week 32
les 1
Meten en metend rekenen
toets en foutenanalyse
handleiding pagina’s 994 tot 1004
nuttige informatie
1 Handleiding 1.1
Kompas Extra 6
Kopieerbladen pagina 808: tijd, afstand, snelheid pagina 840: oppervlakte berekenen (omstructureren) pagina 895: hoekgrootte pagina 955: tijd, hoekgrootte, schaal, omtrek pagina 956: volume - s.g. - schaal
1.2 Huistaken huistaak 26: bladzijde 841 huistaak 29: bladzijde 919
2 Werkboek
6C: bladzijden 17, 29, 37, 38, 48, 49, 57, 58, 65, 70 en 78
3 Posters
poster 2: Oppervlakte en basisformule rechthoek poster 5: Volume poster 6: Vierhoeken poster 7: Schaal poster 8: Driehoeken poster 11: Ruimtefiguren poster 15: De cirkel - regelmatige veelhoeken poster 16: Oppervlakte: omstructureren - grillige vlakke figuren poster 17: Ontwikkeling balk en kubus poster 18: Ontwikkeling cilinder
4 Scheurblokken
bladzijden 120, 121, 128, 133, 138, 141, 142, 146, 149 en 155
5 Cd-rom
25.4
6 Kompasje 6
pagina 39: Lengte en omtrek pagina’s 40 tot 42: Oppervlakte pagina 43: Schaal pagina 44: Inhoud / Gewicht pagina 45: Tijd: tijdstip en tijdsduur pagina 46: Hoekgrootte pagina 47: Temperatuur pagina 48: Geldwaarden pagina’s 49 en 50: Volume pagina 51: Maat, maatgetal en maateenheid
1
week 32 - les 1 / handleiding pagina 996 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
1
Teken de ontbrekende wijzers. Beide klokken geven hetzelfde tijdstip aan. XI
XII
I
X
20 : 43 : 18
II
IX
III
VIII
IV VII
XI
VI
XII
V
I
X
13 : 33 : 57
II
IX
III
VIII
IV VII
2
VI
V
Bereken de prijs per kilogram. S B
300 g
kost
suikerwafels 300 g e1,20
e1,20.
:3
:3 100 g
kost
e0,40. 10 x
10 x 1000 g
kost
e4.
A Eén kg suikerwafels kost 4 euro. S B
OK
1100 g kost 2,86 euro. : 11
: 11 100 g
kost 0,26 euro. 10 x
10 x 1000 g kost 2,60 euro.
A Eén kg margarine kost 2 euro 60 cent.
2 8 6 11 –22
margarine 1100 g e2,86
26
66 –66 0
OK
2
week 32 - les 1 / handleiding pagina 996 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
3
Bereken de prijs per liter. S B
1,5 l
kost
57 cent.
:3
:3 0,5 l
kost
19 cent. 2x
2x 1l
kost
38 cent.
A 1 l azijn kost 38 cent. S B
azijn 1,5 l e0,57
OK
750 ml kost 1,65 euro. :3
:3 250 ml kost 0,55 euro. 4x
4x
yoghurtdrink 750 ml e1,65
1000 ml kost 2,20 euro.
A 1 l yoghurtdrink kost 2,20 euro.
4
OK
Lees en los op. Een hondenhok met een lengte van 1,2 m en een breedte van 80 cm wordt op een houten vloer geplaatst. Die steekt in de lengte aan beide zijden 1,7 m uit en in de breedte is dat telkens 1,4 m.
V Hoe lang is de afsluiting (minstens) die rond de houten vloer geplaatst wordt? S B
lengte:
1,2 m + 1,7 m + 1,7 m = 4,6 m
breedte:
80 cm + 1,4 m + 1,4 m = 3,6 m 0,8 m
omtrek = 2 x (l + b) = 2 x (4,6 m + 3,6 m) = 2 x 8,2 m = 16,4 m
A De afsluiting is minstens 16 m 40 cm lang.
OK
3
week 32 - les 1 / handleiding pagina 997 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
5
Vul de grafiek aan. De gemiddelde temperatuur van de hele week is precies 16 °C. 13 + 14 + 17 + 16 + 16 + 18 = 94 7 x 16 = 112 112 – 94 = 18
temperatuur om 9 uur
20 °C
15 °C
10 °C
5 °C
ma
6
di
wo
do
vr
za
zo
dagen van de week
Meet de 3 hoeken tot op 1° nauwkeurig.
B
A
^ A meet
.30 °
^ B meet
.80 °
^ C meet
.70 °
C E
D
^ D meet
.40 °
^ E meet
.50 °
^ F meet
.90 °
F
4
week 32 - les 1 / handleiding pagina’s 997 en 998 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
7
^ ^ Teken hoek G HI die 105° meet en hoek K LM die 68° meet.
