt van de stuurstand. De keurmeesters van onafhankelijke, door de overheid aangewezen keuringsinstanties, bepalen of is voldaan aan eisen wat betreft constructie, deugdelijkheid van motor- gas- en elektrische installatie, vluchtwegen en beveiliging tegen overboord vallen. Verder moet ieder jacht een eigen unieke HIN-code krijgen, die op de buitenkant van de romp is geplaatst en op een ‘verborgen’ plaats aan de binnenkant. Zo zijn jachten altijd met zekerheid te identificeren en terug te vinden. De bouwers of importeurs van een jacht dat gekeurd moet worden, vragen een goedkeuring aan voor een categorie. Dat kan zijn A, B, C of D. Deze categorieën zijn een belangrijke indicatie van de zeewaardigheid van een jacht.
Een jacht in categorie A is gebouwd voor reizen op de oceaan. Het moet windkrachten van meer dan 8 Beaufort kunnen weerstaan en golven van hoger dan vier meter. Categorie B wil zeggen: het jacht is geschikt voor varen op zee en kustwateren. Het kan goed varen tot windkracht 8 en golven weerstaan tot vier meter hoogte. Categorie C wil zeggen dat een jacht geschikt is voor binnenwateren en kustwateren. Er kan tot windkracht 6 goed mee gevaren worden in golven tot en met 2 meter hoog. De waddenzee en het IJsselmeer of de wateren van Zeeland zijn bij niet al te zwaar weer dus bevaarbaar. Categorie D is voor jachten die altijd op beschut water varen. Ze blijven goed bestuurbaar tot windkracht 4, golven tot een halve meter hoogte leveren geen problemen op. Vanaf 1998 worden jachten verplicht gekeurd. Voor veel oudere jachten is dus niet meteen duidelijk in welke categorie ze ingedeeld kunnen worden. Daarbij is het CEkeurmerk een controle op de verplichte minimale veiligheidseisen. Goedgekeurd voor een categorie, betekent niet automatisch dat een onervaren bemanning op de bijbehorende wateren kan gaan varen. Allerlei aanvullende uitrusting, die niet standaard aan boord is, wordt niet in de keuring betrokken. Vreemd genoeg horen er bijvoorbeeld voor zeiljachten helemaal geen eisen aan mast of zeilen bij.
Meer op kwaliteit gerichte keuringen zijn die van Lloyds en Germanischer Lloyds. Schepen die gebouwd zijn om aan de eisen van deze keurmerken te voldoen, hebben een hoge kwaliteit.
10: Verzekeringen Een vaartuig, misschien wel net zo duur als een koophuis, moet goed worden verzekerd. Er is weliswaar geen verplichting zoals bij auto’s, maar het lijkt wat roekeloos om zo’n kapitaal onverzekerd bij de kade achter te laten terwijl het feitelijk maar aan een paar touwtjes vastzit.
Er zijn
gespecialiseerde tussenpersonen die een zo volledig mogelijke dekking onderbrengen bij grote schadeverzekerings-maatschappijen. Daarnaast zijn er een paar grote verzekeraars die watersporters de mogelijkheid bieden om zelf, desnoods via internet, hun polis samen te stellen. Uiteraard zijn er verschillende soorten verzekeringen, die elk passen bij de wensen van de eigenaar en bij de leeftijd, waarde, gebruik en aard van het jacht. Wie een relatief goedkoop jacht niet tegen diefstal of beschadiging denkt te hoeven verzekeren, kan een WA-verzekering afsluiten. Overigens dekt een normale ‘huistuin-en-keuken’ WA-verzekering de schade die aan derden wordt toegebracht in boten met een zeiloppervlak niet groter dan 10 m_ of een motor van niet meer dan 4 pk. Dat zijn de echt heel kleine spelevaarbootjes. Daarboven moet een aparte watersportverzekering worden afgesloten. Uitgebreider verzekeren kan ook, door schade aan anderen, brand en diefstal te verzekeren. Nog uitgebreider is de ‘all risk’ verzekering of vol casco, zoals de verzekeringsmensen dat noemen. Niet alleen de waarde en de hoeveelheid meeverzekerde schades maakt de premie. Ook het vaargebied maakt verschil. De meeste verzekeraars werken met een aantal vaargebieden, waar de jachteigenaar uit kan kiezen. Nederlandse binnenwateren, uit te breiden met Nederlandse kustwateren, Europa, of het “groot vierkant”. Dit is een gebied tussen een noordelijkste en zuidelijkste breedtegraad, met als westelijke en oostelijke grenzen twee meridianen. Zo wordt het verzekerde vaargebied afgebakend als een trapezevorm op de globe. Meestal is dit gebied zo gekozen dat de Azoren in de Atlantische Oceaan, de Canarische eilanden en St. Petersburg net te halen zijn. Het oostelijk deel van de Middellandse zee valt erbuiten. Bij een aantal verzekeraars is er keuze uit wel of niet no-claim korting opbouwen. Verder is het eigen risico bij schade groter naarmate het schip verder van Nederland wegvaart. Om een voorbeeld te noemen: een stalen motorjacht van 8,5 meter met een waarde van ongeveer 75000 Euro, zal voor een all risk dekking door heel Europa tussen de 400 en 500 Euro premie betalen per jaar. Jetski's en rubberboten zijn niet
te verzekeren. Als bijbootje bij een groter jacht lukt dat nog, maar geen enkele maatschappij neemt deze vaartuigen zo ‘los’ nog in dekking. Het diefstalrisico is te groot. Vraag de verkoper van een tweedehands jacht naar diens ervaringen met verzekeringen. Het voordeel van een gespecialiseerd bureau is dat ze verstand hebben van watersport.
11: Nieuw of gebruikt De minimumeisen voor de nieuwe boot zijn duidelijk. Een eerste oriëntatie op de markt maakt duidelijk of een jacht van de gewenste grootte en met het gewenste uitrustingsniveau te bekostigen is met het beschikbare budget. Als de rek uit mogelijkheden om te financieren is, maar nog altijd is de droomboot onbereikbaar, is het tijd om de eisen naar beneden bij te stellen. Of om eens op de markt van gebruikte boten te kijken. Daar zijn heel patente jachten verkrijgbaar. Het voordeel is dat de jachten vaak al door de vorige eigenaar compleet zijn uitgerust. En de prijs is uiteraard lager. Nog een mogelijkheid is om een nieuw jacht te kopen, maar dat vervolgens eerst een aantal jaren bij een chartermaatschappij onder te brengen. Dit kan over het algemeen alleen bij grotere zeiljachten. Uit de huuropbrengst kan het onderhoud, de ligplaats, de rente op de scheepsfinanciering en de afschrijving worden betaald. De eigenaar kan bij de maatschappij die de jachten verhuurt, zelf een aantal weken per jaar de boot reserveren. Na drie tot vijf jaar wordt het zeiljacht
uit de verhuur
genomen, en is de boot met alle kosten helemaal voor de koper. De eerste jaren is dit voordelig en neemt het allerlei geregel uit handen van de koper, daarna is er geen verschil meer tussen degene die drie jaar gelden een nieuw jacht kocht en degene die ‘m eerst ‘vercharterde’.
Voor- en nadelen van nieuwe en gebruikte jachten:
NIEUW
Voor
de
nieuwste
GEBRUIKT
ontwerpen
en
lagere
aankoopprijs
–
minder
technieken – de boot kan heel
afschrijving – grote variatie aan
specifiek
eigentijdse en oudere modellen
naar
wens
worden
ingericht en uitgerust – onderhoud,
beschikbaar -
reparatie
volledig
en
vervangingskosten
het jacht zal al
uitgerust
zijn
(maar
zullen in de eerste jaren laag zijn –
controleer staat en betrouwbaarheid
schip en apparatuur vallen in de
van de verschillende accessoires)
eerste jaren nog onder de garantie.
