Handleiding Bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van de BOSS ME-33. Alvorens de ME-33 te gebruiken leest u het best de volgende hoofdstukken door: • “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 2) • “Belangrijke opmerkingen” (blz. 8) Daar komt u namelijk te weten wat u wel en niet mag doen met uw ME-33. Bovendien verdient het natuurlijk aanbeveling om ook de rest van de handleiding even door te nemen om alle functies te leren kennen en op de juiste manier te gebruiken.
Copyright © 2000 BOSS CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag worden gekopieerd, verveelvoudigd of op andere manieren openbaar worden gemaakt zonder de schriftelijke toestemming van BOSS CORPORATION.
Veilig gebruik van dit apparaat
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN Over de
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
en
LET OP
labels
Over de symbolen Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar.
Wijst de gebruiker op het risico op dodelijke ongevallen of zware verwondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat. Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materiële schade.
LET OP!
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald.
* "Materiële" schade heeft betrekking op het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
001
009
• Lees eerst de volgende punten door en gebruik dan pas uw ME-33. Zo bent u er zeker van dat u hem op de juiste manier gebruikt.
• Beschadig nooit het netsnoer van de adapter. Plooi het niet te veel, trap er niet op, plaats er geen zware voorwerpen op enz. Een beschadigde kabel kan brand of elektrocutie veroorzaken. Gebruik nooit een adapter die reeds beschadigd is. ..........................................................................................................
.......................................................................................................... 002c
• Probeer nooit zelf dit apparaat of de adapter te herstellen. .......................................................................................................... 003
• Probeer nooit de ME-33 zelf te herstellen (tenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door BOSS erkende technische dienst. .......................................................................................................... 004
• Zet de ME-33 nooit op plaatsen die de volgende kenmerken vertonen: • Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke temperatuurschommelingen (bv. in het directe zonlicht), in een gesloten auto waar de zon op staat, in de buurt van een radiator of een airco-kanaal, op een warmtebron (stoof e.d.). • Op vochtige plaatsen (badkamer, wasruimte, op de natte grond, in de regen e.d.) • Op bijzonder stoffige plaatsen. • Op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke trillingen. .......................................................................................................... 007
• Plaats het apparaat op een stabiel en niet-hellend oppervlak. Zorg dat het tijdens het gebruik niet kan verschuiven. .......................................................................................................... 008b
• Gebruik enkel de vermelde adapter (PSA-serie) en sluit hem enkel aan op een geschikt stopcontact (zie het naamplaatje op de adapter). Andere adapters hebben eventueel een andere polariteit, zodat u het apparaat finaal zou kunnen beschadigen. ..........................................................................................................
2
010
• Dit apparaat kan hetzij van zich uit, hetzij in combinatie met een externe versterker, voor een volume zorgen dat uw gehoor kan aantasten. Werk dus nooit lange tijd op een pittig volume of op een volume dat net aan de pijngrens ligt. Zodra u ook maar de indruk hebt dat uw gehoor slechter wordt, moet u onmiddellijk een oorarts raadplegen. .......................................................................................................... 011
• Zorg dat er geen kleine voorwerpen (uit metaal, brandbare stoffen, muntstukken, naalden e.d.) in het inwendige van de ME-33 terechtkomen. Plaats nooit glazen, koppen e.d. op de behuizing. .......................................................................................................... 012c
• Verbreek, in de volgende situaties, onmiddellijk de aansluiting op het lichtnet en neem contact op met een erkende herstellingsdienst of uw BOSS-/ Roland-dealer: • Als de adapter zichtbaar beschadigd is. • Als er een voorwerp of vloeistof in het inwendige van de ME-33 terecht is gekomen. • Als de ME-33 in de regen heeft gestaan (of op een andere manier nat is geworden). • Als de ME-33 niet naar behoren lijkt te werken of het helemaal niet meer doet. ..........................................................................................................
VOORZICHTIG
LET OP
013
108b
• In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om dit apparaat in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken. ..........................................................................................................
• Trek de stekker uit het stopcontact en koppel alle externe apparaten af, alvorens het toestel te verplaatsen. ..........................................................................................................
014
• Bescherm de ME-33 tegen overdreven schokken. (Laat hem nooit vallen!) .......................................................................................................... 015
• Sluit de adapter niet samen met een overdreven aantal andere apparaten aan op hetzelfde stopcontact. Wees voorzichtig met verlengsnoeren – het totale vermogen van alle toestellen aangesloten op het verlengsnoer mag nooit het nominale vermogen (Watt/Ampère) van het verlengsnoer overschrijden. Een overdreven belasting kan de isolatie van het snoer doen opwarmen en zelfs doen doorsmelten. .......................................................................................................... 016
• Alvorens de ME-33 in het buitenland te gebruiken neemt u het best contact op met uw BOSS-dealer om te weten te komen welk voltage er in het betreffende land wordt gehanteerd. ..........................................................................................................
109b
• Schakel de ME-33 uit en trek de adapter uit, alvorens het apparaat schoon te maken. .......................................................................................................... 110b
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u gevaar voor blikseminslagen vermoedt. .......................................................................................................... 111: Selection
• Als u de batterijen op de verkeerde manier gebruikt, kunnen ze beginnen te lekken of zelfs ontploffen. Houd daarom altijd de volgende dingen in de gaten (zie ook blz. 38). 1
• Voer alle instructies voor het inleggen van batterijen uit. Let vooral op de juiste polariteit. 2
• Gebruik nooit nieuwe en oude batterijen door elkaar. Bovendien moeten alle batterijen van hetzelfde type zijn. 3
• Als u het apparaat langere tijd niet gebruikt, verwijdert u het best de batterijen.
019
• Batterijen mag u nooit herladen, verwarmen c.q. in water of vuur gooien.
5
• Als een batterij is beginnen lekken, moet u alle plekken en druppels zo snel mogelijk verwijderen. Wees daarbij voorzichtig, want de vloeistof is nogal bijtend. Bovendien bestaat er ontploffingsgevaar. Was uw ogen desgevallend onder lopend water uit.
.......................................................................................................... 6
• Gebruik nooit nieuwe en oude batterijen door elkaar. Bovendien moeten alle batterijen van hetzelfde type zijn.
LET OP 101b
• Stel de ME-33 en de adapter altijd zo op dat de verluchting niet in het gedrang wordt gebracht.
.......................................................................................................... 112
.......................................................................................................... 102d
• Neem uitsluitend de stekker van de adapter vast wanneer u hem in een stopcontact of in dit toestel steekt, of wanneer u hem uittrekt. ..........................................................................................................
• Bewaar batterijen nooit samen met metalen voorwerpen (ballpoints, haarspelden enz.). ..........................................................................................................
103b
• Als u de ME-33 langere tijd niet wenst te gebruiken, verbreekt u het best de aansluiting op het lichtnet. .......................................................................................................... 104
• Tracht te voorkomen dat kabels en snoeren verstrikt geraken. Houd alle kabels en snoeren buiten het bereik van kinderen. .......................................................................................................... 106
• Ga nooit op het apparaat staan en plaats er geen zware voorwerpen op. .......................................................................................................... 107d
• Neem de adapter of de stekkers nooit vast met natte handen wanneer u ze in een stopcontact of in de ME-33 steekt, of wanneer u ze uittrekt. ..........................................................................................................
3
Inhoud Veilig gebruik van dit apparaat .......2 Belangrijkste kenmerken ..................5 Voorzieningen op de panelen............6 Belangrijke opmerkingen ..................8
Andere instellingen ................................................. 27 Over het zwelpedaal (volumepedaal) .................. 28 VOL (volumepedaal)............................................... 28 WAH.......................................................................... 29 RING (Ring Modulator).......................................... 29 PITCH BEND ........................................................... 29
Handige functies en tips ................. 30
Aansluitingen....................................9
Patches kopiëren .................................................. 30
Inschakelen.............................................................. 9
XChg: Volgorde van de User Patches ................. 30
Output Select: optimeren van de weergave ......... 9 Als u niets hoort/als het volume te laag is...........10
Instellingen veranderen – editen ......................... 31
Werken met de ME-33 — Play-mode11
Bijkomende functies van de ME-33 . 33 Gebruik als pedalenbak: Manual-mode .............. 33
Wat is een Patch? ................................................. 11
Bypass: tijdelijk geen effecten gebruiken .......... 33
Patches kiezen ...................................................... 11 Patch-nummers kiezen ............................................11 Banken kiezen ...........................................................11 Patch-groepen kiezen...............................................12 Als er geen andere Patch wordt gekozen .............12
Tuner-functie: gitaar stemmen ............................ 34
Snel editen — Quick Edit..................13
Batterijen vervangen............................................. 38
Meespelen met een CD of MD (AUX IN) .............. 35 Phrase Trainer: moeilijke frasen instuderen ...... 36
Goed om te weten…....................... 38 Fabrieksinstellingen oproepen: Factory Reset .. 38
EZ Tones: geluid kiezen ...................14 Wijzigingen opslaan (Write) ............15 Effecten instellen en gebruiken ........16 GTR SIM (Guitar Simulator).................................. 16 FX1, FX2 ................................................................. 17 COMP (Compressor)................................................17 OD/DS (Overdrive/Distortion).............................18 WAH...........................................................................19 PHASER.....................................................................20 EQ (Equalizer)...........................................................20 HUMANIZER ...........................................................21 GTR AMP (Guitar Amp Simulator) ....................... 22 MOD (Modulation) ................................................. 22 CHORUS....................................................................23 FLANGER..................................................................23 TREMOLO/PAN......................................................24 P.SHIFTER (Pitch Shifter)........................................24 HARMONIST............................................................25 AUTO RIFF................................................................25 DELAY .................................................................... 26 REVERB ................................................................. 26 MASTER ................................................................. 27 NS (Noise Suppressor).............................................27
4
Zwelpedaal kalibreren........................................... 39 Verhelpen van storingen ...................................... 39 Specificaties .......................................................... 40 Index ....................................................................... 41 Fabrieksinstellingen ............................................. 42 Voor uw eigen Patch-instellingen........................ 44 Namen van de voorgeprogrammeerde Patches. 46
Belangrijkste kenmerken Regelaars en groot LC-display voor een eenvoudige bediening Via de zes regelaars kunt u de ME-33 heel intuïtief bedienen. Ze laten namelijk toe om tot zes parameters tegelijk in te stellen – en dat herinnert natuurlijk aan het werken met afzonderlijke effectpedalen. Het display houdt u op de hoogte van de status (aan/uit) van de effecten, de gekozen mode en nog andere instellingen.
Quick Edit Dankzij de Quick Edit-functie kunt u de zes regelaars ook gebruiken voor het instellen van de parameters Gain, Tone, Modulation, Delay, Reverb en Level.
Werkt op batterijen De ME-33 kan ook met zes AA batterijen worden gevoed, zodat u hem echt overal mee naartoe kunt nemen. Voor optredens en studiowerk gebruikt u echter best een optionele adapter.
Volume-/zwelpedaal Het zwelpedaal van de ME-33 kan voor een groot aantal dingen worden gebruikt: als volumepedaal, voor het instellen van de Ring Modulator, als WahWah-pedaal en voor Bending-effecten (tijdelijk veranderen van de toonhoogte).
EZ Tones Maak een keuze uit de 36 voorgeprogrammeerde instellingssets en gebruik die als basis voor uw eigen gitaargeluiden. Nóg sneller werken kan haast niet.
COSM Modeling De ME-33 bevat een COSM Modeling-functie, d.w.z. de door Roland ontwikkelde technologie voor het simuleren van gitaarversterkers (blz. 22), gitaren (blz. 16), Feedback (blz. 18) en nog andere simulaties.
COSM (Composite Object Sound Modeling) Composite Object Sound Modeling (COSM) is een door Roland ontwikkelde technologie voor het simuleren van versterkers, gitaren, microfoons e.d. op basis van een nauwgezette analyse van alle factoren die het geluid beïnvloeden: de onderdelen, het materiaal ervan, de invloed van de luidsprekers op het geluid e.d.
De Guitar Amp Simulator en een Overdrive/Distortion-effect kunnen samen worden gebruikt Als u wilt, kunt u naast de door de COSM-technologie gesimuleerde gitaarversterker ook beroep doen op een Overdrive/Distortion-effect. Qua scheurgeluiden heb u dan ook zowat alles binnen handbereik wat u maar kunt wensen.
Phrase Trainer Met deze functie kunt u fragmenten van een CD, cassette of andere signaalbron via de AUX IN-aansluiting opnemen en als basis gebruiken voor het instuderen van nieuwe riffs en solo’s. Meer bepaald laat de Phrase Trainer (blz. 36) het opnemen van 12 seconden toe die in een lus (dus herhaaldelijk) kunnen worden afgespeeld. Het is zelfs mogelijk om het tempo te verminderen zonder de toonhoogte van het opgenomen materiaal te beïnvloeden.
5
Voorzieningen op de panelen .
BANK ▲-pedaal
Bank-display Display (LCD)
BANK ▲-indicator
Bedieningsknoppen
Zwelpedaal Quick Edit-regelaars
Nummerindicator Nummerpedaal
INPUT-aansluiting PHONES-aansluiting
BANK ▼-indicator
BANK ▼-pedaal
POWER-schakelaar AC-adapteraansluiting Kabelhaak
MicroSaver-veiligheidsslot (
AUX IN-aansluiting OUTPUT R-aansluiting OUTPUT L (MONO)-aansluiting
'1997 Kensington Microware Limited Kensington Microware Limited 2855 Campus Drive San Mateo, CA 94403 U.S.A. Web: www.kensington.com
6
)
MicroSaver and Kensington are registered trademarks of Kensington Microware Limited.
Voorzieningen op de panelen
Alfanumeriek display
Uitgangskeuze
Effectveld
Pedaalfunctie
Effecticoon
Pedaalicoon
Effectnaam Parameternamen
Parameterveld
Copy/Exchange-knop [ COPY/XCHG ] Groepkeuzeknop [ GROUP SELECT ]
Line/Guitar Amp-knop [LINE/G.AMP]
Phrase Trainer-knop [ PHRASE TRAINER ]
Amp/Effect-knop
Pedaalknop [ PEDAL ]
Amp / Effect On/Off-knop [ ON/OFF ]
Tuner-knop [ TUNER ] Exit-knop [ EXIT ]
Manual-knop [ MANUAL ]
Write-knop [ WRITE ]
Bypass-knop [ BYPASS ] EZ Tone-knop [EZ TONE]
Zoals u hierboven ziet, slaan de woorden tussen rechte haakjes ([ ]) op knoppen of andere bedieningsorganen.
