Handleiding Hartelijk dank en gefeliciteerd met uw aankoop van de BOSS BR-900CD Digital Recording Studio. Lees eerst aandachtig onderstaande rubrieken voor u dit toestel gaat gebruiken: • HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN (p. 2–3) • BELANGRIJKE OPMERKINGEN (p. 4–5) Deze rubrieken bevatten belangrijke informatie over de correcte bediening van het toestel. Om zeker te zijn dat u alle functies van uw nieuwe toestel voldoende beheerst, dient u de handleiding in haar geheel te lezen. Bewaar de handleiding binnen handbereik zodat u ze naar believen kunt raadplegen.
■ Enkel afspraken in deze handleiding • Tekst of cijfers tussen vierkante haakjes [ ] verwijzen naar toetsen. [PLAY] PLAY-toets [REC] REC-toets (opnametoets) • Vermeldingen zoals (p. **) verwijzen naar pagina’s elders in deze handleiding, waar u bruikbare informatie kunt terugvinden. Copyright 2005 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag, in welke vorm dan ook, worden gereproduceerd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.
HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN
HET TOESTEL VEILIG GEBRUIKEN INSTRUCTIES OM BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF VERWONDINGEN TE VOORKOMEN Over de labels
WAARSCHUWING en
LET OP
Over de pictogrammen Het -pictogram maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het pictogram wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde pictogram wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op dodelijke WAARSCHUWING ongevallen of zware verwondingen bij onjuist gebruik van het toestel. Wordt gebruikt voor instructies die de gebruiker wijzen op het risico op verwondingen of materiële schade bij onjuist gebruik van het toestel.
LET OP
Het -pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd (verboden zijn). Wat nooit mag worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram geeft aan dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
* Materiële schade verwijst naar schade of andere ongunstige gevolgen voor het huis en de hele inboedel, huisdieren inbegrepen.
Het ●-pictogram maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan, wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde pictogram betekent dat de stekker van het netsnoer uit het stopcontact moet worden gehaald.
NEEM STEEDS HET VOLGENDE IN ACHT
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
001
009
• Lees aandachtig onderstaande instructies en de volledige handleiding voor u dit toestel gebruikt.
• Buig en draai de stroomkabel niet te veel en plaats er geen zware voorwerpen op. Als u dit wel doet, kan de kabel beschadigd raken en kortsluiting veroorzaken. Beschadigde kabels kunnen brand of elektrocutie veroorzaken! ..........................................................................................................
.......................................................................................................... 002c
• Maak het toestel of de adapter nooit open en breng geen wijzigingen aan. .......................................................................................................... 003
• Probeer het toestel niet zelf te herstellen of onderdelen ervan te vervangen (tenzij deze handleiding hiervoor specifieke instructies bevat). Laat alle onderhoud uitvoeren door uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkend Roland-distributeur. U vindt hun gegevens op de pagina 'Informatie'. .......................................................................................................... 004
• Gebruik of bewaar het toestel nooit op plaatsen die: • onderhevig zijn aan extreme temperaturen (bijv. direct zonlicht in een gesloten voertuig, op of naast verwarmingsbuizen of in de buurt van andere warmtebronnen); • vochtig zijn (zoals badkamers, wasruimten, op natte vloeren); • een hoge luchtvochtigheid hebben; • blootgesteld zijn aan regen; • stoffig zijn; • onderhevig zijn aan sterke trillingen. .......................................................................................................... 007
• Plaats het toestel steeds zo dat het waterpas en stabiel staat. Plaats het nooit op een statief dat kan gaan wiebelen of op hellende vlakken. .......................................................................................................... 008c
• Gebruik uitsluitend de adapter geleverd bij het toestel. Zorg ook dat het voltage bij de installatie overeenkomt met het voltage van de adapter. Andere adapters kunnen een afwijkende polariteit gebruiken of ontworpen zijn voor een ander voltage. Het gebruik van deze adapters kan resulteren in schade, defecten of elektrische schokken. ..........................................................................................................
2
010
• Dit toestel, alleen of in combinatie met een versterker en een hoofdtelefoon of luidsprekers, zou een geluidsniveau kunnen produceren dat permanente gehoorschade kan veroorzaken. Vermijd langdurig gebruik bij een hoog of onaangenaam volumeniveau. Als u enig gehoorverlies of suizende oren gewaar wordt, staak dan onmiddellijk het gebruik van dit toestel en raadpleeg een gehoorspecialist. .......................................................................................................... 011
• Zorg dat er geen voorwerpen (bijv. brandbare materialen, muntstukken, spelden) of vloeistoffen (water, frisdrank, enz.) in het toestel kunnen terechtkomen.
.......................................................................................................... 012c
• Schakel het toestel onmiddellijk uit, trek de stekker van de adapter uit het stopcontact en laat het toestel nakijken door uw leverancier, in het dichtstbijzijnde Roland Service Center of door een erkend Roland-distributeur zoals aangegeven op de pagina ‘Informatie’, indien: • de adapter of de stroomkabel beschadigd is; • rook of een vreemde geur ontstaat; • voorwerpen of vloeistoffen in het toestel zijn terechtgekomen; • het toestel in de regen heeft gestaan (of op een andere manier nat is geworden); • het toestel niet normaal blijkt te werken of ongewone zaken vertoont. ..........................................................................................................
VOORZICHTIG
WAARSCHUWING 013
107d
• In gezinnen met kleine kinderen moet een volwassene toezicht houden tot de kinderen in staat zijn om het toestel op een veilige manier te gebruiken. ..........................................................................................................
• Raak de adapter of de stekker nooit met natte handen aan, wanneer u ze wilt aansluiten op een stopcontact of dit toestel. ..........................................................................................................
014
• Bescherm het toestel tegen zware schokken. (Laat het niet vallen!)
108b
• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle externe toestellen af, voor u het toestel verplaatst. .......................................................................................................... 109b
.......................................................................................................... 015
• Steek de stekker van dit toestel niet in een stopcontact waarop al een groot aantal andere apparaten zijn aangesloten. Wees in het bijzonder voorzichtig met verlengkabels – het gezamenlijke vermogen van alle op de verlengkabel aangesloten apparaten mag nooit meer zijn dan het vermogensbereik (watt/ampère) van de verlengkabel. Door een te grote belasting kan de isolatie van de kabel warm worden en zelfs smelten. .......................................................................................................... 016
• Raadpleeg, voor u dit toestel in het buitenland gebruikt, eerst uw leverancier, het dichtstbijzijnde Roland Service Center of een erkende Rolanddistributeur. Hun gegevens vindt u op de "Informatie"-pagina. ..........................................................................................................
• Schakel het toestel uit en trek de stekker uit het stopcontact, voor u toestel schoonmaakt. .......................................................................................................... 110b
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen vermoedt. 111: Selection
• Batterijen kunnen bij onzorgvuldig gebruik gaan lekken of zelfs ontploffen, en schade of verwondingen veroorzaken. Neem voor uw eigen veiligheid onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht (p. 23). • Volg de plaatsingsinstructies voor batterijen en respecteer de polariteit. • Combineer geen oude en nieuwe batterijen. Combineer ook geen batterijen van verschillende merken/typen.
019
• Verwijder de batterijen als u het toestel een tijdlang niet gebruikt.
• U mag batterijen nooit opladen, verhitten, uit elkaar halen of in vuur of water werpen.
• Mochten een of meerdere batterijen gaan lekken, verwijder dan de uitgelekte resten uit het batterijcompartiment met een papieren of een zacht doekje. Plaats vervolgens nieuwe batterijen. Zorg dat u geen batterijvulling op uw handen of huid krijgt om huidirritaties te voorkomen. Handel met uiterste voorzichtigheid, zodat er geen vulling in de buurt van uw ogen komt. Mocht dit wel voorkomen, gebruik dan water om het snel te verwijderen.
.......................................................................................................... 023
• Speel een cd-rom NOOIT af op een gewone cd-speler. Het resulterende geluid zou zo luid kunnen zijn, dat het permanente gehoorschade veroorzaakt. Dit kan ook schade toebrengen aan luidsprekers of andere componenten van uw audiosysteem.
VOORZICHTIG 101b
• Plaats het toestel en de wisselstroomadapter zo dat een goede ventilatie gewaarborgd blijft. 102d
• Neem enkel de stekker of de wisselstroomadapter zelf vast wanneer u ze aansluit op dit toestel of op een stopcontact. .......................................................................................................... 103b
• Een opeenhoping van stof tussen de adapter en de stroomuitgang kan resulteren in een slechte isolatie en brand veroorzaken. Veeg dit soort stof geregeld weg met een droge doek. Trek de stekker ook uit het stopcontact als u het toestel lange tijd niet gebruikt. .......................................................................................................... 104
• Probeer ervoor te zorgen dat kabels en snoeren niet verstrikt geraken. Hou alle kabels en snoeren buiten het bereik van kinderen. .......................................................................................................... 106
• Klim nooit boven op het toestel en plaats er geen zware voorwerpen op. ..........................................................................................................
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen voorwerpen zoals pennen, halskettingen, haarspelden, enz. .......................................................................................................... 112
• Gebruikte batterijen moet u volgens de voorschriften in uw regio verwijderen of vernietigen. 118a
• Als u schroeven moet verwijderen, bewaar ze dan op een veilige plaats, buiten het bereik van kinderen, zodat zij ze niet per ongeluk kunnen inslikken. .......................................................................................................... 120
• Schakel de fantoomvoeding steeds uit als u apparaten aansluit die deze voeding, in tegenstelling tot condensatormicrofoons, niet gebruiken. Als u per ongeluk dynamische microfoons, audio-apparatuur of andere apparaten die geen fantoomvoeding nodig hebben, toch hiervan voorziet, kunt u deze apparaten beschadigen. Raadpleeg daarom steeds eerst de handleiding van iedere microfoon die u wilt gebruiken. (De fantoomvoeding van dit toestel: +48V DC, 7 mA Max) ..........................................................................................................
3
Belangrijke opmerkingen 291a
Gelieve naast de items onder “HET TOESTEL VEILIIG GEBRUIKEN” op p. 2 en 3, ook volgende zaken in acht te nemen:
Stroomvoorziening: het gebruik van een batterij 301
• Gebruik dit toestel niet op eenzelfde stroomkring samen met apparaten die ruis veroorzaken (zoals een elektrische motor of een regelbaar lichtsysteem). 302
• De AC-adapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en is dus geen reden tot ongerustheid. 303a
• Het gebruik van een adapter wordt aanbevolen vanwege het relatief hoge stroomverbruik van het apparaat. Mocht u batterijvoeding prefereren, gebruik dan alkalinebatterijen. 304a
• Schakel altijd het apparaat uit, en ontkoppel andere eventueel aangesloten apparatuur, voordat u batterijen plaatst of vervangt. Hierdoor voorkomt u mogelijk verkeerd functioneren en/of beschadiging van luidsprekers of andere apparaten. 307
• Alvorens dit apparaat aan te sluiten op andere toestellen, schakelt u best alle toestellen uit. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen.
Plaatsing
Herstellingen en data 452
• Wees ervan bewust dat alle data, die in het geheugen van het toestel zijn opgeslagen, verloren kunnen gaan wanneer het toestel wordt gerepareerd. Van belangrijke data moet u te allen tijde een back-up maken op een geheugenkaart / computer. U kunt deze data (indien nodig) ook op papier noteren. Er wordt bij het herstellen voorzichtig omgegaan met de data om verlies ervan te vermijden. In bepaalde gevallen (met name wanneer het geheugen zelf beschadigd is) kunnen we de eventueel gewiste data niet meer herstellen. Roland kan niet aansprakelijk worden gesteld bij dit soort verlies van data.
Extra voorzorgen 551
• De inhoud van het geheugen kan onherstelbaar verloren gaan als gevolg van een storing of onjuist gebruik van het toestel. We raden u aan om van belangrijke data, die u in het geheugen van het toestel heeft opgeslagen, regelmatig een back-up te maken in het geheugen van het toestel of een geheugenkaart / computer om uzelf tegen het verlies van belangrijke data te beschermen. 552
• Als u dit toestel gebruikt nabij een vermogensversterker (of een ander apparaat met grote transformators) kan er brom ontstaan. Oriënteer het toestel anders of verwijder het van de interferentiebron.
• Helaas kan het onmogelijk blijken om de inhoud van data die op in het geheugen van het toestel of een geheugenkaart waren opgeslagen te herstellen, als deze eenmaal verloren is gegaan. Roland Corporation is niet aansprakelijk voor zulk dataverlies.
352a
553
• Dit toestel kan radio- of televisie-ontvangst verstoren. Gebruik het niet in de nabijheid van zulke ontvangers.
• Ga voorzichtig tewerk wanneer u de knoppen, regelaars en andere bedieningsorganen van het toestel gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken.
351
352b
• Er kan ruis ontstaan als er draadloze communicatietoestellen, bijv. gsm’s, gebruikt worden nabij dit toestel. Deze ruis kan voorkomen wanneer u een oproep doet of ontvangt, of tijdens het gesprek. Als u dergelijke problemen ondervindt, plaatst u de draadloze toestellen verder van dit apparaat of schakelt ze uit. 354a
• Stel het toestel niet bloot aan direct zonlicht, plaats het niet nabij verwarmingstoestellen, laat het niet achter in een gesloten voertuig, of stel het op geen enkele andere manier bloot aan extreme temperaturen. Extreme hitte kan het toestel doen verkleuren of vervormen. 355b
• Bij verplaatsing tussen locaties met een groot verschil in temperatuur en/of luchtvochtigheid, kan er zich in de pads en het pedaal condens vormen. Als u het apparaat in deze conditie gebruikt, kunnen er beschadigingen of storingen ontstaan. Laat het apparaat daarom voor gebruik enkele uren acclimatiseren. Zo krijgt condens de kans om volledig te verdampen.
Onderhoud 401a
• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg nadien het toestel goed af met een zachte droge doek. 402
• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk oplosmiddel. Dit om verkleuring of vervorming te voorkomen.
4
554
• Sla of druk nooit op de display. 556
• Neem bij het aan- en afkoppelen van kabels steeds de stekker zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluiting en schade aan de interne kabelelementen. 558a
• Hou, om uw buren niet te storen, het volume op een redelijk niveau. U kunt ook een hoofdtelefoon gebruiken zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de personen in uw nabije omgeving (vooral in de late uren). 559a
• Om het toestel te transporteren, gebruikt u het best de oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking. 561
• Gebruik het aangegeven expressiepedaal (EV-5; los verkrijgbaar). Met andere expressiepedalen riskeert u defecten en/of schade aan het toestel. 562
• Gebruik Roland-kabels voor de aansluitingen. Gebruikt u kabels van een ander merk, let dan op het volgende. • Sommige verbindingskabels bevatten weerstanden. Sluit op dit toestel geen kabels aan die weerstanden bevatten. Als u zulke kabels gebruikt, is het mogelijk dat het geluid niet of nauwelijks hoorbaar is. Voor meer informatie over de kabels wendt u zich best tot de fabrikant van de betreffende kabel.
Belangrijke opmerkingen
Omgaan met CD-R/RW’s
Auteursrecht
801
851
• Vermijdt om de glanzende onderkant (beschreven oppervlak) van de cd aan te raken of te krassen. Op vuile of bekraste cd's worden de data mogelijk foutief gelezen of weggeschreven. Maak uw cd's schoon met een cd-reiniger (in de handel verkrijgbaar).
• Het ongeoorloofd opnemen, verspreiden, verkopen, uitlenen, publiekelijk uitvoeren, uitzenden enz., hetzij geheel of gedeeltelijk, van een werk (muziekstuk, video, uitzending, optreden, e.d.) waarvan het auteursrecht eigendom is van een derde partij, is bij wet verboden. 853
Voordat u geheugenkaarten gebruikt (CompactFlash) Geheugenkaarten gebruiken
• Gebruik dit toestel niet voor projecten waarbij het auteursrecht van derden geschonden wordt. Roland neemt geen enkele verantwoordelijkheid op in verband met inbreuken op het auteursrecht die het gevolg zijn van uw gebruik van dit toestel.
704
• Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar binnen – tot hij stevig op zijn plaats zit.
705
• Raak nooit de contactpunten van de geheugenkaart aan. Voorkom ook dat deze vuil worden. 707
• De geheugenkaarthouder van dit toestel aanvaardt CompactFlash-geheugenkaarten. Microdrive-opslagmedia van IBM zijn niet compatibel. 708
• CompactFlash-kaarten maken gebruik van precisieonderdelen. Behandel de kaarten voorzichtig en schenk daarom extra aandacht aan het volgende: • Om te voorkomen dat de kaarten worden beschadigd door statische elektriciteit, moet u zich eerst ontladen van deze statische elektriciteit, voordat u de kaarten gebruikt. • Raak de contactpunten van de kaarten niet aan met uw handen of met metaal. • Vermijd om de kaarten te buigen, laat ze niet vallen en stel ze niet bloot aan hevige schokken of vibratie. • Houd kaarten niet in direct zonlicht, in afgesloten voertuigen of andere, soortgelijke plaatsen (bewaartemperatuur: -25 tot 85 ˚C).
204
* Microsoft en Windows zijn geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation. 206e
* Schermafbeeldingen in deze documenten zijn afgedrukt met toestemming van Microsoft Corporation. 206j
* Windows® is officieel bekend als: "Microsoft® Windows® operating system". 207
* Apple en Macintosh zijn geregistreerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. 209
* MacOS is een handelsmerk van Apple Computer, Inc. 220
* Alle productnamen die in dit document worden genoemd, zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van de respectievelijke eigenaars.
• Laat de kaarten niet nat worden. • Haal de kaart niet uit elkaar of pas de kaart niet aan.
5
Voordat u CD-R/RW's gebruikt U kunt met de BR-900CD twee soorten cd's gebruiken: CD-R's en CD-RW's.
●
Raak de lens niet aan.
●
Als de lens vuil is, kunt u deze schoonmaken met een in de winkel verkrijgbaar blaasapparaat voor lenzen.
●
Maak, als er een schrijffout optreedt, de lens schoon met een reiniger voor lenzen van CD-RW-stations.
Wat is een CD-R? CD-R (Compact Disc Recordable) is een cd waarop data kunnen worden weggeschreven. U kunt weggeschreven data niet verwijderen of verplaatsen. Dit soort schijven gebruikt u om audio-cd's te maken, die op gewone cd-spelers zullen worden afgespeeld. Dergelijke spelers kunnen geen CD-RW's weergeven. Daarnaast is het, zelfs als u een audio-cd van het type "CD-R disc" gebruikt, alleen mogelijk om deze af te spelen op spelers, die de weergave van opneembare cd's ondersteunen.
Wat is een CD-RW? CD-RW (Compact Disc ReWritable) is een cd waarop u data kunt schrijven en opnieuw wissen. U kunt dit soort opneembare cd dus telkens opnieuw gebruiken. Hoewel u CD-RW's kunt gebruiken om audio-cd's te maken, kunt u deze cd's niet op gewone cd-spelers weergeven (u kunt ze wel weergeven op het CD-R/RW-station van de BR-900CD).
Het CD-R/RW-station gebruiken
* Opmerking: sommige reinigers zijn bedoeld voor CD-R-stations, andere voor CD-RW-stations. Let er dus op dat u een reiniger voor CD-RW-stations kiest. * Gebruik nooit een reiniger voor gewone cd-spelers. U kunt dit soort reinigers niet gebruiken om de schrijflens van de BR-900CD schoon te maken. * Zelfs als het aanbevolen type CD-R/RW in een volkomen normaal CD-R/RW-station wordt gebruikt, kunnen schrijffouten niet volledig worden uitgesloten. Houd er rekening mee dat dit probleem sowieso kan optreden als gevolg van variaties in CD-R/RW-stations en van fabricageverschillen tussen verschillende CD-R/RW's.
CD-R/RW's gebruiken * Lees naast de volgende voorzorgsmaatregelen ook de instructies die bij de CD-R/RW's worden geleverd. ●
Speel een CD-R/RW (CD-R/RW met een back-up van songdata) NIET op een gewone cd-speler af. Het resulterende geluid kan zo luid zijn dat het permanente gehoorschade zou kunnen veroorzaken. Dit kan ook schade toebrengen aan luidsprekers of andere componenten van uw audiosysteem.
●
Let bij gebruik van de cd's op het volgende:
Wanneer u het CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de meegeleverde AC-adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken wanneer u met batterijvoeding werkt. ●
●
●
Plaats het toestel op een stevig, waterpas oppervlak in een omgeving waar geen trillingen voorkomen. Indien u het toestel toch onder een bepaalde hoek moet plaatsen, zorg dan dat de helling niet te groot is. Voorkom gebruik van het toestel, als het net is verplaatst naar een locatie waarvan de vochtigheidsgraad sterk verschilt van de vorige locatie. Snelle veranderingen van omgeving kunnen condensatievorming in het CD-R/RWstation veroorzaken, wat een nadelige invloed heeft op de werking ervan. Wanneer u het toestel hebt verplaatst, laat het dan even (enkele uren) acclimatiseren in de nieuwe omgeving, alvorens het te gebruiken. Voorkom gebruik van het CD-R/RW-station op plaatsen met hoge temperaturen. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kan dit tot gevolg hebben dat het station niet meer goed functioneert of dat er schrijffouten optreden. Daarnaast kan dit soort omgeving de levensduur van het CD-R/RW-station verkorten.
●
Verwijder, voordat u het toestel aan of uit zet, eventuele cd's uit het station.
●
Plaats alleen CD-R/RW's in het station om het risico op storing en/of schade te vermijden. Nooit een ander type van schijf. Zorg dat er geen paperclips, muntstukken of andere voorwerpen in het station terechtkomen.
6
●
❍
Raak het opgenomen oppervlak van de cd niet aan.
❍
Voorkom gebruik in stoffige omgevingen.
❍
Laat de cd niet in de zon of in een gesloten voertuig liggen.
Bewaar de cd in het hoesje.
Compatibiliteit van CD-R/RW's en CD-R/RW-stations ●
Zorg ervoor, dat u altijd het aanbevolen type CD-R/RW's gebruikt. Als u deze voorzorgsmaatregel niet opvolgt, kunnen er schrijffouten optreden.
●
Zelfs als u aanbevolen cd's gebruikt, zijn schrijffouten mogelijk. Houd er rekening mee dat dit probleem sowieso kan optreden als gevolg van variaties in CD-R/RWstations en van fabricageverschillen tussen verschillende CD-R/RW's.
●
Het gebruik van cd's met bedrukbare labels wordt afgeraden, zelfs als deze van het aanbevolen type zijn. Bepaalde omstandigheden bij het opslaan kunnen ervoor zorgen, dat cd's met bedrukbare labels gaan deviëren, zodat er schrijffouten kunnen optreden.
Richtlijnen voor het gebruik van microfoons
Als u een CD-R/RW in het CD-R/RWstation plaatst… Zet de CD-R/RW bij het plaatsen in het CD-R/RW-station op de juiste positie vast, zoals aangegeven in "Een CD-R/RW plaatsen". Plaats de CD-R/RW correct in de schijflade. Zoniet kan de schijflade vastlopen en kunt u de CD-R/RW niet meer verwijderen.
Een CD-R/RW verwijderen 1. Hou de stopper tegen en trek de buitenrand van de CD-R/RW lichtjes omhoog. fig.CD eject
Een CD-R/RW plaatsen 1. Druk op de Eject-knop om de schijflade te openen. 2. Schuif de schijflade open. 3. Plaats de CD-R/RW met het gaatje over de stopper van het CD-R/RW-station. 4. Druk de CD-R/RW naar beneden. De CD-R/RW klikt vast op de stopper. fig.CD set
Als de schijflade niet open gaat Als het toestel uitgeschakeld wordt terwijl de cd nog in het station zit (zoals bij een stroompanne), kunt u de schijflade niet openen met de Eject-toets. In dat geval moet u de lade handmatig openen, met wat ijzerdraad bijvoorbeeld. fig.Hole
Emergency eject-gaatje
Zorg dat de BR-900CD uit staat voor u de lade probeert te openen via het Emergency Eject-gaatje. Als u hier iets insteekt terwijl het toestel aan staat, zou u de cd kunnen beschadigen of onvoorziene problemen veroorzaken. * Controleer altijd of de CD-R/RW goed is geplaatst, aangezien u enige kracht moet uitoefenen om hem te plaatsen. Als u een cd niet goed en volledig plaatst, kan dat de schrijffunctie belemmeren. 5. Sluit de schijflade zodat hij vastklikt in de BR-900CD.
Richtlijnen voor het gebruik van microfoons Schakel de fantoomvoeding altijd uit tenzij u condensatormicrofoons aansluit, die fantoomvoeding nodig hebben. Wanneer u dynamische microfoons, audio-apparatuur en andere apparaten die geen fantoomvoeding gebruiken, toch voorziet van fantoomvoeding, kan dit uw apparatuur beschadigen. Voor meer uitleg over microfoons raadpleegt u het best de handleiding van de microfoon die u gebruikt. * BR-900CD fantoomvoeding: +48 V DC, 7 mA Max. Fantoomvoeding wordt gelijktijdig aan de XLR-aansluitingen voor MIC 1 en MIC 2 geleverd. U kunt de fantoomvoeding niet aanof uitzetten voor elke aansluiting apart. Als u tegelijkertijd microfoons gebruikt die wel en niet fantoomvoeding nodig hebben, moet u de microfoons die geen fantoomvoeding nodig hebben, aansluiten op een van de 1/4 inch phone jacks. Enkel de XLR-aansluitingen worden voorzien van fantoomvoeding, niet de 1/4 inch phone jacks. Sluit microfoons aan op de 1/4 inch phone jacks met een XLR-to-phone adapterkabel of een ander soort adapter uit de winkel.
7
Inhoud Belangrijke opmerkingen .................4
Effect patches kiezen ...........................................35
Voordat u CD-R/RW's gebruikt .........6
Zonder insert-effecten opnemen........................36
Richtlijnen voor het gebruik van microfoons .......................................7 Inhoud .............................................8 Inleiding tot de BR-900CD...............14 Functies .......................................................................14 Met de BR-900CD compatibele geheugenkaarten ....... 16
De kaartbescherming verwijderen ....................16
Beschrijving van de panelen ...........17
(6) Rhythm gebruiken ...............................................37 Rhythm weergeven..............................................37 Arrangementen wijzigen ....................................37 Patronen wijzigen ................................................38 Het tempo van de arrangementen of patronen wijzigen ................................................38 Tikken om het tempo van patronen of arrangementen te wijzigen .................................38 (7) Basisrichtlijnen voor opname .............................39 Het spoor voor opname selecteren....................39
Voorpaneel .................................................................17
Over de opnamefuncties (REC MODE)............39
Achterpaneel ..............................................................22
Procedure ..............................................................40
Batterijen plaatsen .....................................................23
(8) Opgenomen muziek weergeven........................41
Snelle start ............................ 25
Het geluid van specifieke sporen uitzetten (Track Mute) .........................................................41
Randapparatuur aansluiten............26 Een geheugenkaart plaatsen ....................................27
(9) Overdubben (een extra uitvoering opnemen terwijl u naar een bestaande uitvoering luistert)...........................41
De BR-900CD aan- en uitzetten .......28
(10) Het geluid voor elk spoor regelen ...................42
Het toestel aanzetten.................................................28
De links-rechtspositie (pan) van het geluid instellen .................................................................42
Het toestel uitzetten ..................................................28
Demosongs beluisteren ..................29 Een song selecteren (Song Select) ......................29 Een song weergeven............................................29 De huidige tijdspositie verplaatsen...................30
Een song opnemen/weergeven ......31 (1) De geheugenkaart gebruiks-klaar maken ........31 (2) Het toestel aanzetten ...........................................31 De geheugenkaart formatteren (Initialize).......31 (3) De song voor opname selecteren.......................32 Een nieuwe song opnemen (Song New) ..........32 (4) Instrumenten aansluiten .....................................33 Kies op welke ingang u uw instrument aansluit ..................................................................33 Druk op de INPUT SELECT-toets van het instrument dat u wilt opnemen .........................34 De interne microfoon aanzetten ........................34 De input-gevoeligheid regelen ..........................35 Het input-volume aanpassen .............................35 (5) Insert-effecten gebruiken ....................................35
8
De toon aanpassen (Track EQ)...........................43 Breedte aan het geluid toevoegen (Loop-effect)..........................................................43 (11) Bouncing Meerdere sporen samenvoegen........................45 (12) Het toestel uitzetten...........................................45 (13) De geheugenkaart verwijderen........................45
Hoofdstuk 1 Opnemen en weergeven........ 47
Hoofdstuk 2 Bewerken ..............................63
Opnemen .......................................48
Tijd registreren (Locator)................. 64
Het opnamespoor selecteren....................................48
Een locatorpunt registreren......................................64
Een andere V-Track kiezen ......................................49
Naar het locatorpunt verspringen...........................64
De positie van het input-signaal wijzigen (Pan) ...49
Een locatorpunt verwijderen ...................................64
Opnamefuncties.........................................................50
Begin- en eindposities zoeken (Scrub/Preview) ............................. 65
De herhalende weergave (Repeat) .....51 Het repeat-fragment instellen..................................51 Het repeat-fragment met precieze timing instellen ...52
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out) ................................53 Manuele punch-in/out .............................................53 Manuele punch-in/out met de [REC]-toets .....53 Manuele punch-in/out met een voetschakelaar ....54
Auto punch-in/out....................................................54 Het fragment voor auto punch-in/out afbakenen .54
Een geregistreerde auto punch-in/out-positie wissen ....................................................................55 Hoe opnemen? .....................................................55 Herhaaldelijk over hetzelfde fragment opnemen (Loop Recording).......................................................56 De te herhalen passage instellen........................56 Hoe neemt u op? ..................................................56
Scrubben om begin- en eind-posities van muziek te vinden .......................................................65 De scrub-punten wijzigen ........................................66 Het gebruik van preview bij [REW] en [FF] mogelijk maken..........................................................66
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing) ................................ 67 Data kopiëren (Track Copy).....................................67 Het herhaalde deel kopiëren (AB).....................67 Kopiëren door de tijd aan te geven (TME/MES) ..........................................................68 Een volledig spoor kopiëren (ALL)...................69 Data verplaatsen (Track Move) ...............................70 Het herhaalde deel (AB) verplaatsen ................70 Verplaatsen door de tijd aan te geven (TME/MES) ..........................................71 Een volledig spoor verplaatsen (ALL) ..............72
Een opdracht annuleren (Undo/Redo) .57
Data verwijderen (Track Erase) ...............................73
De laatste handeling omkeren (Undo) ...................57
Het herhaalde deel (AB) wissen ........................73
De undo annuleren (Redo).......................................57
Verwijderen door de tijd op te geven (TME/MES) ..........................................................74
Sporen samenvoegen (Bouncing) ....58 Direct naar een CD-R/RW bouncen (Direct CD Bounce) ...................................................59
Een volledig spoor verwijderen (ALL) .............75 Data verwisselen (Track Exchange) ........................76
De input-bron selecteren en de opname naar een CD-R/RW bouncen............................................60
Uw opgenomen songs beheren ...... 77
Met de BR-864/BR-532 gecreëerde songs inladen.................................61
Songs verwijderen (Song Erase) ..............................77
Een song kopiëren (Song Copy) ..............................77
Met de BR-864 gecreëerde songs inladen...............61
Geheugen op de geheugen-kaart sparen (Song Optimize) .........................................................78
Met de BR-532 gecreëerde songs inladen...............61
Songs een naam geven (Song name).......................78
De songinformatie weergeven........62
Een song beschermen (Song Protect)......................79
De resterende beschikbare opnametijd weergeven ...62
De huidige instellingen van de song opslaan (Song Save) .................................................................79
Het verbruik van de geheugenkaart weergeven ..62
9
Een mastertape/disc maken ...........80
Bass Simulator ......................................................93
Opnemen op een cassette-recorder (analoge aansluiting).................................................80
Chorus ...................................................................94
Opnemen op een digitale recorder (digitale aansluiting) .................................................80
COSM Comp (compressor)/Limiter.................94
Digitaal kopiëren verhinderen (Digital Copy Protect) .........................................80
Defretter ................................................................95
Hoofdstuk 3 Effecten gebruiken ................. 83 De insert-effecten gebruiken...........84 Effect patches en banken ..........................................84 De insert-effecten aanpassen ...................................85 Insert effect-instellingen opslaan (Write)...............86 Veranderen hoe de insert-effecten volgens de functie worden gebruikt......................................87
Insert effect-parameterfuncties .......88
Compressor...........................................................94 De-esser .................................................................95 Delay ......................................................................95 Doubling................................................................95 Enhancer................................................................95 Equalizer................................................................96 Flanger ...................................................................96 Foot Volume .........................................................96 Lo-Fi Box ...............................................................96 Noise Suppressor .................................................97 Octave ....................................................................97 Phaser.....................................................................97 Pitch Shifter...........................................................98 Preamp...................................................................98
Lijst van de algoritmes..............................................88
Ring Modulator ....................................................99
BANK: GUITAR ........................................................88
Slow Attack ...........................................................99
1. COSM GTR AMP .............................................88
Speaker Simulator..............................................100
2. ACOUSTIC SIM ...............................................88
Tremolo/Pan ......................................................100
3. BASS SIM ..........................................................89
Voice Transformer .............................................100
4. COSM COMP GTR ..........................................89
Wah ......................................................................101
5. ACOUSTIC GTR ..............................................89
Mastering .................................... 102
6. BASS MULTI ....................................................89 7. COSM BASS AMP ...........................................90 8. COSM COMP BSS............................................90 BANK: MIC ................................................................90 9. VOCAL MULTI................................................90 10. VOICE TRANS ...............................................90 11. COSM COMP VCL ........................................91 BANK: LINE...............................................................91 12. STEREO MULTI.............................................91 13. LO-FI BOX.......................................................91 BANK: SIMUL ...........................................................92 14. VO+GT AMP ..................................................92 15. VO+AC.SIM....................................................92 16. VO+ACOUSTIC.............................................92
De instellingen van de Mastering Tool Kit bewerken...................................................................103 De Mastering Tool Kit-instellingen opslaan (Write) .......................................................................104
Parameterfuncties van de Mastering Tool Kit ........................ 105 Algoritme ..................................................................105 Lijst van parameters ................................................105 Equalizer..............................................................105 Bass Cut Filter.....................................................106 Enhancer..............................................................106 Input.....................................................................106 Expander .............................................................106 Compressor.........................................................107
Lijst van parameters ..................................................93
Mixer ....................................................................107
Acoustic Guitar Simulator ..................................93
Limiter .................................................................107
Acoustic Processor...............................................93
Output .................................................................107
10
De loop-effecten/Track EQ gebruiken .108 Het loop-effect selecteren .......................................108
Tikken om het tempo van patronen of arrangementen te veranderen ..........................122
Aanpassen hoe het loop-effect wordt toegepast ......109
Originele arrangementen creëren.. 123
De Track EQ instellen .............................................110
Een stap invoegen....................................................124
Loop effect-parameterfuncties ......111
Een stap verwijderen...............................................124
Lijst van parameters ................................................111
Arrangementen een naam geven ..........................124
CHORUS/DELAY/DBLN (Doubling)...........111
Arrangementen kopiëren .......................................125
REVERB...............................................................111
Arrangementen verwijderen..................................125
Track EQ-parameterfuncties..........112
Originele patronen creëren .......... 126
Lijst van parameters ................................................112
Opmerking over patronen creëren ..................126
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)...........................113 Pitch correction ........................................................113 Make-up van de pitch correction ..........................113 Pitch correction patches..........................................113 Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van pitch correction ........................................................113 De pitch correction gebruiken ...............................114 De correctiemethode voor zang instellen (Pitch Correction Edit) ............................................115
Patronen creëren in Realtime Recording..............126 Opnamen repeteren ...........................................128 Onnodige drumgeluiden verwijderen............129 Het volume van de metronoom wijzigen.......129 Patronen creëren in Step Recording......................130 De velocity veranderen .....................................132 Onnodige drumgeluiden verwijderen............132 Patronen een naam geven ......................................132 Patronen kopiëren ...................................................133 Patronen verwijderen..............................................133
De pitch correction-instellingen opslaan (Write) .....115
De drumkits gebruiken................. 134
Gedetailleerde pitch correction-instellingen (Correction Event Map) ..........................................116
De drums uitvoeren ................................................134
Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken ............... 119 Rhythm gebruiken........................120 De patronen ..............................................................120
Drumkits selecteren.................................................134 Originele drumkits creëren (Tone Load)..............135 Vanaf de sporen laden.......................................135 Drumgeluiden van andere drumkits kopiëren ....137 De positie (pan) van de drumgeluiden wijzigen ...138
De arrangementen ...................................................120
Hoofdstuk 5 Het CD-R/RW-station gebruiken .139
Soorten arrangementen.....................................120
Een audio-cd maken..................... 140
De Rhythm-functie veranderen.............................121
Voorzorgsmaatregelen............................................140
Rhythm-uitvoeringen opnemen............................121
De tijdsduur tussen songs instellen (Pre-Gap) ....140
Arrangementen en patronen uitvoeren................121
Songs naar cd's schrijven ........................................140
Arrangementen selecteren................................121
De resterende opnametijd op audio-cd's nagaan ......142
Soorten patronen................................................120
Arrangementen uitvoeren ................................121 Patronen selecteren............................................122 Patronen uitvoeren ............................................122
Audio-cd’s weergeven ............................................143 De weergave op cd-spelers mogelijk maken (Finaliseren) ..............................................................144
Het tempo van de arrangementen of patronen veranderen .........................................122
11
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station ..........................145 Opgenomen songs op CD-R/RW's opslaan (Backup) ....................................................................145 Songs een voor een op een CD-R/RW opslaan (Song Backup)....................................................145 Alle songs van een geheugenkaart op een CD-R/RW opslaan (All Backup) .....................146 Opgeslagen songs inladen in een geheugenkaart (Recover) ...................................................................147 Songs een voor een inladen in een geheugenkaart (Song Recover) .........................................147 Alle opgeslagen songs in een geheugenkaart inladen (All Recover).........................................147 Waveformdata kopiëren en wegschrijven ...........148 Waveformdata van een computer naar de audiosporen kopiëren (WAV/AIFF Import)......148
Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren ...158
Gesynchroniseerde weergave met de BR-900CD als master .........................................158 De MTC offset instellen.....................................159 MMC gebruiken.......................................................160 MMC-compatibele apparatuur vanaf de BR-900CD bedienen...........................................160
Hoofdstuk 7 USB gebruiken .....................161 Voor u USB gebruikt (overzicht).... 162 Compatibele besturingssystemen .........................162 Samenstelling van data op geheugenkaarten......162 Een computer aansluiten ........................................163 Opmerkingen over het gebruik van USB .............163
WAV/AIFF-bestanden als drum-geluiden kopiëren (Tone Load) ........................................149
Windows ..................................... 164
Waveformdata van audiosporen naar computers kopiëren (WAV/AIFF Export) ............................150
Spoordata van de BR-900CD opslaan in de WAV/AIFF-indeling (WAV/AIFF Export).........165
SMF gebruiken.........................................................151
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de BR-900CD laden (WAV/AIFF Import).................167
SMF's met behulp van externe MIDIinstrumenten weergeven (SMF Player) ..........151 Drumpatronen vanaf het CD-R/RW-station inladen (SMF Import)........................................152 Data verwijderen van een CD-RW (CD-RW Erase) ....153
Songs van cd's naar audiosporen importeren ...................................154
Hoofdstuk 6 MIDI gebruiken.................... 155 MIDI: elementaire begrippen ........156 Wat is MIDI? ............................................................156 MIDI-aansluitingen .................................................156 MIDI-kanalen ...........................................................156 MIDI-implementatietabellen .................................156
Synchroniseren met MIDI-apparatuur .157 Rhythm gebruiken om een externe MIDI-geluidsmodule te bespelen..........................157
12
Back-ups maken voor de data van de BR-900CD ......164
SMF's importeren en patronen maken .................169 Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen (Tone Load) ..............................................................171 De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken ........173
Macintosh .................................... 175 Back-ups van de BR-900CD-data ..........................175 Spoordata van de BR-900CD opslaan in de WAV/AIFF-indeling (WAV/AIFF Export).........176 WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de BR-900CD laden (WAV/AIFF Import).................178 SMF's importeren en patronen maken .................179 Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen (Tone Load) ..............................................................181 De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken. .......183
Hoofdstuk 8 Andere handige functies ...... 185
Hoofdstuk 9 Bijlagen ...............................201
Het displaycontrast aanpassen.....186
Lijst van effect patches ................. 202
Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken ..........187
Lijst van Mastering Tool Kit patches .. 205
Een voetschakelaar gebruiken ...............................187 Een expressiepedaal gebruiken .............................187
Een instrument stemmen (Tuner) ...188 Het stemapparaat wijzigen ....................................188 Verklaring van de symbolen die tijdens het stemmen verschijnen ..................................188
Lijst van Pitch Correction patches .. 205
Lijst van arrangementen/patronen ... 206 Lijst van preset arrangementen .............................206 Lijst van preset patronen ........................................207
Lijst van parameters..................... 208 Problemen oplossen ..................... 211
Stemmen ...................................................................189
Foutboodschappen ....................... 213
De referentietoon instellen .....................................189
MIDI-implementatie ...................... 216
De output van een extern MIDI-toestel mixen met de output van de BR-900CD (Audio Sub Mix) ............................190 Condensatormicrofoons gebruiken (fantoomvoeding).........................191
Specificaties ................................. 219 Index ........................................... 221 Track Sheet .................................. 229
Moeilijke passages leren spelen (Phrase Trainer)............................192 De weergave vertragen (Time Stretch).................192 Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel)....192
Instellingen van de BR-900CD initialiseren ..................................194 Alle instellingen van de BR-900CD initialiseren ....194 Systeeminstellingen initialiseren...........................194 Effectinstellingen initialiseren ...............................195 De arrangementen/patronen/drumkits van Rhythm initialiseren................................................195 De geheugenkaart initialiseren..............................196
Batterijcapaciteit sparen (Power Save)................................197 De power save-functie uitschakelen ...............197
Lijst van de Utility-parameters ......198 De systeemparameters............................................198 De sync-parameters.................................................198 De scrub-parameters ...............................................199
13
Inleiding tot de BR-900CD Functies Eenvoudige bediening De BR-900CD is zo ontworpen dat zelfs beginners hem net zo gemakkelijk kunnen bedienen als een cassetterecorder. Met de BR-900CD kan iedereen onmiddellijk de voordelen van digitale opnames ervaren. Zo zult u de eerste dag met uw nieuwe unit zeker al de demosongs hebben beluisterd of zelfs een volledige audio-cd hebben opgenomen. Het toestel is trouwens uitgerust met een CD-R/RW-station zodat u opgenamen makkelijk op audio-cd's kunt opslaan.
Digital audio workstation
Achteraan in deze handleiding vindt u een "Track Sheet" (p. 229). Maak kopieën van deze pagina zodat u hierop kunt invullen wat u op uw V-Tracks opneemt.
Voorzien van een CD-R/RW-station De BR-900CD heeft een ingebouwd CD-R/RW-station. Daarmee kunt u CD-R/RW's lezen en branden. U maakt dus in een handomdraai muziek-cd's van uw opnames. U kunt verder back-ups van opnamen op geheugenkaarten op CD-R/RW's zetten, zodat u uw geheugenkaarten nog efficiënter en doeltreffender kunt gebruiken.
Alle processen zijn volledig digitaal Behalve een digitale mixer en een digitale recorder heeft de BR-900CD ook vijf digitale effectenprocessors. U kunt alle stappen voor uw opnamen, zoals editing, spoorbouncing, het gebruik van effecten en het afmixen, volledig digitaal uitvoeren, zodat het audiosignaal niet aan kwaliteit inboet.
Wanneer u het CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de meegeleverde adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken, wanneer u met de batterijvoeding werkt.
Via de USB-aansluiting kunt u alle songdata die u creëert, ook op een computer opslaan.
De Rhythm-functie
Voorzien van V-Tracks De BR-900CD beschikt over acht opnamesporen (tracks). Zo kunt u twee sporen tegelijkertijd opnemen en de acht sporen tegelijkertijd weergeven. Bovendien bestaat elk spoor nog eens uit acht virtuele sporen, de "V-Tracks", voor een totale opnamecapaciteit van 8 x 8 = 64 sporen! Dankzij deze veelzijdigheid kunt u bijv. meerdere opnames van een gitaarsolo maken en nadien beslissen welke versie u in uw uiteindelijke song wilt gebruiken. Tijdens het weergeven van acht sporen kunt u tevens de bounce-functie gebruiken om naar een V-Track te bouncen, en stereo bouncing uit te voeren zonder dat u gegevens hoeft te wissen.
Wat zijn V-Tracks? Elk spoor bestaat uit acht virtuele sporen en u kunt gelijk welk van deze sporen kiezen voor opname of weergave. Dat betekent dat u maximaal 64 sporen kunt opnemen, en vervolgens acht ervan kunt weergeven. Deze virtuele sporen die samen de eigenlijke sporen vormen, noemen we "V-Tracks". fig.00-101
V-Track1 V-Track2 V-Track3 V-Track4 V-Track5 V-Track6 V-Track7 V-Track8
14
Dankzij de Rhythm-functie kunt u gemakkelijker frasen of muzikale invallen vastleggen. U kiest gewoon een geschikt ritmepatroon en stelt het tempo in. Naast de interne ritmepatronen die al beschikbaar zijn, kunt u ook uw eigen ritmepatronen maken. Als u met de Rhythmfunctie opneemt, wordt het maat-per-maat editen heel eenvoudig. “Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken” (p. 119)
Vijf veelzijdige digitale effectprocessors De BR-900CD bevat vijf types van effectprocessors. Deze systemen, waaronder opname-effecten (Insert Effects), send/ return (Loop Effects), toonaanpassingen (Track EQ), zangtooncorrectie (Pitch Correction) en masteringeffecten (Mastering Tool Kit), kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt voor elke gewenste toepassing. Dit betekent dat u met één enkel toestel hoogwaardige songs kunt opnemen zonder dat u externe effectenmodules nodig hebt. De BR-900CD bevat tal van ingebouwde simulaties en effecten, waaronder amp modeling met COSM voor een ruime keuze aan insert-effecten. Er zijn ook diverse andere effecten voor zang-, keyboard- en gitaarsporen met allerhande toepassingen. Bij de loop-effecten vinden we ruimtelijke effecten zoals chorus, delay en reverb, die onmisbaar zijn voor een degelijke stereo eindmix. De Track EQ is een ingebouwde, tweebands equalizer die zijn nut vooral bewijst bij het maken van toonaanpassingen tijdens het afmixen.
Inleiding tot de BR-900CD
Met de Pitch Correction-functie kunt u vrij de toon van zangpartijen aanpassen zodat u zeker bent van betrouwbare en kwaliteitsuitvoeringen. Met de Mastering Tool Kit kunt u compressie toevoegen aan songs die zijn afgemixt. Daarnaast biedt deze functie nog tal van andere effecten. “De insert-effecten gebruiken” (p. 84) “De loop-effecten/Track EQ gebruiken” (p. 108) “De zangtoon corrigeren (Pitch correction)” (p. 113) “Mastering” (p. 102)
Wat is COSM (Composite Object Sound Modeling)? Met deze technologie kunt u een bestaande structuur of materiaal virtueel reconstrueren door alle eigenschappen ervan te "modelleren". COSM is een technologie van Roland die nieuwe klanken creëert door diverse modelleringstechnologieën te combineren.
Edit-functies Met de BR-900CD kunt u bewerkingen zoals kopiëren, verplaatsen en verwijderen uitvoeren, iets wat met multitrack bandrecorders helemaal niet kon. Nu kunt u makkelijk een meerdelig akkoordenschema kopiëren en herhalen, het naar een ander spoor verplaatsen, spoordata volledig of gedeeltelijk wissen en gelijkaardige handelingen uitvoeren.
Non-destructive editing
Phrase Trainer-functie Wanneer u een song weergeeft die u van een cd-speler of MD-speler hebt opgenomen, kunt u het tempo vertragen zonder de toon te wijzigen. Daarnaast kunt u het geluid dat u in het middenbereik hoort (zoals zangpartijen en gitaarsolo's), uit de song verwijderen (p. 192).
Alle vereiste aansluitingen (jacks) Uw BR-900CD is uitgerust met onderstaande aansluitingen.
GUITAR/BASS: Op deze ingang met hoge impedantie kunt u rechtstreeks een gitaar of basgitaar inpluggen (1/4” phone plugs).
MIC1: Dit zijn microfooningangen. Zowel een TRS-aansluiting als een XLR-aansluiting zijn voorzien. Sluit uw microfoon hierop aan als u zangpartijen of spraak wilt opnemen. Het toestel is ook voorzien van een ingebouwde microfoon, zodat u zelfs zonder aangesloten microfoon kunt opnemen met de BR-900CD. * U kunt de ingebouwde microfoon aan- of uitzetten (p. 34). * U kunt de XLR-ingang voorzien van fantoomvoeding (p. 191).
MIC2: Dit is een microfooningang van het XLR-type. Als u opneemt met twee microfoons waarbij één microfoon is aangesloten op de MIC 1-ingang, sluit u de tweede microfoon hier aan. * U kunt de XLR-ingang voorzien van fantoomvoeding (p. 191).
Aangezien de BR-900CD een digitale recorder is, kunt u "niet-destructief" editen. Dit betekent dat u na uw opnamen en bewerkingen steeds kunt terugkeren naar de vorige toestand van uw data (via undo en redo).
LINE:
“Een opdracht annuleren (Undo/Redo)” (p. 57)
Voor de output zijn er ook LINE OUT-aansluitingen (stereo RCA phono jacks) voorzien.
Snel locaties opzoeken
USB:
U kunt markers plaatsen op elke willekeurige positie in een spoor (locator-functie). Als u markers plaatst op plaatsen zoals het einde van de intro of het begin van een solo, kunt u onmiddellijk naar de gemarkeerde positie gaan waar u met luisteren wilt beginnen.
Als u hier uw computer aansluit, kunt u gegevens uitwisselen tussen de BR-900CD en een computer.
“Tijd registreren (Locator)” (p. 64)
U kunt de BR-900CD gebruiken op batterijen (zes droge cellen van AA-formaat) of met de AC-adapter.
Voorzien van een chromatische tuner (bereik van A0 tot B6)
Deze ingangen aanvaarden stereo-input van keyboards, cdspelers en andere line level-toestellen (RCA phono jacks).
Met de dubbele voeding kunt u overal opnemen.
Dankzij de ingebouwde microfoon kunt u bovendien altijd en overal opnamen maken.
Uw BR-900CD is ook voorzien van een chromatisch stemapparaat. U kunt dus uw gitaar of basgitaar stemmen, terwijl ze aangesloten is op de BR-900CD (p. 188).
15
Inleiding tot de BR-900CD
Met de BR-900CD compatibele geheugenkaarten
De kaartbescherming verwijderen
De BR-900CD gebruikt CompactFlash-kaarten als opslagmedium voor opnamen en weergaven.
Om diefstal van de geheugenkaart (CompactFlash) te voorkomen, wordt de BR-900CD in de fabriek voorzien van een kaartbescherming.
De BR-900CD gebruikt CompactFlash-kaarten van 32 MB tot 1 GB bij een voeding van 3,3 V.
fig.00-103
Raadpleeg de aparte informatiepagina "Over geheugenkaarten" voor meer informatie over ondersteunde geheugenkaarten (CompactFlash) voor de BR-900CD.
Kaartbescherming
CompactFlash Type II-kaarten zijn niet compatibel.
U kunt CompactFlash-kaarten kopen in een winkel voor computers of digitale camera's.
De geheugenkaart formatteren (CompactFlash) CompactFlash-kaarten die u in een computerwinkel hebt gekocht of die u voordien in een digitale camera hebt gebruikt, kunt u niet zomaar met de BR-900CD gebruiken. U moet deze CompactFlash-kaarten eerst initialiseren voor gebruik met de BR-900CD. Raadpleeg p. 31 en p. 196 voor meer info over initialiseren.
234
* CompactFlash en zijn handelsmerken van SanDisk Corporation en gepatenteerd door de CompactFlashvereniging. 235
* BOSS Corporation is gemachtigd vergunninghouder van de handelsmerken CompactFlash™ en van het CF-logo (
).
Kaarthouderklepje
Volg onderstaande procedure om de kaartbescherming te verwijderen. 1. Zorg dat het kaarthouderklepje gesloten is en draai vervolgens de BR-900CD om. * Als u het apparaat op zijn kop zet, plaatst u het best een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide kanten, om schade aan knoppen en regelaars te voorkomen. Plaats het toestel ook zo dat knoppen en regelaars niet beschadigd kunnen worden. * Draai het toestel voorzichtig om om te voorkomen dat u het laat vallen of dat het apparaat voorover kantelt. 2. Gebruik een munt of een schroevendraaier om de schroef van het onderpaneel te verwijderen. 3. Trek het kaarthouderklepje eruit in de richting van de pijl. 4. Bevestig de kaartbescherming zoals in de illustratie, zodat u hem na verwijdering niet verliest. Schuif de kaartbescherming in de sleuf zoals door de pijl is aangegeven. 5. Zet de BR-900CD opnieuw in zijn gewone positie.
Bewaar verwijderde schroeven op een veilige plek, buiten het bereik van kinderen, zodat er geen gevaar bestaat dat ze per ongeluk worden ingeslikt.
16
Beschrijving van de panelen Voorpaneel
5 6
11 1
10 9
8
7
2 13
3 4 12 1 Input-gedeelte SENS-knop Met deze knop regelt u de gevoeligheid van de ingangen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1, MIC2 en LINE).
PEAK-indicator Deze indicator geeft aan hoe hoog het input-niveau is op de verschillende ingangen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1 en MIC2). Deze indicator licht op bij een signaalniveau dat 6 dB onder de vervormingsgrens van het geluid ligt. Regel de gevoeligheid van de input met de SENS-knop zodat deze indicator slechts nu en dan oplicht, op de momenten dat u het luidst speelt op uw gitaar (of ander instrument).
INPUT SELECT-toetsen Met deze toetsen kiest u welke input-bron (ingang) u wilt opnemen. De indicator van de geselecteerde toets licht op. U kunt het input-signaal "muten" (uitschakelen) door op een opgelichte toets te drukken. [GUITAR/BASS/MIC2] Hiermee selecteert u de GUITAR/BASS-ingang (voor gitaar of bas) of de MIC 2-ingang (voor microfoon). [MIC] Hiermee selecteert u de MIC 1-ingang of de interne microfoon.
[LINE] Hiermee selecteert u de LINE-ingang (stereo) voor de line inputs, zoals keyboards of cd-spelers. SIMUL Als u [GUITAR/BASS/MIC2] en [MIC] tegelijkertijd indrukt, kunt u tegelijkertijd van beide inputs opnemen. * Als u de INPUT SELECT-instelling wijzigt, dan verandert de insert effect bank automatisch (p. 35, p. 84).
INPUT LEVEL-knop Hiermee regelt u het volume van de input-bron. * Als u tijdens de opname het volume van de input-bron verlaagt met de INPUT LEVEL-knop, dan wordt het geluid met een lager volume opgenomen op het audiospoor, zodat er meer ruis te horen is wanneer u het audiospoor weergeeft bij een hoger volume. Als u het geluid van de input-bron die u beluistert, wilt verlagen, dan moet u het volume aanpassen met de MASTER-fader. U regelt het volume van de weergegeven sporen met de overeenkomstige TRACK-faders.
[TUNER] Met deze toets schakelt u het stemapparaat in en uit (p. 188). Hiermee stemt u het instrument dat aangesloten is op de GUITAR/BASS-ingang.
* U kunt de interne microfoon in- en uitschakelen (p. 34).
17
Beschrijving van de panelen
2
[FF] De song spoelt verder wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
[EFFECTS]
[REPEAT]
Hiermee zet u de insert-effecten aan en uit (p. 35, p. 84) of roept u het scherm voor het bewerken van instellingen op.
Hiermee kunt een bepaalde passage afbakenen om herhaaldelijk te beluisteren (p. 51).
Stel met deze knop de parameters van de Mastering Tool Kit in.
Deze functie is handig wanneer u de opname tussen de punch-in- en punch-out-posities (p. 53) herhaaldelijk wilt beluisteren tot u tevreden bent, of wanneer u de phrase trainer (p. 192) gebruikt om bijv. een moeilijke frase van een
3 REC/PLAY-gedeelte AUTO PUNCH
cd na te spelen.
Hiermee stelt u de automatische punch-in/out-functie in.
[STOP]
[ON/OFF]
Hiermee stopt u de opname of de weergave van een song.
Hiermee zet u de auto punch-in/out-functie aan of uit. Als de functie aan staat, licht de indicator op.
[PLAY]
[IN] Hiermee bepaalt u de auto punch-in-positie. Druk op deze toets om de punch-in-positie in te stellen. Wanneer de positie ingesteld is, licht de toetsindicator op. Nadat u de punch-inpositie hebt ingesteld, kunt u steeds naar de ingestelde punch-in-positie springen door op deze toets te drukken. * Druk op deze toets terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om de ingestelde punch-in-positie te wissen.
Hiermee start u de weergave van een song. Als u op [REC] drukt zodat de REC-indicator knippert, dan start de opname zodra u op [PLAY] drukt. Tijdens het opnemen of het weergeven gaat de indicator van deze toets groen branden.
[REC] (recording) Dit is de opnametoets. Naast de opnamefunctie dient deze toets ook voor manual punch-in/out. In recording standby knippert de indicator van deze toets rood; tijdens de opname brandt de indicator rood.
[OUT] Hiermee bepaalt u de auto punch-out-positie. Druk op deze toets om de huidige tijdspositie op het spoor in te stellen als punch-out-positie. Wanneer dit ingesteld is, licht de toetsindicator op. Nadat u de punch-out-positie hebt ingesteld, kunt u automatisch naar de punch-out-positie springen door op deze toets te drukken. * Druk op deze toets terwijl u [ON/OFF] ingedrukt houdt om de ingestelde punch-out-positie te wissen.
4 Track/Fader-gedeelte TRACK MIXER-faders 1–6, 7/8 Hiermee regelt u het weergavevolume van ieder spoor. * We noemen de TRACK MIXER-faders verder "TRACK-faders".
RHYTHM-fader Hiermee regelt u het volume van het Rhythm-spoor.
[LOCATOR]
MASTER-fader
Hiermee slaat u elke willekeurige positie op. Als u daarna op deze toets drukt, gaat u automatisch naar die positie.
Hiermee regelt u het algemene volume van de BR-900CD.
De indicator van deze toets brandt wanneer u een positie hebt ingesteld. Telkens als u nu op deze knop drukt, springt u naar de ingestelde positie. * Druk op deze toets terwijl u AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt houdt om de ingestelde positie te wissen.
[ZERO] Hiermee springt u naar de tijdspositie 00:00:000.0.
[REW] De song spoelt terug wanneer u deze toets ingedrukt houdt.
18
[V-TRACK] Hiermee roept u het scherm op waarin u de gewenste V-Track kunt selecteren.
“Wat zijn V-Tracks?” (p. 14) “Een andere V-Track kiezen” (p. 49)
REC TRACK (recording track)-toetsen 1–6, 7/8 Hiermee kiest u welk spoor u wilt opnemen. De toets van het geselecteerde spoor knippert eerst rood en blijft vervolgens rood branden wanneer de opname begint. Wanneer de opname klaar is, knippert de toets van het geselecteerde spoor afwisselend oranje en groen.
Beschrijving van de panelen
Het verband tussen de indicator en de toestand van het spoor wordt hieronder uitgelegd. Uit: Het spoor bevat geen opgenomen data. Groen: Het spoor bevat opgenomen data. Rood knipperend: Het spoor is geselecteerd als opnamebestemming en staat in standby voor opname. Rood: Het spoor wordt opgenomen. Afwisselend oranje en groen knipperend: Het spoor bevat opgenomen data en is geselecteerd voor opname.
[UNDO/REDO] Hiermee maakt u de laatst uitgevoerde opname- of editopdracht ongedaan en keren de data terug naar hun vorige toestand. Door opnieuw op deze toets te drukken, kunt u de geannuleerde opname terughalen of de edit-opdracht opnieuw uitvoeren (p. 57).
[EXIT/NO] Met deze toets keert u terug naar het vorige scherm of annuleert u de laatste invoer.
[ENTER/YES] Met deze toets bevestigt u een selectie of ingevoerde waarde.
CURSOR-toetsen Met deze toetsen verplaatst u de cursor op de display.
6 Bij het aanmaken van ritmepatronen (p. 126) is aan elke toets een ritmisch instrument toegewezen.
[CD-R/RW]
[TAP (TEMPO)]
De BR-900CD gebruikt dit schijfstation om CD-R/RW's te lezen, te branden en weer te geven.
Door op deze toets te tikken, kunt u het tempo voor het ritme (Rhythm) instellen.
[DELETE/MUTE] Als u deze toets ingedrukt houdt en op een REC TRACKtoets drukt waarvan de indicator groen of afwisselend groen en oranje is, dan schakelt u de weergave van dat spoor uit, ongeacht de positie van zijn TRACK-fader (p. 41). Als u dezelfde handeling herhaalt, wordt de uitschakeling opgeheven. De REC TRACK-toets van een uitgeschakeld spoor knippert afwisselend groen en oranje. * Als een opnamespoor uitgeschakeld is, dan wordt de uitschakeling opgeheven wanneer de opname eindigt.
7 Rhythm-gedeelte Hier stelt u de Rhythm-functie in.
[ARRANGE/PATTERN/OFF] Met deze toets bladert u door de verschillende selecties van de Rhythm-functie: Arrangement → Pattern → Off.
[EDIT] Hiermee roept u het scherm voor het programmeren van arrangementen en patronen op.
[RHYTHM PAD] Hiermee verandert u de TRACK-toetsfuncties in Rhythm-input.
Bij het aanmaken van ritmepatronen (p. 126) kunt u ingevoerde ritmegeluiden verwijderen door deze toets ingedrukt te houden en op de REC TRACK-toets te drukken.
5 TIME/VALUE-draaiknop U kunt deze draaiknop gebruiken om de huidige tijdspositie in een song te verschuiven (bijv. vooruit of achteruit). Daarnaast kunt u met deze knop de parameterwaarden van allerlei functies instellen.
[UTILITY] Hiermee roept u verschillende functies van de BR-900CD op, zoals track editing, songbeheer en geheugenkaartfuncties.
“Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken” (p. 119)
8 [PHRASE TRAINER] Met deze toets stelt u de Phrase Trainer-functie in. Wanneer u de Phrase Trainer gebruikt, kunt u met deze toets Center Cancel (centrale zangpartijen verwijderen) of Time Stretch (de weergave vertragen) aan- of uitzetten.
“Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel)” (p. 192) “De weergave vertragen (Time Stretch)” (p. 192)
19
Beschrijving van de panelen
9
12
[PAN/EQ]
MIC (interne microfoon)
Hiermee roept u een scherm op waarin u de pan (linksrechtspositie van het geluid) kunt instellen voor de weergave van elk spoor of voor het input-signaal (p. 42, p. 49).
U kunt deze microfoon gebruiken voor opnames met de BR-900CD.
Hier kunt u voor elk spoor ook de toon (laag, hoog) aanpassen (p. 42, p. 110).
“Druk op de INPUT SELECT-toets van het instrument dat u wilt opnemen” (p. 34)
[LOOP EFFECTS]
“De interne microfoon aanzetten” (p. 34)
Hiermee roept u het scherm op om het verstuurniveau van elk spoor op de loop-effecten in te stellen (p. 43, p. 108), tussen reverb en chorus te wisselen, verschillende parameters in te stellen en dergelijke meer.
Hoofdtelefoonuitgang (
“De loop-effecten/Track EQ gebruiken” (p. 108) “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111)
[PITCH CORRECTION]
)
Hier kunt u een hoofdtelefoon (apart aan te schaffen) aansluiten. Als u een hoofdtelefoon hebt aangesloten, hoort u door de hoofdtelefoon dezelfde output als via de LINE OUT. * Pas het hoofdtelefoonvolume aan met de MASTER-fader.
13 GEHEUGENKAART-sleuf fig.00-202
Hiermee schakelt u de tooncorrectie in en uit. Zo kunt u de toon van opgenomen zangpartijen aanpassen. Eject-knop
“De pitch correction gebruiken” (p. 114)
10 [REC MODE] (opnamefunctie) Hiermee kiest u de opnamemethode.