I
K 105°
G
H
68°
L
M
8
Kijk, lees en los op. IC K IC K IC K P IC K P IC K P IC K IC K IC K IC K IC K 2235 2236 2237 8336 2238 8338 2239 8339 2240 2241 2242 2243 2244 Herkomst Genk Bokrijk Kiewit Hasselt Hasselt Alken St.-Truiden Landen Tienen Leuven Brussel-Noord Brussel-Centraal Brussel-Zuid Gent-St.-Pieters Bestemming
13.12 13.18 13.23 13.29 13.31 13.38 13.47 13.56 14.09 14.22 14.42 14.48 14.52 15.52
14.12 14.18 14.23 14.29 14.31 14.38 14.47 14.56 15.09 15.22 15.42 15.48 15.52 16.52
15.12 15.18 15.23 15.29 15.31 15.38 15.47 15.56 16.09 16.22 16.43 16.48 16.52 17.52
15.40 15.45 15.50 15.56 15.58 16.05 16.14 16.22
16.12 16.18 16.23 16.29 16.31 16.38 16.47 16.56 17.09 17.22 17.43 17.48 17.52 18.52
16.52 16.57 17.01 17.07
17.12 17.18 17.23 17.29 17.31 17.38 17.47 17.56 18.09 18.22 18.42 18.48 18.52 19.52
17.52 17.57 18.01 18.07
18.12 18.18 18.23 18.29 18.31 18.38 18.47 18.56 19.09 19.22 19.42 19.48 19.52 20.52
19.12 19.18 19.23 19.29 19.31 19.38 19.47 19.56 20.09 20.22 20.42 20.48 20.52 21.52
20.12 20.18 20.23 20.29 20.31 20.38 20.47 20.56 21.09 21.22 21.42 21.48 21.52 22.52
21.12 21.18 21.23 21.29 21.31 21.38 21.47 21.56 22.09 22.22 22.42 22.48 22.52 23.52
22.12 22.18 22.23 22.29 22.31 22.38 22.47 22.56
Luc neemt de trein van 7 voor half 5 in Kiewit. Hij reist naar Leuven. Hoelang duurt de treinrit?
B van 16.23 tot 17.00 = 37 min. / van 17.00 tot 17.22 = 22 min. / 37 + 22 = 59 A De rit duurt 59 minuten.
OK
Yacinta neemt de trein in Bokrijk om 18 over 8 ‘s avonds. Ze zit anderhalf uur op de trein. Wat is haar bestemming?
B 20.18 + 1 uur = 21.18 / 21.18 + 30 min. = 21.48 A Yacinta reist naar Brussel-Centraal.
OK
5
week 32 - les 1 / handleiding pagina 998 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
9
Los op. 1 uur 23 min. 28 sec. + 2 uur 36 min. 32 sec.
= 4 uur
6 uur – 2 uur 50 min. 13 sec.
= 3 uur 9 min. 47 sec.
2 uur 41 min. 59 sec. + 5 uur 18 min. 1 sec.
= 8 uur
9 uur – 4 uur 37 min. 16 sec.
10
= 4 uur 22 min. 44 sec.
Bereken de reële afstand in vogelvlucht (hemelsbreed). Op de kaart van Europa meet ik de afstand Oslo-Wenen. Die is 9 cm. De schaal is 1:15 000 000.
9 x 15 000 000 cm = 9 x 150 000 m = 9 x 150 km = 1350 km
Op de kaart van Azië, met schaal 1:40 000 000, is de afstand tussen twee steden precies 16 cm.
16 x 40 000 000 cm = 16 x 400 000 m = 16 x 400 km = 6400 km
Bereken de oppervlakte in werkelijkheid. B a 5 cm
➀
2000 x 5 cm = 10 000 cm = 100 m 2000 x 4 cm = 8000 cm = 80 m 2000 x 3 cm = 6000 cm = 60 m opp. a = 1 m2 x 100 x 80 = 8000 m2 opp. b = 1 m2 x 60 x 100 = 3000 m2
1 schaal 2000
2
8000 m2 + 3000 m2 = 11 000 m2 b
A De oppervlakte is 11 000 m2 in
4 cm
werkelijkheid.
OK
3 cm B 150 x 4 cm = 600 cm = 6 m 150 x 3 cm = 450 cm = 4,5 m 150 x 2 cm = 300 cm = 3 m opp. c = 1 m2 x 6 x 6 = 36 m2 opp. d = 1 m2 x 4,5 x 1,5 = 6,75 m2 opp. e = 1 m2 x 3 x 1,5 = 4,5 m2 opp. c + d + e = 47,25 m2
c
schaal 1:150
4 cm
2 cm
4 cm
d
➁ 3 cm
11
e
1 cm 1 cm
A De oppervlakte is 47,25 m2 in
werkelijkheid.
OK
6
week 32 - les 1 / handleiding pagina 999 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
12
Plaats de verkregen resultaten (zie taak 11) in de tabel. Vervolledig eerst de tabel. Herleid daarna.
