Gevoel voor muziek Peter Schraders 0655433 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie Cursuscode: PKDT5 Datum: 22 januari 2014 Keuze: muziek Sociale vaardigheden middels muziek
INHOUDSOPGAVE 1
HUIDIGE EN GEWENSTE SITUATIE
1.1 1.2 1.3 1.4
pagina 3
BESCHRIJVING STAGESCHOOL BESCHRIJVING STAGEKLAS WAT IS AAN SOCIALE VAARDIGHEDEN NODIG? UITWERKING IN ONDERWIJSACTIVITEIT
pagina 3 pagina 3 pagina 4 pagina 5
2
GEVOEL VOOR MUZIEK LES 1
pagina 6
2.1 2.2
DOEL FORMULEREN OPDRACHTEN
pagina 6 pagina 6
2.2.1 OPDRACHT 1: Verkenning -‐ Peter en de Wolf 2.2.3 OPDRACHT 2: Kern – Sfeermuziek 2.2.3 OPDRACHT 3: Afsluiting -‐ Gevoel uitbeelden
pagina 6 pagina 7 pagina 7
2.2 2.3
EVALUATIE LES 1 REFLECTIE LES 1
pagina 8 pagina 8
pagina 9
OPDRACHT: Laat maar zien! EVALUATIE LES 2 REFLECTIE LES 2
pagina 9 pagina 9 pagina 9
pagina 11
pagina 12
3
GEVOEL VOOR MUZIEK LES 2
3.1 3.2 3.3
4
CONCLUSIE ‘Workshop Kunstzinnige Oriëntatie’
BRONNEN
BIJLAGE: Smartboard presentatie Gevoel voor muziek (Powerpoint) BIJLAGE: Eindopdrachten leerlingen 2 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
1
HUIDIGE EN GEWENSTE SITUATIE
1.1
BESCHRIJVING STAGESCHOOL
OBS De Boog in de wijk Schiemond De wijk Schiemond is in de jaren tachtig van de vorige eeuw gebouwd op een gebied dat niet meer gebruikt werd voor de haven. De havens in dit gebied werden veeal gedempt om zo de stad te kunnen uitbreiden en vernieuwen. Op dit moment wordt in Schiemond een grootschalige renovatie uitgevoerd. Deze renovatie moet Schiemond uit haar geïsoleerde ligging halen, verbinden met de stad en mooier, praktischer en veiliger maken voor de ruim 5.000 bewoners. Alleen de ligging aan het water en de straatnamen in Schiemond verwijzen nog naar de geschiedenis van de scheepvaart uit een vrij recent verleden. Zo is de Bartel Wiltonkade vernoemd naar de oprichter van de bekende scheepswerf Wilton-‐Fijenoord, Bart(el) Wilton. De openbare basisschool De Boog heeft twee locaties in de deelgemeente Delfshaven: locatie Bospolder en locatie Schiemond. Samen vormen deze locaties één school. De Boog wil dat kinderen met groot plezier naar school gaan. Daarom wordt er op beide locaties met adaptief onderwijs gewerkt. Hierdoor sluit het onderwijs aan bij het ontwikkelingsniveau en de mogelijkheden van ieder kind. Het ene kind is geeft de voorkeur aan rekenen, de ander is beter in sport. De een werkt graag in groepjes, de ander liever alleen. De Boog is een Brede School. Er is veel samenwerking met andere instellingen zoals kinderopvang, welzijnswerk en sportverenigingen. Ook buiten de schooltijden worden veel activiteiten georganiseerd om de kinderen te helpen bij hun ontwikkeling. De Boog is een Voorschool en is dit jaar met veel succes een groep ‘0’ gestart. Dit gecombineerd met een peuterspeelzaal maakt dat er al veel bekend is over de leerlingen voordat ze in groep 1/2 starten. 1.2 BESCHRIJVING STAGEKLAS Het lijkt dat het werken naar een degelijk, positieve onderwijssysteem dat voorziet in voorkomen van achterstanden zijn tol eist met betrekking tot muziek-‐, kunst-‐ en cultuureducatie. Er is geen beschreven visie op muziek-‐, kunst-‐ en cultuureducatie. Wel is in het programma van de Brede School een samenwerkingsverband met het SKVR. Mijn stageklas is een combinatie van groep twee en drie. Twaalf leerlingen in groep twee en zeven leerlingen in groep drie. Aangezien dit een ongebruikelijke, uit noodzaak geboren combinatie is, zijn de leerlingen voor deze groep geselecteerd op werkhouding en zelfstandigheid. Hierdoor kan er een bijzondere manier van werken ontstaan waarbij twee groepen grotendeels apart van elkaar werken maar toch samen in de klas zitten. De roosters van gym, buitenspelen en keuzelessen zijn zo opgesteld dat de leerkracht op momenten alleen is met groep 2 of 3. Meestal zijn alle leerlingen samen in de groep. Op die momenten wordt de ene groep aan het werk gezet met hun eigen opdrachten en krijgt de andere groep een korte, intensieve instructie voor een bepaald vak. Hierna gaan de kinderen zelfstandig aan de slag en is de leerkracht weer beschikbaar voor alle leerlingen en voor de begeleiding voor hen die dat nodig hebben. De leeftijd van de leerlingen varieërt van vier tot zes jaar. De verdeling jongens en meisjes is gelijk. De sfeer in de groep kenmerkt zich voornamelijk door vriendelijkheid, optimisme en hard werken.