Tegen
de aanvankelijke kosten zijn hoger –
oudere jachten en hun uitrusting
de afschrijving is de eerste jaren het
zijn
hoogst – alle uitrustingsonderdelen
Onderhouds-,
die niet standaard worden geleverd,
vervangingskosten kunnen oplopen
moeten
-
bij
elkaar
gezocht
en
minder
in
betrouwbaar reparatie-
oude,
. en
bedompte,
gekocht worden – bijna ieder nieuw
oncomfortabele boten bestaat het
jacht kent opleveringsproblemen –
risico dat het plezier in het varen
sommige echt goede boottypes zijn
verdwijnt – het aankoopproces is
niet meer als nieuw verkrijgbaar.
een precair gebeuren – het risico van een miskoop is groter
12: ‘Samen met de werf bouwen aan mijn ideale jacht’ Leo Kavelaars vaart veel. In de polyester sloep die hij had, toerde hij in drie vaarseizoenen en een paar maanden 500 uren. Vanuit zijn woonplaats Schoonhoven toert hij veel over de rivieren de Lek, de Merwede, de Noord en het Merwedekanaal. Flinke vaarwegen met veel beroepsvaart. Daarom kocht hij in 2004 een sterke stalen sloep met krachtige motor. Kavelaars: “In de zomer van 2003 was het heet en droog, er stond maar weinig water in de rivieren. Daardoor kun je niet snel opzij als er een groot schip aan komt. Dan is het zeker prettig als je wat extra vermogen onder de gashendel hebt. Op mijn vorige boot, een polyester sloep, had ik al een zwaardere motor laten inbouwen toen ik ‘m kocht. Het nadeel van een polyester sloep is dat de wind snel vat op je heeft. Niet alleen waai je weg bij het aanmeren, daar kun je nog rekening mee houden. Veel vervelender vond ik dat bij zijwind steeds moest bijsturen. Daarom heb ik nu een Baarsma Launch 700 SV met een 144 pk Steyr motor. Ik weet uit ervaring precies wat ik hebben wil, dus zo wil ik ‘m door de werf laten uitvoeren. De eerste kennismaking met deze sloep was op de HISWA in februari 2004. Ik viel meteen voor de lijn van de boot. Vervolgens heb ik een aantal keren contact gehad met de bouwer. Een proefvaart volgde in mei, toen we het IJsselmeer op voeren vanuit de sloepenbeurs in Lelystad, op een zonnige dag met harde wind. Zelfs op dat wijde water bleek de Launch koersvast. Toen wist ik dat ik dit schip wilde. Dan volgt het onderhandelen.” “Tegen de bouwer heb ik gezegd wat ik op het mijn jacht gemonteerd wilde hebben. Mijn wensen voor de motorisering en de uitrusting waren bekend. Toen heb ik de werf gevraagd om een prijs te noemen. Dan speel ik het ook hard. Hij noemde een prijs, ik deed een tegenvoorstel, waar hij weer op reageerde. Toen heb ik de hoorn erop gegooid en twee weken lang niet terug gebeld. Toen ten langen leste toch een telefoontje kwam, wist ik: hij wil een boot verkopen.” “De Steyr motor zit vol met elektronische meet- en regelapparatuur. Om daar zoveel mogelijk profijt van te hebben, wil ik een digitaal display op de stuurstand, waar alle motorgegevens op zijn af te lezen. En een gashendel met een staalkabel wilde ik ook niet meer. Nu laat ik een heel licht lopende hendel installeren die de gastoevoer elektronisch regelt. Ik heb zelf roestvrijstalen panelen gefreesd, waar de instrumenten op kunnen worden gemonteerd. Nu is het zo ver dat de werf en ik samenwerken aan het optimaal uitrusten van mijn nieuwe jacht.
Ik help Baarsma Botenbouw door op beurzen aanwezig te zijn en geïnteresseerden te vertellen over mijn boot. Uit liefhebberij Launches verkopen! In de zomer van 2005 vaar ik ermee, daar verlang ik nu al naar.”
Baarsma Launch 700 SV in gewenste uitvoering: 71.000 Euro. Inruil 4 jaar oude polyestersloep: 35.000 Euro.
13: Een greep uit het aanbod nieuwe Motorjachten Makma Admiraalssloep l.o.a.:
6,75
m.
breedte:
2,55
m.
Diepgang:
0,48
m.
Doorvaarthoogte: 1,05 m. Waterverplaatsing:1,2 ton. CEcategorie C: geschikt voor alle binnenwateren. Bouwmateriaal romp: polyester. 40 pk Yanmar dieselmotor, waarmee maximaal 16 knopen (29 km/h) kan worden gevaren. Brandstoftank is naar keuze 45 of 75 liter. In standaarduitvoering te koop in 2005 vanaf 23,565 Euro Almar 22 Walkaround planerend motorjacht met centrale stuurstand, waar omheen naar voren gelopen kan worden. l.o.a.: 6,50 m. breedte: 2,45, diepgang 0,2 m. waterverplaatsing 0,95 ton. CE-categorie C: binnenwateren. Bouwmateriaal polyester. Maximaal vermogen buitenboordmotor: 230 pk, geleverd zonder buitenboordmotor vanaf 16.765 Euro. Prijsindicatie 200 pk buitenboordmotor inclusief montage: 12.000 Euro, afhankelijk merk etc. Boorncruiser 365 New Line Kajuitkruiser. L.o.a. 10.80 m. breedte 3,80 m. diepgang 1m. doorvaarthoogte 2,65 m. Waterverplaatsing 9 ton. CE-categorie C: binnenwater. Bouwmateriaal staal.
Perkins 135 pk
dieselmotor, 400 liter brandstoftank. Twee hutten, douche, toilet, 400 liter drinkwater, walstroom. Prijs 2005: 237.170 Euro
Bavaria Motor Boats (BMB) 29 Snelvarend (planerend) kajuitmotorjacht. l.o.a. 9,28 m. breedte 2,98
m.
diepgang
0,9
waterverplaatsing 3,7 ton
m.
doorvaarthoogte
2,73
m.
CE-categorie B: kustwateren.
Bouwmateriaal polyester. Eén of twee Volvo Penta motoren, van 295 tot 805 pk totaal, waarmee 39 knoop kan worden gevaren (72 km/h) 500 liter dieseltank, twee hutten, twee douches, toilet, 110 liter drinkwater, walstroom. Prijs 2005: 109.000 Euro
No Limit 1500 Zeewaardig motorjacht. L.o.a. 15 m. breedte: 4,80 m. diepgang 0,95 m. doorvaarthoogte 3,5 m. Waterverplaatsing 18,1 ton. CEcategorie A: volle zee. Bouwmateriaal staal/aluminium. Twee 475 pk Volvo Penta motoren, waarmee 25 knopen kan worden gevaren (45 km/h) 3000 liter dieseltank. Vier hutten, twee douches, twee toiletten, 1000 liter drinkwater. Prijs 2005: 760.000 Euro
14:
‘Goed
nadenken
over
gebruiksdoel
en
waardevastheid’ “Bij zo’n groot schip als dit, moet je de aankoop zien als een investering. Dit is niet iets dat je koopt en dan na een aantal jaren bij de verkoop maar moet zien wat je ervoor terugkrijgt. De uitvoering en uitrusting moet zo zijn dat het past bij je eigen gebruik, en dus vermoedelijk ook bij het gebruik van volgende eigenaren.” Jan en Anneke den Dunnen zijn heel nauw betrokken geweest bij het ontwikkelen van hun nieuwe boot: de C-Yacht 12.50. De jachtwerf vroeg voor de ontwikkeling van een nieuw type zeiljacht naar de wensen en ervaringen van hun klanten. Samen met andere zeilers van C-Yachts kwamen de Den Dunnens zo in een panel dat gebruikseisen voor de nieuwe zeilboot formuleerde voor de ontwerpers. “Van dat panel zijn wij uiteindelijk overgebleven, wij wilden na de formulering van het eisenpakket verder met de werf om zo’n jacht te kopen. Het werd een intensieve samenwerking. In de twee jaar die de ontwikkeling duurde, hebben we overal over meegepraat en meegedacht. Het heeft in die periode alle ADV-dagen gekost. De plannenmakerij ging nu niet meer alleen over het type dat de werf wilde ontwikkelen, ook over ons eigen gebruik. Over een paar jaar gaan we met pensioen, dan willen we langere reizen gaan maken. We willen langs de Engelse kust en naar het noorden, helemaal tot aan Lapland de Oostzee op in de zomer. Daarom hebben we gekozen voor een goede kachel aan boord en goede isolatie. En het schip is uitgerust met radar. Het display van de radar is boven het schuifluik gemonteerd, zodat het te zien is vanachter het stuurwiel. In het gebied waar wij willen varen, moet je rekening houden met mist. Aan het stuur moet je direct de geluiden die je hoort en de schimmen die je ziet, kunnen vergelijken met de peilingen van de radar. Maar je moet je ook afvragen: kan ik met alles aan boord goed werken? Na een aantal jaren beginnen op een jacht bepaalde dingen kapot te gaan. Is het dan simpel genoeg gebouwd om zelf reparaties uit te kunnen voeren? En is alles doelmatig? Veel mensen gebruiken zelfs van een simpele GPS maar een fractie van de functies.” “Onze eigen wensen over hoe een boot eruit zou moeten zien, komen heel goed tot uiting in dit jacht. We zijn vanaf de eerste ontwerpschetsen aan het meepraten geweest. Ik ben heel tevreden over het in delen neerklappende kajuitdeurtje. Daardoor loop je nooit met losse luiken te rommelen. Een ander mooi detail zijn de rugsteuntjes vooraan in de kuip.