7
Belangrijke opmerkingen Lees naast “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 2) ook de volgende punten even door:
Voeding • De ME-33 wordt geleverd met batterijen voor de voeding. Aangezien ze enkel bedoeld zijn om de ME-33 even uit te proberen, gaan ze niet zolang mee als in de handel verkrijgbare batterijen. 304a
• Alvorens de batterijen te installeren of te vervangen moet u de ME-33 uitschakelen en de aansluitingen op alle andere apparaten –en uw gitaar– verbreken. Op die manier bent u er helemaal zeker van dat u bv. de luidsprekers en/of de versterker niet beschadigt. 303a
• In principe werkt u het best met een optionele adapter, omdat de ME-33 betrekkelijk veel stroom verbruikt. Werkt u echter liever met batterijen, dan zou u alkaline-batterijen moeten gebruiken. 302
• Bij lang gebruik van de ME-33 met een adapter wordt deze laatste warm. Dat is volledig normaal en geen reden om u ongerust te maken. 301
• Als u een optionele adapter gebruikt, mag u die niet aansluiten op een circuit waarop u ook andere apparaten hebt aangesloten, die brom of storingen veroorzaken (bv. een elektrische motor of een dimmersysteem). 307
• Alvorens de ME-33 op andere apparaten aan te sluiten moet u ze allemaal uitschakelen. Enkel dan is het namelijk uitgesloten dat u ze, gewoon door iets aan te sluiten, kunt beschadigen.
Opstelling • Als u de ME-33 gebruikt nabij een vermogensversterker (of een ander apparaat met grote transformators), kan er brom ontstaan. Oriënteer de ME-33 dan anders of verwijder hem van de interferentiebron. 354a
Bijkomende voorzorgsmaatregelen • Houd er rekening mee dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren kan gaan ten gevolge van een defect of een foute bediening van de ME-33. Daarom raden we aan om alle belangrijke instellingen ook altijd te noteren. 552
• Jammer genoeg kan het gebeuren dat de data in het interne geheugen niet kunnen worden hersteld wanneer ze eenmaal gewist zijn. BOSS is niet aansprakelijk voor dergelijk dataverlies. 553
• Ga voorzichtig te werk wanneer u de knoppen, regelaars en andere bedieningsorganen of aansluitingen van de ME-33 gebruikt. Ruw omgaan met deze dingen kan defecten veroorzaken. 554
• Sla of druk nooit op het display. 556
• Neem bij het aan- en afkoppelen van de kabels steeds de connector zelf vast – trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u kortsluitingen en schade aan de aders. 558a
• Om uw buren niet te storen houdt u het volume best op een redelijk niveau. U zou ook een hoofdtelefoon op de versterker e.d. kunnen aansluiten, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de mensen rondom u (vooral in de late uren). 559a
• Om de ME-33 te transporteren gebruikt u best de oorspronkelijke verpakking (inclusief opvulling). Anders dient u te zorgen voor een gelijkwaardige verpakking of een degelijke flightcase e.d. 562
• Gebruik voor de aansluitingen enkel kabels van Roland. Andere kabels zouden namelijk een weerstand kunnen bevatten. Let daarom ook op het volgende:
• Gebruik de ME-33 nooit in de buurt van warmtebronnen en laat hem niet in het directe zonlicht staan. Bovendien mag u hem niet in een auto laten liggen waar de zon op staat.
• Kabels van bepaalde fabrikanten bevatten een weerstand die het niveau aanzienlijk kunnen verminderen, zodat het signaal van de ME-33 nauwelijks te horen is. Als u twijfels hebt i.v.m. de kabels, raadpleegt u het best uw dealer of de importeur van het betreffende merk.
355
• Gebruik de ME-33 niet op plaatsen die blootgesteld zijn aan de regen, of in een andere vochtige omgeving.
Onderhoud
Copyright
• Gebruik voor een gewone schoonmaakbeurt een zachte droge doek of een lichtjes met water bevochtigde doek. Gebruik voor hardnekkig vuil een doek met een mild, niet-bijtend schoonmaakmiddel. Veeg de ME-33 nadien goed af met een zachte droge doek.
• Het niet uitdrukkelijk toegelaten gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal voor commerciële doeleinden, verhuur e.d. is bij wet verboden. BOSS kan niet aansprakelijk worden gesteld voor inbreuken op de betreffende wetgeving.
402
• Gebruik nooit benzine, thinner, alcohol of gelijk welk oplosmiddel om verkleuring of vervorming te voorkomen.
8
853
• De ME-33 is niet bedoeld voor onrechtmatig gebruik van auteursrechtelijk beschermd materiaal.
Aansluitingen De ME-33 bevat geen versterker en dus ook geen luidsprekers. U moet hem dan ook op een (liefst stereo) versterker aansluiten of een optionele hoofdtelefoon gebruiken. OPGELET
Om storingen en/of schade aan de luidsprekers en de overige gebruikte apparaten te voorkomen moet u de versterker altijd uitschakelen of zijn volume op de minimumwaarde zetten alvorens de ME-33 aan te sluiten of de aansluitingen te verbreken. Stereo-hoofdtelefoon Electriktr. gitaar CD/MDspeler enz. AC-adapter (BOSS PSA-serie: optie)
Inschakelen Eens u de ME-33 naar behoren hebt aangesloten, moet u hem en de overige apparaten van uw installatie in de juiste volgorde inschakelen. Hanteert u een andere volgorde, kunnen er luide plofgeluiden ontstaan die de luidsprekers e.d. finaal kunnen beschadigen. (CD/MD-speler) ↓ ME-33 ↓ Gitaarversterker/HiFi-keten/Multitrack enz. * Zet het volume van de recorder, de versterker e.d. pas op de gewenste waarde na de ME-33, uw gitaar e.d. aangesloten en de versterker ingeschakeld te hebben. * De ME-33 is uitgerust met een veiligheidscircuit. Na het inschakelen duurt het dan ook even voordat u hoort wat u op uw gitaar speelt.
Multitrack
Gitaarversterkers
* Voor de verbinding van de ME-33 met een mono-versterker moet u er de OUTPUT L (MONO) connector op aansluiten. * Gebruik geen kabels met een weerstand (ook niet voor het aansluiten van een CD/MD-speler op de AUX IN-connector). * Vóór het gebruik van de ME-33 op batterijen leest u het best “Batterijen vervangen” (blz. 38). * Als u liever met een adapter werkt, moet u een adapter van de BOSS PSA-serie gebruiken. Met andere adapters kunt u de ME-33 beschadigen.
* Als u de ME-33 langere tijd op batterijen gebruikt, verschijnt de waarschuwing “BATT L” in het LC-display. Die betekent dat u de batterijen zo snel mogelijk moet vervangen.
Output Select: optimeren van de weergave Om de klankmogelijkheden en de “sound” van de ME-33 optimaal te benutten moet u aangeven op wat voor soort apparaat u hem aangesloten hebt. Druk dus verschillende keren op [LINE/G.AMP] om te zorgen dat het vierkantje (“■”) naast LINE of G.AMP komt te staan.
* Als de ME-33 batterijen bevat, terwijl u er ook een adapter op hebt aangesloten, blijft de ME-33 gewoon werken, wanneer de stroom uitvalt. Zo bent u er betrekkelijk zeker van dat u nog niet gewijzigde instellingen niet verliest. * Draai de kabel van de adapter rond de kabelhaak om te zorgen dat de aansluiting op het lichtnet niet wordt verbroken, wanneer er iemand aan de kabel trekt.
LINE:
G.AMP:
Kies deze instelling, wanneer u met een hoofdtelefoon werkt of de ME-33 rechtstreeks op een mengpaneel/multitrack aangesloten hebt. Kies deze instelling, wanneer u de ME-33 op een gitaarversterker aangesloten hebt.
9
Aansluitingen
Als u niets hoort/als het volume te laag is ●
Ga even na of de aansluitingen kloppen.
●
Kijk hoe het volume op de gitaar, de ME-33, de versterker e.d. ingesteld is. Kies eventueel een hoger volume.
●
Hoort u het signaal wel, wanneer u een hoofdtelefoon aansluit? Is dat het geval, dan is misschien één van de signaalkabels beschadigt, zodat de versterker helemaal niets ontvangt. Het zou echter ook kunnen dat de instellingen van de versterker, het mengpaneel e.d. niet kloppen. Controleer dit nog eens.
●
Hebt u het volume met het zwelpedaal op de minimumwaarde gezet? Als het zwelpedaal helemaal opgeklapt is (d.w.z. wanneer diens voorkant naar boven wijst, terwijl het pedaal dienst doet als volumepedaal (let op de “VOL”-boodschap in het LC-display), dan hoort u niets.
●
Misschien is de Tuner-mode actief (blz. 34)? Zolang dat het geval is, geeft de ME-33 geen signalen weer.
●
Bevat de kabel, waarmee u de CD/MD-speler op de AUX IN-connector hebt aangesloten, een weerstand? Dat kan ertoe leiden dat u het signaal van de CD/MD niet hoort. Gebruik uitsluitend kabels zonder weerstand.
10
Werken met Patches — Play-mode Na het inschakelen kiest de ME-33 automatisch de Playmode. Deze mode hebt u nodig om de ME-33 als effectenbak te kunnen gebruiken. In de Play-mode kunt u met de pedalen de benodigde effectinstellingen (“Patches”) kiezen. Er is echter ook een Manual-mode (blz. 33).
Patches kiezen Voor het kiezen van de benodigde Patch moet u de [GROUP SELECT]-knop en de pedalen BANK ▼, BANK ▲ en 1~3 gebruiken. * Na het inschakelen kiest de ME-33 telkens Bank 1, Nummer 1 van de USER 1-groep.
Wat is een Patch? Tijdens een optreden of repetitie wilt u waarschijnlijk de door BOSS of uzelf voorgeprogrammeerde instellingen gebruiken, zonder ze te veranderen. Dat betekent dat u voor bepaalde nummers andere instellingen nodig zal hebben dan voor andere nummers (bv. een “clean” geluid voor één nummer en een scheurgeluid voor het volgende).
Patch-nummers kiezen Wanneer u pedaal [1] intrapt, licht diens indicator (2) op. Dat betekent dat Patch 1 van de momenteel actieve groep en bank opgeroepen wordt. Met de andere twee pedalen ([2] en [3]) kiest u respectievelijk Patch 2 en 3 van die groep/bank.
De ME-33 biedt verschillende geheugens die dergelijke voorgeprogrammeerde instellingen bevatten. En die geheugens noemen we “Patches”. Patches kunt u via de pedalen oproepen. De ME-33 bevat 60 “User Patches” (met instellingen die u zelf kunt programmeren en overschrijven) en 30 “Preset Patches” (voorgeprogrammeerde instellingen die u niet kunt overschrijven of wissen). In totaal praten we dus over negentig Patches. Die zijn in 3 “groepen” (USER 1, USER 2 en PRESET) van telkens 30 Patches ingedeeld. USER 1 en 2 bevatten de User Patches, terwijl de PRESET-groep de fabrieksinstellingen bevat. De groepen zijn op hun beurt in 10 banken onderverdeeld, die telkens 3 Patches bevatten. Bank 0 Bank 1 Patch Patch
Patch
Patch
Bank 1 Patch Patch
(1)
(2) (1)
(2) (1)
Banken kiezen Met de pedalen BANK ▼ en BANK ▲ kiest u de vorige of volgende Patch-bank. Het nummer van de momenteel gekozen bank verschijnt in het BANK-display (2). (Als u enkel een andere bank kiest, verandert er nog niets aan het geluid. U moet dus nog een Patch kiezen.) * Er zijn tien banken wier nummers met 1~0 worden aangeduid. Na een bank gekozen te hebben moet u één van de nummerpedalen (3) intrappen om een Patch uit de actieve bank te selecteren.
Bank 0
Patch
(2)
(2)
Patch
Bank 0 Bank 1 Patch Patch
Patch
Patch
(3)
(3)
(3)
(1)
* Bij levering bevat de USER 1-groep precies dezelfde instellingen als de PRESET-groep.
11
Werken met Patches — Play-mode
Patch-groepen kiezen Met de [GROUP SELECT]-knop (1) kunt u de benodigde groep (“PRESET”, USER 1” of “USER 2”) kiezen. De benaming van de momenteel actieve groep verschijnt in het LCdisplay. (Als u enkel een groep kiest, verandert er nog niets aan het geluid.) Trap vervolgens een nummerpedaal (3) in om een Patch te selecteren of kies eerst nog de benodigde bank.
(1)
(2)
(3)
(3)
(3)
Als er geen andere Patch wordt gekozen ●
Misschien hebt u de Bypass-functie geactiveerd (blz. 33).
●
Misschien bevindt de ME-33 zich in de Manual-mode (blz. 33).
●
Misschien is de Tuner-functie actief (blz. 34).
●
Misschien is de Phrase Trainer-functie actief (blz. 36).
●
Misschien hebt u de EZ Tone-functie ingeschakeld (blz. 14).
12
Snel editen — Quick Edit Op het frontpaneel van de ME-33 vindt u zes regelaars. Die kunt u gebruiken om bepaalde aspecten van de momenteel geselecteerde Patch te wijzigen.
* Zodra u ook maar één instelling van de gekozen Patch wijzigt, verschijnt in het BANK-display een punt. Zo weet u dat de momenteel gehanteerde Patch-instellingen niet meer overeenkomen met de opgeslagen versie. Vindt u de huidige Patch-versie beter, dan moet u die opslaan (blz. 15) alvorens een andere Patch te kiezen (blz. 11) of de ME-33 uit te schakelen.
Punt
* Bij bepaalde Patches kan het gebeuren dat u een vreemd geluid hoort, wanneer u aan een regelaar draait terwijl uw gitaar nog klinkt.
GAIN: Hiermee kunt u de vervormingsgraad instellen. Draai de regelaar naar rechts als u meer vervorming nodig hebt. Draai hem naar links als u vindt dat de vervorming momenteel wat te sterk is.
TONE: Hiermee beïnvloedt u de helderheid van het geluid (“Treble”). Draai de regelaar naar rechts om het geluid helderder te maken, en naar links als u eerder van een dof geluid houdt.
MODULATION: Hiermee kunt u de modulatie-effecten beïnvloeden (bv. de Chorus-snelheid). Draai de regelaar naar rechts als u een intenser modulatie-effect nodig hebt. Draai hem naar links om het modulatie-effect wat af te zwakken.
DELAY: Hiermee regelt u het echo-effect (herhalingen van het geluid). Draai de regelaar naar rechts om het echo-effect te verhogen, en naar links om het te verminderen.
