Inleiding Maarten Camps DNB seminar 12 september 2012
Dames en heren, Ik ben met plezier naar Bussum gekomen, maar dacht wel even: jammer dat dit seminar niet een week later wordt gehouden. Dan had ik u kunnen zeggen wat er in de begroting voor 2013 staat, had ik (misschien) al iets meer details over het zogenaamde septemberpakket kunnen vertellen, en hadden we samen kunnen discussiëren over de gevolgen van de verkiezingsuitslag voor de pensioenen.
Helaas, u zult nog even in onzekerheid moeten leven. Wat er in de miljoenennota staat, mag ik niet vertellen. Aan het septemberpakket wordt nog gewerkt. Wat de uitslag van de verkiezingen wordt, kan ik niet vertellen. (Want) net als u kan ik niet in de toekomst kijken. Of het nu gaat om de verkiezingsuitslag van vandaag, de stand van de rente over tien jaar of de levensverwachting van Nederlanders in 2060, we moeten het doen met verwachtingen, vooruitberekeningen en ons gezonde verstand.
Dat weet u als pensioenfondsbestuurder als geen ander. Als het om pensioenen gaat, moeten we leven met een zekere onzekerheid. Toch hoop ik u vandaag wat meer houvast te bieden. Door te vertellen wat u de komende tijd van ons, van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, mag verwachten. (INVAREN) Pensioenfondsen verkeren in zwaar weer. Dat heeft niet alleen te maken met de financiële markten, maar ook met demografische ontwikkelingen.
Nederland vergrijst en ontgroent. Nederlanders leven steeds langer. Ons pensioenstelsel heeft zwakke kanten, die versterkt moeten worden. In mei heeft het kabinet aangegeven hoe het stelsel toekomstbestendig kan worden gemaakt. Ik kan me voorstellen dat sommigen van u zich (op dit moment) zorgen maken over alle veranderingen die op stapel staan. Pensioenfondsen staan straks (bijvoorbeeld) voor de keus om wel of niet over te stappen op nieuwe contracten. Dat is een hele stap, maar het is geen sprong in het duister. Het is voor u anders dan voor Abel Tasman die de zeilen hees en naar een onbekende wereld achter de horizon vertrok. U wordt ook niet meteen in het diepe gegooid. We gaan eerst droogzwemmen. We gaan een proef houden met enkele fondsen om zicht te krijgen op alle principiële en praktische vraagstukken die horen bij het invaren. Er zal een handleiding - inclusief checklist - worden ontwikkeld. Die moet het pensioenfondsen mogelijk maken om te komen tot adequate analyses en maatregelen om ongewenste herverdelingseffecten te voorkomen. En om gemaakte keuzes goed en gedegen te onderbouwen, zodat voor deelnemers zichtbaar en begrijpelijk is wat er aan hun pensioen verandert, waarom dat gebeurt, en dat dat zorgvuldig gebeurt. Zij moeten er op kunnen vertrouwen dat hun pensioen in goede handen is. Ik verwacht dat deze handleiding aan u, fondsbestuurders, voldoende comfort zal geven om de stap naar het nieuwe pensioencontract te maken. Zoals Abel Tasman de route in kaart bracht voor zeelieden na hem, zo wordt er voor u dus ook een goede routekaart gemaakt. Waarmee u alle klippen kunt omzeilen. Waarmee u veilig kunt invaren. Maar: u staat aan het roer. Niemand wordt gedwongen tot invaren. Die keus is straks aan u.
In onze agenda staat dat er volgend voorjaar een eerste voorstel voor een vernieuwde Pensioenwet klaar moet zijn. Als dat wetsvoorstel vóór de zomer bij de Tweede Kamer wordt ingediend, moet het lukken de nieuwe Pensioenwet en het nieuwe FTK vanaf 1 januari 2014 in te laten gaan. Vanaf dat moment kan er worden ingevaren.
