Gebiedsontwikkeling Poelkampen Inrichtingsplan
hj Grontmij -1-
-2-
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1. Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2. Gebiedsanalyse. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 3. Inrichtingsplan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 4. Eindafwerking oevers in fase I. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 5. Tijdelijke oevers in fase I. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 6. Beheer. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 Verantwoording. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
-3-
Globale begrenzing plangebied + fasering
-4-
1. Inleiding
Aanleiding en achtergrond De firma Vos, Zand & Grind, heeft het voornemen om ten oosten van de huidige zandwinning, in het gebied de Poelkampen, een uitbreiding te realiseren. Kenmerkend voor deze uitbreiding is het multifunctionele karakter. Dit betekent dat er naast zandwinning veel aandacht is voor landschappelijke inpassing, natuurontwikkeling en recreatiemogelijkheden, zowel op lange als op korte termijn. De uitbreiding zal in twee fasen worden uitgevoerd. Fase I heeft een wateroppervlak van ruim 34 ha. In de eindsituatie is de waterplas van de totale uitbreiding ruim 54 ha groot. De realisatie van fase I zal, afhankelijk van de markt voor het zand, ongeveer een periode van tien jaar in beslag nemen. Om de realisatie mogelijk te maken wordt voor fase I een bestemmingsplan opgesteld. In de plannen voor fase I wordt reeds geanticipeerd op de plannen voor de beoogde eindsituatie als fase II ook is afgerond . Met het oog hierop wordt in dit rapport ook een beknopte beschrijving gegeven van deze beoogde eindsituatie. Hiermee wordt duidelijk gemaakt wat de visie voor het gebied is op de langere termijn.
Ligging plangebied De Poelkampen ligt ten westen van Westdorp in de gemeente Borger-Odoorn. Op het hiernaast afgebeelde kaartje is de ligging van het plangebied en de locatie van fase I aangegeven. De nieuwe ontgrondingslocatie wordt gescheiden van de bestaande zandwinning door de Veldkampsweg. De ontsluiting van de nieuwe ontgronding verandert niet ten opzichte van de bestaande situatie en zal plaats blijven vinden via de Eeshoornweg. De locatie van het installatieterrein en het depot veranderen namelijk niet ten opzichte van de huidige situatie.
Doel en kader Doel van dit Inrichtingsplan is primair om te komen tot een verantwoorde landschappelijke inpassing van het voorgenomen initiatief. Het Inrichtingsplan maakt deel uit van de ontgrondingsaanvraag en dient als basis voor de bestemmingsplanwijziging. In het Inrichtingsplan is geen apart hoofdstuk over beleid opgenomen. Hiervoor wordt verwezen naar de m.e.r.
-5-
Open landschap van de Poelkampen gezien vanaf de aansluiting Veldkampseweg-Mepscheweg.
Dichte begrenzing langs een deel van de Mepscheweg.
Bomen en struiken langs de Veldkampsweg met rechts de Poelkampen.
De Poelkampen gezien vanaf de aansluiting Schoonloërstraat-Eeshoornweg.
Opgaande beplanting en erven langs de Schoonloërstraat.
Zicht op het open landschap van de Poelkampen vanaf de Mepscheweg ter hoogte van de houtwal.
-6-
2. Gebiedsanalyse
Landschap en Cultuurhistorie Deze beschrijving heeft betrekking op de landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het plangebied Het landschap van de Poelkampen maakt deel uit van het Drentse esdorpenlandschap.
Ca. 1900
Huidige situatie
Op de hierboven afgebeelde topografische kaart van 1896 zijn de bij het esdorpenlandschap behorende kenmerken nog goed herkenbaar. Het gaat hierbij om de essen op de hogere gronden, de madelanden in de stroomdalen en het veld waar de schapen liepen. Een vergelijking met de huidige topografische kaart laat zien dat een groot deel van deze oorspronkelijke kenmerken niet meer aanwezig zijn. Vanaf eind negentiende eeuw is het oorspronkelijke heideveld ontgonnen en omgezet in agrarisch gebied en in grootschalige boswachterijen. Door schaalvergroting als gevolg van ruilverkaveling (periode 1960-1970) is de oorspronkelijke kleinschalige agrarische kavelstructuur grotendeels verloren gegaan. De oorspronkelijke richting van de kavels is nog wel herkenbaar. Ook zijn de houtwallen bij de Weideweg nog steeds in het landschap aanwezig. Richting Westdorp is de oorspronkelijke structuur van essen en madelanden in het beekdal van het Voorste Diepje nog wel redelijk herkenbaar. Ook refereren nog een aantal veldnamen aan de oorspronkelijke situatie, zoals het Westdorper Veld en het Schoonloër Veld. In de huidige situatie bestaat het landschap van de Poelkampen uit agrarisch gebied met afwisselend weidegrond en akkerland. Het is een relatief open landschap, waarbij de ruimtelijke begrenzing gevormd wordt door de wegbeplantingen langs de omringende wegen. Langs de Schoonloërstraat wordt dit ondersteund door de daar aanwezige erven. In het gebied zelf komt vrijwel geen beplanting voor. Een uitzondering hierop vormen de oude houtwallen bij de Weideweg en een houtsingel haaks op de Schoonloërstraat.