REVERB: Hiermee regelt u het galmaandeel van het geluid. Draai de regelaar naar rechts als de galm wat luider mag, en naar links als u vindt dat de Patch iets teveel galm bevat.
LEVEL: Hiermee regelt u het algemene volume. Gebruik deze parameter om te zorgen dat de momenteel geselecteerde Patch ongeveer hetzelfde volume heeft als de overige Patches – dat voorkomt nare volumesprongen tijdens het optreden of de repetitie. Draai de regelaar naar rechts om het volume te verhogen, en naar links om het te verminderen.
13
EZ Tones: geluid kiezen Naast de Patch-geheugens biedt de ME-33 nog 36 verschillende vervormingsgeluiden die u als basis voor uw eigen scheurgeluid zou kunnen gebruiken. Die geluiden noemen we “EZ Tones”. Deze voorgeprogrammeerde scheurgeluiden zijn volgens zes muzikale genres (SOUNDs) onderverdeeld, waaronder “Rock” en “Metal” met telkens zes verschillende geluiden (VARIATION) per genre. De bedoeling van deze EZ Tones is dat u in een mum van tijd precies het gewenste versterkergeluid kunt instellen door gewoon één van de voorgeprogrammeerde instellingen te kiezen. Dat werkt dus heel snel.
4
2
3
1
1. Druk op [EZ TONE]. Het EZ TONE-icoontje knippert nu in het LC-display, terwijl het alfanumerieke display “EZ TONE” afbeeldt. 2. Kies met de SOUND-regelaar het gewenste genre. De naam van het gekozen genre verschijnt nu in het LCdisplay: CNTRY: BLUES: ROCK: HARD: METAL: 7STNG:
Country; subtiele vervorming die eerder doet denken aan een “clean” geluid. Blues; een vetter “Crunch”-geluid. Rock; een stevig Rock-geluid. Hard Rock; een betrekkelijk intense vervorming. Heavy Metal; de naam zegt het al. Dit geluid vertoont betrekkelijk veel Sustain. Grunge-geluid met zware vervorming die ook geschikt is voor 7-snarige gitaren.
3. Kies met de VARIATION-regelaar de benodigde instelling van het gekozen genre. Hiermee zou u moeiteloos precies het gewenste scheurgeluid moeten vinden. Per SOUND zijn er zes variaties. Het nummer van de gekozen variatie (1~6) wordt rechts in het alfanumerieke display afgebeeld.
SOUND
14
Variatie
4. Druk op [EXIT] om terug te keren naar de Play-mode. * Door de Play-mode te selecteren roept u niet automatisch het geluid van de laatst gekozen Patch op. Als u de instellingen van die Patch nodig hebt, moet u de Patch opnieuw selecteren (maar dan bent u wel het geselecteerde scheurgeluid kwijt).
Na met EZ Tones een scheurgeluid gekozen te hebben kunt u de sound nog verder naar uw hand zetten door met de Quick Edit-regelaars te werken.
Wijzigingen opslaan (Write) Als u de met EZ Tones en Quick Edit evenals de overige parameters ingestelde wijzigingen later nog eens nodig hebt, moet u ze als User Patch in het interne geheugen opslaan. * Doe dit altijd alvorens de ME-33 uit te schakelen of een andere Patch te kiezen (blz. 11). Anders bent u de laatst doorgevoerde wijzigingen namelijk kwijt.
2
3. Druk nog een keer op [WRITE]. In het alfanumerieke display van de ME-33 knippert nu de boodschap “WRITE” om aan te geven dat uw instellingen in het gevraagde Patch-geheugen worden opgeslagen.
1,3 * Tijdens de opslag worden de instellingen in het gekozen Patchgeheugen overschreven.
2
2
1. Druk op [WRITE]. In het alfanumerieke display knippert nu de boodschap “WRITE->”, terwijl het BANK-display het banknummer toont en een nummerpedaal het geheugennummer van de originele (niet gewijzigde) Patch-versie afbeeldt.
2. Kies het User Patch-geheugen waar u de gewijzigde versie wilt opslaan. * Kies geen ander geheugen als u de originele versie door de nieuwe instellingen wilt vervangen. ●
Kies met [GROUP SELECT] de gewenste Patch-groep (USER 1 of USER 2).
●
Kies met het BANK ▼ of BANK ▲ pedaal de gewenste bank.
●
Trap het nummerpedaal (1~3) van het benodigde Patchgeheugen in.
* Als u de nieuwe instellingen toch niet wilt opslaan, moet u op [EXIT] drukken.
15
Effecten instellen en gebruiken Laten we de effecten van de ME-33 nu één voor één overlopen en de beschikbare parameters bespreken. Parameters “Parameters” zijn de functies en instellingen die het geluid bepalen. In wezen werken ze op dezelfde manier als de regelaars op effectpedaaltjes – alleen zijn ze niet altijd rechtstreeks toegankelijk. Bovendien verschillen de parameters in aard en aantal naar gelang het gekozen effect. * De volgorde van de effecten is vast ingesteld en volgt de meest logische aanpak.
GTR SIM (Guitar Simulator) Dankzij de COSM-technologie kunt u via dit effect zorgen dat uw gitaar helemaal anders klinkt dan normaal (van een Single Coilgeluid een Humbucker- of akoestisch geluid maken enz.).
TYPE
LEVEL 0~100
S -> H
Bepaalt het volume van de Guitar Simulator. Hiermee kunt u zorgen dat uw gitaar “met” en “zonder” Simulator hetzelfde volume heeft.
Maakt van een Single Coil- een Humbucker-geluid.
S -> AG Maakt van een Single Coil- een akoestisch geluid.
H -> S Maakt van een Humbucker- een Single Coil-geluid.
H -> HF Verandert een Humbucker- in een “Half Tone” Single Coil-geluid.
H -> AG Verandert een Humbucking- in een akoestisch gitaargeluid.
16
Effecten instellen en gebruiken
FX1, FX2 FX1 hebt u nodig, wanneer u één van de volgende effecten nodig hebt:
FX2 hebt u nodig, wanneer u met één van de volgende effecten wilt werken:
• COMP (Compressor)
• OD/DS (Overdrive/Distortion)
• OD/DS (Overdrive/Distortion)
• WAH
• WAH
• PHASER
• PHASER
• EQ (Equalizer)
• EQ (Equalizer)
• HUMANIZER
* Het is niet mogelijk om voor FX1 en FX2 hetzelfde effect (bv. OD/DS) te kiezen.
COMP (Compressor) ............................................................................ Dit effect vermindert het volume van luide ingangssignalen en verhoogt het volume van stille signalen, wat voor een gelijkmatiger signaal en dus een langere Sustain zorgt en tegelijk ongewenste vervorming helpt voorkomen. Dit effect is dan ook onmisbaar voor Fusion-solo’s en ritmepartijen die duidelijk moeten “kappen”.
SUSTAIN 0~100 Hiermee bepaalt u hoe lang de aangehouden noten blijven doorklinken. Draai de regelaar naar rechts om een langere Sustain te verkrijgen. Wees echter voorzichtig met grote waarden: naar het einde toe zou de ruis wel eens storend kunnen worden.
EFFECT Met deze regelaar moet u de compressor (COMP) kiezen.
LEVEL 0~100 Met deze parameter kunt u zorgen dat het gitaargeluid “met” en “zonder” compressor even luid klinkt. Zo voorkomt u al te grote volumesprongen.
TONE –50~+50 Hiermee kunt u het geluid helderder of doffer maken. Draai de regelaar naar rechts om de hoge tonen op te halen. Dat maakt het geluid sprankelender. Draai de regelaar naar links als u een eerder rond geluid verkiest.
ATTACK 0~100 Hiermee kunt u zorgen dat de aanslag of het tokkelgeluid extra in de verf wordt gezet. Hoe verder u de regelaar rechts draait, hoe scherper het geluid wordt. Vooral voor funky partijen kiest u het best een betrekkelijk grote waarde.
17
Effecten instellen en gebruiken
OD/DS (Overdrive/Distortion) ............................................................. Deze groep biedt effecten die het geluid min of meer kunstmatig vervormen. Dit soort effect is ook als effectpedaaltje beschikbaar en verschilt enigszins van de versterkersimulatie van de ME-33. Meer bepaald kunnen de hier beschikbare effecten in twee categorieën worden onderverdeeld: Overdrive (OD) en Distortion (DS).
OD (Overdrive): OD, FAT, BLUES Deze effecten zorgen voor een eerder natuurlijke vervorming zoals die bij het oversturen van een buizenversterker optreedt. Ze worden in de regel gebruikt om het geluid al een beetje “op smaak” te brengen alvorens de vervorming met de versterker helemaal af te maken.
DS (Distortion): DIST, METAL, FUZZ Distortion-effecten doen meer dan enkel de vervorming van een versterker nabootsen: ze zorgen voor een behoorlijke portie “scheur” die met name voor Heavy Metal en Grunge belangrijk zijn.
DRIVE 0~100 Hiermee bepaalt u de oversturingsgraad. Draai de regelaar naar rechts voor zwaar vervormde varianten en naar links als u aan een beetje “Crunch” genoeg hebt.
EFFECT Hiermee kiest u het benodigde vervormingstype:
OD (Overdrive) Een milde vervorming die aan de oversturing van een iets oudere gitaarversterker doet denken.
FAT
LEVEL 0~100 Hiermee kunt u zorgen dat het gitaargeluid “met” en “zonder” Overdrive of Distortion even luid klinkt. Zo voorkomt u al te grote volumesprongen.
TONE –50~+50 Hiermee kunt u het geluid helderder of doffer maken. Draai de regelaar naar rechts om de hoge tonen op te halen. Dat maakt het geluid sprankelender. Draai de regelaar naar links als u een eerder rond geluid verkiest.
Een vet overstuurd geluid.
BLUES Een al betrekkelijk krachtige vervorming met een nog steeds gedefinieerd geluid. Dit effect is dan ook bijzonder geschikt voor bluesy solopartijen.
DIST (Distortion) Een “standaard” vervorming voor de meest uiteenlopende stijlen.
METAL Precies de goede vervorming voor Hard Rock en Heavy Metal.
FUZZ Krachtige vervorming met betrekkelijk veel laag – ideaal voor Grunge en Alternative.
18
FEEDBACK 0~100 COSM Feedback Modeling. Hiermee kunt u zorgen dat er zelfs op een betrekkelijk laag volume Feedback optreedt. Hoe meer u de regelaar naar rechts draait, hoe meer uw gitaar begint te “zingen”. * Feedback Modeling berust op een analyse van het binnenkomende gitaarsignaal. Op basis daarvan worden dan bepaalde resonanties aan het geluid toegevoegd. De ME-33 hanteert dus geen “synthetische” Feedback, maar werkt echt op basis van het binnenkomende geluid, wat voor een veel natuurlijkere Feedback zorgt, omdat de ME-33 aan de hand van een rekenkundig model bepaalt hoe de Feedback moet klinken. Bij een laag volume van de versterker of bij gebruik van een hoofdtelefoon zou het kunnen dat er niet zoveel van dit effect overblijft. Anderzijds kan het effect echter ook voor ruis of een vreemd geluid zorgen wanneer u akkoorden of helemaal niets speelt.
Effecten instellen en gebruiken
WAH .................................................................................................. De ME-33 bevat twee WahWah-effecten: AT WAH en T WAH.
AT WAH (Auto-Wah) Ziehier een automatisch, regelmatig weerkerend WahWah-effect dat voor bepaalde toepassingen interessant kan zijn.
RATE 0~100
MAN (Manual) 0~100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het WahWah-effect. Draai de regelaar naar rechts om de snelheid op te voeren.
Hiermee kiest u de frequenties die vooral door het effect worden bewerkt. Draai de regelaar naar rechts om vooral de hoge tonen te bewerken.
EFFECT
DEPTH 0~100
Om de Auto Wah te gebruiken moet u hier “AT WAH” kiezen.
Hiermee bepaalt u de intensiteit van het WahWah-effect (en dus hoe duidelijk het te horen is.
T WAH1, T WAH2 (Touch Wah 1, 2) Kies één van deze twee effecten om het WahWah-effect via de aanslag of de tokkelintensiteit te kunnen sturen. T WAH1: T WAH2:
Hoe harder u aanslaat/aan de snaren trekt, hoe meer de filterfrequentie stijgt (feller geluid). Hoe harder u aanslaat/aan de snaren trekt, hoe meer de filterfrequentie daalt (doffer geluid).
SENS 0~100 EFFECT Om de Touch Wah te gebruiken moet u hier “T WAH1” of “T WAH2” kiezen.
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van het effect voor uw aanslag. Hoe meer u de regelaar naar rechts draait, hoe sneller de WahWah ook op licht aangeslagen noten aanspreekt. * Deze Sensitivity-parameter is niet verbonden met zijn gelijknamige collega’s van het Humanizer- (blz. 21) of Auto Riff-effect (blz. 25).
DEPTH 0~100 Hiermee bepaalt u de intensiteit van het WahWah-effect (en dus hoe duidelijk het te horen is).
19
Effecten instellen en gebruiken
PHASER .............................................................................................. Dit effect zorgt voor een (meestal trage) “beweging” van het geluid dat rond zijn eigen as lijkt te draaien. Een iets “synthetischere” variant hiervan is het Flanger-effect (blz. 23).
RATE 0~100
STEP 0~100
Hiermee bepaalt u de snelheid van het effect. Draai de regelaar naar rechts voor een snellere modulatie.
Hiermee zorgt u dat het geluid in duidelijk hoorbare stappen verandert, wat voor een “speciale” indruk zorgt. Kies de waarde “0” voor vloeiende overgangen.
EEFFECT Kies hier “PHASER” om het gelijknamige effect te kunnen gebruiken.
DEPTH 0–100
MAN (Manual) 0~100
Hiermee bepaalt u de intensiteit van het effect. Draai de regelaar naar rechts om te zorgen dat het “effect” duidelijker hoorbaar wordt.
Hiermee kiest u de frequenties die vooral door de Flanger worden bewerkt. Hoe groter de waarde, hoe hoger het bewerkte frequentiebereik.
RESO (Resonance) 0~100 Hiermee bepaalt u het klankkarakter door de mate van terugkoppeling (volume van het effect dat nog eens wordt bewerkt) in te stellen. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe meer het geluid een eigen leven begint te leiden.