(AGENDA) Maar er komt meer op u af. Naast de nieuwe pensioenwet, met een nieuw financieel toetsingskader, komen er nog drie wijzigingen aan: Eén. De pensioencommunicatie kan en moet beter. Voor de zomer heeft de Tweede Kamer het rapport ‘Pensioen in duidelijke taal’ behandeld. Op basis daarvan zal de pensioenwetgeving flink worden opgeschud. Planning van inwerkingtreding: 1 januari 2014. Twee. Binnenkort verwachten we een advies van de Stichting van de Arbeid over het wettelijk recht op waardeoverdracht. Ook dat zal naar verwachting leiden tot aanpassing van de pensioenwetgeving per 1 januari 2014. Drie. U weet dat de SER advies is gevraagd over enkele wijzigingen van het wetsvoorstel ‘Versterking bestuur pensioenfondsen’, dat bij de Tweede Kamer ligt. (Waaronder invoering van het zogenaamde one tier bestuursmodel.) Het advies van de SER is begin deze week binnengekomen. Ik verwacht dat de minister binnen enkele weken een nota van wijziging naar de Tweede Kamer zal sturen. Wanneer de nieuwe regels ingaan, is vervolgens afhankelijk van de planning van de Tweede en Eerste Kamer.
En daarmee ben ik bij het laatste onderwerp. Het septemberpakket.
(SEPTEMBERPAKKET) Het pakket wordt, zoals de naam al doet vermoeden, nog deze maand naar de nieuw gekozen Tweede Kamer gestuurd. Wat is de achtergrond van dit septemberpakket? Bij ongewijzigd beleid zullen veel pensioenfondsen op korte termijn moeten besluiten tot forse kortingen en premieverhogingen. Tenzij de dekkingsgraden de komende maanden wonderbaarlijk omhoog schieten. Maar dat wonder zie ik niet gebeuren. Dat betekent dat er eind van het jaar een afweging moet worden gemaakt over de uitvoering van de voorgenomen kortingen. De vraag is nu op welke onderdelen die afweging kan worden verbreed. En of pensioenfondsen ruimte krijgen om al vooruit te lopen op veranderingen die op stapel staan. We weten dat er in 2014 wijzigingen zullen zijn in het toetsingskader en in pensioenregelingen. Daarom is het de moeite waard om te bekijken wat daarvan al kan worden toegepast bij de vaststelling van de premies en de kortingen voor volgend jaar. Dat kan kortingen of premieverhogingen voorkomen, die op basis van nieuwe regels misschien niet nodig zouden zijn. En het kan helpen voorkomen om de problemen van fondsen verder te vergroten, zoals die als gevolg van de stijgende levensverwachting. Maar bij het opstellen van het pakket kijken we ook naar de gevolgen van kortingen en premieverhogingen voor de economie, de koopkracht, de lasten van werkgevers en het vertrouwen in het pensioenstelsel. Vertrouwen van alle deelnemers, jong en oud. De uitwerking komt dus later deze maand, maar ik kan u nu al wel vertellen wat de uitgangspunten zijn. De minister heeft voor de zomer met de Tweede Kamer gesproken over dit septemberpakket, en die heeft daarbij nog eens extra aandacht voor deze uitgangspunten gevraagd.
(EVENWICHTIG) Het moet een pakket maatregelen worden, dat het sociale partners en pensioenfondsen mogelijk maakt op een verstandige en verantwoorde manier vooruit te lopen op (eerder aangekondigde) aanpassingen van het financieel toetsingskader. Door in 2013 maatregelen te nemen om de financiële situatie van pensioenfondsen op orde te brengen. En een toename van problemen te voorkomen. Het wordt een evenwichtig pakket. Lusten en lasten moeten evenwichtig over de generaties worden verdeeld. Het is niet de bedoeling dat één generatie – jong of oud – de rekening gepresenteerd krijgt.