Basisrichtlijnen voor opname (p. 39, p. 48) Bouncing - Meerdere sporen samenvoegen (p. 45, p. 58) “Mastering” (p. 102)
11 MEMORY CARD-indicator Deze indicator licht op wanneer gegevens van een geheugenkaart worden afgelezen of ernaar worden weggeschreven.
Schakel het toestel nooit uit zolang deze indicator brandt. Dit kan de gegevens op de geheugenkaart beschadigen en de kaart mogelijk onbruikbaar maken.
20
In deze sleuf passen geheugenkaarten (CompactFlash), waarop u gegevens kunt opslaan. U kunt niets opnemen als u hier geen geheugenkaart hebt geplaatst.
Eject-knop Druk op deze knop om de geheugenkaart te verwijderen.
Beschrijving van de panelen
CD-R/RW-station
1 2
3
4
Lees eerst “Voordat u CD-R/RW's gebruikt” (p. 6), voor u het CD-R/RW-station gebruikt.
1.
Schijflade
Plaats de CD-R/RW's op deze lade.
2.
Als u overmatige kracht gebruikt om een cd uit het station te verwijderen, kunt u het station beschadigen.
Toegangsindicator
Deze indicator licht op wanneer data op een CD-R/RW worden gelezen of weggeschreven.
3.
EJECT-knop
Druk op deze knop om een CD-R/RW uit het station te halen. Let op: u kunt een CD-R/RW alleen verwijderen als de BR-900CD aan staat.
4.
Emergency Eject-gaatje
U kunt dit gaatje gebruiken om de schijflade in geval van nood te openen. Gebruik deze mogelijkheid enkel bij grote uitzondering en pas als u de cd op geen enkele andere manier uit het station kunt halen (p. 7).
Display 4.
fig.00-203d
1
2
3
Hier verschijnt het frame-nummer van de huidige tijdspositie in de song.
4 5
FRAME
6
Volgens de fabrieksinstellingen is één seconde gelijk aan 30 frames (non-drop). Dit is één type van een specificatie die we MTC (MIDI Time Code) noemen. Gebruikt u de BR-900CD om gesynchroniseerd met een ander MIDI-toestel te spelen, dan moet u op beide toestellen hetzelfde MTC-type instellen.
Hier verschijnt het menuscherm, de schermen met parameterinstellingen of andere informatie, afhankelijk van wat u precies instelt.
“Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren” (p. 158)
Raadpleeg “Het displaycontrast aanpassen” (p. 186). als de display moeilijk leesbaar is.
Hier wordt de opnamefunctie weergegeven.
1.
MEAS (MEASURE)
Geeft de huidige positie binnen de song aan. Van links naar rechts worden de maat, maatslag en klok weergegeven.
2.
TEMPO
Hier wordt het tempo van het ritme weergegeven.
3.
TIME
5.
6.
REC MODE
Level meter
Bij de weergavefunctie verschijnen hier de volumeniveaus van de input-signalen en van de verschillende sporen. De niveaus die hier worden weergegeven, zijn de niveaus nadat u met de INPUT LEVEL-knop en de TRACK-fader (d.w.z. post-fader) aanpassingen hebt gedaan. U kunt de level meter zo instellen dat elk soort ingesteld niveau wordt weergegeven.
Hier verschijnt de tijdswaarde van de huidige tijdspositie in de song (uren-minuten-seconden).
21
Beschrijving van de panelen
Achterpaneel fig.00-204
13
12
9 11
8
7
6
5 4
3
2
1
10
14
1.
GUITAR/BASS-ingang
Op deze ingang met hoge impedantie kunt u rechtstreeks een gitaar of een basgitaar aansluiten.
2.
MIC2-ingang (XLR)
Op deze ingang kunt u een microfoon aansluiten. Er is een XLR-aansluiting voorzien. De BR-900CD kan fantoomvoeding leveren aan een op deze ingang aangesloten condensatormicrofoon (p. 191). * Wanneer u zowel de GUITAR/BASS- als de MIC2-ingangen gebruikt, krijgt de GUITAR/BASS-ingang prioriteit.
3.
MIC1-ingangen (TRS/XLR)
Op deze ingangen kunt u een microfoon aansluiten. Er zijn zowel gewone TRS- (p. 26) als XLR-aansluitingen voorzien. De BR-900CD kan fantoomvoeding leveren aan een op deze ingang aangesloten condensatormicrofoon (p. 191). * Als u op beide ingangen een microfoon aansluit, krijgt de TRS-aansluiting prioriteit.
4.
LINE IN-aansluitingen
Dit zijn de ingangen voor analoge audiosignalen. Hierop kunt u cd-spelers en andere audiotoestellen, keyboards, drumcomputers en andere externe audiobronnen aansluiten.
5.
LINE OUT-aansluitingen
Dit zijn de uitgangen voor het analoge audiosignaal. Hierop kunt u bandrecorders of andere opnameapparatuur aansluiten om het analoge output-signaal van de BR-900CD op te nemen.
6.
DIGITAL OUT-aansluiting
Via deze optische uitgang kunt u digitale audiosignalen uitvoeren. Het signaal van DIGITAL OUT is hetzelfde als dat van LINE OUT. U kunt hierop een DAT- of cd-recorder aansluiten om het output-signaal van de BR-900CD digitaal op te nemen.
7.
USB-poort
Op deze poort sluit u de USB-kabel aan die de BR-900CD verbindt met uw computer.
22
8.
FOOT SW/EXP PEDAL-ingang
Op deze ingang kunt u een apart aan te schaffen voetschakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2) of een expressiepedaal (BOSS Roland EV-5, BOSS FV-300L) aansluiten. Via deze FOOT SW-aansluiting kunt u de weergave van een song starten/stoppen, punch-in/out uitvoeren en meer. Wanneer u een expressiepedaal gebruikt, kunt u met uw voet de diepte van insert-effecten regelen.
“Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken” (p. 187)
9.
MIDI OUT-aansluiting
Via deze uitgang worden de MIDI-data verzonden. Verbind deze met de MIDI IN-aansluiting van een extern MIDItoestel (drumcomputer of geluidsmodule).
10. POWER-schakelaar Met deze schakelaar zet u de BR-900CD aan en uit.
11. DC IN-aansluiting (AC-adapter) Sluit hierop de bijgeleverde AC-adapter (PSA-serie) aan.
Gebruik enkel de AC-adapter van de PSA-serie. Andere adapters kunnen oververhitting of schade veroorzaken.
12. Kabelhaak Leg de stroomkabel rond deze haak zodat het niet per ongeluk uit de stroomaansluiting wordt getrokken. * Als tijdens het gebruik de stroom onderbroken wordt, zou u belangrijke opnamedata kunnen verliezen.
13. Beveiligingsgleuf ( http://www.kensington.com/
)
Beschrijving van de panelen
Batterijen plaatsen Afhankelijk van de omstandigheden waarin het toestel opgesteld is, kan het paneel soms ruw en korrelig aanvoelen. Datzelfde onaangename gevoel kan optreden wanneer u aangesloten microfoons of de metalen onderdelen van aangesloten instrumenten zoals gitaren aanraakt. Dit komt door een minieme elektrische lading, die volkomen ongevaarlijk is. Als dit u toch zorgen baart, kunt u het aardingspunt (achterpaneel: zie figuur 14 ) verbinden met een externe aarding. Wanneer het toestel geaard is, kan een licht gezoem hoorbaar zijn, afhankelijk van uw installatie. Als u niet zeker bent hoe u de aarding moet aansluiten, neemt u het best contact op met een Roland Service Center of een erkende Roland-distributeur. Hun gegevens vindt u op de "Informatie"-pagina. Sluit de aarding NOOIT aan op: • Waterleidingen (gevaar voor elektrische schokken of elektrocutie)
1. Zorg ervoor dat de BR-900CD uit staat. 2. Verwijder het batterijklepje op het achterpaneel. * Als u het toestel op zijn kop zet, plaatst u het best een stapeltje kranten of tijdschriften onder de vier hoeken of aan beide kanten, om schade aan knoppen en regelaars te voorkomen. Plaats het toestel ook zo dat knoppen en regelaars niet beschadigd kunnen worden. * Draai het toestel voorzichtig om om te voorkomen dat u het laat vallen of dat het apparaat voorover kantelt. 3. Plaats zes AA-batterijen in de batterijhouder. Let erop dat u de polariteit (+/-) niet verwisselt. * BOSS beveelt alkalinebatterijen met langere levensduur aan. * Meng geen nieuwe batterijen met deels gebruikte batterijen; gebruik geen batterijen van verschillende merken door elkaar. * Gebruik geen oplaadbare batterijen. 4. Sluit het batterijklepje. fig.00-205
• Gasleidingen (brand- en ontploffingsgevaar) • Een telefoonaarding of een bliksemafleider (kan gevaarlijk zijn bij bliksem)
Wanneer de batterijspanning laag wordt, verschijnt de boodschap "Battery Low!" op de display. Vervang de oude batterijen zo snel mogelijk door nieuwe wanneer u deze boodschap te zien krijgt.
23
MEMO
24
Snelle start
25
Randapparatuur aansluiten Maak de aansluitingen zoals in onderstaand schema. Zorg dat daarbij alle toestellen uitgeschakeld zijn. fig.00-301
Microfoons Elektrische gitaar of Elektrische bas
CD-recorder enz.
Drumcomputer enz.
Adapter (PSC-serie)
Voetschakelaar (FS-5U enz.)
CD-speler enz. Muziekinstallatie enz.
Expressiepedaal (Roland EV-5 enz.)
Keyboard enz.
● Om defecten en/of schade aan luidsprekers of andere toestellen te voorkomen, moet u steeds het volume dichtzetten en alle toestellen uitschakelen alvorens aansluitingen te maken. ●
Veranker de stroomkabel met de kabelhaak zoals in de illustratie om te voorkomen dat de stroomvoorziening van uw toestel plots wordt onderbroken (als de stekker per ongeluk zou worden uitgetrokken) en om een onnodige belasting van de aansluiting voor de adapter te vermijden.
fig.00-302
Afhankelijk van de positie van de microfoons ten opzichte van de luidsprekers kan er feedback ontstaan. Dit kunt u verhelpen door: 1. De oriëntatie van de microfoon(s) te veranderen. 2. De microfoon(s) verder van de luidsprekers te plaatsen. 3. Het volume te verlagen.
* Er zijn twee soorten microfooningangen voorzien, tulpstekkers (TRS phone jacks), die compatibel zijn met een gebalanceerde input, en XLR-aansluitingen. De volgorde van de aansluitpinnen voor de MIC-ingang is zoals hieronder staat aangegeven. Voor u aansluitingen maakt, moet u controleren dat deze volgorde overeenstemt met de aansluitpunten in de stekkers van alle andere apparatuur. fig.00-303
26
Randapparatuur aansluiten
* Wanneer u de FS-5U voetschakelaar (apart verkrijgbaar) gebruikt, moet u de polariteitschakelaar instellen zoals in onderstaande tekening. Als deze schakelaar niet in de juiste positie staat, werkt de voetschakelaar mogelijk niet correct. fig.00-304
Polariteitschakelaar
* U kunt ook een FS-6 (optioneel) als voetschakelaar gebruiken. Als u een FS-6 gebruikt, kunt u die enkel aansluiten op een van de FS-6-ingangen, de A- of de B-ingang. Zet de polariteitschakelaar ook op "FS-5U". De A&B-aansluiting kunt u niet gebruiken. * Stel bij gebruik van een expressiepedaal (EV-5 of FV-300L) het minimumvolume in op “0".
Een geheugenkaart plaatsen Snelle start
Plaats de geheugenkaart (CompactFlash) met de vergulde contactpunten naar beneden gericht (de kant zonder contactpunten moet naar boven gericht zijn). * Schuif de geheugenkaart voorzichtig helemaal naar binnen, tot hij stevig op zijn plek zit. * Raak de contactpunten van de geheugenkaart niet aan en laat ze niet vuil worden. fig.00-305
Zet de BR-900CD uit voor u de geheugenkaart plaatst. Als u een geheugenkaart plaatst terwijl het toestel aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart vernietigen of de geheugenkaart onbruikbaar maken.
27
De BR-900CD aan- en uitzetten Het toestel aanzetten
Het toestel uitzetten
Als u alle verbindingen hebt gemaakt, kunt u de toestellen in de opgegeven volgorde aanzetten. Als u uw apparatuur in de verkeerde volgorde aanzet, riskeert u defecten en/of schade aan luidsprekers en andere toestellen.
1. Zorg ervoor dat de weergave van de song is gestopt.
1. Let op het volgende voor u het toestel aanzet: ❒
Zijn alle externe apparaten correct aangesloten?
❒
Staat het volume van de BR-900CD en van alle andere apparaten op het minimum?
❒
Is de geheugenkaart geïnstalleerd?
* De BR-900CD wordt geleverd met een geheugenkaart, die van tevoren in de sleuf is geïnstalleerd. 2. Zet de MASTER-fader van de BR-900CD dicht. fig.00-306
Zorg altijd dat de recorder is gestopt, voordat u de BR-900CD uitzet. Als u het toestel uitzet terwijl een opname of een weergave bezig is, kunnen (song)data, mixerinstellingen, en/of effect patchdata verloren gaan. 2. Zet elk toestel uit in de omgekeerde volgorde van het aanzetten. 3. Zet de POWER-schakelaar van de BR-900CD op "OFF".
Play-scherm Het Play-scherm is het hoofdscherm van de BR-900CD en verschijnt als eerste wanneer de BR-900CD wordt aangezet (zie hieronder). fig.00-308d
3. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de inputaansluitingen (bijv. GUITAR/BASS, MIC1, MIC2 of LINE IN). 4. Zet de POWER-schakelaar op het achterpaneel aan. fig.00-307
* Zorg altijd dat het volume laag staat voor u het toestel aanzet. Zelfs met het volume op nul kunt u nog een geluid horen als u het toestel aanzet. Dat is normaal en wijst niet op een defect. * Dit toestel is uitgerust met een beveiligingscircuit. Na het opstarten duurt het eventjes (enkele seconden) voordat de normale werking van het toestel begint. 5. Zet het toestel aan dat aangesloten is op de outputaansluiting (LINE OUT of DIGITAL OUT).
Zorg dat de AC-adapter tijdens het gebruik niet wordt uitgetrokken. Als de stroom plots onderbroken wordt, kunnen uw opnamedata beschadigd raken.
28
Demosongs beluisteren Een song selecteren (Song Select)
■ Als u de opname of editing hebt gewijzigd
Na het opstarten wordt automatisch de song gekozen, die voor het uitzetten was geselecteerd, en worden de data van die song geladen. Zodra de data zijn geladen, verschijnt het Play-scherm op de display. Volg onderstaande procedure om een demosong te beluisteren.
Aangezien de BR-900CD de opgenomen data en de gebruikersgeschiedenis automatisch opslaat wanneer de opname of de editing gewijzigd zijn, hoeft u voor het opslaan geen speciale commando’s uit te voeren.
fig.00-312
1
Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * Als u data van een beschermde demosong probeert op te nemen of te bewerken, verschijnt de boodschap "Protected!".
3 2,4 2
Een song weergeven 1. Plaats de TRACK-faders 1–6, 7/8 en de RHYTHM-fader in onderstaande posities en zet de MASTER-fader dicht. fig.00-315
1. Druk op [UTILITY].
Het Song Select-scherm verschijnt.
Snelle start
2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor op "SEL" te zetten en druk op [ENTER]. 2. Druk op [PLAY].
fig.00-313d
fig.00-316
De song start. Schuif langzaam de MASTER-fader omhoog en zet het volume op het gewenste niveau.
3. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "01: SOLOBANG" te selecteren. Titel
Componist
SOLOBANG!
Yutaka Nakano
4. Druk op [ENTER].
Auteursrecht Copyright © 2005 BOSS Corporation
Het is bij wet verboden om de demosong bij dit product voor andere doeleinden te gebruiken dan het beluisteren in private, huiselijke kring, zonder toestemming van de houder. Evenmin mogen deze data worden gekopieerd, noch gebruikt in een secundair auteursrechtelijk beschermd werk zonder de toestemming van de houder van het auteursrecht.
Door de TRACK-faders te bedienen, kunt u de sporen samen of apart beluisteren of de gewenste volumebalans instellen. Met [FF] spoelt u de song verder en met [REW] spoelt u de song terug. Druk op [ZERO] om naar de tijdspositie 00:00:00-00.0 te gaan.
29
Demosongs beluisteren
Naast de bovenstaande procedures kunt u uw huidige positie in de song ook wijzigen op onderstaande manieren.
De huidige tijdspositie verplaatsen Verstreken tijd De waarde die op de display bij "TIME" staat, is de reeds verstreken tijd van de song in MTC (MIDI time code) en wordt uitgedrukt als: uren-minuten-seconden-framessubframes. De specificaties van de tijdcode kunnen verschillen naargelang het toestel. Om de werking te synchroniseren met een ander toestel via MTC, moet u eerst zorgen dat de tijdcodes van beide toestellen overeenstemmen. Volgens de fabrieksinstellingen is 1 seconde gelijk aan 30 frames (non-drop) (p. 158).
Naar het songbegin verspringen U kunt rechtstreeks verspringen naar de tijdspositie van het eerst omgenomen geluid in een song. Houd hiervoor [STOP] ingedrukt en druk op [REW]. Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontroleerd en u gaat naar de positie van het eerst opgenomen geluid in de song. Druk op [ZERO] om naar tijdspositie 00:00:00-00.0 te gaan.
Naar het songeinde verspringen Houd [STOP] ingedrukt en druk op [FF] om naar de tijdspositie van het laatst opgenomen geluid van een song te verspringen. Elke V-Track van het geselecteerde spoor wordt gecontroleerd en u gaat naar de positie van het laatste opgenomen geluid in de song. fig.00-317
TIJD 00:00:00-00.0
23:59:59-29.9
Opname van de song [ZERO]
30
[STOP] + [REW]
[STOP] + [FF]
De gewenste tijdspositie invoeren Druk op [ ] [ ] om de cursor naar de weergave van de uren, minuten, seconden, frames of subframes te verplaatsen, en wijzig de tijdspositie in de song met de TIME/VALUEdraaiknop.
De tijdspositie verplaatsen per maat of per maatslag De maat-maatslag-klok van de huidige tijdspositie verschijnt onder "MEAS" (measure) op de display. * Voor demosongs is er al een arrangement (p. 37, p. 120) gemaakt. Dit is zo ingesteld dat maat, maatslag, klok en song perfect gesynchroniseerd zijn. Druk op [ ] [ ] om de cursor naar de "measure" (maat) of "beat" (maatslag) weergave te verplaatsen, en wijzig de huidige maat of maatslag in de song met de TIME/VALUEdraaiknop. * U kunt de cursor niet naar "Clock" verplaatsen (dit kan niet worden gewijzigd).
Een song opnemen/weergeven (1) De geheugenkaart gebruiksklaar maken
fig.00-401
1 4
De BR-900CD schrijft de opgenomen data direct naar de geplaatste geheugenkaart. Voor opname of weergave moet u daarom eerst de geheugenkaart plaatsen.
2,3,4 2,3
“Met de BR-900CD compatibele geheugenkaarten” (p. 16)
De geheugenkaart plaatsen Zet de BR-900CD uit voor u de geheugenkaart (CompactFlash) plaatst. Als u een geheugenkaart verwijdert terwijl het toestel aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart vernietigen of de geheugenkaart onbruikbaar maken. 1. Plaats de geheugenkaart in de kaarthouder. De meegeleverde geheugenkaart heeft nog wat beschikbare ruimte. Voor lange opnamen moet u echter enkele demosongs te wissen of een nieuwe geheugenkaart te plaatsen (64 MB of meer wordt aanbevolen).
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI" te zetten en druk op [ENTER]. fig.00-402d
Snelle start
* De demosongs zijn beschermd. Om demosongs te verwijderen moet u eerst de bescherming uitschakelen. Daarna kunt u songs verwijderen.
“Een song beschermen (Song Protect)” (p. 79) “Songs verwijderen (Song Erase)” (p. 77)
(2) Het toestel aanzetten Volg de procedure van “Het toestel aanzetten” (p. 28).
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CARD" te zetten en druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
De geheugenkaart formatteren (Initialize)
fig.00-403d
* Voor geheugenkaarten die al voor de BR-900CD zijn gebruikt, is dit niet nodig. Nieuwe geheugenkaarten of geheugenkaarten die eerder voor een computer zijn gebruikt, moet u eerst gebruiksklaar maken voor de BR-900CD. Voer de volgende stappen uit in de aangegeven volgorde om de procedure te voltooien (dit voorbereidende proces wordt "initaliseren" genoemd.
31
Een song opnemen/weergeven
4. Druk op [ENTER] (YES) om het initialiseren voort te zetten. Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de opdracht te annuleren. Als u op [ENTER] (YES) drukt, begint het initialiseren. Als het initialiseren is voltooid, verschijnt "Completed!" op de display. Vervolgens verschijnt "Keep power on! Song creating..." en wordt er automatisch een nieuwe song aangemaakt. In dit geval werd het datatype HiFi (MT2) geselecteerd. Als het aanmaken van de song voltooid is, verschijnt het Play-scherm opnieuw. * Afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart kan de initialisatie meer dan tien minuten in beslag nemen. Dit is geen defect. De voortgang van de initialisatie wordt op de display weergegeven. Zet de BR-900CD niet uit voordat de initialisatie voltooid is.
Verwijder de geheugenkaart niet en zet de BR-900CD niet uit zolang de display "Keep power on!" weergeeft. Als u dat wel doet, kunt u de gegevens op de geheugenkaart beschadigen en/of de geheugenkaart zelf onbruikbaar maken.
(3) De song voor opname selecteren Als de geheugenkaart meer dan één song bevat, wordt automatisch de laatst opgenomen song geselecteerd. Volg onderstaande procedure voor de opname van nieuwe songs.
Een nieuwe song opnemen (Song New) Datatypes Voor de opname van nieuwe songs kunt u met de BR-900CD het datatype instellen. Zo kunt u de optimale combinatie van audiokwaliteit en opnametijd kiezen voor de muziek die u opneemt. U kunt kiezen uit de volgende datatypes. * Nadat u de song hebt aangemaakt, kunt u het datatype niet meer wijzigen.
HiFi (MT2) (multitrack 2): Voor opnamen van hoge kwaliteit. Dit datatype wordt aanbevolen als u veel spoor-bouncing gaat uitvoeren. Normaliter dient u dit type te selecteren. Gebruik dit type voor de meeste van uw opnamen.
STD (LV1) (live 1): Voor opnamen die langer duren dan de beschikbare tijd bij het MT2-datatype. Dit is het meest geschikte type voor het live-opnamen.
LONG (LV2) (live 2): Van de drie datatypes geeft dit de langste opnametijd. Dit is de juiste keuze als de kaart weinig opnamecapaciteit heeft.
Opnametijd Hieronder vindt u de opnametijden die voor elk datatype op één geheugenkaart mogelijk zijn (bij opname op één spoor). Datatype 32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB
Opnametijd (ca.) HiFi (MT2) STD (LV1) 16 min. 19 min. 32 min. 39 min. 65 min. 78 min. 130 min. 156 min. 260 min. 312 min. 520 min. 624 min.
LONG (LV2) 24 min. 49 min. 98 min. 196 min. 392 min. 784 min.
* Dit zijn geschatte opnametijden. Afhankelijk van het aantal songs zou de beschikbare opnametijd nog kunnen afnemen. * De vermelde opnametijden gelden wanneer u op slechts één spoor opneemt. Als u bijv. op alle acht sporen opneemt, wordt de opnametijd voor elk spoor 1/8ste van de tijd in de tabel. * Uw BR-900CD ondersteunt CompactFlash geheugenkaarten van 32 MB tot 1 GB voor een stroomtoevoer van 3,3 V.
32
Een song opnemen/weergeven
(4) Instrumenten aansluiten
fig.00-405
1
3 2,4,5 2
Kies op welke ingang u uw instrument aansluit Uw BR-900CD is uitgerust met een aantal ingangen waarop u verschillende soorten instrumenten kunt aansluiten. Gebruik de meest geschikte ingang voor uw instrument. fig.00-408
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "NEW" te zetten en druk op [ENTER]. Op de display verschijnt het "Type". fig.00-406d
GUITAR/BASS Op deze ingang sluit u een elektrische gitaar of een basgitaar aan. Omdat dit een ingang met hoge impedantie is, kunt u de gitaar of de basgitaar rechtstreeks aansluiten.
MIC1 Op deze ingangen kunt u een microfoon aansluiten. Er zijn zowel TRS- als XLR-aansluitingen.
* Als beide aansluitingen worden gebruikt, heeft de TRSaansluiting prioriteit. * Gebruik de GUITAR/BASS-aansluiting als u een elektroakoestische gitaar via een gitaarkabel opneemt. * U kunt de XLR-aansluiting ook voorzien van fantoomvoeding (p. 191). 3. Kies het gewenste datatype (opnamemethode) met de TIME/VALUE-draaiknop. * De BR-900CD gebruikt een samplefrequentie van 44,1 kHz. U kunt de samplefrequentie niet veranderen. 4. Druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt. fig.00-407d
MIC2 Op deze ingang sluit u een microfoon aan. Dit is een XLRaansluiting. * Wanneer u zowel de GUITAR/BASS- als MIC2-aansluitingen gebruikt, krijgt de GUITAR/BASS-aansluiting prioriteit. * U kunt de XLR-aansluiting ook voorzien van fantoomvoeding (p. 191).
LINE Op deze stereo-ingangen kunt u de uitgang van een cdspeler, cassettedeck, drumcomputer, externe geluidsmodule, keyboard of een andere geluidsbron aansluiten. 5. Druk op [ENTER]. Wanneer de nieuwe song is ingesteld, keert u terug naar het Play-scherm. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
33
Snelle start
De TRS-aansluiting is geschikt voor zowel gebalanceerde als niet-gebalanceerde input.
Een song opnemen/weergeven
Druk op de INPUT SELECT-toets van het instrument dat u wilt opnemen
De interne microfoon aanzetten fig.00-410
1–3
Kies welke input-bron u wilt opnemen. De indicator van de geselecteerde toets gaat branden.
2
fig.00-409
[GUITAR/BASS/MIC2] Druk op deze toets om een instrument op te nemen, dat aangesloten is op de GUITAR/BASS-ingang.
[MIC] Druk op deze toets wanneer u het signaal wilt opnemen van een microfoon aangesloten op de MIC-ingang of het signaal van de interne microfoon. Wanneer de MIC-indicator van de INPUT SELECT-toets brandt, kunt u de microfoon die op de MIC-ingang is aangesloten, en de interne microfoon gelijktijdig gebruiken.
1. Druk in het Play-scherm op de [MIC] INPUT SELECTtoets. Het Mic Select-scherm verschijnt wanneer [MIC] ingedrukt is. fig.00-411d
* Bij levering is de interne microfoon van de BR-900CD uitgeschakeld. Zet de interne microfoon uit als u hem niet gebruikt (zie volgende paragraaf).
[LINE] Druk op deze toets wanneer u het signaal wilt opnemen van een instrument of een cd-speler aangesloten op de LINE-ingangen.
[SIMUL] Om zang en gitaar simultaan op te nemen drukt u tegelijkertijd op [GUITAR/BASS] en [MIC]. Beide indicators lichten op, als teken dat u nu simultaan kunt opnemen. U kunt de bron selecteren zelfs als u twee microfoons tegelijkertijd op de MIC 1- en de MIC 2-ingangen hebt aangesloten. Als u twee opnamesporen hebt geselecteerd, wordt de GUITAR/BASS/MIC2 op spoor 1, 3, 5, 7 en de MIC1 op spoor 2, 4, 6, 8 opgenomen. Hebt u één opnamespoor geselecteerd, dan worden de GUITAR/BASS/MIC2 en MIC1 gemixt en vervolgens opgenomen.
34
2. Houd [MIC] ingedrukt en kies "ONBRD+EXT" met de TIME/VALUE-draaiknop. ONBRD+EXT: De ingebouwde microfoon wordt aangezet en de input is een mix van de geluiden van de interne microfoon en die van de externe microfoon aangesloten op MIC 1. EXTERNAL: De ingebouwde microfoon wordt uitgezet en de input bestaat enkel uit de geluiden van de externe microfoon aangesloten op MIC 1. 3. Laat [MIC] los. De interne microfoon wordt aangezet. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * U kunt de interne microfoon ook instellen via de [UTILITY] systeemparameters. Raadpleeg voor meer informatie de “Lijst van de Utility-parameters” (p. 198).
Een song opnemen/weergeven
De input-gevoeligheid regelen Als u de input van GUITAR/BASS/MIC2 of MIC1 hebt geselecteerd, dan kunt u de gevoeligheid van die input regelen met de overeenkomstige SENS-knop. fig.00-412a
MASTER-fader weer. Wanneer u het geluid met een hoofdtelefoon beluistert, gebruikt u de MASTER-fader om het volume op het gewenste niveau te zetten.
(5) Insert-effecten gebruiken De BR-900CD bevat vijf interne effectenprocessors: Insert Effect, Loop Effects, Track EQ, Pitch Correction en Mastering Tool Kit. De insert-effecten gebruikt u als volgt.
Wat is een insert-effect? Om op te nemen met een goed signaalniveau, moet u de input-volumes zodanig regelen dat de PEAK-indicator heel even oplicht wanneer een gitaar hard wordt aangeslagen of wanneer de zang het luidst is.
Het input-volume aanpassen
Een effect dat direct wordt toegepast op een specifieke signaallijn (bij de BR-900CD de instrumentale geluiden van een INPUT-aansluiting), noemen we een "insert-effect". De effectpedalen die een gitarist tussen zijn gitaar en versterker schakelt, zijn een soort insert-effect. Loop-effecten zijn effecten die op de send/return-aansluitingen van mixers en gelijkaardige apparaten worden aangesloten (zie p. 43).
Regel het volume van de input-bron voor opname. 1. Zet de MASTER-fader dicht. 2. Zet INPUT LEVEL-draaiknop in de centrale positie en schuif langzaam de MASTER-fader omhoog.
Regel nu met de INPUT LEVEL-draaiknop het inputniveau zodat het signaalniveau op de "IN" level meter varieert tussen -12 (tussen -24 en -6) en 0 dB. U kunt het volume regelen met de MASTER-fader en de INPUT LEVEL-knoppen.
Level meter-scherm Dit laat de volumeniveaus voor elk spoor zien.
De BR-900CD bevat allerhande effecten voor zang, gitaar, enz. en u kunt twee of meer van deze effecten tegelijkertijd gebruiken. Een dergelijke combinatie van effecten (d.w.z. de effecttypes en de volgorde waarin ze geschakeld zijn) noemen we een "algoritme". Elk effect in een algoritme heeft een aantal parameters, waarmee u het geluid kunt veranderen (net zoals u aan de knoppen draait op een gitaarpedaal). Het algoritme en de bijbehorende parameterinstellingen vormen samen wat we "effect patches" noemen. Door een andere effect patch te kiezen, roept u dus in feite een andere combinatie van effecten en parameterinstellingen op zodat u een totaal ander geluid krijgt. 1. Druk op [EFFECTS] voor de huidige effect patch. fig.00-414d
fig.00-413d
Naam algoritme
P: Preset / S: Song / U: User Bank
Nummer Patchnaam
IN: De level meter geeft het signaal van de INPUT weer.
1–8: De level meter geeft de output van sporen 1–8 weer.
RHYTHM:
Met uw BR-900CD kunt u automatisch de meest geschikte "banken" selecteren door op een INPUT SELECT-toets te drukken.
LR:
Als u bijv. de [GUITAR/BASS] INPUT SELECT-toets indrukt, schakelt u naar een gitaar bank patch, en door [LINE] in te drukken schakelt u naar een line bank patch.
De level meter geeft het output-niveau van de post-
Een bank is een verzameling van effect patches.
De level meter geeft de output van Rhythm weer.
35
Snelle start
ig.00-421b
Effect patches kiezen
Een song opnemen/weergeven
GTR: Effect patches voor gitaren. MIC: Effect patches voor het geluid van de MIC-ingang (d.w.z zang). LIN (LINE): Effect patches voor het geluid van cd's, MD's en andere externe apparaten op de LINE-ingang. SML (SIMUL): Effect patches voor het simultaan opnemen van zang en gitaar.
Sommige effect patches zijn nuttig voor stereo-opnamen. Raadpleeg “Het spoor voor opname selecteren” (p. 39) voor opnemen in stereo.
“Lijst van effect patches” (p. 202) “Lijst van de algoritmes” (p. 88)
Zonder insert-effecten opnemen Druk meermaals op [EFFECTS] om de insert-effecten uit te schakelen. De indicator gaat uit en het geluid wordt zonder insert-effecten opgenomen.
“Effect patches en banken” (p. 84) 2. Druk op CURSOR [
][
] om de cursor op het effect
patch te zetten en wijzig de effect patch met de TIME/ VALUE-draaiknop. Preset patches (P) De preset patches bevatten voorgeprogrammeerde data. U kunt hun instellingen wel wijzigen, maar u kunt geen nieuwe preset patches aanmaken. User patches (U) User patches kunt u herschrijven en in het geheugen opslaan. Wilt u een gemaakte patch ook voor andere songs gebruiken, dan slaat u die als user patch op. Song patches (S) Net als user patches kunt u zelf song patches schrijven. De data voor song patches worden echter samen met de songdata op de geheugenkaart opgeslagen. Dit is handig wanneer u een patch hebt aangemaakt voor een specifieke opname, en u die patch samen met de song wilt opslaan. fig.00-415
BR-900CD
Geheugenkaart Song
Preset Patch
User Patch
Song Patch
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op het patchnummer te zetten en wijzig het nummer met de TIME/ VALUE-draaiknop. 4. Met [EXIT] keert u terug naar het Play-scherm.
Raadpleeg “De insert-effecten gebruiken” (p. 84) voor meer informatie over het gebruik van insert-effecten.
36
Door "INPUT
" te kiezen als het punt waarmee de insert-effecten worden verbonden, kunt u de geluiden opnemen zonder de insert-effecten, terwijl u luistert naar de geluiden met de insert-effecten toegepast.
“Veranderen hoe de insert-effecten volgens de functie worden gebruikt” (p. 87)
Een song opnemen/weergeven
(6) Rhythm gebruiken
Rhythm weergeven
Wat is Rhythm?
Telkens als u op [ARRANGE/PATTERN/OFF] van Rhythm drukt, verandert de status zoals in onderstaande afbeelding.
Bij het opnemen is de ingebouwde Rhythm erg handig.
fig.00-417
Rhythm is een apart ritmespoor dat niet alleen weerklinkt als begeleiding tijdens opnamen, maar dat u ook kunt gebruiken om zowel interne als zelfgemaakte ritmepatronen weer te geven, en om deze patronen weer te geven of op te nemen als uw eigen ritmische uitvoeringen. Door bij opname Rhythm te gebruiken, kunt u met de spooreditor in eenheden van maten editeren, uitgaande signalen met een extern apparaat synchroniseren en andere handige functies uitvoeren. Raadpleeg voor meer informatie “De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)” (p. 67) en “Weergave met een MIDI-sequencer synchroniseren” (p. 158). U kunt ook het tempo of ritmepatroon in de loop van een song wijzigen. Raadpleeg voor meer informatie “Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken” (p. 119). Rhythm heeft twee functies: pattern en arrangement.
Pattern (patroonfunctie)
ARRANGE: brandt (arrangementfunctie) Wanneer u op [PLAY] drukt om het ritmearrangement weer te geven of op te nemen. Wanneer u op [STOP] drukt, stopt ook het ritmearrangement.
PATTERN: knippert (patroonfunctie) Wanneer u op [PLAY] drukt om het ritmepatroon weer te geven of op te nemen. Wanneer u op [STOP] drukt, stopt ook het ritmepatroon. Er wordt geen geluid weergegeven als u "BREAK" kiest als patroon (p. 207).
OFF: uitgedoofd De Rhythm-functie is uitgeschakeld. * Gebruik de Rhythm-fader om het volume van Rhythm te regelen. fig.00-418a
Snelle start
U kunt bestaande patronen uitvoeren en uw eigen patronen maken.
Arrangement (arrangementfunctie) U kunt bestaande arrangementen uitvoeren en uw eigen arrangementen maken. Patronen en arrangementen worden samengesteld zoals hieronder beschreven.
Patronen Dit zijn frasen van drumuitvoeringen met een lengte van één tot verscheidene maten.
Arrangementen wijzigen 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator oplicht. fig.00-418
De interne patronen (voorgeprogrammeerde patronen) omvatten patronen voor intro’s, coupletten, fill-ins en eindes.
Arrangementen Een song bestaat uit patronen die in de volgorde waarop ze worden uitgevoerd (bijvoorbeeld intro, couplet, fill-in en einde), worden gearrangeerd en op het geselecteerde tempo worden afgespeeld. fig.00-416
2. Selecteer een arrangement. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om de Preset/Song en het nummer te kiezen. fig.00-419d
Intro
Couplet
Fill-in
Couplet
Einde
P: Preset / S: Song Nummer Arrangementnaam
De Rhythm is voorgeprogrammeerd met een grote variatie aan arrangementen, inclusief het geluid van een gewone metronoom. Raadpleeg “Lijst van arrangementen/patronen” (p. 206) voor meer informatie over de voorgeprogrammeerde arrangementen.
37
Een song opnemen/weergeven
Preset arrangements (P) De preset arrangements bevatten voorgeprogrammeerde data. U kunt hun instellingen niet wijzigen en u kunt ook geen nieuwe preset arrangements maken. Song arrangements (S) U kunt song arrangements schrijven. De data voor deze song arrangements worden wel samen met de songdata op de geheugenkaart opgeslagen. fig.00-420
BR-900CD
Geheugenkaart
Het tempo van de arrangementen of patronen wijzigen U kunt het tempo van het weergegeven arrangement of patroon tijdelijk wijzigen door de volgende procedure uit te voeren terwijl het Play-scherm wordt weergegeven. * De tempo-instelling van het arrangement is tijdelijk uitgeschakeld. 1. Druk op [CURSOR] om de cursor op "TEMPO" te zetten op de display.
Song
Preset Arrangement
Song Arrngement
2. Pas het tempo aan met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.00-421d
Tempo
3. Keer naar het Play-scherm terug met [EXIT].
Patronen wijzigen 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF], totdat de indicator knippert. fig.00-420a
* De tempowijziging is slechts van tijdelijke aard. Raadpleeg “Het tempo van de arrangementen of patronen veranderen” (p. 122) om het daadwerkelijke tempo van het arrangement te wijzigen. * Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
2. Selecteer een patroon. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om de Preset/Song en het nummer te kiezen. fig.00-420bd
P: Preset / S: Song Nummer Patroonnaam
Tikken om het tempo van patronen of arrangementen te wijzigen U kunt het tempo van een arrangement of een patroon tijdelijk wijzigen door de timing waarmee u op [TAP] tikt. Tik vier keer of meer op [TAP] om het tempo van een arrangement of een patroon te wijzigen. De timing van uw tikken wordt het nieuwe tempo. * De tempo-instelling van het arrangement is tijdelijk uitgeschakeld.
Preset patterns (P) De preset patterns bevatten voorgeprogrammeerde data. U kunt hun instellingen niet wijzigen en u kunt ook geen nieuwe voorgeprogrammeerde patronen maken. Song patterns (S) U kunt song patterns schrijven. De data voor deze song patterns worden wel samen met de songdata op de geheugenkaart opgeslagen. fig.00-420c
BR-900CD
Geheugenkaart Song
Preset Pattern
Song Pattern
3. Keer naar het Play-scherm terug met [EXIT].
38
fig.00-422
* De tempowijziging is slechts van tijdelijke aard. Raadpleeg “Het tempo van de arrangementen of patronen veranderen” (p. 122) om het daadwerkelijke tempo van het arrangement te wijzigen. * Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
Een song opnemen/weergeven
(7) Basisrichtlijnen voor opname
fig.00-425
(Opname in mono)
Het spoor voor opname selecteren 1. Druk op REC TRACK [1] – [7/8] om het opnamespoor te selecteren.
(Opname in stereo)
Als de toets rood knippert, is dat spoor klaar voor opname. fig.00-423
INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL] branden U kunt de status van elk spoor afleiden van de indicator op de toets. Uit:
Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen:
Het spoor bevat opgenomen data.
Rood:
Het spoor is geselecteerd voor opname.
Als u een spoor met data voor opname selecteert, brandt de indicator afwisselend oranje en groen.
fig.00-424
of
of
Aangezien de input stereo is, gebeurt de opname normaal gezien op twee sporen. Druk op REC TRACK [1] of [2] om sporen 1 en 2, of op [3] of [4] om sporen 3 en 4 te selecteren. Als u echter het linker- en rechterkanaal van de input wilt samenvoegen op één spoor, terwijl sporen 1 en 2 geselecteerd zijn, drukt u nogmaals op REC TRACK [1] om spoor 1 te selecteren. Op dezelfde manier kunt u gelijk welk spoor van 1 tot 6 selecteren als opnamespoor. Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd stereo-opnamen produceren.
Aangezien de input mono is, wordt de opname normaal gezien als mono-opname op één spoor uitgevoerd. Kies een opnamespoor met REC TRACK [1] tot [6].
Over de opnamefuncties (REC MODE)
Als u in stereo wilt opnemen om de impact van inserteffecten te vergroten, kunt u tegelijkertijd de REC TRACKtoetsen [1] en [2], [3] en [4] of [5] en [6] indrukken voor een stereo-opname op twee sporen.
De opnamen op de BR-900CD zijn onderverdeeld in drie hoofdfuncties. Gebruik steeds de meest geschikte functie om uw song te voltooien.
Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd stereo-opnamen produceren.
fig.00-427
INPUT 1 2 3 . . . 8
Gitaar Bas Zang
BOUNCE 1 2
L R
Afmixen naar twee sporen
MASTERING 1 2
L R
Afwerking van de song met geoptimaliseerde niveaus
Keyboard
39
Snelle start
INPUT SELECT [GUITAR/BASS/MIC2] of [MIC] branden
fig.00-426
Een song opnemen/weergeven
INPUT: Alleen de geluiden van instrumenten of van andere inputbronnen worden op de sporen opgenomen. Geluiden die vanaf andere sporen worden gespeeld, worden niet opgenomen.
Procedure fig.00-428a
1
BOUNCE: Terwijl de geluiden op verschillende sporen worden weergegeven, worden ze samen op een ander spoor opgenomen. Met de bounce-functie kunt u acht sporen tegelijkertijd afspelen en ze allemaal op één enkel, afzonderlijk virtueel spoor (V-Track) opnemen. Als de input-bron met INPUT SELECT is geselecteerd, kunt u ook die geluiden aan de opname toevoegen. U kunt verder ook nog geluiden van de Rhythm-functie aan de opname toevoegen. U kunt ook het CD-R/RW-station als bestemming voor de opname selecteren (p. 59).
4 3 2 1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de display "INPUT" als REC MODE verschijnt. fig.00-428d
MASTERING: Hiermee past u de "Mastering Tool Kit" toe op de twee sporen waarop een bounce-opname van andere sporen is gemaakt, om ze af te werken tot een song met geoptimaliseerde niveaus (volume). * Hier kunt u de Rhythm-functie niet gebruiken.
Wat is een Mastering Tool Kit? Als u een audio-cd van uw opgenomen songs maakt of als u op een MD of gelijksoortige media opneemt, moet u het algemene volume beperken, zodat zelfs de luidste passages van de songs passend op de cd of de MD kunnen worden verwerkt. Vaak resulteert dit echter in een algemene verlaging van het volume, waardoor uw cd of uw MD een tamme en expressieloze indruk maakt. Bovendien kan het geluid in het lage frequentiegebied, waarvoor het menselijke gehoor niet zo gevoelig is, vrij zacht klinken, hoewel de meter het maximale niveau aangeeft. Dit maakt het ook moeilijk om dynamische geluiden te maken. Met de "Mastering Tool Kit" kunt u de verschillen in volume, die in de loop van een song optreden, uitvlakken en ook de balans in het lage bereik corrigeren. We raden u aan om songs pas in het eindstadium met de Mastering Tool Kit af te mixen. “Mastering” (p. 102) “Lijst van Mastering Tool Kit patches” (p. 205)
40
2. Druk op [REC]. [REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby voor opname. fig.00-429
Knippert
3. Druk op [PLAY]. De [REC]- en REC TRACK-toetsen knipperen niet meer, maar blijven branden. De opname begint. fig.00-430
Brandt
4. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname. De REC TRACK-toets knippert afwisselend oranje en groen, als teken dat het spoor opgenomen data bevat. * U kunt opgenomen geluiden die korter zijn dan één seconde niet afspelen. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Een song opnemen/weergeven
(9) Overdubben (een extra uitvoering opnemen terwijl u naar een bestaande uitvoering luistert)
Hoe de sporen georganiseerd zijn De BR-900CD is voorzien van acht audiosporen die u kunt gebruiken voor opname en weergave. Sporen 1 tot en met 6 zijn onafhankelijke monosporen. Sporen 7 en 8 zijn met elkaar verbonden als stereosporen. Sporen 7 en 8 zijn vast ingesteld als respectievelijk linker- en rechterspoor, terwijl fader-bewegingen, loopeffecten en andere processen op beide sporen samen worden toegepast. Hierdoor vormen deze twee sporen een handige bestemming voor bouncing (p. 58). Sporen 7 en 8 fungeren ook als speciale masteringsporen tijdens de mastering (p. 102).
De sporen waarvoor de REC TRACK-toets groen oplicht (of afwisselend oranje en groen), zijn sporen die reeds opgenomen data bevatten. Het proces waarbij u naar een eerder opgenomen uitvoering luistert, terwijl u extra materiaal op een ander spoor opneemt, wordt "overdubben" genoemd. Door de bas, gitaar en zangpartijen op verschillende sporen op te nemen, kunt u vervolgens het volume van elk instrument ten opzichte van elkaar aanpassen, de links-rechtsbalans wijzigen, gegevens uitwisselen en andere functies uitvoeren. fig.00-434a
Daarnaast, en los van de audiosporen, heeft de BR-900CD ook speciale stereosporen voor de weergave van de interne ritmes (p. 37).
1. Druk op [ZERO] om naar tijdspositie 00:00:00-00.0 te gaan. fig.00-431
5 4 3
1
2
1. Kies een opnamespoor met REC TRACK [1] tot [7/8].
2. Druk op [PLAY]. Met de TRACK-faders kunt u het volume voor elke spoor individueel regelen.
Het geluid van specifieke sporen uitzetten (Track Mute) Houd tijdens de weergave [DELETE/MUTE] ingedrukt en druk op een REC TRACK-toets die afwisselend oranje en groen, of volledig groen brandt. De REC TRACK-toets begint oranje of groen te knipperen en het geluid van dat spoor wordt uitgeschakeld (mute). Als u deze handeling herhaalt, keert de toets terug naar haar vorige status en hoort u het geluid van het spoor opnieuw. fig.00-433
Door voor de opname een ander spoor te kiezen dan datgene waarop u eerder hebt opgenomen, kunt u een nieuwe partij opnemen, terwijl u naar de eerder opgenomen partij luistert. U kunt de status van elk spoor afleiden van de indicator op de toets. Uit:
Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen:
Het spoor bevat opgenomen data.
Rood:
Het spoor is geselecteerd voor opname.
Als u een spoor met data voor opname selecteert, brandt de indicator afwisselend oranje en groen. * Als u voor opname een spoor kiest, waarop al data staan (waarvan de REC TRACK-toets groen verlicht is), licht de indicator afwisselend oranje en groen op, en overschrijft de nieuwe muziek de eerder opgenomen data. 2. Pas de faders zo aan dat de weergegeven sporen op een passend niveau staan. 3. Druk op [REC]. [REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby voor opname.
41
Snelle start
(8) Opgenomen muziek weergeven
Een song opnemen/weergeven
4. Druk op [PLAY]. De indicators van de [REC]- en REC TRACK-toetsen veranderen van knipperend in rood naar constant verlicht, en de opname begint.
(10) Het geluid voor elk spoor regelen
[PLAY] licht op.
U kunt de toon, de paninstelling en de volumebalans voor elk spoor afzonderlijk regelen.
Enkel wat u momenteel inspeelt, wordt opgenomen op het nieuwe spoor. De muziek van de weergegeven sporen wordt niet mee opgenomen.
De links-rechtspositie (pan) van het geluid instellen
* Als u tijdens de opname het volume van de input-bron verlaagt met de INPUT LEVEL-draaiknop, dan wordt het geluid met een lager volume opgenomen op het audiospoor, zodat er meer ruis te horen is wanneer u het audiospoor weergeeft bij een hoger volume. Gebruik de TRACK-fader voor de individuele sporen om het volume van de weergegeven muziek te wijzigen. 5. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname. * U kunt opgenomen geluiden die korter zijn dan één seconde niet afspelen.
1. Druk op [PAN/EQ]. fig.00-434b
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PAN" te zetten en druk op [ENTER]. Het scherm met de paninstellingen verschijnt. fig.00-434d
Enkele tips voor overdubben Wanneer u nieuw materiaal opneemt terwijl u reeds opgenomen sporen beluistert, zou het kunnen dat de nieuwe partij overstemd wordt door de andere sporen, wat voor u het spelen bemoeilijkt. In dat geval kunt u de faders van de weergavesporen iets lager zetten, of de weergavesporen naar links (of rechts) pannen en de partij die u inspeelt naar rechts (of links), zodat u zichzelf beter hoort spelen.
“De links-rechtspositie (pan) van het geluid instellen” (p. 42) “De positie van het input-signaal wijzigen (Pan)” (p. 49)
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/ VALUE-draaiknop om de paninstellingen van elk spoor te wijzigen. * Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het spoor dat bij de ingedrukte toets hoort. * Door op [ENTER] te drukken, stelt u dit in op "C00" (midden). 4. Druk op [EXIT] (of [PAN/EQ]) om naar het Play-scherm terug te keren.
Sporen 7 en 8 zijn stereosporen en alle paninstellingen die u maakt, gelden voor de beide sporen samen. • Bij de instelling "C00": spoor 7 wordt links gepand en spoor 8 wordt rechts gepand. • Bij de instelling "L50": sporen 7 en 8 worden beide links gepand. • Bij de instelling "R50": sporen 7 en 8 worden beide rechts gepand.
42
Een song opnemen/weergeven
De toon aanpassen (Track EQ) "Track EQ" is een onafhankelijke 2-bands equalizer voor elk spoor waarmee u de tonale kwaliteiten van hoge en lage frequenties afzonderlijk kunt instellen. 1. Druk op [PAN/EQ]. fig.00-435a
Breedte aan het geluid toevoegen (Loop-effect) De BR-900CD bevat chorus, delay en doubling (elk van deze drie effecten kan op ieder willekeurig moment worden geselecteerd) als loop-effecten, en tevens reverb. Met die effecten kunt u het geluid veel ruimer laten klinken.
Wat is een loop-effect?
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EQ" te zetten en druk op [ENTER]. Het scherm met de EQ-instellingen verschijnt. fig.00-435d
Effecten die verbonden zijn met de send en return van mixereffecten, noemen we "loop-effecten". U kunt de diepte van het effect aanpassen door het verstuurniveau (send) van elk mixerkanaal (gelijk aan de sporen van de BR-900CD) te wijzigen. Aangezien elk spoor zijn eigen verstuurniveau heeft, kunt u de diepte individueel regelen. Zo kunt u bijvoorbeeld een diepe reverb op de zang zetten en een lichte reverb op de drums, of gelijk welke andere combinatie. In tegenstelling tot insert-effecten (p. 35), die op specifieke geluiden worden toegepast, worden loop-effecten op het hele spoor toegepast. * U kunt chorus, delay en doubling niet gelijktijdig gebruiken. U kunt een van deze drie effecten selecteren als de loop-effecten in gebruik zijn.
Snelle start
1. Druk op [LOOP EFFECTS]. fig.00-437a
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/ VALUE-draaiknop om elke Track EQ in of uit te schakelen. * Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het spoor dat bij de ingedrukte toets hoort.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CHO/DLY" of "REV" te zetten en druk op [ENTER]. fig.00-437d
4. Druk bij het wijzigen van de EQ-instellingen meermaals op CURSOR [ ] om het parameterscherm op te roepen en gebruik vervolgens de [CURSOR] en TIME/VALUE-draaiknop om de waarde van de instelling te wijzigen. fig.00-436d
Raadpleeg “Track EQ-parameterfuncties” (p. 112) voor meer informatie over deze instellingen.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] totdat "FX Type" of "Type" wordt weergegeven, en draai vervolgens aan de TIME/ VALUE-draaiknop om het loop-effect te selecteren.
5. Druk als u alles hebt ingesteld op [EXIT] (of [PAN/EQ]) om terug te keren naar het Play-scherm.
43
Een song opnemen/weergeven
Wanneer u CHO/DLY gebruikt. Kies uit "CHORUS", "DELAY" of "DBLN" (doubling).
6. Pas met de CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop het verstuurniveau van elk spoor aan.
fig.00-438d
* Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het spoor dat bij de ingedrukte toets hoort. Het "verstuurniveau" is het volumeniveau van het signaal dat van elk respectievelijk spoor naar elk effect wordt verzonden. U kunt de hoeveelheid toegepast effect wijzigen door het verstuurniveau aan te passen. Wanneer u REV gebruikt. Kies uit "HALL" of "ROOM". fig.00-439d
4. Als u de instellingen voor het geselecteerde effect wilt wijzigen, drukt u CURSOR [ ] [ ] om de parameter te selecteren. Vervolgens brengt u de wijziging aan met de TIME/VALUE-draaiknop.
Het verstuurniveau voor elk spoor wordt ook op de onderste rij van de display weergegeven. fig.00-443d
Send level van elk spoor
7. Nadat het verstuurniveau is aangepast, drukt u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
fig.00-440d
U kunt elke keer dat u [LOOP EFFECTS] indrukt, in de volgende volgorde tussen verschillende schermen wisselen. Loop Effects-selectiescherm → Send Level-scherm → Type-scherm → Play-scherm
Raadpleeg “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111) voor meer informatie over deze instellingen. 5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om het scherm voor de Send Level-instellingen weer te geven. Wanneer u CHO/DLY gebruikt. fig.00-441d
Wanneer u REV gebruikt. fig.00-442d
44
Een song opnemen/weergeven
(11) Bouncing
4. Druk op [PLAY]. De [REC]- en REC TRACK-toetsen knipperen niet meer rood, maar blijven branden. De opname begint.
Meerdere sporen samenvoegen fig.00-444a
fig.00-447
Brandt
1
2
2
5. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Om klaar te zijn voor verdere opnamen na het voltooien van bouncing, schakelt de BR-900CD automatisch over naar een lege V-Track op de bounce-bestemming.
5 4 3 1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de display "BOUNCE" als REC MODE staat aangegeven. fig.00-444d
Opnamebestemming
Na het bouncen naar twee sporen, kunt u de "Mastering Tool Kit" gebruiken om in de hele song variaties in volume weg te werken en de juiste balans bij de lage tonen te creëren. Raadpleeg hiervoor “Mastering” (p. 102).
Snelle start
(12) Het toestel uitzetten ■:
V-Tracks met opgenomen data.
❐:
V-Tracks zonder opgenomen data.
“Wat zijn V-Tracks?” (p. 14) 2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om het spoor of de V-Track waarop u wilt opnemen, te selecteren.
U kunt ook het CD-R/RW-station als bestemming voor de opname selecteren. Raadpleeg voor meer informatie “Direct naar een CD-R/RW bouncen (Direct CD Bounce)” (p. 59). 3. Druk op [REC]. [REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby voor opname. fig.00-446
Volg voor het uitzetten van het toestel de procedure in “Het toestel uitzetten” (p. 28).
Stop alle opnamen voor u de BR-900CD uitzet. Als u tijdens weergave/opname met een geheugen-kaart de BR-900CD uitzet, kunnen de opgenomen data, de mixerinstellingen en de effect patch data verloren gaan.
(13) De geheugenkaart verwijderen Voor u een geheugenkaart verwijdert, moet u de BR-900CD eerst uitzetten. Als u een geheugenkaart verwijdert terwijl het toestel aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart vernietigen of de geheugenkaart onbruikbaar maken.
Knippert
45
MEMO
46
Hoofdstuk 1 Opnemen en weergeven
47
Opnemen Het opnamespoor selecteren 1. Druk bij REC TRACK op [1]–[7/8] om het opnamespoor te selecteren.
Als INPUT SELECT [GUITAR/BASS/MIC2] of [MIC] branden fig.01-102
Als de toets rood knippert, is dat spoor klaar voor opname. fig.01-101
of
U kunt de status van elk spoor afleiden van de indicator op de toets. Uit:
Het spoor bevat geen opgenomen data.
Groen:
Het spoor bevat opgenomen data.
Rood:
Het spoor is geselecteerd voor opname.
Als u een spoor met data selecteert voor opname, brandt de indicator afwisselend oranje en groen.
Aangezien de invoer mono is, wordt de opname normaal gezien als mono-opname op één spoor uitgevoerd. Kies een opnamespoor met REC TRACK [1] tot [6]. Als u in stereo wilt opnemen of het effect van insert-effecten wilt vergroten, kunt u tegelijkertijd de REC TRACK-toetsen [1] en [2], [3] en [4] of [5] en [6] indrukken voor een stereoopname op twee sporen. Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd stereo-opnames produceren. fig.01-103
(Opname in mono)
(Opname in stereo)
Als INPUT SELECT [LINE] of [SIMUL] branden fig.01-104
of
Aangezien de input stereo is, gebeurt de opname normaal gezien op twee sporen. Druk op REC TRACK [1] of [2] om sporen 1 en 2, of op [3] of [4] om sporen 3 en 4 te selecteren. Als u echter het linker- en rechterkanaal van de input wilt samenvoegen op één spoor, terwijl sporen 1 en 2 geselecteerd zijn, drukt u nogmaals op REC TRACK [1] om spoor 1 te selecteren. Op dezelfde manier kunt u gelijk welk spoor van 1 tot 6 selecteren als opnamespoor. Bovendien zijn sporen 7/8 stereosporen zodat ze altijd stereo-opnamen produceren.
48
Opnemen
De BR-900CD is een 8-sporen multitrack recorder en elk spoor bestaat uit acht V-Tracks. U kunt elke V-Track gebruiken voor opname of weergave. Dankzij die talrijke V-Tracks kunt u de BR-900CD dus gebruiken alsof het een 64-sporen multitrack recorder is. Dit laat vele toepassingsmogelijkheden toe. U kunt bijv. een take van een gitaarsolo of zangpartij opnemen en daarna een andere take zonder dat u de eerste take hoeft te wissen. Vervolgens kunt u gewoon de stukjes die u nodig hebt, uit de V-Tracks plukken en ze samenvoegen op één spoor.
“De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)” (p. 67)
De positie van het inputsignaal wijzigen (Pan) Wanneer u nieuw materiaal opneemt terwijl u eerder opgenomen sporen beluistert, zou het kunnen dat de nieuwe partij overstemd wordt door de andere sporen, wat voor u het spelen bemoeilijkt. Als dat het geval is, kunt u de positionering (of panning) van de INPUT (het instrument dat u bespeelt) wijzigen, en het zo opnemen dat het niet door andere signalen wordt overstemd. 1. Druk op [PAN/EQ]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PAN" te zetten en druk op [ENTER]. Het scherm met de Pan-instellingen verschijnt.
1. Druk op [V-TRACK].
fig.01-107d
fig.01-105
Het V-Track Selection-scherm verschijnt. Op dit scherm verschijnen de nummers van de V-Tracks die voor elk spoor zijn geselecteerd. fig.01-106d
3. Druk op CURSOR [
■:
V-Tracks met opgenomen data.
❐:
V-Tracks zonder opgenomen data.
] om "IN" weer te geven.
fig.01-108d
2. Selecteer het spoor dat u wilt wijzigen met REC TRACK [1]–[7/8]. * U kunt sporen ook met CURSOR [
][
] selecteren.
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop een andere V-Track. 4. Wanneer u een andere V-Track hebt geselecteerd, drukt u op [V-TRACK] (of [EXIT]) om terug te keren naar het Play-scherm.
4. Regel de Pan-instelling met de TIME/VALUEdraaiknop. De Pan-instellingen die u hier maakt, worden automatisch toegepast op het spoor waarop u opneemt, zodat u na de opname het spoor kunt beluisteren met dezelfde panning als waarmee het werd opgenomen. 5. Druk op [PAN] (of [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
Pan de weergavesporen naar links (of rechts), en het geluid dat u speelt naar rechts (of links) om uzelf beter te kunnen horen.
49
Hoofdstuk 1
Een andere V-Track kiezen
Opnemen
Opnamefuncties 1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de display "INPUT" als REC MODE staat aangegeven. fig.01-109d
* De volgende functies kunnen niet worden gebruikt of zijn uitgeschakeld, als de recorder in gebruik is (tijdens opname en weergave). • Patronen opnemen • Arrangementen bewerken • Drumkits selecteren • Het USB-scherm oproepen • Het Tone Load-scherm oproepen • Het Song Selection-scherm oproepen • Het Song New-scherm oproepen
2. Druk op [REC].
• Het Song Information-scherm oproepen
[REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby voor opname.
• Het Edit Song-scherm oproepen • Sporen editen
fig.01-110
Knippert
• Het Sync-scherm oproepen • Het Initialize-scherm oproepen • Het CD-R/RW-station bedienen
3. Druk op [PLAY]. De [REC]- en REC TRACK-toetsen knipperen niet meer, maar blijven branden. De opname begint. fig.01-111
Brandt
4. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met de opname. De REC TRACK-toets knippert afwisselend oranje en groen, als teken dat het spoor opgenomen data bevat. * U kunt opgenomen geluiden die korter zijn dan één seconde niet afspelen. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
50
De herhalende weergave (Repeat) 2. Registreer na de repeat start-positie (A) ook de repeat end-positie (B).
De positie in de song waar [REPEAT] een eerste keer wordt ingedrukt, noemen we de repeat start-positie (A) en de
fig.01-203
Ga naar de positie waar u wilt dat de herhaling eindigt, en druk op [REPEAT].
positie waar [REPEAT] een tweede keer wordt ingedrukt, noemen we de repeat end-positie (B). Het fragment tussen deze twee punten wordt dan steeds herhaald. fig.01-201
Deze positie wordt als repeat end-positie (B) ingesteld.
Repeat
De [REPEAT]-indicator begint te knipperen, zodat u weet dat de repeat eindpositie (B) is geregistreerd. Tijd Repeat Start (A)
Repeat End (B)
Druk opnieuw op [REPEAT] om de repeat-functie te stoppen. De begin- en eindposities worden gewist.
Het repeat-fragment instellen 1. Voer de repeat start-positie (A) in. Ga naar de positie waar u de herhalende weergave wilt beginnen en druk op [REPEAT]. fig.01-202
Om de registratie opnieuw te doen drukt u nogmaals op [REPEAT]. De [REPEAT]-indicator gaat uit en de geregistreerde beginpositie (A) en eindpositie (B) worden gewist. Druk vervolgens opnieuw op [REPEAT] en registreer de gewenste beginpositie (A) en eindpositie (B). * De beginpositie (A) en de eindpositie (B) van de herhalende weergave moeten minstens één seconde uit elkaar liggen. U kunt de eindpositie niet op minder dan één seconde van de beginpositie instellen. * Drukt u op [REPEAT] drukt voor de repeat start-positie (A), dan wordt die eerdere positie als repeat start-positie (A) ingesteld. 3. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC] als u de instellingen in de geselecteerde song wilt bewaren.
Deze positie wordt als repeat start-positie (A) ingesteld. De [REPEAT]-indicator begint te knipperen, zodat u weet dat de repeat start-positie (A) is geregistreerd. Als u deze beginpositie opnieuw wilt registreren, kunt u ze wissen door op [REPEAT] te drukken wanneer de huidige tijdspositie op de repeat start-positie (A) staat.
“De huidige instellingen van de song opslaan (Song Save)” (p. 79) * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Als de huidige tijdspositie zich na de repeat start-positie (A) bevindt, drukt u tweemaal op [REPEAT] om de registratie te annuleren. De [REPEAT]-indicator gaat uit en de geregistreerde startpositie (A) en eindpositie (B) worden gewist.
51
Hoofdstuk 1
Met de repeat-functie kunt u een specifieke passage herhaaldelijk weergeven. Door de weergave te herhalen, kunt u de balans van de mix controleren of loop-opnamen (p. 56) maken met de punch in/out-functies.
