Gemeente Noordoostpolder
REGLEMENT VOOR HET HOUDEN VAN AUTOCROSSEN
Organisatie: 1. Uiterlijk 8 weken voor de te houden autocross dient een vergunning aangevraagd te worden bij de burgemeester van de gemeente Noordoostpolder. 2. Bij de aanvraag dient een plattegrond van het crossterrein te worden meegezonden, evenals de gegevenslijst autocrosswedstrijden. 3. Op de plattegrond dient het volgende te worden aangegeven: − Het door de deelnemers af te leggen parcours incl. startopstelling. − Plaats van het rennerskwartier. − Plaats waar het publiek zich mag gaan begeven. − Route voor hulpverleningsvoertuigen (ambulance, politie, brandweer.) 4. Tevens dient een veiligheidsplan meegestuurd te worden. Hierin staan alle te nemen veiligheidsaspecten in vermeld, zoals: − EHBO moet aanwezig zijn gedurende de gehele wedstrijd. − Er moeten voldoende brandblussers aanwezig zijn. Voor het evenement moet een gebruikstoestemming op grond van de Brandbeveiligingsverordening Noordoostpolder te worden aangevraagd en te zijn verleend door de commandant van de Brandweer noordoostpolder. − De dienstdoende huisarts dient op de hoogte gebracht te worden van het evenement. − De afzetting voor het publiek moet dusdanig zijn dat de veiligheid zo optimaal mogelijk gewaarborgd is. 5. Na afloop dient het terrein en de omgeving schoon opgeleverd te worden. 6. Er dient een WA verzekering afgesloten te worden, welke de aansprakelijkheid voor het publiek en de officials regelt. 7. De namens de organiserende autocrossen aangewezen official is bevoegd om de autocross stil te leggen danwel te beeindigen, en de organisatie van de autocross sancties op te leggen bij het niet naleven van het reglement. Deelnemers: 1. Deelnemers en de reserves zijn verplicht de instructieavond bij te wonen. 2. Iedere bestuurder moet in het bezit zijn van een geldig rijbewijs en dit tijdens de crossdag tonen. 3. Iedere deelnemer rijdt voor eigen risico en dient voor aanvang van de wedstrijd de verantwoordelijkheidsclausule te tekenen. 4. Per auto kan slechts 1 deelnemer zich inschrijven, deze deelnemer is ook verplicht om met die auto de cross te rijden. 5. De wedstrijdleiding zorgt voor vervanging bij afzegging. 6. Deelnemers dienen zich correct te gedragen, zowel in rijgedrag als in sociaal gedrag, dit op straffe van uitsluiting. 7. Iedere bestuurder moet een degelijk, goed passende en sluitende integraalhelm dragen, evenals een goed sluitende nekband. Tevens dient brandwerende (bijv. katoenen) kleding gedragen te worden, die armen en benen volledig bedekt.
1
8. Op de plaats in het rennerskwartier moet een plastic kleed van minimaal 5 bij 2 meter worden gelegd, daar bovenop dient een stuk karton (zgn. Agricokarton) of andere absorberend materiaal van dezelfde afmeting geplaatst te worden. Het geheel dient vastgezet te worden d.m.v. bijv. tentharingen. 9. Het te laat aan de start verschijnen heeft uitsluiting van deze manche tot gevolg. 10. In het rennerskwartier mogen slechts 2 personen per auto worden toegelaten (namelijk rijder en monteur). Minimum leeftijd is 16 jaar. Er mag hier ook niet onnodig gereden worden en uitsluitend stapvoets. 11. Iedere deelnemer dient strikt de aanwijzingen van de baancommissarissen op te volgen. Dit wordt door middel van vlaggen aangegeven. Betekenis vlaggen: Oranje = start Zwart wit = finish Rood = onmiddellijk stoppen Geel onbewogen = oppassen baan gedeeltelijk versperd Geel bewogen = baan grotendeels versperd, verboden in te halen 12. Het is verboden om auto’s moedwillig aan te rijden of opzettelijk te hinderen. 13. Het aanrijden van een stilstaande auto op het parcours betekent onmiddellijke diskwalificatie. Dit geld ook voor achteruit rijden of tegen de rijrichting in rijden. 14. Deelnemers mogen zonder uitdrukkelijke toestemming van een baancommissaris hun voertuigen tijdens de rit niet verlaten. 15. Zowel voor als tijdens de wedstrijd is het verboden om alcoholische dranken en of drogerende middelen te gebruiken. Dit op straffe van uitsluiting van de cross. 16. Na afloop dienen de deelnemers hun plaats in het rennerskwartier schoon op te leveren en alle onderdelen mee te nemen. 17. In alle niet opgenomen bepalingen beslist de wedstrijdleiding.
