Gebruiksvergoeding mr. L.S. Timmermans SmeetsGijbels
Gebruiksvergoeding tijdens het huwelijk Zolang echtgenoten zijn gehuwd, rust op hen de verplichting elkaar het nodige te verschaffen. Het gebruik van een gezamenlijke woning valt ook onder deze verplichting. Betaling van een gebruiksvergoeding is niet aan de orde.
Gebruiksvergoeding gedurende periode van zes maanden na scheiding
Artikel 1:165 lid 1 BW Op verzoek van een echtgenoot kan de rechter bij de echtscheidingsbeschikking of bij latere uitspraak bepalen dat, als die echtgenoot ten tijde van de inschrijving van de beschikking een woning bewoont die aan de andere echtgenoot uitsluitend of mede toebehoort of ten gebruike toekomt, hij jegens de andere echtgenoot bevoegd is de woning en het gebruik van de bij woning en tot de inboedel daarvan behorende zaken gedurende zes maanden na de inschrijving van de beschikking tegen een redelijke vergoeding voort te zetten. Nb. voorwaarde: echtgenoot die aanspraak maakt op voortgezet gebruik, dient ten tijde van inschrijving in de woning te wonen. De rechter is niet verplicht, doch kan een vergoeding vaststellen. De wetgever heeft geen regels geformuleerd op grond waarvan de gebruiksvergoeding dient te worden vastgesteld. Let op: niet voor ex-samenlevers
Gebruiksvergoeding na periode van zes maanden na scheiding Na het verstrijken van de hiervoor beoordeeld periode van zes maanden (en voor ex-samenlevers) kan een vergoeding worden gebaseerd op artikel 3:169 BW. Artikel 3:169 BW Tenzij een regeling anders bepaalt, is iedere deelgenoot bevoegd tot het gebruik van een gemeenschappelijk goed, mits dit gebruik met het recht van de overige deelgenoten te verenigen is.
HR 22 december 2000, ECLI:NL:HR:AA9143 Art. 3:169 BW heeft mede tot strekking de deelgenoot die het goed met uitsluiting van de andere deelgenoot gebruikt, te verplichten de deelgenoot die aldus verstoken wordt van het gebruik en genot waarop hij uit hoofde van het deelgenootschap recht heeft, schadeloos te stellen, bijvoorbeeld door het betalen van een gebruiksvergoeding.
Gebruiksvergoeding (1) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 11 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8810 – vergoeding van 2,5% van de overwaarde, welk percentage in lijn ligt met de hoogte van de wettelijke rente – hof gaat uit van minimale verkoopwaarde – indien woning wordt verkocht voor hogere waarde, dienen partijen onderling hogere gebruiksvergoeding te verrekenen – vergoeding ook verschuldigd na vertrek uit woning – vergoeding verschuldigd per maand
Gebruiksvergoeding (2) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 11 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8649 – woning vrij van hypotheek – gebruiksvergoeding berekend over waarde woning over verschillende periodes – vanwege economische crisis en de huidige rentevergoedingen percentage 2,5% van de helft van de waarde
Gebruiksvergoeding (3) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 30 oktober 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8333 – vergoeding van 2,5% op jaarbasis van de overwaarde van het privégedeelte van het complex (waarde minus hypotheekschuld), – percentage 2,5% sluit aan bij de vergoeding op spaartegoeden – daarmee wordt de niet-gebruiker geacht te zijn gecompenseerd voor het verlies dat hij lijdt zolang hij de overwaarde nog niet heeft gekregen door verkoop van de woning of bij de verrekening van de huwelijkse voorwaarden – verrekening in het kader van afwikkeling huwelijkse voorwaarden
Gebruiksvergoeding (4) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 2 september 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6769 – vergoeding van 2,5% over de helft van de overwaarde
Gebruiksvergoeding (5) • Hof Den Haag 24 juni 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2806 – vergoeding van 4% over de waarde van de woning niet onredelijk – stelling vrouw dat deze vergoeding minstens 4,8% zou moeten bedragen omdat zij als gevolg van de weigerachtige houding van de man ten aanzien van de verkoop van de woning in verband met de verwerving van een andere woning genoodzaakt was om een hypothecaire lening bij haar moeder aan te gaan gepasseerd
Gebruiksvergoeding (6) •