Meer op het gebied van constructie, hebben we bedacht dat alle tanks en andere zware zaken zoveel mogelijk onderin de romp, vlakbij de kiel geplaatst zijn. En voor ons comfort hebben we in de salon in de kajuit twee lekkere stoelen laten inbouwen, in plaats van de gebruikelijke bank. Daar zit je toch lekkerder in. Het mooiste moment dat we tot nu toe hadden met de boot was het maken van de publiciteitsfoto’s voor dit nieuwe type: echt een zeildag uit de folder, zoals wij dat noemen. Er is dan ook een folder van gemaakt.”
C-yacht 12.50, standaarduitrusting 287.000 Euro inclusief BTW, in uitvoering ‘Den Dunnen’: plm. 355.000 Euro. Inruil vorige jacht onbekend.
15: Een greep uit het aanbod nieuwe zeiljachten Polyvalk Open zeilboot. L.o.a. 6,65 m. breedte 2 m. diepgang 0,8 m. waterverplaatsing 0,6 ton. CE-categorie D, beschut water. Bouwmateriaal polyester. Grootzeil 17,5 m_, fok 4 m_.
Prijs 2005: 12.750 Euro Fox 22 Weekend cruiser: klein zeiljacht met kajuitje om een weekeinde in te ‘kamperen’. l.o.a. 6,50 m. breedte 2,50 m. diepgang 1,25 m.
waterverplaatsing
1,23
ton.
CE-categorie
C,
alle
binnenwateren Bouwmateriaal polyester, grootzeil 14,5 m_, fok 9 m_, spinnaker 33 m_. Buitenboordmotor optioneel. Kajuitje met 1 hut, vier slaapplaatsen. Prijs 2005: 20.565 Euro Privilege 395 Kajuitcatamaran – ruim van binnen en erg snel. l.o.a. 11,95 m. breedte 6,56m. diepgang 1,2 m. waterverplaatsing 7,5 ton. CEcategorie A, volle zee. grootzeil: 50 m_ , genua 32 m_, gennaker 87 m_. Bouwmateriaal sandwichconstructie epoxy met houtkern. Motor 2 maal 37 pk Volvo. Drie hutten, zes slaapplaatsen, toilet, douche, etc. Prijs 2005: 378.420 Euro Midget 31” Klassiek kajuitzeiljacht. l.o.a. 9,55 m. breedte 3,10 m. diepgang 1,35 m. waterverplaatsing 5,4 ton. CE-categorie A, volle zee. Bouwmateriaal polyester. Grootzeil 20 m_, fok 17 m_, genua 23,8 m_. 33 pk Mitsubishi dieselmotor. Drie hutten, zes slaapplaatsen, toilet. Prijs 2005: 102.165 Euro
Bavaria 35 match Cruiser/racer. l.o.a. 10,79 m. breedte 3,27 m. diepgang 2 m. waterverplaatsing
4,75
ton.
CE-categorie
A:
volle
zee.
Bouwmateriaal polyester. Grootzeil 31,5 m_, genua 38 m_. 18 pk Volvo Penta saildrive. Twee hutten, zes slaapplaatsen, douche, toilet. Prijs 2005: 89.045 Euro
16: Expertise, aankoopkeuring en taxatie Een betrouwbare indicatie van de waarde van een schip geeft een taxatierapport, door een gespecialiseerd bureau opgesteld. Tientallen organisaties in Nederland kunnen taxaties en conditie-onderzoeken doen bij plezierjachten. Er zijn specialistische bureaus, afdelingen van jachtmakelaardijen, verzekerings-experts en de ANWB. Er zijn ook verschillende soorten inspecties die de bureaus aanbieden. Daarbij bieden ze niet allemaal dezelfde mogelijkheden tegen dezelfde prijs, dus het dekt niet altijd de lading als er iets algemeens over inspecties wordt gezegd. In de regel valt echter onderscheid
te
maken
tussen
een
conditiekeuring,
een
taxatie
en
een
aankoopkeuring. De naam maakt het doel van de verschillende inspecties duidelijk. Een conditiekeuring is vooral bedoeld voor watersporters die een lange reis willen ondernemen. Daarbij wordt de staat van de romp beoordeeld, gecontroleerd op slijtagesporen die op zee of ergens anders tijdens de reis averij kunnen veroorzaken. Ook de motor krijgt een inspectie. Eigenlijk alle zaken aan het schip die gecontroleerd kunnen worden zonder de boel te demonteren, worden bekeken en in een keuringsrapport omschreven. Dan is er de taxatie. Daarbij wordt meer in het algemeen de conditie van het vaartuig bekeken, met alle vaste uitrusting en de staat van de motor. Op grond hiervan komt de taxateur tot een inschatting van de marktwaarde. Dat wil zeggen: het bedrag dat ervoor betaald wordt door de hoogste bieder als de boot op de juiste manier te koop wordt aangeboden en het juiste koperspubliek wordt bereikt. Ook een taxatiewaarde is dus onderhandelbaar.
Een
aankoopkeuring is in de praktijk niet veel anders dan de conditiekeuring, zij het dat in dit geval vaak een potentiële koper de opdrachtgever is van de keurmeester. Soms komt er een uitermate positief beeld uit een rapport naar voren, terwijl toch binnen enkele maanden bijvoorbeeld forse motorpech optreedt. Dat kan gebeuren. Goed onderhouden maar oude motoren kunnen er goed uitzien, goed draaien en goed klinken, maar onzichtbare slijtage zorgt toch voor een beperkte levensduur. Van een motor met heel veel draaiuren kan in alle redelijkheid worden aangenomen dat hij een keer begeeft. Als de verkoper eerlijk is geweest over de leeftijd en het gebruik van de motor, is deze pech iets dat de koper had moeten incalculeren. Dit is in zo’n geval geen verborgen gebrek dat de verkoper of de keurmeester kan worden verweten. Als een schip op bepaalde punten slecht uit een rapport naar voren komt, is het aan de koper om te kiezen voor reparatie, met gedeeltelijke vereffening van de kosten in de koopprijs. Dan bieden de meeste keuringsinstellingen de mogelijkheid om een
gericht deelonderzoek te doen naar een schip, bijvoorbeeld om bij een polyesterschip de osmose en de kosten van de reparatie goed in kaart te brengen. Het vervolgonderzoek komt natuurlijk apart op de rekening.
Vertrouw nooit op een taxatierapport van ouder dan een jaar. Laat bij twijfel een keuring uitvoeren. De kosten bij het niet doorgaan van de koop zijn zuur, maar minder zuur dan jaren in een wrakke boot.