-7-
Zoals hierboven reeds is aangegeven is het huidige landschap van de Poelkampen ontstaan door ontginning van het oorspronkelijke heideveld. Op de landschappelijke Kernkwaliteitenkaart in de Omgevingsvisie Drenthe heeft het plangebied geen bijzondere aanduiding meegekregen. In de tekst wordt echter in meer algemene zin als doelstelling aangegeven dat het gaat om het behouden en versterken van de ruimtelijke afwisseling van de landschapstypen. Op bladzijde 6 is aan de hand van foto’s een beeld gegeven van het huidige landschap van de Poelkampen.
Natuur Onderstaan volgt een korte beschrijving van de natuurwaarden in de Poelkampen. Voor meer gedetailleerde informatie wordt verwezen naar de Natuurtoets Poelkampen en Boswachterij, Grontmij, juli 2012. De Poelkampen bestaat hoofdzakelijk uit gras- en akkerlanden met kavelscheidingen in de vorm van sloten en greppels. Langs de omringende wegen staan opgaande bomen en soms in combinatie met jonge beplantingssingels. Aan de noordoostkant komen enkele zeer oude houtwallen voor. Omdat het overwegend agrarisch gebied is, is er sprake van een voedselrijke situatie. Zowel in de landerijen als in de sloten gaat het hoofdzakelijk om algemeen voorkomende plantensoorten. De meeste houtwallen zijn begroeid met ruigtesoorten. In de oude houtwallen zijn slechts plaatselijk, voor voedselarme oude houtwallen, kenmerkende soorten aangetroffen. In het agrarisch gebied zijn kleine aantallen akker- en weidevogels waargenomen, waaronder ook Rode lijstsoorten zoals grutto en gele kwikstaart. Het gebied is geschikt voor kleine en middelgrote zoogdieren. Ree is aangetroffen en waarschijnlijk wordt het gebied ook benut als foerageergebied voor de das, waarvan in de aangrenzende boswachterij de burcht is aangetroffen. De waargenomen amfibieën vallen onder de algemeen beschermde soorten onder de Flora- en faunawet. In het veld zijn verschillende soorten dagvlinders aangetroffen. Het betrof geen beschermde soorten.
-8-
Recreatie Binnen de gemeente Borger-Odoorn is recreatie een belangrijke sector. In de toekomstvisie (2009) van de gemeente staat voor het plangebied aangegeven dat er mogelijkheden moeten worden gecreëerd voor hoogwaardige recreatieve en toeristische voorzieningen. Belangrijk hierbij is dat deze voorzieningen passen in het landschap. Het gaat hierbij met name om kleinschalige, kwalitatief hoogwaardige voorzieningen en accommodaties. In het gemeentelijk Recreatief beleidsplan “Historisch landschap en ontwikkeling” (2008) staat als actiepunt aangegeven dat de mogelijkheden voor recreatieve omvorming van de zandwinning in Ellertshaar in kaart gebracht moeten worden. Verder dient er ingezet te worden op kwaliteitsverbetering en vernieuwing van routegebonden dag- en verblijfsrecreatie. In de huidige situatie zijn er rondom het plangebied, onder andere in Ellertshaar en langs de Schoonloërstraat, kleinschalige verblijfsrecreatieve voorzieningen. Het betreft groepsaccommodaties en minicampings. Het overwegend rustig wegennet rondom de Poelkampen maakt deel uit van de recreatieve routestructuur rondom Westdorp en sluit aan de oostkant aan op het fietspad langs het kanaal Buinen-Schoonoord en aan de westkant op de Boswachterij.