Hof Den Bosch 15 juli 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:2160 – gebruiksvergoeding in beginsel berekenen over gemiddelde waarde woning gedurende periode van uitsluitend gebruik – geen rekening houden met consumptief gedeelte hypotheekschuld, – rentepercentage van 4% conform percentage dat de fiscus nog steeds als haalbaar jaarlijks rendement over vermogen hanteert – “Met de gebruiksvergoeding wordt beoogd de echtgenoot/mede-eigenaar die de echtelijke woning verlaat, schadeloos te stellen voor het feit dat deze, zolang de andere echtgenoot gebruik maakt van de woning, verstoken blijft van zijn of haar aandeel in de waarde van de woning. De hier bedoelde schade zal veelal hierin bestaan dat de echtgenoot die uit de woning is vertrokken de kosten van herhuisvesting extern moet financieren, met welke financiering een rentepercentage van tenminste 4% zal zijn gemoeid)”
Gebruiksvergoeding (6 vervolg) – Noot Prof. Mr. B.E. Reinhartz JPF 2014/107 • Als men er niet voor kiest om aansluiting te zoeken bij de reële rentestanden, dan zou het wellicht beter zijn geweest om aan te geven dat men kiest voor een fictief rentepercentage, omdat dit nou eenmaal de heersende leer is en rechtszekerheid voor partijen ook een groot goed is.
Gebruiksvergoeding (7) •
Hof Den Haag 28 mei 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2263 – rechter op grond van artikel 1:165 BW niet verplicht is een gebruiksvergoeding op te leggen – redelijk en billijk dat nu de vrouw door de betaling van de aan de echtelijke woning verbonden hypothecaire lasten in een moeilijke financiële positie is geraakt, de man een gebruiksvergoeding aan haar betaalt – ingaande per de datum waarop het huwelijk van partijen is ontbonden en de werking van artikel 1:81 BW is geëindigd – verschuldigd per maand
Gebruiksvergoeding (8) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 20 mei 2014 ECLI:NL:GHARL:2014:4080 – zaak tussen ex-samenlevers – hof acht het redelijk dat de gebruiksvergoeding wordt berekend op basis van de door partijen inzake de woning verschuldigde hypotheekrente en premies levensverzekering – dit betekent dat de vrouw in het kader van een redelijke gebruiksvergoeding (ook) de helft van man in de maandelijkse hypotheekrente en premie levensverzekering voor haar rekening dient te nemen – daarboven is zij geen (extra) gebruiksvergoeding aan de man verschuldigd – verrekening op het moment van verkoop en levering van de woning
Gebruiksvergoeding (9) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 13 maart 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2472 – geen vergoeding over de periode voor ontbinding van het huwelijk – vergoeding gedurende periode van zes maanden na inschrijving echtscheiding op grond van artikel 1:165 BW; hof volgt overwegingen rechtbank inzake vaststelling hoogte vergoeding waarbij aansluiting is gezocht bij fictief rendement van 4% over de helft van de overwaarde. – vergoeding periode daarna op grond van artikel 3:169 BW; hoogte vergoeding conform de op grond van artikel 1:165 BW berekende vergoeding);
Gebruiksvergoeding (10) •
Hof Den Bosch 2 februari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:226 – rentepercentage van 4% conform percentage dat de fiscus nog steeds als haalbaar jaarlijks rendement over vermogen hanteert – “Met de gebruiksvergoeding wordt beoogd de echtgenoot/medeeigenaar die de echtelijke woning verlaat, schadeloos te stellen voor het feit dat deze, zolang de andere echtgenoot gebruik maakt van de woning, verstoken blijft van zijn of haar aandeel in de waarde van de woning. De hier bedoelde schade zal veelal hierin bestaan dat de echtgenoot die uit de woning is vertrokken de kosten van herhuisvesting extern moet financieren, met welke financiering een rentepercentage van tenminste 4% zal zijn gemoeid)” – herhaald in Hof Den Bosch 15 juli 2014, zie hiervoor
Gebruiksvergoeding (11) •
Hof Den Bosch 2 februari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:215 – –
– –
– –
