Gebroken enkel (Enkelfractuur)
Gebroken enkel (enkelfractuur) Het enkelgewricht wordt gevormd door de botdelen van het onderbeen en de voetwortel. Een gebroken enkel ontstaat vaak door een draaiende of een andere onnatuurlijke beweging. Een gebroken enkel wordt snel dik en blauw en u kunt er niet goed meer op staan. Op de spoedeisende hulp wordt de diagnose gebroken enkel gesteld door een röntgenfoto.
Soorten enkelbreuken
De behandeling De behandeling van een enkelfractuur is afhankelijk van waar de breuk zich bevindt en van de stand van de botdelen. Een niet verplaatste, stabiele breuk wordt meestal behandeld met gips. De eerste week krijgt u een gipsspalk, omdat er ruimte moet zijn voor de zwelling. De voet moet zoveel mogelijk hoog worden gehouden en u mag niet op de gipsspalk staan. Via de spoedeisende hulp krijgt u krukken in bruikleen. Na ongeveer een week komt u terug op de polikliniek. Er wordt opnieuw een foto gemaakt en afhankelijk daarvan wordt bepaald of de breuk inderdaad met gips verder kan worden behandeld. Indien dit het geval is, moet u nog vijf weken gips dragen. Is er sprake van een instabiele en/of verplaatste enkelfractuur, dan moet de enkel worden geopereerd. Dit gebeurt afhankelijk van de mate van zwelling direct of enkele dagen na het ongeval. De enkel zal meestal 1
voor de operatie eerst wat moeten afslanken in een gipsspalk. De voet moet zoveel mogelijk hoog worden gehouden en u mag niet op de gipsspalk staan. Via de spoedeisende hulp krijgt u krukken in bruikleen. In deze tussentijd kunt u in principe naar huis. De operatie Om braken tijdens en na de operatie te voorkomen, moet u tijdens de operatie nuchter zijn, tenzij u andere instructies van uw chirurg of anesthesioloog heeft gekregen. Dat betekent: - tot 6 uur vóór de opname eten en drinken is toegestaan - tot 4 uur vóór de opname u een beschuitje mag eten en heldere dranken mag drinken: water, thee, limonade (géén melkproducten, géén koolzuurhoudende dranken, géén sinaasappelsap of grapefruitsap en géén alcohol) - tot 2 uur vóór de opname u heldere dranken mag drinken: water, thee, limonade (géén melkproducten, géén koolzuurhoudende dranken, géén sinaasappelsap of grapefruitsap en géén alcohol). Tot aan de operatie is een slokje water om medicijnen in te nemen of bij het tandenpoetsen toegestaan. De anesthesioloog bespreekt met u of de operatie onder algehele narcose plaatsvindt of onder verdoving door een ruggenprik. Meestal wordt gekozen voor een ruggenprik. Op basis van het type breuk bepaalt de chirurg de voor u meest geschikte behandeling. De operatie bestaat ofwel uit het plaatsen van een plaatje over de breuk dat wordt vastgezet met schroeven ofwel alleen het plaatsen van schroeven. Na de operatie wordt u veelal behandeld met zes weken gips en krukken. Afhankelijk van het type operatie mag u met hulp van de fysiotherapeut na drie of na zes weken de enkel weer gaan belasten.
2
Plaatje en schroeven
Na de operatie Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. Wanneer u voldoende wakker bent, gaat u terug naar de chirurgische afdeling. Als u pijn heeft, kunt u de verpleegkundige om pijnstilling vragen. Na de operatie wordt een foto van de geopereerde enkel gemaakt. Wanneer u voldoende mobiel bent met krukken kunt u naar huis. Dit is meestal een dag na de operatie al het geval. Afhankelijk van uw thuissituatie en conditie zult u naar huis of naar een revalidatieplek gaan. In sommige gevallen is het mogelijk om thuis hulp te krijgen. De verpleegkundige van het loket nazorg en de afdelingsverpleegkundige zullen met u bespreken of en waarmee u hulp nodig heeft en waar u zult gaan revalideren. Complicaties Een complicatie van een operatie is het optreden van een infectie van de operatiewond. Toename van uitvloed van vocht uit de wond en roodheid en zwelling rondom de wond kan wijzen op infectie. De behandeling hiervan is afhankelijk van het type infectie. Soms kan de infectie met antibiotica worden behandeld, een enkele keer is het nodig de wond te openen zodat vuil en vocht naar buiten kunnen. Wanneer uw been in korte tijd ineens opvallend dik of rood wordt, kan dit wijzen op trombose. Bij vermoeden op trombose of een infectie, is het verstandig contact op te nemen met de spoedeisende hulp. 3
Revalidatie Zes weken na de operatie mag het gips af. De enkel is dan stijf en vaak nog wat gevoelig en gezwollen. U krijgt een verwijzing voor fysiotherapie. De fysiotherapeut zal oefeningen met u doen om de enkel weer soepel, sterk en stabiel te maken. Het proces van herstel neemt ongeveer zes maanden in beslag, in sommige gevallen zelfs een jaar. Gedurende deze periode is het normaal dat de enkel wat dik en gevoelig blijft. Wanneer de enkel dik wordt, moet de voet hoog worden gelegd. Ook een elastische kous kan helpen de zwelling tegen te gaan. In de loop van de tijd neemt dit verschijnsel af. Sommige mensen ondervinden hinder van het ingebrachte operatiemateriaal. Dit kan - als de breuk voldoende is geheeld - na minimaal 6 maanden worden verwijderd. Bij voorkeur wordt dit pas na een jaar gedaan. Het verwijderen van het materiaal gebeurt in dagbehandeling via hetzelfde litteken als het inbrengen ervan. U heeft daarna alleen hinder van de chirurgische wond, maar mag de enkel direct weer belasten. Vragen Wanneer u vragen heeft kunt u die stellen aan uw huisarts of behandelend specialist. U kunt ook bellen met de polikliniek chirurgie (023) 545 3020.
4
www.kg.nl
Locatie noord Vondelweg 999 Haarlem Locatie zuid Boerhaavelaan 22 Haarlem Postadres Postbus 417 2000 AK Haarlem Telefoon: (023) 545 35 45 e-mail:
[email protected]
1091327-11-2010