1
3e jaargang - Nummer 2 - Driemaandelijks december 2009 - januari 2010 - februari 2010 Afgiftekantoor: 9000 GENT X - P708235
H I A F
nieuwsbrief Vernieuwingen in de Corporate Governance Codes voor beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen “Menselijk kapitaal” versus “Arbeidskost”: dilemma of symbiose? A/H1N1-griep: verplichtingen en mogelijkheden om actie te ondernemen voor de werkgever Strategie en politiek in de lokale fiscaliteit Programma-overzicht december 2009 - februari 2010 - maart 2010
2 Hoger Instituut voor Accountancy & Fiscaliteit Kuiperskaai 55/E 9000 Gent www.hiaf.be V.U.: Erik De Lembre
2
Inhoudstafel Woord vooraf
3
Vernieuwingen in de Corporate Governance Codes voor beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen
4
“Menselijk kapitaal” versus “Arbeidskost”: dilemma of symbiose
6
A/H1N1-griep: verplichtingen en mogelijkheden om actie te ondernemen voor de werkgever
11
Strategie en politiek in de lokale fiscaliteit
14
Programma-overzicht Belasting over de toegevoegde waarde Kosten eigen aan de werkgever, beroepskosten en verworpen uitgaven Gebruik van economische knipperlichten in crisistijd Het hersamengesteld gezin - burgerrechterlijke en fiscale aspecten Transfer Pricing Nieuwe adviezen CBN - Update Belgisch Boekhoudrecht Actuele Accounting Topics Wet betreffende continuïteit van de onderneming Investeren in buitenlands onroerend goed Waarderen van ondernemingen Uitkeringen uit de vennootschap Actualia Vennootschappenrecht Overdracht van ondernemingen naar een volgende generatie: successie- en schenkingsrechten Aftrekbaarheid van verliezen geleden in het buitenland na de Wet van 11 december 2008 De nieuwe regels inzake plaats en schuldenaar van de btw IFRS-Update Beleggen binnen of buiten de vennootschap Onroerend goed binnen of buiten vennootschap Belastingvoordelen woning in de personenbelasting en registratierechten Internationale salariëring Fiscale aspecten VZW Ondernemingsgebeuren in het kader van vermogensplanning Knelpuntboekingen grondig bekeken!
16 17 17 18 18 19 19 20 20 21 21 22 22
Leerstoel Jos Willems rond New Business Models
29
Inschrijving
30
23 23 24 24 25 25 26 26 27 27 28
3
Woord vooraf Het nieuwe, inmiddels reeds het tiende werkjaar van het Hoger Instituut voor Accountancy en Fiscaliteit ging eind september 2009 succesvol van start. Een boeiende openingszitting met eminente sprekers bracht het actuele onderwerp van de Corporate Governance Codes onder de aandacht. U vindt verder in deze nieuwsbrief een uitgebreid verslag van de avond en voor de geïnteresseerden onder u, verwijs ik tevens naar het fotoverslag op de website van ons Instituut. Intussen zaten we echter niet stil. Op 22 oktober 2009 ging het geslaagde symposium door, waarop de kredietrelatie tussen banken en KMO’s in de kijker werd gezet vanuit beide perspectieven. Deelnemers stapten buiten met heel wat tips & tricks om in hun dagdagelijkse relatie toe te passen. Wat kunt u verder nog in dit nummer terugvinden? Enkele artikels met nadruk op het sociale luik in onze ondernemingen. Hoe reageren bij een griepepidemie? Welke mogelijkheden, maar vooral, welke verplichtingen heeft u als werkgever ten opzichte van uw personeel en andersom? Is het personeel in uw onderneming louter een arbeidskost of spreekt u veeleer van menselijk kapitaal? In welke mate is er sprake van een dilemma of symbiose? Ook onderzoeksresultaten komen aan bod. Recent doctoraatsonderzoek toont aan dat de Vlaamse lokale fiscaliteit ook door politieke én strategische belangen wordt gestuurd. Een samenvattende neerslag van deze studie legt de onderliggende determinanten voor u bloot. Vanzelfsprekend werd behalve de artikels ook een rijk aanbod aan seminaries voor u gepland. In het najaar verwelkomen wij graag de kandidaat accountants en belastingconsulenten op onze sessies BTW. Waarbij ook de nieuwe regels inzake plaats en schuldenaar van BTW aan bod zullen komen. Dit laatste onderwerp wordt ook in een afzonderlijk seminarie ten gronde besproken. ‘Crisis’ is nog steeds een modewoord. Het mag dan ook niet verbazen dat seminaries als ‘Het Gebruik van economische knipperlichten in crisistijd’ en ‘Wet op de continuïteit van de onderneming’ brandend actueel blijven. Om verder up to date te blijven zijn er de seminaries als ‘Nieuwe adviezen CBN’, het ontbijtseminarie ‘Actuele Accounting Topics’, de halfjaarlijkse ‘IFRS-Update’, en nieuw in het aanbod; een sessie ‘Actualia Vennootschappenrecht’. Eveneens nieuw zijn ‘Transfer pricing’, ‘Het hersamengesteld gezin – burgerrechterlijk en fiscale aspecten’, ‘Due diligence en waardebepaling’ en ‘Uitkeringen uit de vennootschap – fiscaal – juridisch- boekhoudkundig’. Niet nieuw, maar daarom zeker niet minder interessant zijn onze fiscale klassiekers als ‘Kosten eigen aan de werkgever, beroepskosten en verworpen uitgaven’ en ‘Beleggen binnen of buiten de vennootschap (De spaarpotvennootschap)’. Ook de seminaries met een internationaal tintje mag u niet vergeten: ‘Investeren in buitenlands onroerend goed’, ‘Aftrekbare verliezen in het buitenland’ en ‘Internationale salariëring’. Verder zijn ook ‘Overdracht van ondernemingen naar een volgende generatie’ en ‘Onroerend goed met of zonder vennootschap’, net als alle andere bovenstaande opleidingen stuk voor stuk voor u samengesteld en geselecteerd. Wij hopen u dan ook binnenkort op één van deze opleidingen te verwelkomen. Em. prof. dr. Erik De Lembre
4
Vernieuwingen in de Corporate Governance Codes voor beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen Op dinsdag 29 september 2009 opende het Hoger Instituut voor Accountancy en Fiscaliteit plechtig het tiende werkingsjaar met een uiteenzetting over de vernieuwingen in de Belgische Corporate Governance Codes voor beursgenoteerde en niet-beursgenoteerde ondernemingen in België. Mr. Jozef Lievens besprak in zijn betoog de vernieuwingen die sinds 12 maart 2009 in de nieuwe Belgische Corporate Governance Code, die de editie van 2004 vervangt, werden opgenomen. Hierbij werd ruim aandacht besteed aan de vier fasen waarin een onderneming zich in het kader van governance kan bevinden. In een eerste fase is het van belang dat maatschappelijk verantwoord ondernemen centraal staat. Deugdelijk ondernemen is een must die bedrijven in hun midden moeten stellen. Het is dan ook van betekenis dat de Code als eerste een afzonderlijk hoofdstuk over maatschappelijk verantwoord ondernemen bevat. Deze manier van ondernemen dient onderbouwd te worden door aan continu proces, waarin steeds overleg wordt gepleegd met verschillende stakeholders van de onderneming. Er is nood aan echt ‘stakeholdersmanagement’. In de daaropvolgende fase staat de Raad van Advies in het centrum van de onderneming, een nieuw concept dat gelanceerd is in Code Buysse II, en toont aan dat strategie in de onderneming niet onbeduidend is. Deze evenwichtig samengestelde Raad moet aandacht hebben voor een langetermijnvisie, waarbij deze visie tevens op de voorgrond treedt. De Raad van Advies, die geen beslissende functie heeft maar hoogstens aanbevelingen doet, fungeert als een denktank en klankbord. De Raad, die zowel interne als externe, complementaire leden telt, steunt eveneens op onafhankelijkheid van zijn leden. In principe dienen minstens twee externe adviseurs opgenomen te worden, die geen externe opdrachten van de onderneming aanvaarden, geen belangen hebben in een concurrerend bedrijf, noch een meldingsplicht hebben aan de Raad van Advies bij belangenconflicten. Vervolgens is er in een derde fase nood aan een actieve Raad van Bestuur. Een evenwichtige samenstelling van de Raad van Bestuur, waarin bestuurders zetelen met verschillende bekwaamheden, kennis en ervaring, zorgt voor een zo optimaal mogelijk beslissingsproces binnen de onderneming. De onafhankelijkheid wordt gewaarborgd door niet-uitvoerende of externe bestuurders op te nemen. Bij de comités, opgericht binnen de Raad van Bestuur, gaat men eveneens uit van dit principe. Hierbij is het van belang dat de
5
rechten maar ook de plichten van de bestuurders en de voorzitter niet worden onderschat. De juiste ethische instellingen, vanuit het beschikken over de noodzakelijke competenties én tijd zijn cruciaal voor een áctieve deelname aan de Raad van Bestuur. Een vierde, en laatste fase vestigt de aandacht op een verdere uitbouw van bestuursorganen, in bijzonderheid de aandacht voor controle- en risicobeheer. Het is de taak van de Raad van Bestuur om de politiek inzake risicobeheer te bepalen. Er is een onmiskenbare nood aan controleorganen en –procedures die fungeren binnen de onderneming als interne controle systemen. Vervolgens werd door de voorzitter van het Beroepsinstituut voor Boekhouders en Fiscalisten, Dhr. Etienne Verbraeken, de rol van de externe adviseur in deze toegelicht. Niet alleen is het de rol van deze adviseur om zijn cliënt te overtuigen om de stap naar behoorlijk bestuur te zetten, het bijstaan bij de toepassing ervan is van minstens even groot belang. Daar men nog altijd best kan overtuigen door wat men verkondigt zelf toe te passen, ‘practice what you preach’, mag het niet verbazen dat ook in deze context dit samen met cijfermatige ondersteuning uit het eigen vakgebied de sleutel tot een deskundige en kwalitatief hoogstaande dienstverlening zal vormen. Dhr. André Bert, voorzitter Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten , behandelde de onafhankelijke bestuurder in het kader van de Corporate Governance. De evolutie in het begrip onafhankelijkheid blijkt duidelijk wanneer de criteria hieromtrent uit de Code Lippens, versie 2004, met de huidige code wordt vergeleken. Tevens kan het woordelijk overnemen van de op 17 december 2008 gewijzigde vennootschappenwet en geschrapte onafhankelijkheidsnotie van art. 524 §4 W. Venn., nu opgenomen in artikel 526 W. Venn., dit staven. Precair blijft alles wat de vergoeding van de (onafhankelijke) bestuurders betreft. Dat excessiviteit niet is aangewezen, hoeft in het licht van de actualiteit geen betoog. Evenwel moet het mogelijk blijven om met de vooropgestelde remuneratie mensen te motiveren en behouden voor deze taak. De wetgever meent dan echter weer deze ‘soft law’ in wetgeving, ‘hard law’ te moeten omzetten, wat helemaal niet noodzakelijk is voor het creëren van een draagvlak over deugdelijk bestuur. Afsluitend, behandelde Dhr. Pierre P. Berger de positie van het auditcomité in de Code 2009. Waarbij naast reeds eerder aangehaalde elementen, de ‘best practices’, het meer in detail bespreken van de verschillende wettelijke functies van het auditcomité, de link met SOX-light en de verduidelijking en aanvulling van het wettelijke kader, werden benadrukt.