gebruiksvergoeding op zijn plaats, dat de man de woonlasten voor zijn rekening nam is gelet op dat alleengebruik vanzelfsprekend en heeft geen invloed op een te betalen gebruiksvergoeding die gebruiksvergoeding ziet immers niet op de woonlasten maar op het niet kunnen beschikken over vermogen door de vrouw. Indien de vrouw wel over dat vermogen had kunnen beschikken, dan had zij daarmee kunnen investeren in de aanschaf van een nieuwe woning dat de man daarnaast ook de eigenaarslasten voor zijn rekening neemt niet onredelijk. redelijk dat de man eerst zes maanden na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking, de gebruiksvergoeding aan de vrouw verschuldigd wordt aangezien de man na het vertrek van de vrouw een redelijke termijn worden gegund om te bezien of hij de woning al dan niet kon over nemen geen reden om af te wijken van door de rechtbank gehanteerde berekeningswijze van de helft van 4% van de overwaarde vergoeding verschuldigd achteraf
Gebruiksvergoeding (12) •
Hof Den Bosch 21 januari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:82 – de in 2008 vastgestelde gebruiksvergoeding behoeft aanpassing behoeft nu inmiddels ruim vijfeneenhalf jaar zijn verstreken sinds de ontbinding van het huwelijk zonder dat de vrouw heeft kunnen beschikken over haar aandeel in de waarde van de (door de man bewoonde) woning, terwijl niet te voorzien is wanneer zij daarover wél zal kunnen beschikken – gebruiksvergoeding berekenen op basis van de helft van 4% over de gemiddelde overwaarde – de omstandigheid dat de man de hypotheekrente voor de woning en de overige eigenaarslasten voldoet, maakt dit niet anders
Gebruiksvergoeding (13) •
Hof Den Haag 1 februari 2012, ECLI:NL:GHDHA:2012:BV8239 – Het hof bepaalt de gebruiksvergoeding als volgt. Een redelijke huur bedraagt 4 % van de waarde van de woning. Vast staat dat de woning thans te koop staat voor € 349.500,-. Uitgaande van een uiteindelijke verkoopprijs van € 300.000,- is de huur vast te stellen op € 12.000,per jaar of € 1.000,- per maand. Rekening houdend met de door de rechtbank berekende kosten van de voormalige echtelijke woning van € 604,69 per maand, welke lasten door de man worden voldaan, resteert een bedrag van € 396,- per maand. Het hof acht het redelijk de door de man aan de vrouw te betalen gebruiksvergoeding op de helft van dit bedrag vast te stellen, te weten € 198,- per maand.
Gebruiksvergoeding (14) •
Hof Leeuwarden 18 januari 2011, ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4844 – als uitgangspunt voor het berekenen van de gebruiksvergoeding kan dienen hetgeen de man meer aan netto-profijt van de onroerende zaak heeft gehad dan in overeenstemming is met zijn aandeel, zijnde het netto-profijt gelijk aan de huurprijs die ingeval van verhuur aan een derde van deze zou kunnen worden bedongen, te verminderen met de door de man voor zijn rekening genomen, met de onroerende zaak verbonden lasten en kosten. – om de huurprijs als hiervoor bedoeld te bepalen kan ter vermijding van een deskundigenbericht dienaangaande aansluiting worden gezocht bij de WOZ-waarde van de onroerende zaak en wel door een percentage van 4 (4%) daarvan te nemen).
Gebruiksvergoeding in geval van onderwaarde woning •
Hof Den Bosch 1 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1240 – de man voldoet alle lasten van de woning (eigenaarslasten en gebruikerslasten) die uitsluitend door de vrouw wordt bewoond zodat een gebruiksvergoeding op zijn plaats is – een eventuele onderwaarde in de woning doet daar niet aan af – de vergoeding wordt bepaald op de helft van de totale lasten die door de man worden voldaan
Geen vergoeding omdat degene die in de woning verblijft alle lasten van de woning voor zijn / haar rekening neemt
•
Hof Den Haag 15 april 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1866, – de man vordert eveneens een gebruiksvergoeding over de periode dat partijen nog in de wettelijke gemeenschap van goederen met elkaar zijn getrouwd. In dergelijke vordering is niet toewijsbaar aangezien art.3:169 BW niet geldt voor een niet-ontbonden huwelijksgemeenschap (art.3:189 lid 1 BW) en zowel de opbrengst als de schuld in de wettelijke gemeenschap van goederen vallen – voor zover de gebruiksvergoeding ziet op de periode na ontbinding van het huwelijk acht het hof dit onder de gegeven omstandigheden niet redelijk nu de vrouw de hypotheekrente en andere eigenaarslasten met betrekking tot de woning heeft betaald.