3 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
1.3
WAT IS NODIG AAN SOCIALE VAARDIGHEDEN?
De school werkt hard aan een veilige omgeving binnen en zelfs buiten de school. Het is mij opgevallen dat dit de eerste stageschool is waar de regels op de poster in de kantine echt opgevolgd worden. Leerkrachten kunnen elkaars leerlingen aanspreken, leerkrachten spreken elkaar aan als er over iemand anders wordt gepraat. Medewerkers zijn toegankelijk en behulpzaam. Deze open houding lijkt ook bij te dragen aan het het gedrag van de leerlingen. Wat opvalt bij de leerlingen in de stageklas is de positieve werkhouding die zich kenmerkt door gedreven werken, competitie en uitdagingen. Deze houding maakt dat de groep heel erg gericht is op meetbare doelen behalen. Inzicht in eigen prestatie is belangrijk voor deze leerlingen. Hiermee meten zij zich aan elkaar. Leerlingen van deze leeftijd hebben een snelle intuïtieve reactie en denken vaak nog egocentrisch. De relaties worden actief onderhouden. Er is veel contact tussen leerkracht en ouders en er wordt veel geïnvesteerd door leerkracht in relatie tot de leerlingen. Kansen voor deze opdracht liggen dan ook niet op het gebied van het pedagogisch klimaat. Er is een veilig klimaat in de klas. Door hier gebruik van te maken kan de opdracht beter gericht zijn op emoties en gevoelens. Daarom heb ik in overleg met mijn mentor bepaald dat de groep kan ontwikkelen in (h)erkennen, beschrijven en benoemen van emoties bij zichzelf en bij een ander. Deze ontwikkeling in een muziekopdracht verwerken heb ik gedaan door emoties te koppelen aan muziek. Het gaat erom dat de leerlingen anders leren denken. In plaats van de stimuleren van de linker hersenhelft wordt dit een rechter hersenhelft training! Het gaat om termen zoals kunst, muziek, emoties, creativiteit, kleuren, voorstellingsvermogen en vrij denken. Een reden voor ontwikkelen van het koppelen van muziek en emotie kan hierin teruggevonden worden: Baby’s worden geboren met absoluut gehoor en ritmegevoel. Alhoewel het absoluut gehoor redelijk snel afneemt en plaats maakt voor relatief gehoor (melodie) blijft het ritmegevoel bestaan. Toepassen van muziek (therapie) bij hersenbeschadiging en bij hersenontwikkeling geven aan dat muziek veel meer is dan alleen geluidsgolven. Muziekliefhebbers kunnen goed emoties van anderen lezen door registratie van kleine veranderingen in stem. Het gehoor is getraind op relatieve verschillen (intervallen) zoals bij melodieën. Het gaat in dit geval niet om de absolute toon maar om de relatie tussen de verschillende tonen. Al op jonge leeftijd kunnen kinderen hier goed gebruik van maken in de omgang met leeftijdsgenoten en volwassenen. Ook op latere leeftijd is dit een goede vaardigheid om te beheersen. De combinatie van empathisch vermogen en interesse in muziek maakt dit een zeer geschikt onderwerp voor deze opdracht. In deze lessen wordt muziek gebruikt bij de sociaal-‐emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Door gevoelens te koppelen aan muziek en proberen dit te verklaren kunnen de leerlingen meer grip krijgen op eigen emoties en die van anderen.