EQ (Equalizer) ..................................................................................... Met dit “effect” kunt u het geluid op de nodige plaatsen (laag, midden, hoog) wat “bijkleuren” en dus voor de gewenste frequentierespons zorgen. Het middengebied is parametrisch: u kunt dus zelf instellen welke middentonen er moeten worden opgehaald of afgezwakt. Als u dit effect aan FX2 toewijst, kunt u bovendien bepalen of de EQ zich vóór (“EQ->”) of achter (“->EQ”) de Guitar Amp Simulator bevindt.
MID.f (middentonen) 315/500/800/1250/2000/3150/5000/8000 (Hz) Hiermee kiest u de kantelfrequentie voor de “MIDDLE”-band. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe hoger de frequentie die vooral wordt bewerkt.
LEVEL –20~+20 (dB) Hiermee stelt u het uitgangsvolume van de EQ in.
EEFFECT Kies hier “EQ” om het gelijknamige effect te kunnen gebruiken.
TREBLE –20~+20 (dB) Hiermee regelt u het volume van de hoge tonen. Wanneer de regelaar zich in het midden bevindt, worden de hoge tonen noch opgehaald, noch afgezwakt. Draai hem naar links om de hoge tonen af te zwakken, en naar rechts om ze op de halen. Dat zorgt voor een sprankelender geluid.
BASS –20~+20 (dB) Hiermee regelt u het volume van de lage tonen. Wanneer de regelaar zich in het midden bevindt, worden de lage tonen noch opgehaald, noch afgezwakt. Draai hem naar links om de lage tonen af te zwakken, en naar rechts om ze op de halen. Dat zorgt voor een steviger geluid.
MIDDLE –20~+20 (dB) Hiermee bepaalt u het volume van de middentonen. Welke frequentie er vooral wordt bewerkt, kiest u met “MIDI.f”. Wanneer de regelaar zich in het midden bevindt, worden de middentonen noch opgehaald, noch afgezwakt. Draai hem naar links om de middentonen af te zwakken, en naar rechts om ze op de halen.
20
Effecten instellen en gebruiken
HUMANIZER ....................................................................................... Dit effect verandert het gitaargeluid in iets dat ergens wel aan een menselijke stem doet denken die klinkers zingt.
HUMAN1 Periodieke overschakeling tussen verschillende klinkers die automatisch begint, wanneer u een noot speelt en dan gewoon doorloopt.
HUMAN2 In dit geval bepaalt u met uw aanslag (hoe sterk u aan de snaren trekt of er met uwe plectrum op slaat) welke klinker er wordt weergegeven. Dit lijkt dan ook op de werkwijze van een T-Wah (zie blz. 19).
RATE 0~100 Hiermee bepaalt u de snelheid van het effect. Draai de regelaar naar rechts voor een snellere modulatie.
PHRASE A-U~A-U Kies hier de twee klinkers tussen dewelke het geluid moet overschakelen. De beschikbare klinkers zijn: a, e, i, o, u.
EEFFECT Kies hier “HUMAN1” of “HUMAN2” om het gelijknamige effect te gebruiken.
DEPTH 0–100
SENS 0~100
Hiermee bepaalt u de intensiteit van het effect. Draai de regelaar naar rechts om te zorgen dat het “effect” duidelijker hoorbaar wordt.
Hiermee bepaalt u de gevoeligheid voor de overschakeling tussen de klinkers via uw aanslag. Hoe meer u de regelaar naar rechts draait, hoe sneller de overschakeling gebeurt. * Deze Sensitivity-parameter is verbonden met zijn gelijknamige collega van het Auto Riff-effect (blz. 25). Hij houdt echter geen verband met de SENS-parameter van het T-Wah-effect (blz. 19)
21
Effecten instellen en gebruiken
GTR AMP (Guitar Amp Simulator) Ziehier een effect dat op de COSM-technologie van Roland berust voor het simuleren van de kenmerken van een gitaarversterker. Aangezien COSM rekening houdt met alle aspecten, die het geluid beïnvloeden, kunt u hier rekenen op een bijzonder realistisch en navenant overtuigend effect. Indien nodig, kunt u dit effect (al dan niet met vervorming) ook combineren met het OD/DSeffect (blz. 18) om een hele waaier aan vervormingsgeluiden te programmeren.
GAIN 0~100 Hiermee bepaalt u de vervormingsgraad (de oversturing van de “voorversterker”). Hoe groter de GAIN-waarde, hoe sterker het geluid vervormt. In sommige gevallen moet u het effectvolume dan met LEVEL verminderen om uw oren niet op te blazen.
LEVEL 0~100 Hiermee regelt u het uitgangsvolume van het Amp Simulator-effect.
TYPE De Guitar Amp Simulator kan zes verschillende versterkertypes simuleren, wat een grote invloed heeft op het geluid.
BASS 0~100 Hiermee regelt u het niveau van de lage tonen.
JC-120 De sound van een Roland Jazz Chorus JC-120, een versterker die bekend staat omwille van zijn prachtig “clean” geluid.
MIDDLE 0~100
TWIN
Hiermee regelt u het niveau van de middentonen.
Het geluid van een Amerikaanse buizenversterker.
MATCH Een “typisch Britse” buizenversterker.
BG STK Een bijzonder populaire versterker in de jaren 1970-80 met een bijzonder nadrukkelijk middengebied.
TREBLE 0~100
MS STK
Hiermee regelt u het niveau van de hoge tonen.
Een Britse versterkertoren die het Hard Rock-geluid van de jaren 1970 nadrukkelijk heeft beïnvloed.
METAL Geluid van een versterkertoren voor Heavy Metal.
• Bij bepaalde TYPEs hoort u helemaal niets meer, wanneer u BASS, MIDDLE en TREBLE op “0” zet. Dat is op de gesimuleerde versterker namelijk ook het geval.
MOD (Modulation) Het Modulation-blok bevat de volgende effecttypes waarvan u er telkens één kunt kiezen. • CHORUS
• HARMONIST
• P.SHIFTER (Pitch Shifter)
• TREMOLO/PAN
• FLANGER
• AUTO RIFF
22
Effecten instellen en gebruiken
CHORUS ............................................................................................. Dit effect zorgt voor een lichte, periodiek gemoduleerde, ontstemming, wat een voller geluid oplevert. Hier gaat het wel degelijk om de beroemde Chorus van BOSS, de vaakst gebruikte Chorus te wereld.
CHO1 (Chorus1) Normaal Chorus-effect. Wanneer u de ME-33 op twee versterkers aansluit (voor stereogebruik), zorgt een uitgekiende mix van het niet bewerkte en het Chorus-signaal voor een overtuigend geluid.
CHO2 (Chorus2) Stereo-Chorus die het linker en rechter kanaal apart bewerkt en op die manier voor een nog voller geluid zorgt.
E.LEVEL (Effect Level) 0~100
RATE 0~100
Hiermee stelt u het volume van het Chorus-signaal (de modulatie) in. Draai de regelaar naar rechts om het Chorus-volume te verhogen. Het geluid wordt dan breder.
Hiermee bepaalt u de snelheid van het effect. Draai de regelaar naar rechts voor een snellere modulatie.
EEFFECT Kies hier “CHO1” of “CHO2” om het gelijknamige effect te gebruiken.
TONE –50~+50 DEPTH 0~100 Hiermee bepaalt u de diepte van de Chorusmodulatie. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe dieper het effect.
Hiermee bepaalt u de klankkleur van het effect. Hoe meer u de regelaar naar rechts draait, hoe helderder het geluid wordt. Draai de regelaar naar links als u eerder van een rond geluid houdt. Dat zorgt dan voor een “analoog” klankkarakter.
FLANGER ............................................................................................ Hiermee zorgt u voor het straaljager-effect dat iets vinniger is dan de eerder (blz. 20) besproken Phaser. Een Flanger wordt vaak gebruikt in de Heavy Metal, maar u vindt beslist nog tal van andere toepassingen.
RATE 0~100 Hiermee bepaalt u de snelheid van het effect. Draai de regelaar naar rechts voor een snellere modulatie.
MAN (Manual) 0~100 Hiermee kiest u de frequenties die vooral door het effect worden bewerkt. Draai de regelaar naar rechts om vooral de hoge tonen te bewerken.
EEFFECT Kies hier “FLANGE” om het Flanger-effect te kunnen gebruiken.
DEPTH 0–100
RESO (Resonance) 0~100
Hiermee bepaalt u de diepte van de Flanger-modulatie. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe dieper het effect.
Hiermee bepaalt u het klankkarakter door de mate van terugkoppeling (volume van het effect dat nog eens wordt bewerkt) in te stellen. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe meer het geluid een eigen leven begint te leiden.
23
Effecten instellen en gebruiken
TREMOLO/PAN ................................................................................... TRMLO (Tremolo) “Tremolo” is een effect dat het volume regelmatig moduleert. Met dit effect kunt u het hele gamma aan Tremolo-effecten gebruiken: van de lichte “bibber” à la Shadows tot een regelmatig wegvallend en wederkerend geluid.
PAN (Auto Pan) Dit Auto Pan-effect is in wezen “maar” een Tremolo die in stereo werkt en het volume van het linker en rechter kanaal om beurten op “0” zet, zodat het geluid tussen het linker en rechter kanaal heen en weer lijkt te springen. Dit hoort u echter maar als u de ME-33 op een stereo-versterker aansluit.
RATE 0~100 Hiermee bepaalt u de snelheid van het effect. Draai de regelaar naar rechts voor een snellere modulatie.
EEFFECT Kies hier “TRMLO” of “PAN” om het benodigde effect te kunnen gebruiken.
DEPTH 0–100 Hiermee bepaalt u de diepte van de volumemodulatie. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe dieper het effect.
P.SHIFTER (Pitch Shifter) ...................................................................... Dit effect transponeert de toonhoogte van uw gitaar. Daar kunt u bv. gebruik van maken om bij alle gespeelde noten een noot te voegen die één octaaf hoger of lager klinkt. Dat zorgt voor een 12-snarig effect. Er bestaat echter ook nog een “intelligente” versie die hier en daar een halve toon hoger of lager gaat dan wat u speelt. Zie de Harmonist (blz. 25). Een Pitch Shifter kan tevens worden gebruikt voor lichte ontstemmingen, wat een vergelijkbaar resultaat oplevert als het werken met een Chorus. De Pitch Shifter levert echter een overtuigender “dubbel” resultaat op.
24
EFFECT
E.LEVEL (Effect Level) 0~100
Kies hier “P SFT” om het benodigde effect te selecteren.
Hiermee kunt u het volume van het getransponeerde signaal instellen.
PITCH –24, –12~–1, DETUNE, +1~+12, +24
D.LEVEL (Direct Level) 0~100
Hiermee kunt u de transpositie in stappen van halve tonen instellen. Het inkomende signaal kan 1 of zelfs 2 octaven hoger/lager getransponeerd worden. Als u geen transpositie nodig hebt, kiest u DETUNE (ontstemming).
Hiermee bepaalt u het volume van het directe (niet getransponeerde gitaargeluid.
Effecten instellen en gebruiken
HARMONIST ....................................................................................... Terwijl een Pitch Shifter elke noot volgens het ingestelde interval transponeert (wat bij de meeste intervallen van minder dan een octaaf hier en daar voor “kroepoek” zorgt), doet de Harmonist dit op basis van de ingestelde toonaard. Als u dus bepaalde noten speelt, wordt de toonhoogte bv. maar een halve toon verschoven, terwijl het eigenlijk een hele zou moeten zijn enz. Hier wordt dan ook “intelligent” getransponeerd, zodat u in uw eentje duo’s kunt spelen. * Aangezien de toonhoogte van de inkomende noten erg belangrijk is, mag u geen akkoorden (twee of meer noten tegelijk) spelen.
E.LEVEL (Effect Level) 0~100 Hiermee kunt u het volume van het getransponeerde signaal instellen.
EFFECT Kies hier “HRMNST” om het benodigde effect te selecteren.
PITCH –16, –8~DETUNE~+8, +16 In tegenstelling tot de Pitch Shifter stelt u hier geen halve tonen, maar “trappen” in. Naast dergelijke trappen kunt u echter ook octaafstappen (±8) en 2-octaafstappen (±16) kiezen.
KEY A~A , AM (Am)~A M (A m) Hiermee stelt u de toonaard in waarop de harmonieën moeten slaan. Kies dus telkens de instelling die overeenkomt met de toonaard van het nummer dat u wilt spelen.
AUTO RIFF .......................................................................................... Dit effect zorgt ervoor dat u, door bepaalde noten te spelen, een volledig frase (“Riff”) start. Zo wekt u de indruk dat u een supersonische solo aan het spelen bent, terwijl u het eigenlijk heel rustig aan doet.
PHRASE 1~16 RATE 0~100 Hiermee regelt u de snelheid van de automatisch afgevuurde frase. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe sneller het allemaal gaat.
Hiermee kiest u de frase, die het Auto Riff-effect speelt. Die keuze hangt in de regel af van het nummer waarin u uw supersonische solo ten gehore wilt brengen.
EFFECT Kies hier “AT RIF” om het benodigde effect te selecteren.
ATTACK 0~100 Hiermee bepaalt u de articulatie van de gegenereerde noten. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe meer het erop lijkt dat elke noot apart wordt aangeslagen. Als u uit bent op een “Tap”-effect, moet u de regelaar naar links draaien.
KEY A~A , AM (Am)~A M (A m) Hiermee kiest u de toonaard voor de automatisch gestarte Riffs (in functie van de Song).
SENS 0~100 Hiermee stelt u de gevoeligheid van het Auto Riff-effect in. Daarmee bepaalt u hoe hard u moet aanslaan om het effect te starten. Stel een betrekkelijk kleine waarde in als het effect al bij zacht aangeslagen noten moet beginnen. • Deze parameter is dezelfde als voor de Humanizer (blz. 21). Door deze waarde te veranderen beïnvloedt u dus ook de gevoeligheid van de Humanizer. De gevoeligheid van het T Wah-effect (blz. 19) is echter niet met deze parameter verbonden.
25
Effecten instellen en gebruiken
DELAY U als gitarist weet natuurlijk wat een Delay is: dit effect zorgt voor herhalingen (ook wel “echo’s” genaamd).
E.LEVEL (Effect Level) 0~120 Hiermee stelt u het volume van het Delayeffect in.
TYPE Kies hier het benodigde Delay-type:
NORMAL Een typisch Delay-effect.
PAN (Panning Delay) Een Delay-effect waarbij de herhalingen afwisselend via het linker en het rechter kanaal worden weergegeven. • Hiervoor moet u de ME-33 in stereo op uw versterker aansluiten.
TIME (x100) 0~2000 ms Hiermee stelt u de eerste twee cijfers van de vertragingstijd in stappen van 100 milliseconden in.