De herhalende weergave (Repeat)
Het repeat-fragment met precieze timing instellen Normaalgesproken worden de begin- en en eindpositie van de repeat precies ingesteld op de positie waar [REPEAT] wordt ingedrukt. Hierdoor kan het voor u moeilijk zijn om het repeat-fragment precies zo in te stellen als u wilt. Als dit het geval is, kunt u de quantize-functie gebruiken om de tijd waarop [REPEAT] wordt ingedrukt, aan de timing van de song aan te passen. Met behulp van deze quantize-functie kunt u de timing in eenheden van één maat instellen. Voer de onderstaande procedure uit om de meetfunctie te gebruiken. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER]. fig.01-204d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "AB Qtz" te selecteren, en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de instelling in te schakelen. Als deze op uit staat, werkt de quantize-functie niet. fig.01-205d
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * Als u het tempo wijzigt nadat u de quantize-functie hebt ingesteld in een repeat-fragment, kan dit in de timing tegenstrijdigheden veroorzaken tussen de begin- en de eindpositie van de repeat en het begin en het einde van maten. * U kunt het repeat-fragment op één maat instellen door op dezelfde positie tweemaal op [REPEAT] te drukken.
52
Wanneer het repeat-fragment is ingesteld, kunt u de volgende functies gebruiken om de opgenomen spoordata te bewerken. • Het herhaalde deel kopiëren (p. 67) • Het herhaalde deel verplaatsen (p. 70) • Het herhaalde deel wissen (p. 73) Voordat u deze functies instelt, kunt u de quantizefunctie gebruiken om het repeat-fragment met precieze timing in te stellen.
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
Overschakelen naar opname tijdens de weergave van een song noemen we punch-in, en van opname terugkeren naar weergave, noemen we punch-out. Dus, punch-in op de positie waar u de nieuwe opname wilt beginnen, en punch-out op de positie waar u de nieuwe opname wilt beëindigen. fig.01-301
Manuele punch-in/out met de [REC]-toets De onderstaande uitleg, die dient als gebruiksvoorbeeld, gaat ervan uit dat u manueel punch-in/out uitvoert om een deel van spoor 1, een spoor waarop u al hebt opgenomen, opnieuw op te nemen. 1. Druk op REC TRACK [1]. REC TRACK [1] brandt afwisselend oranje en groen. 2. Zet de fader voor spoor 1 in onderstaande positie. fig.01-302
Weergave
Opname
Weergave Tijd
Start
Punch-In
Punch-Out
Stop
[PLAY]
[REC]
[REC]
[STOP]
Met uw BR-900CD kunt u kiezen uit manuele of automatische punch-in/out. * U kunt Undo (p. 57) gebruiken om de toestand voor de nieuwe opname te herstellen. * De data van voor de punch-in/out blijven op de geheugenkaart staan zonder gewist te worden. Als u deze data niet meer nodig hebt, kunt u Song Optimize (p. 78) gebruiken om onnodige gegevens van de geheugenkaart te verwijderen.
Manuele punch-in/out
3. Start de weergave en regel het volume van de inputbron met de INPUT LEVEL-toets. Beluister het opnieuw op te nemen spoor en de inputbron en regel met de INPUT LEVEL-knop het volume van de input-bron zodat dit hetzelfde is als dat van het spoor. 4. Ga naar een positie vóór het fragment dat u opnieuw wilt opnemen, en start de weergave met [PLAY]. 5. Druk op [REC] wanneer u de positie bereikt waar u de opname wilt starten. De BR-900CD start de opname.
U kunt punch-in/out uitvoeren via de toets op de BR-900CD of via een voetschakelaar. Als u op een instrument speelt, is het niet altijd zo vanzelfsprekend om de punch-in/out uit voeren via de toetsen van de BR-900CD. In zulke gevallen is het handiger om een voetschakelaar (apart verkrijgbaar; bijv. BOSS FS-5U, Roland DP-2, enz.) te gebruiken voor de punch-in/out. * Bij manuele punch-in/out moet u een interval van tenminste één seconde tussen de punch-in- en punch-out-posities laten.
6. Druk nogmaals op [REC] (of [PLAY]) om punch-out uit te voeren. Telkens als u op [REC] drukt, voert u punch-in of punchout uit. Als er wat verder in de song nog een fragment is dat u wilt overdoen, kan dat dus op dezelfde manier. 7. Druk op [STOP] om de opname te stoppen. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. 8. Beluister de nieuwe opname. Keer terug naar een positie vóór het opnieuw opgenomen fragment en druk op [PLAY]. Regel het volume van spoor 1 met de TRACK-fader.
53
Hoofdstuk 1
Het kan wel eens gebeuren dat u een foutje speelt bij het opnemen of dat het resultaat niet helemaal naar wens is. In dat geval kunt u via punch-in/out enkel fragmenten met fouten opnieuw opnemen.
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
Manuele punch-in/out met een voetschakelaar
Auto punch-in/out
Druk bij het gebruik van de voetschakelaar tijdens het afspelen van een song (manuele punch-in/out) eenmaal op de voetschakelaar om punch-in uit te voeren. Druk een tweede maal om punch-out uit te voeren.
Als u op exacte tijdsposities punch-in/out wilt uitvoeren of als u zich liever concentreert op uw instrument dan op de bediening van de BR-900CD, dan is de functie auto punchin/out zeer handig.
Een voetschakelaar gebruiken Wanneer u een voetschakelaar (BOSS FS-5U, Roland DP-2, enz.) gebruikt om punch-in/out uit te voeren, sluit u die aan op de FOOT SW-aansluiting van de BR-900CD, en wijzigt u de functie van de FOOT SW-aansluiting volgens onderstaande procedure. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER]. fig.01-303d
Automatische punch-in/out op vooraf bepaalde tijdsposities in de song noemen we "Auto punch-in/out".
Het fragment voor auto punchin/out afbakenen Alvorens u begint op te nemen, moet u de tijdsposities voor de automatische punch-in/out instellen. 1. Stel de punch-in-positie in. Ga naar de tijdspositie waar u punch-in wilt uitvoeren. Druk op AUTO PUNCH [IN] om die positie voor automatische punch-in te registreren. De AUTO PUNCH [IN]-indicator licht op, als teken dat de punch-in-positie geregistreerd is. fig.01-305
3. Druk op CURSOR [
][
] en selecteer "Foot SW".
fig.01-304d
* Als de AUTO PUNCH [IN]-indicator brandt, gaat u automatisch naar de ingestelde punch-in-positie wanneer u op deze knop drukt. 2. Stel de punch-out-positie in. Ga naar de tijdspositie waar u punch-out wilt uitvoeren. Druk op AUTO PUNCH [OUT] om die positie voor automatische punch-out te registreren. De AUTO PUNCH [OUT]-indicator licht nu op, als teken dat de punch-out-positie geregistreerd is.
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop en selecteer "PUNCH" (PUNCH IN/OUT).
fig.01-306
5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
* Als de AUTO PUNCH [OUT]-indicator brandt, gaat u automatisch naar de ingestelde punch-out-positie wanneer u op deze knop drukt.
Als u punch-in/out wilt uitvoeren op een eerder ingestelde locator-positie, drukt u op [LOCATOR] om naar de locatorpositie (p. 64) te gaan. Vervolgens drukt u op AUTO PUNCH [IN] of AUTO PUNCH [OUT].
54
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
■
■
Houd AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt en druk vervolgens op [IN] om een auto punch-in-positie te wissen. Houd AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt en druk op [OUT] om een auto punch-out-positie te wissen.
Als de instellingen gewist zijn, gaan de indicatoren van AUTO PUNCH [ON/OFF], [IN] en [OUT] uit. * Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC], als u de auto punch-in/out-instellingen in de geselecteerde song wilt bewaren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
6. Druk op [REC] om de BR-900CD in standby voor opname te zetten en druk dan op [PLAY]. De opname start automatisch bij de auto punch-inpositie, dus speel wat u wilt opnemen. Bij de punch-out-positie schakelt het spoor automatisch opnieuw van opname naar weergave. 7. Druk op [STOP] om de opname te stoppen. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. 8. Beluister de nieuwe opname. Spoel de song terug tot vóór het fragment dat u opnieuw hebt opgenomen en druk op [PLAY]. Regel het volume van spoor 1 met de TRACK-fader.
Hoe opnemen? Laten we ter illustratie aannemen dat u punch-in/out wilt toepassen op een fragment van spoor 1, een spoor waarop al een opname is gemaakt. 1. Druk op REC TRACK [1]. REC TRACK [1] licht afwisselend oranje en groen op. 2. Zet de fader voor spoor 1 in onderstaande positie. fig.01-307
3. Controleer dat de AUTO PUNCH [ON/OFF]-indicator niet brandt. Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF] om de indicator eventueel te laten uitgaan. 4. Start de weergave en regel het volume van de inputbron met de INPUT LEVEL-toets. Beluister het opnieuw op te nemen spoor en de inputbron en regel met de INPUT LEVEL-toets het volume van de input-bron zodat dit hetzelfde is als dat van het spoor. 5. Ga naar een positie voor het punt, waarop u wilt dat het opnieuw opnemen start, en druk op AUTO PUNCH [ON/OFF]. De indicator licht op, als teken dat de posities voor auto punch-in/out ingesteld zijn.
55
Hoofdstuk 1
Een geregistreerde auto punchin/out-positie wissen
Enkel de fouten corrigeren (Punch-in/out)
Herhaaldelijk over hetzelfde fragment opnemen (Loop Recording)
Hoe neemt u op?
Met de repeat-functie (p. 51) kunt u een bepaalde passage van een song (de loop-passage) telkens weer herhalen.
1. Druk op REC TRACK [1].
Als u auto punch-in/out samen met de repeat-functie gebruikt, dan wordt de passage herhaald zodat u het resultaat van de opname meteen hoort.
Laten we aannemen dat u punch-in/out wilt toepassen op een fragment van spoor 1, een spoor waarop al een opname is gemaakt.
REC TRACK [1] licht afwisselend oranje en groen op. 2. Zet de fader voor spoor 1 in onderstaande positie. fig.01-309
Als de opname niet klinkt zoals u had gewild, drukt u gewoon op [REC] en doet u de opname over. Dit gelijktijdige gebruik van repeat en auto punch-in/out om herhaaldelijk op te nemen, noemen we "loop recording". * Hoe u de op te nemen passage (de passage tussen de punch-inen de punch-out-positie) afbakent, leest u hierboven in "Auto punch-in/out".
De te herhalen passage instellen Voor u begint op te nemen, moet u de begin- en eindpositie van de te herhalen passage instellen. * De te herhalen passage moet het op te nemen fragment (het fragment tussen punch-in en punch-out) omvatten. fig.01-308
Repeat
Weergave
Opname
Punch-In
Beluister het opnieuw op te nemen spoor en de inputbron en regel het volume van de input-bron zodat dit hetzelfde is als dat van het spoor. 4. Druk op [STOP]. 5. Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF]. De indicator licht op, zodat u weet dat de auto punchin/out-posities zijn ingesteld. 6. Druk op [REC] als u klaar bent voor de opname, en druk vervolgens op [PLAY] om de opname te starten.
Weergave Tijd
Repeat Start (A)
3. Gebruik de repeat-functie (p. 51) om de weergave van de song te herhalen en regel het volume van de inputbron met de INPUT LEVEL-draaiknop.
Punch-Out Repeat End (B)
Als het op te nemen fragment niet volledig binnen de te herhalen passage valt, zal de opname misschien niet beginnen of eindigen zoals gewenst.
Nadat u [PLAY] indrukt, kunt u opnemen vanaf de eerste punch-in tot aan de punch-out. Neem de passage op de gewenste wijze op. Wanneer de song herhaald wordt, kunt u de nieuwe opname beluisteren. Als de opname niet naar wens is, drukt u op [REC] en neemt u opnieuw op. 7. Druk op [STOP] om de opname te stoppen. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. 8. Druk op [REPEAT] zodat de toetsindicator uitgaat. 9. Druk op AUTO PUNCH [ON/OFF] om de indicator te doen uitdoven.
56
Een opdracht annuleren (Undo/Redo)
De undo-functie maakt de laatst uitgevoerde handeling ongedaan en brengt u terug naar de toestand van vóór die
De laatste handeling omkeren (Undo)
Hoofdstuk 1
Het kan soms gebeuren dat het resultaat van uw opname niet naar wens is of dat u een bewerking doet met de verkeerde instellingen, en dat u uw handeling ongedaan wilt maken. Hiervoor kunt u de undo-functie gebruiken.
1. Druk op [UNDO/REDO]. "UNDO?" verschijnt. fig.01-401d
handeling. U kunt de undo weer ongedaan maken met de redo-functie. Bijvoorbeeld, stel dat u tijdens loop recording punch-in uitvoert en twee keer over dezelfde passage opneemt. Om de laatst gemaakte opname te annuleren en terug te keren naar de eerste opname, gebruikt u de undo-functie. Om de undo te annuleren en terug te keren naar de toestand van onmiddellijk na de tweede opname, zou u dan de redofunctie gebruiken. * Nadat u een undo hebt uitgevoerd, kunt u alleen maar een redo uitvoeren (u kunt niet nogmaals een undo uitvoeren). * Als u een opname maakt of Track Edit uitvoert nadat u een undo hebt uitgevoerd, kunt u niet langer een redo uitvoeren. * Undo’s gelden enkel voor audiodata opgenomen op de sporen. Wijzigingen aan de parameterinstellingen of aan andere data dan audiodata kunt u niet op deze manier herroepen. * Houd er rekening mee dat de lijst van alle uitgevoerde handelingen m.b.t. de opgenomen data, gewist wordt zodra u een Song Optimize (p. 78) uitvoert . Dit betekent dat u niet langer een undo kunt uitvoeren, nadat Song Optimize is uitgevoerd.
2. Druk op [ENTER] (YES) om de undo uit te voeren. Druk op [ENTER] om terug te keren naar de toestand voor de laatst uitgevoerde opname of edit. Als u besluit geen undo uit te voeren, dan drukt u op [EXIT] (NO).
De undo annuleren (Redo) Om een zopas uitgevoerde undo weer te annuleren, voert u een redo uit. 1. Druk op [UNDO/REDO]. 'REDO?' verschijnt. fig.01-402d
2. Druk op [ENTER] (YES) om de redo uit te voeren. De laatste rndo wordt geannuleerd. Als u besluit geen redo uit te voeren, dan drukt u op [EXIT] (NO).
57
Sporen samenvoegen (Bouncing) Hoewel u met de BR-900CD acht sporen tegelijk kunt weergeven, kan het toch gebeuren dat u te weinig vrije sporen hebt. Met de BR-900CD kunt u sporen vrijmaken door de opnamen van meerdere sporen samen te voegen op één spoor (V-Track). Dit heet "bouncing" (ook wel: bounce recording of ping-pong recording). Door op deze manier meerdere sporen te combineren, kunt u andere sporen vrijmaken voor de opname van extra uitvoeringen.
Ter illustratie mixen we in onderstaand voorbeeld de monoopname op sporen 1 en 2 en de stereo-opname op sporen 3 en 4 en bouncen we ze op V-Track 2 van sporen 3 en 4. 1. Stel de pan voor de sporen 1 en 2 naar wens in, voor spoor 3 helemaal links (L50) en voor spoor 4 helemaal rechts (R50).
“De links-rechtspositie (pan) van het geluid instellen” (p. 42)
Bij bouncing kunt u acht sporen tegelijkertijd weergeven, en ze allemaal op één afzonderlijke V-Track opnemen. Als u met INPUT SELECT input-bronnen hebt geselecteerd, kunt u die geluiden samen opnemen. Verder kunt u de geluiden van de Rhythm-functie aan de opname toevoegen. fig.01-601
TRACK 8-V1 TRACK 7-V1 TRACK 6-V1 TRACK 5-V1 TRACK 4-V1 TRACK 3-V1 TRACK 2-V1 TRACK 1-V1
INPUT
Sporen 1–8
TRACK 8-V2 TRACK 7-V2
2. Speel de song af en pas de volumes van de sporen 1 tot 4 aan met de REC TRACK-faders. Het algemene volume regelt u met de MASTER-fader. Zet het volume nu zo hoog mogelijk zonder dat het geluid vervormt. Verlaag de faders van de sporen die u niet wilt mixen. * Bij Bounce Recording kunt u de geluiden opnemen met inserteffecten (p. 84), loop-effecten (p. 108), Track-EQ (p. 110) of tooncorrectie (p. 114). Raadpleeg “Veranderen hoe de inserteffecten volgens de functie worden gebruikt” (p. 87) voor het gebruik van insert-effecten. 3. Druk op [STOP].
RHYTHM
Ritme
4. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de display "BOUNCE" als REC MODE staat aangegeven. De INPUT SELECT-indicator gaat uit en de input-bron wordt automatisch uitgeschakeld. Dit betekent dat de input-bron niet mee gemixt of opgenomen wordt tijdens Bounce Recording. * Als u echter wel een input-bron mee wilt opnemen, kunt u deze selecteren met [INPUT SELECT]. Op dit moment kunt u loopeffecten (p. 108) op het geluid van de input-bron toepassen.
Aparte V-Track 5. Als u het ritme ook in uw mix wilt opnemen, verhoogt u de Rhythm-fader. Verlaag de fader, als u het ritme niet wilt opnemen.
58
Sporen samenvoegen (Bouncing)
Stel dit in op "34V2" (V-Track 2 van sporen 3 en 4). fig.01-602d
Opnamebestemming
Direct naar een CD-R/RW bouncen (Direct CD Bounce) Met de BR-900CD kunt u data rechtstreeks naar een CD-R/RW bouncen in plaats van naar de audiosporen. Dit is handig om een kopie van songschetsen te bewaren na opname.
• Wanneer u sporen rechtstreeks naar een cd bouncet, kunt u Rhythm en Tone Load niet gebruiken. Enkel de audiosporen worden gebouncet. ■:
V-Tracks met opgenomen data.
❐:
V-Tracks zonder opgenomen data.
(bouncing bij een in mono-opname) Als u nu aan de TIME/VALUE-draaiknop draait, verschijnt het scherm waarin u het spoor voor monoopname kunt aangeven. fig.01-603d
• Omdat de karakteristieken van CD-R/RW’s nogal eens verschillen, kan een 100% foutloze schrijfprocedure niet worden gegarandeerd. Daarom kan het bouncen afgebroken worden als er een fout optreedt bij het wegschrijven naar de CD-R/RW. Gebruik deze functie nooit voor belangrijke opnames. 1. Gebruik een blanco CD-R/RW, of een CD-R/RW met data van de BR-900CD die nog niet gefinaliseerd is (p. 144). 2. Plaats de CD-R/RW op de lade. De indicator van het CD-R/RW-station knippert. Wacht tot de indicator niet meer knippert. 3. Druk meermaals op [REC MODE] tot de BOUNCEindicator oplicht.
7. Druk op [ZERO] om naar de tijdspositie 00:00:00-00.0 terug te keren. Druk nu achtereenvolgens op [REC] en [PLAY] om bounce recording te starten.
De BR-900CD schakelt over op de BOUNCE-functie. fig.01-604d
8. Druk op [STOP] wanneer u klaar bent met opnemen. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. 9. Zet alle TRACK-faders dicht behalve die voor sporen 3 en 4. Druk nu op [PLAY] en controleer de geluiden die naar sporen 3 en 4 zijn gebouncet.
4. Selecteer "CD" met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.01-605d
* De pan voor sporen 3 en 4, waarop de bounce recording werd gemaakt, is respectievelijk helemaal op links en rechts ingesteld. 10. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC] als u de instellingen in de geselecteerde song wilt bewaren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
* Als u een input-bron aan de bounce-opname wilt toevoegen, kunt u deze selecteren met [INPUT SELECT]. Raadpleeg “De input-bron selecteren en de opname naar een CD-R/RW bouncen” (p. 60).
59
Hoofdstuk 1
6. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om het spoor / de V-Track voor de opname te selecteren.
Sporen samenvoegen (Bouncing)
5. Druk op [REC]. De motor van het CD-R/RW-station start. De boodschap "Now Checking..." verschijnt. Deze boodschap verdwijnt zo'n tien seconden later. Dit geeft aan dat de voorbereidingen voor bouncing voltooid zijn.
• In tegenstelling tot een normale opname kunt u niet op [REC] (manuele punch-in) drukken nadat u eerst op [PLAY] hebt gedrukt. • Zodra u [REC] hebt ingedrukt, wordt op de cd een zone gecreëerd met ten minste één song. Zelfs als u nu op [STOP] drukt zonder sporen te bouncen, kan de song niet worden verwijderd. 6. Druk op [PLAY]. [PLAY] en [REC] gaan branden en het bouncen naar de CD-R/RW begint. De geluiden worden naar de CD-R/RW geschreven precies zoals ze worden weergegeven.
De input-bron selecteren en de opname naar een CD-R/RW bouncen U kunt tegelijkertijd de input-brongeluiden selecteren en opnemen wanneer u rechtstreeks naar een cd bouncet, net zoals wanneer u sporen op de gewone manier bouncet.
1. Voer stappen 1–4 uit van “Direct naar een CD-R/RW bouncen (Direct CD Bounce)” (p. 59). 2. Druk op een van de INPUT SELECT-toetsen om de gewenste input-bron te selecteren. De toets van de geselecteerde input-bron gaat branden en de geluiden van de input-bron worden hoorbaar. 3. Voer stap 5 en de daarop volgende stappen uit van “Direct naar een CD-R/RW bouncen (Direct CD Bounce)” (p. 59) Het geluid van de input-bron wordt gemixt met de geluiden die weergegeven worden van de sporen, en gebouncet naar de CD-R/RW.
7. Druk aan het einde van de song op [STOP]. Vervolgens verschijnt "Keep power on! Closing Track..." op de display. Wanneer de boodschap verdwijnt, is het bouncen voltooid. Het kan verschillende seconden duren voor u de volgende handeling kunt uitvoeren. 8. Om de resultaten van de bouncing te bekijken, speelt u de schijf af als een audio-cd (p. 143). 9. Om de gebouncete sporen te kunnen weergeven op een gewone cd-speler, moet u de schijf finaliseren (p. 144).
Als u een CD-R/RW finaliseert, kunt u de inhoud beluisteren op een gewone cd-speler, maar kunt u geen nieuwe sporen naar de schijf bouncen of schrijven. Finaliseer de schijf niet als u er nog andere sporen naar wilt bouncen of schrijven.
60
U kunt ook alleen maar het geluid van de input-bron naar de cd bouncen door de faders 1–6 en 7/8, en de RHYTHMfaders volledig dicht de zetten.
Met de BR-864/BR-532 gecreëerde songs inladen
Met de BR-864 gecreëerde songs inladen Bewaar de songdata die met de BR-864 werden aangemaakt, eerst op een geheugenkaart en plaats de geheugenkaart vervolgens in de BR-900CD.
Zodra u geïmporteerde songdata van de BR-864 opneemt, bewerkt of anders instelt, kunt u die songdata niet meer gebruiken op de BR-864. Als bescherming tegen ongewild opnemen of editen wordt song protect (p. 79) automatisch ingeschakeld voor geïmporteerde songdata van de BR-864. Als u het niet erg vindt dat u de songdata niet meer kunt gebruiken op de BR-864, kunt u song protect uitschakelen en de nodige opnamen of edits uitvoeren. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor op "SEL" te zetten en druk op [ENTER]. Het Song Select-scherm verschijnt. Het Song Protect-pictogram (
) wordt weergegeven
voor songs van de BR-864.
Om op te nemen of te editen moet u song protect uitschakelen (p. 79). Wanneer u song protect uitschakelt, verschijnt "Overwrite OK?" op de display. Druk op [ENTER] (YES). Song protect wordt uitgeschakeld en tegelijkertijd worden de data geconverteerd naar het BR-900CD-formaat. Na deze stap kunnen de songdata niet meer worden gebruikt op de BR-864.
Met de BR-532 gecreëerde songs inladen Wanneer u songdata die met de BR-532 van SmartMedia werden gecreëerd, kopieert naar een BR-900CD-geheugenkaart, kunt u de data inladen als een BR-900CD-song.
Om BR-532-data te kunnen lezen moet u beschikken over een pc met een SmartMedia-lezer en een CompactFlash-schrijver. Kopieer de data op de BR-532-geheugenkaart (SmartMedia) eerst naar de pc met de SmartMedia-lezer. Kopieer de data vervolgens met de CompactFlash-schrijver van de pc naar een BR-900CD-geheugenkaart. Plaats vervolgens de geheugenkaart met de kopie van de gewenste data in de BR-900CD. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ]om de cursor op "SEL" te zetten en druk op [ENTER]. Het Song Select-scherm verschijnt.
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de data die u wilt inladen. 4. Druk op [ENTER].
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de data die u wilt inladen. 4. Druk op [ENTER]. De songdata worden ingeladen.
De songdata worden ingeladen.
Patches met het "Guitar Synth"-algoritme van de BR-864 worden bij het inladen vervangen door "P001".
De data blijven in het BR-532-formaat meteen na het inladen. Wanneer u de geladen song bewaart, worden de data geconverteerd (p. 79) naar het BR-900CD-formaat.
De "Harmonist" van de BR-864 wordt bij het inladen vervangen door "Flanger".
61
Hoofdstuk 1
U kunt songs die u met de BR-864 of de BR-532 hebt aangemaakt, inladen in de BR-900CD via geheugenkaarten.
De songinformatie weergeven De resterende beschikbare opnametijd weergeven
Het verbruik van de geheugenkaart weergeven
Volg de onderstaande procedure om de verstreken opnametijd in de Recording Standby- en Recordingschermen weer te geven.
Volg de onderstaande procedure om de huidige toestand van de geheugenkaart weer te geven. 1. Druk op [UTILITY].
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INF" te zetten en druk op [ENTER]. fig.01-904d
fig.01-901d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Remain Inf" te selecteren en selecteer "ON" met de TIME/VALUEdraaiknop. fig.01-902d
3. Druk op CURSOR [ ] [ parameter te selecteren.
] om de gewenste
Naam van de geselecteerde song fig.01-905d
ON:
Geeft de resterende beschikbare opnametijd weer in "minuten: seconden".
OFF:
Geeft de resterende beschikbare opnametijd niet weer.
Datatype en geheugengebruik van de song (in MB) fig.01-906d
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * Als u in het Play-scherm op [REC] drukt en de BR-900CD in standby voor opname zet ([REC] knippert), wordt de resterende opnametijd weergegeven in het TIME-gedeelte. fig.01-903d
Datatype (opnamemethode) HiFi: (MT2): Opname van hoge kwaliteit STD (LV1): Standaardopname LONG (LV2): Lange opname Resterend geheugen fig.01-907d
* De omvang van de song wordt uitgedrukt in eenheden van 1M (= 1.000.000 bytes). De getoonde cijfers zijn bij benadering. 4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
62
Hoofdstuk 2 Bewerken
63
Tijd registreren (Locator) Met de locator-functie kunt u elke gewenste tijdspositie in een song als een "locatorpunt" registreren, zodat u later met één druk op de knop naar dat punt kunt verspringen. Deze functie is bijzonder handig bij het editen.
Een locatorpunt registreren 1. Ga in het Play-scherm naar de plaats waar u het locatorpunt wilt registreren. 2. Druk op [LOCATOR]. Als de [LOCATOR]-indicator oplicht, is de registratie voltooid. fig.02-101
Naar het locatorpunt verspringen 1. Druk op [LOCATOR]. Hiermee gaat u naar de tijdspositie in de song die als locatorpunt is geregistreerd.
Een locatorpunt verwijderen 1. Houd AUTO PUNCH [ON/OFF] ingedrukt en druk op [LOCATOR]. Het locatorpunt wordt verwijderd.
64
Begin- en eindposities zoeken (Scrub/Preview) Scrub-functie Tijdens het bewerken van een geluid dient u soms exact te weten, waar het geluid begint of waar de opname precies met een auto punch-in begint.
Wanneer u de scrub-functie tijdens het weergeven gebruikt (dit wordt "scrubben" genoemd), wordt het gedeelte van uw opname voor of na de huidige positie (ongeveer 45 msec) afgespeeld en herhaald.
Preview-functie Met de preview-functie kunt u een fragment van 1 seconde voor of na de huidige tijdspositie beluisteren. Als u dit combineert met de scrub-functie en tegelijk uw huidige tijdspositie langzaam verschuift, wordt het eenvoudig om het exacte overgangspunt van de ene frase naar de volgende te vinden.
1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [PLAY]. De [PLAY]-indicator begint te knipperen en het "scrubben" begint. Nu worden de level meters van Spoor 1-7/8 weergegeven. De " " (SCRUB TO) en " " (SCRUB FROM), die in het TEMPO-gedeelte van de display worden weergegeven, zijn de scrub-posities ten opzichte van de huidige positie. Als de cursor onder het scrub-punt wordt gezet, kunt u dit scrub-punt wijzigen met de TIME/VALUE-knop. fig.02-202d
fig.02-201
Huidige tijd Geluidsdata
fig.02-203d
Tijd SCRUB TO
SCRUB FROM
Ca. 45 msec
PREVIEW TO
PREVIEW FROM
Ca. 1.0 msec
Ca. 1.0 msec
U kunt [PLAY] indrukken om het materiaal tot of vanaf het geselecteerde scrub-punt te beluisteren. PREVIEW FROM PREVIEW TO
Om het geluid van een bepaald spoor uit te zetten, houdt u [DELTE/MUTE] ingedrukt en drukt u op de desbetreffende REC TRACK-toets. 2. Draai langzaam aan de TIME/VALUE-draaiknop om de huidige tijdspositie te verschuiven en zoek het beginpunt van de frase (bijv. daar waar u voor het eerst geluid hoort). 3. Hebt u het exacte beginpunt van de muziek gevonden, druk dan op [STOP] om het scrubben te stoppen.
U kunt nu op [LOCATOR] drukken om een locatorpunt te registreren, zodat u deze plaats later makkelijk terugvindt.
65
Hoofdstuk 2
Om u te helpen deze posities exact te vinden, is de BR-900CD voorzien van de scrub-functie.
Scrubben om begin- en eindposities van muziek te vinden
Begin- en eindposities zoeken (Scrub/Preview)
De scrub-punten wijzigen U kunt het scrub-punt in het Play-scherm wijzigen (p. 65) of volgens onderstaand methode. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SCR" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-204d
Het gebruik van preview bij [REW] en [FF] mogelijk maken U kunt niet alleen [PLAY] voor de preview-functie gebruiken (p. 65). U kunt het toestel ook zo instellen dat [REW] en [FF] voor de preview-functie kunnen worden gebruikt. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SCR" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-206d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "FROM/TO" te selecteren en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de scrub-punten te wijzigen. fig.02-205d
3. Druk op CURSOR [ ] om "Preview SW" te selecteren en zet de functie op "ON" met de TIME/VALUE-knop. fig.02-207d
TO:
u scrubt naar uw huidige positie.
FROM:
u scrubt vanaf uw huidige positie.
4. Druk op [UTILITY] (meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Nu kunt u de preview-functie gebruiken. 4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
U tijdelijk overschakelen naar preview tijdens het scrubben met de volgende commando’s: Druk op [REW]: PREVIEW TO Druk op [FF]:
66
PREVIEW FROM
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing) Met de BR-900CD kunt u uw songs bewerken aan de hand van edit-functies, zoals het kopiëren en verplaatsen van de data die op sporen zijn opgenomen.
Het Measure/Time Specification-scherm
Voer de onderstaande procedure uit om het gedeelte vanaf repeat beginpositie (A) tot en met repeat eindpositie (B) te kopiëren. Vb. 1: tweemaal kopiëren naar hetzelfde spoor fig.02-302
Hoofdstuk 2
Maten en tijd worden zoals hieronder in de schermen "S" (Start), "E" (End) en "T" (To) in Track Edit aangegeven.
Het herhaalde deel kopiëren (AB)
fig.02-301d
S (Start) / E (End) / T (To) (Vb.)
Maat Maatslag Repeat Start (A)
Repeat End (B)
TO
Tijd
Vb. 2: tweemaal kopiëren naar een ander spoor fig.02-303
Uren Seconden Subframe Minuten Frame
Data worden in hun bewerkte vorm opgeslagen als u van het Track Edit-scherm terugkeert naar het Play-scherm. * Tijdens het maken van updates verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Repeat Start (A)
Repeat End (B)
TO
Tijd
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-304d
Om herhaalde passages te kopiëren, te verplaatsen of te wissen, moet u de te herhalen passage eerst instellen volgens de procedure op p. 51.
Data kopiëren (Track Copy) Met Track Copy kunt u een specifiek gedeelte van de data kopiëren, en vervolgens ergens anders neerzetten. U kunt edit-functies, zoals de data in één keer op een spoor kopiëren of de data van een specifiek deel kopiëren, zo vaak uitvoeren als u wilt. Als u bijvoorbeeld een frase van een bepaald spoor wilt gebruiken, of dezelfde frase telkens wilt herhalen, dan zal de kopieerfunctie u veel tijd besparen.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-305d
* Als de kopieerbestemming al data bevat, worden die overschreven. * Het gedeelte dat wordt gekopieerd, moet langer zijn dan 1,0 seconde. Als het gekopieerde gedeelte 1,0 seconde of minder is, is er geen geluid hoorbaar, zelfs als de kopieeropdracht wordt uitgevoerd. Er zijn drie soorten Track Copy.
67
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "AB" te selecteren en druk op [ENTER]. fig.02-306d
Kopiëren door de tijd aan te geven (TME/MES) Volg de onderstaande procedure om het gedeelte tussen twee specifieke tijdsposities te kopiëren. Vb. 1: tweemaal kopiëren naar hetzelfde spoor fig.02-309
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt kopiëren, en het spoor/de V-Track waarheen u wilt kopiëren. 6. Druk op [ENTER].
START
END
TO
Tijd
Vb. 2: tweemaal kopiëren naar een ander spoor fig.02-310
fig.02-307d
7. Gebruik [CURSOR] en geef met de TIME/VALUEdraaiknop de begintijd aan voor positie "T" (To), waar u de data wilt plaatsen.
1. Druk op [UTILITY].
8. Druk op [ENTER].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER].
fig.02-308d
START
END
TO
Tijd
fig.02-311d
9. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het aantal kopieën dat u wilt plaatsen. 10. Druk op [ENTER]. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen. 11. Druk op [ENTER]. De kopieeropdracht wordt uitgevoerd. 12. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-312d
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
4. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop "TME/MES" en druk op [ENTER].
68
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
fig.02-319d
13. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het aantal kopieën dat u wilt plaatsen. 14. Druk op [ENTER]. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen.
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt kopiëren, en het spoor/V-Track waarheen u wilt kopiëren. 6. Druk op [ENTER]. fig.02-314d
De kopieeropdracht wordt uitgevoerd. 16. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * Nadat de tijd in de bovenstaande procedure is aangegeven, kan er een "+" verschijnen om aan te geven, dat er een verschil is tussen de eigenlijke huidige positie en de weergegeven positie.
7. Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUEdraaiknop om de beginpositie "S" (Start) aan te geven voor de data die u wilt kopiëren. 8. Druk op [ENTER]. fig.02-315d
Als u de positie in maten aangeeft, moet u de posities op elk scherm aangeven met de TIME/VALUE-draaiknop, zodat het verschil verdwijnt.
U kunt het tijdstip ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO], [STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO PUNCH [IN/OUT] te gebruiken.
Een volledig spoor kopiëren (ALL) 9. Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUEdraaiknop om de eindpositie "E" (End) aan te geven voor de data die u wilt kopiëren. 10. Druk op [ENTER]. fig.02-316d
Voer de onderstaande procedure uit om alle opgenomen data van het ene spoor naar het andere te kopiëren. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-318d
11. Gebruik [CURSOR] en draai aan de TIME/VALUEdraaiknop om de begintijd voor locatie "T" (To) waar u de gekopieerde data wilt plaatsen, aan te geven. 12. Druk op [ENTER]. fig.02-317d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY" te zetten en druk op [ENTER].
69
Hoofdstuk 2
15. Druk op [ENTER].
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
fig.02-319d
Data verplaatsen (Track Move) Met Track Move kunt u een specifiek gedeelte van de data naar een andere locatie verplaatsen. * Nadat de gegevens zijn verplaatst, blijft de locatie waar ze zich eerst bevonden leeg.
4. Selecteer "All" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk op [ENTER]. fig.02-320d
Er zijn drie soorten Track Move.
Het herhaalde deel (AB) verplaatsen Voer de onderstaande procedure uit om het gedeelte vanaf repeat start-positie (A) tot en met repeat end-positie (B) te verplaatsen. Vb. 1: naar hetzelfde spoor verplaatsen fig.02-321
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor/de V-Track waarvan u wilt kopiëren, en het spoor/de V-Track waarheen u wilt kopiëren. 6. Als u de kopieeropdracht hebt ingegeven, drukt u op [ENTER]. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen.
Repeat Start (A)
Repeat End (B)
TO
Tijd
Vb. 2: naar een ander spoor verplaatsen fig.02-322
7. Druk op [ENTER]. De kopieeropdracht wordt uitgevoerd. 8. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Repeat Start (A)
Repeat Start (B)
TO
Tijd
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-323d
70
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "MOV" te zetten en druk op [ENTER].
Verplaatsen door de tijd aan te geven (TME/MES)
fig.02-324d
Volg de onderstaande procedure uit om het gedeelte tussen twee specifieke tijdsposities te verplaatsen. Vb. 1: naar hetzelfde spoor verplaatsen
Hoofdstuk 2
fig.02-327
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "AB" te selecteren en druk op [ENTER]. fig.02-325d
START
END
TO
Tijd
Vb. 2: naar een ander spoor verplaatsen fig.02-328
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt verplaatsen, en het spoor/de V-Track waarheen u wilt verplaatsen. 6. Druk op [ENTER].
START
END
TO
Tijd
1. Druk op [UTILITY].
fig.02-326d
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-329d
7. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om de beginpositie van locatie "T" (To) waarheen u de data wilt verplaatsen, aan te geven. 8. Druk op [ENTER] als u klaar bent om het verplaatsen uit te voeren. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen. 9. Druk op [ENTER]. De verplaatsopdracht wordt uitgevoerd. 10. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "MOV" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-330d
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
4. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop "TME/MES" en druk op [ENTER].
71
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
fig.02-331d
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt verplaatsen, en het spoor/V-Track waarheen u wilt verplaatsen.
* Nadat de tijd in de bovenstaande procedure is aangegeven, kan een "+" verschijnen om aan te geven dat er een verschil is tussen de werkelijke positie en de weergegeven positie. Als u de posities in maten aangeeft, moet u de posities op elk scherm aangeven met de TIME/VALUE-draaiknop, zodat het verschil verdwijnt.
U kunt het tijdstip ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO], [STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO PUNCH [IN/OUT] te gebruiken.
6. Druk op [ENTER]. fig.02-332d
Een volledig spoor verplaatsen (ALL) Voer de onderstaande procedure uit om alle opgenomen gegevens van het ene spoor naar het andere te verplaatsen. 1. Druk op [UTILITY].
7. Geef met [CURSOR] en de TIME/VALUE-knop de beginpositie "S" (Start) aan voor de data die u wilt verplaatsen.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-335d
8. Druk op [ENTER]. fig.02-333d
9. Geef met [CURSOR] en de TIME/VALUE-knop de eindpositie "E" (End) aan voor de data die u wilt verplaatsen. 10. Druk op [ENTER]. fig.02-334d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "MOV" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-336d
11. Geef met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop de begintijd aan van positie "T" (To) waarheen u de data wilt verplaatsen. 12. Druk op [ENTER]om het verplaatsen uit te voeren. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen. 13. Druk op [ENTER]. De verplaatsopdracht wordt uitgevoerd. 14. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
72
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ALL" te selecteren en druk op [ENTER]. fig.02-337d
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor/de V-Track vanwaar u wilt verplaatsen, en het spoor/de V-Track waarheen u wilt verplaatsen. 6. Druk op [ENTER]. fig.02-338d
Data verwijderen (Track Erase)
* Laat na het gewiste gedeelte geen gedeelte van minder dan 1,0 seconde achter. Als zo’n kort gedeelte achterblijft, wordt dat uiteindelijk stil. Er zijn drie soorten Track Erase. 7. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om de begintijd aan te geven van locatie "T" (To) waarheen u de data wilt verplaatsen. 8. Druk op [ENTER] om het verplaatsen uit te voeren. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen.
Het herhaalde deel (AB) wissen Voer onderstaande procedure uit om het deel vanaf repeat start-positie (A) tot en met repeat end-positie (B) te wissen. fig.02-339
9. Druk op [ENTER]. De verplaatsopdracht wordt uitgevoerd. 10. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Repeat Start (A)
Repeat End (B)
Tijd
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-304d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS" te zetten en druk op [ENTER].
73
Hoofdstuk 2
Met Track Erase kunt u een specifiek gedeelte van de data wissen. Zelfs als er na het specifieke deel nog data komen, worden ze niet naar voren geplaatst om de leemte te vullen, die door het wissen wordt achtergelaten. Analogie met een bandrecorder: u neemt stilte op over de ongewenste passage.
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
fig.02-341d
Verwijderen door de tijd op te geven (TME/MES) Volg de onderstaande procedure uit om het gedeelte tussen twee specifieke tijdsposities te wissen. fig.02-343
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "AB" te selecteren en druk op [ENTER]. fig.02-342d
START
END
Tijd
1. Druk op [UTILITY]. 5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop het spoor/de V-Track waarvan u wilt verwijderen.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-334d
6. Druk op [ENTER] als u klaar bent om te verwijderen. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen. 7. Druk op [ENTER]. Het verwijderen wordt uitgevoerd. 8. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-345d
4. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop "TME/MES" en druk op [ENTER]. fig.02-346d
74
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor/de V-Track waarvan u wilt verwijderen. 6. Druk op [ENTER]. fig.02-347d
Een volledig spoor verwijderen (ALL) 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-349d
Hoofdstuk 2
7. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om de beginpositie "S" (Start) van de te verwijderen data aan te geven. 8. Druk op [ENTER]. fig.02-348d4
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-350d
9. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om de eindpositie "E" (End) van de te verwijderen data aan te geven. 10. Druk op [ENTER] als u klaar bent om te verwijderen. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen. 11. Druk op [ENTER]. Het verwijderen wordt uitgevoerd.
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ALL" te selecteren en druk op [ENTER]. fig.02-351d
12. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * Nadat de tijd in de bovenstaande procedure is aangegeven, kan een "+" verschijnen om aan te geven, dat er een verschil is tussen de werkelijke positie en de weergegeven positie. Als u de positie in maten aangeeft, moet u de posities op elk scherm aangeven met de TIME/VALUE-draaiknop, zodat u het verschil verdwijnt.
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop het spoor/de V-Track die u wilt verwijderen. 6. Druk op [ENTER] als u klaar bent om te verwijderen. Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen. 7. Druk op [ENTER]. Het verwijderen wordt uitgevoerd.
U kunt het tijdstip ook invoeren door [LOCATOR], [ZERO], [STOP] + [REW], [STOP] + [FF] en AUTO PUNCH [IN/OUT] te gebruiken.
8. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
75
De uitvoering op een spoor bewerken (Track Editing)
Data verwisselen (Track Exchange) Voer onderstaande procedure uit om de data van twee sporen te verwisselen. Voorbeeld: alle data op spoor 1 met alle data op spoor 2 uitwisselen. fig.02-352
Spoor 1 A
B
Spoor 2 E
D
E
Spoor 2 B
C
Tijd
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TRK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-353d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "XCG" te zetten en druk op [ENTER]. fig.R08-27
4. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop de twee sporen/V-Tracks waarvan u de data wilt uitwisselen.
76
6. Druk op [ENTER]. Het uitwisselen wordt uitgevoerd.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Spoor 1
A
Op de display verschijnt de boodschap "Are you sure?", zodat u de functie kunt bevestigen.
7. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
C
D
5. Druk op [ENTER] als u klaar bent om het uitwisselen uit te voeren.
Uw opgenomen songs beheren Een song kopiëren (Song Copy)
Songs verwijderen (Song Erase)
Vol onderstaande procedure om de huidige song te kopiëren.
Volg onderstaande procedure om een song van de geheugenkaart te verwijderen. 1. Druk op [UTILITY].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-401d
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-403d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CPY" te zetten en druk op [ENTER]. Het Copy Song-scherm verschijnt fig.02-402d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERS" te zetten en druk op [ENTER]. Het Erase Song-scherm verschijnt. fig.02-404d
Als "No more Memory!" verschijnt Verschijnt deze boodschap voor het kopiëren, dan is er onvoldoende ruimte op de geheugenkaart om het kopiëren te voltooien. Verwijder alle onnodige opnamen van de geheugenkaart. 4. Druk op [ENTER]. De kopieeropdracht wordt uitgevoerd. Als het kopiëren voltooid is, verschijnt de boodschap "Completed!" en keert u terug naar het Play-scherm.
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop en selecteer de song die u wilt verwijderen. 5. Druk op [ENTER], nadat u de te verwijderen song hebt geselecteerd. De boodschap "Are you sure?" verschijnt. 6. Druk op [ENTER] (YES) om door te gaan met het verwijderen. Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de functie te annuleren. 7. Druk meermaals op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Als u een song verwijdert, die op dat moment in gebruik is, wordt op de geheugenkaart de song met het laagste nummer geselecteerd. Als de geheugenkaart geen andere songs bevat, wordt een nieuwe song gecreëerd.
77
Hoofdstuk 2
1. Druk op [UTILITY].
Uw opgenomen songs beheren
Geheugen op de geheugenkaart sparen (Song Optimize)
* Naargelang de situatie kan het Optimize-proces een aanzienlijke tijd duren. Dit is geen defect. Schakel het toestel niet uit voordat Optimize voltooid is.
Als u overdubt of als u punch-in/out uitvoert, blijven de data die u herschrijft (vervangt), eigenlijk nog op de geheugenkaart staan. In sommige gevallen kunnen deze ongewenste data flink wat ruimte van de geheugenkaart in beslag nemen. Zo beschikt u over minder opnametijd dan ideaal is.
* Nadat u Optimize hebt uitgevoerd, kunt u niet terugkeren naar de toestand van vóór Optimize.
Door "Song Optimize" uit te voeren, kunt u ervoor zorgen dat de BR-900CD alle onnodige data van de geheugenkaart wist, en de hoeveelheid ongebruikte ruimte vergroot. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-405d
Songs een naam geven (Song name) Als ueen nieuwe song maakt, wordt hieraan automatisch een naam zoals "SONG 0001" toegekend. Op uw BR-900CD kunt u "Song Name" gebruiken om elke song een naam te geven, zodat u uw songs beter kunt beheren en rangschikken. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [
][
] om de cursor op "EDT"
te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-407d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "OPT" te zetten en druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt. fig.02-406d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "NAM" te zetten en druk op [ENTER]. De naam van de song (Song Name) verschijnt op de display. fig.02-408d
4. Druk op [ENTER] (YES) om met het optimaliseren door te gaan. De Song Optimize-functie wordt uitgevoerd. Als dit is voltooid, verschijnt de boodschap "Completed!" en keert u terug naar het Play-scherm. Druk op [EXIT] (NEEN) (of [UTILITY]) om de opdracht te annuleren.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op het teken te zetten, dat u wilt wijzigen. 5. Kies met de TIME/VALUE-knop de gewenste letter. * U kunt wisselen tussen hoofdletters en kleine letters door op [ENTER] te drukken. 6. Druk na het invoeren van de naam op [UTILITY] (of druk meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
78
Uw opgenomen songs beheren
Een song beschermen (Song Protect)
Om dit te voorkomen, kunt u songdata beveiligen. Zo kunt ze niet per vergissing overschrijven (Song Protect).
5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. Als een song beveiligd is, verschijnt het Song Protectsymbool op de display.
Hoofdstuk 2
U kunt zich zonder twijfel situaties voorstellen waarbij u, na met veel zorg een song te hebben gecreëerd, deze per ongeluk met een opname overschrijft, zodat u de uitvoering zelf wist.
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ON" te selecteren.
fig.02-411d
* De volgende functies kunnen niet worden gebruikt of zijn uitgeschakeld als een song beschermd is. • Een songnaam bewerken • Een song wissen • Song Optimize • Een digitale copy protect bewerken • Rhythm initialiseren (arrangementen/patronen/drumkits) • Effecten initialiseren (song patches) • Alles initialiseren (Initialize all) • Arrangement/Pattern Edit • SMF's importeren • Effecten naar song patches schrijven
De huidige instellingen van de song opslaan (Song Save) De BR-900CD kan het volgende als songdata opslaan. • Opgenomen data • Mixerinstellingen (Pan, Track EQ, enz.) • Insert Effect song patches
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-409
• Mastering Tool Kit song patches • Pitch Correction song patches • Ritmische arrangementen / ritmische patronen • Loop-effecten • Tuner • Utility (behalve LCD-contrast) Deze opgenomen data of mixerinstellingen worden niet direct na opname opgeslagen, maar pas wanneer u de songs opslaat of wanneer u tussen schermen wisselt. Normaalgesproken, als de situatie erom vraagt, verschijnt er een boodschap op de display met de vraag te bevestigen dat u de data wilt opslaan, zodat u hier niet speciaal op hoeft te letten. Gebruik echter de volgende procedure als u de instellingen in de song in zijn huidige toestand wilt opslaan. 1. Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC].
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PRT" te zetten en druk op [ENTER]. Het Song Protect-scherm verschijnt. fig.02-410d
79
Een mastertape/disc maken Dit proces omvat het op een recorder (cassetterecorder, cd-brander, enz.) opnemen van de voltooide song en er een mastertape of masterdisc van maken.
Opnemen op een cassetterecorder (analoge aansluiting)
Opnemen op een digitale recorder (digitale aansluiting) 1. Sluit de DIGITAL OUT-aansluiting van de BR-900CD aan op de input-aansluiting van de digitale recorder. fig.02-501b
1. Sluit de LINE OUT-aansluitingen van de BR-900CD aan op de input-aansluitingen van de cassetterecorder. fig.02-501a
Digitale recorder cd-brander enz.)
2. Stel de digitale recorder zo in, dat hij klaar is om digitale signalen op te nemen. Cassetterecorder
2. Zet de cassetterecorder in de opnamefunctie. 3. Druk op de BR-900CD op [PLAY] en start de weergave van de opgenomen data.
3. Zet de digitale recorder in de opnamefunctie. 4. Druk op de BR-900CD op [PLAY] en start de weergave van de opgenomen data.
Digitaal kopiëren verhinderen (Digital Copy Protect) Wanneer u vanaf de BR-900CD op een digitale recorder opneemt, kunt u verder digitaal kopiëren van de mastertape op andere digitale recorders verhinderen. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDT" te zetten en druk op [ENTER]. fig.02-501d
80
Een mastertape/disc maken
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DPRT" te zetten en druk op [ENTER]. Het Digital Copy Protect-scherm verschijnt. fig.02-502d
Hoofdstuk 2
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om "ON" te selecteren. ON:
Digitaal kopiëren wordt verhinderd.
OFF:
Digitaal kopiëren is mogelijk.
5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * Sommige DAT-recorders ondersteunen geen SCMS of kunnen geen digitale verbinding maken met een cd-speler. Als u een dergelijke DAT-recorder gebruikt, kunt u de digitale output van de BR-900CD niet op een DAT-recorder opnemen als "Copy Prtct" op "ON" staat. In dit geval moet u de "Copy Prtct"-instelling op "OFF" zetten.
Wat is SCMS? SCMS staat voor Serial Copy Management System. Dit is een functie in digitale geluidsapparatuur zoals DAT- en cd-recorders, waarmee het auteursrecht van de producer wordt beschermd door digitaal kopiëren te verhinderen. Als u een digitale verbinding maakt met een digitale recorder die deze functie heeft, wordt er een SCMS-code mee opgenomen met de digitale audiosignalen. Digitale audiodata die deze code bevatten, kunnen niet opnieuw worden opgenomen via een digitale verbinding.
81
MEMO
82
Hoofdstuk 3 Effecten gebruiken
83
De insert-effecten gebruiken De BR-900CD bevat vijf interne effectenprocessors: Insert Effects, Loop Effects, Track EQ, Pitch Correction en Mastering Tool Kit. De insert-effecten, de loop-effecten en de spoorequalizer kunt u tegelijkertijd gebruiken en u kunt elk effect naar wens instellen. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u de diverse parameters van de insert-effecten wijzigt en hoe u die wijzigingen opslaat.
“Insert effect-parameterfuncties” (p. 88) “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111) “Track EQ-parameterfuncties” (p. 112)
Preset patches (P) De preset patches bevatten voorgeprogrammeerde data. U kunt hun instellingen wel wijzigen, maar u kunt geen nieuwe preset patches aanmaken.
User patches (U) User patches kunt u herschrijven en in het interne geheugen opslaan. Als u een patch hebt aangemaakt, die u ook voor andere songs wilt gebruiken, kunt u die als user patch opslaan.
Song patches (S)
Insert-effecten worden tijdens opname toegepast. Daarnaast worden ze toegepast tijdens het mengen van de verschillende sporen. Raadpleeg voor meer informatie “Veranderen hoe de insert-effecten volgens de functie worden gebruikt” (p. 87).
Net als user patches kunt u zelf song patches schrijven. De data voor song patches worden echter samen met de songdata op de geheugenkaart opgeslagen. Dit is handig wanneer u een patch hebt aangemaakt voor een specifieke opgenomen uitvoering, en u die patch samen met de song wilt opslaan. fig.01-502
BR-900CD
Geheugenkaart Song
Effect patches en banken U kunt de effecten van insert-effecten en de parameters van elk effect veranderen door "effect patches" op te roepen. De BR-900CD is voorzien van een aantal voorgeprogrammeerde effect patches voor zangpartijen en instrumenten. Deze zijn gegroepeerd volgens de verschillende inputbronnen, en elke groep wordt een "bank" genoemd.
Preset Patch
User Patch
Song Patch
* U kunt song patches (S) enkel selecteren als er een geheugenkaart is geplaatst.
Bij levering van de BR-900CD zijn de user patches (U) en de song patches (S) dezelfde als de preset patches (P).
fig.01-501
INPUT SELECT GUITAR/BASS
Preset Patch
MIC
Guitar Bank Mic Bank GTR MIC P01 P01 .. .. P99 P40
LINE
SIMUL
Line Bank Simul Bank LIN SML P01 P01 .. .. P50 P50
User Patch
U01 .. U99
U01 .. U40
U01 .. U50
U01 .. U50
Song Patch
S01 .. S99
S01 .. S40
S01 .. S50
S01 .. S50
Met de BR-900CD kunt u automatisch van bank veranderen door op een INPUT SELECT-toets te drukken. Als u bijv. op de [GUITAR/BASS/MIC2] INPUT SELECT-toets drukt, gaat u naar een guitar bank patch, en als u op [LINE] drukt, gaat u naar een line bank patch. Binnen elke bank worden de effect patches nog eens gegroepeerd zoals hieronder is aangegeven.
84
Als u een nieuwe song maakt, worden voor elke bank in de preset patches (P) kopieën gemaakt van de song patches (S).
De insert-effecten gebruiken
De insert-effecten aanpassen Om een nieuw effectgeluid te maken, kiest u eerst de bestaande patch die het meest lijkt op het gewenste geluid. Dan past u de instellingen van deze patch aan. Als u de gewijzigde effectinstellingen wilt bewaren, slaat u ze op als user of song patch. 1. Druk op [EFFECTS]. Het Effect-scherm verschijnt. fig.01-503d
Naam algoritme
P: Preset / S: Song / U: User Bank
Nummer Patchnaam
Door op [ENTER] te drukken terwijl de cursor op een banknummer staat, kunt u het Edit Effect-scherm direct weergeven. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op elk effect te zetten en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om elk effect in of uit te schakelen. Blokken die zijn aangezet, worden in hoofdletters weergegeven, terwijl blokken die zijn uitgeschakeld in kleine letters worden weergegeven. Zet de effecten die u wilt gebruiken aan.
Hoofdstuk 3
fig.01-506d
2. Selecteer een effect patch. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop bank, Preset/Song/User en patch-nummer. 3. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "EDIT" te zetten en druk op [ENTER].
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] en zet de cursor op het effect met de te wijzigen parameter. Druk vervolgens op [ENTER]. Het Parameter Setting-scherm van elk effect verschijnt. fig.01-507d
Het Edit Effect-scherm verschijnt en het algoritme (de verbindingssequentie voor de effecten) wordt weergegeven. fig.01-504d
6. Gebruik CURSOR [ ] [ ] om een parameter te selecteren, en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de waarde te bewerken. 7. Als u nog een effect wilt bewerken, drukt u op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren en herhaalt u stappen 5–6.
■
Wanneer u effect patches uit de SIMUL-bank selecteert, verschijnen "GTR" en "MIC". Zet de cursor op "GTR" om een effect voor gitaargebruik te bewerken of op "MIC" om een effect voor microfoongebruik te bewerken, en druk vervolgens op [ENTER].
fig.01-505d
8. Voer vervolgens de procedure uit zoals beschreven in "Insert Effect-instellingen opslaan", als u de huidige effectinstellingen wilt opslaan.
Wijzigingen in effectinstellingen zijn slechts tijdelijk. Als u het Edit Effect-scherm verlaat zonder de gewijzigde effect patch op te slaan, verschijnt "TMP" naast de indicatie van de bank. Let op: de oorspronkelijke instellingen van de gewijzigde effect patch worden hersteld en de wijzigingen gaan dus verloren als u een nieuwe effect patch selecteert, terwijl "TMP" wordt weergegeven.
85
De insert-effecten gebruiken
Insert effect-instellingen opslaan (Write) Volg onderstaande procedure om een gewijzigd effect een naam (patch-naam) te geven en als nieuwe effect patch op te slaan. * U kunt effect patches niet opslaan tijdens de opname of weergave van een song. * Ga door naar stap "4" als u de patch-naam niet hoeft te wijzigen. 1. Druk in het Effect-scherm op CURSOR [ ] om de cursor op "NAME" te zetten en druk op [ENTER]. Het Patch Name Setting-scherm verschijnt. fig.01-508d
2. Voer de gewenste patch-naam in met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop. * Druk op [ENTER] om tussen hoofdletters en kleine letters te wisselen. 3. Nadat u de gewenste effect-instellingen en de patchnaam hebt ingevoerd, drukt u op [EXIT] om naar het Effect-scherm terug te keren. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE" te zetten en druk op [ENTER]. fig.01-509d
86
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer waarop u de nieuwe effect patch wilt opslaan. 6. Zodra u een bestemming hebt gekozen, drukt u op [ENTER]. Nadat het opslaan is voltooid, keert u terug naar het Effect-scherm. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
De insert-effecten gebruiken
Veranderen hoe de insert-effecten volgens de functie worden gebruikt Het insert-effect wordt bij standaardgebruik onmiddellijk na de input-bron ingevoegd. Dit gebeurt opdat u het door het effect bewerkte geluid (het "natte" geluid) zou kunnen opnemen en beluisteren. Soms wilt u echter de verbindingsvolgorde wijzigen. Met de BR-900CD zijn de meest uiteenlopende situaties mogelijk door het punt te wijzigen waarmee de inserteffecten zijn verbonden.
1. Druk op [EFFECTS]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "LOCAT" te zetten en druk op [ENTER].
Het geluid wordt door het insert-effect gemonitord, maar zonder het effect (droog) opgenomen. fig.01-512
SPOOR 1 (REC)
SPOREN 1–8, 1&2, 3&4, 5&6, 7&8: U kunt het insert-effect toepassen op de weergave van een spoor (of een sporenpaar). Gebruik dit wanneer u effecten wilt uitproberen nadat u het geluid droog hebt opgenomen, of wanneer u enkel op een specifiek spoor effecten wilt toepassen. fig.01-513
SPOOR 1 (PLAY)
fig.01-510d
RHYTHM: U kunt het insert-effect op een Rhythm-weergave toepassen. fig.01-513a
RHYTHM
MASTER: 3. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het punt te veranderen waarmee de insert-effecten worden verbonden.
Gebruik dit wanneer u effecten wilt toepassen op de hele song, bijv. om de toon te regelen of een speciaal effect toe te passen bij het afmixen. fig.01-514
INPUT: Het geluid wordt gemonitord en opgenomen nadat het door het insert-effect is gepasseerd. Normaalgesproken gebruikt u de BR-900CD met deze instelling. fig.01-511
SPOOR 1 (PLAY) SPOOR 2 (PLAY) SPOOR 8 (PLAY)
SPOOR 1 (REC)
RHYTHM
4. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
87
Hoofdstuk 3
Voer de onderstaande procedure uit om het invoegpunt voor de insert-effecten in te stellen.
INPUT:
Insert effect-parameterfuncties Lijst van de algoritmes De algoritmes (de beschikbare effecten en de volgorde waarin ze geschakeld zijn) die u als insert-effect kunt gebruiken, zijn hieronder opgesomd. De algoritmes die u kunt selecteren, verschillen per bank. Om het gewenste algoritme te selecteren, selecteert u eerst de bank die dat algoritme bevat. Vervolgens raadpleegt u de “Lijst van effect patches” (p. 202) en selecteert u een patch die het gewenste algoritme gebruikt. Het streepje of de streepjes die het algoritme verbinden, geven aan of het effect een mono-output (enkel streepje) of een stereooutput (dubbel streepje) heeft. (Voorbeeld) fig.04-105a
Output: Mono
Output: Stereo
–[COMP]–[PAMP]–
–[MOD]=[DLY]=
BANK: GUITAR 1. COSM GTR AMP
2. ACOUSTIC SIM
Dit is een multi-effect voor elektrische gitaar. Dit creëert het geluid van een versterker met een preamp en een speaker simulator.
Dit is een multi-effect voor elektrische gitaar. Hiermee kunt u een elektrische gitaar laten klinken als een akoestische.
* In het geval van "Phaser" wordt de output mono.
fig.04-107
–[ASIM]–[COMP]–[EQ]–[NS]
fig.04-106
–[COMP]–[PAMP]–[SP]–[EQ/WAH] [NS]–[FV]–[MOD]=[DLY]=
[FV]–[MOD]=[DLY]= Acoustic Guitar Simulator Compressor
Compressor
4Band Equalizer
Preamp
Noise Suppressor
Speaker Simulator
Foot Volume
4Band Equalizer/Wah - 4Band Equalizer - Wah
Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Doubling - Tremolo/Pan
Noise Suppressor Foot Volume Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Harmonist - Doubling - Tremolo/Pan - Slow Attack Delay
88
Delay
Insert effect-parameterfuncties
3. BASS SIM
5. ACOUSTIC GTR
Hiermee simuleert u de klank van een basgitaar. Zo kunt u bas spelen op een elektrische gitaar.
Dit is een multi-effect voor akoestische gitaar. Zelfs als u een elektro-akoestische gitaar inplugt op line level, geeft dit een warme klank zoals u die via een microfoon verkrijgt.
* Speel liever geen akkoorden als u de Bass Simulator gebruikt.
fig.04-111
fig.04-108
–[ACP]=[COMP]=[EQ]=[NS]=[DLY]=
–[BSIM]–[COMP/DEF]–[NS]–[FV]–[MOD]= Bass Simulator
Acoustic Processor
Compressor/Defretter - Compressor - Defretter
Compressor
Noise Suppressor
Delay
4Band Equalizer
Foot Volume Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Doubling - Tremolo/Pan
6. BASS MULTI Dit is een multi-effect voor basgitaar. Hiermee krijgt u een standaard basklank. fig.04-112
–[COMP/DEF]–[OCT]–[ENH]–[EQ/WAH] –[NS]–[FV]–[MOD]=[DLY]=
4. COSM COMP GTR Dit is een multi-effect voor elektrische gitaar. Naast een COSM compressor/limiter wordt hier ook een preamp en speaker simulator gebruikt voor een typisch versterkergeluid. fig.04-109
Compressor/Defretter - Compressor - Defretter Octave Enhancer
–[COMP]–[PAMP]–[SP]–[EQ/WAH] –[NS]–[FV]–[DLY]= COSM Comp/Limiter Preamp
4Band Equalizer/Wah - 4Band Equalizer - Wah Noise Suppressor Foot Volume
Foot Volume
Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Doubling - Tremolo/Pan
Delay
Delay
Speaker Simulator 4Band Equalizer/Wah - 4Band Equalizer - Wah Noise Suppressor
89
Hoofdstuk 3
Noise Suppressor
Insert effect-parameterfuncties
7. COSM BASS AMP
8. COSM COMP BSS
Dit is een multi-effect voor basgitaar. Hiermee krijgt u de klank van een versterker met preamp en speaker simulator.