Els De Wielemaker en Liesbet Van de Velde, op basis van de uiteenzetting van Dhr. J. Lievens, Dhr. E. Verbraeken, Dhr. A. Bert, Dhr. P.P. Berger tijdens de plechtige opening van het HIAF d.d. 29 september 2009.
6
“Menselijk kapitaal” versus “Arbeidskost”: dilemma of symbiose ?
De voorbije jaren is er reeds heel wat inkt gevloeid over het begrip “Human Capital”. Als je eens gaat googelen kom je op meer dan 75.000.000 hits. Laat me beperken tot één definitie, namelijk deze van “menselijk kapitaal” op Wikipedia: “Menselijk kapitaal is de verzameling van de knowhow binnen een organisatie. Deze kennis wordt gedragen door de medewerkers van de organisatie, en kunnen een – moeilijk te vervangen – competitief voordeel voor de organisatie betekenen.” Een even mooie definitie over arbeidskosten heb ik niet gevonden. De meest beknopte is deze uit www.mijnwoordenboek.nl: “Kosten gemaakt ter verkrijging van inkomen uit arbeid” Meestal krijg je eerder een opsomming van wat allemaal onder arbeidskosten wordt verstaan nl. loon, extralegale voordelen, andere kosten door een werkgever gemaakt ten behoeve van medewerkers (kantine, kledij,…) alsmede extra taksen & kosten gerelateerd aan arbeid (patronale RSZ, sociaal secretariaat, recruteringskosten,…). In dit artikel willen we nader ingaan op de impact van beide begrippen op de besluitvorming van ondernemingen. In welke mate kan de ontwikkeling van “menselijk kapitaal” in Vlaanderen een tegengewicht vormen voor onze hoge “arbeidskosten”? Is dit mogelijk met onze huidige economische activiteiten in de industriële en dienstensector? Of moeten we nieuwe markten aanboren? Strategische keuze Vlaanderen Vlaanderen moet een “kenniseconomie” worden! Reeds meer dan 25 jaar volgen verschillende initiatieven elkaar op: DIRV, Flanders Technology, Vlaams Agentschap Ondernemen, Vlaams Innovatienetwerk, Flanders District of Creativity,… Iedereen in Vlaanderen is ervan overtuigd dat de ontwikkeling van kennis en innovatie noodzakelijk is om de economische welvaart van Vlaanderen minstens te behouden en, als het even kan, nog verder te ontwikkelen… De kenniseconomie moet de achteruitgang van de industriële economie compenseren. Onze grote troef moet ons “menselijk kapitaal” worden! Vlaanderen staat niet alleen in deze keuze. Europa heeft zich een aantal jaren terug ook de ambitie aangemeten om tegen 2010 uit te groeien tot de meest innoverende wereldregio. Dat heeft de Europese ministerraad vertaald in de doelstelling tegen 2010 3% van het gezamenlijk BBP (Bruto Binnenlands Product) van de Europese Unie aan onderzoek en ontwikkeling te besteden. Hiervan dient 2% te worden ingevuld door bedrijven en 1% door de overheid. Meer nog, andere gevestigde en opkomende economieën, hebben gelijkaardige ambities. De Verenigde Staten, Japan en Zuid-Korea lagen in 2005 qua inspanningen in O&O al boven de EU en ook China gaat pijlsnel omhoog. Keuze van de ondernemingen Ook ondernemingen maken strategische keuzes en ze laten zich daarbij leiden door verschillende criteria. Met de zware financiële en economische crisis van de voorbije maanden lag de nadruk vooral op “kostenbeheersing” en bij arbeidsintensieve activiteiten kom je automatisch uit op beheersing van de “arbeidskosten”.
7
De afbouw van de industriële sectoren als metaal & textiel in de voorbije 20 tot 30 jaar, en vooral dan de autoindustrie in de laatste jaren, hebben ons doen inzien dat de waarde van ons “menselijk kapitaal” in deze sectoren niet voldoende weegt in het besluitvormingsproces van deze ondernemingen. Het argument tot sluiting of delokalisatie is vaak dat de “arbeidskosten” in ons land niet opwegen tegen deze van landen in Oost-Europa en het Verre Oosten. Daar wordt bovendien een belangrijke nieuwe afzetmarkt aangeboord. Een aantal sectoren zoals de chemische nijverheid of de farmaceutische sector blijven nog in zekere mate gespaard. Dat is enerzijds omdat de “arbeidskost” in de totale kost van dergelijke ondernemingen relatief beperkt is en anderzijds de vrij belangrijke R&D activiteiten (dus “human capital”…) binnen een aantal van deze ondernemingen. Toch moeten we ook vaststellen dat ook deze ondernemingen, naar aanleiding van de crisis, in de voorbije maanden herstructureringen met jobverlies hebben ondergaan. We zien de voorbije maanden en jaren ook gloednieuwe chemische fabrieken ontstaan in het Verre Oosten. Bij ons in Vlaanderen blijft het eerder stil… Als je alles op een rijtje zet, moet je vaststellen dat “arbeidskosten” een enorm belangrijke factor speelt in de economische bedrijfsvoering. De beschikbaarheid van ons “menselijk kapitaal” in Vlaanderen en de inspanningen om deze verder te ontwikkelen, hebben ongetwijfeld een matigend effect. Maar de expertise moet al heel specifiek & waardevol zijn om bijkomende activiteiten of investeringen aan te trekken. Onze biotechnologie is zo’n sector, maar vele van deze ondernemingen zaten de voorbije jaren met financiële ademnood. De R&D inspanningen nemen vaak jaren in beslag en bieden niet noodzakelijk garantie op succes. De financiële reserves worden daarom vrij snel opgeconsumeerd en het zijn de grote internationale farmaceutische concerns die ze financieel komen bijspringen in ruil voor de opgebouwde expertise & kennis. Moeten we nu huilen of kunnen we echt een verschil maken ? Als je alles op een rijtje zet, klinkt dit verhaal vrij depressief. Her en der hoor je dan ook stemmen dat Vlaanderen & België binnen 10 tot 20 jaar dreigt weg te zakken tot het niveau van een ontwikkelingsland. Het is duidelijk dat de weegschaal met aan de ene zijde “arbeidskost” en aan de andere zijde ons “menselijk kapitaal” niet langer in balans is. Illustratief is dat in het laatste competiviteitsrapport 2009-2010 van het Wereld Economisch Forum België terug te vinden is op een 87ste plaats op 133 landen wat betreft het criterium “pay & productivity”. Voor “extent & effect of taxation” is dit zelfs plaats 130. En toch hoeft het niet slecht af te lopen. Hadden we naast de gebreken geen opportuniteiten dan was het inderdaad hopeloos. Maar we hebben vele talenten in Vlaanderen die we kunnen kapitaliseren en zelfs verder ontwikkelen. En ook voor gebreken zijn er oplossingen… Wat kan ik als onderneming doen ? De expertise van de gemiddelde werknemer in Vlaanderen mag als heel hoog worden ingeschat. Vele medewerkers beschikken over een unieke mix aan competenties: technische kennis, talenkennis, hoge werkethiek, gezond boerenverstand & flexibiliteit. Dit zijn competenties die we vanzelfsprekend vinden maar meten we ze voldoende? Cultiveren we ze verder? Communiceren en verkopen we ze ook? Arbeidskosten zijn cijfers en deze kan je vergelijken over de grenzen heen. De hierboven opgesomde competenties zijn meer gevoelsmatig en bijgevolg moeilijker aan te tonen en te vergelijken. Nochtans belet niets ons om deze ook proberen te meten. Het gebruik van een “balanced scorecard” hoeft niet uitsluitend te gaan over financiële performantie, maar ook niet-financiële prestatie-indicatoren kunnen en moeten zelfs aan bod komen.
8
Het zijn Kaplan & Norton zelf, de grondleggers van de “balanced scorecard”, die absolute voorstander zijn van een geïntegreerde prestatiemeeting. Meer dan 10 jaar geleden hebben ze hun visie voorgesteld in hun boek ‘The Balanced Scorecard: Translating Strategy into Action’. Naast de financiële parameters, die vooral rapporteren over het verleden, pleiten ze voor 3 andere invalshoeken: a. b. c.