-9-
3. Inrichtingsplan
Fase I In fase I ligt in verband met de bedrijfsvoering en de veiligheid het accent op de zandwinactiviteiten. Het is wel de bedoeling om een deel van de oevers zo snel mogelijk in te richten overeenkomstig de definitieve eindafwerking, zodat er, ten tijde van de exploitatie reeds mogelijkheden ontstaan voor recreatief medegebruik. De bruto oppervlakte van fase I bedraagt circa 42 ha, waarvan - 34,5 ha water; - 7,5 ha oevers.
- 10 -
De uitbreiding van de zandwinning staat niet in open verbinding met de bestaande plas en krijgt een eigen peil. Het berekende peil bedraagt minimaal NAP+ 14.25 en maximaal NAP+14.50. Dit is gebaseerd op modelberekeningen over de periode 2000-2010. Het is niet uit te sluiten dat in extreem natte perioden het waterpeil aanzienlijk hoger wordt. Derhalve is in dit Inrichtingsplan uitgegaan van het maximaal berekende peil van NAP+14.50. De realisatie van de eerste fase zal over een periode van circa 10 jaar plaats gaan vinden. De werkzaamheden starten aan de zuidwestkant langs de Veldkampsweg en de plas zal geleidelijk aan groeien in noordoostelijke richting. De breedte van de oeverzones is bepaald op basis van de stabiliteitsberekeningen, de hydrologische situatie en het programma dat langs de oevers gerealiseerd moet worden, zoals nieuwe watergangen, kades, houtwallen en recreatieve functies. Vanaf het begin van de uitbreiding wordt veel aandacht besteed aan een goede landschappelijke inpassing van de activiteiten. Vooruitlopend op de eindsituatie, zullen reeds in de eerste fase een aantal singels en houtwallen worden gerealiseerd. Het gaat hier met name om de beplanting die op de eigendommen van de firma Vos aangebracht kan worden. Deze beplanting kan dan zo snel mogelijk tot ontwikkeling komen en, op relatief korte termijn, als compensatie dienen voor de in het kader van de ontgronding te verdwijnen oude houtwallen. In fase I betreft dit een houtwal parallel aan de De Mepscheweg, in fase II betreft het de houtwallen bij de Weideweg. Onderaan deze bladzijde is een beeld opgenomen van de nieuw te planten houtwal langs de Veldkampsweg en langs de in-/uitrit van de zandwinning. Voor zover de nieuwe houtwallen en singels grenzen aan andere eigendommen zullen deze in goed overleg met de aanpalende eigenaren aangebracht worden. Voorkomen moet worden dat er sprake is van een negatieve invloed op het gebruik van het aangrenzend land.
Nieuw te planten houtwal langs de in-/uitrit zandwinning
- 11 -
Nieuw te planten houtwal langs de Veldkampsweg
Om vanaf het begin van de exploitatie tot een goede landschappelijke inpassing te komen, zullen de oevers van de nieuwe plas, direct ingericht worden overeenkomstig de beoogde eindsituatie. Dit geldt met name voor de oevers parallel aan de Veldkampse Weg en De Mepscheweg omdat deze vanaf de openbare weg deel uitmaken van de beeldvorming van het landschap. Zodra de oevers langs deze wegen afgewerkt zijn, kan hier ook gedacht worden aan recreatief medegebruik, bijvoorbeeld door de kade te benutten als wandelpad en/of ruiterpad. Uiteraard dient dit niet te conflicteren met de bedrijfsvoering van de zandwinning en met de veiligheid. Door de realisatie van de uitbreiding is het noodzakelijk om het slotenpatroon aan te passen. Ten behoeve van een goede afwatering van het agrarisch gebied, onder andere de Eesthorns, wordt een nieuwe hoofdwatergang gerealiseerd langs de zuidwestoever van de plas. In de eerste fase zal deze watergang zoveel mogelijk de oevers van de plas volgen, zodat het nieuwe tracé zo min mogelijk het aangrenzend agrarisch gebied doorsnijdt. De nieuwe watergang sluit ter hoogte van De Mepscheweg aan op een bestaande hoofdwatergang richting het Kanaal Buinen-Schoonoord. Om te voorkomen dat er door golfoploop wateroverslag gaat plaatsvinden op de aangrenzende landerijen, zal, evenals aan de zuidkant van de bestaand grote plas, een kade aangebracht worden. Deze kade krijgt een kruinhoogte van NAP+16. Hierbij is