Dit is een multi-effect voor basgitaar.
fig.04-113
–[COMP]–[PAMP]–[SP]–[EQ/WAH]
Naast een COSM compressor/limiter wordt hier ook een preamp en speaker simulator gebruikt voor een typisch versterkergeluid. fig.04-114
–[NS]–[FV]–[MOD]=[DLY]=
–[COMP/LIM]–[PAMP]–[SP]
Compressor Preamp Speaker Simulator 4Band Equalizer/Wah - 4Band Equalizer - Wah Noise Suppressor Foot Volume Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Doubling - Tremolo/Pan
[EQ/WAH]–[NS]–[FV]–[DLY]= COSM Comp/Limiter Preamp Speaker Simulator 4Band Equalizer/Wah - 4Band Equalizer - Wah Noise Suppressor Foot Volume Delay
Delay
BANK: MIC 9. VOCAL MULTI
10. VOICE TRANS
Dit is een multi-effect voor zang.
Dit is een multi-effect voor zang.
Het bevat de basiseffecten die u nodig hebt voor zang.
Met deze stemvervormer verkrijgt u een uniek effect.
fig.04-115
fig.04-116
–[COMP]–[DES]–[ENH]–[EQ] –[NS]–[FV]–[MOD]=[DLY]= Compressor De-esser Enhancer 4Band Equalizer Noise Suppressor Foot Volume Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Doubling - Tremolo/Pan Delay
90
–[VT]–[NS]–[FV]–[MOD]=[DLY]= Voice Transformer Noise Suppressor Foot Volume Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Doubling - Tremolo/Pan Delay
Insert effect-parameterfuncties
11. COSM COMP VCL Dit is een multi-effect voor zang. De COSM compressor/limiter is perfect om een basissound te creëren. fig.04-117
–[COMP/LIM]–[DES]–[ENH] [EQ]–[NS]–[FV]–[DLY]= COSM Comp/Limiter
Hoofdstuk 3
De-esser Enhancer 4Band Equalizer Noise Suppressor Foot Volume Delay
BANK: LINE 12. STEREO MULTI
13. LO-FI BOX
Dit algoritme schakelt zeven effecttypes achter elkaar, allemaal volledig in stereo.
Hiermee kunt u het geluid laten klinken alsof het uit een AM-radio komt, of zoals een oude grammofoonplaat, en u kunt het geluid zelfs extreem vervormen zoals met een Lo-Fi Digital.
fig.04-118
=[COMP]=[RNG]=[EQ/WAH]
fig.S02-14
[NS]=[FV]=[MOD]=[DLY]=
=[LOFI]=[NS]=
Compressor
Lo-Fi Box
Ring Modulator
Noise Suppressor
4Band Equalizer/Wah - 4Band Equalizer - Wah Noise Suppressor Foot Volume Modulation - Flanger - Chorus - Phaser - Pitch Shifter - Doubling - Tremolo/Pan Delay
91
Insert effect-parameterfuncties
BANK: SIMUL 14. VO+GT AMP
15. VO+AC.SIM
Dit algoritme gebruikt u wanneer u tegelijkertijd een stem en een elektrische gitaar opneemt.
Dit algoritme gebruikt u wanneer u tegelijkertijd een stem en een elektrische gitaar opneemt.
Voor de gitaar kunt u een versterkersound verkrijgen met een preamp en een speaker simulator.
U kunt de elektrische gitaar laten klinken als een akoestische. (GITAAR)
(GITAAR)
fig.04-123
–[ASIM]–[COMP]–[NS]–[DLY]–
fig.04-121
–[COMP]–[PAMP]–[SP]–[NS]–[DLY]– (MICROFOON)
(MICROFOON) fig.04-122
–[COMP]–[EQ]–[NS]–[DLY]–
fig.04-120
–[COMP]–[EQ]–[NS]–[DLY]–
(GITAAR) Acoustic Guitar Simulator Compressor Noise Suppressor Delay
(GITAAR) Compressor PreAmp
(MICROFOON) Compressor 4Band Equalizer Noise Suppressor Delay
Speaker Simulator Noise Suppressor Delay (MICROFOON) Compressor 4Band Equalizer Noise Suppressor Delay
16. VO+ACOUSTIC Dit algoritme gebruikt u wanneer u tegelijkertijd een stem en een akoestische gitaar opneemt. Voor de gitaar kunt u een warme klank verkrijgen zoals met een microfoon, zelfs wanneer u een elektro-akoestische gitaar rechtstreeks inplugt. (GITAAR) fig.04-125
–[ACP]–[COMP]–[NS]– (MICROFOON) fig.04-124
–[COMP]–[NS]– (GITAAR) Acoustic Processor Compressor Noise Suppressor (MICROFOON) Compressor Noise Suppressor
92
Insert effect-parameterfuncties
Lijst van parameters De merknamen die in dit document worden vermeld, zijn handelsmerken van hun respectieve eigenaren, welke andere firma’s zijn dan BOSS. Deze bedrijven zijn op generlei wijze verbonden met BOSS en hebben de BR-900CD van BOSS niet gepatenteerd of erkend. Hun merknamen worden slechts genoemd om de apparatuur aan te geven waarvan het geluid door de BR-900CD van BOSS wordt gesimuleerd.
Acoustic Processor
Deze simuleert de klank van een akoestische gitaar. Hiermee kunt u een elektrische gitaar laten klinken als een akoestische. Als u de pickup selector van uw gitaar in de voorste positie zet, krijgt u makkelijker het gewenste effect.
Dit effect maakt van de klank van een pickup op een elektroakoestische gitaar een rijkere sound, zoals wanneer u een microfoon bij de gitaar plaatst. De beste resultaten wordt bij een stereo-opname verkregen.
On/Off
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het Acoustic Guitar Simulator-effect in/uit.
PickUp
SINGLE, HUMBUCK
Stel dit in op het type van pickup van de gebruikte gitaar.
Charct
OFF, ON
Deze parameter schakelt het Acoustic Processor-effect in/uit.
Body
0–100
Hiermee regelt u de resonantie van het geluid in de body. M.a.w. hiermee regelt u de zachtheid en de dikte van het geluid, wat het typische kenmerk van akoestische gitaren is.
Hiermee kiest u een van de vier klanktypes.
Mic Dist
STD (standard): Een gewone akoestische gitaar.
Hiermee simuleert u de afstand tussen de microfoon die het geluid van de akoestische gitaar opvangt en de gitaar zelf.
JUMBO:
Level
Een akoestische gitaar met een grotere body dan bij STANDARD. Een krachtig basgeluid.
Hiermee regelt u het volume van de acoustic processor.
ENHANCE:
Bass Simulator
Een akoestische gitaar met een meer responsieve aanslag, zodat de gitaar in alle omstandigheden nadrukkelijker aanwezig is.
PIEZO: Simulatie van de klank die u zou krijgen van een pickup gemonteerd op een elektro-akoestische gitaar. Tijdens de aanslag wordt een zekere hoeveelheid compressie toegepast.
Top-Hi
-100–+100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid van de snaren. M.a.w. hiermee regelt u de harmonische inhoud.
Top-Mid
-100–+100
Hiermee regelt u de interferentie op de snaren door de bovenplaat. M.a.w. hiermee regelt u de respons op de aanslag.
Body
0–100
0–100
Hiermee simuleert u de klank van een basgitaar. Zo kunt u bas spelen op een elektrische gitaar. Speel liever geen akkoorden wanneer u de Bass Simulator gebruikt.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het Bass Simulator-effect in/uit.
Charct
LOOSE, TIGHT
Deze parameter bepaalt het karakter van de basklank. Als u "LOOSE" kiest, is het alsof de snaren dikker worden.
Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van de bass simulator.
-100–+100
Hiermee regelt u de resonantie van het geluid in de body. M.a.w. hiermee regelt u de zachtheid en de dikte van het geluid, wat het typische kenmerk van akoestische gitaren is.
Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van de acoustic guitar simulator. *
Als Top-Hi, Top-Mid en Body allemaal op "-100" staan, hoort u geen geluid.
93
Hoofdstuk 3
Acoustic Guitar Simulator
Insert effect-parameterfuncties
Chorus
COSM Comp (compressor)/Limiter
Er wordt een geluid met lichtjes verschoven toonhoogte toegevoegd aan het directe geluid, wat een dikkere en bredere klank geeft. De beste resultaten wordt bij een stereo-opname verkregen.
De compressor corrigeert verschillen in input om zo een consequentere en gelijkmatigere volumebalans te creëren. Dit gebruikt u om de sustain van inkomende geluiden te verlengen en, omgekeerd, de sustain van geluiden te verkorten, terwijl het attack-gedeelte wordt benadrukt. De limiter is een effect dat vervorming voorkomt door input-signalen die een bepaalde drempelwaarde (threshold) overschrijden, te onderdrukken. Als u de drempelwaarde laag instelt, krijgt u hetzelfde effect als met de compressor. De BR-900CD gebruikt COSM-technologie voor de nabootsing van vier types van compressor/limiter waarbij de compressor- en limiter-functies zijn gecombineerd.
*
Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter op "CHORUS" is ingesteld.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het chorus-effect in/uit.
Rate
0–100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het chorus-effect.
Depth
0–100
Hiermee regelt u de diepte van het chorus-effect.
Pre Dly
0,5–50,0 ms
Hiermee bepaalt u het tijdsinterval tussen het moment dat het directe geluid wordt uitgestuurd en het moment dat het effectgeluid wordt uitgestuurd.
E.Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van het effectgeluid.
Type Hiermee kiest u het type van compressor/limiter. BOSS-Cmp: Bootst de BOSS CS-3 compact effects processor na. D-Comp: Bootst de MXR dyna comp na. Rack160: Bootst de dbx 160 na. VtgRack: Bootst de UREI 1178 na. (bij BOSS-Cmp, D-Comp) 0–100 Hiermee regelt u de sterkte van de aanslag wanneer u met een plectrum speelt. Hoe hoger de waarde, hoe scherper de aanslag, wat een duidelijker gedefinieerde klank geeft.
Deze corrigeert verschillen in input, zodat er een consequentere, gelijkmatigere volumebalans wordt gecreëerd. Dit gebruikt u om de sustain van inkomende geluiden te verlengen en, omgekeerd, de sustain van geluiden te verkorten terwijl het attack-gedeelte wordt benadrukt. Een ander gebruik van compressie is als "limiter", die vervorming voorkomt door alleen volumepieken te onderdrukken.
OFF, ON
Deze parameter schakelt het compressor-effect in/uit.
Sustain
OFF, ON
Deze parameter schakelt de compressor/limiter in of uit.
Attack
Compressor
On/Off
On/Off
0–100
Hiermee wordt de intensiteit van het effect geregeld. Hogere instellingswaarden zorgen voor langere sustain-tijden. Stel dit op een lagere waarde in als u compressie voor het limiter-effect gebruikt.
Sustain
(bij BOSS-Cmp, D-Comp) 0–100 Deze parameter drijft zwakke signalen op en bepaalt hoe lang het geluid zal aanhouden. Hoe hoger de waarde, hoe dieper het effect en hoe langer de sustain.
Threshold
(bij Rack160) 0–100 Stel deze parameter in volgens het input-signaal van uw bas. Het compressie-effect wordt toegepast op input-signalen boven het niveau dat hier ingesteld is. Hoe lager de waarde die u hier instelt, hoe lager het signaalniveau waarbij de limiter in werking treedt.
Input
(bij VtgRack) 0–100 Hiermee regelt u het input-niveau. Hoe hoger deze waarde, hoe dieper het effect.
Ratio
Hiermee regelt u de sterkte van de aanslag. Hoe hoger de waarde, hoe scherper de aanslag, wat een duidelijker gedefinieerde klank geeft.
(bij Rack160) 1:1–20:1, INF:1 (bij VtgRack) 4:1–20:1 Hiermee regelt u de compressieverhouding van de limiter. Hoe hoger deze verhouding, hoe sterker het compressie-effect.
Level
Attack Time
Attack
Hiermee regelt u het volume.
0–100
0–100
(wanneer ingesteld op VtgRack) 0–100 Hiermee bepaalt u na hoeveel tijd de bij "Ratio" ingestelde compressieverhouding bereikt wordt wanneer het input-niveau de ingestelde drempelwaarde (threshold) overschrijdt. Hoe lager deze waarde, hoe sneller de compressie in werking treedt.
Release Time
(bij VtgRack) 0–100 Hiermee bepaalt u hoe lang de compressie blijft nawerken wanneer het signaalniveau opnieuw onder de drempelwaarde zakt. Hoe lager de waarde die u instelt, hoe sneller de compressie wegvalt en hoe duidelijker het geluid van de volgende aangeslagen snaar te horen is.
Tone
(with BOSS-Cmp) -50–+50 Hiermee regelt u de toon. Hoe hoger deze waarde, hoe meer hoge frequentie u versterkt, hoe harder het geluid klinkt.
Level Hiermee regelt u het volume.
94
0–100
Insert effect-parameterfuncties
De-esser
Doubling
Dit is handig om ‘sibilanten’ of ‘sisklanken’ van een zanger te reduceren.
Door het geluid met een geringe vertraging toe te voegen aan het directe geluid, wekt u de indruk dat er meerdere geluidsbronen samen klinken (een doubling-effect). De beste resultaten wordt bij een stereo-opname verkregen.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het de-esser-effect in/uit.
Sibilant
0–100
Hiermee regelt u de gevoeligheid t.o.v. het input-volume, wat bepaalt hoe het effect wordt toegepast.
Level
0–100
Hiermee regelt u het volume.
*
Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter op "DOUBLING" is ingesteld.
On/Off Dly Tme
0,5–50,0 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid vertraagd wordt).
Dit simuleert een fretloze bas.
On/Off
Separation OFF, ON
Deze parameter schakelt het defretter-effect in/uit.
Sens
0–100
Hiermee regelt u de input-gevoeligheid van de defretter. Regel dit in functie van uw basgitaar tot de veranderingen van de boventonen natuurlijk klinken.
Attack
-50– +50
Hiermee regelt u de spreiding. De panning van het directe geluid en het effectgeluid kan over links en rechts gespreid worden. *
Dit effect kan bij stereo-opname worden verkregen (met gebruik van twee sporen).
E.Level
0–120
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
0–100
Hiermee regelt u de aanslag van de defretter. Hoe hoger deze waarde, hoe langzamer de boventonen veranderen, zodat u een betrekkelijk aanslagloos geluid krijgt, zoals van een fretloze bas.
Depth
0–100
Hiermee bepaalt u de verhouding van de boventonen. Hoe hoger deze waarde, hoe groter de harmonische inhoud, wat een meer ongewoon geluid geeft.
Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van het defretter-geluid.
Enhancer Door een geluid dat uit fase is t.o.v. het directe geluid, toe te voegen, benadrukt dit effect de definitie van het geluid en schuift het naar de voorgrond.
On/Off Sens
0–100
Hiermee bepaalt u hoe de enhancer wordt toegepast t.o.v. de inputsignalen.
Delay
Freq
Dit geeft een dikkere sound door een geluid met vertraging aan het directe geluid toe te voegen.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het enhancer-effect in/uit.
1,0–10,0 kHz
Hier bepaalt u bij welke frequentie het enhancer-effect in werking treedt. Het effect wordt toegepast op de frequenties boven de frequentie die u hier instelt.
OFF, ON
Deze parameter schakelt het delay-effect in/uit.
Mix Level
Type
Hier bepaalt u hoeveel fase-verschoven geluid uit het bereik dat door "Frequency" wordt bepaald, wordt gemixt met de input.
Deze parameter bepaalt het type van delay.
0–100
Lo Mix Lvl
SINGLE: TAP:
Hier bepaalt u hoeveel fase-verschoven geluid uit het lage frequentiegebied er wordt gemixt met de input. Het frequentiegebied waarin het effect wordt toegepast, ligt vast.
Het delay-geluid wordt over het linker- en rechterkanaal gepand. Dit is effectief als u een stereo-opname maakt.
Level
Dit is een eenvoudige delay.
Dly Tme
0–100
0–100
Hiermee regelt u het volume van het enhancer-geluid.
SINGLE: 1–1400 ms, TAP: 1–700 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid vertraagd wordt).
Feedback
0–100
Met deze parameter bepaalt de hoeveelheid feedback. Als u de hoeveelheid feedback wijzigt, zal ook het aantal herhalingen van het delay-geluid veranderen.
E.Level
0–120
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
95
Hoofdstuk 3
Defretter
OFF, ON
Deze parameter schakelt het doubling-effect in/uit.
Insert effect-parameterfuncties
Equalizer
Resonance
Dit is een 4-bands equalizer. *
U kunt dit effect gebruiken als u de "4BAND EQ" hebt geselecteerd als 4BAND EEQ/WAH "Type" . COSM GTR AMP
COSM BASS AMP
COSM COMP GTR
COSM COMP BSS
BASS MULTI
STEREO MULTI
*
OFF, ON
Deze parameter schakelt de equalizer in/uit.
-20– +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of verzwakking) voor de lage tonen.
Lo-M Gin
-20– +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of verzwakking) voor de lage middentonen.
Lo-M F
Separation
100 Hz–10,0 kHz
Lo-M Q
Dit effect kan bij stereo-opname worden verkregen (met gebruik van twee sporen).
Foot Volume Hiermee regelt u het volume van de effecten. Als u met een expressiepedaal het foot volume regelt, kunt u het volume van het output-geluid naadloos veranderen. Raadpleeg voor meer informatie “Een expressiepedaal gebruiken” (p. 187).
On/Off
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor het lage middengebied.
OFF, ON
Hiermee schakelt u het foot volume in/uit.
Lo-Fi Box 0,5–16
Deze parameter stelt het bereik in van de gain-verandering voor de frequentie die bij "Lo-M F" is ingesteld.
Hiermee verkrijgt u een lo-fi sound.
Hi-M Gin
Deze parameter schakelt het Lo-Fi Box-effect in/uit.
-20– +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of verzwakking) voor de hoge middentonen.
Hi-M F
0–100
Hiermee regelt u de spreiding. Hoe hoger deze waarde, hoe groter de spreiding. Dit heeft effect als u stereo-output gebruikt.
On/Off Low Gain
0–100
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid resonantie (feedback). Door deze waarde te verhogen, krijgt dit effect meer nadruk, wat een meer ongewoon geluid geeft.
Hiermee kiest u de functie van de lo-fi box.
Deze parameter bepaalt de centrale frequentie voor het hoge middengebied.
Hi-M Q
RADIO: Het geluid klinkt alsof het uit een AM-radio komt. *
0,5–16
Deze parameter stelt het bereik in van de gain verandering voor de frequentie die bij "Hi-M F" is ingesteld.
-20– +20 dB
Deze parameter bepaalt de gain (hoeveelheid versterking of verzwakking) voor de hoge tonen.
Level
OFF, ON
Type
100 Hz–10,0 kHz
Hi Gain
On/Off
Door "Tuning" bij te regelen, kunt u de geluiden simuleren die u hoort wanneer u aan de tuning-knop van een radio draait.
PLAYER: Het geluid klinkt zoals dat van een grammofoon. De ruis veroorzaakt door krassen en stof op de plaat wordt gesimuleerd.
DIGITAL:
-20– +20 dB
Deze parameter bepaalt het volume na de equalizer.
Hiermee kunt u een "lo-fi" sound krijgen door de samplefrequentie en/of het aantal bits te verlagen. Met in serie geschakelde realtime modify-filters kunt u het geluid vrij vorm geven.
■ Als u "RADIO" of "PLAYER" selecteert
Flanger
Tuning
Dit geeft een flanger-effect dat een soort "roterend" karakter aan het geluid geeft. *
Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter op "FLANGER" is ingesteld.
On/Off
OFF, ON
Wow Flt
Noise
Rate
Dit simuleert ruis.
Hiermee bepaalt u de snelheid van het flanger-effect.
Filter
Depth
Hiermee regelt u de filter.
0–100
0–100
Dit is een parameter voor "PLAYER". Dit simuleert de wow en flutter die u hoort wanneer de snelheid van de draaitafel niet constant is.
Deze parameter schakelt het flanger-effect in/uit.
0–100
0–100
Dit is een parameter voor "RADIO". Deze simuleert de geluiden die u hoort wanneer u de tuning-frequentie van een AM-radio regelt.
0–100 0–100
Hiermee bepaalt u de diepte van het flanger-effect.
D:E
Manual
Hiermee regelt u de volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid.
0–100
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het gebied waarop het effect wordt toegepast.
96
100:0–0:100
Insert effect-parameterfuncties
Noise Suppressor
■ Als u "DIGITAL" selecteert Pre Filter
OFF, ON
Deze filter vermindert digitale vervorming. Als u hem uitschakelt, kunt u een intense lo-fi sound mét digitale vervorming verkrijgen.
Smpl Rate
OFF, 1/2–1/32
Dit effect reduceert de ruis en brom. Om dat dit de ruis synchroon met de envelope van de klank (de manier waarop de klank wegsterft) onderdrukt, heeft dit zeer weinig invloed op de klank en doet het geen afbreuk aan het natuurlijke karakter van het geluid.
Hiermee bepaalt u de samplefrequentie.
On/Off
Bit
Deze parameter schakelt het noise suppressor-effect in/uit.
OFF, 15–1
Hiermee wijzigt u het aantal databits. Als u hier "OFF" kiest, blijft het aantal databits ongewijzigd. Als u een extreem laag aantal bits instelt, kan een luide ruis optreden, zelfs als er geen geluid is, afhankelijk van de input-bron. In zulke gevallen moet u de drempel van de ruisonderdrukker verhogen.
OFF, ON
Deze filter vermindert de digitale vervorming veroorzaakt door lo-fi. Door dit uit te schakelen, kunt u een extreme lo-fi sound krijgen.
Fx Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van de lo-fi sound.
Dir Level
0–100
Stel deze parameter in in functie van het volume van de ruis. Als de ruis vrij sterk is, moet u hier een hogere waarde instellen. Als het ruisniveau laag is, stelt u een lagere waarde in. Regel deze waarde bij tot het geluid op een zo natuurlijk mogelijke manier wegsterft. *
Hoge waarden voor de threshold-parameter kunnen ervoor zorgen dat u geen geluid hoort wanneer het volume van uw instrument te laag staat.
Release
0–100
Dit is het tijdsinterval van wanneer de noise suppressor in werking treedt tot het volume "0" is.
0–100
Octave
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Modify Fil Dit is een filter met een grote variatie aan mogelijke instellingen (instelbaar filter). Selecteer verschillende typen om een variatie aan verschillende filtereffecten te krijgen.
Dit effect voegt een noot van één octaaf lager toe. Hierdoor ontstaat een rijker geluid.
On/Off
OFF, ON
OFF:
Deze parameter schakelt het octave-effect in/uit.
De modify-filter wordt niet gebruikt.
Oct Level
LPF:
Hiermee regelt u het volume van het geluid van één octaaf lager.
Het effect functioneert als een low pass-filter.
Dir Level
BPF: HPF:
Phaser
Het effect functioneert als een high pass-filter.
0–100
Hiermee regelt u de cutoff-frequentie.
Resonance
0–100
Hiermee regelt u de resonantie.
Gain
0–100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Het effect functioneert als een band pass-filter.
Cutoff F
0–100
0–24 dB
Hiermee regelt u het volume van het geluid dat door de modifyfilter gepasseerd is.
Door stukjes met verschoven fase aan het directe geluid toe te voegen, geeft het phaser-effect een kolkend en wervelend karakter aan het geluid. *
Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION “Type”-parameter op “PHASER” is ingesteld.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het phaser-effect in/uit.
Rate
0–100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het phaser-effect.
Depth
0–100
Hiermee bepaalt u de diepte van het phaser-effect.
Manual
0–100
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het phaser-effect.
Resonance
0–100
Hiermee bepaalt u de hoeveelheid resonantie (feedback). Door deze waarde te verhogen, krijgt dit effect meer nadruk, wat een meer ongewoon geluid geeft.
97
Hoofdstuk 3
Post Fltr
Threshold
OFF, ON
Insert effect-parameterfuncties
Pitch Shifter
Preamp
Dit effect verandert de toonhoogte van het originele geluid (omhoog of omlaag) binnen een bereik van twee octaven.
Hiermee regelt u de vervorming en de toon van het gitaargeluid.
*
Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION “Type”-parameter op “PITCH SFT” is ingesteld.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het pitch shifter-effect in/uit.
*
Als Bass, Middle en Treble allemaal op "0" zijn ingesteld, kan het zijn dat, afhankelijk van de "Type"-instelling, er geen geluid hoorbaar is.
On/Off
OFF, ON
Hiermee schakelt u het Preamp-effect in/uit.
Type
Type Hier kiest u of u de pitch shifter manueel of met een pedaal bedient.
MANUAL:
Hier bepaalt u het type voorversterker. De eigenschappen van de versterkers i.v.m. vervorming en toon worden hieronder opgesomd:
■ Bij de algoritmes "COSM GTR AMP", "COSM COMP GTR", of "VO+GT AMP"
Dit is een gewone pitch shifter.
PEDAL: Het effect functioneert als een pedal pitch shifter. U bedient het effect door middel van een expressiepedaal. Raadpleeg voor meer informatie “Een expressiepedaal gebruiken” (p. 187).
Pitch
-24–DETUNE– +24
Hiermee regelt u hoeveel de toon verandert, in stapjes van een halve toon. Als u "DETUNE" kiest, wordt het geluid met licht verschoven toonhoogte toegevoegd aan het input-geluid, wat voor een "detuneeffect" zorgt. *
Dit effect kunt u gebruiken als de "P.Shift Type"-parameter op "MANUAL" staat.
D:E
100:0–0:100
Hiermee regelt u de volumebalans tussen het directe geluid en het effectgeluid.
Separation
JC-120
CLEAN CRUNCH MATCH
VO DRV BLUES BG LEAD
-50– +50
Hiermee regelt u de spreiding. De panning van het directe geluid en het effectgeluid kan over links en rechts gespreid worden. Dit heeft effect als u stereo-output gebruikt.
MS (1, 2, 1+2)
1
2
1+2
SLDN
METAL METAL D
98
Het geluid van de Roland "JC-120", een favoriet van professionele muzikanten wereldwijd. Het geluid van een conventionele buizenversterker. Hiermee kunt u een crunch-effect krijgen, zodat u een natuurlijke vervorming creëert. Een nabootsing van de nieuwste buizenversterker, die veel in stijlen van blues tot rock wordt gebruikt. Hiermee creëert u het typische Liverpoolgeluid uit de jaren zestig. Een lead-geluid met een rijk midden, ideaal voor Blues. Het geluid van een buizenversterker, dat typerend is voor de late zeventiger tot tachtiger jaren, en dat wordt gekenmerkt door een onderscheidend middengebied. Het geluid van een groep grote buizenversterkers die onmisbaar was voor de Britse hard rock van de jaren zeventig, en nog steeds door vele hard rock gitaristen wordt gebruikt. Een treble-achtig geluid dat wordt gecreëerd door input I van de gitaarversterker te gebruiken. Een treble-achtig geluid dat wordt gecreëerd door input II van de gitaarversterker te gebruiken. Een geluid dat ontstaat als inputs I en II van de gitaarversterker parallel worden verbonden, zodat er een geluid wordt gecreëerd met een sterker laag gedeelte dan I. Het geluid van een buizenversterker met flexibele vervorming, bruikbaar in een grote variatie aan stijlen. Het geluid van een grote buizenversterker, geschikt voor heavy metal. Een hoge gain en krachtig metal-geluid.
Insert effect-parameterfuncties
■ Bij de algoritmes "COSM BASS AMP" of "COSM COMP BSS" AC AMG
Dit produceert het vintage geluid van een vroege transistorversterker. Dit produceert het geluid van een grote dubbel-stack buizenversterker met ultralaag en een scherp randje.
Volume
0–100
Ring Modulator Dit creëert een belachtig geluid door de ringmodulatie van het gitaargeluid met het signaal van de interne oscillator. De klank is a-muzikaal en heeft geen distinctieve toonhoogtes.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het ring modulator-effect in/uit.
Frequency
0–100
Hiermee regelt u het volume en de vervorming van de versterker.
Hiermee regelt u de frequentie van de interne oscillator.
Bass
Fx Level
GUITAR AMP: 0–100, BASS AMP:-100–+100
Hiermee regelt u het volume van het effectgeluid.
Middle
Dir Level
GUITAR AMP: 0–100, BASS AMP:-100–+100
Bij de types "MATCH" en "VO DRV" heeft de middle-parameter geen functie.
Treble
GUITAR AMP: 0–100, BASS AMP: -100– +100
Hiermee regelt u de toon voor het hoge frequentiegebied.
0–100
Deze parameter is beschikbaar bij de algoritmes "COSM GTR AMP", "COSM COMP GTR" en "VO+GT.AMP". Hiermee regelt u de toon voor het ultrahoge frequentiegebied. *
Slow Attack Dit effect laat het volume aanzwellen ("vioolachtig" geluid). *
Presence
Bij de types "MATCH" en "VO DRV" kunt u door de Presence te verhogen, de hoge frequenties wegfilteren (de waarde verandert van "0" in "-100").
Master
0–100
Hiermee regelt u het volume van de volledige preamp.
Bright
0–100
Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Hiermee regelt u de toon voor het middengebied. *
0–100
Dit effect kunt u in de "COSM GTR AMP" gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter op "SLOW ATCK" is ingesteld.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het slow attack-effect in/uit.
RiseTme
10–2000 ms
Hiermee bepaalt u in hoeveel tijd het volume zijn maximum bereikt, vanaf het moment dat u de snaar aanslaat.
Level
0–100
Hiermee regelt u het volume voor het slow attack-geluid.
OFF, ON
(bij JC-120, CLEAN, CRUNCH, BLUES, BG LEAD, AC, AMG) Hiermee schakelt u de bright-instelling in/uit.
OFF: Bright wordt niet gebruikt.
ON: Bright zorgt voor een lichtere en frissere klank.
Gain
LOW, MIDDLE, HIGH
Distortion zal achtereenvolgens verhogen voor de instellingen van "LOW", "MIDDLE" en "HIGH". *
De klank van ieder Type is gecreëerd op basis van de gain-instelling "MIDDLE". Normaal gezien stelt u hier "MIDDLE" in.
99
Hoofdstuk 3
Hiermee regelt u de toon voor het lage frequentiegebied.
Insert effect-parameterfuncties
Speaker Simulator
Tremolo/Pan
Dit effect simuleert de eigenschappen van diverse luidsprekertypes. Als de output van de BR-900CD direct op een mixer, etc. is aangesloten, kunt u dit gebruiken om het geluid van uw favoriete luidsprekersysteem te creëren.
Tremolo is een effect dat een cyclische volumeverandering creëert. Pan beweegt de stereopositie cyclisch tussen links en rechts (wanneer u stereo-output gebruikt).
On/Off
*
OFF, ON
Dit effect kunt u gebruiken als de MODULATION "Type"-parameter op "TRM/PAN" is ingesteld.
Deze parameter schakelt het speaker simulator-effect in/uit.
On/Off
Type
Deze parameter schakelt het tremolo/pan-effect in/uit.
Hiermee kiest u welk luidsprekertype u wil simuleren.
Mode
*
"On Mic" simuleert de sound bij gebruik van een dynamische microfoon en "Off Mic" simuleert de sound bij gebruik van een condensatormicrofoon.
OFF, ON
Hier kiest u tussen tremolo en pan, en bepaalt u hoe het effect wordt toegepast.
TRM-TRI:
■ Bij de algoritmes "COSM GTR AMP", "COSM COMP GTR" of "VO+GT AMP"
Het volume verandert cyclisch. De verandering gebeurt naadloos.
fig.04-128
Het volume verandert cyclisch. De verandering gebeurt abrupt.
SP Simulator Type SMALL MIDDLE JC-120 TWIN twin MATCH match VO DRV vo drv BG STK bg stk MS STK ms stk METAL
Speakerunits
Microfooninstelling
Kleine open kast
10 inch
On Mic
Open kast
12 inch
On Mic
Kast
Opmerkingen
PAN-TRI: Het geluid beweegt cyclisch tussen links en rechts. De verandering gebeurt naadloos.
Open kast
12 inch (2 units)
On Mic
Simulatie Roland JC-120
Open kast
12 inch (2 units)
On Mic
Instelling geschikt voor CLEAN
PAN-SQR:
Open kast
12 inch (2 units)
Off Mic
Instelling geschikt voor CLEAN
Open kast
12 inch (2 units)
On Mic
Instelling geschikt voor MATCH
Open kast
12 inch (2 units)
Off Mic
Instelling geschikt voor MATCH
Het geluid beweegt cyclisch tussen links en rechts. De verandering gebeurt abrupt.
Open kast
12 inch (2 units)
On Mic
Instelling geschikt voor VO DRV
Open kast
12 inch (2 units)
Off Mic
Instelling geschikt voor VO DRV
Grote gesloten kast
12 inch (2 units)
OnMic
Instelling geschikt voor BG LEAD
Grote gesloten kast
12 inch (2 units)
Off Mic
Instelling geschikt voor BG LEAD
Rate
Grote gesloten kast
12 inch (4 units)
On Mic
Instelling geschikt voor MS
Hiermee bepaalt u hoe snel het effect werkt.
Grote gesloten kast
12 inch (4 units)
Off Mic
Instelling geschikt voor MS
Grote dubble stack
12 inch (4 units)
Off Mic
fig.04-129
Kast
Speakerunit
*
"PAN-TRI" en "PAN-SQR" worden met een stereo-opname verkregen (gebruik van twee sporen).
0–100
Depth
■ Bij de algoritmes "COSM BASS AMP" of "COSM COMP BSS" SP Simulator Type AC ac AMG amg
TRM-SQR:
Microfooninstelling
Opmerkingen
Grote gesloten kast
15 inch (2 units)
On Mic
Instelling geschikt voor AC
Grote gesloten kast
15 inch (2 units)
Off Mic
Instelling geschikt voor AC
Grote gesloten kast
10 inch (8 units)
On Mic
Instelling geschikt voor AMG
Grote gesloten kast
10 inch (8 units)
Off Mic
Instelling geschikt voor AMG
0–100
Hiermee regelt u de diepte van het effect.
Voice Transformer Hiermee bewerkt u de formanten, zodat u een hele reeks stemkarakters kunt creëren. Er worden twee stemkarakters met verschillende formanten aan het directe geluid toegevoegd.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt het voice transformer-effect in/uit.
Mic Set
CENTER, 1–10 cm
Dit simuleert de microfoonpositie. "CENTER" simuleert dat de microfoon vlak voor midden van de luidsprekerconus staat. "1–10 cm" betekent dat de microfoon verder van het midden van de luidsprekerconus wordt geplaatst.
Mic Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van de microfoon.
Dir Level Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
Formant1 Formant2
-100– +100
Hiermee bepaalt u de formant van stemkarakter 2.
FX1 Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van stemkarakter 1.
0–100
FX2 Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van stemkarakter 2.
Dir Level Hiermee regelt u het volume van het directe geluid.
100
-100– +100
Hiermee bepaalt u de formant van stemkarakter 1.
0–100
Insert effect-parameterfuncties
Wah
■ Als u "PEDAL" kiest
Het wah-effect creëert een unieke klank door de frequentierespons van een filter te veranderen. Touch wah creëert een automatische wah door de filter in respons op het input-volume te veranderen. Met pedal wah kunt u bijvoorbeeld een expressiepedaal gebruiken om het wah-effect in realtime aan te sturen.
Peak
* Dit effect kunt u met de volgende algoritmes gebruiken, mits "WAH" als 4BAND EEQ/WAH "Type" is geselecteerd. COSM BASS AMP
COSM COMP GTR
COSM COMP BSS
BASS MULTI
STEREO MULTI
On/Off
0–100
Dit past de hoeveelheid toegepast wah-effect aan. Lagere waarden geven een mild wah-effect, terwijl hogere waarden een scherper wah-geluid tot gevolg hebben. Met een waarde van "50" krijgt u een standaard wah-geluid.
Level
0–100
Hiermee regelt u het volume.
Hoofdstuk 3
COSM GTR AMP
U bedient het effect door middel van een expressiepedaal. Raadpleeg voor meer informatie “Een expressiepedaal gebruiken” (p. 187).
OFF, ON
Hiermee schakelt u het touch wah-/pedal wah-effect in of uit.
Type Hiermee kiest u tussen touch wah "TOUCH" of pedal wah "PEDAL".
TOUCH: Het effect fungeert als touch wah.
PEDAL: Het effect fungeert als pedal wah.
■ Als u "TOUCH" kiest Polarity Hiermee bepaalt u in welke richting de filter verandert, in respons op de input.
UP: De frequentie van de filter stijgt.
DOWN: De frequentie van de filter daalt.
Sens
0–100
Hiermee regelt u de gevoeligheid waarmee de filter verandert in de richting bepaald door de polarity-instelling. Hoe hoger de waarde, hoe sterker de respons. Met een waarde "0" heeft de sterkte van de aanslag geen effect.
Frequency
0–100
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het wah-effect.
Peak
0–100
Dit past de hoeveelheid toegepast wah-effect aan. Lagere waarden geven een mild wah-effect, terwijl hogere waarden een scherper wah-geluid tot gevolg hebben. Met een waarde van "50" krijgt u een standaard wah-geluid.
Level
0–100
Hiermee regelt u het volume.
101
Mastering Gebruik de "Mastering Tool Kit" om van de bounce-sporen een tweesporige master met geoptimaliseerde niveaus te maken.
1. Druk meermaals op [REC MODE] tot links op de display "MASTERING" als REC MODE verschijnt. 2. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de V-Track die als opnamebron dient, en druk op [ENTER].
Wat is de Mastering Tool Kit? Als u een audio-cd van uw opgenomen songs maakt of als u op een MD of gelijksoortige media opneemt, moet u het algemene volume beperken, zodat zelfs de luidste passages van de songs passend op de cd of de MD kunnen worden verwerkt. Vaak resulteert dit echter in een algemene verlaging van het volume, waardoor uw cd of uw MD een tamme en expressieloze indruk maakt. Bovendien kan het geluid in het lage frequentiebereik, waarvoor het menselijke gehoor niet zo gevoelig is, vrij laag in volume klinken, hoewel de meter het maximale niveau aangeeft. Dit maakt het ook moeilijk om dynamische geluiden te maken. Met de "Mastering Tool Kit" kunt u de verschillen in volume, die in de loop van een song optreden, uitvlakken en ook de balans in het lage bereik corrigeren. We raden u aan om songs pas in het eindstadium met de Mastering Tool Kit af te mixen. * De Mastering Tool Kit heeft 19 voorgeprogrammeerde "Preset patches" (P01–P19), 19 overschrijfbare "User patches" (U01–U19) en 19 "Song patches", die voor elke song afzonderlijk worden opgeslagen (S01-S19).
Het Mastering-scherm verschijnt op de display. fig.01-801d
Opnamebron
■:
V-Tracks met opgenomen data.
❐:
V-Tracks zonder opgenomen data.
* Hier wordt de Mastering Tool Kit automatisch als het te gebruiken effect geselecteerd. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op de V-Track voor opname te zetten en selecteer de V-Track met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.01-802d
Opnamebestemming
fig.01-800
BR-900CD
Geheugenkaart Song
Preset Patch
User Patch
Song Patch
De REC TRACK-toets voor het spoor dat als opnamebestemming is geselecteerd, knippert in rood. “Lijst van Mastering Tool Kit patches” (p. 205)
4. Druk op [EFFECTS]. Het selectievenster voor de Mastering Tool Kit verschijnt.
* In de mastering-functie worden, nadat u de opnamebron en bestemming heeft ingesteld, en naar het Play-scherm bent teruggekeerd, de volgende knoppen uitgeschakeld. Bovendien kunt u het punt waaraan de insert-effecten worden verbonden, niet wijzigen (p. 87). [INPUT SELECT], [TUNER], [PAN/EQ], [LOOP EFFECTS], [PITCH CORRECTION], [PHRASE TRAINER], [ARRANGE/PATTERN/OFF], [EDIT], [RHYTHM PAD], [V-TRACK], [DELETE/MUTE]
102
fig.01-806d
Naam algoritme
P: Preset / S: Song / U: User Bank
Nummer Patchnaam
Mastering
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de Preset/ Song/User en het nummer voor de Mastering Tool Kit.
De instellingen van de Mastering Tool Kit bewerken
“Lijst van Mastering Tool Kit patches” (p. 205)
Om een nieuwe patch aan te maken, kiest u uit de reeds aanwezige effect patches de patch die de klank welke u in gedachten had, het dichtst benadert en van die patch wijzigt u de instellingen.
6. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. Het algemene volume regelt u met de MASTER-fader. Zet nu het volume zo hoog mogelijk zonder dat het geluid vervormt. 7. Druk op [REC].
1. Voer stappen 1–3 van p. 102 uit en schakel over op de mastering-functie. 2. Druk op [EFFECTS] (MASTERING TOOL KIT).
fig.01-804
Knippert
Het selectievenster voor de Mastering Tool Kit verschijnt. fig.01-806d
Naam algoritme
8. Druk op [PLAY].
P: Preset / S: Song / U: User Bank
Nummer Patchnaam
[REC] knippert niet langer rood, maar brandt ononderbroken en de opname start. fig.01-805
Brandt
9. Druk op [STOP] als u klaar bent met opnemen * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
3. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de Preset/ Song/User en het nummer. 4. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "EDIT" te zetten en druk op [ENTER]. Op de display verschijnt het Mastering Tool Kit Editscherm met het algoritme (de gebruikte effecten, afgebeeld in de volgorde waarin ze zijn verbonden). fig.01-807d
U kunt dit venster ook direct oproepen, door op [ENTER] te drukken als de cursor op Preset/Song/User of het nummer staat.
103
Hoofdstuk 3
[REC] knippert rood en de BR-900CD staat in standby voor opname.
Als u de gewijzigde effectinstellingen wilt bewaren, slaat u ze op als user patch of song patch.
Mastering
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op elk effect te zetten en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om elk effect in of uit te schakelen. Blokken die zijn aangezet, worden in hoofdletters weergegeven, terwijl blokken die zijn uitgeschakeld in kleine letters worden weergegeven. Zet de effecten die u wilt gebruiken aan.
1. Druk in het selectiescherm voor de Mastering Tool Kit op CURSOR [ ] om de cursor op "NAME" te zetten, en druk op [ENTER]. Het Patch Name Setting-scherm verschijnt. fig.01-809d
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] en zet de cursor op het effect met de te wijzigen parameter. Druk vervolgens op [ENTER]. Het Parameter Setting-scherm van elk effect verschijnt. fig.01-808d
7. Gebruik CURSOR [ ] [ ] om een parameter te selecteren, en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de waarde te bewerken. 8. Als u nog een ander effect wilt editen, drukt u op [EXIT] om naar het vorige scherm terug te keren en herhaalt u de stappen 5-6. 9. Als u de huidige effect-instellingen wilt opslaan, volgt u de procedure beschreven in "De Mastering Tool Kitinstellingen opslaan".
2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om de patch-naam in te voeren. * Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen. 3. Nadat u de gewenste instellingen en de patch-naam hebt ingevoerd, drukt u op [EXIT] om naar het Kit Selection-scherm terug te keren. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE" te zetten en druk op [ENTER]. Het Write-scherm verschijnt. fig.01-810d
Wijzigingen in effect-instellingen zijn slechts tijdelijk. Als u het Edit Effect-scherm verlaat zonder de gewijzigde effect patch op te slaan, verschijnt "TMP" naast de indicatie van de bank. Let op: de oorspronkelijke instellingen van de gewijzigde effect patch worden hersteld en de wijzigingen gaan dus verloren als u een nieuwe effect patch selecteert, terwijl "TMP" wordt weergegeven.
De Mastering Tool Kitinstellingen opslaan (Write) Hiermee wijst u een naam (patch-naam) toe aan de bewerkte patch-instellingen en slaat u de instellingen op. * U kunt patches niet opslaan tijdens de opname of weergave van een song. * Ga naar stap "4" als u de patch-naam niet hoeft te wijzigen.
104
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer waarop u de nieuwe patch wilt opslaan. 6. Zodra u de bestemming hebt gekozen, drukt u op [ENTER]. Nadat het opslaan is voltooid, keert u terug naar het selectiescherm voor de Mastering Tool Kit. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Parameterfuncties van de Mastering Tool Kit Algoritme fig.04-204
=[EQ]=[BCUT]=[ENH]=[IN]=[EXP] [COMP]=[MIX]=[LIM]=[OUT] Equalizer Bass Cut Filter Enhancer Input
Hoofdstuk 3
Expander Compressor Mixer Limiter Output
Lijst van parameters Equalizer On/Off
High Mid Q OFF, ON
Deze parameter schakelt de equalizer in/uit.
Input Gain
High Type -24 – +12 dB
Hiermee bepaalt u het globale volume voordat het signaal door de equalizer gaat.
Low Type
SHELVG, PEAK
Hiermee kiest u het equalizer-type (shelving, peaking) voor het lage frequentiegebied.
Low Gain
-12 – +12 dB
0,3–16,0
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de centrale frequentie van het hoge middengebied.
SHELVG, PEAK
Hiermee kiest u het equalizer-type (shelving, peaking) voor het hoge frequentiegebied.
High Gain
-12– +12 dB
Hiermee bepaalt u de versterking/verzwakking in het hoge frequentiegebied.
High Freq
1,4–20,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het lage frequentiegebied.
Dit bepaalt de versterking/verzwakking in het lage frequentiegebied.
High Q
Low Freq
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de centrale frequentie van het lage gebied. (*1)
20 Hz–2,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het lage frequentiegebied.
Low Q
0,3–16,0
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de centrale frequentie van het lage gebied. (*1)
Low Mid Gain
-12– +12 dB
Dit bepaalt de versterking/verzwakking in het lage middengebied.
Low Mid Freq
0,3–16,0
Output Gain -24– +12 dB Hiermee bepaalt u het globale volume na de equalizer. (*1) De Low Q-/Hi Q-instelling is niet beschikbaar wanneer "SHELVNG" (shelving type equalization) gekozen is bij Low Type of High Type.
20 Hz–8,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het lage middengebied.
Low Mid Q
0,3–16,0
Dit bepaalt de helling van de frequentieresponscurve voor de centrale frequentie van het lage middengebied.
High Mid Gain
-12– +12 dB
Dit bepaalt de versterking/verzwakking in het hoge middengebied.
High Mid Freq
20 Hz–8,0 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie van het hoge middengebied.
105
Parameterfuncties van de Mastering Tool Kit
Bass Cut Filter
Expander
Deze filter haalt ongewenste laagfrequente ruis weg (bv. ploffen).
Dit effect vergroot het dynamisch bereik met een vaste verhouding.
On/Off
On/Off
OFF, ON
Hiermee schakelt u de bass cut filter in/uit.
Freq
OFF, ON
Hiermee schakelt u de Expander in/uit.
20 Hz–2,0 kHz
Hier stelt u de frequentie in die de ploffende of andere ongewenste laagfrequente geluiden bevat, die u wil verwijderen.
Dit maakt het geluid levendiger, door bepaalde geluiden op de voorgrond te plaatsen.
OFF, ON
Deze parameter schakelt het enhancer-effect in/uit.
Sens
0–100
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van het enhancer-effect.
Freq
1,0–10,0 kHz
Hier bepaalt u bij welke frequentie het enhancer-effect in werking treedt.
Mix Lvl
-24– +12 dB
-80–0 dB
Dit is het volume waarbij de Expander voor het lage frequentiegebied in werking treedt.
Lo Ratio
Enhancer
On/Off
Lo Thres
1:1.00–1:16.0, 1:INF
Dit bepaalt de verhouding waarmee de output van het lage frequentiegebied toeneemt wanneer het input-niveau onder het Lo Threshold-niveau zakt.
Lo Attack
0–100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de lower-range expander in werking treedt nadat het input level onder het Lo Threshold-niveau is gezakt.
Lo Release
50–5000 ms
Dit bepaalt hoelang de lower-range expander nog blijft nawerken wanneer het input level weer boven het Lo Threshold-niveau komt.
Mid Thres
-80–0 dB
Dit is het volume waarbij de expander voor het middengebied in werking treedt.
Hiermee bepaalt u het volume van het effectgeluid.
Mid Ratio
Input
Dit bepaalt de verhouding waarmee de output van het middengebied toeneemt wanneer het input-niveau onder het Middle Thresholdniveau zakt.
Hiermee splitst u het originele geluid op in drie frequentiegebieden: low, mid en high.
Gain
-24– +12 dB
Hiermee bepaalt u het algemene volume voordat het signaal door de expander/compressor gaat.
Dly Time
0–10 ms
Mid Attack
1:1.00–1:16.0, 1:INF
0–100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de mid-range expander in werking treedt nadat het input-niveau onder het Middle Threshold-niveau is gezakt.
Mid Release
50–5000 ms
Dit bepaalt hoelang de mid-range expander blijft nawerken wanneer het input-niveau weer boven het Middle Threshold-niveau komt.
Hiermee bepaalt u hoeveel het input-signaal vertraagd wordt.
Hi Thres
SplitL
Dit is het volume waarbij de expander voor het hoge frequentiegebied in werking treedt.
20–800 Hz
Dit is de frequentie (bij de lage tonen) die de grens vormt tussen het lage en het middenfrequentiegebied.
SplitH
1,6–16,0 kHz
Dit is de frequentie (bij de hoge tonen) die de grens vormt tussen het midden- en het hoge frequentiegebied.
Hi Ratio
-80–0 dB
1:1.00–1:16.0, 1:INF
Dit bepaalt de verhouding waarmee de output van het hoge frequentiegebied toeneemt wanneer het input-niveau onder het Hi Threshold-niveau zakt.
Hi Attack
0–100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de upper-range expander in werking treedt nadat het input-niveau onder het Hi Threshold-niveau is gezakt.
Hi Release
50–5000 ms
Dit bepaalt hoe lang de upper-range expander blijft nawerken wanneer het input-niveau weer boven het Hi Threshold-niveau komt.
106
Parameterfuncties van de Mastering Tool Kit
Compressor
Mixer
Dit effect comprimeert het algemene output-signaal wanneer het input-niveau een bepaalde waarde overschrijdt.
Hiermee bepaalt u het volume van iedere frequentieband.
On/Off
OFF, ON
Hiermee bepaalt u het volume van de lage frequentieband nadat het signaal door de expander en compressor is gepasseerd.
-24–0 dB
Mid Level
Deze parameter schakelt het compressor-effect in/uit.
Lo Thres
Lo Level
-80– +6 dB
-80– +6 dB
Hier bepaalt u bij welk volume de lower-range compressor in werking treedt.
Hiermee bepaalt u het volume van de midden-frequentieband nadat het signaal door de expander en compressor is gepasseerd.
Lo Ratio
Hi Level
1:1.00–1:16.0, 1:INF
-80– +6 dB
Hiermee bepaalt u het volume van de hoge frequentieband nadat het signaal door de expander en compressor is gepasseerd.
Lo Attack
Limiter
0–100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de lower-range compressor in werking treedt wanneer het input-niveau het Lo Threshold-niveau overschrijdt.
Dit onderdrukt hoge signaalniveaus om vervorming te voorkomen.
Lo Release
On/Off
50–5000 ms
OFF, ON
Dit bepaalt hoe lang de lower-range compressor blijft nawerken wanneer het input-niveau weer onder het Lo Threshold-niveau is gezakt.
Hiermee schakelt u de limiter in/uit.
Mid Thres
Stel deze parameter in volgens het input-signaal van uw bas.
-24–0 dB
Hier bepaalt u bij welk volume de mid-range compressor in werking treedt.
Mid Ratio
1:1.00–1:16.0, 1:INF
Hier bepaalt u volgens welke verhouding de output van de middenfrequenties onderdrukt wordt wanneer het input-niveau het Middle Threshold-niveau overschrijdt.
Mid Attack
Thres Attack
Release
0–100 ms
Mid Release
Hier maakt u instellingen voor de globale output.
50–5000 ms
Dit bepaalt hoelang de mid-range compressor nog blijft nawerken wanneer het input-niveau weer onder het Middle Threshold-niveau is gezakt.
-24–0 dB
Hier bepaalt u bij welk volume de upper-range compressor in werking treedt.
1:1.00–1:16.0, 1:INF
Hier bepaalt u volgens welke verhouding de output van de hoge frequenties wordt onderdrukt, wanneer het input-niveau het Hi Threshold-niveau overschrijdt.
Hi Attack
50–5000 ms
Dit bepaalt hoe lang de limiter nog blijft nawerken wanneer het input-niveau weer onder dremplewaarde is gezakt.
Output
Hi Ratio
0–100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de limiter in werking treedt wanneer het input-niveau de drempelwaarde (threshold) overschrijdt.
Dit bepaalt na hoeveel tijd de mid-range compressor in werking treedt wanneer het input-niveau het Middle Threshold-niveau overschrijdt.
Hi Thres
-24–0 dB
Level
-80– +6 dB
Hier bepaalt u het volume van het globale geluid, nadat het signaal door de limiter is gepasseerd.
Soft Clip
Off, On
Dit onderdrukt merkbare vervorming die optreedt wanneer het compressor/limiter-effect zwaar gebruikt wordt.
Dither
OFF, 24–8 BIT
Deze parameter zorgt ervoor dat het wegvallen van bepaalde geluiden niet te sterk opvalt.
0–100 ms
Dit bepaalt na hoeveel tijd de upper-range compressor in werking treedt wanneer het input-niveau het Hi Threshold-niveau overschrijdt.
Hi Release
50–5000 ms
Dit bepaalt hoe lang de upper-range compressor blijft nawerken wanneer het input-niveau weer onder het Hi Threshold-niveau is gezakt. *
Bij de compressor wordt het niveau automatisch optimaal ingesteld volgens de threshold- (Thres) en ratio- (Ratio) instellingen. Bovendien, omdat het verlengen van de attack-instelling vervorming kan veroorzaken, is er een buffer (marge) van -6 dB voorzien. Pas het mixer-niveau aan zoals nodig.
107
Hoofdstuk 3
Hier bepaalt u volgens welke verhouding de output van de lage frequenties onderdrukt wordt wanneer het input-niveau het Lo Threshold-niveau overschrijdt.
De loop-effecten/Track EQ gebruiken Deze paragraaf bevat uitleg over hoe de verschillende parameters voor de loop-effecten (chorus/delay/doubling/ reverb) kunnen worden gewijzigd.
Als u REV gebruikt Selecteer "HALL" of "ROOM". fig.01-703d
Raadpleeg “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111) voor meer informatie over loop-effecten.
Loop-effecten hebben geen "patches". Loop-effectinstellingen worden samen met de songdata opgeslagen. Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [REC] als u de instellingen in de geselecteerde song wilt opslaan.
4. Als u de instellingen van het geselecteerde effect wilt wijzigen, drukt u op CURSOR [ ] [ ] om de parameter te selecteren. Vervolgens wijzigt u de instelling met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.01-704d
Het loop-effect selecteren * U kunt chorus, delay en doubling niet gelijktijdig gebruiken. U moet er één kiezen. 1. Druk op [LOOP EFFECTS]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CHO/DLY" of "REV" te zetten en druk op [ENTER]. fig.01-701d
Raadpleeg “Loop effect-parameterfuncties” (p. 111) voor een beschrijving van de parameters voor elk effect. 5. Als u klaar bent met instellen, drukt u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Doubling Als u het gitaargeluid op de achtergrond over links en rechts wilt uitspreiden, neem dan dezelfde gitaarpartij op twee verschillende sporen op en pan het geluid respectievelijk links en rechts. Dit noemen we "doubling". Door het "DBLN" loop-effect te gebruiken, kunt u zelfs van een enkel spoor een gedubbeld effect maken, zodat u de sporen efficiënter kunt gebruiken.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] totdat "FX Type" of "Type" wordt weergegeven, en draai vervolgens aan de TIME/ VALUE-draaiknop om het loop-effect te selecteren.
Als u CHO/DLY gebruikt. Kies uit "CHORUS", "DELAY" of "DBLN" (doubling). fig.01-702d
108
* Pan het spoor volledig naar links of rechts en verhoog het niveau voor het doubling-effect, als u het doubling-effect wilt benadrukken. Volg daarnaast de volgende procedure om het verstuurniveau te verhogen.
De loop-effecten/Track EQ gebruiken
Aanpassen hoe het loopeffect wordt toegepast In wat volgt leggen we uit hoe u het volume van de signalen die door elk spoor worden verstuurd, naar de loop-effecten (Send Level) kunt wijzigen, evenals de mate waarin de loopeffecten worden toegepast.
Als u op CURSOR [ ] drukt, verschijnt het scherm waar u het verstuurniveau van de input-bron kunt instellen. Als u op CURSOR [ ] drukt, verschijnt het scherm waar u het verstuurniveau van de Rhythm kunt instellen. fig.01-708d
1. Druk op [LOOP EFFECTS].
fig.01-709d
fig.01-705d
Zet de cursor op "In Send" om het verstuurniveau van de input-bron aan te passen. Zet de cursor op "Rhy Send" om het verstuurniveau van de Rhythm aan te passen. Stel de gewenste waarde voor deze instelling in met de TIME/VALUE-draaiknop. 5. Nadat het verstuurniveau is aangepast, drukt u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om het scherm te selecteren waarin u het verstuurniveau van elk spoor kunt instellen.
Als u CHO/DLY gebruikt fig.01-706d
U kunt elke keer dat [LOOP EFFECTS] wordt ingedrukt, in de volgende volgorde schakelen tussen verschillende vensters. Loop Effects-selectiescherm → Send Level-scherm → Type-scherm → Play-scherm
Als u REV gebruikt fig.01-707d
4. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om het verstuurniveau van elk spoor aan te passen. * Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het spoor dat bij de ingedrukte toets hoort.
109
Hoofdstuk 3
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "CHO/DLY" of "REV" te zetten en druk op [ENTER].
De loop-effecten/Track EQ gebruiken
De Track EQ instellen In deze alinea leest u hoe u de Track EQ-instellingen (parameters) kunt bewerken.
Voor een meer uitgebreide beschrijving van Track EQ raadpleegt u “Track EQ-parameterfuncties” (p. 112).
Track EQ heeft geen "patches". Loop effect-instellingen worden samen met de songdata opgeslagen. Houd [STOP] ingedrukt, en druk op [REC] als u de instellingen in de geselecteerde song wilt opslaan. 1. Druk op [PAN/EQ]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EQ" te zetten en druk op [ENTER]. fig.01-711d
3. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om de EQ van elk spoor aan/uit te zetten. * Als u op een REC TRACK-toets drukt, gaat de cursor naar het spoor dat bij de ingedrukte toets hoort. 4. Druk als u de EQ-instellingen wilt wijzigen, meermaals op CURSOR [ ] om het parameterscherm weer te geven, en verander vervolgens de waarde van de instellingen met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.01-712d
5. Als u de waarden hebt ingesteld, drukt u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
110
Loop effect-parameterfuncties Lijst van parameters CHORUS/DELAY/DBLN (Doubling)
REVERB
Hier kiest u tussen het chorus-, delay- en doubling-effect.
Galm (of reverb) is het effect dat veroorzaakt wordt door geluidsgolven die wegsterven in een akoestische ruimte, of een digitale simulatie daarvan. Dit wegsterven wordt veroorzaakt doordat geluidsgolven op een complexe manier terugkaatsen van muren, plafonds, voorwerpen, enz. Deze weerkaatsingen, gecombineerd met absorptie door diverse voorwerpen, spreiden de akoestische energie over een bepaalde tijdsduur (nl. de decay time). Het oor neemt dit verschijnsel waar als een continue golf van geluid.
FX Type Hiermee kiest u het effecttype.
CHORUS: Er wordt een geluid met lichtjes verschoven toonhoogte toegevoegd aan het directe geluid, wat een dikkere en bredere klank geeft. Dit geeft een dikkere sound door een geluid met vertraging aan het directe geluid toe te voegen.
DBLN: Door het geluid met een geringe vertraging aan het directe geluid toe te voegen, wekt u de indruk dat meerdere geluidsbronnen samen klinken (een "doubling" effect). Het vertraagde geluid wordt uitgestuurd van de kant tegengesteld aan de panning van het weergavespoor.
Rate
0–100
ROOM: Simuleert de galm in een klein vertrek.
HALL: Simuleert de galm in een concertzaal.
0,1–10,0
Tone
-12– +12
Hiermee regelt u de toon.
0–100
Hiermee regelt u de diepte van het chorus-effect.
Pre Dly
Hier kiest u het reverb-type.
Deze parameter bepaalt de (tijds)duur van de reverb.
Hiermee bepaalt u de snelheid van het chorus-effect.
Depth
Type
Rev Time
■ Als "CHORUS" is geselecteerd
Hoofdstuk 3
DELAY:
E.Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van het reverb-geluid.
0,5–50,0 ms
Hiermee bepaalt u het tijdsinterval tussen het moment dat het directe geluid wordt uitgestuurd en het moment dat het effectgeluid wordt uitgestuurd.
E.Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van het effectgeluid.
■ Als "DELAY" is geselecteerd Dly Tme
10–1000 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid vertraagd wordt).
Feedback
0–100
Deze parameter bepaalt de hoeveelheid feedback. Als u de hoeveelheid feedback wijzigt, zal ook het aantal herhalingen van het delaygeluid veranderen.
E.Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
Rev Send
0–100
Hiermee regelt u het volume van de reverb die op het delay-geluid wordt toegepast.
■ Als "DBLN" is geselecteerd Dly Tme
0,5–50,0 ms
Deze parameter bepaalt de delay time (d.w.z. hoeveel het geluid vertraagd wordt).
E.Level
0–100
Hiermee regelt u het volume van het delay-geluid.
111
Track EQ-parameterfuncties Lijst van parameters Dit is een 2-band equalizer die voor ieder spoor onafhankelijk werkt.
Als u de equalizer bijstelt terwijl u het geluid beluistert, kunt u een klikkend geluid horen. Dit is geen defect. Als u dit geluid storend vindt, regel dan de equalizer terwijl het geluid niet speelt.
On/Off
OFF, ON
Deze parameter schakelt de equalizer in/uit.
LoG
-12– +12 dB
Hiermee regelt u de gain (-12 tot +12 dB) voor de low-range equalizer (shelving-type).
LoF
40 Hz–1,5 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie (40Hz tot 1.5 kHz) voor de low-range equalizer (shelving-type).
HiG
-12 – +12 dB
Hiermee regelt u de gain (-12 tot +12 dB) voor de high-range equalizer (shelving type).
HiF
500 Hz–18 kHz
Hiermee bepaalt u de centrale frequentie (500 Hz tot 18 kHz) voor de high-range equalizer (shelving type).
112
De zangtoon corrigeren (Pitch correction) Pitch correction "Pitch correction" of tooncorrectie gebruiken we voor een groep effecten die dienen om in opgenomen zangpartijen toonhoogtefouten te corrigeren. In vergelijking met gitaren, piano’s en overige muziekinstrumenten produceert een menselijke stem over het algemeen een relatief instabiele toon. Als er een onvoorbereide vocalist wordt opgenomen kan dit voor flink wat problemen zorgen, zoals valse noten of een slechte geluidskwaliteit. Wanneer u de pitch correction-functie van de BR-900CD op de juiste manier gebruikt, zullen uw zangsporen altijd fantastisch klinken.
Make-up van de pitch correction De pitch correction en de audiosporen worden als volgt met elkaar verbonden. fig.35-01
Chorus / Delay Send
CHORUS/ DELAY
L R
MIX
Track Pan
Track
PITCH CORRECTION
L R MIX
EQUALIZER
REVERB
L MIX R
Reverb Send
Pitch correction patches Bij pitch correction kunt u instellen hoe het effect wordt toegepast en deze instellingen vervolgens opslaan. Een groep van dergelijke instellingen wordt een patch genoemd. Bij aankoop zijn er in totaal 5 pitch correction patches (dus preset patches) in de BR-900CD opgeslagen. Daarnaast kunt u 5 song patches instellen voor gebruik bij een specifieke song.
Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van pitch correction • Wanneer u de pitch correction-functie gebruikt, kunt u de insert-effecten en de Mastering Tool Kit niet gebruiken. • De pitch correction is bedoeld voor gebruik met opgenomen zangsporen en kan niet op input-bronnen of de Master-output worden toegepast. • U kunt deze effecten niet alleen op zang maar ook op andere solo-uitvoeringen toepassen. Vanwege het fundamentele verschil tussen de karakteristieken van een menselijke stem en die van muziekinstrumenten is het echter onwaarschijnlijk dat dit het gewenste resultaat heeft. • In de volgende situaties kan pitch correction problemen hebben om de juiste toonhoogte op te sporen, waardoor een normale werking niet mogelijk is. -
Als er andere geluiden in de solo zangpartij zijn gemengd. Als het volume van de zangpartij extreem hard of zacht is.