17: Afspraken bij de koop van een gebruikt jacht Conformiteit, meldingsplicht en onderzoeksplicht Conformiteit is het grote uitgangspunt bij de handel in tweedehands jachten. Dat wil zeggen: is de boot echt wat de verkoper ervan zei? In het Nederlandse recht geldt dat een verkoper meldingsplicht heeft van eventuele gebreken aan zijn jacht, terwijl een koper onderzoeksplicht heeft. Als beide partijen het eens worden over de prijs die past bij de conditie, het uitrustingsnivo en het soort jacht, mag de koper ervan uit gaan dat hij krijgt wat hij heeft afgesproken. Als de verkoper op de inventarislijst een GPS, marifoon en bijbootje met buitenboordmotor vermeldt, moeten die er bij zitten. Alles wat bij de boot geleverd wordt, moet het ook doen, anders is de verkoper verplicht dat te melden. Daarentegen is het de verkoper niet te verwijten als een oude motor, die het bij de verkoop nog deed, het na korte tijd begeeft. Bij een oude motor is een mankement conform hetgeen redelijkerwijs verwacht mag worden. De koper heeft ook onderzoeksplicht. Wie er bij een aankoop van een boot bij een particulier blindelings van uit gaat dat het wel goed zit, kan later moeilijk de verkoper verwijten dat de staat van het schip tegenvalt. Koop nooit een schip dat niet op het droge is geïnspecteerd. Het is een goed gebruik dat bij de koop van een jacht een contract wordt opgesteld, waarin de boot, bijbehoprende uitrusting en de aansprakelijkheden van beide partijen staan omschreven. BTW en aankoopbewijs Een eigenaar van een boot moet kunnen aantonen dat de BTW voor zijn jacht betaald is. Dat kan zomaar gevraagd worden tijdens een routinecontrole in een sluis. Dit geldt alleen voor boten die in 1985 of later zijn gebouwd. Als een jacht van de werf of een makelaar is gekocht, staat de BTW vermeld op de aankoopfaktuur. Is een jacht van een particulier overgenomen, dan moet de oorspronkelijke aankoopbon met BTW getoond worden. Bij een schip dat vanuit het buitenland wordt ingevoerd, kan bij de douane een BTW-verklaring worden gehaald. Inschrijving in het vaartuigenregister van het kadaster Heel belangrijk is om na te gaan of een jacht is ingeschreven in het vaartuigenregister van het kadaster. Als dat zo is, staat daarin een omschrijving van het jacht met een paar unieke kenmerken. En er staat wie de eigenaar is. Het is niet verplicht een boot bij het kadaster in te schrijven. Meestal gebeurt dat omdat de eigenaar een scheepshypotheek heeft met de boot als onderpand.
Via het kadaster kan de bank bij wanbetaling beslag leggen op de boot. Bij verkoop moet het jacht dus worden uitgeschreven of onder een nieuwe naam worden ingeschreven. Als dit niet gebeurt kan de vorige eigenaar of de bank beslag laten leggen op de boot. Dan kan het gebeuren dat u tijdens een controle bij een sluis gesommeerd wordt van de boot te stappen. Een koopcontract helpt dan niet. Degene die bij het kadaster wordt vermeld, geldt als eigenaar.
18: Speciale aandachtspunten bij de aankoop van een motorjacht Schroefas: controleer op speling: zowel opzij als in de lengterichting. Bij een stalen schip: zijn er in de buurt van de schroef anodes gemonteerd? Deze klonten metaal zorgen voor een goede ontlading van statische stroom, die kan ontstaan door waterwervelingen. Daarmee voorkomen ze dat romp wordt ‘aangevreten’. Een goed werkende anode is putvormig aangetast. Romp: controleer op roest/osmose of houtrot naar gelang het bouwmateriaal. Blaasjes in polyester wijzen erop dat water begint door te dringen in de glasvezel kern van de scheepshuid. Zwarte plekken in hout wijzen op doorrotten, grijze plekken zijn nog maar een begin. Opppervlakkige roest hoeft niet op problemen te duiden, maar let goed op roest bij lasnaden, huiddoorvoeren en bij schroefas en roer. Stuurstand: is vanachter het roer de hele boot te overzien? Welke instrumenten zijn er? Voor de controle van de werking van de motor zijn in ieder geval nodig: een koelwater- of olietemperatuurmeter, een toerenteller die ook de draaiuren telt. Kijk onder het dashboard naar de bedrading. Is die netjes afgewerkt of hangt het er in een bosje bij? Kuip: is er voldoende zitplaats voor de gezelschappen die regelmatig mee zullen varen? Navigatieverlichting: is het te verwachten dat een tocht niet altijd voor zonsondergang is afgelopen? Dan is een groen licht aan stuurboord, rood licht aan bakboord, een toplicht en een heklicht verplicht. Handvasten / veilgheidsbeugels: Zijn er stevige handgrepen voor houvast als in de golven over het schip heen en weer wordt gelopen? Bolders / kikkers: Zijn er rondom op het schip stevige bolders of kikkers om de boot vast te leggen bij aanmeren? Is die op het voordek extra stevig voor het geval de boot eens gesleept
moet worden? Brandstoftank: Hoe groot zijn de brandstoftanks en welke actieradius bieden ze? Een inboordmotor heeft meestal een vaste tank, een buitenboordmotor een of meer losse. Antislip: Is in de gangboorden, op het voordek en bij de instapplaatsen een goede antisliplaag? Kajuit: Afhankelijk van de plannen: let op voldoende slaapruimte. Voor langere mensen is het belangrijk even te gaan liggen, om te zien of de kooien lang genoeg zijn. Is er kookgelegenheid voor weekeindjes weg of vakanties? Toilet: Harder nodig aan boord dan vaak gedacht. Een chemisch toilet past overal. Veel jachten hebben een pomptoilet dat op het water loost. Dat mag vanaf 1 januari 2009 niet meer, dus zo’n toilet moet omgebouwd worden: er moet een vuilwatertank worden ingebouwd. Vluchtluik: moet geschikt zijn als ontsnappingsroute. Van binnen en van buiten te openen? Ook prettig om te de kajuit te kunnen ventileren Bilge: controleer de onderkant van de romp aan de binnenkant. Hier komen de kielbalk en spanten (ribben van de boot) bij elkaar. In dit laagste punt lopen water, vuil en olieresten bij elkaar. Een potentiële plek voor aantasting. Is een lenspomp aanwezig om de bilge leeg te pompen? Zwemvesten: schepen die sneller dan 20 km/h (12 knopen) varen moeten voor iedereen aan boord een zwemvest hebben. Worden zwenmvesten bijgeleverd? Is er een goed bereikbare en logische plek om de zwemvesten op te bergen?
Zijn er brandblussers aan boord? Die moeten goed zichtbaar, goed bereikbaar in de buurt van de motor voor het grijpen zijn.