TIME (x100) 0~98 ms Hiermee stelt u de twee laatste cijfers van de vertragingstijd in stappen van 2 milliseconden in. • Met TIME (x100) en TIME kunt u een maximale vertragingstijd van 2000 ms (2 seconden) instellen.
TONE –50~+50 Hiermee bepaalt u de klankkleur van het effect. Hoe meer u de regelaar naar rechts draait, hoe helderder het geluid wordt. Draai de regelaar naar links als u eerder van een rond geluid houdt. Dat zorgt dan voor een “analoog” klankkarakter.
FEEDBACK 0~100 Hiermee stelt u de terugkoppeling in, d.w.z. het volume van het Delay-signaal dat nog eens naar de Delay wordt gestuurd. Dat bepaalt het aantal herhalingen.
REVERB Dit effect voorziet het signaal van galm en wekt de indruk dat u in een zaal e.d. zit te spelen.
E.LEVEL (Effect Level) 0~100 Hiermee stelt u het volume van het Reverbeffect in.
TYPE Kies hier het benodigde galmtype (de akoestiek).
ROOM De galm van een kamer of een club. In ieder geval een kleinere ruimte dan een zaal.
HALL Zorgt voor de galm van een concertzaal of een vergelijkbare grote ruimte. Deze galm heeft ook meer “diepte”.
TONE –50~+50 TIME 0~100 Hiermee bepaalt u de galmduur en dus de “grootte” van de gesimuleerde ruimte.
26
Hiermee bepaalt u de klankkleur van het effect. Hoe meer u de regelaar naar rechts draait, hoe helderder het geluid wordt. Draai de regelaar naar links als u eerder van een rond geluid houdt. Dat zorgt dan voor een “analoog” klankkarakter.
Effecten instellen en gebruiken
MASTER NS (Noise Suppressor) ........................................................................ Dit “effect” zorgt ervoor dat de ruis van uw gitaar e.d. in stille passages (als u niet speelt) niet hoorbaar is. Het is m.a.w. een Noise Gate. Dit effect bewijst zijn grootste nut, wanneer u de Compressor, Overdrive/Distortion en/of de Guitar Amp Simulator gebruikt, omdat die ook het niveau van de ruis ophalen. Deze ruisonderdrukker analyseert voortdurend het volume van de gespeelde noten en werkt daarom op een uitgesproken natuurlijke manier.
THRESHOLD 0 (uit)~100 Hiermee stelt u de drempel in, d.w.z. het volume dat de gespeelde noten minimaal moeten hebben om doorgelaten te worden. Deze waarde stelt u het best in functie van het ruisniveau in. Kies “0” als u de Noise Suppressor liever niet gebruikt. De Noise Suppressor werkt enkel zolang u helemaal niet of te stil speelt. Anderzijds zorgt hij er echter voor dat alle noten natuurlijk uitsterven. * Als u het volume van de gitaar te stil zet, kan het gebeuren dat u zelfs bij een betrekkelijk harde aanslag niets hoort.
Andere instellingen............................................................................. SENS 0~100 Hiermee bepaalt u de gevoeligheid van de ME-33 voor uw aanslag. Dat is met name belangrijk, als u het Humanizer- (blz. 21) en Auto Riff-effect (blz. 25) gebruikt en beïnvloedt dan ook de SENS-parameter van die effecten. Hoe verder u de regelaar naar rechts draait, hoe sneller de Humanizer en het Auto Riffeffect op uw noten reageren. * Deze parameter beïnvloedt enkel de SENS-waarden van het Humanizer- en Auto Riff-effect, maar heeft geen invloed op de gevoeligheid van de T-Wah (blz. 19).
LEVEL (Master Level) 0~120 Hiermee bepaalt u het algemene uitgangsvolume van de Patch.
27
Effecten instellen en gebruiken
Over het zwelpedaal (volumepedaal) De ME-33 bevat verschillende effecten die u via het ingebouwde zwelpedaal kunt beïnvloeden. U kunt telkens één functie aan het zwelpedaal toewijzen – maar die toewijzing geldt dan enkel voor de momenteel gekozen Patch. Voor de overige Patches (blz. 11) kunt u dus zonder meer andere zwelpedaalfuncties kiezen. Zie verder blz. 32. In het pedaalveld van het LC-display komt u te weten welke functie het zwelpedaal momenteel heeft. Let gewoon op de benaming met een “■” ervóór. Als u een effect kiest, verschijnt de naam van dat effect eveneens in het alfanumerieke gedeelte van het LC-display.
* Als u een effect i.p.v. het volume als pedaalfunctie kiest, kunt u het toegewezen effect in- en uitschakelen door het zwelpedaal iets krachtiger in te trappen na de maximale waarde ingesteld te hebben. Als het effect uitgeschakeld is, verdwijnt het pedaalicoontje. Helemaal intrappen
Wees tijdens het gebruik van het zwelpedaal voorzichtig dat u noch uw eigen vingers, noch de vingers van iemand anders kneust. In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om dit apparaat in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken.
VOL (volumepedaal) ........................................................................... Het zwelpedaal dient voor het instellen van het volume. Trap het pedaal in (“BOSS” naar beneden) om het volume te verhogen, en til het pedaal op om het volume te verminderen.
VOL-> Betekent dat de volumefunctie zich tussen GTR SIM en FX1 bevindt. Als het OD/DS- of GTR AMP-blok actief is, verandert u met het pedaal ook de vervormingsgraad.
->VOL Betekent dat de volumefunctie zich achter het GTR AMP-blok bevindt. In dat geval wijzigt u met het zwelpedaal enkel het volume. Dit is dan ook de slimste instelling voor het zwelpedaal, omdat u dan het volume kunt regelen zonder iets aan de sound te veranderen.
28
Effecten instellen en gebruiken
WAH .................................................................................................. Naast de automatische Wah-functies (blz. 19) bevat de ME-33 ook een “echt” WahWah-effect dat u –zoals vanouds– met de voet kunt bedienen. Door het pedaal naar u toe te bewegen verkrijgt u een “oe”-geluid. Trap het naar beneden om een “Wah” te horen.
WAH-> In dit geval bevindt de WahWah-functie zich tussen het GTR SIM- en het FX1-blok. Kies deze instelling wanneer u het elektronische vervormingseffect (OD/DS) gebruikt.
->WAH De WahWah-functie bevindt zich achter het GTR AMP-blok. Dat zorgt voor een nadrukkelijker effect. Kies deze instelling als u een bijzonder opvallend WahWah-effect prefereert.
RING (Ring Modulator)........................................................................ Ziehier een effect dat voor een beïnvloeding van het gitaargeluid door de ingebouwde oscillator zorgt. Daarmee verkrijgt u een blikkerig geluid dat geen duidelijke toonhoogte meer heeft. Door het zwelpedaal in te trappen verandert u de frequentie van de interne oscillator. Dat zorgt voor een op- en neergaand geluid dat moeilijk te omschrijven is. Probeer het gewoon even uit.
PITCH BEND ........................................................................................ In dit geval dient het zwelpedaal voor het tijdelijk veranderen van de toonhoogte, wat ongeveer neerkomt op het gebruik van een vibratohendel. Voor deze functie kunt u kiezen uit één van de volgende vijf effecten:
BEND 1 De toonhoogte kan maximaal één octaaf verhoogd worden.
BEND 2 De toonhoogte kan maximaal twee octaven verhoogd worden.
BEND 3 De toonhoogte kan maximaal één octaaf verlaagd worden.
BEND 4 De toonhoogte kan maximaal twee octaven verlaagd worden.
BEND 5 U hoort het originele gitaargeluid plus een noot die zich maximaal één octaaf daaronder of erboven bevindt.
29
Handige functies en tips In het volgende komt u te weten hoe u uw Patches kunt beheren, hoe u nieuwe Patches programmeert of bestaande nauwkeurig wijzigt enz. Hier gaan we dus de praktische kanten van de ME-33 bekijken.
Patches kopiëren Preset en User Patches kunt u naar gelijk welk ander Usergeheugen kopiëren. Met name voor de Preset Patches heeft dit het voordeel dat u ze kunt editen en de gewijzigde versie kunt opslaan.
1,3 2
* Eens de kopie uitgevoerd is, kunt u de oorspronkelijke inhoud van het geheugen van bestemming niet meer herstellen.
XChg: Volgorde van de User Patches De ME-33 is voorzien van een Exchange-functie die toelaat om de instellingen van twee Patches uit te wisselen.
1,3 2
4
4
1,3 1,3
1,3
1. Kies de te kopiëren Patch. (Zie “Patches kiezen” (blz. 11)). 2. Druk één keer op [COPY/XCHG].
1,3
1. Kies de eerste Patch voor de uitwisseling. (Zie “Patches kiezen” (blz. 11)). 2. Druk twee keer op [COPY/XCHG]. In het alfanumerieke gedeelte van het display knippert nu de boodschap “XCHG->”.
In het alfanumerieke gedeelte van het LC-display knippert nu de boodschap “COPY->”.
3. Kies de tweede Patch voor de uitwisseling. 3. Kies het User-geheugen dat de hierboven gekozen Patch-instellingen eveneens moet bevatten. De Patch van bestemming mag zich natuurlijk in een andere User-groep en bank bevinden (zie blz. 11). * Wilt u de data toch niet kopiëren, dan moet u op [EXIT] drukken. De ME-33 keert dan weer terug naar zijn vorige status. 4. Druk op [WRITE]. In het display knippert nu de boodschap “COPY” om duidelijk te maken dat de inhoud van de eerst gekozen User Patch naar het daarna geselecteerde User-geheugen wordt gekopieerd.
Hierbij kan het natuurlijk ook gaan om een Patch in een andere User-groep (1 of 2) en bank (zie blz. 11). * Wilt u de data toch niet uitwisselen, dan moet u op [EXIT] drukken. De ME-33 keert dan weer terug naar zijn vorige status. 4. Druk op [WRITE]. In het display knippert nu de boodschap “XCHG” om duidelijk te maken dat de Patch-instellingen worden uitgewisseld.
* Dit werkt enkel met User Patches.
* Tijdens het kopiëren worden de instellingen van de Patch van bestemming overschreven.
30
Handige functies en tips
Instellingen veranderen – editen
4. Stel het Patch-volume in. In de regel hebt u er alle belang bij om te zorgen dat alle Patches ongeveer hetzelfde volume hebben. Tenslotte zorgt een vervormer of compressor e.d. soms voor een veel hoger volume, terwijl bepaalde EQ-instellingen het volume drastisch verminderen. En dat is niet echt handig op de bühne.
“Editen” is een term die in de elektronische muziek vaak wordt gebruikt voor het wijzigen van de parameterinstellingen (effect aan/uit, andere galmduur enz.). Hoewel u met de Quick Edit-regelaars in de regel al een heel eind komt (blz. 13), zijn er misschien ook situaties waarin u graag nauwkeuriger te werk gaat. Dat doet u dan als volgt: Parameter- Effectveld icoon
Alfanumeriek gedeelte
1,4,6
(1)
5
(2)
3,6
4
2
1. Kies een effect.
(1) Druk zo vaak op of tot rechtsboven in het effectgedeelte van het display tot de “MASTER”-boodschap begint te knipperen. (2) Stel met de LEVEL-regelaar het gewenste volume in. Voor sologeluiden kiest u uiteraard beter een iets grotere waarde om te zorgen dat uw solo er ook echt uitspringt.
Met en , kunt u de knipperende cursor naar het gewenste effecticoontje brengen. Het door die balk aangeduide effect kunt u vervolgens editen. Wanneer u op of drukt, verhuist niet alleen de editbalk: ook de benamingen van de parameterfuncties, die aan de regelaars toegewezen zijn, veranderen. 2. Schakel het geselecteerde effect in of uit. Met [ON/OFF] schakelt u het geselecteerde effectblok afwisselend in en uit. Wanneer het ingeschakeld is, wordt het bijbehorende icoontje afgebeeld. 3. Stel de gewenste parameterwaarde in. De Quick Edit-regelaars dienen nu voor het editen van de parameters die het geselecteerde effect rijk is. De naam van de laatst geselecteerde parameter knippert in het display, terwijl de waarde ervan in het alfanumerieke gedeelte van het display wordt afgebeeld. * Alvorens de instellingen van een effect te wijzigen schakelt u het betreffende blok het best in. Anders kunt u de parameters namelijk niet eens editen, omdat u de verandering toch niet zou horen.
Als de regelaar zich momenteel niet in de positie bevindt, die overeenkomt met de laatst opgeslagen waarde, dan “doet” hij pas iets wanneer u hem voorbij de opgeslagen waarde draait.
Als u niets hoort/als het volume te laag is ●
Misschien hebt u bepaalde parameters, die het volume eveneens beïnvloeden, op een te kleine waarde gezet. Controleer de LEVEL- en andere volume-instellingen om te kijken welke parameter fout is ingesteld.
* Tijdens het editen verschijnt er rechtsonder in het BANK-display een punt om u erop te wijzen dat minstens één instelling niet meer overeenkomt met de opgeslagen versie van de Patch. Aangezien die wijzigingen verloren gaan, wanneer u een andere Patch kiest of de ME-33 uitschakelt, mag u niet vergeten belangrijke instellingen meteen op te slaan (blz. 15). * Als u de laatste wijziging niet wilt behouden, moet u op [EXIT] drukken om naar de voorafgaande stap terug te keren. * Om weer de opgeslagen instellingen op te roepen (en uw wijzigingen te wissen), moet u de betreffende Patch nog eens selecteren.
31
Handige functies en tips
5. Wijs een effect toe aan het zwelpedaal. Zodra u op [PEDAL] drukt, wordt de naam van het momenteel aan het zwelpedaal toegewezen effect in het alfanumerieke gedeelte van het LC-display afgebeeld. Druk daarna nog een aantal keren op [PEDAL] om het gewenste effect aan het pedaal toe te wijzen. De volgorde luidt als volgt:
6. Geef uw Patch een naam. Na het wijzigen van de instellingen komt u waarschijnlijk bij een Patch uit die u zo goed vindt dat u hem wilt opslaan. Alvorens dat te doen geeft u er echter het beest een naam (NAME) aan. De Patch-namen kunnen maximaal zes tekens bevatten.