*
Als de zangpartij veel sisklanken bevat of erg "ademig" is (bijvoorbeeld als de zanger fluistert of een hese stem heeft). Als de zangpartij een overmatige hoeveelheid verschillende tonen bevat (zoals een snel, diep vibrato of snelle spraak). Als de partij wordt gezongen met een erg lage stem, die veel harmonieën heeft. Als de BR-900CD geregeld fouten maakt bij het opsporen van de toonhoogte, wijzigt u de "Type"-instelling van de pitch correctionfunctie. In sommige gevallen vermindert dit het aantal onjuiste opsporingen.
113
Hoofdstuk 3
Dit effect is bedoeld voor gebruik bij de weergave van opgenomen audiosporen en kan niet op input-bronnen worden toegepast.
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
De pitch correction gebruiken Laten we de pitch correction-functie van de BR-900CD gebruiken om een aantal fouten in een solo zangpartij weg te zuiveren. Met deze functie kunnen we tonen in realtime en in eenheden van een halve toon corrigeren. 1. Neem voor u tooncorrectie toepast een zangspoor op. 2. Druk meermaals op [REC MODE] totdat de BOUNCEindicator oplicht. De BR-900CD schakelt nu over op de bounce-functie. 3. Druk op [PITCH CORRECTION]. Deze toets gaat branden om aan te geven dat de tooncorrectie ingeschakeld is. Het selectiescherm voor de pitch correction patch verschijnt. fig.35-06d
8. Druk op een spoortoets om het spoor waarop u de gecorrigeerde zang wilt opnemen te selecteren. De spoortoets wordt rood en begint te knipperen om aan te geven dat het spoor als opnamespoor is geselecteerd. 9. Zet de faders van alle sporen behalve het spoor met de zang opname helemaal omlaag. Merk op dat dit ook van toepassing is op de Rhythm-fader. 10. Druk op [ZERO] om naar het begin van de song te verspringen, en druk vervolgens op [REC]. [REC] wordt rood en begint te knipperen. Dit geeft aan dat de BR-900CD nu klaar is voor opname. 11. Druk op [PLAY]. Beide toetsen [PLAY] en [REC] zullen oplichten, en de opname wordt gestart. De solopartij wordt afgespeeld en de onjuiste tonen worden gecorrigeerd. Tegelijkertijd wordt de gecorrigeerde partij op het geselecteerde spoor opgenomen. 12. Druk op [STOP] op het punt waar u de opname wilt beëindigen. De BR-900CD stopt nu de weergave. 13. Druk op [ZERO] om nogmaals naar het begin van de song te verspringen, en start vervolgens de weergave van het opgenomen spoor.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "LOCAT" te zetten en druk op [ENTER]. fig.35-08d
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het spoor met de opgenomen zangpartij. U kunt uit de volgende sporen kiezen: Sporen 1 t/m 6, Sporen 7/8 6. Start de weergave op de BR-900CD. De tonen van de zang worden tijdens het afspelen gecorrigeerd. Beluister de part om er zeker van te zijn dat hij nu volledig zuiver is, en gebruik de spoorfader om, indien nodig, het volume van de part aan te passen. Druk op [STOP] om het afspelen te beëindigen. 7. Gebruik [CURSOR] om de cursor op het patch-nummer te zetten en selecteer een patch met de TIME/VALUEdraaiknop.
“Lijst van Pitch Correction patches” (p. 205)
114
Zet de fader van het spoor dat de oorspronkelijke zang bevat helemaal omlaag, en verhoog de fader van het spoor naar een geschikt niveau. Tijdens het beluisteren van de gecorrigeerde part kunt u besluiten of u over de correcties wel of niet tevreden bent.
Als u niet tevreden bent over de manier waarop de zangpartij werd gecorrigeerd, gebruikt u undo (p. 57) om de opname ongedaan te maken. 14. Wanneer het instellen voltooid is, drukt u meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm.
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
De correctiemethode voor zang instellen (Pitch Correction Edit) Elk van de voorgeprogrammeerde patches 1 tot en met 5 gebruiken een iets andere methode om tonen te corrigeren. Normaliter is het voldoende om de patch die u het beste vindt, te selecteren. Als u echter met geen van deze patches een gunstig resultaat bereikt, kunt u de pitch correctioninstellingen wijzigen om uw eigen patch te creëren.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EDIT" te zetten en druk op [ENTER]. Het Pitch Correction Edit-scherm verschijnt. 3. Gebruik [CURSOR] om de cursor op de te wijzigen instelling te zetten en selecteer een nieuwe waarde met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.35-05d
Het selectiescherm voor de pitch correction patch verschijnt. fig.35-06d
5. Om de gewijzigde instellingen op te slaan, volgt u de procedure "De pitch correction-instellingen opslaan (Write)" hieronder.
De pitch correctioninstellingen opslaan (Write) Aangepaste pitch correction-instellingen kunt u bewaren door ze onder een nieuwe patch-naam op te slaan. * U kunt patches niet opslaan tijdens de opname of weergave van een song. * Ga naar stap "4" als u de patch-naam niet hoeft te wijzigen. 1. Druk in het selectiescherm voor de pitch correction patch op CURSOR [ ] om de cursor op "NAME" te zetten, en druk op [ENTER].
Type LO.MALE, HI.MALE, LO.FEML, HI.FEML Stel deze parameter zo in dat hij met het stemtype van de oorspronkelijke zang overeenkomt. Als deze parameter niet goed wordt ingesteld, is het waarschijnlijker dat er bij het opsporen en corrigeren van de toon problemen optreden.
Het Patch Name Setting-scherm verschijnt. fig.35-11d
LO.MALE (Low Male) Selecteer deze instelling voor een lage mannenstem.
HI.MALE (High Male) Selecteer deze instelling voor een hoge mannenstem.
2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om de patch-naam in te voeren.
LO.FEML (Low Female) Selecteer deze instelling voor een lage vrouwenstem.
* Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen.
HI.FEML (High Female) Selecteer deze instelling voor een hoge vrouwenstem.
* Als de BR-900CD geregeld fouten maakt bij het opsporen van de toonhoogte, wijzigt u de "Type"-instelling. In sommige gevallen vermindert dit het aantal onjuiste opsporingen.
Smooth
0–100
Deze instelling bepaalt hoe snel de tooncorrectie reageert op toonhoogtewijzigingen in de originele zangpartij. Hoe hoger de waarde, hoe langer het duurt voor de correctie wordt toegepast; als gevolg hiervan zijn wijzigingen in toon geleidelijker. Een lage waarde zorgt voor een snelle wijziging in toon.
3. Nadat u de gewenste instellingen en patch-naam hebt ingevoerd, drukt u op [EXIT] om naar het Patchselectiescherm terug te keren. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE" te zetten en druk op [ENTER]. Het Write-scherm verschijnt. fig.35-12d
Wijzigingen die te snel gebeuren, klinken artificieel. Als de correctie echter te geleidelijk is, lijkt het soms alsof er geen correctie werd toegepast. Voor natuurlijk klinkende tooncorrecties, stelt u de waarde in tussen 20 en 40.
115
Hoofdstuk 3
1. Selecteer een voorgeprogrammeerde patch om uw nieuwe patch op te baseren.
4. Druk op [EXIT]
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer waarop u de nieuwe patch wilt opslaan. 6. Zodra u een bestemming hebt gekozen drukt u op [ENTER]. Nadat het opslaan is voltooid, keert u terug naar het selectiescherm voor de pitch correction patch. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Gedetailleerde pitch correctioninstellingen (Correction Event Map)
U kunt de correcties vrij uitvoeren op de gewenste posities in de song door de correction events te in te stellen in de volgorde waarop ze voorkomen. De opeenvolging van correction events met de informatie die ze bevatten, noemen we een "correction event map". Aanvankelijk is er slechts één correction event, "AUTO", ingevoerd aan het begin van de correction event map.
AUTO: Na de opgegeven positie in de song worden alle toonhoogten gecorrigeerd in stappen van een halve toon. 3. Plaats met [CURSOR] de cursor op "INSERT" en druk op [ENTER]. Er wordt een nieuw correction event ingesteld.
In de procedures die we tot nu hebben beschreven, hebben we uitgelegd hoe u de algemene toon van een volledige song vanaf het begin tot het einde kunt corrigeren in stappen van een halve toon. In de praktijk kunnen er echter situaties optreden waarbij u enkel voor een bepaald gedeelte een correctie wilt uitvoeren of de toon anders wilt instellen. Gebruik voor dergelijke situaties de volgende procedure.
4. Plaats met [CURSOR] de cursor op "Time" en stel met de TIME/VALUE-knop de begintijd van de correctie in. fig.03-368d
1. Schakel eerst over op de BOUNCE-functie en selecteer de patch twaarop u de tooncorrectie wilt toepassen.
Noot
Tijd
Smth (Correctiesnelheid)
2. Plaats met [CURSOR] de cursor op "P.MAP" in het selectiescherm voor de pitch correction patch en druk op [ENTER]. Het Correction Event Map-scherm verschijnt. fig.03-366d
U kunt de tijd van het correction event aan het begin van de song niet wijzigen. 5. Plaats met [CURSOR] de cursor op "Note" en stel met de TIME/VALUE-draaiknop de toon in die u wilt corrigeren. In het Correction Event Map-scherm kunt u zowel de tijd waarop de toonhoogtecorrectie moet starten, als de toonhoogte opgeven. Deze tijds- en toonhoogtedata samen noemen we een "correction event".
Note: OFF Er wordt geen correctie uitgevoerd na de opgegeven positie in de song. De song wordt weergegeven met de originele toonhoogte.
fig.03-367
Toonhoogte
Startpositie tooncorrectie
AUTO Na de opgegeven positie in de song worden alle tonen gecorrigeerd in stappen van een halve toon.
Startpositie volgende event
Correctietoonhoogte
C, C#, –A#, B De uitvoering na de opgegeven positie in de song wordt aangepast volgens de opgegeven toon.
Zangtoon
Tijd
116
De referentietoon voor NOTE wordt bepaald door de referentietoon van het stemapparaat. Raadpleeg “De referentietoon instellen” (p. 189).
De zangtoon corrigeren (Pitch correction)
6. Plaats met [CURSOR] de cursor op "Smth" en stel de correctiesnelheid in.
Smth (Smooth)
-100–+100
De waarde die u hier instelt, wordt toegevoegd aan de waarde voor de "Smooth"-patchparameter (p. 115).
U kunt een Correction Event Map slechts voor één song bewaren. Zelfs als u de patch met de tooncorrectie verandert, blijft de Correction Event Map ongewijzigd.
Wanneer u de waarde op "0" instelt, verloopt de correctie volgens de snelheid ingesteld in de "Smooth"-parameter van de patch.
Hoofdstuk 3
De correctie wordt sneller uitgevoerd naarmate de waarde lager is in vergelijking met de waarde van de patch, terwijl de correctie zachter wordt uitgevoerd naarmate de waarde stijgt ten opzichte van de patch-waarde.
Stel deze waarde in zodat de som zich tussen 0 en 100 bevindt. Er wordt geen effect bereikt als de resulterende waarde kleiner is dan 0 of groter dan 100. 7. Plaats met [CURSOR] de cursor op "INSERT" en druk op [ENTER]. Er wordt een volgend nieuw correction event ingesteld. 8. Plaats met [CURSOR] de cursor op "TIME" en stel met de TIME/VALUE-knop de eindtijd van de correctie in. fig.03-368d
Noot
Tijd
Smth (Correctiesnelheid)
9. Plaats met [CURSOR] de cursor op "NOTE" en zet op "OFF". 10. Laat de Recorder de song vanaf het begin weergeven. De correctie wordt eerst toegepast op de positie in de song die werd gedefinieerd in stap 4, waarbij de correctie eindigt op de positie gedefinieerd in stap 8. 11. Om onnodige correction events te verwijderen zet u de cursor op de event en drukt u op [DELETE/MUTE]. Het correction event wordt verwijderd.
Het correction event aan het begin van een song kunt u niet verwijderen. Als u dit correction event niet meer nodig hebt, zet u de functie gewoon op "OFF" in plaats van de event te verwijderen. 12. Herhaal stappen 3–11 volgens uw behoefte om het bereik in te stellen. 13. Wanneer het instellen voltooid is, drukt u meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm.
117
MEMO
118
Hoofdstuk 4 Rhythm gebruiken
119
Rhythm gebruiken "Rhythm" is een specifiek ritmespoor dat niet alleen weerklinkt als begeleiding tijdens opname, maar dat u ook kunt gebruiken om zowel interne als zelfgemaakte ritmepatronen weer te geven, en om deze patronen weer te geven of op te nemen als uw eigen ritmische uitvoeringen.
E (Ending) Deze muziekpatronen komen aan het einde van een song.
Songpatronen (S001–S100)
Rhythm heeft twee functies: pattern en arrangement.
Van deze patronen kunt u de data overschrijven. Bovendien kunt u voor elke song tot 100 verschillende patronen op geheugenkaarten opslaan.
Pattern (patroonfunctie)
fig.03-101a
Song
Preset Pattern
Arrangement (arrangementfunctie) U kunt bestaande arrangementen uitvoeren en uw eigen arrangementen maken.
De patronen Dit zijn frasen van drumuitvoeringen met een lengte van één tot verscheidene maten.
Geheugenkaart
BR-900CD
U kunt bestaande patronen uitvoeren en eigen patronen maken.
Song Pattern
De arrangementen Arrangementen zijn opeenvolgingen van patronen, die in de volgorde waarin ze zijn uitgevoerd, gerangschikt zijn en waarvan het tempo is ingesteld. fig.03-102
Soorten patronen
Intro
Couplet
Fill-in
Tempo: 120,0
Tempo: 110,0
Tempo: 130,0
Preset patronen (P001–P327) Dit zijn interne patronen van de BR-900CD die gebruiksklaar zijn. Er zijn 327 patronen, gerangschikt volgens muziekgenre, zoals "rock" en "jazz". * U kunt deze voorgeprogrammeerde patroondata niet wijzigen of overschrijven. Tot de voorgeprogrammeerde patronen behoren patronen voor intro’s, coupletten, fill-ins en eindes (u kunt het type nagaan door naar de tekens aan het einde van de patroonnaam te kijken). (Voorbeeld) ROCK1-IN (Intro)
ROCK1-V2 (Verse2)
ROCK1-V1 (Verse 1)
ROCK1-F2 (Fill 2)
ROCK1-F1 (Fill 1)
ROCK1-E (Ending)
Soorten arrangementen Preset arrangementen (P01–P50) Dit zijn interne arrangementen van de BR-900CD die gebruiksklaar zijn. Er zijn 50 patronen, gerangschikt volgens muziekgenre, zoals "rock" en "jazz". * U kunt deze voorgeprogrammeerde arrangementdata niet wijzigen en overschrijven. In elk voorgeprogrammeerd arrangement (behalve Metro 4/4), wordt er na het einde (END) een rust (BREAK) van drie maten afgespeeld, en vervolgens wordt V1 (couplet 1) herhaaldelijk afgespeeld.
“Lijst van preset arrangementen” (p. 206) “Lijst van preset patronen” (p. 207)
Songarrangementen (S01–S05)
IN (Intro)
U kunt de data van deze arrangementen overschrijven. U kunt per song tot 5 verschillende arrangementen op geheugenkaarten opslaan.
Deze muziekpatronen komen aan het begin van een song.
V (Verse) 1 en 2
fig.03-102a
Deze muziekpatronen vormen het centrale deel van de song. "1" zijn basispatronen en "2" zijn geavanceerdere versies van "1".
BR-900CD
F (Fill) 1 en 2
Preset Arrangement
Deze muziekpatronen worden als frasen gebruikt om de verschillende delen van een song te verbinden. U kunt "1" of "2" selecteren, afhankelijk van wat er na de fill komt.
120
Geheugenkaart Song
Song Arrangement
Rhythm gebruiken
De Rhythm-functie veranderen Telkens wanneer [ARRANGE/PATTERN/OFF] wordt ingedrukt, verandert u de Rhythm-functie.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]: brandt (arrangementfunctie) U kunt arrangementen uitvoeren en programmeren. Druk op [PLAY] om de uitvoering van het arrangement te starten.
Arrangementen en patronen uitvoeren Arrangementen selecteren Met deze procedure kiest u het arrangement dat met de Rhythm moet worden weergegeven 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator gaat branden. fig.03-201d
P: Preset / S: Song Nummer Arrangementnaam
* U kunt tijdens het programmeren niet weergeven of opnemen.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]: knippert (patroonfunctie) U kunt patronen uitvoeren en programmeren. Druk op [PLAY] om de uitvoering van het patroon te starten.
[ARRANGE/PATTERN/OFF]: brandt niet (UIT) Rhythm wordt niet weergegeven.
2. Selecteer het arrangement. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop om de Preset/Song en het nummer te selecteren. P01-P50: voorgeprogrammeerde arrangementen 1-50 S01-S05: songarrangementen 1–5 3. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Rhythm-uitvoeringen opnemen Wanneer u Rhythm-uitvoeringen wilt opnemen, moet u opnemen (bouncen) in de Bounce-functie. U kunt alleen de Rhythm-uitvoering opnemen door alle faders behalve de Rhythm-fader dicht te schuiven.
Arrangementen uitvoeren 1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator brandt. fig.03-202d
Raadpleeg de “Sporen samenvoegen (Bouncing)” (p. 58) voor instructies over bounce-opnames.
2. Selecteer een arrangement. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop om de Preset/Song en het nummer te selecteren. 3. Zet de RHYTHM-fader in onderstaande stand. fig.03-203
4. Druk op [ZERO] om de afspeelpositie weer aan het begin van het arrangement te zetten en druk vervolgens op [PLAY]. Het geselecteerde arrangement wordt uitgevoerd.
121
Hoofdstuk 4
* U kunt tijdens het programmeren niet weergeven of opnemen.
Rhythm gebruiken
Patronen selecteren Hiermee selecteert u het patroon dat met de Rhythm moet worden afgespeeld. 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert. fig.03-203d
P: Preset / S: Song Nummer
Patroonnaam
Het tempo van de arrangementen of patronen veranderen U kunt het tempo van het weergegeven arrangement of patroon tijdelijk wijzigen door de volgende procedure uit te voeren, terwijl het Play-scherm wordt weergegeven. * De tempo-instelling van het arrangement is tijdelijk uitgeschakeld. 1. Druk op [CURSOR] en zet de cursor op "TEMPO". 2. Pas het tempo aan met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.03-205d
Tempo
2. Selecteer een patroon. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop om de Preset/Song en het nummer te selecteren. P001–P327:
preset patronen 1–327
S001–S100:
songpatronen 1–100
3. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Patronen uitvoeren 1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert. fig.03-204d
* De tempowijziging is van tijdelijke aard. Raadpleeg p. 123 om het daadwerkelijke tempo van het arrangement te wijzigen. * Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
Tikken om het tempo van patronen of arrangementen te veranderen U kunt het tempo van het arrangement of het patroon tijdelijk wijzigen door de timing waarmee u op [TAP] drukt. Tik viermaal op [TAP] om het tempo van het arrangement of het patroon te wijzigen. De timing van uw tikken wordt het nieuwe tempo. fig.03-206
2. Selecteer een patroon. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUE-knop om de Preset/Song en het nummer te selecteren. 3. Zet de RHYTHM-fader in onderstaande stand. fig.03-203
* De tempowijziging is van tijdelijke aard. Raadpleeg p. 123 om het daadwerkelijke tempo van het arrangement te wijzigen. * Voor patronen kunt u het tempo niet opslaan.
4. Druk op [PLAY]. Het geselecteerde patroon wordt uitgevoerd. Er wordt geen geluid afgespeeld als u "BREAK" als patroon selecteert.
122
Originele arrangementen creëren U kunt songarrangementen maken van max. 999 maten. 1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator brandt.
Startmaat Stel de maat in waar het patroon dat door de huidige stap is geselecteerd, zal beginnen te spelen. fig.03-303a
Stap 1
Stap 2
fig.03-301d
Intro
Couplet
(1 maat)
(1 maat)
Startmaat 001
002
003
Stel de startmaat in op “3” in stap 2 Stap 1
Stap 2
Intro
Couplet
(2 maten)
2. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om het arrangementnummer te selecteren. 3. Druk op [EDIT]. Het Arrangement Edit-scherm verschijnt. fig.03-302d
Startmaat 001
(1 maat) 003
002
* De startmaat voor stap 1 is altijd op "001" ingesteld. Dit kan niet worden gewijzigd. * U kunt een maat die samenvalt of eerder komt dan de startmaat voor de vorige stap, niet als startmaat instellen.
Patroonnummer Selecteer het patroon. Stel de patronen voor elke step in zoals in onderstaande figuur. 4. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten en druk op [ENTER].
fig.03-304
Stap 1
Het Recording Standy-scherm verschijnt. * U kunt vanuit het Recording Standby-scherm voor arrangementen niet naar andere schermen gaan (behalve naar het Drum Kit-selectiescherm). fig.03-303d
Stap
Patroonnummer Startmaat Tijdsignatuur
Stap 2
Stap 3
Intro
Couplet
(2 maten) Tempo: 120,0
(1 maat) (1 maat) Tempo: 110,0 Tempo: 110,0
Startmaat 001
003
Fill-in
004
* Als een arrangement vanuit het Play-scherm wordt afgespeeld, speelt het helemaal tot het einde. Vervolgens wordt de uitvoering van het patroon dat in de laatste stap is ingesteld, herhaald. Als u het voorgeprogrammeerde patroon "P327 BREAK" als laatste stap instelt, kunt u zo herhaaldelijk een rust laten afspelen, zodat het lijkt alsof de uitvoering van het arrangement is afgelopen. fig.03-304a
Stap 1
Intro
Tempo
Patroonnaam
Informatie over de uitvoering verschijnt in de matrixweergave onderaan op de display. 5. Druk op [CURSOR] om de cursor op "Step" te zetten. Draai vervolgens aan de TIME/VALUE-draaiknop om de te bewerken stap te selecteren. * U kunt op [REW] drukken om direct naar de voorgaande stap te gaan of op [FF] om naar de volgende stap te gaan. 6. Druk op [CURSOR] om de cursor op de te wijzigen parameter te zetten. Draai nu aan de TIME/VALUEdraaiknop om de waarde van de instelling te wijzigen. * Als u het geluid van het patroon in de geselecteerde stap wilt beluisteren, drukt u hier op [PLAY].
Stap 2
Stap **
Stap **
Couplet
Einde
P327 BREAK
Time Signature Stel de maatslag in van het patroon dat voor de huidige stap is geselecteerd.
Tempo Stel het tempo in van het patroon dat voor de huidige stap is geselecteerd. Geldige instellingen: 25,0–250,0 7. Druk meermaals op [EXIT] als u klaar bent met het maken van het arrangement. Het Play-scherm wordt weer weergegeven en het arrangement wordt opgeslagen. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
123
Hoofdstuk 4
* U kunt een maat die voorbij de startmaat van de volgende stap valt, niet als startmaat instellen.
Originele arrangementen creëren
Een stap invoegen
1. Zorg dat de uitvoering van de song is gestopt en druk vervolgens meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator brandt.
Volg onderstaande procedure om een nieuwe stap op de plaats van de huidige stap in te voegen.
2. Druk op [EDIT].
fig.03-305
Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
Couplet
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten en druk op [ENTER].
Insert Stap 1
Stap 2
Stap 3
Intro
Couplet
Fill-in
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Intro
Couplet
Couplet
Fill-in
Het Recording Standby-scherm verschijnt. 4. Stel met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop de te verwijderen stap in. fig.03-308d
* De parameterwaarde van de ingevoegde stap is hetzelfde als die van de stap waarop u zich richt. 1. Stop de uitvoering van de song en druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] tot de indicator brandt. 2. Druk op [EDIT]. Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
5. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op "ERASE" te zetten en druk op [ENTER].
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten en druk op [ENTER].
Druk meermaals op CURSOR [ ] om de opdracht te annuleren. U keert terug naar het Arrangement Edit-scherm.
Het Recording Standby-scherm verschijnt. 4. Selecteer met [CURSOR] en de TIME/VALUE-knop de plaats (stap) waar u de data wilt invoegen.
Als u op [ENTER] drukt verschijnt de boodschap "Erase!" op de display. Vervolgens keert u terug naar het Recording Standby-scherm.
fig.03-306d
Arrangementen een naam geven U kunt de naam van een geselecteerd arrangement bewerken. * U kunt max. acht tekens gebruiken voor de naam van arrangementen. 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator gaat branden.
5. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op "INSERT" te zetten en druk op [ENTER]. Als u de opdracht wilt annuleren, drukt u op CURSOR [ U keert terug naar het Arrangement Edit-scherm.
].
Als u op [ENTER] drukt, verschijnt de "Insert!" op de display. Vervolgens keert u terug naar het Recording Standby-scherm.
2. Druk op [EDIT]. 3. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op "NAME" te zetten en druk op [ENTER]. Het scherm "Change Arrangement Name" verschijnt. fig.03-310d
Een stap verwijderen Zo verwijdert u de inhoud van een geselecteerde stap. Die inhoud van de volgende stappen wordt naar voren gehaald om de gewiste stap in te vullen. fig.03-307
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Intro
Couplet
Fill-in
Couplet
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Intro
Couplet
Couplet
Verwijderen
* Als enkel stap 1 overblijft, kunt u geen data meer verwijderen.
124
* Namen van voorgeprogramm. arrangementen kunt u niet wijzigen.
Originele arrangementen creëren
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/ VALUE-draaiknop om de lettertekens te wijzigen. * Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen. 5. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Arrangementen verwijderen Zo wist stap 2 en alle daarop volgende stappen in het geselecteerde arrangement.
Arrangementen kopiëren U kunt een geselecteerd arrangement naar een ander songarrangement kopiëren. 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator gaat branden.
Het Arrangement Edit-scherm verschijnt.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator gaat branden. 2. Druk op [EDIT]. Het Arrangement Edit-scherm verschijnt. 3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "ERASE" te zetten en druk op [ENTER]. fig.03-315d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "COPY" te zetten en druk op [ENTER]. Het scherm waarin u de kopieerbestemming kunt selecteren, verschijnt. fig.03-312d
4. Kies met de TIME/VALUE-draaiknop het arrangement dat u wilt verwijderen. S01-S05: songarrangementen 1–5 5. Druk op [ENTER] als u het arrangement wilt verwijderen. Het bevestigingsscherm voor het verwijderen verschijnt. 4. Selecteert met de TIME/VALUE-draaiknop het arrangement dat als kopieerbestemming dient.
fig.03-316d
S01-S05: songarrangementen 1–5 5. Druk op [ENTER] als u de bestemming hebt gekozen. Het bevestigingsscherm voor het kopiëren verschijnt. fig.03-313d
6. Druk op [ENTER] (YES) om het arrangement te verwijderen. Druk op [EXIT] (NO) om te annuleren. 7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. 6. Druk op [ENTER] (JA) om te kopiëren. Druk op [EXIT] (NEEN) om te annuleren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
125
Hoofdstuk 4
2. Druk op [EDIT].
* "Metro" (de metronoom) is in stap 1 ingesteld.
Originele patronen creëren Wanneer u een Rhythm-arrangement maakt door Rhythmpatronen te combineren, kan het voorkomen dat u bij de voorgeprogrammeerde ritmepatronen niet vindt wat u zoekt, of dat u een specifiek ritmepatroon in gedachten hebt. In dat geval kunt u ook uw eigen Rhythm-patronen creëren. Er zijn drie manieren om Rhythm-patronen te maken.
Opmerking over patronen creëren ●
De maximale polyfonie voor patronen is vijf stemmen. Dit betekent dat u maximaal vijf drumgeluiden met dezelfde timing kunt spelen.
●
Zelfs als u zes of meer drumgeluiden tegelijk invoert, zijn maar vijf drumgeluiden hoorbaar. De "■", die de invoer in de matrixdisplay aangeeft, blijft hetzelfde.
●
U kunt de CLOSED HH- en OPEN HH-geluiden niet tegelijkertijd afspelen. De "■", die de invoer in de matrixdisplay aangeeft, blijft echter hetzelfde.
●
Als u bekkens en andere geluiden met langere decaytijden gebruikt, en andere geluiden met een totaal van vijf stemmen worden ingevoerd voordat het voorafgaande geluid volledig is verdwenen, dan kunnen eerder gestarte geluiden worden afgebroken, voordat ze helemaal zijn afgespeeld.
●
Bij patroonopname zijn andere schermen niet beschikbaar (behalve het Pattern Record Standby-scherm).
Realtime Recording In Realtime Recording neemt u op terwijl u in de maat van de metronoom op de TRACK-toetsen tikt. De ritmepatronen worden herhaaldelijk weergegeven en de ingevoerde data worden mee ingemixt. Zelfs als uw timing niet helemaal correct is wanneer u op de knoppen tikt, kunt u nadien de ingevoerde data nog corrigeren met de quantize-functie.
Step Recording In Step Recording (stapsgewijze opname) worden de timing van geluiden en die van de drumgeluiden één voor één geprogrammeerd. Er zijn twee manieren om drumgeluiden in te voeren: • De timing van een geluid aangeven (maat-maatslagklik), en het drumgeluid op dat moment invoeren door op de TRACK-knop te tikken. • Een drumgeluid met de gewenste timing invoeren binnen het gedetailleerde framewerk dat een enkele maat verdeeld (de matrix). Zo kunt u een algemeen visueel beeld van het ritmische patroon krijgen, zodat u gemakkelijk ritmische patronen kunt maken.
Patronen creëren in Realtime Recording 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert. fig.03-401d
SMF's importeren U kunt SMF's (Standard MIDI Files) als songpatronen importeren. Raadpleeg p. 169 of p. 179 voor meer informatie over deze procedure.
2. Druk op [EDIT]. fig.03-402d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "REAL" te zetten en druk op [ENTER]. Bij REC MODE links op de display "REAL". Het Recording Standy-scherm verschijnt. fig.03-403d
Maat
Tijdsignatuur
126
Tempo
Quantize
Originele patronen creëren
4. Stel met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop de maat, de maatslag en de klik in van het patroon waarmee u wilt starten.
De huidige velocity-waarde wordt kort aangegeven op de plaats waar normaal de maatwaarde verschijnt. fig.03-404d
Maat Hiermee stelt u het aantal maten van het op te nemen patroon in. Geldige instellingen: 1–999
Tempo Tijdens opname stelt u hiermee het tempo in om het patroon te bevestigen. Geldige instellingen: 25,0–250,0 * De tempo-instelling hier is alleen bedoeld als bevestiging van de patroonopname. Dit tempo wordt niet in het patroon opgeslagen (u kunt geen individuele tempo-instellingen voor de patronen zelf maken).
Velocity
7. De drumgeluiden met de gewenste timing instellen. Gebruik REC TRACK [1]–[6] om de drumgeluiden in te voeren. U kunt tussen UPPER (hogere) en LOWER (lagere) drumgeluiden wisselen door op [RHYTHM PAD] te drukken. [RHYTHM PAD] brandt
Hiermee stelt u de maatslag in voor het op te nemen patroon.
Maakt de invoer van UPPER drumgeluiden mogelijk. REC TRACK [1]
KICK
Geldige instellingen: 1/1–8/1, 1/2–8/2, 1/4–8/4, 1/8–8/8
REC TRACK [2]
SNARE
Quantize
REC TRACK [3]
CLOSED HIHAT
Hiermee stelt u de quantize-functie in.
REC TRACK [4]
OPEN HIHAT
Door quantize in te stellen, kunt u de geluiden conform voorgeprogrammeerde nootlengtes in laten voeren, zodat u tegenstrijdigheden in de input-timing elimineert.
REC TRACK [5]
CRASH CYMBAL
REC TRACK [6]
RIDE CYMBAL
* Druk op "HI" als u de timing voor het invoeren van de geluiden wilt behouden. Geldige instellingen:
[RHYTHM PAD] knippert Maakt de invoer van LOWER drumgeluiden mogelijk. REC TRACK [1]
CROSS STICK
REC TRACK [2]
COWBELL
Kwartnoot
Triool van 16de noten
REC TRACK [3]
TOM1
Triool van kwartnoten
Tweeëndertigste noot
REC TRACK [4]
TOM2
Achtste noot
Triool van 32ste noten
REC TRACK [5]
TOM3
REC TRACK [6]
TOM4
Triool van 8ste noten
HI
Zestiende noot 5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "REC" te zetten en druk op [ENTER]. Het aftellen wordt afgespeeld, en vervolgens start Realtime Recording. * U kunt Realtime Recording ook starten door op de [REC]-knop te drukken. 6. Stel met Fader 1 de velocity in (hoe "hard" de noot wordt gespeeld) voor de geluiden die vanaf de huidige positie moeten worden ingevoerd.
U kunt het drumgeluid dat momenteel wordt ingevoerd, bevestigen door de matrix in het onderste gedeelte van de display te controleren.
Weergegeven in de matrix U kunt het tempo waarop elk ritmisch instrument speelt, in de matrix op de display bevestigen. Het ▼ teken in het onderste gedeelte van de matrix geeft het tempo van de maatslag aan.
127
Hoofdstuk 4
Time Signature
Originele patronen creëren
* Als u een grove quantize-instelling gebruikt, kan het zijn dat de ▼ een halvenoot- of een kwartnoot-tempo aangeeft. fig.03-405
Vb.)
CLOSED HH SNARE KICK
• Q (Quantize) =
Opnamen repeteren Voordat u realtime recording uitvoert, kunt u uw uitvoering met de metronoom oefenen (repeteren). Tijdens repetities worden de drumgeluiden alleen maar afgespeeld. Ze worden niet opgenomen, zelfs niet als u op de spoorknoppen drukt. 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert. fig.03-406d
• Q (Quantize) =
fig.03-405a
Vb.)
CLOSED HH
2. Druk op [EDIT].
SNARE
fig.03-407d
KICK
• Q (Quantize) =
Wanneer u quantize-instellingen met een hoge resolutie gebruikt, kunt u wellicht het hele patroon niet van begin tot eind op de display overzien. In zulke gevallen verschijnt het symbool " " om aan te geven dat er nog materiaal is dat momenteel niet wordt weergegeven.
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "REAL" te zetten en druk op [ENTER]. Bij REC MODE verschijnt links op de display "REAL". Het Recording Standby-scherm verschijnt. fig.03-408d
fig.03-405b
Om naar step recording te gaan, drukt u in realtime recording op [REC MODE]. Met deze optie schakelt u tijdelijk over naar step recording als u de ingestelde velocity of de ingevoerde drumgeluiden die in realtime recording met de verkeerde timing zijn ingevoerd (instructies: p. 132), wilt wijzigen of als u onnodige drumgeluiden wilt verwijderen (instructies: p. 132), tijdelijk naar stapsgewijze opname omschakelen, en vervolgens weer naar realtime recording teruggaan en de opname van het patroon voortzetten. 8. Stel het tempo en de quantize-waarden naar wens in. 9. Zet de cursor op "STOP" en druk op [ENTER], als u klaar bent met het invoeren van geluiden. * U kunt de opname ook stoppen door op [STOP] te drukken.
128
4. Druk meermaals op CURSOR [ ] om de cursor op "RHR" te zetten en druk op [ENTER]. De BR-900CD gaat over op de repetitiefunctie (rehearsal). fig.03-409d
Originele patronen creëren
5. Repeteer de uitvoering door op REC TRACK [1]–[6] te drukken. U kunt tussen de UPPER (hogere) en LOWER (lagere) drumgeluiden wisselen door op [RHYTHM PAD] te drukken.
Het volume van de metronoom wijzigen 1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert. fig.03-411d
* Gebruik hier Fader 1 om de velocity-waarde te bevestigen. 6. Zet de cursor op "STOP" en druk op [ENTER] als u klaar bent met repeteren. * U kunt de repetitie ook stoppen door op [STOP] te drukken.
Onnodige drumgeluiden verwijderen
2. Druk op [EDIT]. fig.03-412d
1. Houd [DELETE/MUTE] ingedrukt en druk op één of meerdere REC TRACK-toetsen voor de tonen die u wilt verwijderen. De bijbehorende drumgeluiden worden verwijderd, zolang u de toetsen ingedrukt houdt. fig.03-410
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "REAL" te zetten en druk op [ENTER]. Bij REC MODE verschijnt links op de display "REAL". Het Recording Standby-scherm verschijnt. fig.03-413d
4. Druk meermaals op CURSOR [ "Click" te zetten.
] om de cursor op
fig.03-414d
5. Pas met de TIME/VALUE-draaiknop het metronoomvolume aan. Geldige instellingen: 0–3
129
Hoofdstuk 4
U kunt alle drumgeluiden die u niet nodig hebt tijdens realtime recording, verwijderen door [DELETE/MUTE] ingedrukt te houden en op de spoorknoppen te drukken.
Originele patronen creëren
Patronen creëren in Step Recording
Time Signature
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert.
Geldige instellingen: 1/1–8/1, 1/2–8/2, 1/4–8/4, 1/8–8/8
fig.03-415d
Hiermee stelt u de maatslag in voor het op te nemen patroon.
Quantize Hiermee stelt u de resolutie van de ingegeven stappen in. Kwartnoot (96)
Triool van 16de noten (16)
Triool v kwartnoten (64)
32ste noot (12)
Achtste noot (48)
Triool van 32ste noten (8)
Triool v 8ste noten (32) HI
(1)
Zestiende noot (24)
2. Druk op [EDIT].
De cijfers tussen haakjes geven de klok aan. Hoe lager de ingestelde waarde, hoe verfijnder elke maat wordt.
fig.03-416d
(Vb.) : Hier voert u geluiden in eenheden van een 8ste noot in. fig.03-418d
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "STEP" te zetten en druk op [ENTER]. In REC MODE verschijnt links op de display "STEP". Het Recording Standby-scherm verschijnt. fig.03-417d
Maat
Tijdsignatuur
Tempo
Quantize
4. Stel met [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop de maat, de maatslag en de quantize in vanwaar u de opname van het patroon wilt starten.
Maat Hiermee stelt u het aantal maten van het op te nemen patroon in. Geldige instellingen: 1–999
Tempo Tijdens opname stelt u hiermee het tempo in om het patroon te bevestigen. Geldige instellingen: 25,0–250,0 * De tempo-instelling hier is alleen bedoeld als bevestiging van de patroonopname. Dit tempo wordt niet in het patroon opgeslagen (u kunt geen individuele tempo-instellingen voor de patronen zelf maken).
130
(Vb.) : Hier voert u geluiden in eenheden van een 16de noot in. fig.03-419d
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "REC" te zetten en druk op [ENTER]. De stapsgewijze opname begint. * U kunt de opname ook starten door op [REC] te drukken. 6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op de maat, maatslag en klik te zetten, en draai vervolgens aan de TIME/VALUE-draaiknop om de tijdspositie aan te geven waarop het drumgeluid moet worden ingevoerd. fig.03-420d
Maat Maatslag Klok
Originele patronen creëren
7. Stel met Fader 1 de velocity in (hoe "hard" de noot wordt gespeeld) voor de geluiden die vanaf de huidige positie moeten worden ingevoerd.
fig.03-421d
fig.03-423d
Weergegeven in de matrix U kunt het tempo waarmee elk ritmisch instrument wordt weergegeven, in de matrixdisplay bevestigen.
Velocity
8. Voer de drumgeluiden in. Er zijn twee manieren om drumgeluiden in te voeren.
(Methode 1) Via de REC TRACK-toetsen invoeren
* Als u een grove quantize-instelling gebruikt, kan het zijn dat de ▼ een halvenoot- of een kwartnoot-tempo aangeeft. fig.03-422
Vb.)
CLOSED HH SNARE KICK
[[RHYTHM PAD] brandt
Hoofdstuk 4
Gebruik REC TRACK [1]–[6] om de drumgeluiden in te voeren. U kunt tussen UPPER (hogere) en LOWER (lagere) drumgeluiden wisselen door op [RHYTHM PAD] te drukken.
Het ▼ teken in het onderste gedeelte van de matrix geeft het tempo van de maatslag aan.
• Q (Quantize) =
Maakt de invoer van UPPER drumgeluiden mogelijk. REC TRACK [1]
KICK
REC TRACK [2]
SNARE
REC TRACK [3]
CLOSED HIHAT
REC TRACK [4]
OPEN HIHAT
REC TRACK [5]
CRASH CYMBAL
REC TRACK [6]
RIDE CYMBAL
• Q (Quantize) =
fig.03-422a
Vb.)
[RHYTHM PAD] knippert
CLOSED HH
Maakt de invoer van de LOWER drumgeluiden mogelijk.
SNARE
REC TRACK [1]
CROSS STICK
KICK
REC TRACK [2]
COWBELL
REC TRACK [3]
TOM1
REC TRACK [4]
TOM2
REC TRACK [5]
TOM3
REC TRACK [6]
TOM4
(Methode 2) Via [ENTER] invoeren Druk op CURSOR [ ] om de cursor naar de matrixdisplay te verplaatsen. Druk op [CURSOR] om de cursor op de kruising te zetten tussen het drumgeluid dat u wilt invoeren, en het tijdstip waarop u wilt dat het klinkt. Druk vervolgens op [ENTER]. Telkens wanneer u op [ENTER] drukt, wordt het drumgeluid afwisselend ingevoerd of verwijderd. Als u de cursor op een punt zet waar al een geluid is ingevoerd, gaat “■” snel knipperen. Als een drumgeluid is ingevoerd, verandert de weergave in “■”.
• Q (Quantize) =
Wanneer u quantize-instellingen met een hoge resolutie gebruikt, kunt u wellicht het hele patroon niet van begin tot eind op de display overzien. In zulke gevallen verschijnt het symbool " " om aan te geven dat er nog materiaal is dat momenteel niet wordt weergegeven. fig.03-405b
* In dit geval kunt u op [REW]/[FF] drukken om de locatie (cursor) in grote stappen te verplaatsen.
Door in de bovenste rij van de matrixweergave op CURSOR [ ] te drukken, keert de cursor naar zijn oorspronkelijke positie terug.
131
Originele patronen creëren
Patronen een naam geven U kunt tijdens step recording op [REC MODE] drukken om over te schakelen op Realtime Recording.
U kunt tot maximaal acht tekens gebruiken als u een patroon een naam geeft. * Namen van voorgeprogrammeerde patronen kunt u niet wijzigen.
9. Stel het tempo en de quantize-waarden naar wens in.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert.
10. Herhaal indien nodig stappen 6 tot 9.
2. Druk op [EDIT].
* Druk op [PLAY] om het opnamepatroon te beluisteren. 11. Zet de cursor op "STOP" en druk op [ENTER] als u klaar bent met het invoeren van geluiden.
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "NAME" te zetten, en druk op [ENTER]. Het Change Pattern Name-scherm verschijnt. fig.03-427d
* U kunt de opname ook stoppen door op [STOP] te drukken.
De velocity veranderen Als u tijdens step recording de cursor op een punt in de matrixdisplay zet, waar een drumgeluid is ingevoerd, verschijnt de velocity-waarde op de plaats waar normaal de tijdssignatuur wordt weergegeven. Op dit moment kunt u de velocity wijzigen door Fader 1 aan te passen. fig.03-424d
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] en draai aan de TIME/ VALUE-draaiknop om de lettertekens te wijzigen. * Druk op [ENTER] om tussen hoofd- en kleine letters te wisselen.
Onnodige drumgeluiden verwijderen Gebruik een van de volgende procedures om in step recording onnodige drumgeluiden te verwijderen.
(Methode 1) 1. Zet de [CURSOR] op het punt in de matrix waar een drumgeluid dat u wilt verwijderen, is ingevoerd, en druk vervolgens op [ENTER].
(Methode 2) 1. Houd [DELETE/MUTE] ingedrukt en druk op een of meerdere spoorknoppen voor de tonen die u wilt verwijderen. U kunt het onnodige drumgeluid op de huidige maat, maatslag en klok verwijderen. fig.03-410
132
5. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Originele patronen creëren
Patronen kopiëren
Patronen verwijderen
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert.
1. Druk meermaals op [ARRANGE/PATTERN/OFF] totdat de indicator knippert.
2. Druk op [EDIT].
2. Druk op [EDIT].
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "COPY" te zetten en druk op [ENTER].
3. Druk meerdere malen op CURSOR [ ] om de cursor op "ERASE" te zetten en druk op [ENTER].
The Pattern Copy-scherm verschijnt.
fig.03-432d
fig.03-429d
S001–S100: songpatroon 1-100 5. Druk op [ENTER]. Het bevestigingsscherm voor het kopiëren verschijnt.
Hoofdstuk 4
4. Selecteert met de TIME/VALUE-draaiknop het arrangement dat als kopieerbestemming dient.
4. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het te verwijderen patroon te selecteren. S001–S100: songpatroon 1–100 5. Druk op [ENTER] als u het patroon wilt wissen. Het bevestigingsscherm voor het verwijderen verschijnt. fig.03-433d
fig.03-430d
6. Druk op [ENTER] (YES) om het arrangement te wissen. 6. Druk op [ENTER] (YES) om te kopiëren. Druk op [ENTER] (NO) om te annuleren. 7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Druk op [ENTER] (NO) om te annuleren. 7. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
133
De drumkits gebruiken Een drumkit bestaat uit een aantal geluiden van ritmische instrumenten die in één set zijn verzameld. De BR-900CD bevat negen "voorgeprogrammeerde drumkits". Daarnaast kunt u zelf vijf originele "song drumkits" samenstellen. Song drumkits worden samen met individuele songs op de geheugenkaart opgeslagen.
Drumkits selecteren 1. Zorg ervoor dat de uitvoering van de song is gestopt, en druk vervolgens meermaals op [ARRANGE/ PATTERN/OFF] totdat de indicator brandt. fig.03-502d
De instrumentgeluiden in een drumkit worden gebruikt voor de uitvoering van arrangementen en patronen. fig.03-501
BR-900CD
Geheugenkaart SONG SONG SONG
Preset Drum Kit 9
2. Druk op [EDIT]. fig.03-503d
Preset Drum Kit 3 Preset Drum Kit 2 Preset Drum Kit 1
Song Drum Kit Kick Snare
Kick Snare Closed Hi-hat Open Hi-hat
3. Druk op [CURSOR] om de cursor op "KIT" te zetten en druk op [ENTER]. fig.03-504d
De drums uitvoeren
Naam drumkit
1. Zorg ervoor dat de uitvoering van de song is gestopt, en druk vervolgens meermaals op [RHYTHM PAD] totdat de indicator brandt of knippert. 2. Druk op REC TRACK [1]–[6] om de drumgeluiden in te voeren.
Nummer P: Preset / S: Song
[RHYTHM PAD] brandt Maakt de invoer van UPPER drumgeluiden mogelijk.
4. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om drumkits te selecteren door tussen preset/song en nummer te schakelen.
REC TRACK [1]
KICK
REC TRACK [2]
SNARE
REC TRACK [3]
CLOSED HIHAT
(P1–9)
REC TRACK [4]
OPEN HIHAT
STD1, 2:
Standaardsets
REC TRACK [5]
CRASH CYMBAL
ROOM:
Set met gemiddelde sfeer toegepast
REC TRACK [6]
RIDE CYMBAL
HARD:
Set die voor hard rock geschikt is
JAZZ:
Set die voor jazz geschikt is
HIP-HOP:
Set die voor dance geschikt is
HOUSE:
Set die voor dance geschikt is
REGGAE:
Set die voor reggae geschikt is
808:
Set die op de vermaarde "Roland TR808" drumcomputer gebaseerd is
[RHYTHM PAD] knippert Maakt de invoer van LOWER drumgeluiden mogelijk. REC TRACK [1]
CROSS STICK
REC TRACK [2]
COWBELL
REC TRACK [3]
TOM1
REC TRACK [4]
TOM2
REC TRACK [5]
TOM3
REC TRACK [6]
TOM4
134
(S1–5) SongKit1–5:
Originele drumkits, die aan elke song zijn toegewezen (p. 135).
De drumkits gebruiken
5. Druk meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. * Drumkits worden in elk arrangement afzonderlijk opgeslagen. (Voorbeeld) Arrangement
Hiermee laadt u geluiden die als drumtonen op sporen zijn opgenomen.
Drumkit
ROCK 1............... ROOM ROCK 2............... STD 2 :
Vanaf de sporen laden
:
Originele drumkits creëren (Tone Load) U kunt met de BR-900CD niet alleen met de interne drumgeluiden originele drumkits maken, maar u kunt ook drumgeluiden van externe bronnen inladen.
● Vanaf de sporen laden
Gebruik de scrub-functie om de weergave te herhalen en het punt waar het laden moet starten (de beginpositie) te lokaliseren. Druk vervolgens op AUTO PUNCH [IN] drukken. Bepaal dan het punt waar het laden moet eindigen (de eindpositie) en druk op [LOCATOR] om het te laden bereik te registreren. Met deze techniek, waarbij de beginpositie met AUTO PUNCH [IN] en de eindpositie met [LOCATOR] worden ingesteld, kunt u het te laden bereik heel snel instellen. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE" te zetten en druk op [ENTER]. fig.03-505d
● Vanuit andere drumkits laden ●
Vanuit WAV/AIFF-bestanden laden (p. 171, p. 181)
● Vanuit WAV/AIFF-bestanden op CD-R/RW's laden (p. 149)
● • • • • ●
U kunt waveformdata met de volgende formaten importeren. Andere formaten kunt u niet importeren. WAV- of AIFF-formaat Mono of stereo 8-bit of 16-bit Samplefrequentie: 44,1 kHz Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen niet worden geladen.
●
Extreem korte waveformdata (minder dan ± 100 ms) kunnen niet worden ingeladen.
●
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen genegeerd.
●
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV" en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
●
U kunt per drumkit drumgeluiden van maximaal 13 seconden inladen.
3. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "TRACK" te zetten en druk op [ENTER]. fig.03-506d
4. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEknop het spoor en de V-Track waarop drumgeluiden moeten worden geladen, en druk op [ENTER]. fig.03-507d
(Voorbeeld) Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal: 7 seconden →Totaal: 13 seconden ●
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"geluiden geladen, met de linker- en rechterkant gemengd.
135
Hoofdstuk 4
Er zijn vier manieren om drumtonen te laden.
Het kan handig zijn om scrub, punch-in en locator te gebruiken om het bereik van deze drumgeluiden van tevoren in te stellen.
De drumkits gebruiken
5. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om het bereik (begin- en eindpunten) van de te laden drumgeluiden in de vorm van maten of tijdsposities aan te geven.
6. Zet de cursor op "LOAD" en druk op [ENTER], als u klaar bent met het instellen van het begin- en eindpunt. fig.03-510d
* U kunt geen interval tussen de begin- en eindpunten of een tijdsduur aangeven, die korter is dan 100 ms of langer dan 13 seconden. * Wanneer u maten aangeeft, wordt het resultaat in het tijdsdisplay weergegeven, en vice versa.
Beginpunt ("S") Geef de maat of de positie aan die als beginpunt moet worden gebruikt voor het laden van de drumkits. fig.03-508d
Maat Maatslag
7. Selecteer met de TIME/VALUE-knop de song drumkit die als laadbestemming dient, en druk op [ENTER]. S1–5: song drumkit 1–5 fig.03-511d
Uren Seconden Minuten Frame
Eindpunt ("E") Geef de maat of tijdspositie aan die als beginpunt voor het laden van de drumkits moet worden gebruikt. Druk in het scherm voor het instellen van het beginpunt meermaals op CURSOR [ ] om het scherm voor het instellen van het eindpunt weer te geven.
Het laden wordt uitgevoerd. Druk op [EXIT] om te annuleren. fig.03-512d
fig.03-509d
Maat Maatslag
Uren Seconden Minuten Frame
• U kunt op [ENTER] drukken om tussen de schermen voor begin- en eindpunt te wisselen. • U kunt de drumgeluiden in het aangegeven gebied vooraf beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en op [ENTER] te drukken. Bepaal tijdens het instellen van het begin- en eindpunt en de lengte en het herhalen van de preview, welke geluiden er worden geladen. Druk op [PLAY] om de geluiden vooraf te beluisteren, en op [STOP] om de geluiden te stoppen.
136
8. Selecteer met de TIME/VALUE-knop het drumgeluid dat als laadbestemming dient, en druk dan op [ENTER].
De drumkits gebruiken
Drumgeluiden van andere drumkits kopiëren
5. Selecteer met de TIME/VALUE-knop het drumgeluid dat als kopieerbron dient, en druk dan op [ENTER]. * Selecteer "ALL" als u alle drumgeluiden in de kit wilt kopiëren. fig.03-520d
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE" te zetten en druk op [ENTER]. fig.03-505d
6. Selecteer met de TIME/VALUE-knop de drumkit die als kopieerbestemming dient, en druk dan op [ENTER]. fig.03-521d
fig.03-519d
Het kopiëren wordt uitgevoerd. Druk op [EXIT] om te annuleren. fig.03-522a
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. 8. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. 4. Selecteer met de TIME/VALUE-knop de drumkit die als kopieerbestemming dient, en druk dan op [ENTER]. P1–9:
voorgeprogrammeerde drumkit 1–9
S1–5:
song drumkit 1–5
fig.03-520d
137
Hoofdstuk 4
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "COPY" te zetten en druk op [ENTER].
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het song drumgeluid dat als kopieerbestemming dient, en druk vervolgens op [ENTER].
De drumkits gebruiken
Drumgeluiden verwijderen 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE" te zetten en druk op [ENTER]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERASE" te zetten en druk op [ENTER]. fig.03-523d
De positie (pan) van de drumgeluiden wijzigen 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE" te zetten en druk op [ENTER]. 3. Druk op CURSOR [ ] om de cursor op "PAN" te zetten en druk op [ENTER]. fig.03-526d
4. Selecteer met TIME/VALUE-knop de te verwijderen drumkit en druk vervolgens op [ENTER]. S1–5:
song drumkit 1–5
fig.03-524d
4. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de drumkit waarvan u de paninstelling wilt wijzigen en druk vervolgens op [ENTER]. S1–5:
song drumkit 1–5
fig.03-527d
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het te verwijderen drumgeluid en druk dan op [ENTER]. * Selecteer "ALL" als u alle drumgeluiden in de kit wilt verwijderen. fig.03-525d
5. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om het drumgeluid waarvan de paninstelling wordt gewijzigd, en de paninstelling aan te geven. fig.03-528d
De boodschap "Are you sure?" verschijnt. 6. Druk op [ENTER] (YES) om het drumgeluid te wissen. Druk op [EXIT] (NO) om te annuleren. 7. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
* Als u op [RHYTHM PAD] drukt, zodat de indicator oplicht/ gaat knipperen, kunt u de drumgeluiden instellen door op REC TRACK [1]–[6] te tikken. * Door op [ENTER] te drukken, stelt u dit in op "C00" (midden). 6. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
138
Hoofdstuk 5 Het CD-R/RWstation gebruiken
139
Een audio-cd maken Voorzorgsmaatregelen
Het scherm met de Pre-Gap-instellingen verschijnt. fig.40-03d
Naast CD-R's kunt u ook CD-RW's gebruiken om audio-cd's te maken. Het is echter niet altijd mogelijk om CD-RW's op gewone cd-spelers af te spelen. Zelfs als u CD-R's gebruikt, zult u ze niet kunnen weergeven op cd-spelers die dit soort media niet ondersteunen. Ga dus steeds na of de cd-speler die u wilt gebruiken, compatibel is met CD-R's. Opmerking: het CD-R/RW-station van de BR-900CD kan commercieel geproduceerde cd's, CD-R's en CD-RW's afspelen.
Wanneer u uw CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de meegeleverde AC-adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RWstation niet gebruiken op batterijvoeding.
De tijdsduur tussen songs instellen (Pre-Gap) Als u cd's op een gewone cd-speler afspeelt, ziet u vaak dat voor de song begint, op de display "-3, -2, -1" wordt afgeteld. Deze tijdsduur noemen we een "pre-gap". U kunt deze bij het maken van de cd vrij instellen zodat u de lengte van songs kunt aanpassen zonder dat u aan het einde van elke song een stilte hoeft op te nemen. 1. Druk op [CD-R/RW].
4. Gebruik de TIME/VALUE-draaiknop om een pre-gaptijd tussen songs in seconden in te stellen. 5. Druk op [EXIT].
Als er aan het eind van uw song een stilte is ingevoegd, wordt de pre-gap-tijd toegevoegd aan de lengte van dit gedeelte. Hierdoor kan de stilte tussen songs bij het afspelen van de cd op een cd-speler langer zijn dan verwacht. Raadpleeg “Data verwijderen (Track Erase)” (p. 73) voor meer info over het verwijderen van stiltes aan het einde van songs.
Songs naar cd's schrijven Houd de cd die u als audio-cd wilt branden, bij de hand. U kunt data wegschrijven naar de volgende soorten cd's. • CD-R's of CD-RW's die nog geen data bevatten (blanco cd's) • Cd's met songdata die werden weggeschreven met de BR-900CD, maar die nog voldoende vrije ruimte hebben voor nieuwe opnamen en die nog niet gefinaliseerd zijn.
Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
Methodes voor het creëren van audio-cd’s
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD-menu verschijnt.
Met de BR-900CD wordt alleen de geselecteerde song op de audio-cd geschreven. Als u daarnaast nog andere songs op dezelfde cd wilt schrijven, moet u deze in volgorde laden en wegschrijven. Met deze methode kunt u songs een voor een aan een cd toevoegen, tot deze vol is. Deze methode noemen we "Track At Once". 1. Laad de song die u wilt wegschrijven.
fig.05_CDaudio
2. Plaats een lege CD-R of CD-RW in het CD-R/RWstation. 3. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "GAP" te zetten en druk op [ENTER].
140
Een audio-cd maken
fig.05_CDmenu
10. Als u op dezelfde CD-R nog songs wilt schrijven, drukt u op [EXIT] (NO). Is dit niet het geval, druk dan op [ENTER] (YES). Als u op [ENTER] (YES) drukt, verschijnt de boodschap "Now Finalizing..." en begint het finaliseren. Als de boodschap "Complete!" verschijnt, dan is het finaliseerproces voltooid.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD-menu verschijnt. fig.05_CDaudio
Raadpleeg "Wat is finaliseren?" voor meer informatie over het finaliseerproces. 11. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm. 12. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om de cd te verwijderen. Hiermee is het schrijfproces voltooid. Het kan enkele seconden duren voor het station de cd vrijgeeft.
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WRITE" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD Write-scherm verschijnt. fig.05_CDdawrite
fig.05-CDdawrite2
• Gebruikt u CD-R's of CD-RW's voor schrijven met hoge snelheid, dan kan de frequentie van schrijffouten toenemen als u de snelheden x2 of x4 selecteert. Het wordt aanbevolen om de snelheid x8 voor "high-speed" cd's te gebruiken. • Wanneer u een hogere schrijfsnelheid kiest, betekent dit niet noodzakelijk dat de snelheid dat exacte veelvoud is. Dit komt door de verwerkingstijd die nodig is om de audiodata op de audiosporen te converteren naar het cdformaat tijdens het wegschrijven van de data op de cd. • Audio-cd's kunnen maximaal 99 tracks bevatten.
7. Stel met de TIME/VALUE-draaiknop de schrijfsnelheid in. Als u de weergegeven schrijfsnelheid wilt gebruiken, gaat u direct door naar stap 9.
• De standaard voor audio-cd’s vereist dat een song minstens vier seconden duurt. Als een bepaald spoor minder dan vier seconden duurt, kan dit spoor niet naar een audio-cd worden weggeschreven.
8. Druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt. 9. Druk op [ENTER] (YES). De boodschap "Now Writing…" verschijnt en het schrijfproces naar de audio-cd gaat van start. Als het schrijven voltooid is, verschijnt de boodschap "Finalize OK?" op de display.
141
Hoofdstuk 5
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het spoor en de V-Track die u wilt wegschrijven, en druk op [ENTER]. Het Write Speed-scherm verschijnt.
• De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval zal u met de BR-900CD alleen de ondersteunde snelheden kunnen selecteren.
Een audio-cd maken
fig.05_CDaudio
Wat is finaliseren? Naast audiodata worden op een audio-cd ook de positie en de tijd van deze data bijgeschreven. Dit proces wordt "finaliseren" genoemd. Als u uw audio-cd op een gewone cd-speler wilt afspelen, is het belangrijk dat u de cd finaliseert. Hebt u dit eenmaal gedaan, dan kunt u geen songs meer toevoegen aan de cd. Daarom raden wij u aan om een cd pas te finaliseren als hij bijna helemaal volgeschreven is met songs.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "REMAIN" te zetten en druk op [ENTER]. De resterende opnametijd voor de audio-cd verschijnt. fig.05_CDremain
Als u niet "finaliseert" U kunt de audio-cd niet op een gewone cd-speler afspelen voordat u de cd hebt gefinaliseerd. U kunt wel songs aan de cd blijven toevoegen, totdat het finaliseerproces is uitgevoerd. Bij een CD-R die tijdens het schrijfproces niet is gefinaliseerd, kan dat later alsnog worden gedaan. Raadpleeg “De weergave op cd-spelers mogelijk maken (Finaliseren)” (p. 144) voor meer informatie over hoe u moet finaliseren na het wegschrijven van audiodata.
De resterende opnametijd op audio-cd's nagaan Gebruik de volgende procedure om na te gaan hoeveel opnametijd er op een audio-cd rest. 1. Plaats een lege CD-R of CD-RW in het CD-R/RWstation. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD-menu verschijnt.
142
Bij gefinaliseerde cd's, cd's die werden gebruikt voor de back-up van data, en cd's die niet als audio-cd's kunnen worden gebruikt, wordt "0" als resterende tijd weergegeven.
Een audio-cd maken
Audio-cd’s weergeven
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de song die u wilt beluisteren.
Laten we de audio-cd die we net hebben gemaakt, eens beluisteren op het CD-R/RW-station van de BR-900CD. Behalve CD-R's kunt u in dit station ook CD-RW's beluisteren, die onbruikbaar zijn voor gewone cd-spelers. Natuurlijk kunt u met dit station ook commercieel geproduceerde cd’s beluisteren, en zelfs audio-cd’s die met de BR-900CD zijn gemaakt en nog niet zijn gefinaliseerd.
fig.05-CDplay2
6. Druk op [PLAY]. Songs die op een audio-cd zijn opgenomen, worden veelal aangeduid als "tracks". Let op dat u deze tracks niet verwart met de audio tracks (audiosporen) van de BR-900CD.
De boodschap "Now Playing…" verschijnt en de weergave van de audio-cd begint. fig.05-CDplay3
1. Plaats de audio-cd in het CD-R/RW-station. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
De knoppen hebben de volgende functies.
Het Audio CD-menu verschijnt.
Stoppen
[PLAY]
Weergeven
[REW]
Terugspoelen
[FF]
Vooruitspoelen
7. Als u de weergave van de audio-cd wilt stoppen, drukt u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
fig.05_CDaudio
8. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om de cd te verwijderen. Het kan enkele seconden duren, voor de cd door het station wordt vrijgegeven.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PLAY/ IMP" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD Player-scherm verschijnt.
Wanneer u een audio-cd in het CD-R/RW-station plaatst, kan de boodschap "Now Checking…" vrij lang op de display worden weergegeven. Dit tijdsbestek is nodig om de data op de audio-cd te lezen, en is dus niet het gevolg van een defect.
fig.05_CDplay
143
Hoofdstuk 5
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO" te zetten en druk op [ENTER].
[STOP]
Een audio-cd maken
De weergave op cd-spelers mogelijk maken (Finaliseren)
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD-menu verschijnt.
Als u een cd die u met het CD-R/RW-station van de BR-900CD hebt geschreven, wilt weergeven op een gewone cd-speler, moet u de cd finaliseren. U kunt audio-CD-R/RW's op elk willekeurige moment finaliseren om hun weergave op dit soort speler mogelijk te maken.
Wat is finaliseren? Naast de audiodata zelf wordt op een audio-cd ook informatie geschreven die de positie en de tijd van deze data beschrijft. Dit proces wordt "finaliseren" genoemd.
fig.05_CDaudio
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "FINAL" te zetten en druk op [ENTER]. De boodschap "Finalize CD OK?" verschijnt. fig.05_CDfinalize
Als u een cd finaliseert: Zodra u een audio-cd hebt gefinaliseerd, kunt u deze op een gewone cd-speler weergeven. Houd er echter rekening mee dat u aan een gefinaliseerde cd geen songs meer kunt toevoegen. Aangezien de resterende lege ruimte op audio-cd's met maar één korte song niet langer kan worden gebruikt, is het finaliseren van dergelijke cd's zonde. Probeer cd's daarom alleen te finaliseren als ze bijna volledig volgeschreven zijn met songs.