19: Aandachtspunten bij de koop van een zeiljacht Tuig: let goed op de staat van de mast, de verstaging (staalkabels die de mast aan het schip verankeren), de schoten en blokken (lijnen voor de zeilbediening en de ‘katrollen’ waar ze doorheen lopen) Is de mast van hout, aluminium of carbonvezel? De laatste twee zijn onderhoudsvriendelijker en lichter. Carbon is
duur en wordt
aleen op racejachten toegepast. Is de mast strijkbaar? Als de ligplaats van het jacht achter een vaste brug is, of als regelmatig tochten worden gevaren over binnenwateren waar een vaste brug gepasseerd wordt, is een strijkinstallatie beslist nodig. Romp: controleer op osmose: blaasjes op de scheepshuid wijzen erop dat water is doorgedrongen in de glasvezelkern van een polyester romp. Bij stalen schepen: let op diepe roest, bij houten schepen: zwarte plekken wijzen op diepe rot. Roer: is het jacht uitgerust met helmstokbesturing of met een stuurwiel? Bij een roerwiel is het verstanidig na te kijken of de draaiing van het wiel met kabels of hydraulisch wordt overgebracht op het roerblad. Controleer meteen de staat van deze inrichting. Kuip: komen alle lijnen voor zeilbediening overzichtelijk samen in de kuip? Is de schoot van het grootzeil en de genua of fok te bedienen door degene aan het roer? Wanneer de boot soms ook single-handed gezeild zal worden, is dit een absolute must. Vanuit de kuip moet het schip goed te overzien zijn, de stuurman moet zien wat hij doet bij het aanleggen. Zeereling: een zeilboot moet een goede zeereling hebben ,die bestaat uit tenminste twee staalkabels boven elkaar, die zijn verankerd aan de boot met staanders (scepters) die niet verder dan twee meter uit elkaar mogen staan. Verder moet een voetlijst aanwezig zijn: een opstaande rand langs de kant van het dek, die een glijdende voet tegenhoudt voordat deze overboord gaat. Preekstoel en hek: zijn de relingen op de boeg en op de spiegel stevig genoeg? Een volwassen man moet bij zeegang op de preekstoel kunnen zitten en zich schrap zetten om een fok aan de
stag vast te maken. Bovendien zijn de preekstoel en het hek begin- en eindpunt van de kabels van de zeereling. Kajuit: zijn alle interieurdelen zo ingebouwd dat ze zeevast staan of makkelijk zeevast gemaakt kunnen worden? Zijn de kastjes en bergruimte zo dat de spullen die erin liggen niet eruit vallen zodra de boot helling maakt? Kombuis: als tijdens tochten wordt gekookt of koffie gezet, is het handig wanneer het kooktoestel cardanisch is opgehangen. Dat wil zeggen dat het fornuis aan draaipunten hangt, waardoor het recht blijft hangen, ook als de boot helling maakt. Klemmen aan het fornuis om pannen tijdens het koken mee vast te zetten zijn ook erg handig. Bilge: controleer de onderkant van de romp aan de binnenkant. Hier komen de kielbalk en spanten (ribben van de boot) bij elkaar. In dit laagste punt lopen water, vuil en olieresten bij elkaar. Een potentiële plek voor aantasting. Is een lenspomp aanwezig om de bilge leeg te pompen? Vluchtluik: is het vluchtluik op het voordek groot genoeg om doorheen te klimmen vanuit het vooronder? Kan het van binnen en van buiten worden geopend? Het luik kan ook erg handig zijn als de fok of genua wordt verwisseld. De zeilen kunnen dan door het luik en hoeven niet over het hele dek te worden gesleurd.
P.S. Kijk voor aanvullende tips ook bij de aandachtspunten voor motorjachten
20: Hoe vind ik een geschikte boot? Boten worden op allerlei plekken te koop aangeboden, van professionele verkoophavens van makelaars tot in achtertuintjes en oude loodsen. Een logische plek om te beginnen met zoeken is het internet. Met een paar uurtjes surfen ontstaat al een redelijk beeld van de markt. De prijzen, uiteenlopend aan de hand van de staat van tweedehands jachten en het uitrustingsniveau, tekenen zich af voor het gezochte type jacht. Zowel nieuwe als gebruikte boten worden ruim te koop aangeboden via internet. Verder is het natuurlijk altijd slim om naar watersportbeurzen als de HISWA of Boot Holland te gaan, en daar te zien hoe de boten er in het echt uitzien. Op dergelijke beurzen worden boeken uitgedeeld met actueel aanbod van tweedehands en nieuwe jachten in werkelijk alle categorieën. Van de tentoongestelde boten zijn brochures beschikbaar, waar de specificaties in vermeld staan. Dat levert zonodig weer goed vergelijkingsmateriaal op voor de verdere zoektocht. Een bezoekje aan jachthavens en verkoophavens is aan te bevelen. Daar liggen jachten in uitlopende staten van onderhoud en van allerlei types naast elkaar. Vaak grenzen verkoophavens van makelaars aan jachthavens. Een wandeling langs de verkoopsteiger en langs de boten op de wal, levert altijd wel wat nieuw vergelijkingsmateriaal op. Een eerste globale kennismaking met verschillende types jachten kan helpen om de enorme keuze die er is in ieder geval in te perken tot een paar favorieten. Is eenmaal een keus gemaakt voor een type dat nieuw gekocht gaat worden, dan is de volgende stap uiteraard contact opnemen met de werf. Een tweedehands jacht vraagt meer zoekwerk en zelfverzekerdheid van de koper. Het komt meer aan op het inzicht van de koper om te beoordelen of de staat van het jacht goed is en of de boot in de aangeboden staat goed geprijsd is. Gebruikte jachten zijn te koop via jachtmakelaars, of rechtstreeks van een particulier. Makelaars zorgen voor een enigszins gestroomlijnd verkoopproces, maar dat ontslaat de koper nog niet van de plicht om de boot goed te inspecteren. Makelaar of particulier: het heeft beide zijn voor- en nadelen. Argumenten voor kopen via makelaar: het koopproces verloopt gestroomlijnd en dat neemt kopzorg weg bij koper en verkoper; het papierwerk, met BTW-bonnen, in- en uitschrijving kadaster, omschrijving inventaris en contract, neemt de makelaar voor zijn rekening; advies bij financiering en inschakelen taxateur en keuringsexpert;
advies bij keuze uit aanbod Argumenten tegen kopen via makelaar: het honorarium van de makelaar maakt de boot niet goedkoper; er is geen persoonlijk contact met de vorige eigenaar, die interessante dingen zou kunnen vertellen over het jacht Argumenten voor particulier kopen: door direct contact met de vorige eigenaar komt u nuttige dingen over de boot te weten; het onderhandelen is directer, beide partijen bieden terwijl ze elkaar aankijken. Argumenten tegen particulier kopen: er moet veel tijd besteed worden aan papierwerk; er is geen garantie dat de verkoper eerlijk vertelt over zijn boot; het is moeilijk om de verkoper erop aan te spreken als na de koop blijkt dat er mankementen zijn
21: De Proefvaart Zo logisch als het is om schoenen te passen voor aanschaf, zo is het om een proefvaart te maken met een boot. Een proefvaart begint met een inspectie. Vaak heeft de potentiële koper de boot al op het droge gezien, maar nu moet alles in werking te zien zijn. Als eerste is te zien hoe het jacht wordt afgemeerd. Zijn stootkussens aanwezig en zitten de bolders voor de landvasten op handige plaatsen? Voordat de motor wordt gestart: olie peilen. Daarna zal het meteen opvallen hoe makkelijk of moeizaam de motor start. Een proefvaart is meteen een kennismaking: waar zitten de afsluiters voor koelwater en waar is de kraan van de brandstofleiding? Kijk en passant even in de bilge, of die droog is. Na een kleine periode warm draaien, kan de motor getest worden. Het is belangrijk te voelen of de gashendel makkelijk te bedienen is. Reageert de motor meteen op een beweging van de gashendel? Als de boot een beetje op snelheid is, geef dan een flinke dot gas. De boot moet direct reageren en er moet geen grote rookpluim zichtbaar zijn. Als de motor teveel trilling veroorzaakt is er iets loos. Dat kan van alles zijn, een overmatig trillende motor vraagt om verder onderzoek. Varend op de motor, moet worden gecontroleerd of er niet zoveel motorlawaai is dat er niet meer normaal gecommuniceerd kan worden. Al te veel herrie duidt op een motorstoring, maar zelfs als dat niet het geval is, is een vaartocht bij oorverdovende herrie geen pleziertochtje meer. Na afloop van de proefvaart moet het oliepeil weer worden gecontroleerd. Er mogen geen belletjes in de olie zitten. Meteen even in de bilge kijken of die nog net zo droog en vetvrij is als aan het begin van de vaart. Verder is het zaak de boot te controleren op koersvastheid. Als het roer wordt losgelaten, mag een boot iets naar bakboord of stuurboord gaan uitwijken, maar mag niet meteen veel opzij sturen. Als dat wel gebeurt, is iets aan de romp of de voortstuwing niet in orde. Op een zeiljacht moeten alle vallen (lijnen langs de mast om zeilen mee te hijsen) en schoten soepel lopen en makkelijk bedienbaar zijn. Uiteraard wordt tijdens de proefvaart niet alleen op de motor gevaren, maar ook gezeild. Ook dan moet de boot goed op het roer liggen. Als het roer wordt losgelaten, moet een zeiljacht langzaam tegen de wind in sturen. Ga na of het tuig kan worden getrimd volgens de wensen van de nieuwe eigenaar.