4 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
1.4
UITWERKING IN ONDERWIJSACTIVITEIT Voor de uitwerking van deze opdracht heb ik een spel gemaakt dat we klassikaal uitvoeren. De reden hiervoor is dat het goed aansluit bij de werkhouding van de groep. Groep 3 is bezig met het spel en groep 2 kan uitbeelden welke dieren of emoties zij voor zich zien of zelf voelen. Door de opdrachten heen ontwikkelt het ‘spel’ zich van goed/fout, via (h)erkennen van emoties tot de eindopdracht waarbij de leerlingen emoties uiten door deze te koppelen aan een tekenopdracht.
Het spel start op een herkenbaar niveau waarbij stap voor stap wordt opgebouwd naar het werken met vrije keuzes en nadenken over eigen gevoelens. Alle opdrachten, geluidsfragmenten en muziekstukken zijn verwerkt in een PowerPoint presentatie. Dit geeft het een ‘professionele’ uitstraling en het werkt heel interactief voor de leerlingen en leerkracht. In de volgende paragraaf worden de opdrachten beschreven. Er zijn vier opdrachten, waarvan de eerste drie in de eerste les worden behandeld. De vierde opdracht is pas na de eerste les ontwikkeld en is behandeld in de tweede les. Hier volgt een korte beschrijving van de opdrachten. Opdrachten: 1. De leerlingen leren muziek te koppelen aan karakters, personen of dieren. Hiervoor wordt het verhaal van Peter en de Wolf gebruikt. De leerlingen horen muziekfragmenten met de muziek van de dieren. Zij kiezen het juiste plaatje bij de muziek. 2. De leerlingen leren muziek te koppelen aan gevoelens of emoties. De leerlingen horen muziekfragmenten met ‘sfeer’ muziek. Zij kiezen het plaatje wat zij zelf het beste bij de muziek vinden passen. 3. Dit is de afsluiting van de eerste les. De leerlingen leren muziek te koppelen aan gevoelens of emoties. De leerlingen horen muziekfragmenten met bekende klassieke en populaire muziek. Zij mogen hun gevoel bij de muziek uiten door dans, beweging, uitbeelding of door beschrijven. 4. De leerlingen verwerken de verworven vaardigheden uit de eerste drie opdrachten in een kleurentekening. Aan de hand van de muziek worden kleur(en) en vormen gekozen die zij vinden passen bij de muziek. Bij alle opdrachten is de begeleiding bepalend voor het succes. De juiste vragen moeten gesteld worden om de leerlingen op weg te helpen met de opdrachten, beschrijvingen te laten geven van emoties en om ze te helpen met hun ontwikkeling. Behalve vragen stellen moet de leerkracht initiatieven waarderen en de leerlingen stimuleren.
5 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
2
GEVOEL VOOR MUZIEK LES 1 - VERKENNING
De eerste les is bedoeld om de leerlingen spelenderwijs te laten werken aan de doelen die gesteld worden. 2.1
DOEL FORMULEREN
Doelen bij de uitvoering van de opdracht in de eerste les zijn: • • • •
Aan het einde van de eerste les hebben alle leerlingen muziek leren koppelen aan mensen of dieren door gebruik te maken van voorbedrukte kaarten. Aan het einde van de eerste les hebben alle leerlingen muziek leren koppelen aan emoties door gebruik te maken van voorbedrukte kaarten. Aan het einde van de eerste les hebben de leerlingen aangetoond dat zij zich kunnen inleven (empathisch vermogen) door actief te luisteren naar anderen. Aan het einde van de les kunnen de leerlingen in overleg met elkaar oordelen over een muziekstuk, onderscheid makend in instrument, melodie en sfeer.