Auto’s 1. Deelnemers mogen uitsluitend meedoen in auto’s in standaard uitvoering. Alleen personenauto’s en stationcars zijn toegestaan, dus geen bestelbusjes etc. Alleen toegestaan zijn auto’s die zijn aangedreven op twee wielen. Er mag geen PUR gebruikt worden. Alle uitstekende delen dienen te zijn verwijderd. Ook trekhaken moeten geheel worden verwijderd. 2. Bumpers verzwaren is toegestaan in de vorm van één buis tussen de buitenkanten van de chassisbalken. De buis mag uitwendig gemeten maximaal 50mm zijn. De buis mag een maximale wanddikte hebben van 4mm. Het geheel moet deugdelijk worden vastgemaakt aan het chassis, waarbij maatvoering van de ophangpunten in redelijke verhouding is met de buis. Zie afbeelding I van de bijlage, behorend bij dit reglement. Ter bescherming van de radiator ed. mag gebruik worden gemaakt van 2mm (geperforeerde) staalplaat, of 2mm (geperforeerde) aluminiumplaat. 3. Afgezaagde achterkanten zijn goedgekeurd mits de achterkant tot 10cm achter de vuldop is verwijderd. Wanneer er geen vuldop aanwezig is, dan tot 10cm achter de achterkant van de achterwielen. De opening die is ontstaan moet worden dichtgemaakt met maximaal 2mm dik staalplaat. Deze staalplaat moet tot hoedenplank hoogte zijn. 4. Banden met M en S profiel zijn toegestaan, evenals noppenbanden en hogere of bredere banden. Opsnijden is in alle vormen toegestaan. Trekkerbanden zijn verboden. 5. De carburateur dient te worden voorzien van twee gas-afsluitveren.
2
6. De radiator moet onder de motorkap blijven en de koelvloeistof moet worden vervangen door water. De accu moet goed vastgemaakt op de originele plaats zitten of onder de motorkap. Wel dient het koelsysteem cq verwarmingssysteem deugdelijk te worden afgeschermd. 7. Glas en hard plastic moet worden verwijderd ( ramen, lampen, spiegels, reflectoren etc.), m.u.v. originele bumpers, dashboard en de binnenspiegel. Ook is een 3e remlicht en stoflicht wenselijk. Glas dient uit de deuren te zijn verwijderd. Een eventuele gasinstallatie moet geheel worden verwijderd. 8. De auto moet van binnen schoon zijn en er mogen geen losliggende onderdelen in liggen. Ook moeten wieldoppen verwijderd zijn. 9. Er moet minimaal een goed functionerende goedgekeurde 4 punts/harnasgordel aanwezig zijn, die bevestigd is aan chassis en/of de rolkooi. Eventueel is een vier puntsgordel met drie-puntsbevestiging toegestaan. Daarnaast dient een deugdelijke hoofdsteun aanwezig te zijn. 10. Het linker voorportier moet dichtgelast of op een deugdelijke manier afgesloten te zijn. 11. In een standaard auto dient uitsluitend van de fabrieksmatige aangebrachte brandstoftank gebruik te worden gemaakt. Indien de fabriekstank niet meer aanwezig is, mag gebruik worden gemaakt van een losse metalen tank (inhoud maximaal 10 liter) volgens afbeelding II op de bijlage, behorend tot dit reglement. Deze tank dient geplaatst te worden rechts achter, voor het achterwiel door middel van een hoekprofiel. 12. Iedere auto moet een goed bereikbaar en zichtbaar sleepoog hebben, zowel aan de voor- als achterkant. 13. De crossauto’s moeten aan- en afgevoerd worden op een wagen of trailer. 