Tijdens de proefvaart bent u voor het eerst als schipper aan het varen op wat misschien wel uw nieuwe jacht wordt. Is dit de boot waarmee u de volgende keer naar de thuishaven vaart? Heeft u controle over het jacht, heeft u goed zicht, is dit de komende vijf jaar een trots bezit? Tijdens een proefvaart moeten zo veel mogelijk zaken aan boord op hun werking worden gecontroleerd, maar bovenal moet de koper ervaren of deze boot aanvoelt als de zijne.
22: In het gebruik blijken andere dingen belangrijk dan je bij de koop denkt “We dachten met ons eerste motorjacht meteen al een boot voor ons leven te hebben gekocht.” Twee jaar later kochten Jan en Gerda van Lunteren een volgend gebruikt jacht: een Zeilmanskruiser 10.50, Temptress. “In het gebruik blijken toch andere dingen belangrijk dan wat je vooraf denkt,” veronschuldigt het paar zich. Met de gebruikservaring die ze inmiddels hebben, vonden ze een ruimer jacht. “Deze is zo heerlijk ruim. Er is voldoende stahoogte in de kajuit, je kunt lekker buiten zitten op het achterdek, we hoeven niet meer voortdurend gebukt ons door de boot te bewegen.” Toch is ook hun nieuwe boot er één met geschiedenis. “Het aardige is dat deze boot al eerder bij de jachtmakalaar terecht was gekomen, waar wij hem ook kochten. Daardoor is nu bij de makelaar de hele geschiedenis van de Temptress bekend. De eerste eigenaar kocht ‘m als casco en liet een interieur intimmeren. Op een gegeven moment was het geld op en kwam er geen nieuwe maar een tweedehands motor in. De tweede eigenaar, die voor ons, heeft er een nieuwe motor in gezet, maar die aangesloten op de bedrading van de vorige motor. Daardoor hapert de gashendel op de flybridge wel eens. De gashendel in de stuurhut doet het wel altijd. Dit is een hinderlijk mankement, maar zelfs als ik dit vooraf had geweten, had ik de boot er niet om laten schieten. Zelf hebben we net als iedere eigenaar, ook weer ons stempel op dit jacht gedrukt door er dingen aan te verbeteren. We hebben een nieuwe bimini (zonnedak) op laten plaatsen en nieuwe spatzeilen langs de kuip gespannen. En het moet gezegd: als je een boot hebt, blijf je eeuwig aan het werk.” “Wij zijn niet al ons hele leven watersporters. Eerst zijn we jarenlang met de caravan op vakantie gegaan. Een zwager had wel een boot, en dat wilden we ook al jaren net als hij. We gingen vaak met vrienden mee uit varen, dus we wisten al wel waar we aan begonnen. Samen met hen zijn we gaan kijken, toen we wat geld hadden gespaard. Uiteindelijk kochten we in het najaar ons eerste jacht. In de winter hebben we allebei een vaarbewijs gehaald, hoewel dat voor het type schip niet nodig was. We varen nu ieder jaar zo’n zeven weken het land rond. Alles bij elkaar zijn we jaarlijks
ongeveer twee maanden bij de boot, mede omdat we een eigen tuintje hebben naast de aanlegplaats van de Temptress.” “We vormen een goede bemanning. Jan houdt van uitdagingen, hij vindt het mooi om over grote en onbekende wateren te varen en de wereld vanaf het water te ontdekken. Gerda is voorzichtiger en vindt de capriolen van Jan snel eng. Samen houden ze elkaar aan boord in evenwicht: Jan doet niet al te gekke dingen en Gerda geniet toch wel als we een mooie tocht ondernemen.”
Zeilmanskruiser 10.50, gebruikt, prijs vanaf makelaar in Loosdrecht 83.000 Euro, inruil gebruikt motorjacht plm. 8 meter lang: 30.000 Euro
23: Een greep uit het aanbod gebruikte motorjachten Super Kaagkruiser Een klassiek stalen knikspant motorjacht van respectabele leeftijd, in goede staat van onderhoud. Bouwjaar 1955 l.o.a. 9,75 m. breedte 3,2 m., diepgang 1,1 m. 64 pk Peugeot dieselmotor, met duddel bed in achterkajuit en drie kooien in voorste gedeelte kajuit. Keuken met koelkast, toilet en zwemplateau aan de spiegel. Te koop bij makelaar; vraagprijs 49.000 Euro incl. BTW Bayliner 2655 Cierra Sunbridge Snelvarend polyester motorjacht. Bouwjaar 1989. l.o.a. 8,6 m. breedte 3 m. diepgang 0,9 m. 286 pk Volvo penta uit 2001, vijf kooien, uitgebreide uitrusting, Zwemplateau met buitendouche, warm en koud water. Keuken, walstroom, schotelantenne, heeft in 2001 osmosebahandeling ondergaan. Te koop bij makelaar; vraagprijs 29.450 Euro BTW Abel Tasman Sloep Klassiek gelijnde houten open motorsloep. Bijna nieuw, 5 motoruren, bouwjaar 2004. l.o.a. 6,95 m. breedte 2,32m. diepgang 0,7 m. 25 pk Vetus motor, inventaris ondermeer toilet, buiskap, lenspomp. Te koop van particulier vraagprijs 53.000 Euro incl. BTW
24: Je moet gevoel hebben bij een boot Anton Snel woont aan het water, een veenplas. Achter het huis is de steiger aan de tuin, om daar te komen moet een boot door een stuk ondiep water. “Ik zeil al jaren in een open zeilboot, de Olympia Jol. Ik doe mee aan wedstrijden, maar niet erg fanatiek. Als ik maar bij de eerste helft finish, vind ik het goed. Met het gezin maken we graag tochten. We hadden al een aantal jaren een 9,5 meter lang zeiljacht, maar ik wilde toch iets anders. Voor langere vakanties is het prettiger om meer binnenruimte te hebben. Maar die ondiepe plas beperkt wel de diepgang die een jacht kan hebben. Een kennis kocht een Wauquiez 38 voeter, een ontwerp van Ted Hood. Het schip heeft een ondiepe s-spant romp met een klapzwaard. Met het zwaard omhoog steekt hij maar 1,40 meter. Dan kan zo’n groot jacht van 11,52 meter toch bij ons op de plas. Ik vond het een mooie boot. Eigenlijk was ik nog niet echt op zoek naar een nieuw jacht, maar op internet vond ik de Oorlam. Dat vond ik een goeie naam, dus ik heb de boot niet omgedoopt. Doordat ik een mooi exemplaar tegenkwam, zijn mijn plannen in een stroomversnelling geraakt. De boot lag bij een makelaar in Zeeland, dus daar ben ik heen gereden voor een bezichtiging. Het aardige was dat de makelaar mij en mijn vrouw alle tijd gaf om het schip te ontdekken. Je kijkt of alles in orde lijkt, maar het is vooral heel belangrijk dat je een gevoel hebt bij een boot. En hoe langer ik informatie verzamelde over deze boot, hoe meer gevoel ik erbij kreeg. Dit type blijkt te zijn gebouwd tussen 1978 en 1989. De Oorlam is van ’89, dus van het laatste bouwjaar. Het bouwnummer 179 bleek zelfs de laatste Hood 38 te zijn die gebouwd is. En toen ik al vrijwel zeker de boot zou kopen, kwam ik erachter dat hij van de eerste eigenaar kwam. Een man die heel precies was met zijn schip. Hij hield een onderhouds-logboek bij, waar alle mankementen, reparaties en een heel onderhoudsschema tot 2006 bij zaten. En hij had juist de laatste jaren flink in de boot geïnvesteerd. Dat maakte me argwanend: warom doet iemand die zoveel van een boot houdt en er zoveel geld in steekt zijn boot weg? De man bleek verliefd te zijn geworden op een Najad (vergelijkbaar type zeiljacht). Maar ik kon dus een prima onderhouden boot met complete documentatie kopen.” “De inruil van de vorige boot was een kwestie van onderhandelen. Dat liep stroef, want na het eerste loven en bieden bleven de makelaar en ik op een verschil van 5000 Euro steken. Toen ontdekte ik de onderhoudsschema’s van de vorige eigenaar, en ging ik overstag. De vorige eigenaar was een Belg, bij het schip zit een
vlaggenbrief. Daarmee is aantoonbaar dat de BTW betaald is. Toch heb ik ook nog een factuur met BTW gekregen. Eenmaal gekocht, ben ik in de zomer van 2004 direct met de Oorlam de Noordzee overgestoken. Heerlijk, zo’n s-spant op de zeedeining.”