Als u niet finaliseert: U kunt de audio-cd niet op een gewone cd-speler afspelen voordat u de cd hebt gefinaliseerd. U kunt echter wel songs aan de cd blijven toevoegen, totdat het finaliseerproces is uitgevoerd. Als u uw cd op een gewone cd-speler wilt afspelen, moet u hem eerst finaliseren.
1. Plaats de CD-R/RW die u wilt finaliseren, in het CD-R/RW-station van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station knippert. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
144
5. Druk op [ENTER] (YES). Druk op [EXIT] (NO) als u het finaliseerproces wilt annuleren. Het finaliseren begint en de voortgang wordt weergegeven. Als de boodschap "Complete" verschijnt en de spoorknoppen gaan knipperen, is het finaliseren is voltooid. 6. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm. 7. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om de cd te verwijderen. Nu kunt u de CD-R/RW op gewone cd-spelers weergeven.
• Als het finaliseerproces eenmaal is begonnen, kunt u het niet meer annuleren. • In sommige gevallen kan het een paar seconden duren voor het cd-station de cd vrijgeeft.
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station U kunt het interne CD-R/RW-station van de BR-900CD RW als volgt gebruiken om data uit te wisselen. ●
Songs en andere data van de geheugenkaart opslaan op CD-R/RW's (Backup)
●
Songs en andere back-updata in de geheugenkaart inlezen (Recover)
●
Waveformdata met een pc uitwisselen
Songs een voor een op een CD-R/RW opslaan (Song Backup) 1. Plaats een lege CD-R/RW in het CD-R/RW-station van de BR-900CD. De toegangsindicator begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 2. Druk op [CD-R/RW].
Wanneer u uw CD-R/RW-station gebruikt, mag u enkel de meegeleverde AC-adapter gebruiken. U kunt het CD-R/RWstation niet gebruiken met batterijvoeding.
Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
Opgenomen songs op CD-R/RW's opslaan (Backup) Hoewel de songs die u hebt opgenomen en aangemaakt, wel op de geheugenkaart worden opgeslagen, kunnen deze verloren gaan in het onwaarschijnlijke geval dat de harde schijf beschadigd zou raken. Daarom raden we u aan om uw songs ook op CD-R/RW's op te slaan (Backup).
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. Het Data CD-menu verschijnt. fig.05_CDdata
Hoofdstuk 5
Als u uw songs eenmaal op deze manier hebt opgeslagen, kunt u ze vanaf deze CD-R/RW eveneens in een andere BR-900CD inlezen.
■ Voorzorgsmaatregelen voor back-ups • Als de CD-R voor uw back-up al data bevat, verschijnt de boodschap "Not Blank Disc!" en kunt u de back-up niet uitvoeren. Gebruik altijd een lege cd voor deze opdracht. Gebruikt u een CD-RW die al data bevat, dan wordt de boodschap "Erase Disc?" weergegeven. Als u vervolgens op [ENTER/YES] drukt, verwijdert de BR-900CD alle data van deze cd. • Als de totale omvang van de songs de capaciteit van één enkele CD-R/RW overschrijdt, kunt u de back-up met het aantal benodigde schijfjes uitvoeren. In dit geval moet u een aantal CD-R/RW's bij de hand houden, en ze tijdens het back-upproces te plaatsen en uit het station te halen volgens de richtlijnen op de display. • Druk op [EXIT] (NO) om het wegschrijven van data naar een CD-R/RW te annuleren. Wanneer de boodschap Cancel?" verschijnt, drukt u op [ENTER] (YES) om te bevestigen. Er kan een korte tijd verlopen tussen het indrukken van [EXIT] (NO) en de weergave van de bevestigingsboodschap. Houd er rekening mee dat de kwaliteit van de data die voor het annuleren werden weggeschreven, niet wordt gegarandeerd.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "BACKUP" te zetten en druk op [ENTER]. Het Backup-menu verschijnt. fig.05_CDdataback
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SONG" te zetten en druk op [ENTER]. Het Song Backup-venster verschijnt. fig.05_CDsongbu
145
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de song waarvan u een back-up wilt maken en druk op [ENTER]. Het Write Speed-scherm verschijnt. fig.05-CDdawrite2
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. Het Data CD-menu verschijnt. fig.05_CDdata
7. Stel met de TIME/VALUE-draaiknop de schrijfsnelheid in en druk op [ENTER]. De boodschap "Write Sure?" verschijnt.
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "BACKUP" te zetten en druk op [ENTER]. Het Backup-menu verschijnt. fig.05_CDdataback
• De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval zal u met de BR-900CD alleen de ondersteunde snelheden kunnen selecteren. • Gebruikt u CD-R's of CD-RW's voor schrijven met hoge snelheid, dan kan de frequentie van schrijffouten toenemen, als u de snelheden x2 of x4 selecteert. Het wordt aanbevolen om de snelheid x8 voor "high-speed" cd's te gebruiken.
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ALL " te zetten en druk op [ENTER]. Het Write Speed-scherm verschijnt. fig.05-CDdawrite2
8. Druk op [ENTER] (YES). Het schrijven naar de CD-R/RW begint. Als de boodschap "Complete!" verschijnt, is het backupproces met succes uitgevoerd.
Alle songs van een geheugenkaart op een CD-R/RW opslaan (All Backup) 1. Plaats een lege CD-R/RW in het CD-R/RW-station van de BR-900CD. De toegangsindicator begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
6. Stel met de TIME/VALUE-draaiknop de schrijfsnelheid in en druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
• De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval zal u met de BR-900CD alleen de ondersteunde snelheden kunnen selecteren. • Gebruikt u CD-R's of CD-RW's voor schrijven met hoge snelheid, dan kan de frequentie van schrijffouten toenemen, als u de snelheden x2 of x4 selecteert. Het wordt aanbevolen om de snelheid x8 voor "high-speed" cd's te gebruiken. 7. Druk op [ENTER] (YES). Het schrijven naar de CD-R/RW begint. Als de boodschap "Complete!" verschijnt, is het backupproces met succes uitgevoerd.
146
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Opgeslagen songs inladen in een geheugenkaart (Recover)
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de song die u wilt recupereren en druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt.
Songs een voor een inladen in een geheugen-kaart (Song Recover)
7. Druk op [ENTER] (YES). Het recupereren van de song begint. Als de boodschap "Complete!" verschijnt, is de song met succes gerecupereerd.
1. Plaats een CD-R/RW met back-upsongs in het CD-R/ RW-station van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
De gerecupereerde songs worden in volgorde op de geheugenkaart opgeslagen. Hiervoor worden de beschikbare songnummers gebruikt.
Alle opgeslagen songs in een geheugenkaart inladen (All Recover) 1. Plaats een CD-R/RW met back-upsongs in het CD-R/RWstation van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. fig.05_CDdata
Het CD-menu verschijnt. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. Het Data CD-menu verschijnt. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "RECOVER" te zetten en druk op [ENTER].
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "RECOVER" te zetten en druk op [ENTER].
Het Recover-menu verschijnt. fig.05_CDdataback
Het Recover-menu verschijnt. fig.05_CDdataback
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ALL" te zetten en druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt. 5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SONG" te zetten en druk op [ENTER]. Het Song Recover-scherm verschijnt. fig.05_CDrecover
6. Druk op [ENTER] (YES). Het recupereren van alle songs begint. Als de boodschap "Complete!" verschijnt, zijn alle songs met succes gerecupereerd.
147
Hoofdstuk 5
Het Data CD-menu verschijnt.
2. Druk op [CD-R/RW].
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Waveformdata kopiëren en wegschrijven
3. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
Voor deze procedure hebt u een computer met CD-R/RWschrijver nodig.
Als u een computer met CD-R/RW-brander hebt, kunt u door middel van CD-R/RW's waveformdata overdragen tussen meerdere BR-900CD's. Zo kunt u deze cd's gebruiken om waveformdata aangemaakt met de audiosoftware op uw computer, te kopiëren en vervolgens toe te voegen aan audiosporen. U kunt ook data van audiosporen die u met BR-900CD hebt opgenomen, naar uw computer kopiëren om ze te bewerken.
Waveformdata van een computer naar de audiosporen kopiëren (WAV/AIFF Import)
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. Het Data CD-menu verschijnt. fig.05_CDdata
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WAV" te zetten en druk op [ENTER]. Het WAV/AIFF-menu verschijnt. fig.05_CDwav
●
Om ze te kunnen importeren, moeten waveformdata aan de volgende criteria beantwoorden. Andersoortige data kunt u meestal niet importeren.
• Gebruik "ISO 9660 Level 2, Mode 1" om de data op de CD-R/RW te schrijven. • • • •
WAV- of AIFF-formaat Mono of stereo 8-bit of 16-bit Samplefrequentie: 44,1 kHz
●
Audiodata moeten minstens één seconde lang zijn.
●
Geef waveformdata een naam van ten hoogste acht letters en een extensie van drie letters.
●
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen genegeerd.
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "IMPORT" te zetten en druk op [ENTER]. Er verschijnt een lijst met audiodatabestanden die op de huidige CD-R/RW staan. Als de WAV-bestanden samen in een map zitten, dan verschijnt de naam van die map. Druk op [ENTER] om de WAV-bestanden in deze map weer te geven. fig.05-CDwavimp
1. Gebruik een pc om een CD-R/RW met de waveformdata die u wilt importeren, te branden en te finaliseren. Hoe u waveformdata wegschrijft op CD-R/RW's, leest u in de handleidingen van uw computer en van het CD-R/ RW-station. 2. Plaats de CD-R/RW in het CD-R/RW-station van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat.
148
U kunt de geluiden vooraf beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en op [ENTER] te drukken. U kunt het geluiden stoppen door de cursor op "PVW" te zetten en nogmaals op [ENTER] te drukken. Druk op [PLAY] om de geluiden vooraf te beluisteren, en op [STOP] om de geluiden te stoppen.
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de waveformdatabestanden die u wilt importeren en druk op [ENTER]. Er verschijnt een scherm waarin u de bestemming voor de te importeren bestanden kunt instellen. fig.05-CDwavimp2
1. Gebruik een computer om een CD-R/RW met waveformdata die u wilt importeren, te branden en te finaliseren. Hoe u waveformdata wegschrijft op CD-R/RW's, leest u in de handleidingen van uw computer en van het CD-R/ RW-station. 2. Plaats de CD-R/RW in het CD-R/RW-station van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 3. Druk op [CD-R/RW].
8. Selecteer het spoor voor de import met TIME/VALUEdraaiknop en druk op [ENTER].
Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
Het kopiëren van de waveformdata begint. Wanneer "Complete!" verschijnt, is de import voltooid. De waveformdata worden aan het begin van de sporen geïmporteerd. Als u de data naar een andere locatie wilt wegschrijven, gebruikt u Track Edit (p. 70) om de data te verplaatsen nadat ze zijn geïmporteerd.
●
WAV- of AIFF-formaat Mono of stereo 8-bit of 16-bit Samplefrequentie: 44,1 kHz
●
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen niet worden geladen.
●
Extreem korte waveformdata (minder dan ongeveer 100 msec) kunnen niet worden geladen.
●
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen genegeerd.
●
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV" en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
●
U kunt per drumkit drumgeluiden van max. 13 sec. laden. (Voorbeeld) Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal: 7 seconden →Totaal: 13 seconden
●
fig.05_CDdata
U kunt waveformdata met de volgende formaten importeren. U kunt geen waveformdata in andere formaten importeren.
• Gebruik "ISO 9660 Level 2, Mode 1" om de data op de CD-R/RW te schrijven. • • • •
Het Data CD-menu verschijnt.
Hoofdstuk 5
WAV/AIFF-bestanden als drumgeluiden kopiëren (Tone Load)
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER].
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"geluiden geladen, met de linker- en rechterkant gemengd.
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE" te zetten en druk op [ENTER]. Er verschijnt een lijst met waveformdatabestanden die op de huidige CD-R/RW staan. Als de WAV-bestanden samen in een map zitten, dan verschijnt de naam van die map. Druk op [ENTER] om de WAV-bestanden in deze map weer te geven. fig.05-CDtone
U kunt de geluiden vooraf beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en op [ENTER] te drukken. U kunt het geluid stoppen door de cursor op "PVW" te zetten en nogmaals op [ENTER] te drukken. Druk op [PLAY] om de geluiden vooraf te beluisteren, en op [STOP] om de geluiden te stoppen.
149
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de databestanden die u wilt importeren en druk op [ENTER]. Het Drum Kit-selectiescherm verschijnt. fig.05-CDton2
7. Selecteer de drumkit met de TIME/VALUE-draaiknop en druk op [ENTER]. Het Drum Sound-selectiescherm verschijnt. fig.05-CDton3
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. Het Data CD-menu verschijnt. fig.05_CDdata
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "WAV" te zetten en druk op [ENTER]. Het WAV/AIFF-scherm verschijnt. fig.05-CDwav
8. Selecteer het drumgeluid met de TIME/VALUEdraaiknop en druk op [ENTER]. Het kopiëren van de waveformdata begint. Wanneer "Complete!" verschijnt, is de import voltooid.
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "EXPORT" te zetten en druk op [ENTER]. Het Waveform Data Export-scherm verschijnt. fig.05-CDwavex
Waveformdata van audiosporen naar computers kopiëren (WAV/AIFF Export) U kunt data van bepaalde sporen als waveformdata wegschrijven op een CD-R/RW en die waveformdata vervolgens door uw computer laten inlezen van de CD-R/RW.
U zult geen CD-RW's kunnen gebruiken als uw computer enkel over een CD-ROM- of CD-R-station beschikt. Gebruik in dat geval CD-R's.
6. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de sporen die u wilt exporteren. Het Write Speed-scherm verschijnt. fig.05-CDdawrite2
1. Plaats een beschrijfbare CD-R/RW (een lege schijf) in het CD-R/RW-station van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
De variatie in verschillende schrijfsnelheden kan soms worden beperkt door de gebruikte media. In zo’n geval zal u met de BR-900CD alleen de ondersteunde snelheden kunnen selecteren. 7. Druk op [ENTER] (YES). De boodschap "Are you sure?" verschijnt. 8. Druk nogmaals op [ENTER] (YES). Het schrijven naar de CD-R/RW begint.
150
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
Wanneer “Completed!” verschijnt, is het schrijfproces voltooid. De volgende bestanden zijn in ISO9660 Level 2, Mode 1formaat op de CD-R/RW weggeschreven. Spoor 1, V-Track 1
T01___01.WAV of T01___01.AIF
Spoor 1, V-Track 2
T01___02.WAV of T01___02.AIF
Spoor 1, V-Track 3
T01___03.WAV of T01___03.AIF
:
:
Spoor 2, V-Track 7
T02__07.WAV of T02__07.AIF
Spoor 2, V-Track 8
T02__08.WAV of T02__08.AIF
:
:
Spoor 3/4, V-Track 1
T0304_01.WAV of T0304_01.AIF
Spoor 3/4, V-Track 2
T0304_02.WAV of T0304_02.AIF
:
:
Spoor 7/8, V-Track 7
T0708_07.WAV of T0708_07.AIF
Spoor 7/8, V-Track 8
T0708_08.WAV of T0708_08.AIF
9. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm. 10. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om de cd te verwijderen.
SMF's met behulp van externe MIDI-instrumenten weergeven (SMF Player) U kunt de BR-900CD gebruiken om SMF's van een CD-R/RW te lezen en deze bestanden af te spelen met behulp van MIDIinstrumenten die op de MIDI OUT-poort zijn aangesloten. Elke SMF die aan de volgende vereisten voldoet, kan op deze wijze worden afgespeeld. Formaat:
0 of 1
Bestandsgrootte:
Maximaal 240 KB (let op dat dit licht kan variëren afhankelijk van de SMF-inhoud.)
System Exclusive:
Pakketomvang van 512 bytes of minder.
1. Verbind de MIDI OUT-poort van de BR-900CD met de MIDI IN-poort van uw externe MIDI-geluidsmodule via een MIDI-kabel. fig.05-SMF
MIDI OUT
MIDI IN
Hoofdstuk 5
11. Gebruik de applicatie op uw computer om de data van de CD-R/RW te kopiëren.
SMF gebruiken
• Gebruikt u een CD-R die al data bevat, dan verschijnt de boodschap "Not Blank Disc" en is de exportfunctie niet mogelijk. Gebruik steeds blanco cd's. • Gebruikt u een CD-RW die al data bevat, dan verschijnt de boodschap "Erase Disc?". Als u nu op [ENTER] (YES) drukt, wordt de cd gewist. Nadat de cd is gewist, wordt het exportproces voortgezet. • Als u een monospoor als exportbron opgeeft, worden de gegevens als mono waveformbestand geschreven. Als u een stereospoor opgeeft, worden de data als een stereo waveformbestand weggeschreven.
2. Plaats een CD-R/RW met SMF's in het CD-R/RW-station. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 3. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
• De sporen 7/8 zijn een vast stereopaar en kunnen dus niet als monosporen worden gekozen. • Druk op [EXIT] (NO) om het schrijfproces af te breken. Druk op [ENTER] (YES) als "Cancel?" verschijnt; het schrijven wordt geannuleerd (nadat u [EXIT] (NO) hebt ingedrukt, kan het enige tijd duren voor de boodschap verschijnt). We bieden geen enkele garantie dat u de data die tot dan tot op de CD-R/RW werden geschreven, kunt gebruiken. • Een CD-R waarvan het schrijf-proces voor voltooiing is geannuleerd, kunt u niet opnieuw gebruiken.
151
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. Het Data CD-menu verschijnt.
Drumpatronen vanaf het CD-R/ RW-station inladen (SMF Import) U kunt SMF's (Standard MIDI Files) die op een pc als songpatronen zijn opgeslagen, importeren. U kunt uw verzameling songpatronen gemakkelijk uitbreiden door SMF's op uw computer of een ander apparaat aan te maken en ze naar geheugenkaarten te kopiëren.
fig.05_CDdata
Elke SMF die aan de volgende vereisten voldoet, kan op deze wijze worden afgespeeld. 5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SMF" te zetten en druk op [ENTER].
Formaat:
0 of 1
Bestandsgrootte:
Maximaal 240 KB (dit kan licht variëren afhankelijk van de SMF-inhoud.)
Het SMF-menu verschijnt. fig.05-CDsmf
Wanneer u GM/GS/XG-compatibele SMF's importeert, is MIDI-kanaal 10 meestal voorbehouden als kanaal voor ritmische uitvoeringen. Zo worden enkel de data op MIDIkanaal 10 in de SMF geïsoleerd en geïmporteerd door de BR-900CD. De data op andere kanalen worden genegeerd. 6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PLAY" te zetten en druk op [ENTER]. Het SMF play-scherm verschijnt.
1. Gebruik een pc om de SMF's die u wilt importeren, op een CD-R/RW te branden. 2. Plaats deze CD-R/RW in het CD-R/RW-station van de BR-900CD.
fig.05-CDsmfplay
De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 3. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de SMF die u wilt weergeven. Als de SMF's samen in een map zitten, dan verschijnt de naam van die map. Druk op [ENTER] om de SMF's in deze map weer te geven. 8. Plaats met CURSOR [ en druk op [ENTER].
] of [
] de cursor op [
]
De BR-900CD start de weergave. 9. Als u de weergave wilt stoppen, drukt u op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op [ drukt u op [ENTER].
] te zetten. Vervolgens
U kunt [START] en [STOP] gebruiken op de SMFweergave te starten en te stoppen.
Als een SMF een grote hoeveelheid MIDI-data bevat, dan kan het bestand traag worden weergegeven.
152
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "DATA" te zetten en druk op [ENTER]. Het Data CD-menu verschijnt. fig.05_CDdata
Data uitwisselen via het CD-R/RW-station
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SMF" te zetten en druk op [ENTER].
Data verwijderen van een CD-RW (CD-RW Erase)
Het SMF-menu verschijnt. fig.05-CDsmf
Als u CD-RW's gebruikt, kunt u onnodige gegevens verwijderen, zodat u de CD-RW's opnieuw kunt gebruiken.
• Met dit proces verwijdert u alle dat van een schijf. • U kunt enkel data van CD-RW's verwijderen. Data van CD-R's kunt u niet verwijderen. 6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "IMPORT" te zetten en druk op [ENTER]. Het SMF Import-scherm verschijnt. fig.05-CDsmfplay
1. Plaats de CD-RW die u wilt wissen, in het CD-R/RWstation van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de SMF's die u wilt importeren en druk op [ENTER]. Er verschijnt een scherm waarin u het patroonnummer van de importbestemming kunt opgeven.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ERASE" te zetten en druk op [ENTER]. De boodschap "Are you sure?" verschijnt. fig.05-CDerase
8. Selecteer met TIME/VALUE-draaiknop het patroonnummer voor de importbestemming en druk op [ENTER]. Het kopiëren van de SMF begint. Wanneer "Complete!" verschijnt, is de import voltooid.
4. Druk op [ENTER] (YES). Druk op [EXIT] (NO) om het verwijderen te annuleren. Het verwijderen begint en de voortgang wordt weergegeven. Als "Completed!" verschijnt, is het verwijderen voltooid. 5. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het Play-scherm. 6. Druk op de EJECT-toets van het CD-R/RW-station om de cd te verwijderen.
• Als het verwijderproces eenmaal is gestart, kunt u het niet meer annuleren. • De tijd die nodig is om de data te verwijderen, hangt van het soort CD-RW en van de hoeveelheid data. • In sommige gevallen kan het een paar seconden duren voor het cd-station de cd vrijgeeft.
153
Hoofdstuk 5
Als de SMF's samen in een map zitten, dan verschijnt de naam van die map. Druk op [ENTER] om de SMF's in deze map weer te geven.
Songs van cd's naar audiosporen importeren Met de BR-900CD kunt u geselecteerde songs van een cd naar audiosporen importeren. (CD-R/RW Write)
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "PLAY/IMP" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD Player-scherm verschijnt. fig.05_CDplay
Belangrijke opmerking • De BR-900CD en zijn CD-R/RW-station zijn zo ontworpen dat u materiaal kunt reproduceren waarvan u het auteursrecht bezit of waarvoor de eigenaar van het auteursrecht u de toestemming heeft gegeven. Het zonder toestemming van de copyrighteigenaar reproduceren van audio-cd's of van ander materiaal waarvoor auteursrechten gelden en het omzeilen van technologieën als SCMS, die tweedegeneratie- en latere kopieën verhinderen, geldt dan ook als een schending van het auteursrecht, en kunt u beboet worden, zelfs als u de reproductie enkel voor uw persoonlijk gebruik en plezier (privé-gebruik) hebt gemaakt. Raadpleeg een expert in auteursrecht of speciale publicaties over dit onderwerp voor meer informatie over hoe u toestemming kunt krijgen van de houders van auteursrechten. • Met de BR-900CD kunt u niet in één keer alle songs van een audio-cd importeren. U moet de songs één voor één importeren.
5. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop het nummer van de song die u wilt importeren. fig.05-CDimp
6. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "[IMP]" te zetten en druk op [ENTER]. Er verschijnt een scherm waarin u de importbestemming kunt instellen. fig.05-CDiwavimp2
1. Plaats een audio-cd in het CD-R/RWstation van de BR-900CD. De toegangsindicator van het station begint te knipperen. Wacht tot deze indicator niet meer knippert en uitgaat. 2. Druk op [CD-R/RW]. Het CD-menu verschijnt. fig.05_CDmenu
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "AUDIO" te zetten en druk op [ENTER]. Het Audio CD-menu verschijnt. fig.05_CDaudio
154
7. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de importbestemming en druk vervolgens op [ENTER]. De boodschap "Now Importing…" verschijnt en het importeren naar het audiospoor begint. Als "Completed!" verschijnt, is de importprocedure met succes voltooid.
Wanneer u een audio-cd in het CD-R/CD-RW-station plaatst, kan de boodschap "Now Checking…" vrij lang op de display worden weergegeven. Dit tijdsbestek is nodig om de data op de audio-cd te lezen, en is dus niet het resultaat van een defect.
Hoofdstuk 6 MIDI gebruiken
155
MIDI: elementaire begrippen Door MIDI te gebruiken om de BR-900CD op andere MIDIcompatibele apparatuur aan te sluiten, kunt u de volgende taken uitvoeren: ●
Ritmische begeleiding op een externe MIDI-geluidsmodule afspelen
●
Met externe MIDI-sequencers en -drumcomputers synchroniseren
●
De BR-900CD gebruiken om MMC-compatibele apparaten te bedienen
Dit hoofdstuk bevat een basisbeschrijving van MIDI en legt uit op welke manieren het kan worden gebruikt.
MIDI-kanalen Dankzij de MIDI-norm kunt u data uitwisselen tussen verschillende MIDI-compatibele apparaten via één kabel. Dit is mogelijk door de zogeheten MIDI-kanalen. Eenvoudig gesteld, lijkt een MIDI-kanaal op een televisiekanaal. U kunt bijvoorbeeld van televisiekanaal wisselen om zo programma’s van verschillende televisiestations te bekijken. In dit geval wordt de informatie alleen gecommuniceerd als het kanaal aan de versturende zijde overeenkomt met het kanaal aan de ontvangende zijde. Op soortgelijke manier kunnen MIDI-berichten van een apparaat dat (bijvoorbeeld) op MIDI-kanaal 1 is ingesteld, alleen worden ontvangen als het MIDI-kanaal aan de ontvangende zijde ook op 1 is ingesteld.
Wat is MIDI? MIDI staat voor "Musical Instrument Digital Interface" (digitale interface voor muziekinstrumenten). MIDI is een wereldwijde norm die is ontworpen om uitvoeringsdata, data voor programmawijzigingen en soortgelijke informatie tussen elektrische muziekinstrumenten en computers uit te wisselen. Als een apparaat MIDI-compatibel is, kan het uitvoeringsdata met andere MIDI-compatibele apparatuur uitwisselen, zelfs als deze apparaten van een ander type of merk zijn.
MIDI-aansluitingen MIDI-berichten (d.w.z. de data waarmee MIDI werkt) worden uitgewisseld via de volgende drie soorten MIDI-poorten.
MIDI IN: Deze aansluiting ontvangt de MIDI-berichten die van andere MIDI-apparaten binnenkomen.
MIDI OUT: Alle MIDI-berichten van de BR-900CD worden via deze aansluiting verzonden.
MIDI THRU: Deze aansluiting stuurt alle MIDI-berichten door die bij de MIDI IN-aansluiting binnenkomen.
De BR-900CD is voorzien van een MIDI OUT-poort, maar niet van MIDI IN- en MIDI THRU-poorten.
156
MIDI-implementatietabellen Dankzij MIDI kunnen allerhande elektronische muziekapparaten met elkaar communiceren. Dit betekent echter niet dat elk MIDI-apparaat elk soort MIDI-bericht kan verwerken. In de praktijk kunnen twee MIDI-compatibele apparaten alleen MIDI-berichten uitwisselen, die door beide worden ondersteund. De handleiding van elk MIDI-compatibel apparaat bevat een MIDI-implementatietabel. Met deze tabel ziet u meteen welke MIDI-berichten het betreffende apparaat kan verzenden en ontvangen. Als u twee MIDI-apparaten samen gebruikt, moet u de MIDI-implementatietabellen van beide vergelijken, zodat u zeker weet dat de benodigde MIDI-berichten kunnen worden uitgewisseld. Raadpleeg “MIDI-implementatie” (p. 216) voor meer gedetailleerde informatie over de MIDI-eigenschappen van de BR-1200CD.
Synchroniseren met MIDI-apparatuur Rhythm gebruiken om een externe MIDI-geluidsmodule te bespelen
4. Druk op CURSOR [ te selecteren.
][
] om "RhyMIDI ch"
fig.05-403d
Voer de onderstaande procedure uit als u een MIDI-geluidsmodule wilt gebruiken en kies de gewenste geluiden voor Rhythm. 1. Gebruik een MIDI-kabel om de BR-900CD en uw MIDI-geluidsmodule als hieronder aan te sluiten. fig.05-401
5. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het MIDIkanaal (1–16) in te stellen. MIDI-geluidsmodule
MIDI IN MIDI OUT
Als u "OFF" kiest, worden de "note messages" van Rhythm niet verzonden. 6. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Onderstaande tabel bevat de door Rhythm geproduceerde klanken en de overeenkomstige nootnummers. 2. Druk op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC" te zetten en druk op [ENTER].
Nootnummer
Closs Stick
G1
(31)
Metronome (click)
A1
(33)
Metronome (bell)
A#1
(34)
Kick
C2
(36)
Snare
D2
(38)
Tom 4
F2
(41)
Closed Hi-hat
F#2
(42)
Tom 3
A2
(45)
Open Hi-hat
A#2
(46)
Tom 2
C3
(48)
Clash Cymbal
C#3
(49)
Tom 1
D3
(50)
Ride Cymbal
D#3
(51)
Cowbell
G#3
(56)
Hoofdstuk 6
fig.05-402d
Rhythm-geluid
Toonarrangement is gebaseerd op GS/GM. Als uw externe MIDI-geluidsmodule niet op GS of GM is gebaseerd, dient u de instellingen van uw MIDI-geluidsmodule zo te wijzigen, dat de geluiden met elk nootnummer overeenkomen. Meer informatie over deze instellingen vindt u in de handleiding van uw MIDI-geluidsmodule. * Als u een externe MIDI-geluidsmodule gebruikt om het ritme te spelen, regel dan het volume met de knoppen van de externe MIDI-geluidsmodule.
157
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
Weergave met een MIDIsequencer synchroniseren
fig.05-405d
De BR-900CD kan synchroon lopen met een MIDI-sequencer.
Als u met een MIDI-sequencer synchroniseert, kunt u de BR-900 gebruiken om de MIDI-sequencer te synchroniseren (d.w.z., met de BR-900CD als master). U kunt de BR-900CD echter niet synchroniseren met de MIDI-sequencer (d.w.z., met de BR-900CD als slave). * Meer informatie over de werking van uw MIDI-sequencer vindt u in de handleiding van dat toestel. Raadpleeg p. 160 voor meer informatie over MMC.
Gesynchroniseerde weergave met de BR-900CD als master
4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om “Sync Gen” te selecteren, en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de sync generator in te stellen. fig.05-406d
Volg de onderstaande procedure om de MIDI-sequencer met de BR-900CD te synchroniseren. 1. Gebruik een MIDI-kabel om de BR-900CD en uw MIDI-sequencer als hieronder aan te sluiten. fig.05-404
OFF:
er worden geen gesynchroniseerde signalen verzonden.
MTC:
de MIDI-tijdscode wordt verzonden.
MCK:
verzendt de MIDI-klok op basis van het tempo dat met Rhythm is ingesteld (p. 120).
* Ga naar stap 6 als "OFF" of "MCK" geselecteerd zijn. MIDI-sequencer
MIDI IN MIDI OUT
5. Selecteer met CURSOR [ ] [ ] "MTC Type" en stel met de TIME/VALUE-draaiknop het MTC-type in. fig.05-407d
2. Druk op [UTILITY].
Controleer de specificaties van uw MIDI-sequencer en stel op de BR-900CD het MTC-type in. 30:
30 frames per seconde, non-drop-formaat. Dit formaat wordt gebruikt door audiotoestellen zoals analoge bandrecorders en voor zwart-wit videomateriaal in het NTSC-formaat (gebruikt in Japan en de V.S.).
29N:
29,97 frames per seconde drop-formaat. Dit formaat wordt gebruikt voor kleurenvideomateriaal in het NTSC-formaat (gebruikt in Japan en de V.S.).
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC" te zetten en druk op [ENTER].
158
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
29D:
25:
29,97 frames per seconde drop-formaat. Dit formaat wordt gebruikt voor videouitzendingen in kleur, in het NTSC-formaat (gebruikt in Japan en de V.S.). 25 frames per seconde. Dit formaat wordt gebruikt voor videomateriaal in het SECAMof PAL-formaat, audio-apparatuur en film (gebruikt in Europa en elders).
24:
24 frames per seconde. Dit wordt in de V.S. gebruikt voor video, audio-apparatuur en film.
De MTC offset instellen De offset stelt de tijd in die nodig is om bij het synchroniseren van een extern apparaat met de MTC van de BR-900CD de songweergave en de MTC-timing gelijk te zetten. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC" te zetten en druk op [ENTER]. fig.05-408ad
6. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. 7. Net als wanneer u een MIDI-sequencer synchroniseert met een externe MTC, kunt u, als u MCK gebruikt, de MIDI-sequencer synchroniseren met behulp van een externe MIDI-klok. 8. Maak de MIDI-songdata klaar voor gebruik. Als de BR-900CD begint te spelen, begint ook de MIDIsequencer volledig synchroon te spelen.
Wat zijn drop- en non-drop-formaten?
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Offset" te selecteren en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de time offset in te stellen. fig.05-408d
Er zijn twee soorten formaten die door NTSCvideorecorders worden gebruikt: non-drop en drop.
Omdat de formaten met continue frames makkelijker zijn om mee te werken, wordt voor de meeste video- en audioproducties non-drop gebruikt. Voor uitzendingen daarentegen, waar de tijdcode moet overeenstemmen met de werkelijke tijd, wordt drop gebruikt.
De offset is in feite het verschil tussen de "tijdspositie waarop de MTC-timing wordt afgestemd" en de "tijdspositie waarop de song-timing wordt afgestemd". Als u bijvoorbeeld het externe toestel wilt laten spelen met de hieronder vermelde MTC-timing, op het moment dat de song-timing "01h00m00s00" is, stel dan de offset als volgt in. Song-timing
MTC voor extern toestel
Offset-instelling
01h00m00s00
01h30m00s00
00h30m00s00
01h00m00s00
00h30m00s00
23h30m00s00
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
159
Hoofdstuk 6
Bij het non-drop-formaat lopen de frames continu door. Anderzijds, om NTSC-kleurenvideo te ondersteunen, laat het drop-formaat de eerste twee frames van elke minuut vallen, behalve van de minuten 10, 20, 30, 40 en 50.
Synchroniseren met MIDI-apparatuur
MMC gebruiken
1. Druk op [UTILITY].
MMC staat voor "MIDI Machine Control". Dit is een protocol dat MIDI System Exclusive Messages gebruikt om vanuit één toestel meerdere opnameapparaten aan te sturen.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC" te zetten en druk op [ENTER]. fig.05-410d
Uw BR-900CD ondersteunt het MMC-protocol. Door MMC te gebruiken, kan uw BR-900CD commando’s als PLAY, STOP en FF naar aangesloten MIDI-apparatuur verzenden, zodat u ze zo kunt bedienen.
Let op: sommige MIDI-apparaten ondersteunden de MMCfunctie van de BR-900CD niet. Als dit het geval is, kunt u deze apparaten niet volgens de onderstaande procedure vanaf de BR-900CD bedienen. Raadpleeg “MIDI-implementatie” (p. 216) voor meer informatie over de MMC-functionaliteit die door de BR-900CD wordt ondersteund.
MMC-compatibele apparatuur vanaf de BR-900CD bedienen.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "MMC Master" te selecteren en draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de MMC-functie in te stellen. fig.05-411d
In deze paragraaf leert u welke instellingen u moet maken om de weergave te synchroniseren met een softwaresequencer die MMC en MTC ondersteunt. Maak de aansluitingen zoals in onderstaand schema. fig.05-409
MIDI IN MIDI OUT
OFF:
MMC wordt niet verzonden.
ON:
De MMC-informatie wordt verzonden. De BR-900CD wordt het stuurapparaat (master) van het externe MIDI-instrument.
* Raadpleeg “MIDI-implementatie” (p. 216) voor meer informatie over de MMC-functionaliteit die door de BR-900CD wordt ondersteund. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Sync Gen" te selecteren en stel met de TIME/VALUE-draaiknop "MTC" in. 5. Stel uw sequencersoftware in. Stel uw sequencersoftware als volgt in. Voor meer informatie over deze instellingen raadpleegt u het best de handleiding van uw sequencersoftware. MTC:
De BR-900CD zal fungeren als master voor de MMC en MTC. Volg de onderstaande procedure om functies als "play", "stop", "fast-forward" van een sequencer te bedienen vanaf de BR-900CD.
Ontvangen (receive)
MTC-type: Dezelfde instelling als het MTC-type dat op de BR-900CD is geselecteerd. MMC:
Ontvangen (receive)
6. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
160
Hoofdstuk 7 USB gebruiken
161
Voor u USB gebruikt (overzicht) De BR-900CD is uitgerust met een USB-aansluiting, waarmee u de BR-900CD direct op een computer kunt aansluiten. Hierdoor kunt u makkelijker back-ups maken van uw belangrijke songdata en bestanden uitwisselen tussen de BR-900CD en de computer.
Wat is USB? USB staat voor "Universal Serial Bus" en is een type interface waarmee computers op divers randapparaten kunnen worden aangesloten.
Samenstelling van data op geheugenkaarten De aangemaakte mappen en bestanden zijn als volgt ingedeeld. fig.06-102
Basisdirectory ROLAND-map BR0-map Schijfinformatie
Door USB te gebruiken, kunt u verschillende randapparaten met elkaar verbinden via een USB-kabel en is er ook snelle datatransmissie mogelijk.
SONG0000-map Songinformatie Effectparameter Sequentiedata Sequentiedata Drum Kit Sound-parameter Songparameter Opgenomen data Opgenomen L-data Opgenomen R-data Wave-data
Daarnaast kunt u randapparatuur aansluiten en loskoppelen terwijl de stroom aanstaat, en kan de computer randapparatuur die wordt aangesloten, automatisch herkennen (het kan zijn dat u, wanneer u bepaalde apparaten aansluit, eerst een aantal parameters moet instellen).
USB wordt op de BR-900CD gebruikt voor de volgende taken: ●
Back-ups maken voor de data van de BR-900CD.
●
Spoordata van de BR-900CD opslaan in het WAV/AIFFformaat (WAV/AIFF Export).
●
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de BR-900CD laden (WAV/AIFF Import).
●
SMF's importeren en patronen creëren.
●
Drumgeluiden van WAV/AIFF-bestanden inladen.
SONG0001-map De mappen worden voor elke song aangemaakt
TONELOAD-map
WAV/AIFF-bestand SMF-map SMF-bestand USB-map WAV/AIFF-bestand
Realtime geluidsignalen en MIDI-berichten kunnen niet worden uitgezonden via de USB-aansluiting van de BR-900CD.
Compatibele besturingssystemen Windows: Windows Me / 2000 / XP
ROLAND-map De bestanden en de mappen op de BR-900CD hebben de volgende structuur.
BR0-map Songdata (opnamedata, songarrangementen/-patronen/ -drumkits, effect song-patches en songinformatie) worden in elke songmap opgeslagen.
Macintosh: Mac OS 9.1.x / 9.2.x Mac OS X
Stuurprogramma De BR-900CD gebruikt een standaardstuurprogramma (DRIVER) dat u in het besturingssysteem vindt. Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd zodra de computer via USB is aangesloten.
162
TONELOAD-map WAV- en AIFF-bestanden die voor gebruik worden geladen, zoals drumgeluiden, worden hierin opgeslagen (p. 171, p. 181).
SMF-map SMF-bestanden die in songpatronen worden gebruikt, worden hierin opgeslagen (p. 169 ,p. 179).
Voor u USB gebruikt (overzicht)
Een computer aansluiten
USB-map WAV- en AIFF-bestanden die in de sporen van de BR-900CD worden geladen, en WAV- en AIFF-bestanden die op computers worden opgeslagen (spoordata geconverteerd naar de WAV- en AIFF-indeling), worden hier opgeslagen (p. 165, p. 167, p. 176, p. 178).
Gebruik de USB-kabel om de BR-900CD met uw computer te verbinden. * Koop USB-kabels bij computerwinkels of elektronicazaken. fig.06-101
Naar USB-poort van uw computer
Mappen en bestanden die op geheugenkaarten worden aangemaakt, worden op het computerscherm weergegeven. Als u een opdracht uitvoert, wordt het "BOSS_BR-900"pictogram op het computerscherm toegevoegd. * Het is mogelijk dat bij sommige versies van Windows het "Removable disk (*:)"-pictogram wordt weergegeven.
USB-kabel
fig.06-102a
(Vb.) Windows XP
BOSS_BR-900
BOSS_BR-900
(Vb.) Windows 2000 Removable Disk (*:) (verwijderbare schijf)
(Vb.) Macintosh
Opmerkingen over het gebruik van USB Voer de volgende operaties niet uit als u overschakelt naar de USB-functie of data verzendt. Deze handelingen kunnen tot gevolg hebben dat uw computer niet reageert op de data. Hierdoor kunnen de data op geheugenkaarten ook worden beschadigd. U mag in geen geval: • De USB-kabel loskoppelen • De computer in spaarstand (standby) of slaapstand zetten, herstarten of uitzetten • De BR-900CD uitzetten.
Als u op het "BOSS_BR-900" (of het "Removable disk (*:)")pictogram klikt, of op een Macintosh op het "BOSS_BR-900"pictogram dubbelklikt, wordt de ROLAND-map weergegeven. Open deze map om de mappen "BR0", "TONELOAD", "SMF" en "USB weer te geven. fig.06-102b
(Vb.)
Bij Windows XP/2000 Gebruikt u Windows XP/2000, dan moet u zich bij Windows aanmelden als een van de volgende gebruikers: • Administrator of een andere gebruiker met de privileges van de groep Administrators. • Een gebruiker met het accounttype Computer Administrator. Opmerking: u kunt de USB-verbinding mogelijk niet goed afsluiten als de gebruikersnaam niet één van bovenstaande is. Neem contact op met de systeembeheerder voor meer informatie over de computer die u gebruikt.
163
Hoofdstuk 7
• Een geheugenkaart verwijderen. BOSS_BR-900
Windows Back-ups maken voor de data van de BR-900CD 1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER].
Back-updata terugschrijven naar de BR-900CD vanaf de computer (Recover) Sleep de ROLAND-map naar het "BOSS_BR-900" (of het "Removable disk (*:)")-pictogram, als u back-updata op een computer opnieuw wilt overbrengen naar de BR-900, en laat hem hier los (u overschrijft de BOSS_BR-900-map).
Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt op de display. fig.06-103d
6. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram om de cd te verwijderen. * Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure. 1)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Taakbalk
2) * U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
1)
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram om de cd te verwijderen.
2)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
(Vb.) BOSS_BR-900
Removable Disk (*:) (verwijderbare schijf)
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram wordt aan de computer toegevoegd. fig.06-104
Takenblokje
fig.06-105a
5. Maak een back-up van de data. 1)
Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram.
2)
Sleep de ROLAND-map naar de map van de computer en laat hem daar los.
Taakbalk
3)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
fig.06-105d
7. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900. Het USB-menu verschijnt opnieuw.
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het Idling-scherm opnieuw op de display.
164
Windows
* Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw computer verbreekt, verschijnt onderstaand scherm. Wanneer u hier op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw. fig.06-106ad
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "EXPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER]. fig.06-110d
8. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer.
Spoordata van de BR-900CD opslaan in de WAV/AIFFindeling (WAV/AIFF Export) U kunt de spoordata van de BR-900CD converteren naar WAV- of AIFF-bestanden, en deze opslaan op uw computer. Nadat u de mastersporen tot WAV- of AIFF-bestanden hebt geconverteerd, kunt u met uw computer makkelijk audio-cd's van de data maken en de data in geluidsapplicaties inladen.
Geheugentekort bij WAV/AIFF-exports oplossen Wanneer u WAV- of AIFF-bestanden exporteert, moeten de geheugenkaarten voldoende vrije ruimte hebben om de bestanden te kunnen bevatten. Is er te weinig geheugen beschikbaar en verschijnt de foutmelding "Card Full!", dan zijn er twee mogelijke oplossingen voor dit probleem.
WAV:
deze audio-indeling wordt voornamelijk voor Windows gebruikt.
AIFF:
deze audio-indeling wordt voornamelijk voor Macintosh gebruikt.
6. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om het spoor/de V-Track die u wilt opslaan, te selecteren.
Als u in mono opslaat fig.06-112d
Hoofdstuk 7
Overbodige data van de geheugenkaart verwijderen
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de bestandsindeling te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
1. Maak een back-up van de data op de kaart (zie p. 164). 2. Verwijder overbodige songs (zie p. 77). 3. Verwijder ook alle spoordata behalve die van de sporen die u wilt exporteren (zie p. 73). 4. Exporteer de data. 5. Schrijf de data waarvan u een back-up hebt gemaakt, opnieuw naar de BR-900CD (zie stap 5 "HINT" op p. 164).
Als u in stereo opslaat * Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8. fig.06-111d
Een geheugenkaart met hoge capaciteit gebruiken Raadpleeg de aparte informatiepagina "Over geheugenkaarten" voor meer informatie over ondersteunde geheugenkaarten (CompactFlash) voor de BR-900CD.
165
Windows
7. Druk op [ENTER].
* Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
Het converteren van het WAV- of AIFF-bestand begint.
1)
Bestandsnamen worden als volgt geconverteerd. (Mono) Spoor 1, V-Track 1 TR01_ _ _1.WAV of TR01_ _ _1.AIF
(Stereo) Spoor 1/2, V-Track 1 TR0102 _1.WAV of TR0102 _1.AIF
Spoor 1, V-Track 2 TR01_ _ _2.WAV of TR01_ _ _2.AIF : Spoor 6, V-Track 7 TR06_ _ _7.WAV of TR06_ _ _7.AIF
Spoor 1/2, V-Track 2 TR0102 _2.WAV of TR0102 _2.AIF : Spoor 7/8, V-Track 7 TR0708_7.WAV of TR0708_7.AIF
Spoor 6, V-Track 8 TR06_ _ _8.WAV of TR06_ _ _8.AIF
Spoor 7/8, V-Track 8 TR0708_8.WAV of TR0708_8.AIF
* Het converteren van een song duurt ongeveer even lang (tweemaal zo lang in stereo) als het afspelen van de brondata van de song. Als het converteren voltooid is, wordt het "BOSS_BR900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram aan de computer toegevoegd.
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Taakbalk
2)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me 1)
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram om de cd te verwijderen.
2)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
fig.06-104
(Vb.) BOSS_BR-900
Removable Disk (*:) (verwijderbare schijf)
8. Exporteer het WAV- of AIFF-bestand naar uw computer. 1)
Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram.
2)
Sleep het WAV- of AIFF-bestand uit de map "USB" in de ROLAND-map naar de map van de computer, en laat hem daar los.
fig.06-114d
Taakbalk
3)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
10. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900. Het selectiescherm voor de bestandsindeling verschijnt opnieuw. Wanneer u nu op [EXIT] drukt, wordt de inhoud van de USB-map automatisch verwijderd. * Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier op [ENTER] drukt verschijnt het selectiescherm voor de bestandindeling opnieuw. fig.06-106ad
Als de data-export voltooid is, verschijnt het Idlingscherm opnieuw. 9. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram om de cd te verwijderen.
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 11. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 9. 12. Als het exporteren van de WAV- of AIFF-bestanden voltooid is, kunt u terugkeren naar het Play-scherm door meermaals op [EXIT] te drukken.
166
Windows
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de BR-900CD laden (WAV/AIFF Import)
fig.06-120d
U kunt WAV- of AIFF-bestanden op uw computer, die bijvoorbeeld werden gecreëerd met muzieksoftware, selecteren en laden naar de sporen van de BR-900CD.
●
U kunt waveformdata met de volgende indelingen importeren. U kunt geen waveformdata in andere indelingen importeren.
• WAV- of AIFF-indeling • Mono of stereo • 8-bit of 16-bit • Samplefrequentie: 44,1 kHz ●
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV" en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
●
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen niet worden geladen.
●
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer 1 sec) kunnen niet worden geladen.
●
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen genegeerd.
●
Als de unit in de arrange-functie staat op het moment van de import, dan gebeurt dit volgens de timing van de arrange-functie. Staat de unit daarentegen in de pattern-functie op het moment van de import, dan gebeurt dit volgens de timing van de pattern-functie.
5. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om het in te laden spoor en V-Track te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Als u in mono op de sporen inlaadt fig.06-122d
Als u in stereo op de sporen inlaadt * Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8. fig.06-121d
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER].
6. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om de maat of de plaats in het spoor aan te geven waar het inladen moet starten, en druk vervolgens op [ENTER]. fig.06-123d
Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "IMPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER].
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram wordt aan de computer toegevoegd. fig.06-104
(Vb.) BOSS_BR-900
Removable Disk (*:) (verwijderbare schijf)
167
Hoofdstuk 7
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY].
Windows
7. Kopieer het WAV- of AIFF-bestand dat u wilt importeren. 1) 2)
Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram. Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand naar de USB-map in de ROLAND-map.
* Er kan per importeeropdracht maar één bestand tegelijk worden geïmporteerd. Versleep niet meer dan één bestand tegelijk.
Als de data gekopieerd zijn, verschijnt het Idling-scherm opnieuw. 8. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram om de cd te verwijderen. * Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure. Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Taakbalk
2)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me 1)
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram om de cd te verwijderen.
2)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Taakbalk
3)
168
Het WAV- of AIFF-bestand wordt geïmporteerd. Wanneer het importeren voltooid is, wordt de inhoud van de USB-map automatisch verwijderd. * Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te verbreken, dan verschijnt het volgende scherm. Drukt u op [ENTER] dan wordt het WAV- of AIFF-bestand geïmporteerd. fig.06-106ad
fig.06-126d
1)
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
Als het importeren voltooid is, keert u terug naar het scherm waarin u het spoor/de V-Track die als importeerbron dient, kunt selecteren. U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 10. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 8. 11. Als u klaar bent met het importeren van de WAV- of AIFF-bestanden, drukt u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
Windows
SMF's importeren en patronen maken
2)
Sleep de geïmporteerde SMF naar de SMF-map in de ROLAND-map.
fig.03-435d
U kunt SMF's (Standard MIDI Files) die op geheugenkaarten als songpatronen zijn opgeslagen, importeren. U kunt uw verzameling songpatronen gemakkelijk uitbreiden door SMF's op uw computer of een ander apparaat aan te maken en ze naar geheugenkaarten te kopiëren. Als het importeren van de SMF voltooid is, verschijnt het Idling-scherm opnieuw.
●
U kunt geen SMF's van meer dan 999 maten importeren.
●
Geef de SMF's die u importeert, de extensie "MID".
●
Gebruik bestandsnamen met acht alfanumerieke tekens.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER].
6. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram om de cd te verwijderen. * Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure. 1)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt.
Taakbalk
fig.03-434d
2)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram om de cd te verwijderen.
2)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen. Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram wordt aan de computer toegevoegd.
Taakbalk
3)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
fig.06-104
(Vb.) BOSS_BR-900
Removable Disk (*:) (verwijderbare schijf)
5. Importeer de SMF. 1)
Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram.
169
Hoofdstuk 7
1)
Windows
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD om naar het Play-scherm terug te keren. * Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u in dit geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt, verschijnt het Play-scherm opnieuw.
12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het songpatroon dat de import-bestemming is, aan te geven en druk vervolgens op [ENTER]. fig.03-439d
fig.06-106ad
Het importeren wordt uitgevoerd. * Bij sommige SMF-bestanden kan het vrij lang duren voor het bestand is geïmporteerd. U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 8. Druk meermaals op AUTO PUNCH [ON/OFF], totdat de indicator knippert. fig.03-436d
9. Druk op [EDIT]. 10. Druk op [CURSOR] om de cursor op "SMF" te zetten en druk op [ENTER]. De namen van de SMF's die op de geheugenkaart staan, worden weergegeven. fig.03-438d
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de SMF die u wilt importeren, te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Wanneer u GM/GS/XG-compatibele SMF's importeert, is MIDI-kanaal 10 meestal voorbehouden als kanaal voor ritmische uitvoeringen. Zo worden enkel de data op MIDIkanaal 10 in de SMF geïsoleerd en geïmporteerd door de BR-900CD. De data op andere kanalen worden genegeerd.
170
* Tijdens het maken van updates verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Windows
Drumgeluiden van WAV/AIFFbestanden inladen (Tone Load)
fig.03-513d
U kunt WAV- en AIFF-bestanden op uw computer importeren en ze als drumgeluiden inladen (TONE LOAD).
●
• • • •
U kunt waveformdata met de volgende indelingen importeren. U kunt geen waveformdata in andere indelingen importeren. WAV- of AIFF-indeling Mono of stereo 8-bit of 16-bit Samplefrequentie: 44,1 kHz
●
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen niet worden geladen.
●
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer 100 msec) kunnen niet worden geladen.
●
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen genegeerd.
●
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV" en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
●
U kunt per drumkit drumgeluiden van maximaal 13 seconden inladen.
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen. Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram wordt aan de computer toegevoegd. fig.06-104
(Vb.) BOSS_BR-900
5. Importeer het WAV- of AIFF-bestand. 1)
Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram.
2)
Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand naar de TONELOAD-map in de ROLAND-map.
(Voorbeeld) Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal: 7 seconden →Totaal: 13 seconden ●
Removable Disk (*:) (verwijderbare schijf)
fig.03-514d
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"geluiden geladen, met de linker- en rechterkant gemengd.
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "BACKUP" met behulp van de TIME/VALUEdraaiknop en druk vervolgens op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt.
Wanneer de WAV- of AIFF-bestanden geïmporteerd zijn, verschijnt het Idling-scherm opnieuw. 6. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram om de cd te verwijderen. * Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure. 1)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Taakbalk
Takenblokje
171
Hoofdstuk 7
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
Windows
2)
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me 1)
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram om de cd te verwijderen.
10. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar "CARD" te verplaatsen en druk op [ENTER]. De namen van de WAV- en AIFF-bestanden die op de geheugenkaart staan, worden weergegeven. * WAV-bestanden krijgen het symbool "W"; "A" duidt op AIFF-bestanden. fig.03-516d
2)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Taakbalk
3)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD om naar het Play-scherm terug te keren. * Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u in dit geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt, verschijnt het Play-scherm opnieuw. fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 8. Druk op [UTILITY].
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het WAV- of AIFF-bestand met het gewenste drumgeluid te selecteren.
U kunt het geluid van het WAV- of AIFF-bestand vooraf beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en op [ENTER] te drukken. 12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song Drum Kit die als laadbestemming dient, aan te geven. S1–5:
Song Drum Kit 1–5
fig.03-517d
13. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song Drum Kit die als laadbestemming dient, te selecteren en druk vervolgens op [ENTER]. Het laden wordt uitgevoerd.
9. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "TONE" te zetten en druk op [ENTER].
Druk op [EXIT] om te annuleren. fig.03-518d
fig.03-515d
* Tijdens het maken van updates verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van het scherm, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt. * WAV- en AIFF-bestanden in de TONELOAD-map blijven bewaard en worden niet verwijderd, zelfs nadat deze procedure werd voltooid. Als u deze bestanden niet meer nodig hebt, sluit u de BR-900CD aan op uw computer via USB en verwijdert u deze bestanden met de computer. Alle bewaarde bestanden gebruiken de benodigde hoeveelheid geheugen op de geheugenkaart.
172
Windows
De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken
7. Sleep de eerder gemaakte back-up van de ROLAND-map van de BR-864 / BR-532 naar het "BOSS_BR-900" (of het "Removable disk (*:)")-pictogram en laat hem daar los. fig.06-110bd
U kunt de BR-900CD gebruiken om data van de BR-864 (of de BR-532) af te spelen. * Maak van de ROLAND-map van de BR-864 / BR-532 eerst een back-up op de computer. 1. Initialiseer de geheugenkaart van de BR-900CD (p. 196). 2. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 3. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt. 5. Selecteer "BACKUP" met behulp van de TIME/VALUEdraaiknop en druk vervolgens op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt.
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het Idling-scherm opnieuw. 8. Verbreek de verbinding met de computer.
Windows XP Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram om de cd te verwijderen. * Als de cd niet wordt verwijderd, volgt u onderstaande procedure.
fig.06-110ad
1)
Klik op het -pictogram en vervolgens op de boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)".
fig.06-105a
Taakbalk
2)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
Windows 2000/Me
Het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram wordt aan de computer toegevoegd.
1)
Klik in "My Computer" met de rechtermuisknop op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")pictogram om de cd te verwijderen.
2)
Klik op het
-pictogram en vervolgens op de
boodschap "Stop USB Diskdrive (*:)". fig.06-105a
fig.06-104
(Vb.) BOSS_BR-900
Removable Disk (*:) (verwijderbare schijf) Taakbalk
6. De ROLAND-map van de BR-900CD verwijderen. 1)
Klik op het "BOSS_BR-900" (of "Removable disk (*:)")-pictogram en verwijder de ROLAND-map.
3)
Takenblokje
Klik op [OK] in het dialoogvenster "Safe To Remove Hardware" dat verschijnt.
173
Hoofdstuk 7
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen.
Windows
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900. Het USB-scherm verschijnt opnieuw. * Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw. fig.06-106ad
10. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer.
174
Macintosh Back-ups van de BR-900CD-data 1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt. fig.06-106d
Back-updata terugschrijven naar de BR-900CD vanaf de computer (Recover) Sleep de ROLAND-map naar het "BOSS_BR-900"pictogram, als u back-updata op een computer opnieuw wilt overbrengen naar de BR-900CD, en laat hem hier los (u overschrijft de BOSS_BR-900-map). 6. Verbreek de verbinding met de computer. 1)
Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de prullenbak.
7. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900. Het USB-scherm verschijnt opnieuw. * Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw. fig.06-106ad
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen. Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer toegevoegd.
8. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer.
fig.06-107
(Vb.)
Hoofdstuk 7
BOSS_BR-900
5. Maak een back-up van de data. 1)
Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2)
Sleep de ROLAND-map naar de map van de computer en laat hem daar los.
fig.06-109d
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het Idling-scherm opnieuw.
175
Macintosh
Spoordata van de BR-900CD opslaan in de WAV/AIFFindeling (WAV/AIFF Export)
fig.06-115d
U kunt de spoordata van de BR-900CD converteren naar WAVof AIFF-bestanden, en deze opslaan op uw computer. Nadat u de mastersporen tot WAV- of AIFF-bestanden hebt geconverteerd, kunt u met uw computer makkelijk audio-cd's van de data maken en de data in geluidsapplicaties inladen.
Geheugentekort bij WAV/AIFF-exports oplossen Wanneer u WAV- of AIFF-bestanden exporteert, moeten de geheugenkaarten voldoende vrije ruimte hebben om de bestanden te kunnen bevatten. Is er te weinig geheugen beschikbaar en verschijnt de foutmelding "Card Full!", dan zijn er twee mogelijke oplossingen voor dit probleem.
Overbodige data van de geheugenkaart verwijderen 1. Maak een back-up van de data op de kaart (zie p. 175). 2. Verwijder overbodige songs (zie p. 77). 3. Verwijder ook alle spoordata behalve die van de sporen die u wilt exporteren (zie p. 73).
5. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de bestandsindeling te selecteren en druk vervolgens op [ENTER]. WAV:
deze audio-indeling wordt voornamelijk voor Windows gebruikt.
AIFF:
deze audio-indeling wordt voornamelijk voor Macintosh gebruikt.
6. Gebruik de TIME/VALUE-draaiknop om het spoor/de V-Track die u wilt opslaan, te selecteren.
Als u in mono opslaat fig.06-117d
4. Exporteer de data. 5. Schrijf de data waarvan u een back-up hebt gemaakt, opnieuw naar de BR-900CD (zie Stap 5 "HINT" op p. 175).
Een geheugenkaart met hoge capaciteit gebruiken Raadpleeg de aparte informatiepagina "Over geheugenkaarten" voor meer informatie over ondersteunde geheugenkaarten (CompactFlash) voor de BR-900CD.
1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "EXPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER].
176
Als u in stereo opslaat * Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8. fig.06-116d
Macintosh
7. Druk op [ENTER].
10. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900.
Het converteren van het WAV- of AIFF-bestand begint. Bestandsnamen worden als volgt geconverteerd. (Mono) Spoor 1, V-Track 1 TR01_ _ _1.WAV of TR01_ _ _1.AIF
(Stereo) Spoor 1/2, V-Track 1 TR0102 _1.WAV of TR0102 _1.AIF
Spoor 1, V-Track 2 TR01_ _ _2.WAV of TR01_ _ _2.AIF : Spoor 6, V-Track 7 TR06_ _ _7.WAV of TR06_ _ _7.AIF
Spoor 1/2, V-Track 2 TR0102 _2.WAV of TR0102 _2.AIF : Spoor 7/8, V-Track 7 TR0708_7.WAV of TR0708_7.AIF
Spoor 6, V-Track 8 TR06_ _ _8.WAV of TR06_ _ _8.AIF
Spoor 7/8, V-Track 8 TR0708_8.WAV of TR0708_8.AIF
* Het converteren van een song duurt ongeveer even lang (tweemaal zo lang in stereo) als het afspelen van de brondata van de song. Als het converteren voltooid is, wordt het "BOSS_BR900"-pictogram aan de computer toegevoegd.
Het selectiescherm voor de bestandsindeling verschijnt opnieuw. Wanneer u op [EXIT] drukt, wordt de inhoud van de USB-map automatisch verwijderd. * Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier op [ENTER] drukt verschijnt het selectiescherm voor de bestandindeling opnieuw. fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 11. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 9.
fig.06-107
12. Als het exporteren van de WAV- of AIFF-bestanden voltooid is, kunt u terugkeren naar het Play-scherm door meermaals op [EXIT] te drukken.
(Vb.)
BOSS_BR-900
8. Exporteer het WAV- of AIFF-bestand naar uw computer. 1)
Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2)
Sleep het WAV- of AIFF-bestand uit de map "USB" in de ROLAND-map naar de map van de computer, en laat het daar los.
fig.06-119d
Hoofdstuk 7
Als de data-export voltooid is, verschijnt het Idlingscherm opnieuw. 9. Verbreek de verbinding met de computer. 1)
Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de prullenbak.
177
Macintosh
WAV/AIFF-bestanden naar sporen van de BR-900CD laden (WAV/AIFF Import)
fig.06-127d
U kunt WAV- of AIFF-bestanden op uw computer, die bijvoorbeeld werden gecreëerd met muzieksoftware, selecteren en laden naar de sporen van de BR-900CD.
●
U kunt waveformdata met de volgende indelingen importeren. U kunt geen waveformdata in andere indelingen importeren.
• WAV- of AIFF-indeling • Mono of stereo • 8-bit of 16-bit • Samplefrequentie: 44,1 kHz ●
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV" en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
●
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen niet worden geladen.
●
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer 1 sec) kunnen niet worden geladen.
●
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen genegeerd.
●
Als de unit in de arrange-functie staat op het moment van de import, dan gebeurt dit volgens de timing van de arrange-functie. Staat de unit daarentegen in de pattern-functie op het moment van de import, dan gebeurt dit volgens de timing van de pattern-functie.
5. Gebruik CURSOR [ ] [ ] en de TIME/VALUEdraaiknop om het in te laden spoor/de V-Track te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Als u in mono op de sporen inlaadt fig.06-129d
Als u in stereo op de sporen inlaadt * Selecteer spoorcombinatie 1/2, 3/4, 5/6 of 7/8. fig.06-128d
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER].
6. Gebruik [CURSOR] en de TIME/VALUE-draaiknop om de maat of de plaats in het spoor aan te geven waar het inladen moet starten, en druk vervolgens op [ENTER]. fig.06-130d
Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "IMPORT" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER].
Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt toegevoegd. fig.06-107
(Vb.)
BOSS_BR-900
178
Macintosh
7. Kopieer het WAV- of AIFF-bestand dat u wilt importeren. 1)
Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2)
Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand naar de USB-map in de ROLAND-map.
* Er kan per importeeropdracht maar één bestand tegelijk worden geïmporteerd. Versleep niet meer dan één bestand tegelijk. fig.06-133d
Als u klaar bent met het kopiëren van de data, verschijnt het Idling-scherm opnieuw. 8. Verbreek de verbinding met de computer. 1)
Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de prullenbak.
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900. Het WAV- of AIFF-bestand wordt geïmporteerd. Wanneer het importeren voltooid is, wordt de inhoud van de USB-map automatisch verwijderd. * Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Drukt u op [ENTER] dan wordt het WAV- of AIFF-bestand geïmporteerd.