(1)
* Als u langer dan 2 seconden wacht alvorens voor de tweede keer op [PEDAL] te drukken, moet u weer minstens twee keer op deze knop drukken om een ander effect te selecteren. * Op blz. 28 en volgende vindt u meer details over de beschikbare effecten. * Wanneer u WAH, RING (Ring Modulator) of PITCH BEND als effect voor het zwelpedaal kiest, wordt ook de momentele status van het zwelpedaal (aan of uit) opgeslagen. Zoals u misschien nog weet, kunt u het effect in- of uitschakelen door het pedaal helemaal in te trappen. Als het effect uit is, wordt het pedaalicoontje niet meer in het display afgebeeld. * Als u geen enkel effect met het zwelpedaal wilt aansturen, moet u “NONE” kiezen. * De toewijzing van het zwelpedaal kan voor elke Patch apart worden ingesteld en opgeslagen (zie ook blz. 11).
(2) (1) Kies met of de “NAME”-parameter. Deze moet rechtsboven in het display knipperen. (2) Kies met de regelaars de benodigde tekens. De zes regelaars bieden toegang tot verschillende tekens. Het is dan ook een goed idee om aan elke Patch een zo duidelijk mogelijke naam te geven, zodat u hem snel terugvindt.
Vergeet niet uw Patch vervolgens op te slaan (blz. 15).
32
Bijkomende functies van de ME-33 Gebruik als pedalenbak: Manual-mode Naast de Play-mode, die u in de regel gebruikt om met de geprogrammeerde Patches te kunnen werken, biedt de ME-33 ook een Manual-mode. In de Manual-mode dienen de voetschakelaars niet meer voor het selecteren van Patches, maar voor het in- en uitschakelen van de effectblokken – dat lijkt dus sterk op het werken met effectpedaaltjes.
Net zoals tijdens het editen in de Play-mode kunt u het GTR SIM- (Guitar Simulator) en REVERB-blok met de gelijknamige knoppen in- en uitschakelen. Ook het zwelpedaal kan op dezelfde manier worden gebruikt als in de Play-mode. 2. Druk nog een keer op [MANUAL] om terug te keren naar de Play-mode. * De instellingen van de Manual-mode worden niet automatisch opgeslagen. Dat moet u dus met de hand doen. Om de Manual-instellingen weer te wissen hoeft u maar een andere Patch te kiezen.
Bypass: tijdelijk geen effecten gebruiken
1,2
Door de Bypass-functie te activeren zorgt u ervoor dat het geluid van de gitaar onveranderd naar de OUTPUT- en PHONES-aansluitingen wordt gestuurd.
1. Druk op [MANUAL] om de gelijknamige mode van de ME-33 op te roepen. In de Manual-mode zijn de nummerpedalen (1~3) aan de effectblokken FX1, FX2 en MODULATION toegewezen, terwijl u met BANK ▼ en BANK ▲ respectievelijk het DELAY- en het GTR AMP-blok in en uit kunt schakelen. De effecten kunt u trouwens op dezelfde manier instellen als tijdens het editen in de Manual-mode. * Wanneer u de Manual-mode oproept, worden de op dat moment gehanteerde instellingen overgenomen en dienen dus als basis voor uw “manueel” gebruik van de ME-33. * Ook het in de Manual-mode ingestelde geluid kunt u in een User Patch opslaan (blz. 15).
Guitar Amp Simulator
1,2 1. Druk op [BYPASS] om te zorgen dat de gelijknamige boodschap in het display verschijnt. De Bypass-functie is nu actief en de ME-33 voegt geen effecten meer toe aan het geluid. 2. Druk nog een keer op [BYPASS] om de effecten weer te kunnen gebruiken.
FX 1
FX 2
Modulation
Delay
De status van de effectblokken kunt u op de volgende manier te weten komen: Aan: Uit:
Effecticoon wordt afgebeeld/pedaalindicator licht op. Effecticoon wordt niet afgebeeld/pedaalindicator is uit.
33
Bijkomende functies van de ME-33
Tuner-functie: gitaar stemmen
3. Sla één van de (open) snaren aan. Speel telkens maar één noot. Het BANK-display beeldt nu de naam van de noot af die zich het dichtst in buurt bevindt bij de stemming van de aangeslagen snaar.
De ME-33 is voorzien van een ingebouwde chromatische stemfunctie, wat dus toelaat om uw gitaar te stemmen zonder ze op een aparte Tuner aan te sluiten. In de Tuner-mode wordt de geluidsweergave tijdelijk uitgeschakeld, zodat u het versterkervolume niet eens op de minimumwaarde hoeft te zetten, wanneer u uw gitaar wilt stemmen.
1,7 * Om een helemaal betrouwbare nootherkenning te garanderen dempt u de overige snaren het best af terwijl u de te stemmen snaar aanslaat. 4. Stem de snaar eerst ruwweg zodat het BANK-display al de juiste nootnaam afbeeldt. In de regel staan de eerste en zesde snaar in “E” gestemd, de vijfde is een “A”, de vierde een “D”, de derde een “G” en de tweede een “B”.
2
1,7
1. Druk op de [TUNER]-knop om de gelijknamige mode te activeren. * U kunt de Tuner-mode ook oproepen door BANK ▼ en BANK ▲ samen in te trappen.
* Indien nodig, verandert het punt rechtsonder in het BANKdisplay in een kruis (#). 5. Vervolg nu met het fijne stemwerk van de aangeslagen snaar. ●
Het alfanumerieke veld in het LC-display houdt u op de volgende manier op de hoogte van uw vorderingen:
2. Stel de referentiefrequentie in. Deze frequentie (de stemming van de A4) kunt u met de PITCH-regelaar instellen. Het instelbereik luidt 435~445Hz. In de popmuziek wordt in de regel 440Hz gehanteerd.
Te hoog
Goed gestemd
Te laag
* Als u op een bepaald moment de referentiefrequentie verandert, is het verstandiger om de Tuner-mode te verlaten alvorens de ME-33 uit te schakelen. Dan wordt de nieuwe referentie namelijk intern opgeslagen.
34
Bijkomende functies van de ME-33
●
U zou echter ook de indicators van de pedalen in de gaten kunnen houden om uit te maken hoe juist/vals de snaar momenteel gestemd staat.
Te hoog
Meespelen met een CD of MD (AUX IN) U kunt zich tijdens het oefenen laten begeleiden door een CD, MD of eender welke andere signaalbron die u op de AUX IN-connector aansluit. * De AUX IN-connector is een stereo Mini-Jack.
Goed gestemd
CD-/MD-speler e.d.
Te laag
6. Herhaal de stappen 3~5 om ook de overige snaren te stemmen.
Om zo snel mogelijk de juiste stemming van een snaar te vinden verdient het aanbeveling om ze aanvankelijk iets te laag te zetten en dan geleidelijk aan naar de juiste frequentie te gaan. * Tijdens het stemmen van een gitaar met vibratohendel merkt u waarschijnlijk dat de ene snaar bij het stemmen van een andere weer vals komt te staan. Om daar zo weinig mogelijk tijd aan te spenderen is het slimmer om alle snaren eerst ongeveer goed te stemmen en vervolgens aan het fijne werk te beginnen.
Het via AUX IN ontvangen signaal wordt aan het gitaarsignaal met effecten toegevoegd. Daar zou u handig gebruik van kunnen maken om met een hoofdtelefoon te oefenen zonder wie dan ook te storen. Wanneer u de ME-33 met een hoofdtelefoon gebruikt of hem op een cassettespeler, HiFi-keten e.d. aansluit, moet u zo vaak op [LINE/G.AMP] drukken tot de LINE-optie geselecteerd is (zie “Aansluitingen” (blz. 9)). * Gebruik nooit een kabel met een weerstand voor het aansluiten van uw CD- of MD-speler op de AUX IN-connector. Dat zou er namelijk voor kunnen zorgen dat het signaal nog nauwelijks te horen is.
7. Druk nog een keer op [TUNER] om de Tuner weer uit te schakelen. * Dat kunt u ook doen door BANK ▼ en BANK ▲ samen in te trappen.
35
Bijkomende functies van de ME-33
Phrase Trainer: moeilijke frasen instuderen
2. Start de weergave van de CD, MD, cassette e.d. en trap pedaal [3] (weergave) in zodra het benodigde fragment begint. De indicator van het pedaal licht op en de opname begint.
De ME-33 bevat een “Phrase Trainer”-functie waarmee u een via de AUX IN-connector ontvangen audiofragment (CD of MD) kunt opnemen (sampelen) en zo vaak kunt afspelen als u maar wilt. U kunt zelfs het tempo veranderen en op die manier zo lang traag oefenen tot u de solo e.d. onder de knie hebt. Daarna kunt u het tempo dan stilaan opvoeren. * Het met de Phrase Trainer opgenomen materiaal wordt gewist, wanneer u de ME-33 weer uitschakelt. In de Phrase Trainer-mode hebben de pedalen de volgende functies: Pedaal 1: Pedaal 2: Pedaal 3: BANK ▼: BANK ▲:
Terugspoelen Voorspoelen Weergave Stop Opname
De Phrase Trainer neemt in mono op. Het fragment kan maximaal 12 seconde lang zijn. In het alfanumerieke display toont een balk hoe ver de opname gevorderd is. Zo weet u op elk moment ongeveer hoeveel u nog kunt opnemen. 3. Druk op het BANK ▼-pedaal (Stop) om de opname te stoppen. * Als u de opname voor de volle 12 seconden laat lopen, wordt ze automatisch gestopt. In dat geval hoeft u dus niet het Stoppedaal in te trappen. 4. Druk op pedaal [3] om de weergave van het opgenomen fragment in een lus te starten. Om de weergave vanaf het begin te starten, moet u eerst op Stop, vervolgens op pedaal [1] (terugspoelen) en tenslotte nog eens op [3] (weergave) drukken. ●
Opname
Terugspoelen
Voorspoelen
Weergave
Als u wilt, kunt u tijdens de weergave vóór- en terugspoelen door de pedalen [1] en [2] te gebruiken.
Stop
Voor de opname moet u de CD-/MD-speler e.d. op de AUX IN-connector aansluiten.
1
5 SPEED
2
3
●
Met de regelaar helemaal links (SPEED) kunt u de weergavesnelheid veranderen. Dat kunt u zelfs tijdens de weergave doen. De ondersteunde snelheden zijn: NORMAL/94%/89%/84%/79%/75%/71%/50%/25%
●
Met de derde regelaar van links (PITCH) kunt u instellen of de toonhoogte eveneens moet veranderen, wanneer u een andere snelheid instelt. FIXED:
1. Druk op [PHRASE TRAINER] om te zorgen dat rechts in het LC-display de “PHRASE TRAINER”-boodschap verschijnt. De BANK ▲-indicator knippert om duidelijk te maken dat de Phrase Trainer nu klaar is voor de opname.
36
PITCH
VARI:
De toonhoogte verandert niet, wanneer u de snelheid wijzigt. De toonhoogte verandert samen met de weergave (zie de tabel).
Bijkomende functies van de ME-33
(Als u “VARI” kiest)
SPEED Normal
Verschil tussen de originele en de nieuwe toonhoogte
Originele toonhoogte
94%
Ongeveer 1halve toon lager
89%
Ongeveer 2 halve tonen lager
84%
Ongeveer 3 halve tonen lager
79%
Ongeveer 4 halve tonen lager
75%
Ongeveer 5 halve tonen lager
71%
Ongeveer 6 halve tonen lager
50%
1 octaaf lager
25%
2 octaven lager
5. Bent u niet tevreden met het opgenomen fragment, dan moet u de weergave met BANK ▼ stoppen en vervolgens BANK ▲ intrappen. De ME-33 is nu weer klaar om op te nemen. * Tijdens het werken met de Phrase Trainer zijn de ruimtelijke effecten (Delay, modulatie, Reverb), het zwelpedaal en het Feedback-effect tijdelijk niet beschikbaar. Dat heeft echter geen invloed op de gebruikte Patch. Zodra u de Phrase Trainer dus weer uitschakelt, werken alle effecten weer zoals voorheen.
37
Goed om te weten… Batterijen vervangen Als u met batterijen werkt, verschijnt op een bepaald moment de boodschap “BATT L” om u er attent op te maken dat u de batterijen moet vervangen. In dat geval moet u 6 AA-batterijen (R6/LR6) in het daarvoor voorziene vak stoppen.
Fabrieksinstellingen oproepen: Factory Reset Indien nodig, kunt u op elk moment weer de instellingen laden die de ME-33 bij levering bevatte. Op de ME-33 heet dit “F RST” (oftewel “Factory Reset”). Voor het laden van de fabrieksinstellingen dient u als volgt te werk te gaan:
2 Wees tijdens het vervangen van de batterijen voorzichtig dat u zich niet aan de wanden in het batterijvak verwondt. * De ME-33 verbruikt betrekkelijk veel stroom. Het verdient dan ook aanbeveling om enkel alkaline-batterijen te gebruiken. * Gebruik nooit oude en nieuwe batterijen door elkaar en let erop telkens batterijen van hetzelfde type te gebruiken. * Let bovendien op de juiste polariteit (“+” en “–” pool) bij het inleggen van de batterijen.
3 1. Schakel de ME-33 uit. 2. Houd [EZ TONE] en weer inschakelt.
ingedrukt, terwijl u de ME-33
In het alfanumerieke gedeelte van het LC-display verschijnt nu de boodschap “F RST”. * Wilt u de fabrieksinstellingen toch niet laden, dan moet u de ME-33 uit- en weer inschakelen. 3. Druk op [WRITE]. In het display knippert nu de “WRITE”-boodschap en de fabrieksinstellingen worden weer geladen. OPGELET
Schakel de ME-33 nooit uit, zolang deze operatie niet voltooid is. Na de fabrieksinstellingen geladen te hebben selecteert de ME-33 automatisch de Play-mode.
Meer details over de fabrieksinstellingen vindt u op blz. 42.
38
Goed om te weten…
Zwelpedaal kalibreren
Verhelpen van storingen
Hoewel het zwelpedaal van de ME-33 in de fabriek zorgvuldig werd ingesteld, kan het na verloop van tijd gebeuren dat het niet meer helemaal accuraat op uw bewegingen reageert.
Als u helemaal niets hoort of als u de indruk hebt dat de ME-33 niet meer naar behoren werkt, controleert u best eerst de volgende punten alvorens te besluiten dat de ME-33 defect is.
Als het dus onmogelijk blijkt om het volume helemaal op “0” te zetten of als u het WahWah-effect niet meer kunt uitschakelen, moet u het pedaal op de volgende manier opnieuw kalibreren: Wees tijdens het gebruik van het zwelpedaal voorzichtig dat u noch uw eigen vingers, noch de vingers van iemand anders kneust. In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om dit apparaat in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken.
Kunt u het probleem met de volgende punten niet oplossen, dan neemt u het best contact op met uw Roland-dealer.