Het meten van klanttevredenheid Het meten van de interne bedrijfsprocessen Het meten van ontwikkeling en groei van medewerkers
Intussen is het gebruik van “balanced scorecards” een courant instrument geworden in de bedrijfsvoering, maar het is toch opmerkelijk dat de focus vooral ligt op het meten van de financiële performantie. Qua klantentevredenheid worden ook regelmatig tevredenheidsonderzoeken gedaan. En vooral in tijden van crisis worden ook de bedrijfsprocessen nauwkeurig onder de loupe genomen met procesoptimalisaties of zelfs BPR’s (Business Process Reengineering) tot gevolg. Het meten van ontwikkeling en groei van medewerkers is echter in vele organisaties eerder minimaal. HR-indicatoren als onderdeel van “balanced scorecards” beperken zich vaak tot “evolutie loonkost”, “absenteïsme”, “verloop & attritie”, “leeftijdspiramides”, “aantal werknemers per personeelscategorie & klasse”, “jaren dienst”, “mannen-vrouwen”. Al iets meer in de buurt van het meten van ontwikkeling en groei zijn “aantal uren training & type training” of “opleidingsniveau van de werknemers”. We trekken niet in twijfel dat alle bovenstaande indicatoren hun waarde hebben, maar je kan bezwaarlijk stellen dat je hiermee de groei en ontwikkeling van medewerkers meet. Evenmin kun je stellen dat je hiermee het kennisniveau van je onderneming of organisatie kan opvolgen. Nochtans zijn de 4 pijlers allemaal belangrijk voor strategische managementbeslissingen op korte en lange termijn. Het onvoldoende meten van “ontwikkeling & groei van medewerkers” betekent eigenlijk dat men in de praktijk niet altijd (voldoende) waarde hecht aan deze pijler. Nochtans liggen er een aantal instrumenten gebruiksklaar die, met een beetje creativiteit, kunnen gebruikt worden om individueel en collectief het kennisniveau van de werknemers te meten. Zo heeft bijvoorbeeld de voorbije jaren het concept “competentiemanagement” een enorme ontwikkeling gekend. Het begrip dekt naast technische competenties ook alle andere vaardigheden & attitudes dewelke belangrijk zijn voor een medewerker. Al deze competenties, die bovendien aan de behoefte van iedere organisatie kunnen aangepast worden, vormen samen het kennisniveau van je medewerker: kennisniveau in de brede zin van het woord, dus naast technische kennis en expertise, ook het geheel van andere vaardigheden. Je kan organisaties en ondernemingen niet verwijten dat ze geen gebruik maken van de instrumenten die ter beschikking worden gesteld. Integendeel, er zijn tal van voorbeelden waarbij competentiemanagement wordt gebruikt. De klassieke, meer statische classificatiesystemen worden omgevormd naar competentiemodellen. Competentiemanagement wordt verwerkt in functionerings- en evaluatiegesprekken. Ook in het recruteringsproces wordt het verwerkt in functieprofielen en geïntegreerd in het selectieproces via gesprekken en assessment centers. Aan het model worden bovendien (flexibele) beloningssystemen gekoppeld. Meer nog, het ganse managementteam heeft waarschijnlijk nagedacht over de kerncompetenties van haar organisatie en een aantal specifieke competenties voor de subgroepen van medewerkers. De extra stap om dat allemaal te verwerken in een metingsinstrument kan dus niet zo groot zijn. Dan kun je het ook gaan opvolgen en sturen… En tenslotte, met wat “Hollandse guts en commerciële flair” gaan voorstellen aan hoofdkwartieren, aandeelhouders, potentiële investeerders,…
9
Wat kan de Vlaamse en Federale Overheid doen ? Ook de overheid kan creatief zijn, maar dat betekent dat we een aantal zaken in vraag moeten durven stellen. We moeten bereid zijn wetgeving, structuren & beleidsopties te hervormen en vooral te vereenvoudigen en ze aantrekkelijk te verpakken. Qua beleidsopties is er vooral het arbeidsmarktbeleid. Vandaag spelen we een defensieve voetbalwedstrijd. Door de crisis is het alle hens aan dek om bedrijven (financieel) te overtuigen niet te sluiten of af te bouwen. Al vele decennia hebben we systemen van economische werkloosheid voor arbeiders en nu recentelijk ook voor bedienden. In deze defensieve mode wordt kennisontwikkeling over het hoofd gezien. De overheid financiert deze economische werkloosheid maar deze is zonder enige voorwaarde. Nochtans zou je daar heel eenvoudig aan kunnen koppelen dat deze tijd zinvol wordt ingevuld met vorming. De onderneming moet dan misschien wel wat investeren in lesgevers en trainingsmateriaal maar ze krijgen er beter gevormde medewerkers voor in de plaats en dit maakt de onderneming sterker. Ook voor de overheid is dit een win op langere termijn. Idem voor de grote groep aan werklozen: in plaats van ad hoc een VDAB-opleiding te volgen en voor de rest te zitten wachten tot er een job uit de lucht valt, kun je ze structureel in een opleidingsprogramma opnemen. Dit is weliswaar een investering maar het schept een beter gevormde groep aan werklozen waardoor de tewerkstellingskansen stijgen. Daarenboven is het bewezen dat een lange periode van inactiviteit de herintegratie in het tewerkstellingsproces nog moeilijker maakt en ook dit probleem wordt hiermee opgelost. Onze sociale wetgeving is een kluwen waar zelfs experten nog moeilijk hun weg in terugvinden. Met aanpassingen op aanpassingen ontstaan ook grijze en zwarte gaten in de regelgeving waarop complexe administratieve structuren worden gebouwd en advocaten garen spinnen. Bovendien schept het een kwalijke reputatie in het buitenland. Nogmaals citerend uit het globaal competiviteitsrapport 2009-2010 van het Wereld Economisch Forum staat België op de 112de plaats van 133 qua “burden of government regulation”. Technisch kan een codificatie van sociale wetgeving, door het integreren van diverse sociale wetten in één enkele wet, reeds heel wat soelaas brengen. Deze integratie is geen gemakkelijke oefening, want automatisch zullen de grijze en zwarte gaten naar boven komen, maar het wegwerken van deze onvolkomenheden kan op lange termijn alleen maar onze reputatie ten goede komen. Met de vrijgekomen middelen, mensen en centen, kunnen we onze vormingsinspanningen naar werklozen ondersteunen wat op lange termijn gunstig is voor alle partijen. Een gelijkaardig verhaal geldt voor het sociaal procesrecht. Een heel gevoelig thema is de arbeidskost. We beseffen allen dat 1 Euro nettoloon bruto voor de werknemer aan de werkgever een veelvoud kost (2.5 tot 3.5 X nettoloon). De inspanningen tot lastenverlaging zijn goed bedoeld maar schieten vaak hun doel voorbij. Door de techniek van uitzonderingen op uitzonderingen wordt dit verhaal nog moeilijk uit te leggen aan iemand die niet vertrouwd is met deze materie. De integratie van al deze uitzonderingen in verlaagde standaardtarieven voor R.S.Z. en bedrijfsvoorheffing zou alles al heel wat transparanter maken. Het is trouwens niet met lastenverlaging dat je laaggeschoolden competenties bijbrengt maar wel door doeltreffende vorming die tot tewerkstelling kan leiden. Wat kan de financiële wereld in België en Vlaanderen doen ? Het is opvallend dat in België en Vlaanderen nog weinig beslissingscentra overblijven van middelgrote of grote ondernemingen, laat staan grote multinationale ondernemingen. Bedrijven met een specifieke kennis of expertise vallen dikwijls na een aantal jaren in handen van een buitenlands concern. Sommige R&Dondernemingen, bijvoorbeeld in de sector van de biotechnologie, sluiten contracten met internationale concerns waarbij ze in ruil voor een paar miljoen Euro hun expertise weggeven. Nochtans ontbreekt het in ons land niet aan durffondsen die R&D-initiatieven ondersteunen, maar deze fondsen wegen blijkbaar niet zwaar genoeg tegenover de grotere geldstromen van multinationale ondernemingen & internationale durfkapitalisten. Met de recente bankencrisis is de timing misschien niet ideaal maar we moeten toch eens nadenken over een financiële strategie om onze “kennistechnologie” niet zo gemakkelijk uit handen te geven.
10
Wat kan het onderwijs in Vlaanderen doen ? Het onderwijs is ongetwijfeld het paradepaardje van België en vooral Vlaanderen. In het globaal competiviteitsrapport scoren het lager (2de), middelbaar (11de) en hoger onderwijs (24ste) in België zeer goed. Idem voor kwaliteit van het onderwijssysteem (7de), wiskunde- en wetenschapsonderwijs (4de) en kwaliteit van de managementscholen (7de) scoren we uitstekend. Aan zwakkere punten zoals internettoegang in scholen (24ste) wordt ijverig gewerkt. Er is dus een solide basis aanwezig in ons onderwijs en daarop kan verder gewerkt worden om het nog doelgerichter te maken. Er wordt vaak gezegd dat ons onderwijs zeer sterk gericht is op pure kennisoverdracht en minder aandacht heeft voor ontwikkeling van een aantal andere competenties zoals creativiteit, initiatief, verantwoordelijkheid, commerciële ingesteldheid,… Op vandaag is echter ook in het onderwijs het denken en evalueren in competenties sterk gegroeid. Misschien moeten we het ook in de toekomst hier meer gaan meten, zowel individueel als collectief, en verder cultiveren. Misschien zelfs commercialiseren ? Conclusie Op vandaag moeten we vaststellen dat in tijden van crisis kostenbeheersing, met inbegrip van “arbeidskosten”, overheersend is. Het beheren en verder ontwikkelen van ons “menselijk kapitaal” blijft vaak steken in holle statements en is meestal geen belangrijk criterium in strategische beslissingen van ondernemingen. Nochtans kunnen ondernemingen zelf alsook de overheid, de financiële wereld en het onderwijs in Vlaanderen & België betekenisvolle initiatieven nemen om onze “kenniseconomie” te ontwikkelen en zo beter op de wereldkaart te zetten. Alvast heel wat stof tot nadenken en discussie voor ons seminarie in maart 2010!
Rudy Vande Velde, Lector H.R.M., Arteveldehogeschool Gent.
Noteer
alvast in je a genda :
11 ma art 201 0 van 9.00u
tot 17. 30
uur
11
A/H1N1-griep: verplichtingen en mogelijkheden om actie te ondernemen voor de werkgever Mocht er een A/H1N1-grieppandemie (varkensgriep) uitbreken, dan dreigen heel wat ondernemingen geconfronteerd te worden met problemen om de continuïteit van hun activiteiten te waarborgen. Dat komt vooral omdat het absenteïsmepercentage van hun werknemers zal stijgen. In deze tekst beschrijven we bondig wat in dat geval de verplichtingen en mogelijkheden om actie te ondernemen zijn voor de werkgever. Daarbij houden we rekening met de informatie die beschikbaar is op 19 oktober 2009 en de dan geldende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen.
Verplichtingen van de werkgever De preventiemaatregelen verscherpen De werkgever moet als een ‘goede huisvader’ toezien op de veiligheid en gezondheid van de werknemers op de plaats(en) van tewerkstelling. Hij dient bijgevolg in de onderneming de maatregelen te verscherpen om de verspreiding van het A/H1N1griepvirus af te remmen. Dat moet gebeuren in samenwerking met de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk en het comité voor preventie en bescherming op het werk/de vakbondsafvaardiging. Volgende maatregelen worden met name bedoeld: •
maatregelen in verband met persoonlijke hygiëne;
Voorbeelden – Regelmatig de handen met zeep wassen en ze afdrogen met een wegwerpdoekje, papieren zakdoekjes gebruiken voor eenmalig gebruik, (in bepaalde gevallen) een masker dragen, enz. •
hygiënemaatregelen op de plaats(en) van tewerkstelling;
Voorbeelden – Ontsmetten van het bureaublad/de tafel/de telefoon/het toetsenbord van de zieke werknemer, vaker de lokalen schoonmaken, frequent vuilbakken laten ophalen die gebruikte zakdoeken bevatten, enz. •
de contacten in de onderneming en, desgevallend, met externen beperken (klanten, leveranciers, dienstverleners, enz.).
Voorbeelden – Afstand bewaren tussen elkaar, vergaderingen afgelasten, mogelijkheid tot thuiswerk/ telewerk, enz. => Neem hieromtrent contact op met de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk waarbij u bent aangesloten.