SMF's importeren en patronen maken U kunt SMF's (Standard MIDI Files) die op geheugenkaarten als songpatronen zijn opgeslagen, importeren. U kunt uw verzameling songpatronen gemakkelijk uitbreiden door SMF's op uw computer of een ander apparaat aan te maken en ze naar geheugenkaarten te kopiëren.
●
U kunt geen SMF's van meer dan 999 maten importeren.
●
Geef de SMF's die u importeert, de extensie "MID".
●
Gebruik bestandsnamen met acht alfanumerieke tekens.
1. Verbindt de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt. 4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt. fig.03-434d
fig.06-106ad
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 10. Herhaal indien nodig stappen 4 tot 8. 11. Als u klaar bent met het importeren van de WAV- of AIFF-bestanden, drukt u meermaals op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen. Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer toegevoegd. fig.06-107
(Vb.)
BOSS_BR-900
179
Hoofdstuk 7
Als het importeren voltooid is, keert u terug naar het scherm waarin u het spoor/de V-Track dat als importeerbron dient, kunt selecteren.
Macintosh
5. Importeer de SMF. 1)
Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2)
Sleep de geïmporteerde SMF naar de SMF-map in de ROLAND-map.
10. Druk op [CURSOR] om de cursor op "SMF" te zetten en druk op [ENTER]. De namen van de SMF's die op de geheugenkaart staan, worden weergegeven. fig.03-438d
fig.03-435d
Als het importeren van de SMF voltooid is, verschijnt het Idling-scherm opnieuw. 6. Verbreek de verbinding met de computer. 1)
Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de prullenbak.
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD om naar het Play-scherm terug te keren. * Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u in dit geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt, verschijnt het Play-scherm opnieuw. fig.06-106ad
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de SMF die u wilt importeren, te selecteren en druk vervolgens op [ENTER].
Wanneer u GM/GS/XG-compatibele SMF's importeert, is MIDI-kanaal 10 meestal voorbehouden als kanaal voor ritmische uitvoeringen. Zo worden enkel de data op MIDIkanaal 10 in de SMF geïsoleerd en geïmporteerd door de BR-900CD. De data op andere kanalen worden genegeerd. 12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het songpatroon dat de import-bestemming is, aan te geven en druk vervolgens op [ENTER]. fig.03-439d
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 8. Druk meermaals op AUTO PUNCH [ON/OFF], totdat de indicator knippert. fig.03-436d
Het importeren wordt uitgevoerd. * Bij sommige SMF-bestanden kan het vrij lang duren voor het bestand is geïmporteerd.
9. Druk op [EDIT].
180
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Macintosh
Drumgeluiden van WAV/AIFFbestanden inladen (Tone Load)
4. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt. fig.03-513d
U kunt WAV- en AIFF-bestanden op uw computer importeren en ze als drumgeluiden inladen (TONE LOAD).
●
U kunt waveformdata met de volgende indelingen importeren. U kunt geen waveformdata in andere indelingen importeren.
• WAV- of AIFF-indeling • Mono of stereo • 8-bit of 16-bit • Samplefrequentie: 44,1 kHz ●
Gecomprimeerde WAV- of AIFF-bestanden kunnen niet worden geladen.
●
Heel korte waveformdata (minder dan ongeveer 100 msec) kunnen niet worden geladen.
●
In een AIFF-bestand worden de loop-puntinstellingen genegeerd.
●
Geef geïmporteerde WAV-bestanden de extensie "WAV" en geïmporteerde AIFF-bestanden de extensie "AIF".
●
U kunt per drumkit drumgeluiden van maximaal 13 seconden inladen. (Voorbeeld) Kick: 3 seconden, snare: 3 seconden, crash cymbal: 7 seconden →Totaal: 13 seconden
●
Stereo WAV- en AIFF-bestanden worden als "mono"geluiden geladen, met de linker- en rechterkant gemengd.
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen. Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer toegevoegd. fig.06-107
(Vb.)
BOSS_BR-900
5. Importeer het WAV- of AIFF-bestand. 1)
Klik op het "BOSS_BR-900"-pictogram.
2)
Sleep het geïmporteerde WAV- of AIFF-bestand naar de TONELOAD-map in de ROLAND-map.
fig.03-514d
2. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt.
Wanneer de WAV- of AIFF-bestanden geïmporteerd zijn, verschijnt het Idling-scherm opnieuw. 6. Verbreek de verbinding met de computer. 1)
Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de prullenbak.
181
Hoofdstuk 7
1. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel.
Macintosh
7. Druk meermaals op de [EXIT]-toets van de BR-900CD om naar het Play-scherm terug te keren. * Als u op [EXIT] drukt zonder dat u de verbinding met uw computer verbreekt, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u in dit geval op [ENTER] en vervolgens op [EXIT] drukt, verschijnt het Play-scherm opnieuw. fig.06-106ad
U kunt het geluid van het WAV- of AIFF-bestand vooraf beluisteren door de cursor op "PVW" te zetten en op [ENTER] te drukken. 12. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song Drum Kit die als laadbestemming dient, aan te geven. S1–5:
Song Drum Kit 1–5
fig.03-517d
U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer. 8. Druk op [UTILITY]. 9. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar "TONE" te verplaatsen en druk op [ENTER]. fig.03-515d
13. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om de Song Drum Kit die als laadbestemming dient, te selecteren en druk vervolgens op [ENTER]. Het laden wordt uitgevoerd. Druk [EXIT] om te annuleren. fig.03-518d
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
10. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar "CARD" te verplaatsen en druk op [ENTER]. De namen van de WAV- en AIFF-bestanden die op de geheugenkaart staan, worden weergegeven. * WAV-bestanden krijgen het symbool "W"; "A" duidt op AIFF-bestanden. fig.03-516d
11. Draai aan de TIME/VALUE-draaiknop om het WAV- of AIFF-bestand met het gewenste drumgeluid te selecteren.
182
* WAV- en AIFF-bestanden in de TONELOAD-map blijven bewaard en worden niet verwijderd, zelfs nadat deze procedure werd voltooid. Als u deze bestanden niet meer nodig hebt, sluit u de BR-900CD aan op uw computer via USB en gebruikt u de computer om deze bestanden te verwijderen. Alle bewaarde bestanden gebruiken de benodigde hoeveelheid geheugen op de geheugenkaart.
Macintosh
De data van de BR-864 / BR-532 gebruiken.
fig.06-110bd
U kunt de BR-900CD gebruiken om data van de BR-864 / BR-532 af te spelen. * Maak van de ROLAND-map van de BR-864 / BR-532 eerst een back-up op de computer. 1. De geheugenkaart van de BR-900CD initialiseren (p. 196). 2. Verbind de BR-900CD met uw computer via een USB-kabel. 3. Zorg dat de recorder is gestopt en druk dan op [UTILITY]. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "USB" te zetten en druk op [ENTER]. Het USB-scherm verschijnt. 5. Selecteer "BACKUP" met de TIME/VALUE-draaiknop en druk vervolgens op [ENTER]. Het Idling-scherm verschijnt.
Als de back-up van de data voltooid is, verschijnt het Idling-scherm opnieuw. 8. Verbreek de verbinding met de computer. 1)
Sleep het "BOSS_BR-900"-pictogram naar de prullenbak.
9. Druk op de [EXIT]-toets van de BR-900. Het USB-scherm verschijnt opnieuw. * Als u op [EXIT] drukt zonder de verbinding met uw computer te verbreken, verschijnt het volgende scherm. Wanneer u hier op [ENTER] drukt, verschijnt het USB-scherm opnieuw. fig.06-106ad
fig.06-110ad
10. Als de back-up van de data voltooid is, drukt u op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren. U kunt de USB-kabel nu zonder problemen loskoppelen van de BR-900CD en de computer.
Hoofdstuk 7
* U kunt de volgende procedure enkel uitvoeren wanneer het Idling-scherm wordt weergegeven. Raadpleeg p. 212 voor uitleg over hoe u dit probleem kunt oplossen. Het "BOSS_BR-900"-pictogram wordt aan de computer toegevoegd. fig.06-107
(Vb.)
BOSS_BR-900
6. De ROLAND-map van de BR-900CD verwijderen. 1)
Dubbelklik op het "BOSS_BR-900"-pictogram en verwijder de ROLAND-map.
7. Sleep de eerder gemaakte back-up van de ROLAND-map van de BR-864 / BR-532 naar het "BOSS_BR-900CD" (of "Removable disk (*:)")-pictogram en laat het daar los.
183
MEMO
184
Hoofdstuk 8 Andere handige functies
185
Het displaycontrast aanpassen Afhankelijk van waar de BR-900CD is opgesteld, kan de display moeilijk te lezen zijn. Volg in dergelijke gevallen onderstaande stappen om het contrast aan te passen (1 tot en met 21). fig.00-309
1,4 4 3 2 2,3
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER]. fig.00-310d
3. Druk op de CURSOR [ ] [ ]om "LCD Contrast" te selecteren, en pas het contrast aan met de TIME/VALUEdraaiknop. fig.00-311d
4. Druk, nadat u de aanpassing hebt uitgevoerd, op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
186
Wanneer u [UTILITY] ingedrukt houdt terwijl u aan de TIME/VALUE-draaiknop draait, kunt u het contrast in realtime wijzigen. Kies de methode die het best bij de instellingen op de BR-900CD past.
Een voetschakelaar of expressiepedaal gebruiken U kunt een optionele voetschakelaar (zoals de BOSS FS-5U of de Roland DP-2) of een expressiepedaal (zoals de Roland EV-5 of de BOSS FV-300L) aansluiten op de FOOT SW/EXP PEDAL-ingang op het achterpaneel, zodat u een aantal functies met uw voet kunt regelen.
fig.05-102d
fig.05-101
3. Druk op CURSOR [
Voetschakelaar (FS-5U enz.)
][
] en selecteer "Foot SW".
fig.05-103d
Stel de polariteitschakelaar in zoals in onderstaande tekening
Expressiepedaal (Roland EV-5 enz.)
4. Selecteer met de TIME/VALUE-draaiknop de voetschakelaarfunctie.
* Gebruik alleen het aangegeven expressiepedaal (EV-5, FV-300L; optioneel). Met andere expressiepedalen riskeert u defecten en/of schade aan het toestel. * Stel bij de EV-5 en FV-300L het minimumvolume in op 0. * U kunt ook een FS-6 (optioneel) als voetschakelaar gebruiken. Gebruikt u een FS-6, sluit deze dan enkel aan op een van de FS-6-aansluitingen, de A- of de B-aansluiting. Zet de polariteitschakelaar tevens op "FS-5U". De A&B-aansluiting kunt u niet gebruiken.
Een voetschakelaar gebruiken
PLAY:
De song wisselt tussen "play" en "stop" elke keer dat u op de voetschakelaar drukt.
PUNCH:
Wisselt tussen punch-in en punch-out elke keer dat u op de voetschakelaar drukt.
FX:
Het insert-effect wisselt tussen aan en uit elke keer dat u op de voetschakelaar drukt.
* Is niet operationeel bij de pitch correction-functie. 5. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
Volg de onderstaande procedure om de voetschakelaarfunctie in te stellen.
Een expressiepedaal gebruiken
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER].
De expressiepedaal functioneert volgens de effectinstellingen zoals hieronder weergegeven. ●
Functioneert als een wah-pedaal, als het wah-type (p. 101) op "PEDAL" is ingesteld.
●
Functioneert als volumepedaal, als foot volume (p. 96) op "ON" is ingesteld.
●
Functioneert als pitch shifter-pedaal (toonveranderingen) als het pitch shifter-type (p. 98) op "PEDAL" is ingesteld.
187
Hoofdstuk 8
1. Druk op [UTILITY].
Een instrument stemmen (Tuner) De BR-900CD heeft een ingebouwde "chromatische stemfunctie", waarmee u uw instrument snel kunt stemmen.
Het stemapparaat wijzigen
U kunt het ingebouwde stemapparaat zowel voor gitaar als basgitaar gebruiken.
1. Druk op [TUNER] om naar het Tuner-scherm te gaan. fig.05-201d
Als voorbeeld leggen we hieronder uit hoe u uw gitaar stemt met het stemapparaat. * U kunt niet opnemen of weergeven terwijl u het stemapparaat gebruikt.
Controleer de volgende punten voor u begint. • Is uw gitaar aangesloten op de GUITAR/BASS-ingang? • Brandt de [GUITAR/BASS/MIC2]-indicator op de INPUT SELECT-toets? • Is de GUITAR/BASS INPUT SENS goed ingesteld (p. 35)? Als de [GUITAR/BASS/MIC2]-indicator uit is, drukt u op [GUITAR/BASS/MIC2] om hem aan te zetten.
2. Druk nogmaals op [TUNER] (of druk op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
Zet de MASTER-fader laag, als u het stemmen niet wilt horen. * U kunt vanuit het Tuner-scherm niet naar andere schermen gaan (behalve naar het Play-scherm).
Verklaring van de symbolen die tijdens het stemmen verschijnen Wanneer u de stemfunctie van de BR-900CD gebruikt, wordt linksboven op de display de referentietoonhoogte en rechtsboven de naam van de noot weergegeven. Het lagere gedeelte geeft een stemgeleider weer, om het verschil tussen het inputgeluid en de weergegeven noot aan te geven. fig.05-202d
Referentietoon
Nootnaam
Stemgeleider
Als het verschil tussen de input-toonhoogte en de correcte toonhoogte minder dan +/-50 cents is, dan geeft de stemgeleider aan hoe groot dat verschil is. Houd de stemgeleider in de gaten als u uw instrument stemt, en zorg ervoor dat de verticale lijn onder het ▼-teken wordt weergegeven.
188
Een instrument stemmen (Tuner)
Stemmen
De referentietoon instellen
1. Sla de snaar aan die u wil stemmen.
De referentietoon verwijst naar de frequentie van de A4-toets (d.w.z. de centrale "A" op een pianoklavier) van het instrument die als referentietoon dient (bijv. een piano). Op de BR-900CD kunt u de referentietoon van de stemfunctie op elke willekeurige waarde tussen 435 en 445 Hz instellen.
Op de display verschijnt de naam van de noot die het dichtst bij de gespeelde toonhoogte ligt. * Sla de snaar één keer los aan. 2. Stem verder tot de nootnaam van de snaar die u stemt, op de display verschijnt.
* De fabrieksinstelling van deze parameter is 440 Hz.
Normale stemming 7e 6e 5e 4e 3e 2e 1e snaar snaar snaar snaar snaar snaar snaar Gitaar Bas
B
E
A
D
G
B
E
B
E
A
D
G
1. Druk op [TUNER] om naar het Tuner-scherm te gaan. fig.05-206d
3. Houd de stemgeleider in de gaten als u uw instrument stemt, en zorg ervoor dat de verticale lijn onder het ▼-teken wordt weergegeven. Ligt de toonhoogte van de snaar binnen de +/-50 cents van de correcte toonhoogte, dan geeft de stemgeleider de afwijking tussen de werkelijke en de correcte toonhoogte aan.
2. Wijzig de referentietoon met de TIME/VALUE-draaiknop.
Uw instrument is boven de weergegeven noot gestemd (#)
3. Druk nogmaals op [TUNER] (of druk op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren.
fig.05-203d
Calib (kalibreren): 435–445 Hz
De referentietoon die u hier instelt, wordt gebruikt als de referentietoon voor pitch correction (p. 116).
Uw instrument is op de weergegeven noot gestemd fig.05-204d
Uw instrument is onder de weergegeven noot gestemd (b) fig.05-205d
Hoofdstuk 8
4. Herhaal stappen 1–3 om de andere snaren te stemmen. * Als u een gitaar met een vibratohendel stemt, kunnen door het stemmen van één snaar de andere snaren lichtjes ontstemd geraken. In dat geval dient u eerst de snaren bij benadering te stemmen zodat de correcte nootnaam verschijnt en daarna iedere snaar juist te stemmen.
189
De output van een extern MIDI-toestel mixen met de output van de BR-900CD (Audio Sub Mix) De audio sub mix-functie laat u toe om het signaal dat binnenkomt via LINE IN, te mixen met het signaal dat uitgestuurd wordt via LINE OUT.
De audio sub mix-functie gebruiken
Als u met de BR-900CD en een extern MIDI-toestel gesynchroniseerd afspeelt, kunt u de audio sub mix-functie gebruiken om de uitvoer van het externe MIDI-toestel intern met dat van de BR-900CD te mengen (in de BR-900CD), zodat u geen externe mixer nodig hebt.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER].
1. Druk op [UTILITY].
fig.05-503d
Tevens kunt u de sporen van de BR-900CD doeltreffender gebruiken, aangezien u het signaal van het MIDI-toestel kunt uitvoeren, zonder dat u het eerst op een spoor van de BR-900CD hoeft op te nemen. fig.05-501
Sub Mixer : UIT
Externe mixer
LINE OUT
MIDI OUT
OUTPUT
MIDI IN
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Sub Mixer" te selecteren en zet met de TIME/VALUE-draaiknop de instelling op "ON". fig.05-504d
fig.05-502
Sub Mixer : AAN
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. 5. Draai aan de LINE SENS-draaiknop om de gevoeligheid aan te passen aan de input van het externe MIDI-toestel.
LINE IN
190
LINE OUT
MIDI OUT
OUTPUT
MIDI IN
Zelfs als de submixer aan staat, en u drukt op INPUT SELECT [LINE] zodat de indicator oplicht, dan krijgt het signaal van LINE IN dat door de recorder/mixer block passeert, toch voorrang en zal de submixer niet werken.
Condensatormicrofoons gebruiken (fantoomvoeding) De meeste condensatormicrofoons hebben een stroombron nodig om te kunnen werken. Die noemen we fantoomvoeding. De BR-900CD kan fantoomvoeding in +48 V leveren aan condensatormicrofoons die zijn aangesloten op één van de van XLR-aansluitingen voor MIC 1 en MIC 2.
1. Draai voordat u begint de INPUT SENS GUITAR/ BASS/MIC2- en MIC-draaiknoppen volledig tegen de klok in, om de input-volumes te verlagen, en schuif vervolgens de MASTER-fader en de INPUT LEVELknop volledig naar beneden. Als u deze volumes niet allemaal verlaagt, kan er een luide klik te horen zijn als de fantoomvoeding wordt aan- of uitgezet.
Fantoomvoeding Condensatormicrofoons bevatten over het algemeen een paar dunne elektroden met tegengestelde polen. Als er een voltage op deze elektroden wordt toegepast, wordt elke trilling van binnenkomend geluid als een elektrische golf verzonden. Aangezien deze golven echter erg zwak zijn, dienen ze versterkt te worden door het gebruik van een versterkingscircuit in de microfoon zelf. Fantoomvoeding wordt gebruikt om dit versterkingscircuit van stroom te voorzien.
2. Druk op [UTILITY]. Het Utility-scherm verschijnt. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER]. 4. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "Phantom SW" te selecteren en zet met de TIME/VALUE-draaiknop de instelling op "ON". fig.05-504d
Bepaalde types condensatormicrofoons gebruiken interne batterijen als stroombron. In dat geval is fantoomvoeding niet nodig.
Opmerkingen bij het gebruik van fantoomvoeding • Fantoomvoeding moet altijd uit staan als andere geluidsbronnen dan condensatormicrofoons op de BR-9000CD worden aangesloten. Dynamische microfoons, audiospelers en dergelijke kunnen zelfs beschadigd raken bij dit soort voeding. Raadpleeg altijd de handleiding van de microfoon die u gaat gebruiken, om zeker te zijn van de specificaties in verband met fantoomvoeding. • Voor bepaalde types condensatormicrofoons (namelijk microfoons met interne batterijen, elektrische condensatormicrofoons, enz.) is fantoomvoeding niet nodig. Zorg dat de fantoomvoeding op "OFF" staat als u dit soort microfoons aansluit.
Er wordt fantoomvoeding geleverd. Let op: als de fantoomvoeding aan staat, zal het aan alle XLR-aansluitingen voor MIC 1 en 2 worden geleverd.
OFF:
Er wordt geen fantoomvoeding geleverd.
5. Zet de INPUT SENS-knoppen, de MASTER-fader en de INPUT LEVEL-draaiknop langzaam hoger en kijk of er een audiosignaal wordt ontvangen van de condensatormicrofoon(s). 6. Om de fantoomvoeding uit te zetten, herhaalt u stappen 1 t/m 3, en zet u "Phantom SW" op "OFF" in stap 4.
• U kunt de fantoomvoeding niet apart aan- of uitzetten voor MIC 1 en 2. • Er wordt geen fantoomvoeding geleverd aan de 1/4" phone jack voor MIC 1 of aan de GUITAR/BASS-ingang. • De instelling voor fantoomvoeding gaat op "OFF" staan als de BR-900CD wordt aangezet. Vergeet daarom niet om deze stroombron aan te zetten als deze nodig is. • Er is geen fantoomvoeding vanaf de BR-900CD nodig als u een externe microfoonvoorversterker of een specifieke externe fantoomvoeding gebruikt. Controleer dat de fantoomvoeding in dit soort gevallen op "OFF" staat.
191
Hoofdstuk 8
• De MASTER-fader, INPUT SENS GUITAR/BASS/ MIC2- en MIC-knoppen, en de INPUT LEVELdraaiknop van de BR-900CD moeten allemaal helemaal dicht staan wanneer u de fantoomvoeding aan- of uitzet. Als u deze voorzorgsmaatregel niet in acht neemt, kunnen versterkers, luidsprekers en dergelijke beschadigd raken door harde geluiden bij het aan- of uitzetten.
ON:
Moeilijke passages leren spelen (Phrase Trainer) Uw BR-900CD heeft een ingebouwde "Phrase Trainer". De phrase trainer neemt op van apparaten die op de inputaansluitingen zijn aangesloten (bijv. cd-spelers of MDspelers). U kunt deze functie vervolgens gebruiken om een passage uit die opname herhaaldelijk weer te geven, zodat u dat gedeelte telkens opnieuw kunt oefenen. U kunt de weergave ook vertragen, zodat u gemakkelijker snelle passages kunt leren, of u kunt een gitaarsolo verwijderen zodat u bij het oefenen kunt meespelen met alleen de achtergrondinstrumenten.
U kunt de phrase trainer ook gebruiken met sporen 5 en 6.
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "TimeStrtch" te selecteren en zet de functie op "ON" met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.05-310d
ON:
Vertraagt de weergavesnelheid tot de helft zonder de toonhoogte te wijzigen.
OFF:
De toonhoogte en de weergavesnelheid blijven ongewijzigd.
* U kunt niet opnemen terwijl u de phrase trainer (time stretch of center cancel) gebruikt. * Tijdens het gebruik van de phrase trainer zijn de volgende toetsen uitgeschakeld: [PAN/EQ], [LOOP EFFECTS], [RHYTHM PAD] * Tijdens het gebruik van de phrase trainer is het Rhythm-spoor niet hoorbaar. 1. Neem de song op die u op sporen 5 en 6 wilt kopiëren. Hoe u opneemt met de BR-900CD, leest u in “(7) Basisrichtlijnen voor opname” (p. 39). 2. Herhaal het songfragment dat u wil leren spelen. Dit helpt u om een moeilijke frase of een gitaarsolo te leren spelen, omdat u eender welke passage van de song kunt laten herhalen. Hoe u een fragment van de song herhaalt, leest u in “De herhalende weergave (Repeat)” (p. 51). 3. Druk op [PHRASE TRAINER], zodat de indicator oplicht als u time stretch en center cancel gebruikt.
Het centrale geluid uitschakelen (Center Cancel) Met de center cancel-functie kunt u het centrale geluid van de weergave (bijv. een zangpartij of gitaarsolo) uitschakelen. Dit is handig als u om te oefenen met de achtergrondinstrumenten wilt samenspelen. * Afhankelijk van hoe de song is opgenomen, is het wellicht niet mogelijk om het centrale geluid volledig uit te schakelen. * Geluiden worden in mono weergegeven. 1. Druk op [PHRASE TRAINER]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "CentrCncel" te selecteren en zet deze functie op "ON" met de TIME/VALUE-draaiknop. fig.05-302d
Telkens wanneer u op [PHRASE TRAINER] drukt, gaat de phrase trainer aan (de [PHRASE TRAINER]-indicator licht op) en uit (de indicator is uit). * Als u zowel de time stretch- als de center cancel-functie uitschakelt, licht de indicator niet op.
De weergave vertragen (Time Stretch) Met de time stretch-functie kunt u de snelheid van een weergave vertragen tot de helft van de normale snelheid zonder dat de toonhoogte verandert. 1. Druk op [PHRASE TRAINER].
192
ON:
Verwijdert het centrale geluid (bijv. zang of gitaarsolo’s).
OFF: Normale weergave. Voer de onderstaande procedure uit indien het centrale geluid niet naar wens is verwijderd of als u het basgeluid wilt benadrukken. * Als CentrCncl op "OFF" staat, hebben de daarop volgende opdrachten geen effect.
Moeilijke passages leren spelen (Phrase Trainer)
3. Als u het basgeluid wilt benadrukken, drukt u op CURSOR [ ] [ ] om "Low boost" te selecteren. Vervolgens past u de waarde aan met de TIME/VALUEdraaiknop zodat het basgeluid beter hoorbaar is. fig.05-303d
4. Druk op CURSOR [ ] om "C.Adjust" te selecteren. Vervolgens verlaagt u met de TIME/VALUE-draaiknop het volume van het te verwijderen geluid. * Afhankelijk van hoe de song is opgenomen, zou het kunnen dat de geluiden niet volledig te verwijderen zijn. fig.05-304d
5. Druk op [EXIT] om naar het Play-scherm terug te keren.
U kunt de time stretch- en de center cancel-functies allebei inschakelen, zodat u ze gelijktijdig kunt gebruiken.
Hoofdstuk 8 193
Instellingen van de BR-900CD initialiseren Alle instellingen van de BR-900CD initialiseren De volgende instellingen worden tegelijkertijd geïnitialiseerd.
Systeeminstellingen initialiseren Volg de onderstaande procedure om de systeemparameters te initialiseren.
• Systeeminstellingen • Effecten (user patches/song patches) • Rhythm (arrangementen/patronen/drumkits)
U vindt een lijst met de begininstelling van elke parameter in de “Lijst van parameters” (p. 208). 1. Druk op [UTILITY].
1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI" te zetten en druk op [ENTER].
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI" te zetten en druk op [ENTER]. fig.05-603d
fig.05-601d
3. Druk op PARAMETER CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "ALL" te zetten en druk op [ENTER]. De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER]. De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt. fig.05-604d
fig.05-602d
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten. 4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten. Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de opdracht te annuleren. Als u [ENTER] hebt ingedrukt, begint de initialisatie. Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het Play-scherm.
U kunt dezelfde initialisatie uitvoeren met "INIT ALL", door INPUT SELECT [GUITAR/BASS/MIC2], [MIC] en [LINE] ingedrukt te houden terwijl u de stroomschakelaar op "ON" zet, en vervolgens op [ENTER] te drukken.
194
Druk op [EXIT] (NO) (of op [UTILITY]) om de opdracht te annuleren. Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie. Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het Play-scherm.
Instellingen van de BR-900CD initialiseren
Effectinstellingen initialiseren Volg de onderstaande procedure om de user effect patches of de song effect patches te initialiseren. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI" te zetten en druk op [ENTER]. fig.05-605d
De arrangementen/patronen/ drumkits van Rhythm initialiseren Hiermee initialiseert u de arrangementen, patronen en drumkits van Rhythm. • In songarrangement is stap 1 ingesteld op de metronoom. • In songpatronen en songdrumkits is deze stap leeg. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI" te zetten en druk op [ENTER]. fig.05-607d
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "U EFX" (user patch) of "S EFX" (song patch) te zetten en druk op [ENTER]. De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt. (Voorbeeld) als u "U EFX" selecteert.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "RHY" te zetten en druk op [ENTER].
fig.05-606d
De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt. fig.05-608d
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten. Druk op [EXIT] (NO) (of [UTILITY]) om de opdracht te annuleren. Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie.
Druk op [EXIT] (NO) (of op [UTILITY]) om de opdracht te annuleren. Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie. Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het Play-scherm.
195
Hoofdstuk 8
Nadat de initialisatie is voltooid, keert u terug naar het Play-scherm.
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten.
Instellingen van de BR-900CD initialiseren
De geheugenkaart initialiseren
4. Druk op [ENTER] (YES) om de initialisatie voort te zetten. Druk op [EXIT] (NO) (of op [UTILITY]) om de opdracht te annuleren.
Let op: een initialisatie wist alle bestaande data op de kaart. * Als u de geheugenkaart die met de BR-900CD is meegeleverd, initialiseert, gaan de demosongs op de kaart verloren.
Als u op [ENTER] hebt gedrukt, begint de initialisatie. Als het initialiseren is voltooid, verschijnt de boodschap "Completed!". Vervolgens verschijnt "Keep power on! Song creating..." en wordt automatisch een nieuwe song aangemaakt.
Zet de BR-900CD altijd uit voor u een geheugenkaart plaatst of verwijdert. Als u een geheugenkaart verwijdert terwijl het toestel aan staat, kunt u de data op de geheugenkaart vernietigen of de geheugenkaart onbruikbaar maken. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "INI" te zetten en druk op [ENTER].
In dit geval werd het datatype HiFi (MT2) geselecteerd. Als het aanmaken van de song voltooid is, verschijnt het Play-scherm opnieuw. * Afhankelijk van de capaciteit van de geheugenkaart kan het meer dan tien minuten duren om het initialiseren te voltooien. Dit is geen defect. De voortgang van het initialiseren wordt op de display weergegeven. Zet de BR-900CD niet uit voordat het initialiseren voltooid is.
fig.05-609d
Verwijder de geheugenkaart niet en zet de BR-900CD niet uit zolang de display "Keep power on!" weergeeft. Als u dat wel doet, kunt u de gegevens op de geheugenkaart beschadigen en/of de geheugenkaart zelfs onbruikbaar maken.
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor naar "CARD" te verplaatsen en druk op [ENTER]. De bevestigingsboodschap "Are you sure?" verschijnt. fig.05-610d
196
Batterijcapaciteit sparen (Power Save) Uw BR-900CD is uitgerust met een power save-functie die stroomverspilling tijdens het gebruik beperkt. Als de power save-functie is geactiveerd en u geruime tijd geen knoppen of de TIME/VALUE-draaiknop hebt gebruikt, gaat de BR-900CD in standby en worden de achtergrondverlichting van de display en de indicators van de knoppen
3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om "PowerSave" te selecteren en regel met de TIME/VALUE-draaiknop na hoeveel tijd de stroombesparende functie wordt ingeschakeld. Geldige instellingen: OFF, 1min, 3min, 5min, 10min fig.05-704d
uitgeschakeld. In standby ziet de display er als volgt uit. fig.05-701d
4. Druk op [UTILITY] (of meermaals op [EXIT]) om naar het Play-scherm terug te keren. * De stroombesparende functie is bijzonder handig als de BR-900CD werkt op de batterijvoeding. Volg onderstaande procedure om de stroombesparende functie te activeren.
* Tijdens het updaten verschijnt "Keep power on!" in de bovenste regel van de display, terwijl de onderste regel laat zien wat er wordt verwerkt.
1. Druk op [UTILITY].
De power save-functie uitschakelen
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER].
Druk op een willekeurige knop op het paneel om de stroombesparing uit te schakelen.
fig.05-703d
* Nadat power save is uitgeschakeld, verschijnt het Play-scherm.
Hoofdstuk 8 197
Lijst van de Utility-parameters AB Quantize (AB Qtz)
De Utilities omvatten: • "Systeemparameters" om functies die op de hele BR-900CD van invloed zijn, in te stellen.
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
• "Sync-parameters" om functies voor gesynchroniseerde uitvoeringen in te stellen.
"Quantize" is een functie waarmee u de begin- en eindpositie in maateenheden kunt instellen, wanneer u repeat playback (het herhaalde fragment) instelt.
• "Scrub-parameters" om scrub-functies in te stellen.
Hiermee zet u de quantize-functie aan en uit.
Remain Information (Remain Inf)
De systeemparameters
Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF)
In deze paragraaf vindt u informatie over de systeemparameters.
Hierdoor wordt resterende opnametijd op de display weergegeven tijdens opnamestandby of tijdens het opnemen.
1. Druk op [UTILITY].
Power Save Mode (PowerSave)
2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYS" te zetten en druk op [ENTER]. 3. Druk op CURSOR [
][
] om de systeemparameter
te selecteren en definieer deze vervolgens met de TIME/VALUE-draaiknop.
LCD Contrast Geldige instellingen: 1–21 (beginwaarde: 13)
Geldige instellingen: OFF, 1, 3, 5, 10 (min) (beginwaarde: OFF) Met deze instelling Zet u de power save-functie aan en uit. Met "Power Save" vermindert u het stroomverbruik via stroombesparende maatregelen zoals het uitschakelen van de achtergrondverlichting van de display wanneer gedurende een specifieke tijdsduur (van één, drie, vijf of tien minuten) geen opdrachten worden uitgevoerd. Dit is handig om nodeloos batterijgebruik te voorkomen.
Hiermee stelt u het contrast van de display in.
Foot Switch Assign (Foot SW) Geldige instellingen: PLAY, PUNCH, FX (beginwaarde: PLAY) Hiermee stelt u de functie in van de voetschakelaar (een optionele FS-5U of DP-2) die op de FOOT SW/EXP PEDALingang is aangesloten. PLAY:
Regelt de PLAY- en STOP-functie van de recorder.
PUNCH:
Regelt punch-in/out.
FX:
Zet de insert-effecten aan en uit.
Audio Sub Mix-schakelaar (Sub Mixer) Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF) Met deze instelling zet u de Audio Sub Mix-functie (uitgaande mix van de externe inputs vanaf LINE IN) aan en uit.
De sync-parameters In deze paragraaf vindt u informatie over de sync-parameters. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SYNC" te zetten en druk op [ENTER]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de sync-parameter te selecteren en stel deze vervolgens in met de TIME/VALUE-draaiknop.
Sync Generator (Sync Gen) Geldige instellingen: OFF, MTC, MCK (beginwaarde: OFF) Hiermee stelt u de synchronisatiesignalen in die via de MIDI OUT-connector worden uitgevoerd.
Schakelaar voor de interne microfoon (Mic)
OFF:
Geldige instellingen: EXTERNAL, ONBRD+EXT (beginwaarde: EXTERNAL)
Er wordt geen synchronisatiesignaal via MIDI OUT uitgevoerd.
MTC:
Er worden MTC-synchronisatiesignalen via MIDI OUT uitgevoerd.
MKC:
Er worden MIDI CLOCK-synchronisatiesignalen via MIDI OUT uitgevoerd.
Gebruik deze instelling om enkel het geluid van de externe microfoon aangesloten op MIC 1 in te voeren, of om over te schakelen op de interne microfoon en een mix van geluiden van de interne en externe microfoons in te voeren.
Fantoomvoedingschakelaar (Phantom SW) Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF) Hiermee zet u de fantoomvoeding aan en uit.
198
MMC Master Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF) Met deze instelling bepaalt u of de Master MMC-code via MIDI OUT wordt uitgevoerd of niet.
Lijst van de Utility-parameters
MTC Type Geldige instellingen: 30, 29N, 29D, 25, 24 (beginwaarde: 30) Hiermee stelt u het type MTC-output via de MIDI OUTaansluiting in. 30 frames per seconde, non-drop-formaat. Dit wordt gebruikt door audiotoestellen zoals analoge bandrecorders en voor zwart-wit videomateriaal in het NTSC-formaat (gebruikt in Japan en de V.S.).
30:
29,97 frames per seconde drop-formaat. Dit wordt gebruikt voor kleurenvideomateriaal in het NTSC-formaat (gebruikt in Japan en de V.S.).
29N:
29,97 frames per seconde drop-formaat. Dit wordt gebruikt voor video-uitzendingen in kleur, in het NTSC-formaat (gebruikt in Japan en de V.S.).
29D:
25 frames per seconde. Dit wordt gebruikt voor video, audio-apparatuur en film in het SECAM- of PAL-formaat (gebruikt in Europa en elders).
25:
24 frames per seconde. Dit wordt in de V.S. gebruikt voor video, audio-apparatuur en film.
24:
Rhythm MIDI Channel (RhyMIDI ch) Geldige instellingen: 1–16, OFF (beginwaarde: 10) Hiermee stelt u het MIDI-kanaal in voor de output van de Rhythm-performancedata vanaf de MIDI OUT-connector. Als dit op OFF is ingesteld, worden er geen data uitgevoerd.
Offset
De scrub-parameters In deze paragraaf vindt u informatie over de scrub-parameters. 1. Druk op [UTILITY]. 2. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de cursor op "SCR" te zetten en druk op [ENTER]. 3. Druk op CURSOR [ ] [ ] om de scrub-parameter te selecteren en stel deze vervolgens in met de TIME/ VALUE-draaiknop.
Scrub-functie From/To Geldige instellingen: FROM, TO (beginwaarde: FROM) Hiermee stelt u de scrub-functie in. "Scrub" is een functie waarmee materiaal van een extreem korte duur (zo'n 45 msec) herhaaldelijk wordt afgespeeld. U kunt scrub-weergave krijgen door [STOP] ingedrukt te houden en op [PLAY] te drukken. FROM:
Geeft ongeveer 45 milliseconden scrubweergave vanaf de huidige positie.
TO:
Geeft ongeveer 45 milliseconden scrubweergave tot de huidige positie.
Preview-schakelaar (Preview SW) Geldige instellingen: ON, OFF (beginwaarde: OFF) Met deze instelling zet u de preview-functie aan en uit. Als de preview-schakelaar op ON staat, geeft het indrukken van [REW] tijdens scrub-weergave één seconde weergavetijd vanaf de huidige positie. Drukt u [FF] is dat krijgt u één seconde weergavetijd tot de huidige positie.
Geldige instellingen: 00:00:00-00.0–23:59:59-29.9 (beginwaarde: 00:00:00-00.0) Stelt de tijd in die nodig is om de songweergave en MTCtiming op elkaar af te stemmen bij het synchroniseren van een extern apparaat met MTC vanaf de BR-900CD.
Song Timing
MTC voor extern toestel
Hoofdstuk 8
De offset is in feite het verschil tussen de "tijdspositie waarop de MTC-timing wordt afgestemd" en de "tijdspositie waarop de song-timing wordt afgestemd". Als u bijvoorbeeld het externe toestel wilt laten spelen met de hieronder vermelde MTC-timing op het moment dat de song-timing "01h00m00s00" is, stel dan de offset als volgt in. Offsetinstelling
01h00m00s00
01h30m00s00
00h30m00s00
01h00m00s00
00h30m00s00
23h30m00s00
De offset wordt in elke song afzonderlijk opgeslagen.
199
MEMO
200
Hoofdstuk 9
Bijlagen
201
Lijst van effect patches ■ GTR (GUITAR/BASS) Nr.
Patchnaam
Algoritme
Nr.
Patchnaam
Algoritme
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
JC Clean HiGainLd Over Drv Phased Crunch MS Strgt St WACK Ambient Voxy! St Metal TREM'TWN StdAmp F StdAmp M St Flang TEXAS HiGainMS StThrash SWEET LD BIG COMP PowChord Uni-Wah Gt Pad D-CompLd DrivenLd RockLead RAGE! ClearSky 60s UK TubeStck StSustin Country ClapLead TURND211 80'sHard 90'sMetl Bubbling BIG FUNK Dirty MatchDrv St AltLd PhatPhas SocrFild UK Gtr DOWN 2 D CmpBilly JC Metal LATE70's EARY70's American Heavy
COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP
51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99
Hard Drv HyperMtl Metal Ld ResoLead ARPEGGIO SmallAmp CleanLd BluesyLd Delayed Wah Lead FatClean ClnTubes Std MkII Crunchy Aussie DarfBlus HeadinWM BG Lead FixedWah BIG 3RDS ACOUSTY BrightAc ACO w/PZ AC4Slide Dream Ac TigtBass LoosBass B.SIM+Ch UprtPhsd G>FRTLES Natural AcstSolo MIC'D AC NICE ACS WIDE ACS SLAPnPOP PhasBass FLIPTOP SquezBas StdoBass BassTube PunkBass SUSTAIN Big8-Stg FRETLESS STADIUM OCTAVE NO FRET DRV BASS
COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM COMP GTR COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP COSM GTR AMP ACOUSTIC SIM ACOUSTIC SIM ACOUSTIC SIM ACOUSTIC SIM ACOUSTIC SIM BASS SIM BASS SIM BASS SIM BASS SIM BASS SIM ACOUSTIC GTR ACOUSTIC GTR ACOUSTIC GTR ACOUSTIC GTR ACOUSTIC GTR BASS MULTI BASS MULTI COSM BASS AMP COSM COMP BSS COSM COMP BSS COSM BASS AMP COSM BASS AMP COSM COMP BSS BASS MULTI BASS MULTI COSM COMP BSS BASS MULTI BASS MULTI COSM BASS AMP
202
Lijst van effect patches
■ MIC
■ LIN (LINE)
Patchnaam
Algoritme
Nr.
Patchnaam
Algoritme
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40
Vo Comp1 Vo Comp2 Kick Cmp SnareCmp BrassCmp VocalFx1 VocalFx2 VocalFx3 VocalFx4 NARRATOR VOX DOUB VOX DETN KARAOKE UNISON STUTTER D.VADER ALIEN BullHorn SEAGULLS SO DEEP! BrightCh FatBrass Dark EQ Vocal EQ BrightEQ Enh+BCut ST.PAN SLOW FLG FAST FLG SLOW CHO SLAPBACK BigEQ+DL BalladFx PTCH-1/2 PTCH+1/2 CM+DS+EH CM+EH+EQ CM+DS+EQ CM+EQ+DB CM+EQ+DT
COSM COMP VCL COSM COMP VCL COSM COMP VCL COSM COMP VCL COSM COMP VCL VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOICE TRANS VOICE TRANS VOICE TRANS VOICE TRANS VOCAL MULTI VOICE TRANS VOICE TRANS VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI VOCAL MULTI
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
CM+FatEQ CM+ThnEQ Tight EQ CM+BigEQ SMALL EQ T'WAH UP T'WAH DW R.MOD:LO R.MOD:HI TotalMod DEEP FLG LO&SLOW LO&FAST HI&SLOW HI&FAST StChorus SlowChrs FastChrs PRE-DLY VntgPhas MdrnPhas DeepPhas PhatPhas PS:DETUN PS:-1OCT PS:+1OCT ST DOUBL MONO>>ST SLOW PAN FAST PAN CHRS+DLY CHRS+TAP PH+SLPBK FLNG+TAP LoCmbFlt HiCmbFlt 120 RMOD PAN+DLY ST TREM 120 SLIC 20sRadio 40sRadio 60sRadio PHONGRPH Vntg45's CLASC LP VntgSmpl 1985Smpl R-ModSmp 2-BIT DS
STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI STEREO MULTI LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX LO-FI BOX
Hoofdstuk 9
Nr.
203
Lijst van effect patches
■ SML (SIMUL) Nr.
Patchnaam
Algoritme
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
EQ + JC DELAY+JC CMP+TWIN EQ+twin CMP+SMAL EQ+CRNCH EQ+MATCH DL+match EQ+VO COMP+vo CMP+BLUS CMP+BG DELAY+bg DL+MS(1) DL+ms(1) DL+MS1+2 CM&EQ+ms DLY+SLDN CMP+METL EQ+METAL DI+H-STD EQ+S-STD CM+H-JUM CM+S-JUM DL+H-ENH CM+S-ENH EQ+H-PZO DL+S-PZO CMP+PZO1 DL+PZO2 DIR+SIM1 CMP+SIM2 EQ+SIM3 DL+SIM4 CMP+SIM5 COMP+AC COMP+CLS COMP+DIS COMP+FAR COMP+DYN COMP+MIC COMP+DIR NS+VNTG CMP+CMP1 DI+COMP2 CMP+CMP3 NS+COMP4 CMP+CMP5 COMP+SML COMP+LRG
VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+GT AMP VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+AC.SIM VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC VO+ACOUSTIC
204
Lijst van Mastering Tool Kit patches ■ MTK (MASTERING TOOL KIT) Nr.
Patchnaam
01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Mix Down PreMastr Live Mix Pop Mix DanceMix JinglMix HardComp SoftComp CleanCmp DanceCmp OrchComp VocalCmp Acoustic RockBand Orchestr LowBoost Brighten DJsVoice PhoneVox
Lijst van Pitch Correction patches ■ PCR (PITCH CORRECTION) Nr.
Patchnaam
P01
Alto
P02
Soprano
P03
Tenor
P04
Baritone
P05
Machine
Hoofdstuk 9 205
Lijst van arrangementen/patronen Lijst van preset arrangementen Elk preset arrangement (behalve Metro4/4) is zo ingesteld dat na E (einde) een BREAK van drie maten, gevolgd door V1 (couplet) komt.
Nr. P01 P02 P03 P04 P05 P06 P07 P08 P09 P10 P11 P12 P13 P14 P15 P16 P17 P18 P19 P20 P21 P22 P23 P24 P25 P26 P27 P28 P29 P30 P31 P32 P33 P34 P35 P36 P37 P38 P39 P40 P41 P42 P43 P44 P45 P46 P47 P48 P49 P50
206
Naam Arrangement
Begintempo
Maatslag
ROCK1 ROCK2 ROCK3 ROCK4 ROCK5 ROCK6 HdRck1 HdRck2 HdRck3 HdRck4 HdRck5 HEAVY1 HEAVY2 HEAVY3 HEAVY4 HEAVY5 POP1 POP2 POP3 POP4 POP5 POP6 POP7 POP8 BALLAD1 BALLAD2 BLUES1 BLUES2 BLUES3 BLUES4 R&B1 R&B2 R&B3 R&B4 R&B5 JAZZ1 JAZZ2 JAZZ3 FUSION1 FUSION2 HipHop1 HipHop2 FUNK HOUSE Cntry1 Cntry2 Other1 Other2 Other3 Metro4/4
130 130 118 118 104 86 130 98 126 120 118 210 120 120 162 109 118 118 118 118 140 96 66 151 70 89 124 192 124 148 110 154 108 96 94 140 140 140 120 118 93 102 110 114 118 118 96 118 125 120
4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4
IN 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
V1 2 3 3 5 5 2 5 3 5 4 2 5 3 3 3 5 3 3 3 3 3 3 4 5 5 2 2 5 3 5 5 3 5 5 5 3 5 5 5 2 2 3 2 3 3 2 2 5 2 -
F1 4 5 6 8 8 9 8 10 8 7 5 11 9 9 9 8 6 6 6 6 6 6 7 8 8 5 5 12 10 8 8 6 8 12 8 5 7 12 12 5 9 10 4 6 6 5 9 7 5 -
Startmaten V2 F2 6 8 7 9 7 10 9 12 9 12 10 17 9 12 11 18 9 12 8 11 6 9 13 19 11 17 11 17 11 17 9 12 7 10 7 10 7 10 7 10 7 10 7 10 8 11 9 16 9 12 6 9 6 9 13 20 11 18 9 12 9 12 7 10 9 12 13 20 9 12 7 9 9 11 13 20 13 20 6 9 10 17 11 18 6 8 7 10 7 10 6 9 10 17 9 11 6 9 -
V2 10 11 11 13 13 18 13 19 13 12 10 21 19 19 19 13 11 11 11 11 11 11 12 17 13 10 10 21 19 13 13 11 13 21 13 11 13 21 21 10 18 19 10 11 11 10 18 13 10 -
END 12 13 15 15 15 22 15 23 15 15 12 25 21 21 21 15 13 13 13 13 13 13 14 21 15 12 13 25 23 15 15 13 15 25 15 13 15 25 25 12 22 23 12 13 13 12 22 15 12 -
BREAK
V1
Drumkit
16 17 17 19 17 24 18 25 20 18 13 29 23 24 24 16 17 15 15 17 15 15 16 24 18 14 16 29 26 17 18 18 18 26 19 15 17 30 29 15 23 25 13 15 14 14 24 19 14 -
19 20 20 22 20 27 21 28 23 21 16 32 26 27 27 19 20 18 18 20 18 18 19 27 21 17 19 32 29 20 21 21 21 29 22 18 20 33 32 18 26 28 16 18 17 17 27 22 17 -
ROOM ROOM ROOM ROOM ROOM STD 2 ROOM HARD ROOM ROOM ROOM HARD HARD HARD ROOM ROOM ROOM STD1 ROOM ROOM ROOM STD 1 STD 2 STD 1 ROOM STD 2 STD 2 STD 1 STD 2 STD 1 STD 1 STD 1 STD 2 STD 1 STD 1 JAZZ JAZZ JAZZ STD2 ROOM HIP-HOP 808 HIP-HOP HOUSE JAZZ JAZZ REGGAE STD 2 ROOM STD 1
Lijst van arrangementen/patronen
Lijst van preset patronen Patroonnaam (afkorting op de display)
Maatslag 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 4/4 -
IN 1 2 2 4 4 1 4 2 4 3 1 4 2 2 2 4 2 2 2 2 2 2 3 4 4 1 1 4 2 4 4 2 4 4 4 2 4 4 4 1 1 2 1 2 2 1 1 4 1 -
V1 2 2 2 2 2 4 2 4 2 2 1 4 2 2 2 2 2 2 2 1 1 2 2 2 2 2 4 4 2 2 2 2 2 4 2 2 2 4 4 2 4 4 2 2 1 2 4 2 2 -
Maten F1 V2 2 2 2 2 1 2 1 2 1 2 1 4 1 2 1 4 1 2 1 2 1 1 2 4 2 2 2 2 2 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 1 1 1 1 2 1 2 1 4 1 2 1 2 1 4 1 4 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 4 1 2 2 2 2 2 1 4 1 4 1 2 1 4 1 4 2 2 1 2 1 1 1 2 1 2 2 2 1 2 -
F2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 2 1 -
E 4 4 2 4 2 2 3 2 5 3 1 4 2 3 3 1 4 2 2 4 2 2 2 3 3 2 3 4 3 2 3 5 3 1 4 2 2 5 4 3 1 2 1 2 1 2 2 4 2 -
Hoofdstuk 9
ROCK1 ROCK2 ROCK3 ROCK4 ROCK5 ROCK6 Hard Rock 1(HdRc1) Hard Rock 1(HdRc2) Hard Rock 1(HdRc3) Hard Rock 1(HdRc4) Hard Rock 1(HdRc5) HEAVY1 (HEVY1) HEAVY2 (HEVY2) HEAVY3 (HEVY3) HEAVY4 (HEVY4) HEAVY5 (HEVY5) POP1 POP2 POP3 POP4 POP5 POP6 POP7 POP8 BALLAD1 (BALD1) BALLAD2 (BALD2) BLUES1 (BLUS1) BLUES2 (BLUS2) BLUES3 (BLUS3) BLUES4 (BLUS4) R&B1 R&B2 R&B3 R&B4 R&B5 JAZZ1 JAZZ2 JAZZ3 FUSION1 (FUSN1) FUSION2 (FUSN2) HipHop1 (H.Hp1) HipHop2 (H.Hp2) FUNK HOUSE Cntry1 (Cnty1) Cntry2 (Cnty2) OTHER1 (Othr1) OTHER2 (Othr1) OTHER3 (Othr1) Metro BREAK
Begintempo 130 130 118 118 104 86 130 98 126 120 118 210 120 120 162 109 118 118 118 118 140 96 66 151 70 89 124 192 124 148 110 154 108 96 94 140 140 140 120 118 93 102 110 114 118 118 96 118 125 -
207
Lijst van parameters (*1) Houd [STOP] ingedrukt en druk op [REC], als u de instellingen wilt opslaan als data van de huidige song. (*2) Opgeslagen in de BR-900CD. (*3) Niet opgeslagen.
Mixer-parameter (*1) Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Input Select
-
GUITAR/BASS
GUITAR/BASS, MIC, LINE, SIMUL (*3)
Recording Mode
REC MODE
INPUT
INPUT, BOUNCE, MASTERING (*3)
PAN
PAN
C00
L50–C00–R50
Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Effect Type
FX Type
CHORUS
CHORUS, DELAY, DBLN
Chorus Send Level
Send
In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0
0–100
Rate
Rate
10
0–100
Depth
Depth
10
0–100
Pre Delay
Pre Dly
10,0 ms
0,5–50,0 ms
Effect level
E.Level
100
0–100
Send
In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0
0–100
Chorus/delay/doubling
Chorus
Delay Delay Send Level Delay Time
Dly Tme
370 ms
10–1000 ms
Feedback
Feedback
30
0–100
Effect level
E.Level
30
0–100
Reverb Send
Rev Send
50
0–100
Send
In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0
0–100
Doubling Doubling Send Level Delay Time
Dly Tme
20,0 ms
0,5–50,0 ms
Effect level
E.Level
100
0–100
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Reverb Parameternaam Reverb Send level
Send
In,Tr1–Tr6, Tr78: 0, Rhy: 0
0–100
Reverb Type
Type
HALL
HALL, ROOM
Reverb Time
Rev Time
2,0 s
0,1–10,0 s
Tone
Tone
0
-12–0–+12
Effect Level
E.Level
50
0–100
Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Equalizer On/Off
EQ
Tr1–6, 7/8: OFF
OFF, ON
Equalizer Low Gain
Lo G
Tr1–6, 7/8: 0 dB
-12–0–+12 dB
Track EQ
Equalizer Low Frequency
Lo F
Tr1–6, 7/8: 100 Hz
40 Hz–1,5 kHz
Equalizer High Gain
Hi G
Tr1–6, 7/8: 0 dB
-12–0–+12 dB
Equalizer High Frequency
Hi F
Tr1–6, 7/8: 1,0 kHz
500 Hz–18 kHz
208
Lijst van parameters
Recorder-parameters (*1) Parameternaam
Display
Beginwaarde
Recording Track
-
-
Track 1–6, Track 1/2–7/8
V-Track
V-TRACK
1
1–8
Auto Punch On/Off
-
OFF
OFF, ON
Auto Punch In/Out
-
-
00:00:00-00.00–23:59:59-**.** (*) → any time
Locator
-
-
00:00:00-00.00–23:59:59-**.** (*) → any time
Repeat
-
-
00:00:00-00.00–23:59:59-**.** (*) → any time
*
Geldige instellingen
Het instelbare bereik voor auto punch -in/out, locator en repeat zullen, afhankelijk van het MTC-type (sync-parameter), iets veranderen.
Song-parameters (*1) Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Song Name
SONG NAME
SONG0000
8 karakters
Data Type
Type
HiFi (MT2)
HiFi (MT2), STD (LV1), LONG (LV2)
Song Protect
Protect SW
OFF
OFF, ON
Digital Copy Protect
Copy Prtct
OFF
OFF, ON
Time Stretch
Time Strtch
OFF
OFF, ON (*3)
Center Cancel
CentrCncel
OFF
OFF, ON (*3)
Center cancel Low Boost
Low Boost
0
0–12 (*3)
Center cancel Adjust
C.Adjust
C00
L10–C00–R10 (*3)
Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
LCD Contrast
LCD Contrast
13
1–21
Foot Switch Assign
Foot SW
PLAY
PLAY, PUNCH, FX
Audio Sub Mix Switch
Sub Mixer
OFF
OFF, ON
Internal Mic On/Off Switch
Mic
EXTERNAL
EXTERNAL, ONBRD+EXT
Phantom Power Switch
Phantom SW
OFF
OFF, ON (*3)
AB Quantize
AB Qtz
OFF
OFF, ON
Remain Information
Remain Inf
OFF
OFF, ON
Power Save Mode
PowerSave
OFF
OFF, 1, 3, 5, 10 (min)
Calibrate (Tuner)
Calib
440
435–445 (Hz)
Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Sync Generator
Sync Gen
OFF
OFF, MTC, MCK
MMC Master
MMC Master
OFF
OFF, ON
MTC Type
MTC Type
30
24, 25, 29D, 29N, 30
Phrase Trainer
System-parameters (*2)
Sync-parameters (*2)
RhyMIDI Ch
10
1–16, OFF
Offset
Offset
00:00:00-00.0
00:00:00-00.0–23:59:59-29.9 → any time
Hoofdstuk 9
Rhythm MIDI Channel
209
Lijst van parameters
Cd-parameter Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Pre Gap
Pre Gap
3,0 sec
0,0–3,4 sec (*3)
Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Scrub From/To Mode
From/To
FROM
FROM, TO
Preview Switch
Preview SW
OFF
OFF, ON
Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Arrangement / Pattern / Off
-
OFF
OFF, ARRANGE, PATTERN
Arrangement
Arrangement Name
P01
P01–50, S01–05
Pattern
Pattern Name
P001
P001–327, S001–100
Rhythm Pad (*3)
-
OFF
UPPER, LOWER, OFF
Scrub-parameters (*3)
Rhythm-parameters (*1)
Arrangementparameters
(*1)
Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Step
huidige instelling
1
1–50
Tempo
huidige instelling
-
25,0–250,0
Starting Measure
huidige instelling
001
001–999
Pattern
huidige instelling
-
P001–327, S001–100
Drum Kit
Drum Kit
-
STD1, STD2, ROOM, HARD, JAZZ, HIP-HOP, HOUSE, REGGAE, 808, SongKit1–5
Patroonparameters Parameternaam
Display
Beginwaarde
Geldige instellingen
Measure (*1)
huidige instelling
1
1–999
Time Signature (*1)
huidige instelling
4/4
1/1–8/1, 1/2–8/2,1/4–8/4, 1/8–8/8
Tempo (*3)
huidige instelling
-
25,0–250,0
Quantize (*3)
huidige instelling
, 3, , 3, , 3, , 3, HI
Click (*3)
Click
3
0–3
210
Problemen oplossen Controleer de volgende punten als de BR-900CD niet werkt zoals u verwacht, voordat u ervan uitgaat dat een storing is opgetreden. Als daarmee het probleem niet opgelost is, neemt u contact op met een Roland Service Center of uw leverancier.
Problemen met het geluid Geen geluid ❍
Staan de BR-900CD en alle aangesloten apparaten aan?
❍
Zijn de audiokabels goed aangesloten?
❍
Zijn de audiokabels beschadigd?
❍
Staat het volume van de aangesloten versterker of mixer dicht?
❍
Staat de MASTER-fader of het hoofdtelefoonvolume van de BR-900CD dicht?
❍
Is er een geheugenkaart geplaatst?
❍
Is de verkeerde geheugenkaart geplaatst? U kunt in de winkel verkrijgbare CompactFlash-kaarten gebruiken als geheugenkaart voor de BR-900CD. U kunt het 3,3 V-type met een opslagcapaciteit van 32 MB tot 1 GB gebruiken.
❍
U kunt niet opnemen ❍
Is een song beschermd?
❍
Hebt u een geheugenkaart geplaatst?
❍
Is er onvoldoende geheugen vrij op de kaart?
❍
Is de opnamefunctie (REC MODE) correct geselecteerd?
❍
Staat de phrase trainer- of scrub playback-functie aan?
Het opgenomen geluid bevat ruis of is vervormd ❍
Is de input-gevoeligheid juist ingesteld? Als de input-gevoeligheid te hoog staat, wordt het opgenomen geluid vervormd. Als ze te laag staat, wordt het input-signaal overstemd door ruis. Stel de SENSknop zo in dat de level meter zo veel mogelijk beweegt zonder dat de PEAK-indicator oplicht.
* Stel dit zo in dat de "0" niet in de level meter wordt weergegeven. ❍
Zijn de output-niveaus van de sporen juist ingesteld? Als u ruis of vervorming hoort na het bouncen van sporen, dan was het output-niveau van de sporen te hoog.
❍
Is er een microfoon met een hoge uitgaande impedantie direct op de BR-900CD aangesloten? De BR-900CD is met een brede marge aan hoofdruimte ontworpen. Aangezien MIC 1 en MIC 2 ingangen met lage impedantie zijn, kan het opnamevolume te laag zijn, naargelang de respons van de microfoon. Sluit de microfoon in dergelijke gevallen via een microfoonvoorversterker aan op de LINE IN-aansluiting van de BR-900CD voor u opneemt.
Probeert u een korte frase van minder dan 1,0 seconde af te spelen? Frasen van 1,0 seconde of minder kunnen niet worden afgespeeld.
Het volume van het instrument aangesloten op GUITAR/BASS of LINE In is te laag
U kunt niet digitaal opnemen op een extern toestel
❍
❍
Komt de samplefrequentie van de BR-900CD overeen met die van het digitale audiotoestel? Stel het digitale audiotoestel in op een samplefrequentie van 44,1 kHz.
❍
Stemt de "digital signal format" overeen? Uw digitale audiotoestel werkt misschien met een ongebruikelijke "digital signal format". Sluit de BR-900CD aan op een digitaal audiotoestel dat CP-1201 of S/P DIF ondersteunt.
Bevat de gebruikte verbindingskabel een weerstand? Gebruik verbindingskabels zonder weerstand.
Een bepaald spoor is niet te horen ❍
Staat het spoorvolume dicht?
❍
Is de V-Track-instelling van toepassing op een andere V-Track?
❍
Is het spoor uitgeschakeld?
De input-bron is niet te horen Hebt u de SENS-knop bijgesteld?
❍
Is INPUT SELECT uitgeschakeld (de INPUT SELECTindicator brandt niet)?
❍
Staat de INPUT LEVEL-knop op "MIN"?
❍
Wanneer u de interne microfoon gebruikt, staat "Mic" onder UTILITY dan op "ONBRD+EXT"?
Hoofdstuk 9
❍
211
Problemen oplossen
Problemen met de geheugenkaart
Synchronisatieproblemen
De boodschap "Unsupported Card!" verschijnt.
U kunt niet synchroniseren
❍
Hebt u een compatibele (CompactFlash) geheugenkaart in de BR-900CD geplaatst?
❍
Is de geheugenkaart volledig en stevig geplaatst?
Als u MTC gebruikt om de BR-900CD te synchroniseren met een MIDI-sequencer, moet de BR-900CD het master-apparaat zijn. ❍
Is de MIDI-kabel correct aangesloten?
❍
Is de MIDI-kabel beschadigd?
❍
Is de sync generator op de gewenste synchronisatieprocedure (MTC of MIDI klok) ingesteld? (p. 158)
❍
Als de geheugenkaart beschadigd is, kan dat de volgende oorzaken hebben. Initialiseer de kaart opnieuw (p. 196).
Als u synchroniseert met MTC, staat het andere toestel dan ingesteld op hetzelfde MTC-type? (p. 158)
❍
Is de MIDI-sequencer correct ingesteld?
❍
Werd het toestel uitgeschakeld, terwijl de recorder in gebruik was?
❍
Staat de MIDI-sequencer klaar om weer te geven?
❍
❍
Kreeg de geheugenkaart hevige schokken te verduren?
Ondersteunt het andere toestel de MMC-opdrachten van de BR-900CD?
❍
Werd het toestel mogelijk uitgeschakeld terwijl de geheugenkaart in gebruik was?
❍
Is de kaart op een pc of een digitale camera geïnitialiseerd?
Gegevens op de geheugenkaart zijn beschadigd
Synchronisatie met de drumcomputer is verloren gegaan ❍
Problemen met het CD-R/RW-station
Sommige drumcomputers kunnen in de pattern-functie geen song position pointer ontvangen.
U kunt de CD-R/RW niet verwijderen ❍
Kan de aangesloten drumcomputer song position pointer ontvangen?
Controleer de MIDI-implementatie van de drumcomputer die u gebruikt.
Staat het toestel aan? U kunt de CD-R/RW enkel verwijderen als het toestel aan staat.
❍
Zegt de display dat er momenteel data op de CD-R/RW worden ingelezen/weggeschreven? U kunt de schijf niet verwijderen wanneer de display aangeeft dat de CD-R/RW wordt gelezen/beschreven. Druk meermaals op [EXIT] om terug te keren naar het beginscherm en druk vervolgens opnieuw op de EJECT-toets.
U kunt geen CD-R/RW lezen/beschrijven ❍
Staat de BR-900CD waterpas?
❍
Kreeg het CD-R/RW-station zware schokken te verduren?
❍
Zit de cd correct in het CD-R/RW-station?
❍
Gebruikt u het juiste type van CD-R/RW?
❍
Gebruikt u een CD-R waarop al data geschreven zijn, of een CD-RW die misschien te oud is?
❍
Werd er een "forced eject" op het CD-R/RW-station uitgevoerd? Door een rechtgewrongen paperclip of een gelijkaardig voorwerp in het "emergency eject"-gaatje vooraan op het CD-R/RW-station te steken, kunt u de CD-R/RW geforceerd verwijderen. Schakel in dat geval het toestel uit en weer in.
212
Problemen met USB Idling-scherm niet weergegeven ❍
Is de USB-kabel goed aangesloten?