2.2
OPDRACHTEN
Hier worden de opdrachten beschreven. Het is geschreven op ‘instructie’ niveau. Dit vind ik zelf makkelijk werken. Bij elke opdracht staat een instructie, aandachtspunten en vragen die gesteld kunnen worden. Worden de vragen niet letterlijk gebruikt dan kunnen ze dienen om richting te geven aan de dialoog tussen leerkracht en leerling en tussen leerlingen onderling. 2.2.1 OPDRACHT 1: Verkenning - Peter en de Wolf Instructie 1 bij opdracht: Begin met een korte introductie van Peter, het jongetje dat door het woud loopt. Speel het voorbeeld af en laat de kinderen hier hun idee over vormen. Vervolgens krijgen de leerlingen kaarten met de volgende dieren: eend, vogel, wolf en kat. Bij het afspelen van het geluidsfragment mogen de leerlingen de juiste kaart pakken en gesloten houden. Nadat alle leerlingen de tijd hebben gehad om na te denken mag de kaart omhooggehouden worden. Laat leerlingen uitleggen waarom ze voor deze kaart hebben gekozen. Herhaal deze oefening met de andere drie geluidsfragmenten. Sluit deze opdracht af met het korte verhaal van Peter en de Wolf. Vragen bij opdracht 1: Kan je vertellen waarom je voor dit dier hebt gekozen? ( Instrument / melodie / sfeer ) Zou iedereen dezelfde kaart hebben gekozen? Waarom wel/niet? Kan je het dier nadoen? Welk instrument past bij jou?
6 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
2.2.3 OPDRACHT 2: Kern - Sfeermuziek Instructie bij opdracht 2:
Blij Boos
Deze opdracht werkt hetzelfde als opdracht 1 maar er zijn verschillen! Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het onder woorden brengen van de keuze is belangrijk bij deze opdracht. Creëer hiervoor een prettig sfeer in de groep.
Sfeerka
© KIEW 1
Sfeerka artjes 1 © KIEW
Teleurg e
Vervolgens krijgen de leerlingen ieder een set met emotiekaarten. Begin met een korte introductie van de emotiekaarten. Bepaal of alle leerlingen de emoties begrijpen en kunnen benoemen. Laat het eerste geluidsfragment horen. De leerlingen krijgen tijd om na te denken over hun keuze van emotiekaart. De kaart wordt gesloten op tafel gelegd.
artjes 1
Gelukk ig
Sfeerka
artjes 1
Zalig
steld
2
© KIEW 3
Sfeerka artjes 1 © KIEW
Verdrie tig
Sfeerka
artjes 1
Bang
© KIEW 5
Sfeerka artjes 1 © KIEW
In de w
Sfeerka
Nadat de leerlingen voldoende tijd hebben gehad om na te denken mogen ze de kaart openleggen.
artjes 1
4
ar
6
© KIEW 7
Sfeerka artjes 1 © KIEW 8
Laat leerlingen uitleggen waarom ze voor deze kaart hebben gekozen! Dit is het belangrijkste onderdeel van de opdracht! Herhaal deze oefening met de andere drie geluidsfragmenten. Indien tijd dit toelaat kan er ook gekozen worden voor samenwerkingsvormen. Iedere groep heeft 1 set emotiekaarten en moet eenduidige keuze maken. Vragen bij opdracht 2: Kan je vertellen waarom je dit kaartje hebt gekozen? Waar doet deze muziek je aan denken? Zou iedereen hetzelfde kaartje hebben gekozen? Waarom wel/niet? Hoe herkennen we het als jij je zo voelt? Kan je dit gevoel laten zien/voordoen? Is het mooie muziek? Wat vind je er mooi aan? ( instrument / sfeer / melodie ) Zou je deze muziek thuis luisteren? Waarom wel of niet? 2.2.3 OPDRACHT 3: Afsluiting - Gevoel uitbeelden Instructie bij opdracht 3: Deze opdracht sluit de eerste les af. Het doel van deze derde opdracht is de transfer maken van de geluidsfragmenten naar herkenbare (populaire) muziek en het stimuleren van beweging en creativiteit. De opdracht werkt hetzelfde als opdracht 2. Er zijn geen goede of foute antwoorden. Het onder woorden (en daden!) brengen van de keuze is belangrijk bij deze opdracht. Laat het eerste geluidsfragment horen. De leerlingen krijgen tijd om na te denken over hun keuze van emotiekaart. In plaats van alle aandacht op de emotiekaarten vestigen mag er nu 7 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