Wauquiez Hood 38, vraagprijs makelaar Bruinisse 99.000 Euro, inruil 32 voet kajuitzeiljacht 35.000 Euro
25: Een greep uit het aanbod gebruikte zeiljachten Bénéteau First 265 Polyester toerkajuitjacht. Bouwjaar 1993. l.o.a. 8,05 m. breedte 2,87 m. diepgang 1,5 m. 10 pk Volvo Penta dieselmotor van 2001. Vier slaapplaatsen in kajuit, waarvan 1 in ‘hondenkooi’ met de benen onder de kuip.
Kombuis met koelkast, uitgebreid
instrumentarium, oprolbare fok/genua. Geen extra zeilen. Vraagprijs bij makelaar 39.500 Euro incl. BTW Jeanneau Sun 2000 Polyester weekeindzeiljacht. Bouwjaar 2002. L.o.a. 6,64 m. breedte 2,55 m. diepgang 0,31 m (zwaard opgetrokken)
5pk
Suzuki buitenboordmotor. Twee volwassenen en twee kinderen kunnen in simpele kajuit overnachten. Rolfok, log en stromend water. Strijkbare mast. Vraagprijs bij makelaar: 22.750 Euro incl. BTW Scheldeschouw Traditioneel stalen kajuitjacht. Bouwjaar 1966. l.o.a. 9 m. breedte 3,4 m. diepgang 1 m. 20 pk Sabb dieselmotor. Vijf slaapplaatsen, rolgenua,
toilet, koelkast, alle benodigde uitrusting, veel
authentieke elementen in opbouw en inrichting. Vraagprijs bij particulier: 35.000 Euro incl. BTW.
26: De boot leren kennen Na aanschaf van het ideale jacht wil iedere watersporter maar één ding: het water op en zoveel mogelijk varen. Dat moet ook zeker gebeuren. Gaandeweg wordt duidelijk hoe het schip het makkelijkst te manouvreren is, waar allerlei vakjes en touwtjes voor dienen – maar ook welke dingen aan de boot snel kapot gaan, onhandig zijn of ontbreken. Om raad gaan bij de vorige eigenaar of de werf is een mogelijkheid. Vaak zijn de tips van andere gebruikers minstens net zo handig. Er zijn talloze organisaties, verenigingen en clubs die prima ervaringsdeskundigheid kunnen bieden zonder kosten. Voor algemene vragen over de uitrusting of veiligheid kan het Watersportverbond handige tips geven. Verenigingen van motorbootvaarders, kustzeilers of toerzeilers hebben vaak een lijst met actieve leden die op een bepaald deelgebied van het varen en onderhouden van hun jachten heel veel weten. Zulke deskundigheids-databanken zijn voor leden van die gebruikersclubs via internet te raadplegen. Voor sommige boottypes zijn er speciale merken- of typeclubs. Daar zijn natuurlijk precies de sterke en zwakke punten van een boot bekend. Dan zijn er ook nog watersportverenigingen, waar in de regel in de verenigingshaven een aantal vergelijkbare jachten liggen. Ervaren clubleden hebben oplossingen gevonden voor de typische problemen van een bepaald jachtontwerp. Het is veel slimmer om bij dergelijke ervaringsdeskundigen te rade te gaan dan om alle bijzonderheden van een jacht zelf te willen ondekken en zelf oplossingen te willen bedenken voor alle ontwerp-problemen. Bovendien kan het lidmaatschap van een watersportvereniging helpen om snel veel te leren over het varen en kan het een sociale dimensie aan de sport toevoegen. Jachthavens Watersportverenigingen hebben vaak een verenigingshaven. Hier hebben de leden een vaste ligplaats voor hun jachten en kunnen passerende watersporters hun jacht afmeren en de nacht doorbrengen. Daarnaast zijn er commercieel geëxploiteerde jachthavens,
waar een havenmeester met de verhuur van ligplaatsen aan vaste
gasten en passanten probeert zijn brood te verdienen. In de regel is er niet heel veel verschil tussen deze twee soorten jachthavens. Wel zijn de vaste ligplaatsen voor leden in een verenigingshaven vaak wat goedkoper dan seizoensplaatsen in een commerciële jachthaven. Het is niet makkelijk om aan een goede ligplaats te komen. Verenigingen in populaire watersportgebieden hebbben een wachtlijst voor ligplaatsen, ook commerciële havens hebben veel ligplaatsen al jaren achtereen aan
een vaste cliëntele verhuurd. Denk bij het kopen van een jacht ook aan een plaats om dat jacht te kunnen aanleggen en stallen! Een indicatie van tarieven is alleen heel globaal te geven. De meeste jachthavens hanteren tarieven die zijn gerateerd aan de lengte van het jacht. Eén euro per strekkende meter per nacht is een redelijk gemiddelde prijs in 2005 voor passanten. Daar kunnen nog douche-kosten, kosten per persoon en toeristenbelasting bij komen. Een seizoens-ligplaats in een jachthaven kost bij een vereniging tussen de 500 en 1000 euro, bij een commerciële jachthaven kan dat oplopen tot 2500 Euro.
27: Gasten aan boord Een verstandige schipper bepaalt de vaarroute aan de hand van de lijst mensen die mee gaat varen. Met kleine kinderen nooit meer dan een paar uurtjes achtereen op het water, met mensen die slecht ter been zijn alleen op rustig water varen en dan nog langzaam. Op een boot die sneller kan varen dan 20 kilometer per uur is het verplicht om voor alle opvarenden een zwemvest aan boord te hebben. Als er werkelijk hard gevaren gaat worden, is het verstandig die zwemvesten ook aan te doen. Vóór iedere tocht legt de schipper alle opvarenden uit wat ze moeten doen in geval van nood en waar het reddingsvlot en de zwemvesten zijn. Verklarende woordenlijst uitrusting Log: snelheidsmeter. Met een schoepenrad onder water meet een log de snelheid waarmee een schip door het water beweegt GPS: Global Positioning System dat een exacte positie van het schip in graden, minuten en tienden van minuten weergeeft in Noorder- of Zuiderbreedte en Ooster- of Westerlengte. Geeft in de meeste gevallen ook de te volgen koers naar vooraf ingeprogrammeerde punten op de route weer (waypoints), de snelheid over de grond en de afgelegde afstand. Marifoon: radio zender en ontvanger voor de scheepvaart, via VHF-kanalen kunnen schippers onderling of schippers met kustwacht, sluis- en havenmeester en hulpdiensten communiceren. Voor gebruik is een diploma en vergunning verplicht. Dieptemeter / Fishfinder: Ook wel echolood genoemd, meet de diepte van het water met ultrasone golven. Een gewone dieptemeter geeft alleen de diepte van het water in meters en tienden van meters weer, een fishfinder heeft ook nog eens en beeldscherm waarop groepen vissen in de omgeving van de boot worden weergegeven.