➀
10 000 m2 (hm2)
100 m2 (dam2)
.2 m
ha
a.
ca
1
1 0
0 0
➁ 13
4 7
dm2
cm2
=
2 5
. a 1. ha 10
0.
ca
= 47,25 . m2
Los op.
•
Een cirkelvormige tent heeft een straal van 6 meter.
a) Bereken de omtrek van die tent.
F (r + r) x π = 1 m x (6 + 6) x 3,14 = 37,68 m
b) Bereken de oppervlakte van de grond (de vloer) binnen in de tent.
•
F r x r x π = 1 m2 x 6 x 6 x 3,14 = 113,04 m2 Een circustent heeft een diameter van 38 meter.
a) Bereken de omtrek van die tent.
F (r + r) x π = 1 m x 38 x 3,14 = 119,32 m
b) Bereken de oppervlakte van de grond binnen in de tent.
14
F r x r x π = 1 m2 x 19 x 19 x 3,14 = 1133,54 m2
Teken een driehoek met dezelfde hoogte als de reeds getekende driehoek. De oppervlakte moet half zo groot zijn.
7 cm
3,5 cm
7
week 32 - les 1 / handleiding pagina’s 999 en 1000 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
15
Bereken de oppervlakte van het parallellogram. F b x h = 1 m2 x 16 x 12 13
= 192 m2
m
12 m
16 m
16
Meet de afmetingen die je nodig hebt en bereken de oppervlakte van de ruit. F
b x h = 1 cm2 x 2
5x8 2
= 1 cm2 x 20
8 cm
= 20 cm2
5 cm
17
18
Vul passende maatgetallen in op de stip. 70 cl <
. 0,705
dm3 < 0,72 l
(van 0,701 tot 0,719 dm3)
3,2 l >
3,1.
dm3 > 300 cl (van 3,199 tot 3,001 dm3)
Hoeveel blokjes van 1 cm3 heb je nodig om deze balk te bouwen?
1 cm3 x 4 x 4 x 3 F lxbxh= = 48 cm3
A 48 blokjes
8
week 32 - les 1 / handleiding pagina 1000 meten en metend rekenen
Kompas Extra 6
naam
Meten en metend rekenen
19
Bereken het volume, plaats in de tabel en herleid.
➀
Een garagebox heeft een lengte van 7 m, een breedte van 3,5 m en een hoogte van 2,1 m.
F l x b x h = 1 m3 x 7 x 3,5 x 2,1
= 51,45 m3
➁
Een doos heeft volgende afmetingen: lengte 45 cm, breedte 23 cm en hoogte 18 cm.
F l x b x h = 1 cm3 x 45 x 23 x 18
= 18 630 cm3
➀
m3
dm3
5 1
4 5 0 1 8
➁ 20
cm3
6 3 0
=
. 51 450
dm3
=
. 18 630
cm3
Bereken het gewichtsverschil. Soortelijk gewicht: 1 dm3 weegt lucht kurk piepschuim populierenhout dennenhout turf beukenhout benzine (bij 15 °C)
0,001193 kg/dm3 0,24 kg/dm3 0,03 kg/dm3 0,4 kg/dm3 0,5 kg/dm3 0,6 kg/dm3 0,7 kg/dm3 0,72 kg/dm3
.
kg
baksteen zand klontjessuiker keukenzout beton glas arduin marmer
1,4 kg/dm3 1,6 kg/dm3 1,6 kg/dm3 2,15 kg/dm3 2,4 kg/dm3 2,52 kg/dm3 2,6 kg/dm3 2,7 kg/dm3
V Wat is het gewichtsverschil tussen twee even grote kubussen? De ribbe meet 20 cm.
2 dm
De ene kubus is van beton, de andere is van glas.
B
F 1 dm3 x 2 x 2 x 2 = 8 dm3 beton → 8 x 2,4 kg = 19,2 kg
of
glas → 8 x 2,52 kg = 20,16 kg
8 x (2,52 – 2,4) = 8 x 0,12 = 0,96
20,16 – 19,2 = 0,96 → 960 g A Het gewichtsverschil is 0,96 kg of 960 g.
OK
9
week 32 - les 1 / handleiding pagina 1001 meten en metend rekenen
Meten en metend rekenen
21
Kompas Extra 6
naam
Lees en los op. Een aquarium heeft de volgende afmetingen: lengte 8 dm, breedte 4 dm, hoogte 5 dm. Bereken het volume van een aquarium waarvan de afmetingen telkens dubbel zo groot zijn.
F l x b x h = 1 dm3 x 16 x 8 x 10 = 1280 dm3
Hoeveel keer gaat het volume van het kleine aquarium in dat van het grote aquarium?
8 keer
22
Lees en los op. Van een kubus met een ribbe van 1,5 dm wil je 4 grensvlakken beschilderen.
V Bereken de beschilderde oppervlakte van die kubus. S B
4 x (l x b) = 4 x (1,5 x 1,5) = 4 x 2,25 = 9
F
A De beschilderde oppervlakte is 9 dm2.
OK
10