vrijer gereageerd worden op de muziek. Laat leerlingen op de muziek dansen en uitbeelden. Laat leerlingen voordoen(!) waarom ze voor deze kaart hebben gekozen! Dit is het belangrijkste onderdeel van deze opdracht! Herhaal deze oefening met de andere geluidsfragmenten. De muziekfragmenten variëren van Mozart en de 5e van Beethoven tot klesmer, Buena Vista Social Club en Steel Pulse. Vragen bij opdracht 3: Geen specifieke vragen bij deze opdracht. Vragen kunnen in de strekking van de vorige opdrachten gesteld worden maar het gaat voornamelijk om uiten van gevoelens door dans, beweging of uitbeelding. Stel vragen om leerlingen op weg te helpen als ze moeite hebben met de opdracht. Waar doet deze muziek je aan denken? Als je een film ziet met deze muziek, wat voor film is het dan? 2.2
EVALUATIE LES 1
De doelen van de eerste les zijn: • • • •
Aan het einde van de eerste les hebben alle leerlingen muziek leren koppelen aan mensen of dieren door gebruik te maken van voorbedrukte kaarten. Aan het einde van de eerste les hebben alle leerlingen muziek leren koppelen aan emoties door gebruik te maken van voorbedrukte kaarten. Aan het einde van de eerste les hebben de leerlingen aangetoond dat zij zich kunnen inleven (empathisch vermogen) door actief te luisteren naar anderen. Aan het einde van de les kunnen de leerlingen met elkaar oordelen over een muziekstuk, onderscheid makend in instrument, melodie en sfeer.
De lesdoelen zijn behaald. Wel is het moeilijk op de leeftijd van groep 2 en 3 om actief te luisteren naar elkaar. Toch hebben de leerlingen duidelijk naar elkaar gekeken en geluisterd. 2.3
REFLECTIE LES 1
De muziekles was erg leuk om te geven. De leerlingen waren al zeer gemotiveerd voor de start van de les. De leerlingen bij de les betrekken was niet moeilijk. De muziekles gaf het drukke lesschema van groep 3 weer wat ontspanning. Ik had de les goed voorbereid en alle geluids/muziekfragmenten waren mooi verwerkt in een presentatiescherm op het smartboard. Dit werkte heel goed; het ziet er overzichtelijk uit voor de leerlingen en het geeft de leerkracht de mogelijkheid om alle aandacht te vestigen op de leerlingen en de leerdoelen. Bij elke opdracht had ik mogelijke vragen geformuleerd. Het niveau van de vragen was soms wat te hoog voor de groep. Dit kon ik gedurende de les oplossen door de vraagstelling te vereenvoudigen. De eerste opdracht heb ik met de leerlingen van groep 3 uitgevoerd. Hierin heb ik veel aandacht besteed aan de koppeling van gevoel aan muziek en andersom; muziek aan gevoel. Fragmenten van Peter en de Wolf lenen zich prima voor deze oefening waarbij de leerlingen anders naar muziek moeten gaan luisteren. Na deze opdracht werd de groep uitgebreid met de leerlingen van groep 2. Deze leerlingen hebben niet met de emotiekaarten gewerkt maar hebben emoties/gevoelens uitgebeeld. Bijzonder leuke manier van muziek luisteren. Afsluiting bij de laatste opdracht was Steel Pulse; lekker dansen! ☺
8 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
3
GEVOEL VOOR MUZIEK LES 2 – VERDIEPING
Doelen bij de uitvoering van de opdracht in de tweede les zijn: • •
Aan het einde van de tweede les kunnen de leerlingen hun eigen gevoel benoemen bij muziek en dit beschrijven. Aan het eind van de tweede les kunnen de leerlingen hun eigen gevoel benoemen en beschrijven door middel van het evalueren van de verwerkingsopdracht.
3.1
OPDRACHT: Laat maar zien!