Ook macro-economisch gezien moet het een evenwichtig pakket zijn. De maatregelen die pensioenfondsen moeten nemen om orde op zaken te stellen mogen geen onevenredig schadelijke effecten hebben op koopkracht, economische groei en werkgelegenheid. Het korten van pensioenen heeft negatieve gevolgen voor de koopkracht van gepensioneerden. Het verhogen van de premies voor werknemers vermindert hun koopkracht. Het verhogen van de premies voor werkgevers verzwaart hun lasten. Dat is slecht voor het concurrentievermogen en slecht voor de werkgelegenheid. Bovendien zijn de premies historisch gezien al hoog. En het instrument van premieverhoging is - door vergrijzing en ontgroening - behoorlijk bot geworden. Een evenwichtig pakket moet het vertrouwen in het pensioen versterken. Het is van belang om onnodige onrust en onrealistische verwachtingen (zowel positieve als negatieve!) zo snel mogelijk weg te nemen.
(DOEN) Aan de inhoud van het septemberpakket wordt nog hard gewerkt. U kunt wel raden dat we daarbij bijvoorbeeld kijken naar een ultimate forward rate. Maar verwacht niet het onmogelijke. Met techniek kunnen we veel, maar we kunnen pensioenfondsen niet rijker toveren. Pensioenfondsen die in het rood staan, zullen uiteindelijk moeten doen wat noodzakelijk is. Dat is onvermijdelijk. Doen ze dat niet, dan schuiven ze de rekening door naar volgende generaties. Door de ene generatie niet te korten, doet men de andere generatie tekort. Dat mogen we niet laten gebeuren. Pensioenfondsen hebben begin 2009 al extra tijd gekregen voor de uitvoering van herstelpannen (om weer boven de minimale dekkingsgraad van 105 procent te komen). Niet drie, maar maximaal vijf jaar. Twee jaar extra. Het is onverantwoord om het verder door te schuiven. Korten is pijnlijk, maar niet korten vergroot de problemen verder, en ondermijnt het vertrouwen in het stelsel. We weten allemaal dat de stijging van de levensverwachting een fors gat heeft geslagen in de dekkingsgraad van de pensioenfondsen. Afgelopen maandag presenteerde het Actuarieel Genootschap een nieuwe rekening van een stijgende levensverwachting. Daar is bij veel fondsen eenvoudigweg geen geld voor, omdat er nooit premie voor is betaald. Voor hen kan korten van pensioenrechten de enige uitweg zijn. Ik weet dat dat geen leuke boodschap is. Maar ik weet ook dat het goed is uit te leggen aan deelnemers. Juist de stijging van de levensverwachting is een thema dat los staat van alle technische discussies over rekenrente en hersteltermijnen. Een discussie die de problemen waar we voor staan natuurlijk niet oplost.
(EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID) Een evenwichtig septemberpakket. Zo'n pakket kan sociale partners en pensioenfondsen dus helpen, maar het vraagt ook iets van hen. Ik hoop niet dat u alle oplossingen van de overheid verwacht, maar ook uw eigen verantwoordelijkheid neemt. U moet in actie komen. Juist om een collectief en solidair pensioenstelsel voor de lange termijn te waarborgen. Niet door de toezichthouder, de minister en de informateur om pleisters te vragen, maar door zelf de operatiehandschoenen aan te trekken. Sociale partners zouden bijvoorbeeld door aanpassingen die voor 2014 zijn aangekondigd naar voren te halen, premieverhogingen in 2013 kunnen voorkomen. Er is vanuit de overheid niets dat u of de sociale partners belemmert dat soort stappen te zetten. Integendeel!
(VERTROUWEN) Ik heb er alle vertrouwen in dat het u lukt. Het is in het verleden ook gelukt om het pensioenstelsel aan te passen aan nieuwe omstandigheden. Denkt u alleen maar aan de overgang van eindloon naar middelloon. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat het ons dit keer niet zal lukken. Het mag ook worden verwacht van sociale partners en pensioenfondsbestuurders. U bent de stuurlui die weten waarheen ze koersen en die het roer stevig in handen hebben. Ook als de golven hoog gaan. Ik heb er alle vertrouwen in, maar de toezichthouder en mijn minister houden natuurlijk wel een oogje in het zeil. Daar kunt u zeker van zijn.