Partena Payroll Management & HR Support Kortrijksepoortstraat 86, 9000 Gent T 09 265 05 41
Partena Sociale Verzekeringen voor Zelfstandigen Coupure Links 103, 9000 Gent T 09 269 32 60
12 De continuïteit van de activiteiten waarborgen Het uitbreken van een A/H1N1-grieppandemie dreigt tal van economische en sociale gevolgen te hebben in de ondernemingen. Om zich te kunnen voorbereiden op die mogelijkheid, is het raadzaam dat de werkgever in de onderneming een ‘business continuity planning’ opstelt en invoert. Dat is een plan waarin (op zijn minst) de voorgestelde procedures/maatregelen/middelen zijn opgenomen om: • • • • •
de impact van een A/H1N1-grieppandemie op het werk te verminderen; de gezondheid van de werknemers te beschermen (zie hierboven); een beleid uit te werken dat bij een A/H1N1-grieppandemie moet worden uitgevoerd; te zorgen voor adequate opleiding en communicatie; de activiteiten met de betrokken diensten/overheden te coördineren.
Met dat ‘plan voor de continuïteit van het zakenleven (de activiteiten)’ kan de onderneming (zo veel mogelijk) actief blijven in geval van een A/H1N1-grieppandemie. => Download het werkdocument om de continuïteit van het zakenleven te waarborgen op de website van het Interministerieel Coördinatiecomité Influenza (www.influenza.be/ondernemingen).
Mogelijkheden om actie te ondernemen voor de werkgever Mocht er een A/H1N1-grieppandemie uitbreken, dan dreigt het absenteïsmepercentage onder de werknemers te stijgen. Het kan gaan om afwezigheden die bijvoorbeeld veroorzaakt worden door: • • • •
de ziekte van een werknemer die besmet is met het A/H1N1-griepvirus; de ziekte van een verwant die besmet is met het A/H1N1-griepvirus en die de werknemer verzorgt; de vermindering van de frequentie/afschaffing van het openbaar vervoer waarvan de werknemer gebruik maakt om zich naar het werk te begeven; de sluiting van de school van het kind van de werknemer.
Wanneer de werknemer ziek wordt Als hij besmet is door het A/H1N1-griepvirus, dan moet de zieke werknemer: • •
enerzijds, onmiddellijk zijn werkgever op de hoogte brengen van zijn arbeidsongeschiktheid; en, anderzijds, een geneeskundig getuigschrift voorleggen, tenminste als het arbeidsreglement dat (of een collectieve arbeidsovereenkomst die) in de onderneming geldt hem daartoe verplicht of als de werkgever hem erom verzoekt.
Is de werknemer afwezig wegens ziekte, dan moet de werkgever dus erop toezien dat hij in het bezit is van een geneeskundig getuigschrift. We herhalen echter dat de aandoening van de werknemer gedekt is door het medisch geheim. Dat betekent dat de arts die een geval van A/H1N1-griep heeft vastgesteld, wettelijk niet verplicht is de werkgever van de besmette werknemer te verwittigen of op het geneeskundig getuigschrift de aard van de arbeidsongeschiktheid te vermelden. Wanneer de werknemer terug aan de slag gaat na zijn afwezigheid In principe moet de werknemer het overeengekomen werk hervatten na een afwezigheidsperiode op het werk. Het maakt daarbij weinig uit of dat (met name) gebeurt: • • •
na afloop van een periode van arbeidsongeschiktheid (= werknemer die besmet werd met het A/H1N1-griepvirus); na het verstrijken van een vakantieperiode om te zorgen voor ofwel een verwant die besmet is met het A/H1N1-griepvirus of voor zijn kind(eren) waarvan de school gesloten is; na een reis in een risicoland (-zone).
13 Verzet de werkgever (die vreest voor een risico op besmetting door het A/H1N1-griepvirus) zich ertegen dat de werknemer het werk hervat en verwijdert hij hem van het werk, dan loopt hij (in het uiterste geval) het risico ervan beschuldigd te worden een daad van impliciet ontslag te hebben gesteld (de werknemer zou dan kunnen eisen dat een ontslagvergoeding wordt uitbetaald). Geen attest van genezing/van geschiktheid eisen Geen enkele wettelijke/bestuursrechtelijke bepaling machtigt de werkgever om de werkhervatting van de werknemer te laten afhangen van het voorleggen van een attest van genezing/van geschiktheid. Met andere woorden en zelfs wanneer de werkgever vreest voor een risico op besmetting door het A/H1N1griepvirus, hij mag in geen enkel geval van de werknemer een attest van genezing/van geschiktheid eisen vóór zijn werkhervatting. Een onderzoek bij werkhervatting laten ondergaan (enkel in bepaalde gevallen) De werkgever is verplicht een onderzoek bij werkhervatting te laten plaatsvinden voor de werknemer die onderworpen is aan het verplichte gezondheidstoezicht (= die een veiligheidsfunctie, een functie met verhoogde waakzaamheid, een functie met een welbepaald risico of een functie verbonden met voedingswaren uitoefent) en die (in principe) minstens gedurende 4 weken afwezig is wegens arbeidsongeschiktheid. Dat zou het geval kunnen zijn voor een werknemer die besmet is geweest met het A/H1N1-griepvirus. De preventieadviseur-arbeidsgeneesheer doet het onderzoek ten vroegste op de dag waarop het werk hervat wordt en ten laatste op de achtste werkdag erna. Hij kan zo nagaan of de werknemer nog steeds geschikt is voor de werkpost die hij bezette of voor de activiteit die hij uitoefende vóór zijn afwezigheid. In geval van ongeschiktheid kan de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer eventueel individuele of collectieve preventie- of beschermingsmaatregelen voorzien. Andere arbeidsomstandigheden voorstellen Na een periode van afwezigheid op het werk moet de werknemer in principe het overeengekomen werk hervatten (zie hierboven). De werkgever en de werknemer kunnen echter altijd (bij voorkeur schriftelijk) overeenkomen om tijdelijk bepaalde arbeidsomstandigheden te wijzigen om de verspreiding van het A/H1N1-griepvirus af te remmen. Zo zouden ze in onderling akkoord kunnen beslissen om met name: • • • •
tijdelijk tijdelijk tijdelijk tijdelijk
gebruik te maken van thuiswerk/telewerk; het werkrooster van de werknemer aan te passen; videoconferenties te organiseren; het vervoer van de werknemer te organiseren.
Opmerking – Dergelijke maatregel(en) kan (kunnen) in onderling akkoord tussen werkgever en werknemer ook worden toegepast tijdens de incubatieperiode. Voornaamste bronnen: wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; Koninklijk Besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers; website van het interministerieel commissariaat Influenza (www.influenza.be).
Catherine Mairy, Juridisch Adviseur, Partena HR.
Bezoek onze website:
www.partena.be
14
Strategie en politiek in de lokale fiscaliteit Algemeen wordt aangenomen dat de lokale fiscaliteit sterke samenhang vertoont met de financiële noden van de gemeenten. Zo mogen we verwachten dat gemeenten met een hoger dan gemiddeld aantal schoolgaande kinderen meer uitgeven aan onderwijs, dat gemeenten met een relatief arme bevolking meer bijspringen in de financiering van het OCMW,… wat kan leiden tot hogere lokale belastingen. Echter, uit recent doctoraatsonderzoek blijkt dat de Vlaamse lokale fiscaliteit ook door politieke én strategische belangen wordt gestuurd. Centraal uitgangspunt achter het doctoraatsonderzoek is het gegeven dat politici niet zozeer de welvaart van de maatschappij willen maximaliseren, het uitgangspunt van de normatieve theorieën rond overheidsoptreden, maar wel hun eigen nut. Politici handelen opportunistisch : ze willen voornamelijk herverkozen worden. Deze visie wordt ontleend aan de Public Choice literatuur. Deze modellen zien kiezers en politici als vragers en aanbieders die op elkaar worden afgestemd aan de hand van de verkiezingsuitslagen. Enkel de partijen die alleen of samen een meerderheid halen, kunnen hun programma realiseren. In dit proefschrift onderzoeken we wat de mogelijke gevolgen zijn van een dergelijke ingesteldheid voor de lokale fiscaliteit. Hiermee verwijzen we niet louter naar de lokale heffingen, maar ook naar de keuzes betreffende schuldopbouw of betreffende het opstellen van de begroting. Politieke determinanten van de lokale belastingtarieven In een eerste deelonderzoek staan de twee voornaamste lokale belastingtarieven - de aanvullende personenbelasting (APB) en de opcentiemen op de onroerende voorheffing (OOV) - centraal. We bestuderen beide tarieven voor meerdere jaren en voor alle 308 Vlaamse gemeenten simultaan. De resultaten van de analyse laten toe om na te gaan welke factoren een rol spelen in de hoogte van die tarieven. In dit onderzoek focussen we op een aantal politieke karakteristieken en op kenmerken van de bestuurlijke organisatie van een gemeente. De studie toont aan dat de ideologie van partijen bepalend is voor de keuze van het APB-tarief : een links bestuur zal in principe hogere tarieven toestaan, terwijl een rechts bestuur de tarieven bij voorkeur laag houdt. In tweede instantie wijst de analyse uit dat ook het aantal partijen waaruit het bestuur is samengesteld van betekenis is. Meerdere partijen in het bestuur betekent dat meerdere programma’s moeten gerealiseerd worden. Dit kan leiden tot additionele uitgaven en een hogere belastingdruk. Coalities met twee partijen keuren hogere tarieven goed dan colleges die gevormd worden uit één partij. De redenering kan evenwel niet lineair doorgetrokken worden. Wanneer er 3 of meer partijen mee besturen, dalen de tarieven opnieuw. Het onderzoek wijst verder uit dat gemeenten zich ook laten inspireren door buurgemeenten. De resultaten van de analyse tonen aan dat hogere (lagere) tarieven in buurgemeenten leiden tot hogere (lagere) tarieven in de eigen gemeente. Verklaring hiervoor kan gevonden worden in de “yardstick competition” literatuur. Enerzijds zijn gemeenten concurrenten voor het aantrekken van mobiele fiscale grondslagen en willen ze dus vergelijkbare of lagere tarieven hanteren. Anderzijds zullen inwoners de dienstverlening en de bijhorende (belasting)prijs vergelijken met die van buurgemeenten wanneer ze beslissen om voor of tegen het bestuur te stemmen. Het moment van stemmen is ook determinerend wanneer de tarieven worden bestudeerd in de tijd. De belastingtarieven zijn gedurende een legislatuur gemiddeld het laagst in verkiezingsjaren. Na de verkiezingen stijgen de tarieven om hun hoogste punt te bereiken in het midden van de legislatuur. Daarna zakken de tarieven terug in de aanloop van verkiezingen. Tenslotte vinden we evidentie dat een aantal vormen van fiscale illusie voor een opwaarts effect op de tarieven van de APB en/of de OOV zorgen. Fiscale illusie houdt in dat de inwoners de (belasting)kost van de aangeboden dienstverlening onderschatten. Door deze lage gepercipieerde kost vragen ze meer publieke dienstverlening, met een stijgend effect op de tarieven als gevolg. De onderschatting kan verschillende oorzaken hebben.