U hoort niets/het volume is te laag ●
Hebt u de ME-33 op de juiste manier aangesloten? Controleer de aansluitingen nog eens.
●
Misschien hebt u een te laag volume ingesteld. Controleer de volume-instelling van de versterker, het mengpaneel e.d.
●
Hoort u het geluid in de hoofdtelefoon? Als dat het geval is, is misschien een aansluitkabel defect. Of misschien hebt u het externe apparaat niet naar behoren ingesteld. Controleer de kabels, de instellingen van de versterker e.d.
●
Misschien hebt u voor een bepaald effect een te laag volume ingesteld. Controleer de “LEVEL”-instelling en andere parameters en zorg dat er nergens een te lage waarde is ingesteld (blz. 31).
●
Misschien hebt u het volume met het zwelpedaal op “0” gezet. Als het zwelpedaal dienst doet als volumepedaal (als “VOL” in het LC-display wordt afgebeeld), kunt u er het volume mee op “0” zetten. En dan hoort u uiteraard niets.
●
Bevindt de ME-33 zich in de Tuner-mode (blz. 34)? In dat geval geeft hij geen signaal weer.
1. Houd de [PEDAL]-knop ingedrukt, terwijl u de ME-33 inschakelt. In het alfanumerieke gedeelte van het display verschijnt nu de “MAX”-boodschap. 2. Trap het pedaal helemaal in (met het BOSS-logo naar beneden) en laat het in die positie, terwijl u op drukt. In het display knippert nu even de “MAX”-boodschap. Vervolgens wordt de maximumwaarde afgebeeld. * Beweeg het pedaal tijdens deze wachttijd niet heen en weer. 3. Druk op
.
4. Trap het zwelpedaal nu nog verder in (met dezelfde druk die u achteraf voor het in-/uitschakelen van de effecten wilt gebruiken). Druk het zwelpedaal zo ver in tot de afgebeelde waarde niet meer verandert. 5. Trek het zwelpedaal nu helemaal naar u toe, en wel zo ver tot de afgebeelde waarde niet meer verandert, terwijl de “hiel” van het pedaal de behuizing van de ME-33 raakt. 6. Druk op
.
In het display verschijnt nu dezelfde boodschap als tijdens het inschakelen van de ME-33. Zodra de Play-mode geselecteerd wordt, is de instelling voltooid.
U kunt geen andere Patches kiezen ●
Misschien hebt u de Bypass-functie geactiveerd (blz. 33).
●
Misschien bevindt de ME-33 zich in de Manual (blz. 33).
●
Misschien staat de Tuner nog aan (blz. 34).
●
Misschien is de Phrase Trainer nog actief (blz. 36).
●
Misschien hebt u de EZ Tone-functie geactiveerd (blz. 14).
OPGELET
Als de ME-33 na het uitvoeren van stap (6) weer naar stap (1) terugkeert, kan dit erop wijzen dat het pedaal defect is. Neem dan contact op met uw Roland- of BOSSdealer.
39
Goed om te weten…
Specificaties ME-33: Guitar Multiple Effects A/D-conversie
Aansluitingen INPUT (1/4”) AUX IN (Stereo Mini-Jack) OUTPUT L (MONO)/R (1/4”) PHONES (stereo Mini-Jack) AC-adapter
AF-methode (*)
D/A-conversie
Voeding
∆ ∑-methode, 24-bits D/A-convertor
DC 9 V: droge batterijen (R6/LR6 (AA)) x 6, Optionele adapter (PSA-serie)
Sampling-frequentie
Opgenomen vermogen
44,1 kHz
160 mA * Verwachte levensduur bij continu gebruik:
Patches 60 (User) + 30 (Preset)
Effecten Guitar Simulator Compressor Overdrive/Distortion Auto Wah T-Wah Phaser Equalizer Humanizer Guitar Amp Simulator Chorus Flanger Tremolo/Pan Pitch Shifter Harmonist Auto Riff Delay Reverb Noise Suppressor <Effecten voor het zwelpedaal> Volumepedaal WahWah Pitch Bender Ring Modulator
Nominaal ingangsniveau INPUT: AUX IN:
–20 dBu –10 dBu
Ingangsimpedantie INPUT: AUX IN:
1 MΩ 47 kΩ
Nominaal uitgangsniveau OUTPUT:
–20 dBu
Uitgangsimpedantie OUTPUT:
2 kΩ
Display 7 segmenten, 1 teken, LED Verlicht grafisch LCD
40
Koolstof: 3,5 uur Alkaline: 12 uur Dit verschilt echter naar gelang de manier waarop de ME-33 wordt gebruikt.
Afmetingen 397,5 (B) x 212 (D) x 63 (H) mm
Gewicht 1,8 kg (met batterijen)
Accessoires Handleiding Droge batterijen (Alkaline: LR6 (AA)) x 6 Roland Service (apart blad)
Opties Adapter (PSA-serie)
* 0 dBu = 0,775 Vrms OPGELET
Wijzigingen van de specificaties en het uiterlijk zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
(*) AF-methode (Adaptive Focus) Dit is een door Roland ontwikkeld conversieprocédé dat voor een veel betere signaal/ruis-verhouding tijdens de A/D- en D/A-conversie zorgt.
Goed om te weten…
Index Cijfers 7STNG ............................................. 14
A A4 ..................................................... Amp Simulator .............................. AT WAH ......................................... Auto Pan ......................................... AUTO RIFF .................................... Auto-Wah .......................................
34 22 19 24 25 19
B Bank ................................................. 11 BLUES ............................................. 14 Bypass ............................................. 33
C CHORUS ........................................ 23 CNTRY ............................................ 14 COMP ............................................. 17 Compressor .................................... 17 COPY ............................................... 30 COSM ................................................ 5
D DELAY ...................................... 13, 26 Distortion ........................................ 18
E Edit .................................................. EQ .................................................... Equalizer ......................................... Exchange ......................................... Expression ...................................... EZ Tone ...........................................
31 20 20 30 28 14
F Factory Reset .................................. 38 Feedback Simulator ........................ 5 FIXED .............................................. 36 FLANGER ...................................... 23 Frase ................................................ 25 FX1 ................................................... 17 FX2 ................................................... 17
G GAIN ............................................... 13 Group ........................................ 11~12 GTR AMP ....................................... 22 GTR SIM ......................................... 16
Guitar Amp Simulator ......................... 22 Simulator ................................... 16
H HARD .............................................. 14 HARMONIST ................................. 25 HUMAN 1/2 .................................. 21 HUMANIZER ................................ 21
K Klinkers ........................................... 21 Kopiëren .......................................... 30
L LEVEL ............................................. 13
M Manual ............................................ 33 MASTER ......................................... 27 METAL ............................................ 14 MOD ................................................ 22 Modeling ........................................... 5 Modulation ............................... 13, 22
N Naam ............................................... 32 NAME ............................................. 32 Noise Suppressor ........................... 27 NS ..................................................... 27 Number ........................................... 11
O OD/DS ............................................ 18 Overdrive ........................................ 18
P P.SHIFTER ...................................... 24 Patch ................................................ 11 Kiezen ........................................ 11 Naam ......................................... 32 PHASER .......................................... 20 Phrase Trainer ................................ 36 PITCH .............................................. 36 PITCH BEND ................................. 29 Pitch Shifter .................................... 24 Play-mode ....................................... 11 PRESET ........................................... 12
R Referentietoonhoogte ................... 34 REVERB .................................... 13, 26 Riff ................................................... 25 RING ............................................... 29 Ring Modulator ............................. 29 ROCK .............................................. 14
S SOUND .......................................... SPEED ............................................. Stem ................................................ Stemmen .........................................
14 36 21 34
T T WAH ........................................... TONE .............................................. TREMOLO/PAN .......................... TRMLO ........................................... Tuner ............................................... T-Wah .............................................
19 13 24 24 34 19
U USER 1 ............................................ 12 USER 2 ............................................ 12
V VARI ............................................... 36 VARIATION .................................. 14 Vocalen ........................................... 21 VOL ................................................. 28 Volume Pedaal ......................................... 28
W WAH ......................................... 19, 29 Write ............................................... 15
X XCHG ............................................. 30 XChg ............................................... 30
Z Zwelpedaal .................................... 28
Q Quick Edit ....................................... 31
41
Fabrieksinstellingen GROUP BANK No.
NAME
GTR SIM TYPE
1
2
3
4
5
1
MTLEAD
2
MOD CH
3
BIG DS
1
SOUTH
2
SMOOTH
3
DLLAAD
1
RCKWAH
2
PBEND
3
WHAAT
1
HUGE
2
STLEAD
3
OCTWAH
1
HEAVEE
2
U-VIB
3
1ST-VH
1
70S ML
FX1
LEVEL EFFECT
parm 1 DRIVE OD 50 SUSTAIN COMP 43 DRIVE FAT 100 MID.f EQ 800 SUSTAIN COMP 50 DRIVE DIST 73 DRIVE OD 50 DRIVE OD 50
parm 2 parm 3 FEEDBACK TONE 0 0 ATTACK TONE 0 0 FEEDBACK TONE 0 0 TREBLE MIDDLE -2 9 ATTACK TONE 70 0 FEEDBACK TONE 0 30 FEEDBACK TONE 0 0 FEEDBACK TONE 0 0
DRIVE v OD 50 0 DRIVE FEEDBACK BLUES 90 0 DEPTH SENS T WAH1 83 100 S→H
S→H
TONE 0 TONE 20