Instructie bij opdracht 4: Een van de vorige opdrachten wordt als warming-‐up gedaan voordat je begint met deze opdracht. Bij opdracht 4 maken de leerlingen een kleurtekening gebaseerd op de muziek die ze op dat moment luisteren. De moeilijkheid is keuzes maken. De opdracht is heel vrij. Vast staat dat er papier en kleurpotloden worden gebruikt. Verder is de opdracht helemaal vrij. Om de leerlingen houvast te geven leg je de emotiekaarten van opdracht 2 op tafel. Na het eerste muziekfragment worden de kaartje weggehaald zodat de leerlingen niet geneigd zijn om teveel naar de kaartjes te kijken. De leerlingen krijgen verschillende muziek te horen. Ieder muziekfragment wordt apart behandeld. Terwijl de leerlingen luisteren naar de muziek vraag je ze om de kleuren te kiezen die ze vinden passen bij de muziek. Vervolgens laat je ze nadenken over vormen, figuren, voorwerpen of mensen die bij de muziek passen. Vraag de leerlingen wat ze voor zich zien en of ze hiermee aan de slag kunnen. Teken en kleur dit! Als je wil mag je na afloop wat vertellen over je tekening. Vragen bij opdracht 4: Kan je iets vertellen over jouw tekening? Wat zien we op jouw tekening? Waarom heb je voor deze kleuren gekozen? Zie je verschillen tussen de tekening van de anderen en die van jou? 3.2
EVALUATIE LES 2
Doelen bij de uitvoering van de opdracht in de tweede les zijn: • •
Aan het einde van de tweede les kunnen de leerlingen hun eigen gevoel benoemen bij muziek en dit beschrijven. Aan het eind van de tweede les kunnen de leerlingen hun eigen gevoel benoemen en beschrijven van eigen gevoelens door evalueren van de verwerkingsopdracht.
De lesdoelen zijn niet geheel gehaald. De leerlingen beleefden niet allemaal op hetzelfde niveau de les. Een enkele leerling heeft er een eenvoudige verwerkingsopdracht van gemaakt. De andere leerlingen begrepen goed wat de bedoeling was maar vonden het uitwerken van de opdracht heel moeilijk. 3.3
REFLECTIE LES 2
De verwerkingsopdracht in de laatste les was heel vrij. De leerlingen mochten kleur en vorm kiezen aan de hand van de muziek. Dit is voor volwassenen moeilijk, laat staan voor jonge leerlingen. Toch vond ik dat de meeste leerlingen hier heel goed mee aan de slag gingen. Wel hadden ze houvast aan de emotiekaarten uit de vorige les, dus dit was veel terug te zien in de tekeningen. 9 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
Bij de evaluatie van de tekenopdrachten kwamen de leerlingen zelf tot de conclusie dat “wat je zelf voelt, is altijd goed”. Ik vond dat een mooie afsluiting van de les!
10 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
4
CONCLUSIE ‘Workshop Kunstzinnige Oriëntatie’
Weer een hele leuke opdracht! Ik moet zeggen dat ik het moeilijk vond om een opzet te maken voor de opdracht. In overleg met de mentor kon ik bepalen wat het sociaal-‐ emotionele doel was. Uiteindelijk had ik een leuke invalshoek met Peter en de Wolf. Wat ik erg leuk vond bij de opdracht was dat ik na kon denken over muziektoepassing in de klas. Leerlingen op een andere manier laten nadenken over muziek vind ik erg interessant. De muziekkeuze heb ik gebaseerd op wereldmuziek, mijn eigen voorkeuren en toepasselijk bij de opdrachten. Onder andere is voorbij gekomen: Beethoven, Steel Pulse, Buena Vista Social Club, Gregory Porter, Bobby McFerrin en Mozart. Toepassen van muziek voor sociaal-‐emotionele ontwikkeling lijkt mij zeer geschikt. Het universele karakter van muziek maakt dat dit soort opdrachten heel toegankelijk zijn voor alle leerlingen. Ook introverte leerlingen kunnen door de muziek vrijer worden dan je zou verwachten. Muziek kan je op meedere niveau’s meemaken: actief luisteren, horen op de achtergrond, zelf spelen, dansen en bewegen. Ook kan je naar muziek luisteren op verschillende niveau’s: klank, vorm en betekenis. Leerlingen kunnen zich met bepaalde muziek identificeren.
11 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek
BRONNEN Lei, R. van der, Haverkort, F., & Noordam, L. (2010). Muziek Meester. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff bv.
12 Workshop Kunstzinnige Oriëntatie -‐ Muziek