15 Door de sterke stroom van middelen uit het Gemeentefonds bijv. kunnen gemeenten de dienstverlening uitbreiden, waardoor de gepercipieerde (belasting)kost voor de inwoners daalt. Een andere verklaring kan gevonden worden in de complexiteit van het belastingssysteem. Hoe groter het aantal gemeentebelastingen dat worden geheven, hoe groter de kans dat de belastingkost van de dienstverlening onderschat wordt. Tenslotte kan er ook huurdersillusie ontstaan. Huurders betalen wel inkomstenbelasting in de gemeente waar ze wonen, maar geen onroerende voorheffing. Althans dat is de perceptie: via de huurprijs, waarin de verhuurder de OOV kan verhalen op de huurder, betaalt de huurder wel (gedeeltelijk) OOV, echter hij ervaart dit niet zo, wat leidt tot een onderschatting. Strategische gedrag in lokale fiscale politiek In een tweede onderzoek wordt nagegaan of politici niet alleen opportunistisch, maar ook strategisch handelen. Nagegaan wordt of de schuld wijzigt als functie van de verwachte herverkiezingskans van het bestuur, wat het centrale uitgangspunt is van de “strategic debt models” literatuur. Deze modellen stellen dat zetelende politici die bij het einde van hun mandaat verwachten niet herverkozen te worden de schuld zullen laten oplopen. Door op het einde van de legislatuur nog eigen programmapunten uit te werken en ze te financieren, niet met het verhogen van de belastingen of het beperken van andere uitgaven, maar wel met bijkomende schuldmiddelen, weegt een bestuur op het beleid van haar opvolgers. Deze moeten middelen ter beschikking stellen (voor intrestbetaling en aflossing) zonder zelf over de bestemming ervan te kunnen beslissen. Op die manier mengt een bestuur dat niet meer aan de macht is zich toch nog in het beleid van het nieuwe bestuur. Het onderzoek toont aan dat er evidentie is voor strategische schuldopbouw in Vlaamse gemeenten. We stellen vast dat linkse besturen die bij de volgende verkiezing minder dan 49% van de stemmen verwachten binnen te halen, overgaan tot schuldopbouw, waarvan dus verwacht mag worden dat deze strategisch is. Fragmentatie en begrote belastingopbrengsten Tenslotte staat in een laatste deelonderzoek de impact van fragmentatie op de verhouding tussen de begrote en gerealiseerde belastingopbrengsten centraal. Wanneer begrotingen en rekeningen van gemeenten worden vergeleken, blijkt dat de ontvangsten van de eigen gemeentebelastingen gemiddeld 5% overschat worden. Men verwacht dus ex-ante 5% meer te ontvangen dan men werkelijk ex-post ontvangt. Men zou kunnen verwachten dat sterker gefragmenteerde besturen de belastingopbrengsten eerder overschatten dan kleinere coalities, in het bijzonder in de Vlaamse lokale context. In Vlaamse gemeenten moet de begroting namelijk in evenwicht zijn, terwijl die verplichting niet geldt voor de rekening. Bovendien kunnen gemeenten geen uitgaven doen die niet worden begroot. De combinatie van beide bepalingen kan tot een overschatting van de ontvangsten leiden. Een overschatting kan het begrotingsproces, dat traditioneel moeilijker verloopt naarmate er meer betrokken partijen zijn, vergemakkelijken. Een overschatting laat namelijk meer uitgaven toe –meer partijen uit het bestuur kunnen dus hun programmapunten uitwerken– zonder dat de ontvangsten ex-post evenredig moeten stijgen. Aldus kan verwacht worden dat voornamelijk gefragmenteerde partijen de belastingontvangsten overschatten. Echter, in de begrotingsopmaak kunnen ook strategische doelstellingen spelen. Door ontvangsten te overschatten creëert men schuld en die kan, zoals eerder gezien een strategisch instrument zijn wanneer een herverkiezing moeilijk lijkt te worden. Dit is niet onlogisch bij gefragmenteerde besturen. De kans dat eenzelfde coalitie gevormd wordt na verkiezingen daalt naarmate er meer partijen betrokken zijn in de huidige coalitie. Uit het onderzoek blijkt dat de vooropgestelde verwachting voor Vlaamse gemeenten niet bevestigd kan worden, wel in tegendeel. De eigen gemeentebelastingontvangsten worden accurater begroot naarmate er meer partijen zijn. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat wanneer er meerdere partijen zijn, de kracht van een individuele partij om te wegen op de begrotingsopmaak afneemt en de rol van de ontvanger (financieel beheerder) in het begrotingsproces sterker wordt. Deze heeft in principe geen politieke belangen en streeft naar een zo goed mogelijke inschatting van de ontvangsten. Uit de verschillende analyses mag duidelijk zijn dat het fiscale beleid zowel politiek als strategisch gekleurd kan zijn. Het streven naar herverkiezing speelt hierin een centrale rol. Fiscale parameters worden door dit doel beïnvloed. Echter ook het besef dat het vooropgestelde doel - met name (her)verkiezing - moeilijk wordt, beïnvloedt de fiscale keuzes van politici. We kunnen namelijk vaststellen dat in dergelijke situaties mogelijk strategische belangen de kop op steken. Stijn Goeminne doorliep het doctoraatstraject olv. promotor Prof. dr. B. Heyndels (VUB) en Prof. dr. C. Smolders (Hogeschool Gent). Momenteel is hij doctor-assistent aan het departement Handelswetenschappen & Bestuurskunde. De volledige (Engelstalige) tekst van het onderzoek kan op aanvraag (
[email protected]) worden bekomen.
16
Programma-overzicht November 2009
Nieuw!
09/10
Belasting over de toegevoegde waarde (1/3)
09/14
Kosten eigen aan de werkgever, beroepskosten en verworpen uitgaven
Donderdag 19 november 2009
09/11
Gebruik van economische knipperlichten in crisistijd
Donderdag 19 november 2009
09/15
Het hersamengesteld gezin - burgerrechterlijke en fiscale aspecten
Nieuw! Nieuw!
Woensdag 18 november 2009
Maandag 23 november 2009
09/10
Belasting over de toegevoegde waarde (2/3)
09/16
Transfer Pricing
Donderdag 26 november 2009
09/12
Nieuwe adviezen CBN - Update Belgisch Boekhoudrecht
Donderdag 26 november 2009
09/13
Actuele Accounting Topics
09/17
Investeren in buitenlands onroerend goed
Woensdag 25 november 2009
Vrijdag 27 november 2009 Maandag 30 november 2009
December 2009 09/10
Belasting over de toegevoegde waarde (3/3)
09/18
Waarderen van ondernemingen (1/2)
09/19
Wet betreffende continuïteit van de onderneming
Vrijdag 4 december 2009
Nieuw!
09/20
Uitkeringen uit de vennootschap
Vrijdag 4 december 2009
Nieuw!
09/21
Overdracht van ondernemingen naar een volgende generatie
Nieuw!
09/22
Actualia Vennootschappenrecht
Nieuw!
09/23
Aftrekbaarheid van verliezen geleden in het buitenland na de
Nieuw!
Wet van 11 december 2008
Woensdag 2 december 2009 Donderdag 3 december 2009
Maandag 7 december 2009 Dinsdag 8 december 2009
Dinsdag 8 december 2009
09/24
De nieuwe regels inzake plaats en schuldenaar van de btw
09/25
IFRS-update
Donderdag 10 december 2009
Nieuw!
09/18
Waarderen van ondernemingen (2/2)
Donderdag 10 december 2009
Nieuw!
09/26
Beleggen binnen of buiten de vennootschap
09/27
Onroerend goed binnen of buiten vennootschap?
Nieuw!
Woensdag 9 december 2009
Maandag 14 december 2009 Woensdag 16 december 2009
Februari 2010
Nieuw!
09/28
Belastingvoordelen woning in de personenbelasting en registratierechten
Nieuw!
09/29
Internationale salariëring
09/30
Fiscale aspecten VZW
Dinsdag 9 februari 2010 Maandag 22 februari 2010 Donderdag 25 februari 2010
Maart 2010
Nieuw!
09/31
Ondernemingsgebeuren in het kader van vermogensplanning
Nieuw!
09/32
Knelpuntboekingen grondig bekeken!
Maandag 1 maart 2010 Dinsdag 2 maart 2010
seminaries 09/10 3 Woensdagen - 18 november 2009 - 25 november 2009 - 2 december 2009 telkens van 14.00 tot 19.30 uur Dhr. Danny Claeys € 900 Documentatie, koffie en broodjesmaaltijd inbegrepen (catering excl. BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
17
Belasting over de toegevoegde waarde
Opleidingsinhoud voor kandidaat accountants en -belastingconsulenten Toelichting U wenst deel te nemen aan het examen IAB of bent gewoon op zoek naar een grondige basiscursus btw? Op drie verlengde namiddagen brengen wij u datgene wat u zoekt. Hierbij wordt uitgebreid stilgestaan bij de volgende aspecten van de belasting over de toegevoegde waarde: • Belastingplichtige • Leveringen van goederen en diensten, belastbaar feit, plaatsbepaling • Maatstaf van heffing • Intracommunautaire levering en verwerving • Uitvoer en met uitvoer gerelateerde vrijstellingen • Invoer • Eigenlijke vrijstellingen • Recht op aftrek van voorbelasting • Onroerende goederen • Maatregelen voor de voldoening van de btw, factuur, boekhouding en aangiften De cursus zal uiteraard uitgebreid ingaan op de nieuwe regeling die met ingang van 1 januari 2010 in voege treedt (het zogenaamde btw-pakket) en waarvan de (ontwerp-) wetgeving en reglementering rond die periode beschikbaar zal zijn. Als leidraad wordt de Btw Handleiding gebruikt (bijgewerkt waar nodig) en de opleiding wordt geïllustreerd door voorbeelden. Eveneens bevat de opleiding een volledige uitgewerkte casus waarbij diverse handelingen worden geanalyseerd en verwerkt in een btw-aangifte. Spreker Dhr. Danny Claeys, partner VAT Departement, Ernst & Young Tax Consultants
Attest (13,5u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (17465, 17466 en 17467)
09/14
Donderdag 19 november 2009 14.00 tot 17.30 uur Dhr. Jan Lambrechts Dhr. Jos Reniers € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl.BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19268)
Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
Kosten eigen aan de werkgever, beroepskosten en verworpen uitgaven Toelichting Het optimaliseren van de belastingdruk gaat voor zelfstandigen, vrije beroepers en vennootschappen nauw samen met een goede kennis van de regels inzake de aftrek van bedrijfsuitgaven, kostenvergoedingen en het stelsel van de verworpen uitgaven. Een juist inzicht in deze materies is voor de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger onontbeerlijk doch niet evident. In het seminarie komen onder meer volgende vraagstukken aan bod: • Basisprincipes inzake de aftrek van bedrijfsuitgaven • Bespreking van een aantal courante, fiscaal aanvaardbare beroepskosten en de beperkingen • Verwerking van beroepsuitgaven in de vennootschapsbelasting (stelsel van de verworpen uitgaven) • Toekenning van belastingvrije vergoedingen tot terugbetaling van kosten eigen aan de werkgever Sprekers Dhr. Jan Lambrechts, vennoot Ernst & Young Tax Consultants Dhr. Jos Reniers, director Ernst & Young Tax Consultants Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Liesbet Van de Velde ● tel.: 09 264 35 48 ●
[email protected]
18
09/11
Gebruik van economische knipperlichten in crisistijd Hoe kan een onderneming daarop inspelen in zijn debiteurenbeleid?