FX2 parm 4 LEVEL 50 LEVEL 57 LEVEL 30 BASS 2 LEVEL 50 LEVEL 40 LEVEL 50 LEVEL 50
parm 5
→ EQ
LEVEL 0
LEVEL 50 LEVEL 30
7
8
9
0
1
2
3
4
5
H → HF
LP→ST
3
BUBBLZ
AT WAH
1
SMLAMP
OD
2
SURFIN
3
SPACEE
1
TXBLUE
2
ST>ACO
3
YUMNWA
1
2FLAT
2
FNGRPK
3
ARBEND
1
WAH LD
2
ARP-C
3
-FOUR
1
VINTBG
100
PHASER
7
8
9
0
42
RATE 70
DEPTH 17 FEEDBACK 0
DEPTH 80
MAN 50 TONE 0
RESO 93
LEVEL 50
MAN 53
STEP 33
TREBLE MIDDLE 5 5
BASS 10
LEVEL -1
→ EQ
MID.f 315 MID.f 315
TREBLE MIDDLE -3 0 TREBLE MIDDLE 6 -20
BASS 10 BASS 20
LEVEL 0 LEVEL 0
FEEDBACK TONE 0 3 TREBLE MIDDLE 1 -9 DEPTH RESO 80 23 TREBLE MIDDLE 7 4
LEVEL 60 BASS 9 MAN 60 BASS 9
LEVEL 1 STEP 0 LEVEL 1
EQ →
MID.f 8000
TREBLE MIDDLE 0 10
BASS -4
LEVEL -3
→ EQ
MID.f 315
TREBLE MIDDLE -3 0
BASS -3
LEVEL 0
T WAH1
S→AG
DRIVE FEEDBACK 50 0 SUSTAIN ATTACK COMP 30 100 DRIVE FEEDBACK DIST 43 0 DEPTH SENS T WAH1 100 50
TONE 0 TONE 0 TONE 20
FEEDBACK 0
TONE 0
OD
100
OD
H → AG
DRIVE 50
SUSTAIN ATTACK COMP 70 50 DRIVE FEEDBACK OD 33 0
LEVEL 50 LEVEL 40 LEVEL 50
→ EQ
TONE -23 TONE 0
LEVEL 57 LEVEL 50
→ EQ
MID.f 315
TREBLE MIDDLE -3 0
BASS 10
LEVEL 0
→ EQ
MID.f 800 MID.f 500 MID.f 315 MID.f 800 MID.f 1250 MID.f 800 MID.f 315
TREBLE 8 TREBLE -8 TREBLE -3 TREBLE 1 TREBLE 0 TREBLE 3 TREBLE -3
BASS 12 BASS 9 BASS 12 BASS 9 BASS 0 BASS 8 BASS 10
LEVEL 0 LEVEL 1 LEVEL 0 LEVEL 1 LEVEL 0 LEVEL -1 LEVEL 0
→ EQ
RIF A-
1
ON TEN
S→H
50
2
JAZZ +
S→H
50
3
60S BOX
EQ →
1
TUBEY
→ EQ
2
CLEAN1
COMP
3
VINFUZ
FUZZ
1
STEREO
2
50ROCK
50
FEEDBACK 0 FEEDBACK 0
TONE 0 TONE 10
LEVEL 50 LEVEL 60
→ EQ
DRIVE FEEDBACK 30 0 DRIVE FEEDBACK FUZZ 100 0 SUSTAIN ATTACK COMP 20 50 DEPTH SENS T WAH1 63 83
TONE 0 TONE 33 TONE 20
LEVEL 30 LEVEL 40 LEVEL 50
→ EQ
2
PHASER
3
PLAY E
OD
1
BD>DLY
BLUES
2
MOD TW
3
HRM-E-
LINEJC
3
MELO*C
1
HAM-C-
2
AC GTR
3
MOTION
1
ERUPTN
2
CLEAN2
3
AMINRF
EQ →
DRIVE 50 DRIVE 7
DIST
STUDIO
LEVEL 50 LEVEL 30
LEVEL 50 LEVEL 37
FUZZ
2
EQ →
TONE 0 TONE 0
ALL FX
1
TONE 0 TONE 17
LEVEL 57
FEEDBACK 0 FEEDBACK 0
FLANGE
BASSWA
SUSTAIN ATTACK 30 100 DRIVE FEEDBACK 100 0
TONE 0
DRIVE 50 DRIVE 73
1
3
SUSTAIN ATTACK 20 100
→ EQ
3
FUZZ A
→ EQ → EQ
COMP
PHASER → EQ PHASER
METAL
→ EQ COMP
SUSTAIN ATTACK 23 70
TONE 0
LEVEL 73
→ EQ → EQ
DRIVE 10 MID.f EQ 315 RATE AT WAH 20 RATE PHASER 10 SUSTAIN COMP 17 DRIVE OD 47 BLUES
S → AG
S→H
93
50
FEEDBACK TONE 0 -3 TREBLE MIDDLE 7 -4 DEPTH MAN 50 90 DEPTH RESO 80 70 ATTACK TONE 70 0 FEEDBACK TONE 0 0
LEVEL 70 BASS -5
→ EQ
MID.f 3150 MID.f 1250
MIDDLE -6 MIDDLE -8 MIDDLE 0 MIDDLE -9 MIDDLE 3 MIDDLE 10 MIDDLE 0
TREBLE MIDDLE 12 5 TREBLE MIDDLE 0 0
BASS 4 BASS 3
LEVEL 0 LEVEL 0
RATE 40 MID.f 800 RATE 27 MID.f 315
DEPTH RESO 60 100 TREBLE MIDDLE 0 3 DEPTH RESO 57 30 TREBLE MIDDLE -3 0
MAN 50 BASS 1 MAN 80 BASS 10
STEP 60 LEVEL 0 STEP 0 LEVEL 0
MID.f 315
TREBLE MIDDLE -3 0
BASS 10
LEVEL 0
MIDDLE -1 MIDDLE -2 MIDDLE 6 MIDDLE 2
GAIN
TREBLE MIDDLE
BASS
LEVEL
METAL
30
50
50
50
63
TWIN
50
50
13
50
70
MS STK
33
60
13
77
63
BG STK
50
50
50
50
53
MATCH
50
50
50
50
80
METAL
50
30
0
100
67
50
MID.f 800 MID.f 1250 MID.f 3150 MID.f 315
TREBLE 2 TREBLE 1 TREBLE 4 TREBLE 0
BASS 5 BASS 0 BASS 9 BASS 14
LEVEL 0 LEVEL 0 LEVEL 0 LEVEL 0
RATE 37 MID.f 800 MID.f 1250 RATE 37
DEPTH RESO MAN STEP 53 37 80 0 TREBLE MIDDLE BASS LEVEL 7 4 9 1 TREBLE MIDDLE BASS LEVEL 0 6 -3 -3 DEPTH SENS PHRASE 60 40 A-I
METAL
100
0
53
57
MS STK
7
60
37
40
80
METAL
77
27
80
100
53
MS STK
23
50
50
50
63
JC-120
50
50
50
50
80
MATCH
40
50
0
33
80
TWIN
50
50
50
50
80
TWIN
33
50
50
50
60
MATCH
50
83
0
50
80
JC-120
27
73
50
37
80
JC-120
73
50
50
50
80
METAL
50
50
50
50
50
JC-120
50
60
40
20
80
MS STK
50
50
50
50
50
BG STK
50
50
50
50
50
BG STK
50
70
40
30
53
MS STK
50
50
50
50
50
MS STK
80
100
100
100
73
JC-120
60
50
60
50
73
MATCH
57
53
0
50
50
TWIN
50
50
50
50
80
JC-120
33
50
50
50
80
MS STK
70
40
100
100
47
TWIN
100
53
50
67
43
JC-120
40
50
50
80
70
JC-120
50
70
50
30
70
MATCH
50
50
0
50
63
TWIN
60
50
57
63
57
METAL
50
50
50
50
57
JC-120
50
60
97
37
80
MS STK
50
50
50
50
57
METAL
80
80
50
53
47
JC-120
50
70
50
50
60
MATCH
100
60
0
70
47
MATCH
100
53
0
70
43
JC-120
50
50
50
50
70
METAL
77
27
80
47
47
MS STK
47
50
50
50
60
LEVEL 5 PHASER
MAN 43 LEVEL 73 LEVEL 50
DEPTH SENS PHRASE 60 40 A-I TREBLE MIDDLE BASS LEVEL -1 3 10 0
LEVEL 0
DIST
LEVEL 50
RATE 40 MID.f 315
BASS 0 LEVEL 57
SO CLN
ANALOG
LEVEL 0
TREBLE MIDDLE 0 3 FEEDBACK TONE 0 7
3
2
BASS 10
MID.f 2000 DRIVE 73
→ EQ
2
1
DEPTH SENS 100 20 MID.f TREBLE MIDDLE 315 -3 0
TYPE
LEVEL 50
100 HUMAN1
S→AG
TONE 23
parm 5 LEVEL 0
MID.f 800
→EQ
USER 2
6
RATE 97 DRIVE 50
FEEDBACK 0
GTR AMP parm 4 BASS 10
→ EQ
DRIVE 37 MID.f → EQ 800 RATE PHASER 37 MID.f → EQ 800
50
parm 2 parm 3 TREBLE MIDDLE -3 0
DRIVE 37
BLUES
50
2
parm 1 MID.f 315
BLUES
→ EQ
USER 1
6
EFFECT
STEP 0
→ EQ → EQ HUMAN1
* Bij levering bevat de USER 1-groep dezelfde Patches als de PRESET-groep. MOD EFFECT
parm 1 RATE CHO 2 30 PITCH P SFT DETUNE RATE CHO 2 30
CHO 2
CHO 2 CHO 2 PAN CHO 2 CHO 2 P SFT
P SFT
RATE 23
RATE 30 RATE 30 RATE 40 RATE 30 RATE 23 PITCH -12
RATE 40
DELAY
parm 2 parm 3 parm 4 parm 5 DEPTH TONE E.LEVEL 50 0 30 D.LEVEL E.LEVEL 100 63 DEPTH TONE E.LEVEL 50 0 30
DEPTH 80
TONE 0
DEPTH TONE 50 0 DEPTH TONE 50 0 DEPTH 50 DEPTH TONE 50 0 DEPTH TONE 50 -23 D.LEVEL E.LEVEL 100 100
E.LEVEL 37
E.LEVEL 30 E.LEVEL 30
E.LEVEL 30 E.LEVEL 87
RATE 67
DEPTH 50
TRMLO
RATE 57
DEPTH 50
FEEDBACK
TONE
E.LEVEL
TYPE
TIME
TONE
NORMAL
550MS
60
0
30
ROOM
10
0
20
NORMAL
550MS
60
0
30
HALL
27
0
NORMAL
550MS
60
0
30
ROOM
30
0
NORMAL
120MS
30
0
NORMAL
480MS
60
NORMAL
450MS
60
NORMAL
550MS
60
CHO 2 P SFT P SFT CHO 2 AT RIF
AT RIF P SFT
CHO 2 AT RIF
CHO 2 CHO 2
P SFT FLANGE
RATE 10 PITCH -5
RATE 27 RATE 80
RATE 30 RATE 27
PITCH -12 RATE 33
LEVEL
SW
EFFECT
40
40
82
ON
→VOL
10
40
40
50
ON
→VOL
13
40
40
82
ON
VOL→
30
40
40
90
ON
VOL→
0
37
40
40
50
ON
→VOL
0
50
40
40
60
ON
VOL→
0
30
40
40
66
ON
WAH→
40
40
100
ON
BEND1
550MS
80
0
50
HALL
33
0
33
50
40
100
ON
RING-M
550MS
60
0
30
HALL
10
0
20
40
40
70
ON
→VOL
NORMAL
550MS
60
0
30
40
40
108
ON
→VOL
NORMAL
400MS
33
-7
37
40
40
70
ON
RING-M →VOL
PAN
2MS
80
7
80
NORMAL
350MS
60
0
30
DEPTH TONE E.LEVEL NORMAL 50 0 30 DEPTH TONE E.LEVEL NORMAL 50 0 30 D.LEVEL E.LEVEL PAN 100 100 D.LEVEL E.LEVEL NORMAL 0 100 DEPTH TONE E.LEVEL PAN 50 0 50 ATTACK KEY SENS PHRASE NORMAL 50 C 40 2
DEPTH 40 ATTACK 20
DEPTH 50 DEPTH 77
TONE 33 KEY AM
TONE 0 TONE 20
D.LEVEL E.LEVEL 73 100 DEPTH RESO 60 50
SENS 40
550MS
30
0
43
40
40
80
ON
HALL
10
0
20
40
40
66
ON
→VOL
HALL
10
0
20
40
40
70
ON
WAH→
ROOM
33
0
10
40
40
80
ON
→VOL
40
40
100
ON
→VOL
HALL
30
0
30
50
40
80
ON
→VOL
40
40
70
ON
→VOL
HALL
33
0
63
40
40
66
ON
→VOL
50
40
40
62
ON
VOL→ VOL→
60
0
30
HALL
50
0
250MS
60
0
20
HALL
20
13
20
40
40
66
ON
550MS
60
0
20
HALL
50
0
20
40
40
100
ON
→VOL
400MS
30
0
30
HALL
10
0
20
40
40
66
ON
→VOL
550MS
60
0
30
HALL
10
-33
20
40
40
100
ON
→VOL
150MS
60
0
20
HALL
33
0
20
40
40
66
ON
→VOL
HALL
40
0
33
40
40
50
ON
BEND 1
40
40
60
ON
→VOL →VOL
450MS
60
0
30
NORMAL
500MS
60
0
30
PHRASE NORMAL 14
550MS
60
0
30
HALL
10
0
20
40
40
80
ON
NORMAL
550MS
60
0
30
HALL
10
0
20
40
40
66
ON
→VOL
40
40
90
ON
→VOL →VOL
E.LEVEL 100 SENS PHRASE 40 2
PAN
30MS
0
7
63
PAN
26MS
0
7
30
NORMAL
156MS
70
0
27
E.LEVEL 57 E.LEVEL 50
MAN 60
HALL
10
-47
17
40
40
30
ON
HALL
10
0
3
40
40
60
ON
→VOL
40
40
40
ON
→VOL →VOL
HALL
10
0
3
40
40
98
ON
ROOM
17
0
30
40
40
100
ON
→VOL
HALL
33
0
20
40
40
40
ON
→VOL
HALL
80
0
33
50
40
100
ON
→VOL
50
40
50
ON
→VOL
NORMAL
30MS
0
0
60
ROOM
20
20
40
50
40
100
ON
→VOL
NORMAL
128MS
27
-23
50
ROOM
50
0
47
50
40
100
ON
→VOL
HALL
100
0
40
50
40
102
ON
→WAH
50
40
70
ON
→VOL
50
40
100
ON
→VOL
50
40
66
ON
VOL→
50
40
100
OFF
BEND 1
50
40
100
ON
→VOL
50
40
62
ON
VOL→
PAN
150MS
50
0
80
NORMAL
100MS
23
0
27 ROOM
AT RIF
TRMLO HRMNST
CHO 2 P SFT CHO 2 CHO 1 CHO 2 HRMNST
PAN P SFT CHO 2 AT RIF
RATE 70
ATTACK 10
RATE 53 PITCH 3
DEPTH 40 KEY E.LEVEL E 100
RATE 30 PITCH -12 RATE 60 RATE 20 RATE 0 PITCH 3
RATE 40 PITCH -1 RATE 37 RATE 77
KEY E
SENS 40
DEPTH TONE E.LEVEL 50 0 30 D.LEVEL E.LEVEL 100 100 DEPTH TONE E.LEVEL 17 0 20 DEPTH TONE E.LEVEL 50 0 100 DEPTH TONE E.LEVEL 10 0 20 KEY E.LEVEL C 100
PEDAL
SENS
NORMAL
PAN
ATTACK KEY 63 C D.LEVEL E.LEVEL 100 40
E.LEVEL NS THRES
NORMAL
NORMAL 550MS RATE 30 RATE 30 PITCH -12 PITCH -2 RATE 30 RATE 77
MASTER
TIME
DEPTH 50
TRMLO
CHO 2
REVERB
TYPE
PHRASE NORMAL 1
550MS
60
0
30
NORMAL
356MS
27
0
13 ROOM
27
7
0
0
20
17
NORMAL
550MS
60
0
30
50
40
50
ON
→VOL
NORMAL
150MS
60
-40
60
HALL
33
0
10
50
40
66
ON
→VOL
NORMAL
550MS
60
0
10
HALL
7
0
13
50
40
66
ON
→VOL
PAN
550MS
20
0
30
50
40
100
ON
VOL→
HALL
33
0
40
50
40
100
ON
→VOL
ROOM
30
0
20
50
40
60
ON
→VOL
50
40
100
ON
→VOL →VOL
NORMAL
DEPTH PAN 50 D.LEVEL E.LEVEL PAN 0 100 DEPTH TONE E.LEVEL NORMAL 60 -10 43 ATTACK KEY SENS PHRASE NORMAL 10 C 40 9
500MS
60
0
30 ROOM
27
3
27
50
40
100
ON
550MS
60
0
40
HALL
33
0
23
50
40
90
ON
→VOL
402MS
43
7
20
HALL
43
-30
60
60
40
70
ON
→VOL
350MS
40
0
43
50
40
60
ON
→VOL
720MS
60
0
20
HALL
33
3
40
50
40
66
ON
VOL→
43
Voor uw eigen Patch-instellingen GROUP BANK No.
NAAM
GTR SIM TYPE
44
LEVEL EFFECT
FX1 parm 1
parm 2
parm 3
FX2 parm 4
parm 5
EFFECT
parm 1
parm 2
parm 3
GTR AMP parm 4
parm 5
TYPE
GAIN
TREBLE MIDDLE
BASS
LEVEL
MOD EFFECT
parm 1
parm 2
parm 3
DELAY parm 4
parm 5
TYPE
TIME
FEEDBACK
REVERB TONE
E.LEVEL
TYPE
TIME
TONE
MASTER E.LEVEL NS THRES
SENS
PEDAL LEVEL
SW
EFFECT
45
Namen van de voorgeprogrammeerde Patches ■ USER 1 (PRESET)
■ USER 2
1-1
MTLEAD
1-1
VINTBG
1-2
MOD CH
1-2
SO CLN
1-3
BIG DS
1-3
RIF A-
2-1
SOUTH
2-1
ON TEN
2-2
SMOOTH
2-2
JAZZ +
2-3
DLLAAD
2-3
60S BOX
3-1
RCKWAH
3-1
TUBEY
3-2
PBEND
3-2
CLEAN1
3-3
WHAAT
3-3
VINFUZ
4-1
HUGE
4-1
STEREO
4-2
STLEAD
4-2
50ROCK
4-3
OCTWAH
4-3
ALL FX
5-1
HEAVEE
5-1
FLANGE
5-2
U-VIB
5-2
PHASER
5-3
IST-VH
5-3
PLAY E
6-1
70S ML
6-1
BD>DLY
6-2
LP→ST
6-2
MOD TW
6-3
BUBBLZ
6-3
HRM-E-
7-1
SMLAMP
7-1
FUZZ A
7-2
SURFIN
7-2
ANALOG
7-3
SPACEE
7-3
BASSWA
8-1
TXBLUE
8-1
STUDIO
8-2
ST>ACO
8-2
LINEJC
8-3
YUMNWA
8-3
MELO*C
9-1
2FLAT
9-1
HAM-C-
9-2
FNGRPK
9-2
AC GTR
9-3
ARBEND
9-3
MOTION
0-1
WAH LD
0-1
ERUPTN
0-2
ARP-C
0-2
CLEAN2
0-3
-FOUR
0-3
AMINRF
46