❍
Is het besturingssysteem van uw computer compatibel met de BR-900CD? Windows: Windows Me/2000/XP Macintosh: Mac OS 9.1.x / 9.2.x of OS X
Foutboodschappen Als u een foutieve opdracht geeft of als een opdracht niet kon worden uitgevoerd, verschijnt een foutboodschap op de display.
Card Read ERROR! Oorzaak:
Raadpleeg deze lijst en neem de juiste maatregelen.
Battery Low! Oorzaak:
De batterijen zijn op (6 x AA-batterijen).
Oplossing:
Vervang de batterijen zo snel mogelijk (p. 23).
Blank Disc! Oorzaak:
De cd in het CD-R/RW-station bevat geen data.
Oplossing:
Plaats een CD-R/RW waarop data staan geschreven.
Cannot Edit! Quantize is Low! Oorzaak:
De quantize-instelling bij stapsgewijze opname van een patroon is te grof, zodat meerdere data op hetzelfde punt in de matrix worden weergegeven.
Data van de geheugenkaart kunnen niet goed worden ingeladen.
Oplossing 1: Zet de BR-900CD uit, installeer de geheugenkaart op de juiste wijze en zet vervolgens de BR-900CD weer aan. Oplossing 2: Initialiseer de kaart (p. 196). * Als de boodschap na bovenstaande stappen nog steeds verschijnt, is de geheugenkaart mogelijk beschadigd.
Card Write ERROR! Oorzaak:
Er is een fout opgetreden bij het schrijven van data op de geheugenkaart.
Oplossing:
Initialiseer de geheugenkaart (p. 196). De songdata die u probeerde op te slaan, gaan verloren.
CD Full!
Oplossing: Verfijn de quantize-instelling (p. 130).
Oorzaak 1: De CD-R/RW is vol en er kunnen geen data meer worden toegevoegd.
Cannot Edit! This is a Preset
Oorzaak 2:
Bij het branden van een cd, is de totale tijd van de tracks meer dan de capaciteit van de CD-R/RW.
Oplossing:
Verminder de hoeveelheid data die u wegschrijft, of plaats een nieuwe CD-R/RW in het station en start de procedure opnieuw.
Oorzaak:
U hebt voorgeprogrammeerde data geselecteerd. Deze data kunt u niet bewerken.
Oplossing: Kopieer de songdata en bewerk deze kopie.
Cannot Erase!
CD Medium Error!
Oorzaak:
Oorzaak:
Er kunnen geen verdere stappen worden verwijderd.
Oplossing: De pitch correction-map moet ten minste één stap bevatten.
Cannot Insert! Oorzaak:
Er kunnen geen verdere stappen worden toegevoegd.
Oplossing: De pitch correction-folder mag ten hoogste 99 stappen bevatten.
Er is een probleem met de CD-R/RW, of de cd in het CD-R/RW-station is onleesbaar. Oplossing 1: Controleer of het station een CD-R/RW van het juiste type bevat. Oplossing 2: Gebruik een nieuwe CD-R/RW.
CD Read Error! Oorzaak:
Er is een fout opgetreden bij het inlezen van data van de CD-R/RW. Oplossing: De cd is mogelijk van slechte kwaliteit of te oud. Gebruik een nieuwe CD-R/RW.
Cannot Program! Rhythm Off.
CD Write Error!
Oorzaak:
Oorzaak:
Rhythm is uitgeschakeld, dus u kunt deze functie niet programmeren.
Oplossing: Druk op [ARRANGE/PATTERN/OFF] om de arrange- of pattern-functie te selecteren.
Er is een fout opgetreden bij het wegschrijven van data naar de CD-R/RW. Oplossing: De cd is mogelijk van slechte kwaliteit of te oud. Gebruik een nieuwe CD-R/RW.
Cannot Punch In for CD-R/RW!
Data Too Short!
Oorzaak:
U kunt geen punch-in uitvoeren wanneer een cd is opgegeven als bounce-bestemming.
Oplossing: Wanneer u punch-in gebruikt, moet u een spoor opgeven als bounce-bestemming.
Oorzaak:
U kunt niet opnemen of kopiëren omdat er onvoldoende geheugen is.
Oplossing: Maak een back-up van de data die u nodig hebt (p. 164, p. 175) en verwijder onnodige data.
Oplossing 2: Zorg dat de tracks die u op een audio-cd brandt, minstens vier seconden duren.
213
Hoofdstuk 9
Card Full!
Oorzaak 1: U hebt geprobeerd een WAV/AIFF-bestand van minder dan één seconde te importeren of een WAV/AIFF-bestand van minder dan 0,1 seconde te laden met de tone load-functie. Oplossing 1: Zorg dat het WAV/AIFF-bestand dat u wilt laden, ten minste 1 seconde lang is, of selecteer bij de tone load-functie een bestand met een lengte van ten minste 0,1 seconde. Oorzaak 2: U hebt geprobeerd om een audio-cd te branden met een track van minder dan vier seconden.
Foutboodschappen
Disc Not Ready!
Lack of Event!
Oorzaak:
Oorzaak:
Er zit geen CD-R/RW in het station.
Oplossing: Plaats een CD-R/RW in het station.
U kunt geen undo of redo uitvoeren indien minder dan 200 events resteren.
Oplossing: Voer song optimize uit (p. 78).
Drive Busy! * Bij ongunstige schijftoegangsvoorwaarden, bijv. wanneer spoorbewerking of punch-in/out-opname worden gebruikt om frasen (muzikale data) van enkele seconden te verbinden. Oorzaak:
Er is een probleem met de CD-R/RW, zodat geen audioweergave mogelijk is.
Oplossing: Als de cd vuil is, maakt u deze schoon met een doek en probeert u hem vervolgens opnieuw weer te geven. Oorzaak:
Loop Effects is not Available! Oorzaak:
U kunt de loop-effecten niet gebruiken zolang pitch correction aan staat.
Oplossing: Druk op [EFFECTS] om naar de insert-effecten te gaan.
Memory Full! Oorzaak:
De totale tijd van de drumgeluiden voor één drumkit die met tone load kunnen worden geladen, is langer dan 13 seconden.
Als deze boodschap verschijnt nadat u op de BR-900CD de geheugenkaart hebt gebruikt, zijn de gegevens op de kaart gefragmenteerd, zodat er vertraging in het lezen en schrijven van data optreedt.
Oplossing: Zorg ervoor dat drumgeluiden die door middel van tone load worden geladen, niet langer zijn dan 13 seconden (p. 135, p. 171, p. 181).
Ofwel gebruikt u een geheugenkaart met een langzame verwerkingssnelheid.
MIDI Buffer Full!
Oplossing 1: Verminder het aantal sporen dat tegelijkertijd wordt weergegeven. Gebruik track bouncing enz. om sporen samen te voegen, of verwijder de data van sporen die u niet wilt weergeven, en start de weergave opnieuw.
Oorzaak:
Oplossing 2: Verminder het aantal sporen dat tegelijkertijd wordt opgenomen.
No Card!
Oplossing 3: Verminder het data-type (STD (LV1) of LONG (LV2)), en probeer de song opnieuw aan te maken.
Event Full! Oorzaak:
De BR-900CD heeft alle events die door één song kunnen worden gehanteerd, opgebruikt.
Oplossing: Voer song optimize uit (p. 78).
Oplossing 1: Verminder het tempo van het ritme of verminder het aantal nootberichten (p. 123, p. 126). Oplossing 2: Stel het RhyMIDI ch in op "OFF" (p. 157).
Oorzaak:
U hebt geprobeerd de recorder te bedienen of toegang te krijgen tot het geheugen, terwijl de geheugenkaart (CompactFlash) niet is geplaatst of niet juist is geplaatst.
Oorzaak:
De geheugenkaart is verwijderd nadat u data op de geheugenkaart hebt geselecteerd.
Oplossing:
Zet de BR-900CD uit, installeer de geheugenkaart op de juiste wijze en zet vervolgens de BR-900CD weer aan.
Wat is een event? De kleinste geheugeneenheid die de BR-900CD gebruikt om opgenomen data op een geheugenkaart te bewaren, noemen we "event". Een nieuw aangemaakte song beschikt over ongeveer 2.000 events. Per spoor gebruikt één opname-take twee events. Functies zoals punch-in/out of track copy gebruiken ook events. Het aantal events dat gebruikt wordt, varieert op een complexe manier. Zelfs als er nog ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart, kunt u niet verder opnemen of sporen editen, als alle events opgebruikt zijn. In dat geval verschijnt een foutboodschap als "Event Full".
Er worden te veel MIDI-berichten uitgevoerd.
No file! Oorzaak:
U hebt op de [EXIT]-knop van de BR-900CD gedrukt tijdens het importeren van een WAVof AIFF-bestand (p. 178), terwijl de USB-map geen WAV- of AIFF-bestanden bevatte.
Oplossing: Kopieer de WAV- of AIFF-bestanden die u naar de USB-map wilt importeren.
No Song! Oorzaak 1: Er staan geen songs op de geheugenkaart. Oplossing 1: Maak een nieuwe song aan (p. 32).
Finalized Disc! Oorzaak:
Er zijn al data weggeschreven op de CD-R/RW en de data zijn gefinaliseerd.
Oplossing: Plaats een nog niet gefinaliseerde CD-R/RW in het station.
214
Oorzaak 2: De songmap bevat onjuiste data of de nodige data ontbreken. Oplossing 2: Herstel de data op de BR-900CD vanuit de back-up op uw computer. Zet in dit geval alle ROLANDmappen terug op de BR-900CD (p. 164, p. 175).
Foutboodschappen
Not Available in Mastering Mode!
Stop P.Trainer!
Oorzaak:
Oorzaak:
U kunt deze opdracht niet uitvoeren als u als opnamefunctie "MASTERING" hebt geselecteerd.
Oplossing: Druk eerst op [REC MODE] om de opnamefunctie te veranderen in "INPUT" of "BOUNCE", en voer daarna de opdracht uit.
Not Blank Disc!
De opdracht kan niet worden uitgevoerd als de phrase trainer in gebruik is (p. 192).
Oplossing: Druk op [PHRASE TRAINER] om de phrase trainer uit te schakelen.
Stop Recorder! Oorzaak:
De opdracht kan niet worden uitgevoerd als de recorder loopt (weergave of opname)
Oplossing: Plaats een CD-R/RW die nog geen data bevat (een blanco cd) in het CD-R/RW-station. Bij een CD-RW kunt u de data van de cd wissen, zodat u er een lege cd van maakt (p. 153).
Oplossing:
Druk op [STOP] om de weergave/opname te stoppen.
Not CD-RW Disc!
Oplossing: Verwijder onnodige songs (p. 77).
Oorzaak:
Unformatted!
Oorzaak:
De CD-R/RW bevat al data.
De cd is geen CD-RW en u kunt de data dus niet verwijderen.
Oplossing: Gebruik een nieuwe CD-RW.
Too Many Songs! Oorzaak:
Oorzaak:
U probeert meer dan 100 songs aan te maken.
De geheugenkaart is niet met DOS geformatteerd.
Power Down!
Oplossing 1: Zet de BR-900CD uit, installeer de geheugenkaart correct en zet de BR-900CD dan weer aan.
Oorzaak:
Oplossing 2: Initialiseer de kaart (p. 196).
Interne stroomvoltage komt onder het gegarandeerde werkbare bereik.
Oplossing: Wanneer u een PSA-adapter gebruikt: De kabel kan stuk zijn of de adapter kan storingen vertonen. Neem contact op met een Roland Service Center of een erkend Roland-leverancier. Wanneer u batterijen gebruikt: Vervang de oude batterijen door nieuwe (p. 23).
Protected! Oorzaak:
U probeert data te schrijven naar een song waarvan de bescherming is ingeschakeld.
Oplossing: Zet protect op OFF (p. 79) om data naar de song te schrijven.
P.Trainer is not Available! Oorzaak:
U kunt de phrase trainer niet gebruiken zolang pitch correction aan staat.
Oplossing: Druk op [EFFECTS] om naar de insert-effecten te gaan.
Set Bounce Target to Track! Oorzaak:
U de functies die verband houden met rhythm (arrangement/pattern/off wijzigen, editen, rhythm pads wijzigen, tone load) niet gebruiken wanneer een cd als bouncebestemming is opgegeven.
Set the Repeat! Oorzaak:
Repeat A (begin) en B (einde) zijn niet ingesteld.
Oplossing: Stel repeat A en B in (p. 51).
Oorzaak:
De geïnstalleerde (CompactFlash) geheugenkaart of MicroDrive is niet compatibel met de BR-900CD.
Oplossing: Gebruik een geheugenkaart die compatibel is met de BR-900CD (32 MB tot 1 GB CompactFlash met een stroombron voltage van 3,3 V).
Unsupported Format! Oorzaak 1: De BR-900CD kan het formaat van de geplaatste geheugenkaart niet herkennen of gebruiken. Oplossing 1: Gebruik een geheugenkaart die geïnitialiseerd is voor gebruik met de BR-900CD (p. 196). Oorzaak 2: U probeert een incompatibel WAV- of AIFFbestand of SMF in de BR-900CD in te laden. Oplossing 2: Controleer het formaat van het WAV- of AIFFbestand of de SMF.
Use AC Adaptor! Oorzaak:
U hebt geprobeerd het CD-R/RW-station te gebruiken terwijl u met batterijvoeding werkt.
Oplossing: U kunt het CD-R/RW-station niet gebruiken wanneer de BR-900CD op de batterijen werkt. Als u het CD-R/RW-station wilt gebruiken, moet u eerst de song opslaan. Zet vervolgens de BR-900CD uit, sluit de AC-adapter aan en zet het toestel daarna weer aan.
Wrong Disc! Oorzaak:
Het station bevat niet de vereiste CD-R/RW.
Oplossing: Plaats een CD-R/RW in het station.
215
Hoofdstuk 9
Oplossing: Geef een spoor op als bounce-bestemming wanneer u rhythms gebruikt.
Unsupported Card!
DIGITAL RECORDING STUDIO Model BR-900CD
MIDI-implementatie
1. VERZONDEN DATA *
Frame Count
Dit bericht is verzonden in overeenstemming met SMF-data ongeacht de volgende punten wanneer de data worden weergegeven. Seconds Count
■Channel Voice-bericht ●Note On Als de MIDI-parameter "RhyMIDI ch" op "1-16" is ingesteld, worden de nootnummers/ velocities die tot het ritmische patroon behoren, verzonden over het MIDI-kanaal dat voor Rhythm is aangegeven. Status 9nH
Tweede mmH
n = MIDI-kanaalnr.: mm = Nootnr.: ll = Velocity:
Derde llH 0H - FH (kan.1 - kan.16) 00H - 7FH (0 - 127) 01H - 7FH (1 - 127)
Minutes Count
Hours Count
*
●Note Off Als de MIDI-parameter "RhyMIDI ch" op "1-16" is ingesteld, worden de nootnummers die tot het ritmische patroon behoren, verzonden over het MIDI-kanaal dat voor Rhythm is aangegeven. Status 8nH
Tweede mmH
n = MIDI-kanaalnr.: mm = Nootnr.: ll = Velocity:
Datum: 11 jan. 2005 Versie: 1.00
Derde llH 0H - FH (kan.1 - kan.16) 00H - 7FH (0 - 127) 40H (64)
❍ Noten die door Rhythm worden afgespeeld, komen als volgt met de nootnummers overeen.
xxxyyyyy xxx yyyyy
Reserved (000) Framenr. (0-29)
xxyyyyyy xx yyyyyy
Reserved (00) Seconds (0-59)
xxyyyyyy xx yyyyyy
Reserved (00) Minutes (0-59)
xyyzzzzz x yy
Reserved (0) Time Code type
De types tijdcode die door de MIDI-specificatie worden gespecificeerd, stemmen als volgt overeen met het "MTC Type" van de Sync-parameter van de BR-900CD. Instelling "MTC Type" Instelling MIDI-specificatie 0 = 24 Frames/Sec 24 1 = 25 Frames/Sec 25 2 = 30 Frames/Sec (Drop Frame) 29D 3 = 30 Frames/Sec (Non Drop Frame) 29N of 30 zzzzz Hours (0–23)
●Song Position Pointer Als de Sync-parameter "Sync Gen" op "MCK" is ingesteld, wordt de huidige positie door het Song Position Pointer-bericht verzonden als de BR-900CD is gestopt of de lokaliseerfunctie is uitgevoerd. Status F2H
Tweede mmH
Derde nnH
mm (LSB), nn (MSB) = Song Position Point: 00H 00H - 7FH 7FH Rhythm-toon Cross Stick Metronome (click) Metronome (bell) Kick Snare Tom 4 Closed hi-hat Tom 3 Open hi-hat Tom 2 Crash cymbal Tom 1 Ride cymbal Cowbell
Nootnummer G 1 (31) A 1 (33) A#1 (34) C 2 (36) D 2 (38) F 2 (41) F#2 (42) A 2 (45) A#2 (46) C 3 (48) C#3 (49) D 3 (50) D#3 (51) G#3 (56)
■System Common-berichten ●MIDI Time Code Quarter Frame-berichten Als de Sync-parameter "Sync Gen" op "MTC" is ingesteld, en de BR-900CD in gebruik is (opname of weergave), worden Quarter Frame-berichten van de tijdcode die door middel van "MTC Type" worden aangegeven, verzonden. De verzonden tijdstellingen worden opgeteld onder "SMPTE (MTC) Offset Time" als het begin van de song "00:00:00:00" is. Status F1H
Tweede mmH (= 0nnndddd)
nnn = Berichttype:
dddd = 4 bit nibble data:
0 = Frame count LS nibble 1 = Frame count MS nibble 2 = Seconds count LS nibble 3 = Seconds count MS nibble 4 = Minutes count LS nibble 5 = Minutes count MS nibble 6 = Hours count LS nibble 7 = Hours count MS nibble 0h - FH (0 - 15)
Bit Field wordt als volgt toegewezen.
216
■System Realtime-bericht Verzonden als in de SYNC-parameter "Sync Gen" op "MCK" is ingesteld.
●Timing Clock Status F8H
●Active Sensing Status FEH *
Dit wordt verzonden op intervallen van ongeveer 200 msec.
●Start Status FAH
●Continue Status FBH
●Stop Status FCH
MIDI-implementatie ■System Exclusive-bericht Status F0H
Databytes iiH,ddH,..., eeH
Byte F0H iiH
Beschrijving Status Exclusive Message ID-nummer 7EH Universal Non Realtime Message 7FH Universal Realtime Message Data: 00H - 7FH (0-127) : Data EOX (End of Exclusive Message)
ddH : eeH F7H *
2. MIDI Machine Control
Status F7H
■MIDI Machine Control Command Reference ●STOP (MCS)
De BR-900CD kan Universal System Exclusive-berichten verzenden en ontvangen.
●Universal System Exclusive-bericht
Databytes 7FH, Dev, 06H, 01H
Byte F0H 7FH Dev 06H 01H F7H
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) MMC Command Message STOP (MCS) EOX (End of Exclusive Message)
*
❍MIDI Machine Control-commando's
Status F7H
Als de transportschakelaar [STOP] wordt ingedrukt, verstuurt de BR-900CD het volgende bericht.
●DEFERRED PLAY (MCS)
Status F0H
Databytes 7FH, Dev, 06H, aaH,..., bbH
Byte F0H 7FH Dev 06H aaH : bbH F7H
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) MMC Command Message Command : Command EOX (End of Exclusive Message)
*
Status F0H
Status F7H
Status F0H
Databytes 7FH, Dev, 06H, 03H
Byte F0H 7FH Dev 06H 03H F7H
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) MMC Command Message DEFERRED PLAY (MCS) EOX (End of Exclusive Message)
*
Status F7H
Als de transportschakelaar [PLAY] wordt ingedrukt, verstuurt de BR-900CD het volgende bericht.
Zie alinea '2. MIDI Machine Control'
●RECORD STROBE ●MIDI Time Code-commando's ❍Vol bericht Basisbediening van Quarter Frame-berichten wordt verwerkt. Status F0H
Databytes 7FH,Dev,01H, 01H, hrH, mnH, scH, frH
Byte F0H 7FH Dev 01H 01H hrH
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) sub-ID #1 (MIDI Time Code) sub-ID #2 (MIDI Full Message) Hours and Type 0 yy zzzzz yy type 00 = 24 Frames/sec 01 = 25 Frames/sec 10 = 30 Frames/sec (Drop Format) 11 = 30 Frames/sec (Non Drop Format) zzzzz hours (00–23) Minutes (00–59) Seconds (00–59) Frames (00–29) EOX (End of Exclusive Message)
mnH mnH frH F7H *
Status F7H
Als u de songpositie verandert, wordt de device-ID als 7FH verzonden.
Databytes 7FH, Dev, 06H, 06H
Byte F0H 7FH Dev 06H 06H F7H
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) MMC Command Message RECORD STROBE EOX (End of Exclusive Message)
*
Status F7H
Verzonden wanneer de opname naar de audiosporen begint.
●RECORD EXIT Status F0H
Databytes 7FH, Dev, 06H, 07H
Byte F0H 7FH Dev 06H 07H F7H
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) MMC Command Message RECORD EXIT EOX (End of Exclusive Message)
*
Status F7H
Verzonden wanneer de opname naar de audiosporen eindigt.
●MMC RESET Status F0H
Databytes 7FH, Dev, 06H, 0DH
Byte F0H 7FH Dev 06H 0DH F7H
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) MMC Command Message MMC RESET EOX (End of Exclusive Message)
*
Status F7H
Hoofdstuk 9
------------------------------------------------------------------Over Device-ID Exclusieve berichten worden niet toegewezen aan een specifiek MIDI-kanaal. In plaats daarvan hebben ze hun eigen speciale controleparameter die "device-ID" wordt genoemd. De "exclusive messages" van Roland gebruiken device-ID's om verschillende apparaten te specificeren. De BR-900CD verzendt 7FH als de device-ID. -------------------------------------------------------------------
Status F0H
De BR-900CD verstuurt dit bericht, wanneer hij wordt aangezet.
217
MIDI-implementatie ●LOCATE (MCP) ❍Format 2 - LOCATE [TARGET] Status F0H
Databytes Status 7FH, Dev, 06H, 44H, 06H, 01H, hrH, mnH, scH, frH, ffH F7H
Byte F0H 7FH Dev 06H 44H 06H 01H
Beschrijving Status Exclusive Message Universal System Exclusive Message Realtime Header Device ID (7FH) MMC Command Message LOCATE(MCP) Number of Bytes “TARGET” sub command hrH, mnH, scH, frH, ffH Standard Time with Sub Frame EOX (End of Exclusive Message)
F7H *
Dit bericht wordt verzonden als de songpositie beweegt.
3. Overig materiaal ●Tabel met decimale/hexadecimale waarden (hexadecimale waarden worden met een "H" erachter weergegeven) MIDI gebruikt 7-bit hexadecimale waarden om datawaarden en het adres en de omvang van exclusieve berichten aan te geven. De volgende tabel geeft de verhouding tussen decimale en hexadecimale nummers aan. +——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+ | D | H || D | H || D | H || D | H | +——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+ | 0 | 00H || 32 | 20H || 64 | 40H || 96 | 60H | | 1 | 01H || 33 | 21H || 65 | 41H || 97 | 61H | | 2 | 02H || 34 | 22H || 66 | 42H || 98 | 62H | | 3 | 03H || 35 | 23H || 67 | 43H || 99 | 63H | | 4 | 04H || 36 | 24H || 68 | 44H || 100 | 64H | | 5 | 05H || 37 | 25H || 69 | 45H || 101 | 65H | | 6 | 06H || 38 | 26H || 70 | 46H || 102 | 66H | | 7 | 07H || 39 | 27H || 71 | 47H || 103 | 67H | | 8 | 08H || 40 | 28H || 72 | 48H || 104 | 68H | | 9 | 09H || 41 | 29H || 73 | 49H || 105 | 69H | | 10 | 0AH || 42 | 2AH || 74 | 4AH || 106 | 6AH | | 11 | 0BH || 43 | 2BH || 75 | 4BH || 107 | 6BH | | 12 | 0CH || 44 | 2CH || 76 | 4CH || 108 | 6CH | | 13 | 0DH || 45 | 2DH || 77 | 4DH || 109 | 6DH | | 14 | 0EH || 46 | 2EH || 78 | 4EH || 110 | 6EH | | 15 | 0FH || 47 | 2FH || 79 | 4FH || 111 | 6FH | | 16 | 10H || 48 | 30H || 80 | 50H || 112 | 70H | | 17 | 11H || 49 | 31H || 81 | 51H || 113 | 71H | | 18 | 12H || 50 | 32H || 82 | 52H || 114 | 72H | | 19 | 13H || 51 | 33H || 83 | 53H || 115 | 73H | | 20 | 14H || 52 | 34H || 84 | 54H || 116 | 74H | | 21 | 15H || 53 | 35H || 85 | 55H || 117 | 75H | | 22 | 16H || 54 | 36H || 86 | 56H || 118 | 76H | | 23 | 17H || 55 | 37H || 87 | 57H || 119 | 77H | | 24 | 18H || 56 | 38H || 88 | 58H || 120 | 78H | | 25 | 19H || 57 | 39H || 89 | 59H || 121 | 79H | | 26 | 1AH || 58 | 3AH || 90 | 5AH || 122 | 7AH | | 27 | 1BH || 59 | 3BH || 91 | 5BH || 123 | 7BH | | 28 | 1CH || 60 | 3CH || 92 | 5CH || 124 | 7CH | | 29 | 1DH || 61 | 3DH || 93 | 5DH || 125 | 7DH | | 30 | 1EH || 62 | 3EH || 94 | 5EH || 126 | 7EH | | 31 | 1FH || 63 | 3FH || 95 | 5FH || 127 | 7FH | +——————+——————++——————+——————++——————+——————++——————+——————+ D: decimaal H: hexadecimaal *
Decimale uitdrukkingen zoals die voor MIDI channel, Bank Select en Program Change worden gebruikt, zijn +1 van de decimale waarde in de bovenstaande tabel.
*
Omdat elke MIDI-byte 7 verschillende gegevensbits draagt, kan elke byte maximaal 128 waarden uitdrukken. Data waarvoor een hogere resolutie nodig is, dienen over twee of meer bytes te worden verzonden. Zo heeft bijvoorbeeld een waarde die als tweebytewaarde van aa bbH is aangegeven, een waarde van aa x 128 + bb. Voor een getekend nummer (+/-), ooH = -64, 40H = +/-0, en 7FH = +63. Dat wil zeggen, de equivalente decimaal is 64 minder dan de decimale waarde uit de bovenstaande tabel. Voor een twee-byte getekend nummer, 00 00H = -8192, 40 00H = +/-0, en 7F FH = +8191. De decimale uitdrukking van aa bbH, bijvoorbeeld, is aa bbH – 40 00H = (aa x 128 + bb – 64 x 128). Voor gegevens die als 'nibbled' worden aangegeven wordt een hexadecimale notatie in twee eenheden van 4 bits gebruikt. De nibbled twee-bytewaarde van 0a 0b H zou a x 16 + b zijn.
*
*
218
Wat is de decimale equivalent van 5AH? Uit de bovenstaande tabel volgt: 5AH = 90 Wat is de decimale equivalent van de 7-bit hexadecimale waarden 12 34H? Uit de bovenstaande tabel volgt: 12H = 18 en 34H = 52 Dus 18 x 128 + 52 = 2356 Wat is de decimale equivalent van de nibbled uitdrukking 0A 03 09 0DH? Uit de bovenstaande tabel volgt: 0AH = 10, 03H = 3, 09H = 9, 0DH = 13 Het resultaat is dus ((10 x 16 + 3) x 16 + 9) x 16 + 13 = 41885 Wat is de decimale equivalent van de decimale uitdrukking 1258? 16 ) 1258 16 ) 78 16 ) 4 0
...10 ...14 ... 4
Uit de bovenstaande tabel volgt: 0=00H, 4=04H, 14=0EH, 10=0AH Het resultaat is dus 00 04 0E 0AH B
■MIDI Machine Control (MMC) Commando, Informatieveld/Responsreferentie ●Verzonden commando’s Commando 01H STOP 03H DEFERRED PLAY 06H RECORD STROBE 07H RECORD EXIT 0DH MMC RESET 44H 01H LOCATE TARGET
Actie STOP PLAY REC / PUNCH IN PUNCH OUT RESET LOCATE
Specificaties BR-900CD: Digital Recording Studio ● Sporen
● Nominaal ingangsniveau (variabel)
Sporen: 8 V-Tracks: 64 (8 V-Tracks per spoor)
GUITAR/BASS jack:
-20 dBu
MIC (TRS balanced/XLR) jack: -40 dBu
* U kunt ten hoogste 2 sporen tegelijkertijd opnemen en ten hoogste 8 sporen tegelijkertijd weergeven.
LINE IN jack:
-10 dBu
● Ingangsimpendantie
● Bruikbare capaciteit
GUITAR/BASS jack:
1MΩ
CompactFlash: 32 M–1 G bytes
MIC 1/2-aansluiting:
1,5 k Ω (HOT-COLD)
● Data-type
(TRS balanced/XLR)
1,0 k Ω (HOT-GND, COLD-GND)
HiFi (MT2)
LINE IN jack:
10 k Ω
STANDARD (LV1)
● Nominaal uitgangsniveau
LONG (LV2)
LINE OUT jack:
● Signaalverwerking AD-conversie:
24 bit, ∆∑ Modulation + AF-AD (Guitar/Bass) 24 bit, ∆∑ Modulation + AF-AD (Mic 1/2) 24 bit, ∆∑ Modulation (Line) 24 bit, ∆∑ Modulation (Simul)
DA-conversie:
24 bit, ∆∑ Modulation
Interne processing: 24 bit (digitaal mixergedeelte) * AF-methode (Adaptive Focus-methode) Adaptive focus is een unieke technologie van Roland/BOSS die ervoor zorgt dat de signaal-ruisverhoudingen (S/N) van AD- en DA-converters aanzienlijk verbeterd wordt.
LINE OUT jack:
2kΩ
Hoofdtelefoonuitgang:
140 Ω
● Aanbevolen belastingsimpedantie LINE OUT jack:
20 k Ω of meer
Hoofdtelefoonuitgang:
32–100 Ω
● Residuele ruis LINE OUT jack:
-85 dBu of minder
(INPUT SELECT: GUITAR/BASS/MIC2, input met eindweerstand van 1 k Ω, INPUT SENS: CENTER, IHF-A, typ., EFFECT: OFF)
● Interface
44,1 kHz
USB-aansluiting
● Frequentiebereik
DIGITAL OUT (optisch)
20 Hz tot 20 kHz (+1/-3 dBu)
● Opnametijd (conversie in één spoor)
32 MB 64 MB 128 MB 256 MB 512 MB 1 GB
● Uitgangsimpedantie
* 0 dBu = 0,775 Vrms
● Samplefrequentie
Capaciteit
-10 dBu
HiFi (MT2) 16 min. 32 min. 65 min. 130 min. 260 min. 520 min.
Datatype STD (LV1) 19 min. 39 min. 78 min. 156 min. 312 min. 624 min.
LONG (LV2) 24 min. 49 min. 98 min. 196 min. 392 min. 784 min.
● Display 16 tekens x 2 lijnen + ca. 100 pictogrammen (LCD met achtergrondverlichting)
● Connectors GUITAR/BASS jack (1/4 inch phone type) MIC 1 jack (XLR balanced, TRS balanced, 1/4 inch phone type) MIC 2 jack (XLR balanced) LINE IN jack L/R (RCA Phono type) LINE OUT jack L/R (RCA Phono type)
* De vermelde opnametijden zijn bij benadering. Tijden kunnen iets korter blijken, afhankelijk van het aantal gemaakte songs.
DIGITAL OUT-aansluiting (optisch)
* De opgegeven tijd is het totaal voor alle gebruikte sporen. Als elk van de acht sporen een gelijke hoeveelheid gegevens bevat, is de lengte van de song ongeveer 1/8 van het bovenstaande.
PHONES jack (Stereo 1/4 inch phone type)
219
FOOT SW/EXP PEDAL jack (1/4 inch phone type) MIDI OUT-aansluiting USB-aansluiting
Specificaties
● Voeding DC 9 V; Bijgeleverde AC-adapter (PSC-serie), Batterijen x 6
● Opgenomen vermogen 900 mA (gemiddelde bij gebruik adapter en CD-R/RW-station) 300 mA (bij batterijvoeding; CD-R/RW-station niet gebruikt) * Verwachte levensduur batterij bij continu gebruik Alkaline:
4 uur
Deze gegevens kunnen variëren afhankelijk van het gebruik.
● Afmetingen 351 (B) x 225 (D) x 69 (H) mm 13-7/8 (B) x 8-7/8 (D) x 2-3/4 (H) inches
● Gewicht 2,2 kg/4 lbs 14 oz (exclusief batterijen)
● Accessoires AC-adapter (PSC-serie) Demo-kaart (geïnstalleerd in de fabriek) Handleiding Afzonderlijke informatiepagina's ("Over geheugenkaarten" enz.) Roland Service (informatiepagina)
● Opties Voetschakelaar:
FS-5U
Pedaalschakelaar:
DP-2 (Roland)
Expressiepedaal:
EV-5 (Roland), FV-300L
In het belang van de productverbetering kunnen de specificaties en/of de vormgeving van dit toestel zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
220
Index Symbolen
B
+ ...................................................................................... 69, 72, 75
BACKUP ........................................................... 145–146, 164, 175 Back-up ............................................................................. 164, 175
Cijfers
Backup ...................................................................................... 145
24 ...................................................................................... 159, 199
BANK GUITAR ................................................................................ 88
25 ...................................................................................... 159, 199
LINE ..................................................................................... 91
29D .................................................................................... 159, 199
MIC ....................................................................................... 90
29N ................................................................................... 158, 199 30 ...................................................................................... 158, 199
SIMUL .................................................................................. 92 Bank ...................................................................................... 35, 84 Bas .............................................................................................. 99
A
Bass Cut Filter ........................................................................... 106
Aanpassen
BASS MULTI ............................................................................... 89
Insert-effecten ....................................................................... 85
BASS SIM .................................................................................... 89
Aansluiten ..................................................................... 26, 33, 163
Bass Simulator ............................................................................. 93
Aanzetten .................................................................................... 28
Batterij ....................................................................................... 197
Aardingspunt .............................................................................. 23
Batterijen ..................................................................................... 23
AB Qtz ................................................................................ 52, 198
Batterijklepje ............................................................................... 23
AC ............................................................................................... 99
Battery Low! ................................................................................ 23
AC-adapter ........................................................................... 22, 26
Beschermen
ACOUSTIC GTR ......................................................................... 89
Song ...................................................................................... 79
Acoustic Guitar Simulator ........................................................... 93
Besturingssystemen .................................................................. 162
Acoustic Processor ...................................................................... 93
Bewerken
ACOUSTIC SIM .......................................................................... 88
Spoor .................................................................................... 67
AIFF .................................................................................. 165, 176
BG LEAD .................................................................................... 98
Algoritme ...................................................................... 35, 88, 105
Bit ................................................................................................ 97
ALL ....................................................... 72, 75, 137, 146–147, 194
BLUES ......................................................................................... 98
All Backup ................................................................................ 146
Body ............................................................................................ 93
All Recover ............................................................................... 147
BOSS-Cmp .................................................................................. 94
AMG ........................................................................................... 99
BOUNCE ......................................................................... 40, 45, 58
ARRANGE .................................................................................. 37
Bouncen
[ARRANGE/PATTERN/OFF] ............ 37, 121, 123, 126, 130, 134
Input-bron ............................................................................ 60
Arrangement ............................................................... 37, 120–121
naar een CD-R/RW .............................................................. 59
Arrangement (arrangementfunctie) .................................... 37, 120
Bouncing ............................................................................... 45, 58
Arrangementnaam .................................................................... 124
BPF .............................................................................................. 97
Attack ........................................................................... 94–95, 107
BR0-map ................................................................................... 162
Attack Time ................................................................................ 94
BR-532 ......................................................................... 61, 173, 183
AUDIO ...................................................................................... 140
BR-864 ......................................................................... 61, 173, 183
Audio CD Player-scherm .......................................................... 143
Bright .......................................................................................... 99
Audio CD Write-scherm ........................................................... 141 Audio CD-menu ....................................................................... 140
C
Audio Sub Mix .......................................................................... 190
C.Adjust .................................................................................... 193
Auteursrecht ............................................................................. 154
Calib .......................................................................................... 189
AUTO PUNCH [IN] .................................................................... 54
CARD ........................................................................ 172, 182, 196
AUTO PUNCH [ON/OFF] ......................................................... 55
CD-menu .................................................................................. 140
AUTO PUNCH [OUT] ................................................................ 54
[CD-R/RW] ....................................................................... 140, 145
Auto punch-in/out ..................................................................... 54
CD-R/RW ..................................................................................... 6 Compatibiliteit ........................................................................ 6 Plaatsen .................................................................................. 7 Verwijderen ............................................................................ 7
221
Index
Voorzorgsmaatregelen ............................................................ 6
[DELETE/MUTE] ....................................................... 41, 129, 132
CD-R/RW Write ....................................................................... 154
Demosongs ................................................................................. 29
CD-R/RW-station ......................................................... 6, 140, 145
Depth .................................................................... 94–97, 100, 111
CD-RW Erase ............................................................................ 153
DETUNE ..................................................................................... 98
Center Cancel ............................................................................ 192
Digitaal kopiëren ......................................................................... 80
CentrCncel ................................................................................ 192
Digital Copy Protect .................................................................... 80
Charct ......................................................................................... 93
DIGITAL OUT-aansluiting .......................................................... 22
CHO/DLY ............................................................ 43–44, 108–109
DIGITAL: .................................................................................... 96
CHORUS ..................................................................... 44, 108, 111
Dir Level ....................................................................... 97, 99–100
Chorus ................................................................................ 94, 108
Direct CD Bounce ........................................................................ 59
Chromatische stemfunctie ......................................................... 188
Display ........................................................................................ 21
CLEAN ....................................................................................... 98
Displaycontrast ......................................................................... 186
Click .......................................................................................... 129
Dither ........................................................................................ 107
CompactFlash ............................................................. 5, 16, 27, 31
Dly Time ................................................................................... 106
Compatibele besturingssystemen .............................................. 162
Dly Tme .............................................................................. 95, 111
Compressor ......................................................................... 94, 107
Doubling ............................................................... 44, 95, 108, 111
Condensatormicrofoon ......................................................... 7, 191
DOWN: ..................................................................................... 101
Converteren ...................................................................... 165, 176
Drumgeluiden ........................................................................... 149
COPY ........................................................................ 125, 133, 137
Drumkit .................................................................................... 134
Copy Prtct ................................................................................... 81
Dynamische microfoon ............................................................. 191
Correction Event Map ............................................................... 116 Correction Event Map-scherm .................................................. 116
E
COSM ......................................................................................... 15
E ................................................................................................ 120
COSM BASS AMP ....................................................................... 90
E.Level .......................................................................... 94–95, 111
COSM COMP BSS ....................................................................... 90
[EDIT] ............................................................... 123, 126, 130, 134
COSM COMP GTR ..................................................................... 89
EDIT ............................................................................ 85, 103, 115
COSM COMP VCL ..................................................................... 91
Edit Effect-scherm ....................................................................... 85
COSM Comp/Limiter ................................................................. 94
Editen
COSM GTR AMP ........................................................................ 88
Mastering Tool Kit .............................................................. 103
CPY ................................................................................. 67–68, 77
EDT ............................................................................................. 78
Creëren
Effect patch ............................................................. 35, 84–85, 202
Arrangement ...................................................................... 123 Drumkit .............................................................................. 135 Patroon ....................................................................... 126, 130 CRUNCH .................................................................................... 98 Cutoff F ....................................................................................... 97
D
Effecten ....................................................................................... 35 [EFFECTS] ....................................................................... 35, 85, 87 Effect-scherm .............................................................................. 85 EJECT-knop ................................................................................ 21 Eject-knop ..................................................................................... 7 Emergency Eject-gaatje ........................................................... 7, 21 Ending ...................................................................................... 120
DATA ............................................................................... 145, 148
ENHANCE ................................................................................. 93
Data CD-menu .......................................................................... 145
Enhancer ............................................................................. 95, 106
Datatype ..................................................................................... 32
EQ ....................................................................................... 43, 110
DBLN .......................................................................... 44, 108, 111
Equalizer ....................................................................... 43, 96, 105
DC IN-aansluiting ....................................................................... 22
ERASE ....................................................... 124–125, 133, 138, 153
D-Comp ...................................................................................... 94
ERS ........................................................................................ 73, 77
D:E ........................................................................................ 96, 98
Expander ................................................................................... 106
De-esser ...................................................................................... 95
EXPORT .................................................................... 150, 165, 176
Defretter ...................................................................................... 95
Expressiepedaal .................................................................. 27, 187
DELAY ........................................................................ 44, 108, 111
Extern MIDI-toestel ................................................................... 190
Delay ................................................................................... 95, 108
EXTERNAL ................................................................................. 34
222
Index
F
Hi F ........................................................................................... 112
F ................................................................................................ 120
Hi G .......................................................................................... 112
Fantoomvoeding ................................................................... 7, 191
Hi Level .................................................................................... 107
Feedback ............................................................................. 95, 111
Hi Ratio ............................................................................. 106–107
[FF] ........................................................................................ 29, 66
Hi Release ......................................................................... 106–107
Fill ............................................................................................. 120
Hi Thres ............................................................................ 106–107
Filter ............................................................................................ 96
HI.FEML ................................................................................... 115
FINAL ....................................................................................... 144
HI.MALE .................................................................................. 115
Finaliseren ......................................................................... 142, 144
HiFi (MT2) ............................................................................ 32, 62
Flanger ........................................................................................ 96
High Freq .................................................................................. 105
Foot SW ....................................................................... 54, 187, 198
High Gain ........................................................................... 96, 105
FOOT SW/EXP PEDAL ............................................................ 187
High Mid Freq .......................................................................... 105
FOOT SW/EXP PEDAL-ingang .................................................. 22
High Mid Gain .......................................................................... 105
Foot Volume ............................................................................... 96
High Mid Q ............................................................................... 105
Formant1 ................................................................................... 100
High Q ...................................................................................... 105
Formant2 ................................................................................... 100
High Type ................................................................................. 105
Formatteren
Hi-M F ......................................................................................... 96
Geheugenkaart ..................................................................... 31
Hi-M Gin ..................................................................................... 96
FRAME ....................................................................................... 21
Hi-M Q ........................................................................................ 96
Freq ..................................................................................... 95, 106
Hoofdtelefoonuitgang ................................................................. 20
Frequency ........................................................................... 99, 101
HPF ............................................................................................. 97
FROM ....................................................................................... 199
HUMBUCK ................................................................................. 93
From/To ................................................................................... 199 FS-6 ........................................................................................... 187 FX .............................................................................................. 187
I Idling-scherm .................................................................... 164, 175
Fx Level ................................................................................. 97, 99
IMP ........................................................................................... 154
Fx Type ....................................................................... 43, 108, 111
IMPORT ............................................................ 148, 153, 167, 178
FX1 Level .................................................................................. 100
Importeren
FX2 Level .................................................................................. 100
SMF ............................................................................ 169, 179 IN .................................................................................. 35, 49, 120
G
In Send ...................................................................................... 109
Gain .............................................................................. 97, 99, 106
INF ................................................................................ 62, 94, 106
GAP .......................................................................................... 140
INI ............................................................................... 31, 194–196
GEHEUGENKAART ................................................................... 20
Initialisatie ................................................................................ 194
Geheugenkaart .................................................................. 5, 27, 31
Initialiseren ............................................................................... 194
Geheugen sparen .................................................................. 78
Alles .................................................................................... 194
Resterend geheugen .............................................................. 62
Effectinstellingen ................................................................ 195
Samenstelling van data ....................................................... 162
Geheugenkaart ................................................................... 196
Geheugenkaarten ........................................................................ 16
Rhythm ............................................................................... 195
GTR ..................................................................................... 36, 202 GTR: ............................................................................................ 85 GUITAR/BASS ........................................................................... 33 [GUITAR/BASS/MIC2] ............................................ 34, 39, 48, 84 GUITAR/BASS-ingang ............................................................... 22
Systeeminstellingen ............................................................ 194 Initialize Geheugenkaart ..................................................................... 31 Inladen Drumgeluiden ............................................................ 171, 181 Drumpatroon ...................................................................... 152 Songs naar geheugenkaart .................................................. 147
H
Songs van CD-R/RW's ....................................................... 154
HALL .......................................................................... 44, 108, 111
WAV/AIFF-bestanden ............................................... 167, 178
HI ...................................................................................... 127, 130
INPUT ............................................................................. 40, 50, 87
Hi Attack ........................................................................... 106–107
Input ................................................................................... 94, 106
223
Index
Input Gain ................................................................................. 105
Lo Mix Lvl ................................................................................... 95
INPUT LEVEL-draaiknop ........................................................... 35
Lo Ratio ............................................................................. 106–107
INPUT SELECT ..................................................................... 39, 48
Lo Release ......................................................................... 106–107
INPUT SELECT-toets .................................................................. 34
Lo Thres ............................................................................ 106–107
Input-gevoeligheid ...................................................................... 35
LO.FEML .................................................................................. 115
INSERT ..................................................................................... 124
LO.MALE .................................................................................. 115
Insert-effect ............................................................... 35–36, 84, 88
LOAD ....................................................................................... 136
Interne microfoon ....................................................................... 34
LOCAT ............................................................................... 87, 114
Intro .......................................................................................... 120
[LOCATOR] ................................................................................ 64
Invoegen
Locator ........................................................................................ 64
Stap ..................................................................................... 124
Locatorpunt ................................................................................ 64
ISO9660 ..................................................................................... 151
LO-FI BOX .................................................................................. 91 Lo-Fi Box ..................................................................................... 96
J
Lo-M F ........................................................................................ 96
JC-120 .......................................................................................... 98
Lo-M Gin ..................................................................................... 96
JUMBO ........................................................................................ 93
Lo-M Q ........................................................................................ 96 LONG (LV2) .......................................................................... 32, 62 Loop Effect ........................................................................ 108, 111
K Kaartbescherming ....................................................................... 16 Kaarthouderklepje ...................................................................... 16 Kabelhaak ................................................................................... 22 Kalibreren ................................................................................. 189 KIT ............................................................................................ 134 Kopiëren Arrangement ...................................................................... 125
[LOOP EFFECTS] ................................................................ 43, 108 Loop Recording ........................................................................... 56 Loop-effect .................................................................................. 43 Low Boost ................................................................................. 193 Low Freq ................................................................................... 105 Low Gain ............................................................................ 96, 105 Low Mid Freq ........................................................................... 105
Drumkit .............................................................................. 137
Low Mid Gain ........................................................................... 105
Patroon ............................................................................... 133
Low Mid Q ................................................................................ 105
Song ...................................................................................... 77
Low Q ....................................................................................... 105
Spoor .............................................................................. 67–69
Low Type .................................................................................. 105
Waveformdata .................................................................... 148
LPF: ............................................................................................. 97 LR: .............................................................................................. 35
L Laden
M
Drumtonen van de sporen .................................................. 135
Maat .................................................................................. 127, 130
LCD Contrast ............................................................................ 198
Mac OS 9.1.x .............................................................................. 162
LCD-contrast ............................................................................. 186
Mac OS 9.2.x .............................................................................. 162
Level ............................................................... 93–96, 99, 101, 107
Mac OS X .................................................................................. 162
Level meter ................................................................................. 35
Macintosh ......................................................................... 162, 175
Level-meter ................................................................................. 21
Maken
Limiter ...................................................................................... 107
Audio-cd ............................................................................. 140
LIN ...................................................................................... 36, 203
MANUAL ................................................................................... 98
[LINE] ............................................................................. 34, 39, 84
Manual .................................................................................. 96–97
LINE ..................................................................................... 33, 48
Manuele punch-in/out ................................................................ 53
LINE IN-aansluitingen ................................................................ 22
MASTER ..................................................................................... 87
LINE OUT-aansluitingen ............................................................ 22
Master ................................................................................. 99, 158
Lo Attack .......................................................................... 106–107
MASTER-fader ...................................................................... 28, 35
Lo F ........................................................................................... 112
MASTERING ...................................................................... 40, 102
Lo G .......................................................................................... 112
Mastering .................................................................................. 102
Lo Level .................................................................................... 107
Mastering Tool Kit ...................................................... 40, 102–105
224
Index
Mastering tool kit patch ............................................................ 205
MTC Type ................................................................................. 199
Mastering-scherm ..................................................................... 102
MTC-type .................................................................................. 158
Mastertape/disc .......................................................................... 80
MTK .......................................................................................... 205
MATCH ...................................................................................... 98
Mute ............................................................................................ 41
Matrix ............................................................................... 127, 131 MCK ......................................................................................... 158
N
MEAS .......................................................................................... 21
Naam geven
METAL ....................................................................................... 98
Arrangement ...................................................................... 124
METAL D .................................................................................... 98
Patroon ............................................................................... 132
Metronoom ............................................................................... 129
Song ...................................................................................... 78
[MIC] .................................................................................... 34, 39
NAM ........................................................................................... 78
MIC ................................................................... 20, 36, 48, 85, 203
NAME ......................................................... 86, 104, 115, 124, 132
Mic Dist ....................................................................................... 93
NEW ........................................................................................... 33
Mic Level .................................................................................. 100
No more Memory ........................................................................ 77
Mic Select-scherm ....................................................................... 34
Noise ........................................................................................... 96
Mic Set ...................................................................................... 100
Noise Suppressor ........................................................................ 97
MIC1 ........................................................................................... 33
Note .......................................................................................... 116
MIC1-ingangen ........................................................................... 22 MIC2 ........................................................................................... 33
O
MIC2-ingang ............................................................................... 22
Oct Level ..................................................................................... 97
Microfoon ............................................................................. 7, 198
Octave ......................................................................................... 97
Microfoonvoorversterker .......................................................... 191
OFF ............................................................................................. 37
Mid Attack ........................................................................ 106–107
Offset ................................................................................ 159, 199
Mid Level .................................................................................. 107
On/Off ........................................................ 93–101, 105–107, 112
Mid Ratio .......................................................................... 106–107 Mid Release ....................................................................... 106–107
ONBRD+EXT .............................................................................. 34 Opname ................................................................................ 32, 48
Mid Thres .......................................................................... 106–107
Spoor .................................................................................... 39
Middle ........................................................................................ 99
Opnametijd ................................................................................. 32
MIDI ................................................................................. 156–157
Opnemen .................................................................................... 80
MIDI IN .................................................................................... 156
Rhythm ............................................................................... 121
MIDI OUT ................................................................................. 156
Opslaan ................................................................................. 29, 79
MIDI OUT-aansluiting ................................................................ 22
Insert-effecten ....................................................................... 86
MIDI THRU .............................................................................. 156
Mastering Tool Kit .............................................................. 104
MIDI-aansluiting ....................................................................... 156
Op CD-R/RW ..................................................................... 145
MIDI-geluidsmodule ................................................................ 157
Pitch correction ................................................................... 115
MIDI-implementatietabel .......................................................... 156
Spoordata in de WAV/AIFF-indeling ......................... 165, 176
MIDI-kanaal .............................................................................. 156
OPT ............................................................................................. 78
MIDI-sequencer ........................................................................ 158
Output ...................................................................................... 107
Mix Level .................................................................................... 95
Output Gain .............................................................................. 105
Mix Lvl ...................................................................................... 106
Overdubben ................................................................................ 41
Mixer ......................................................................................... 107 MMC ......................................................................................... 160
P
MMC Master ..................................................................... 160, 198
P.MAP ....................................................................................... 116
Mode ......................................................................................... 100
PAN .............................................................................. 42, 49, 138
Modify Fil ................................................................................... 97
Pan ........................................................................................ 42, 49
Mono-opname ................................................................. 39, 48, 59
Drumgeluiden .................................................................... 138
MOV ..................................................................................... 71–72
[PAN/EQ] ............................................................... 42–43, 49, 110
MS ............................................................................................... 98
PAN-SQR: ................................................................................. 100
MTC .................................................................................. 158–159
PAN-TRI ................................................................................... 100
225
Index
Patch ........................................................................................... 35
Q
Patch-naam ................................................................. 86, 104, 115
Quantize ..................................................................... 52, 127, 130
Patroon ............................................... 37, 120, 122, 126, 169, 179 Patroonnaam ............................................................................. 132 Patroonnummer ........................................................................ 123 PATTERN ................................................................................... 37 Pattern (patroonfunctie) ...................................................... 37, 120 PCR ........................................................................................... 205 PEAK ........................................................................................ 105 Peak .......................................................................................... 101 PEAK-indicator ........................................................................... 35 PEDAL: ............................................................................... 98, 101 Phantom SW ..................................................................... 191, 198 Phaser ......................................................................................... 97 [PHRASE TRAINER] ................................................................ 192 Phrase Trainer ........................................................................... 192 PickUp ........................................................................................ 93 PIEZO ......................................................................................... 93 Pitch ............................................................................................ 98 [PITCH CORRECTION] ............................................................ 114 Pitch correction ......................................................................... 114 Pitch correction (tooncorrectie) ................................................. 113 Pitch Correction Edit ................................................................. 115 Pitch correction patch ................................................................ 205 Pitch Shifter ................................................................................. 98 [PLAY] ........................................................................ 29, 143, 152 PLAY ........................................................................................ 187 PLAY/IMP ........................................................................ 143, 154 PLAYER ...................................................................................... 96 Play-scherm ................................................................................ 28 Polarity ..................................................................................... 101 Post Fltr ....................................................................................... 97 Power Save ............................................................................... 197 PowerSave ........................................................................ 197–198 POWER-schakelaar ............................................................... 22, 28 Pre Filter ..................................................................................... 97 Preamp ........................................................................................ 98 Pre-Gap ..................................................................................... 140 Presence ...................................................................................... 99 Preset Patch ............................................................................... 113 Preset patch ........................................................................... 36, 84 Preview SW ............................................................................... 199 PRT ............................................................................................. 79 PUNCH ............................................................................... 54, 187 Punch-in ...................................................................................... 53 Punch-in/out .............................................................................. 53 Punch-out ................................................................................... 53 PVW .......................................................... 136, 148–149, 172, 182
226
R Rack160 ....................................................................................... 94 RADIO: ....................................................................................... 96 Rate ................................................................. 94, 96–97, 100, 111 Ratio ............................................................................................ 94 REAL ........................................................................................ 126 Realtime Recording ................................................................... 126 [REC] .................................................................................... 50, 53 REC MODE .......................................... 21, 39, 40, 45, 50, 58, 102 REC TRACK .................................................................... 39, 41, 48 REC TRACK-toetsen ................................................. 127, 131, 134 Recording Standby-scherm ............................................... 123, 126 Recover ..................................................................... 147, 164, 175 Recover-menu ........................................................................... 147 Redo ............................................................................................ 57 Referentietoon ................................................................... 188, 189 Release ................................................................................ 97, 107 Release Time ............................................................................... 94 REMAIN ................................................................................... 142 Remain Inf .......................................................................... 62, 198 [REPEAT] .................................................................................... 51 Repeat ................................................................................... 51–52 Repeteren .................................................................................. 128 Resonance ............................................................................. 96–97 Resterende beschikbare opnametijd ............................................ 62 Resterende opnametijd op audio-cd's ....................................... 142 REV ....................................................................... 43–44, 108–109 Rev Send ................................................................................... 111 Rev Time ................................................................................... 111 REVERB .................................................................................... 111 Reverb ....................................................................................... 108 [REW] ................................................................................... 29, 66 RHR .......................................................................................... 128 RHY .......................................................................................... 195 Rhy Send ................................................................................... 109 RhyMIDI ch ...................................................................... 157, 199 RHYTHM .............................................................................. 35, 87 Rhythm ....................................................................... 37, 120, 157 [RHYTHM PAD] ....................................................... 127, 131, 134 RHYTHM-fader .......................................................... 37, 121–122 Rhythm-functie ......................................................................... 121 Ring Modulator ........................................................................... 99 RiseTme ...................................................................................... 99 ROLAND-map .......................................................................... 162 ROOM ......................................................................... 44, 108, 111
Index
S
Songinformatie ............................................................................ 62
S EFX ......................................................................................... 195
Songpatroon ........................................................................ 38, 120
Schijflade ..................................................................................... 21
Speaker Simulator ..................................................................... 100
Schrijven
SplitH ........................................................................................ 106
Audio-cd ............................................................................. 140
SplitL ......................................................................................... 106
SCMS ........................................................................................ 154
SPOOR ........................................................................................ 87
SCR ........................................................................................... 199
Spoor ............................................................................... 39, 41, 48
Scrub ........................................................................................... 65
Stap ........................................................................................... 123
SCRUB FROM ............................................................................. 65
Startmaat ................................................................................... 123
SCRUB TO .................................................................................. 65
STD ............................................................................................. 93
Scrub-parameter ........................................................................ 199
STD (LV1) ............................................................................. 32, 62
Scrub-punt .................................................................................. 65
Stemgeleider ............................................................................. 188
SEL .............................................................................................. 29
Stemmen ..................................................................... 96, 188–189
Send Level (verstuurniveau) ............................................... 44, 109
STEP .................................................................................. 123, 130
Sens ............................................................................. 95, 101, 106
Step Recording .......................................................................... 126
SENS-knop .................................................................................. 35
Step Recording (stapsgewijze opname) ..................................... 130
Separation ....................................................................... 95–96, 98
STEREO MULTI .......................................................................... 91
SHELVG ................................................................................... 105
Stereo-opname ...................................................................... 39, 48
Sibilant ........................................................................................ 95
Stuurprogramma ....................................................................... 162
[SIMUL] .......................................................................... 34, 39, 48
Sub Mixer .......................................................................... 190, 198
SIMUL ........................................................................................ 85
Sustain ........................................................................................ 94
SINGLE ................................................................................. 93, 95
SYNC ........................................................................ 157–160, 198
SLDN .......................................................................................... 98
Sync Gen ................................................................... 158, 160, 198
Slow Attack ................................................................................. 99
Synchroniseren .......................................................................... 157
SMF ........................................................... 151–153, 169–170, 179
Sync-parameter ......................................................................... 198
SMF import ............................................................................... 152
SYS .................................................................................... 194, 198
SMF Player ................................................................................ 151
Systeemparameter ..................................................................... 198
SMF-map .................................................................................. 162 SML .................................................................................... 36, 204
T
Smooth ...................................................................................... 115
[TAP] .................................................................................. 38, 122
Smpl Rate .................................................................................... 97
TAP ............................................................................................. 95
Smth .......................................................................................... 117
Tempo ................................................... 21, 38, 122–123, 127, 130
Soft Clip .................................................................................... 107
Thres ......................................................................................... 107
SONG ................................................................................ 145, 147
Threshold (drempelwaarde) ................................................. 94, 97
Song Backup ............................................................................. 145
Tijdsduur tussen songs (Pre-Gap) ............................................. 140
Song Copy ................................................................................... 77
TIME ........................................................................................... 21
Song drumkit ............................................................................ 134
Time Signature .......................................................... 123, 127, 130
Song Erase ................................................................................... 77
Time stretch .............................................................................. 192
Song Name .................................................................................. 78
TME/MES ....................................................................... 68, 71, 74
Song New ................................................................................... 32
TMP ............................................................................................ 85
Song Optimize ...................................................................... 57, 78
TO ............................................................................................. 199
Song Patch ................................................................................ 113
Toegangsindicator ....................................................................... 21
Song patch ............................................................................ 36, 84
Tone ............................................................................ 94, 111, 149
Song Protect ................................................................................ 79
Tone Load ......................................................... 135, 149, 171, 181
Song Recover ............................................................................ 147
TONELOAD-map ..................................................................... 162
Song Select .................................................................................. 29
Top-Hi ........................................................................................ 93
Song Select-scherm ..................................................................... 29
Top-Mid ...................................................................................... 93
Songarrangement ................................................................ 38, 123
TOUCH: .................................................................................... 101
Songarrangementen .................................................................. 120
TRACK ..................................................................................... 135
227
Index
Track At Once ........................................................................... 140
VO DRV ...................................................................................... 98
Track Copy ................................................................................. 67
VO+AC.SIM ................................................................................ 92
Track Editing .............................................................................. 67
VO+ACOUSTIC .......................................................................... 92
Track EQ ..................................................................... 43, 110, 112
VO+GT AMP .............................................................................. 92
Track Erase ................................................................................. 73
VOCAL MULTI ........................................................................... 90
Track Exchange ........................................................................... 76
Voetschakelaar .............................................................. 27, 54, 187
TRACK MIXER ........................................................................... 18
VOICE TRANS ............................................................................ 90
Track Move ................................................................................. 70
Voice Transformer .................................................................... 100
Track Mute .................................................................................. 41
Volume ....................................................................................... 99
TRACK-fader ........................................................................ 18, 29
Vooraf beluisteren (Preview) ............... 65, 136, 148–149, 172, 182
Treble .......................................................................................... 99
Voorgeprogrammeerd arrangement ........................................... 38
Tremolo/Pan ............................................................................ 100
Voorgeprogrammeerd patroon ................................................... 38
TRK ..................................................................... 67, 70, 73, 75–76
Voorgeprogrammeerde drumkit ............................................... 134
TRM-SQR .................................................................................. 100
[V-TRACK] ................................................................................. 49
TRM-TRI: .................................................................................. 100
V-Track .......................................................................... 14, 49, 94
[TUNER] ................................................................................... 188
V-Track Selection-scherm ............................................................ 49
Tuner ........................................................................................ 188 Type .................................. 43, 94–96, 98, 100–101, 108, 111, 115
W Wah ........................................................................................... 101
U
WAV ................................................................. 148, 150, 165, 176
U EFX ........................................................................................ 195
WAV/AIFF Export .................................................. 150, 165, 176
Uitwisselen
WAV/AIFF Import ................................................... 148, 167, 178
Spoor .................................................................................... 76
WAV/AIFF-bestanden ...................................................... 171, 181
Undo ........................................................................................... 57
WAV/AIFF-menu ..................................................................... 148
[UNDO/REDO] .......................................................................... 57
Weergeven
UP ............................................................................................. 101
Audio-cd ............................................................................. 143
USB ........................................................................... 162, 164, 175
Demosong ............................................................................. 29
USB-map ................................................................................... 163
Herhalend ............................................................................. 51 SMF .................................................................................... 151
USB-poort ................................................................................... 22 USB-scherm .............................................................................. 164 User patch ............................................................................. 36, 84 [UTILITY] ......................................................................... 198–199
Wegschrijven Waveformdata .................................................................... 148 Windows ........................................................................... 162, 164 Windows 2000 ........................................................................... 162 Windows Me ............................................................................. 162
V V ............................................................................................... 120 Velocity ..................................................................... 127, 131–132 Verplaatsen Spoor .............................................................................. 70–72
Windows XP ............................................................................. 162 Wow Flt ...................................................................................... 96 WRITE ................................................................ 86, 104, 115, 141 Write Insert-effecten ....................................................................... 86
Verse ......................................................................................... 120
Mastering Tool Kit .............................................................. 104
Verspringen ................................................................................ 30
Pitch correction ................................................................... 115
Naar locator .......................................................................... 64 Verwijderen Arrangement ...................................................................... 125
X
Data van een CD-RW .......................................................... 153
XCG ............................................................................................ 76
Drumgeluiden .................................................... 129, 132, 138 Locator .................................................................................. 64
Z
Patroon ............................................................................... 133
[ZERO] ........................................................................................ 30
Song ...................................................................................... 77 Spoor .............................................................................. 73–75 Stap ..................................................................................... 124
228
EQ Low EQ High CHO/DLY Send REV Send
EQ Low EQ High CHO/DLY Send REV Send
REV Send
CHO/DLY Send
EQ High
EQ Low
REV Send
CHO/DLY Send
EQ High
EQ Low
PAN
SPOOR 4
Songnaam
SPOOR 3
PAN
EFFECTEN
PAN
SPOOR 2
PAN
SPOOR 1
Track Sheet
Project
REV Send
CHO/DLY Send
EQ High
EQ Low
PAN
SPOOR 5
Artiest
REV Send
REV Send
CHO/DLY Send
EQ High
EQ Low
PAN
SPOOR 7/8
OPMERKINGEN
CHO/DLY Send
EQ High
EQ Low
PAN
SPOOR 6
RHYTHM
REV Send
CHO/DLY Send
EQ High
EQ Low
PAN
PATTERN Tempo:
ARRANGE Tempo:
Datum
Klant
Track Sheet