Geen vergoeding op grond van andere redenen •
Hof Den Haag 4 maart 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1249 – De vrouw heeft de voormalige echtelijke woning verlaten en heeft elders woonruimte gevonden. – In de echtscheidingsprocedure heeft de rechtbank aan de man niet het voortgezette gebruik van de echtelijke woning verleend, voor een periode van 6 maanden na inschrijving van de echtscheiding in het register van de burgerlijke stand. – De vrouw had met betrekking tot het gebruik van de voormalige echtelijke woning dezelfde rechten als de man. Dat de vrouw van haar gebruiksrecht geen gebruik heeft gemaakt, geen overeenkomst of een vervangende regeling voor het gebruik op basis van artikel 3:168 BW aan de kantonrechter heeft verzocht komt voor haar rekening en risico. – Dat de verkoop van de woning lang heeft geduurd, is naar het oordeel van het hof toe te schrijven aan de ontwikkelingen op de woningmarkt als gevolg van de kredietcrisis en de slechte verstandhouding tussen partijen. – Naar het oordeel van het hof is het onder de gegeven feiten en omstandigheden niet redelijk en billijk indien de man aan de vrouw een gebruiksvergoeding moet betalen – vordering tot betaling van een gebruiksvergoeding alsnog afgewezen.
Vergoeding op basis van % X van de (over)waarde (1) • • • • • • • • • •
Hof Hof Hof Hof Hof Hof Hof Hof Hof Hof
Arnhem-Leeuwarden, 11 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8810 (2,5%) Arnhem-Leeuwarden, 11 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8649 (2,5% Arnhem-Leeuwarden, 30 oktober 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8333 (2,5%) Arnhem-Leeuwarden, 2 september 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:6769 (2,5%) Den Haag 24 juni 2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2806 (4%) Den Bosch, 15 juli 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:2160 (4%) Arnhem-Leeuwarden, 13 maart 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:2472 (4%) Den Bosch, 2 februari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:226 (4%) Den Bosch 2 februari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:215 (4%) Den Bosch 21 januari 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:82 (4%)
Vergoeding op basis van % X van de (over)waarde (2)
•
Woning 50/50 eigendom Waarde woning 250.000 Hypothecaire lening 130.000 Overwaarde 120.000 Stel: vergoeding 4% Vergoeding 4% x helft overwaarde = 4% x 60.000 = 2.400 / jr 200 / maand. OF
• •
Stel: vergoeding 2,5% Vergoeding 2,5% x helft overwaarde = 2,5% x 60.000 = 1.500 / jr
• • • • • •
125 / maand.
Vergoeding op basis van redelijke huur (4% waarde woning) minus betaalde netto hypotheeklasten (1) • •
Hof Den Haag 1 februari 2012, ECLI:NL:GHDHA:2012:BV8239 Hof Leeuwarden 18 januari 2011, ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4844
Voorbeeld 1: • woning 50/50 eigendom • man woont in de woning • man betaalt 100% van de hypotheeklasten, stel: 550 netto / maand • huurprijs in geval van verhuur aan derde, stel: 850 / maand • redelijke vergoeding: 850 / 2 = 425 minus ten behoeve van de vrouw betaalde lasten 550 / 2 = 225, derhalve 425 – 225 = 200 / maand
Vergoeding op basis van redelijke huur (4% waarde woning) minus betaalde netto hypotheeklasten (2) Voorbeeld 2:
• • • • •
woning 50/50 eigendom man woont in de woning partijen betalen ieder 50% van de lasten, stel: 2 x 225 huurprijs in geval van verhuur aan derde, stel: 850 redelijke vergoeding: 850 / 2 = 425 (Nb. per saldo houdt de vrouw dan na betaling van haar aandeel in de lasten 200 / maand over)
Gebruiksvergoeding anders •
•
Hof Arnhem-Leeuwarden 20 mei 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:4080 – gebruiksvergoeding gelijk aan helft aandeel man in lasten (vrouw ¾ lasten; man ¼ lasten) Hof Den Bosch 1 mei 2014, ECLI:NL:GHSHE:2014:1240 – gebruiksvergoeding gelijk aan helft van de totale lasten die door de man worden voldaan