Donderdag 19 november 2009 18.00 tot 21.30 uur
Dhr. Eric Van den Broele
€ 210 Documentatie en broodjesmaaltijd inbegrepen (catering excl.BTW) Howest-Brugge Campus Rijselstraat, Rijselstraat 5, 8200 Brugge (Sint-Michiels)
Toelichting Wil u gezond zaken doen in crisistijden dan focust u zich des te meer op de opbouw van een gezonde en duurzame klantenportefeuille. Meer dan ooit moet elkeen die bedrijven adviseert of beheert, durven het verkoopsproces in vraag te stellen. Dat betekent in eerste instantie een kritische analyse van de volledige flow, en dit van bij de prille prospectie tot en met de betaling van de factuur. Is de prospectie en erbij horende doelgroepanalyse werkelijk gebeurd op basis van een duurzaam prospectenbestand dat daarenboven groeipotentieel heeft? Hoe kan een rendabele synergie worden ontwikkeld tussen een verkoopsteam en een financieel team? Hoe brengt u een verkoper af van het traditionele omzetstreven en leidt u die naar een rentabiliteitsstreven? Hoe ontwikkelen we doelgroepgerichte inningsprocedures? Hoe legt u in volle crisistijd een stevige basis voor commercieel betere tijden? Hoe gaat u om met het crisisgedrag - vaak paniekgedrag - van andere ondernemingen? Hoe onderscheidt u gezonde bedrijven van bedrijven in moeilijkheden? De jaarrekening - per defintie oud - is een weinig bruikbaar instrument. Wat zijn dan wel de signalen die werkelijk wijzen op moeilijkheden? Welke informatie is des te meer zinvol, en vooral, wat is de voorspellende waarde ervan? Spreker Dhr. Eric Van den Broele, Deputy Senior Manager Research, Graydon Belgium N.V. Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (17479)
09/15 Maandag 23 november 2009 13.30 tot 17.00 uur Mevr. Ellen Buysse € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW)
Hogeschool Gent Departement Bedrijfsmanagement Mercator, Henleykaai 84, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19301)
Bijkomende inlichtingen Dhr. Lieven Theys ● tel.: 050 38 12 77 ●
[email protected]
Het hersamengesteld gezin - burgerrechterlijke en fiscale aspecten Toelichting Het fenomeen van nieuw hersamengestelde gezinnen is een kind van onze tijd. Bij de vermogensplanning in deze gezinnen is het belangrijk de juiste vragen te formuleren. Willen de partners elkaar zoveel mogelijk beschermen, of willen zij voornamelijk hun eigen kinderen beschermen, of zijn ze op zoek naar een gulden middenwe? Deze vraag kan een belangrijke factor zijn voor een keuze tussen het huwelijk, de wettelijke samenwoning en de feitelijke samenwoning. In het seminarie wordt ook stilgestaan bij volgende belangrijke vragen: welke clausules in een huwelijkscontract kunnen een juridisch geldige uitwerking krijgen en wat zijn de fiscale gevolgen? Is de gezinswoning in alle omstandigheden beschermd? Kan een beding van aanwas of een levensverzekering bepaalde erfrechtelijke regels buiten spel zetten? Kan een omzetting van het vruchtgebruik uitgesloten worden? Spreker Mevr. Ellen Buysse, Adviseur Estate Planning KBC Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Isabelle Goethals ● tel.: 09 372 77 03 ●
[email protected]
seminaries 09/16 Donderdag 26 november 2009 14.00 tot 17.30 uur Prof. dr. Werner Bruggeman Dhr. Kurt Van der Voorde Mevr. Tine Slaedts
19
Transfer Pricing Toelichting Tijdens het seminarie wordt de impact van de keuze van het transfertprijssysteem op managament gedrag besproken. Dit wordt voorgesteld aan de hand van enkele cases die illustreren hoe transfertprijzen kunnen leiden tot dysfunctioneel gedrag en een aanzet vormen tot het ondernemen van acties die in conflict zijn met de onderne mingsdoelstellingen. Vertrekkend van deze cases wordt een aantal richtlijnen aangeven hoe men transfertprijzen kan bepalen die het performantiemanagementproces binnen de onderneming zo min mogelijk verstoren en managers aanzetten tot gewenst strategisch gedrag.
€ 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl.BTW)
Verder wordt een algemeen overzicht van transfer pricing aspecten en de impact van transfer pricing op het Belgische fiscale landschap gegeven. In dit kader worden basisprincipes in transfer pricing, richtlijnen en regelgeving, de procedure voor voorafgaande beslissingen, Arbitrageverdrag en een algemeen overzicht inzake doorrekenen van kosten uiteengezet.
UGent
Sprekers Prof. dr. Werner Bruggeman, UGent, Vlerick Leuven Ghent Management School, zaakvoerder B&M Consulting Dhr. Kurt Van der Voorde, partner Ernst & Young Mevr. Tine Slaedts, Senior manager Ernst & Young
Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19456)
09/12 Donderdag 26 november 2009 14.00 tot 17.30 uur Mevr. Els De Wielemaker Mevr. Sadi Podevijn Prof. Jan Verhoeye € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (17468)
Mevr. Liesbet Van de Velde ● tel.: 09 264 35 48 ●
[email protected]
Nieuwe adviezen CBN Update Belgisch Boekhoudrecht Toelichting In dit seminarie komen de meest recente adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen tot op datum van het seminarie aan bod. Evenals een stand van zaken inzake evoluties binnen het Belgisch en Europees boekhoudrecht. Sprekers Mevr. Els De Wielemaker, wetenschappelijk coördinator HIAF Mevr. Sadi Podevijn, wetenschappelijk secretaris CBN Prof. Jan Verhoeye, accountant, voorzitter CBN, docent Hogent, gastprofessor UGent Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
20
09/13
Actuele Accounting Topics Op twee uur helemaal mee!
Vrijdag 27 november 2009 08.00 tot 10.00 uur Mevr. Els De Wielemaker € 140 Documentatie, koffie en ontbijt inbegrepen (catering excl. BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (2u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (17468)
09/19 Vrijdag 4 december 2009 14.00 tot 17.30 uur Mr. Leo Peeters € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW)
UGent
Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Ontbi
jtsem inarie
Toelichting U wenst up-to-date te blijven en u wenst dit zo efficiënt mogelijk aan te pakken? Dan is dit ontbijtseminarie wat u zoekt. De actualiteit binnen het vakgebied accounting van de laatste maanden tot op de dag van het seminarie krijgt u kort en krachtig weergegeven. Van de nieuwe adviezen van de Commissie voor Boekhoudkundige Normen over de laatste evoluties binnen de Internationale Financiële Rapporteringsstandaarden. Verder aandacht voor actualia in wetgeving, parlementaire vragen, circulaires en dergelijke meer. Geen uitdieping van elk element, maar wél u die essentiële informatie en bronnen aanreiken zodat u weer helemaal mee bent én er nog heel wat van uw werkdag overblijft! Spreker Mevr. Els De Wielemaker, wetenschappelijk coördinator HIAF Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
Wet betreffende continuïteit van de onderneming Toelichting Begin 2009 werd de “Wet betreffende de continuïteit van de ondernemingen” gepubliceerd. De nieuwe wet vervangt de wetgeving betreffende het gerechtelijk akkoord. Deze laatste bleek geen succes te zijn, en het gerechtelijk akkoord was eerder een voorbode van het faillissement dan een adempauze voor bedrijven in moeilijkheden. Bedrijven in moeilijkheden hadden de “keuze” tussen het gerechtelijk akkoord (meestal als voorbode van het faillissement) en het faillissement zelf. De keuze aan middelen die de nieuwe wet biedt om een bedrijf in moeilijkheden door deze crisis te helpen is veel ruimer, flexibel, en –onder bepaalde voorwaarden- vrij. De wet is van toepassing op iedere onderneming waarvan de continuïteit bedreigd wordt, doch waarvan de activiteit gehandhaafd kan worden. Naast nieuwe terminologie en nieuwe “functies”, kan een bedrijf in moeilijkheden opteren voor een minnelijk (geheim) akkoord met schuldeisers, voor de “gerechtelijke reorganisatie” om opschorting te verkrijgen. Binnen de gerechtelijke reorganisatie zijn opnieuw een aantal opties open, waaronder het bereiken van een akkoord over een reorganisatieplan, of de overdracht van de onderneming. Tijdens dit seminarie wordt de wet gedetailleerd uiteengezet, met specifieke aandacht voor de nieuwigheden, maar eveneens voor de praktische toepassing ervan. Vermits de wet van toepassing is sinds 1 april 2009, en gegeven de huidige economische omstandigheden, is zij meer actueel dan ooit. Spreker Mr. Leo Peeters, Advocaat Thompson Hine LLP Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren
Attest (3u) IAB (A0147/2009),
(K)IBR, BIBF (19445)
!
Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
seminaries 09/17 Maandag 30 november 2009 13.30 tot 17.00 uur Dhr. Pierre Van Heuverswyn € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl.BTW) Hogeschool Gent Departement Bedrijfsmanagement Mercator, Henleykaai 84, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19302)
09/18
21
Investeren in buitenlands onroerend goed Toelichting In dit seminarie worden de belastingheffing en vrijstellingsmethoden bij het houden van buitenlands onroerend goed, hetzij als passieve investering, dan wel voor eigen gebruik, zowel in hoofde van de particuliere belegger als in hoofde van de onderneming grondig onderzocht. Ook worden een aantal vennootschapsstructuren besproken die grensoverschrijdend gebruikt worden om te investeren in onroerend goed. Spreker Dhr. Pierre Van Heuverswyn, vennoot Mazars Tax Consultants te Gent Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Isabelle Goethals ● tel.: 09 372 77 03 ●
[email protected]
Waarderen van ondernemingen Due diligence en waarderingstechnieken
2 Donderdagen - 3 december 2009 - 10 december 2009 telkens van 14.00 tot 17.30 uur Dhr. Roger Tiest
€ 600 Documentatie en koffie zijn inbegrepen (catering excl. BTW)
UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Deelnemers ontvangen gratis het “Handboek Waarderen van Ondernemingen” van Rogier Tiest (Intersentia)! Toelichting Het waarderen van een onderneming is geen exacte wetenschap. Afhankelijk van de specifieke kenmerken en omstandigheden gebruikt men een andere waarderingsmethode en/of komt men tot een andere waardering. In dit seminarie benadert de spreker de verschillende onderdelen van het waarderingsproces op een duidelijke en gestructureerde wijze: het verzamelen van de informatie, de due diligence, de risicoanalyse en de waardering zelf. Vanuit een sterk theoretisch kader wordt voortdurend de link met de praktijk gelegd en verduidelijkt de spreker welke waarderingsmethode en techniek in welke omstandigheden het meest aangewezen zijn. Het hierbij aangeboden boek biedt de specialist diepgang in de waarderingsproblematiek en een belangrijke ruggensteun in de praktijk. De auteur reikt praktische oplossingen aan binnen een wetenschappelijk verantwoord kader. Het boek is ook voor de niet-specialist met een minimum aan financieeleconomische kennis een nuttig naslagwerk. De toegankelijkheid wordt verhoogd omdat doorheen het boek de verschillende principes en methoden geïllustreerd worden met een uitgewerkte gevalstudie. Spreker Dhr. Roger Tiest, bedrijfsrevisor, bestuurder bij Callens Pirenne & co, erkend commissaris CBFA-verzekeringen, docent Lessius Hogeschool
Attest (6u) IAB (A0147/2009),
(K)IBR, BIBF (19443 en 19444)
Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
22
09/20 Vrijdag 4 december 2009 14.00 tot 17.30 uur Dhr. Wouter Caers Mr. Matthias Wauters
€ 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl.BTW)
UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Uitkeringen uit de vennootschap Juridisch – boekhoudkundig – fiscaal
Toelichting Vennootschappen beogen niet enkel winst te maken. De aandeelhouders willen over ook de gerealiseerde winst kunnen beschikken: vroeg of laat moet de winst dus worden uitgekeerd. In dit nieuwe seminarie krijgt u een overzicht van de meest courante technieken die daarbij worden gebruikt. Vennootschapsrecht en fiscaliteit gaan daarbij hand in hand. Komen onder meer aan bod: - wat is (fiscale) winst en welke bedragen kunnen daadwerkelijk worden uitgekeerd? - wie beslist over de uitkering van dividenden en tantièmes? - wanneer kan die beslissing worden genomen? - hoever reikt de potentiële aansprakelijkheid van de partijen bij de winstuitkering? - hoe de jaarlijkse dividenduitkering fiscaal optimaliseren ? Wat is het toepasselijk fiscaal regime voor tantièmes? - nieuwe regels inzake inkoop van eigen aandelen: wat verandert er voor mij? Is een inkoop eigen aandelen fiscaal interessant? - wanneer is de roerende voorheffing verschuldigd en wie kan hiervoor worden aangesproken? - kapitaalvermindering: een valabel (en goedkoop) alternatief? - interne meerwaarden: is er nog ruimte voor fiscale optimalisatie? Stand van zaken in de rechtspraak en (ruling)praktijk. Sprekers Dhr. Wouter Caers, senior consultant KPMG Belastingconsulenten Mr. Matthias Wauters, advocaat, vennoot Eubelius
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19446)
09/22 Dinsdag 8 december 2009 18.00 tot 21.30 uur Mr. Frank Hellemans € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl.BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19447)
Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
Actualia Vennootschappenrecht Toelichting In dit seminarie komen de meest actuele topics binnen het vennootschappen recht aan bod. Een detail kan u op onze website www.hiaf.be terugvinden. Spreker Mr. Frank Hellemans, advocaat, vennoot Eubelius Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
seminaries 09/21 Maandag 7 december 2009 13.30 tot 17.00 uur Mevr. Ellen Buysse
€ 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW)
Hogeschool Gent Departement Bedrijfsmanagement Mercator, Henleykaai 84, 9000 Gent
23
Overdracht van ondernemingen naar een volgende generatie: successie- en schenkingsrechten Toelichting De overdracht van familiale ondernemingen kent verschillende aspecten. De eerste en belangrijkste vraag is of (alle) kinderen überhaupt geïnteresseerd zijn om de onderneming verder te zetten. In de uiteenzetting wordt onder andere dieper ingegaan op de vraag of het mogelijk is een onderneming over te laten aan één van de kinderen zonder dat de anderen hierdoor benadeeld worden. Zowel de overdracht bij overlijden als de overdracht tijdens het leven worden besproken. In het Vlaams Gewest bestaat de mogelijkheid om een familiale onderneming te vererven aan het 0%-tarief. Deze 0%-regeling wordt vaak als een vangnet beschouwd indien tijdens het leven nog niets is geregeld. Naast de verkoop is de schenking een manier om een (familiale) onderneming over te dragen tijdens het leven. Bedrijfsleiders willen vaak hun onderneming om fiscale redenen reeds overdragen naar de volgende generatie, maar wensen tevens de touwtjes nog stevig in handen te houden. In deze uiteenzetting wordt dieper ingegaan op de schenkingsrechten en op de verschillende mogelijkheden voor een ouder -bedrijfsleider om controle te behouden over de geschonken onderneming. Spreker Mevr. Ellen Buysse, adviseur Estate Planning KBC Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19303)
09/23 Dinsdag 8 december 2009 14.00 tot 17.30 uur Dhr. Wouter Caers € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl.BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19448)
Bijkomende inlichtingen Mevr. Isabelle Goethals • tel.: 09 372 77 03 •
[email protected]
Aftrekbaarheid van verliezen geleden in het buitenland na de Wet van 11 december 2008 Toelichting De Wet van 11 december 2008 ter verdere implementatie van de Europese Fusierichtlijn heeft de regels inzake aftrekbaarheid van buitenlandse verliezen aanzienlijk verstrengd. Enerzijds worden er strikte regels opgelegd opdat dergelijke verliezen op Belgische winsten kunnen worden aangerekend. Anderzijds werd een internrechtelijke “recapture”regel ingevoerd voor met Belgische winsten verrekende buitenlandse verliezen. De nieuwe regels zullen van de belastingplichtige een goede opvolging vergen van de buitenlandse verliezen om de aftrekbaarheid daarvan te verdedigen en te behouden. Tijdens deze uiteenzetting zullen de nieuwe regels worden toegelicht op basis van diverse praktische toepassingen, en zal tevens worden gepoogd om een praktische invulling aan te reiken voor een aantal onduidelijkheden die liggen besloten in de nieuwe regels. Spreker Dhr. Wouter Caers, senior manager KPMG Belastingconsulenten Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
24
09/24 Woensdag 9 december 2009 13.30 tot 15.30 uur Dhr. Stefan Ruysschaert € 140 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW) Hogeschool Gent Departement Bedrijfsmanagement Mercator, Henleykaai 84, 9000 Gent
De nieuwe regels inzake plaats en schuldenaar van de btw Toelichting Vanaf 1/1/2010 veranderen de spelregels inzake de plaatsbepaling en de schuldenaar van de btw. Deze regels zijn nochtans essentieel om correct te kunnen factureren. In dit seminarie wordt op bevattelijke wijze een overzicht gegeven van de nieuwe regels met talrijke voorbeelden. Op het einde van het seminarie kan u de verschillende soorten diensten in nationale en internationale context correct factureren. Spreker Dhr. Stefan Ruysschaert, eerstaanwezend inspecteur bij de FOD Financiën, docent vakgroep accountancy en fiscaliteit, Hogeschool Gent Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Annelies Roggeman • tel.: 09 267 11 09 •
[email protected]
Attest (2u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19307)
09/25 Donderdag 10 december 2009 14.00 tot 17.30 uur Mevr. Els De Wielemaker Mevr. Sadi Podevijn € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl.BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (17469)
IFRS-Update Toelichting In dit seminarie komen de meest recente evoluties binnen de Internationale Financiële Rapporteringstandaarden aan bod. Sprekers Mevr. Els De Wielemaker, wetenschappelijk coördinator HIAF Mevr. Sadi Podevijn, wetenschappelijk secretaris CBN Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
seminaries 09/26 Maandag 14 december 2009 13.30 tot 17.00 uur Dhr. Marc Gielis € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW) Hogeschool Gent Departement Bedrijfsmanagement Mercator, Henleykaai 84, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19304)
09/27
25
Beleggen binnen of buiten de vennootschap De spaarpotvennootschap Toelichting Menig zelfstandige (ondernemer of vrij beroeper) bezit vandaag al dan niet reeds jaren een vennootschap. Deze vennootschap zet jaarlijks een mooi resultaat neer. Maar wat doen we verder met het vermogen van deze vennootschap? Onttrekken we dit vermogen of net niet, zo ja hoe en waarmee houden we rekening? Gaan we de vennootschap bewust aanwenden als spaarpot? Waarin gaan we beleggen: roerende goederen of onroerende goederen? Dit seminarie tracht een antwoord te formuleren op de moeilijke vraag ‘beleggen we beter binnen of buiten de vennootschap’? Spreker Dhr. Marc Gielis, Belastingconsulent bij Bank J. Van Breda & C° NV Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Isabelle Goethals • tel.: 09 372 77 03 •
[email protected]
Onroerend goed binnen of buiten vennootschap? Hoe optimaliseren?