Windmeter: molentje dat de snelheid van de wind meet. Meestal is zowel de windsnelheid in meters per seconde, op de schaal van Beaufort of in zeemijlen per uur (knopen) af te lezen. Moderne windmeters kunnen ook de windchill-factor weergeven, de stand en het verloop van de barometer en de temperatuur. Navtex: Soort telex op zee. Geschikt voor het ontvangen van geschreven weerberichten. Radar: handig hulpmiddel bij mist: geeft op scherm weer waar zich grote voorwerpen bevinden. EPIRB: Noodsein. Zodra een EPIRB in het water terecht komt, geeft hij een noodsignaal af via een frequentie in de ether. Reddingsdiensten horen dit signaal en rukken direct uit. EPIRB gaat vanzelf af als het schip vergaat. Noodfakkels: ook wel ernstvuurwerk genoemd. Felle rode vuurpijlen aan parachutes, witte of oranje rookpluimen om aan boord mee te zwaaien.
28: Vaarbewijs Een vaarbewijs is verplicht voor de schipper van een plezierjacht, langer dan 15 meter of dat sneller dan 20 kilometer per uur (12 knopen) kan varen. Kleine, maar snelle motorjachten en zelfs waterscooters en jetski’s mogen dus alleen gevaren worden door mensen die een vaarbewijs hebben. Bovendien moet de schipper van zo’n snelle boot minimaal 18 jaar oud zijn. Ook grote zeiljachten, langer dan 15 meter mogen alleen door schippers met vaarbewijs gevaren worden. Daarbij is de minimumleeftijd 16 jaar. Het vaarbewijs voor de binnenwateren, voor zover het geen beroepsvaart betreft, heet ‘Klein Vaarbewijs’. Op rivieren en kleine meren volstaat Klein Vaarbewijs I. Wie ook op IJsselmeer, IJmeer, Markermeer, de Oosterschelde of Westerschelde, Eems, Dollard, Waddenzee of kustwateren wil varen met een jacht waarvoor een vaarbewijs nodig is, moet ook nog het examen afleggen voor het Klein Vaarbewijs Aanvullend, dan wordt het Klein Vaarbewijs uitgebreid tot Klein Vaarbewijs II. In cursusboeken of door klassikaal onderwijs kan de lesstof worden geleerd, die nodig is om het examen met goed gevolg te kunnen doen. Veel watersporters die op jachten varen waarvoor strikt genomen geen vaarbewijs nodig is, studeren toch voor het vaarbewijs. Het is ingewikkelde, maar soms ook boeiende stof die op het water zijn nut bewijst. Vaartermen: Naast allerlei termen over het schip en de onderdelen daarvan, kent het schipperslatijn ook veel benamingen voor het varen zelf die de moeite van het leren waard zijn. Vaargeul: Hoofdvaarroute door een meer of rivier met uiterwaarden, gemarkeerd met rode tonnen aan de ene, en groene tonnen aan de andere zijde. Een schip dat de vaargeul volgt heeft voorrang op schepen die de vaargeul willen kruisen. Schutten: Het op- of neer laten bewegen van het water in een sluis. Terwijl een schip wordt geschut, moet de bemanning zorgen dat het losjes met de landvasten aan de kade ligt. De beste manier om te voorkomen dat door het op of neer bewegen de landvasten onder enorme spanning komen te staan, is ze niet vast te zetten maar in de hand te houden.
Koers: richting op het kompas, die een schip volgt. Navigeren: het geheel van koersberekening, plaatsbepaling, routeplanning en het in de gaten houden van merktekens op het vaarwater, zoals tonnen. Kaartlezen, kennis van mogelijke afwijkingen van het kompas en het berekenen van de verwachtte aankomsttijd horen tot de basisvaardigheden van de navigerende schipper.
29: Onderhoud Een jacht brengt onderhoudskosten met zich mee. Hoeveel dat er zijn, hangt af van het type jacht, de leeftijd ervan en de staat van onderhoud. Veel eigenaren zetten hun boot ieder winterseizoen op het droge. Dat brengt natuurlijk takel-kosten met zich mee. In het voorjaar wordt vaak het deel van de romp dat onder water zit, opnieuw in een laag coating of anti-fouling (aangroei werende verf) gezet. Om de drie of vier jaar zal een groot gedeelte van het schip boven water ook opnieuw geverfd moeten worden. De motor moet ieder jaar klaar gemaakt worden voor de vrieskou. Tijdens ieder vaarseizoen gaan er dingen kapot. Al met al is het niet overdreven om te stellen dat een jacht vanaf ongeveer acht jaar oud ieder jaar een tiende van de waarde aan onderhoud kost. Voor nieuwe jachten ligt dat lager. Onderhoud kan een eigenaar zelf doen of laten uitvoeren door een jachtservicebedrijf. Deze kunnen op aanvraag reparaties doen, maar ook een compleet onderhouds- en serviceprogramma verzorgen. De afweging van kosten en moeite die een eigenaar zelf moet doen is voor iedere watersporter weer anders. Een jacht steeds in een perfecte staat van onderhoud (laten) houden is niet alleen prettig in het gebruik, maar ook kostenbesparend.
Links: Algemeen:
www.watersportverbond.nl www.hiswa.nl
Aanbod van jachten:
http://jachtmakelaars.pagina.nl www.botenbank.nl www.boten.nl www.botentekoop.nl www.marktplaats.nl/watersport.htm
Verenigingen:
www.knmc.nl www.toerzeilers.nl www.kustzeilers.nl
Taxaties:
www.nauticlink.nl zoek naar “taxateurs”
Registratie:
www.kadaster.nl
Scheepvaartlexicon:
www.vaartips.nl klik op de beginletter van het gezochte woord in de navigatiebalk bovenaan de webpagina
Let op! Pomptoilet vervangen! Veel jachten hebben een toilet aan boord waarmee de spoelingen overboord worden gepompt. In Nederlands binnenwater is het vanaf 1 januari 2009 voor alle pleziervaartuigen verboden toiletwater op het oppervlaktewater te lozen. Denk aan de bijkomende kosten voor het inbouwen van een vuilwatertank of chemisch toilet bij de aanschaf van een tweedehands jacht met zo’n toilet. Vrijwel alle nieuwe jachten zijn al aan de komende regelgeving aangepast.
30: flaptekst Het plan een boot te gaan kopen is het begin van een flinke zoektocht. Er zijn erg veel verschillende soorten boten, met verschillende niveaus van comfort aan boord en verschillende vaareigenschappen. Om goed te weten aan welke eisen een jacht moet voldoen, moet de koper eigenlijk al een paar boten hebben gehad. Dat is niet voor iedereen het geval. Je moet èrgens beginnen. Om toch een begin te kunnen maken met een zoektocht, die uiteindelijk een jacht oplevert dat past bij de wensen, de ervaring en het gebruiksdoel van de koper, is dit boekje een entousiasmerende wegwijzer. Heel veel onderwerpen komen even kort aan bod. Zo weet de lezer welke zaken allemaal aandacht zullen vragen in het proces van zoeken, inspecteren, proefvaren, onderhandelen, financieren, verzekeren en in gebruik nemen van de nieuwe boot. De overwegingen die kunnen leiden tot een keus voor een nieuw of een gebruikt jacht komen aan bod, de factoren die bepalend zijn voor het kiezen voor het ene of het andere type worden besproken. Een paar lijstjes met de meest elementaire termen bij het omschrijven van jachten in de verkoop, namen van uitrustingsonderdelen en termen die van pas komen tijdens de vaart: ze zijn er om de watersporter op weg te helpen. Overzichtstekeningen van zeil- en motorjachten, waarop een aantal belangrijke aandachtspunten tijdens een eerste inspectie staan vermeld helpen bij de voorbereiding van een bezichtiging. Tussen de bedrijven door komen kopers van verschillende nieuwe en gebruikte jachten aan het woord en worden veel verschillende jachttypes getoond en besproken. Dit boekje is een eerste beetje ‘verstand van boten’ dat in de binnenzak kan worden meegenomen. Wie meer verstand van boten wil verzamelen, kan terecht op talloze internetpagina’s. Een paar links zijn ook opgenomen. Hopelijk helpt dit boekje bij het vinden van precies het goede jacht, dat jarenlang watersportplezier biedt. Goede jacht!