Gebruiksvergoeding en alimentatie (1) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 11 november 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8810 – de vastgestelde netto vergoeding strekt in mindering op behoefte alimentatiegerechtigde – bij de berekening van de draagkracht van de man dient met de betaling van deze netto vergoeding rekening te houden)
Gebruiksvergoeding en alimentatie (2) •
Hof Arnhem-Leeuwarden 30 oktober 2014, ECLI:NL:GHARL:2014:8333 – bij de berekening van het netto besteedbaar inkomen man voor vaststelling kinderalimentatie houdt het hof rekening met de door hem te betalen gebruiksvergoeding)
Verdeling van een woning met een onderwaarde tussen ex-partners (1)
•
Rechtbank Gelderland 10 november 2014, ECLI:NL:RBGEL:2014:7010 – – – – –
tot de ontbonden huwelijksgemeenschap van partijen behoren onder meer een woning en een hypotheekschuld. de onderwaarde van de woning bedraagt nu € 37.397,27. de rechtbank deelt de woning toe aan de man onder de verplichting om de hypotheekschuld geheel voor zijn rekening te nemen. gelet op de hoogte van de onderwaarde, zou de vrouw in beginsel € 18.698,64 daarvan aan de man moeten vergoeden. de rechtbank ziet echter in de bijzondere omstandigheden van dit geval redenen om deze vergoeding te matigen. • • • • •
– –
de vrouw was tijdens het huwelijk fulltime huismoeder en deze keuze is door partijen gemaakt vanuit een gezamenlijke (geloofs)overtuiging. als gevolg van het huwelijk is de verdiencapaciteit van de vrouw derhalve zeer beperkt. mede hierdoor zit de vrouw nu in de bijstand, kan zij moeilijk een baan vinden en heeft zij geen liquide middelen. de vrouw kan het voormelde bedrag niet betalen en kan dit bedrag evenmin lenen. de man is voornemens om langdurig in de woning te gaan wonen. Er is geen concrete aanleiding om aan te nemen dat de man binnen afzienbare tijd door omstandigheden gedwongen zou kunnen zijn om de woning te verkopen en hij daadwerkelijk zou worden geconfronteerd met de restschuld. Weliswaar loopt de man mogelijk een risico in de toekomst, maar de omvang van dit risico is afhankelijk van de woningmarkt en laat zich derhalve thans moeilijk inschatten.
gelet op voormelde omstandigheden en gelet op artikel 3:185 lid 1 BW oordeelt de rechtbank dat de vrouw slechts de helft van € 18.698,64 (dus € 9.349,32) aan de man hoeft te vergoeden. met toepassing van artikel 3:185 lid 3 BW oordeelt de rechtbank dat genoemd bedrag pas opeisbaar is vanaf het moment dat de vrouw niet langer in aanmerking komt voor een (aanvullende) bijstandsuitkering en dat zij vanaf dat moment het bedrag van € 9.349,32 in termijnen van € 100 per maand aan de man hoeft te voldoen.
Verdeling van een woning met een onderwaarde tussen ex-partners (2)
•
Rechtbank Midden-Nederland 31 oktober 2014, ECLI:NL:RBMNE:2014:5338 – get huwelijk van partijen is door echtscheiding ontbonden. – tot de ontbonden huwelijksgoederengemeenschap behoren onder meer een woning en een hypotheekschuld. De rechtbank deelt de woning toe aan de man onder de verplichting om de hypotheekschuld als eigen schuld te voldoen. – de woning heeft thans een onderwaarde van circa € 30.000. – omdat de hypotheekschuld op dit moment niet opeisbaar is, hoeft de man mogelijk pas ver in de toekomst af te rekenen met de hypothecaire geldverstrekker. – verder kan de man de komende jaren in een goed betaalbare ruime woning wonen waarvan de waarde mogelijk stijgt in de toekomst. De man heeft aangegeven dat hij zeker 10-15 jaar in de woning zal blijven wonen. – onder deze omstandigheden acht de rechtbank het billijk om op dit moment de onderwaarde contant te maken. De rechtbank berekent via www.berekenhet.nl de contante waarde in redelijkheid op € 20.000 waarbij een rentevoet van 4% in aanmerking wordt genomen en een looptijd van 10 jaar. V moet de helft van voormeld bedrag (€ 10.000) aan M vergoeden).
Vragen?