Woensdag 16 december 2009 14.00 tot 17.30 uur Dhr. Marc Gielis € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW)
UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Toelichting Wie vandaag een vennootschap wenst op te richten doet dit niet zelden omwille van de gewenste aankoop van een onroerend goed of het herschikken ervan. Hieraan zijn voordelen verbonden, maar echter ook nadelen. M.a.w. wie hiervoor kiest moet een goede afweging maken tussen zowel de voor- als de nadelen. Niet enkel op korte termijn maar ook op lange termijn. Wat willen we op termijn bereiken? Tijdens dit seminarie trachten we een aantal zaken te verduidelijken. Wat komt zoal aan bod? - Hoe zit de vennootschapsbelasting in elkaar in het bijzonder wat onroerend goed betreft? - Wat zijn hiervan de voordelen of de nadelen? - Wat zijn de mogelijkheden en beperkingen om gelden aan de vennootschap te onttrekken om privé in onroerend goed te stappen? - Kan de vennootschap later ook een voordeel opleveren in het kader van de successieplanning door vastgoed onder te brengen in de vennootschap? Kan deze vennootschap m.a.w. later als instrument tot fiscale planning aangewend worden? - Nadenken over uw gezinswoning: binnen of buiten de vennootschap? - Fiscale optimalisatietechnieken: de mix tussen de personenbelasting en de vennootschapsbelasting - Wat zijn de aandachtspunten in deze bij een latere verkoop van de vennootschap? - (...) Spreker Dhr. Marc Gielis, Belastingconsulent bij Bank J. Van Breda & C° NV
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19450)
Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
26
09/28
Dinsdag 9 februari 2010 18.00 tot 21.15 uur Dhr. Luc De Greef
€ 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW)
Hogeschool Gent Departement Bedrijfsmanagement Mercator, Henleykaai 84, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19305)
09/29 Maandag 22 februari 2010 13.30 tot 17.00 uur Dhr. Pierre Van Heuverswyn € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW) Hogeschool Gent Departement Bedrijfsmanagement Mercator, Henleykaai 84, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19306)
Belastingvoordelen woning in de personenbelasting en registratierechten Toelichting De Economische Herstelwet van 27 maart 2009 voorziet in heel wat bijkomende fiscale stimuli voor particulieren die hun woning energiezuiniger wensen in te inrichten. Denken we maar aan de groene lening die recht geeft op een intrestbonificatie, de mogelijkheid tot overdracht naar volgende jaren toe van de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven, enz. Deze nieuwe maatregelen zijn vrij gekend omdat de overheid er de laatste weken voldoende publiciteit omtrent heeft gemaakt maar er zijn nog zo vele andere maatregelen die de wetgever de laatste jaren heeft ingevoerd om de renovatie en bouw van woningen te stimuleren en die in een vergeethoek zijn geraakt. Tijdens dit seminarie zal er een volledig overzicht gegeven worden van alle bestaande en nieuwe fiscale voordelen in de personenbelasting en de registratierechten die te maken hebben met het bouwen of verbouwen van een woning zodat u op het einde van het seminarie weer volledig mee bent. Spreker Dhr. Luc De Greef, Adviseur directe belastingen en bankfiscaliteit KBC Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Isabelle Goethals • tel.: 09 372 77 03 •
[email protected]
Internationale salariëring Toelichting Dit seminarie bespreekt onder meer de verschillende fiscale en sociale aspecten verbonden aan de internationale salariëring van werknemers en kaderleden, voornamelijk bij detachering in het buitenland. Volgende onderwerpen worden fiscaal toegelicht: • detachering door de Belgische werkgever • tewerkstelling door een buitenlandse werkgever • split-payroll-technieken • gunstregimes voor detachering in België en in het buitenland Spreker Dhr. Pierre Van Heuverswyn, vennoot Mazars Tax Consultants te Gent Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Isabelle Goethals • tel.: 09 372 77 03 •
[email protected]
seminaries 09/30 Donderdag 25 februari 2010 18.00 tot 21.15 uur Prof. Jan Verhoeye € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19451)
09/31 Maandag 1 maart 2010 14.00 tot 17.30 uur Dhr. Philippe Salens € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19269)
27
Fiscale aspecten VZW Toelichting Directe belastingen: in welke gevallen is de rechtspersonenbelasting van toepassing? In welke gevallen geldt de vennootschapsbelasting? Op welke bestanddelen is een VZW belastbaar? Wat zijn de gevolgen als een VZW onderworpen wordt aan de vennootschapsbelasting? Indirecte belastingen: wanneer is een VZW een BTW-belastingplichtige en wanneer niet? Wat in geval van een ‘gemengd belastingplichtige VZW’? En hoe zit het met de jaarlijkse taks en de registratierechten voor VZW’s? Spreker Prof. Jan Verhoeye, accountant, voorzitter CBN, docent HoGent, gastprofessor UGent Doelgroep Het programma richt zich naar bestuurders, voorzitters,directeurs, penningmeesters, financiële en fiscale verantwoordelijken, accountants en boekhouders van VZW’s alsook financiële en fiscale adviseurs van VZW’s Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
Ondernemingsgebeuren in het kader van vermogensplanning Toelichting Een goede ondernemingsstructuur is cruciaal bij het opzetten van een optimale vermogens- en successieplanning. Een holdingvennootschap is daarbij meestal een aangewezen vehikel. Tijdens het seminarie bekijken we een aantal structuren en bespreken we de attentiepunten op juridisch en fiscaal vlak. De holdingstructuur kan reeds in een vroeg stadium het nodige juridische en fiscale comfort bieden aan de ondernemer. Ze wordt best zo vroeg mogelijk geïmplementeerd. De holdingstructuur kan ook een ideaal vehikel zijn met het oog op de overdracht van het vermogen naar de volgende generatie. Spreker Dhr. Philippe Salens, zaakvoerder, Cnockaert & Salens Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
28
09/32
Knelpuntboekingen grondig bekeken! Toelichting
Dinsdag 2 maart 2010 14.00 tot 17.30 uur Mevr. Els De Wielemaker Mevr. Liesbet Van de Velde € 210 Documentatie en koffie inbegrepen (catering excl. BTW) UGent Vakgroep Accountancy en Bedrijfsfinanciering Urbis kantorencomplex, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent
Attest (3u) IAB (A0147/2009), (K)IBR, BIBF (19452)
In dit seminarie komen enkele minder evidente, maar daarom niet minder belangrijke boekingen aan bod. Enkele voorbeelden van topics die zeker aan bod komen in deze opleiding zijn; boekingen van investeringen, financieringen, leasing en renting, zakelijke rechten (vruchtgebruik, erfpacht, opstal), herwaarderingsmeerwaarden, kapitaalsubsidies, waardeverminderingen en minderwaarden op handelsvorderingen, lijfrente, loonboekingen, autokosten, inkoop eigen aandelen, … . Om u in dit seminarie optimaal een antwoord te kunnen geven op uw vragen, kan u uw boekhoudtechnische vragen tot 14 dagen voor het seminarie doorsturen naar de docenten. Zodat het voor u een seminarie met antwoorden op maat is! Sprekers Mevr. Els De Wielemaker, Wetenschappelijk coördinator HIAF Mevr. Liesbet Van de Velde, Wetenschappelijk coördinator HIAF Doelgroep Accountants, bedrijfsrevisoren, bedrijfsleiders, boekhouders, belastingsconsulenten, fiscalisten, financiële verantwoordelijken, bedrijfsjuristen, advocaten, medewerkers van boekhoudkantoren Bijkomende inlichtingen Mevr. Els De Wielemaker ● tel.: 09 248 88 36 ●
[email protected]
Agenda Maart 2010 De winstmargeregeling Knelpuntboekingen grondig bekeken!
Maandag 1 maart 2010 Dinsdag 2 maart 2010
De overdacht van een algemeenheid van goederen of van een bedrijfsafdeling “Menselijk kapitaal” versus “Arbeidskost”: dilemna of symbiose?
Maandag 8 maart 2010 Donderdag 11 maart 2010
Voorzieningen voor risico’s en kosten
Dinsdag 16 maart 2010
Vruchtgebruik
Dinsdag 23 maart 2010
April 2010 Nationale en internationale fusies grondig bestudeerd!
Mei 2010 Praktijkaangifte: btw, vennootschapsbelasting, personenbelasting Fiscaliteit: stand van zaken
Woensdag 5 mei 2010 Dinsdag 25 mei 2010
29
30
I
N
S
C
H
R
I
J
V
E
N
Gelieve dit inschrijvingsformulier te faxen naar 09 264 35 88, terug te sturen naar het HIAF, t.a.v. mevr. Liesbet Van de Velde, Kuiperskaai 55/E, 9000 Gent of u kan zich inschrijven via onze website www.hiaf.be. Na inschrijving ontvangt u een bevestiging en wegbeschrijving. Naam: Voornaam: Functie/Beroep: Bedrijf: Straat:
Nr.:
Postcode:
Woonplaats:
Telefoon:
Fax:
E-mail:
BTW-nummer:
schrijft zich in voor: Code 09/
Titel
Datum
Bedrag
09/ 09/ 09/ 09/ Maak gebruik van onze kortingen via:
KMO-portefeuille VDAB-opleidingscheques voor werknemers Alumni: onderwijsinstelling: afstudeerjaar: Prime Foundation Partner Partena
ik wens maandelijks een overzicht te ontvangen van de nieuwste opleidingen van het HIAF via e-mail ik zou in de toekomst graag een opleiding verzorgd zien rond volgend thema:
gelieve mijn naam uit het adressenbestand te verwijderen of te wijzigen
Handtekening:
Annulatie: U kunt uw inschrijving, uitsluitend schriftelijk, tot uiterlijk één week voor het begin van de cursus annuleren. Daarna blijft bij annulering het vol-ledige inschrijvingsgeld verschuldigd. Een verhinderde deelnemer kan zich steeds door een collega laten vervangen.Privacy: De door u meegedeelde persoonsgegevens bij inschrijving voor een cursus bij het HIAF zullen verwerkt worden in een databestand met het oog op de organisatie van de onderwijsactiviteiten. Uw persoonsgegevens worden verwerkt in overeenstemming met de wet van 8 december 1992 tot bescher-ming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. Door uw inschrijving gaat u er uitdrukkelijk mee akkoord dat uw persoonsgegevens door ons worden gebruikt om u ook in de toekomst op de hoogte te houden van zijn opleidingsinitiatieven. Ook verklaart u zich ermee akkoord dat uw persoonsgegevens worden meegedeeld aan onze partners die u op hun beurt wensen op de hoogte te houden van hun opleidings-initiatieven. Indien u niet wilt dat uw persoonsgegevens door ons worden gebruikt voor informatie omtrent onze andere opleidingsinitiatieven of dat wij uw persoonsgegevens meedelen aan onze partners, kunt u zich hiertegen kosteloos verzetten. Ook hebt u het recht tot inzage en het recht tot aanpassing van uw persoonsgegevens. Hiervoor kunt u zich wenden tot: (Anne-Sophie De Lembre,
[email protected]).
31
Opleidingen op maat U vindt niet precies wat u zoekt? Waarom bepalen we het onderwerp niet samen? Onze bedrijfsinterne opleidingen bieden het voordeel dat de gedoceerde materie wordt toegespitst op uw organisatie. Inderdaad, we werken op maat! Hierdoor staan wij garant voor een kwalitatieve opleiding van uw werknemers! Meer info? Contacteer ons vrijblijvend: HIAF Mevr. Liesbet Van de Velde Mevr. Els De Wielemaker Kuiperskaai 55/E 9000 Gent Tel. 09 264 35 48 (Liesbet) Tel. 09 248 88 36 (Els)
www.hiaf.be © HIAF- Behoudens de uitdrukkelijke bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.