14. Het inschrijfnummer is ook het autonummer. Dit nummer moet aangebracht zijn op beide voorportieren. Minimale grootte 40cm en duidelijk leesbaar. Dit nummer moet ook op een stalen bord op het dak goed zichtbaar zijn. Afmeting 40cm bij 30cm en letterbreedte 2cm. De achtergrond moet van donkere kleur zijn met witte letters of andersom. 15. Er mag reclame gevoerd worden, echter obscene teksten of schuttingtaal op de auto is verboden. 16. Het raam aan de bestuurderskant, evenals de helft van de voorruit aan de bestuurderszijde, moet met gaas o.i.d. dichtgemaakt worden en wel zodanig, dat er geen hand doorheen kan worden gestoken. Ook het eventuele dakraam moet worden dichtgemaakt met staalplaat. 17. Het is verplicht een deugdelijke gelaste kooiconstructie aan te brengen. Bestaande uit een rolbar links en rechts van de bestuurder, welke aan de bovenzijde voor en achter van de bestuurder en op kniehoogte aan de bestuurderszijde onderling verbonden zijn. De rolbar achter de bestuurder moet voorzien zijn van een schoor van boven de bestuurderszijde diagonaal naar beneden. Zie afbeelding III van de bijlage, behorend bij dit reglement. Het geheel moet aan de onderkant, zijkant en dak deugdelijk zijn gelast. Eventuele steunen naar achter of naar voren mogen niet voorbij de wielen komen. De voetplaten moeten aan de auto bevestigd worden. Diameter van de buis moet minimaal 38 mm zijn, wanddikte buis minimaal 2,5 mm 18. Auto’s die op de kop hebben gelegen, moeten worden aangeboden voor herkeuring. Baan: 1. De breedte van de baan dient op de rechte stukken minimaal tien meter te zijn en in de grote bochten twaalf meter. Chicanes moeten minimaal zes meter breed zijn. 2. Er mogen geen verhogingen en/of verlagingen in de baan worden aangebracht.
3
3. Vlaggenmasten mogen uitsluitend op een afstand van minimaal vijf meter buiten de baan staan of in het precieze midden van het midden terrein en dienen goed afgeschermd te zijn. 4. Op het middenterrein mogen uitsluitend de wedstrijdleider, baancommissarissen, en de brandweer aanwezig zijn. 5. Voor aanvang van de wedstrijd dient de wedstrijdleider de baancommissarissen geïnstrueerd te hebben over het gebruik van de vlaggen, het gebruik van de brandblussers en hun verdere taken. 6. De buitenring van de baan moet uitgeploegd worden met een diepte van minimaal 30 cm en een breedte van minimaal twee meter. 7. De binnenring van de baan moet uitgeploegd worden met een diepte van minimaal 30 cm en een breedte van minimaal een meter. 8. De wedstrijdwagen dient op minimaal 5 meter buiten de buitenring te staan en moet voldoende afgeschermd worden. 9. Aan de publiekzijde moet op minimaal vier meter van de buitenring een sleuf gegraven worden van minimaal 70 cm diep en anderhalve meter breed, of een sleuf van minimaal 50 cm en twee meter breed.
Doorsnede baanhelft met minimale afmeting In uitzonderlijke gevallen kan van de baanvoorschriften afgeweken worden, echter uitsluitend na toestemming van burgemeesters en wethouders.
4
Bijlage. Figuur I
5
Figuur II
voorbeeld tank cross auto 3 slangen: 1 aanzuiging vanaf de bodem van de tank 1 retour 1 ontluchtings slang met klep waar lucht in kan maar benzine er niet uit.
6
Figuur III
Voorbeeld kooiconstructie crossauto’s
7