rekening gehouden met het feit dat in extreem natte perioden het plaspeil aanzienlijk hoger kan komen te staan dan NAP+14.50. Het maaiveld rondom de plas varieert in hoogte van NAP+14,75 tot NAP+15,75. Dit betekent dat de hoogte van de kade ten opzichte van het omringende maaiveld dus niet overal gelijk is. Met de aanleg van deze kade zal meteen in de eerste fase gestart worden. Langs de zuidwestoever, evenwijdig aan de Veldkampsweg en De Mepscheweg krijgt de kade in het kader van de eindafwerking van deze oevers, meteen haar definitieve vorm. Langs de noordwestoever heeft de kade een tijdelijk karakter en schuift met de verdere uitbreiding op richting de Schoonloërstraat. Ten behoeve van de exploitatie van de zandwinning zal gebruik worden gemaakt van het huidige werk- en installatieterrein aan de Veldkampsweg. Ten tijde van de exploitatie zal het huidige spuitdepot aan de noordkant van de Eeshoornweg eveneens in gebruik blijven. Dit geldt ook voor het aangrenzende teelaardedepot. Dit depot krijgt een definitieve bestemming. Het teelaardedepot is bedoeld voor tijdelijke opslag van teelaarde (bovengrond) dat niet direct vanaf het werk afgezet kan worden. De bovengrond wordt via de korste route door de landerijen vanaf de nieuwe plas naar het depot getransporteerd. Op het inrichtingsplan van fase I staat deze aangeduid met in-/uitrit zandwinning. De verdere afvoer vindt plaats via de Eeshoornweg richting de provinciale weg Borger-Schooloo (N347) en veroorzaakt derhalve geen extra verkeersbewegingen in de omgeving.
- 12 -
Beoogde eindsituatie De eindsituatie heeft betrekking op de situatie na afronding van de zandwinexploitatie van fase II. Omdat dit nog ver in de toekomst ligt is het niet zinvol om de plannen hiervoor nu gedetailleerd vast te leggen. Het betreft een visie voor de langere termijn en onderstaande beschrijving geeft een richting aan waaraan hierbij gedacht kan worden. In de eindsituatie zal er sprake zijn van een sterk multifunctioneel karakter. Hierbij wordt gedacht aan natuurontwikkeling, dag- en verblijfsrecreatie en versterking van de landschappelijke waarden.
- 13 -
De uitbreiding in de Poelkampen vormt dan samen met de bestaande grote plas één landschappelijk geheel, waarbij er sprake is van een functionele zonering van west naar oost, van extensief (EHS-gebied) naar intensief (de uitbreiding). De bruto oppervlakte van de beoogde eindsituatie bedraagt circa 78 ha, waarvan - 54,5 ha water; - 11 ha dagrecreatie, inclusief zwembaai, voorzieningen en parkeergelegenheid; - 12,5 ha overige oevers. De oeverlijnen van de plas volgen de landschappelijke lijnen in de Poelkampen en sluiten tevens aan op de landschappelijke karakteristiek van de omgeving. Dit betekent aan de zuidwestkant, in aansluiting op het open landschap, relatief lange rechte oeverlijnen. Aan de noordoostkant, in aansluiting op het kleinschalig landschap bij Westdorp, een kleinschalige ‘getande’ oeverlijn. In de eindsituatie is er veel aandacht voor versterking van de ruimtelijke landschapsstructuur. Het gaat hier met name om het herstel van het oorspronkelijke kleinschalige houtwallen en singellandschap aan de westkant van Westdorp. Uitgangspunt is om, zonder historiserend te zijn, aansluiting te zoeken bij de oorspronkelijke karakteristiek. De landschappelijke en cultuurhistorische waarde van het gebied wordt hiermee versterkt. Door het aanbrengen van deze inheemse beplanting wordt ook de ecologische waarde van het gebied verhoogt. De houtwallen dienen voor veel vogels en kleine zoogdieren als rust- en nestgelegenheid . Voor vleermuizen vormen deze lijnvormige beplantingselementen waardevolle trekroutes. Het plan voorziet in het aanbrengen van een aantal nieuwe houtwallen en singels op de kavelgrenzen. Een deel hiervan zal reeds in de eerste fase aangebracht worden. De houtwallen op de grens met andere eigenaren zullen in overleg met de betrokkenen nader vormgegeven worden. In de eindsituatie zal er langs de noordwestoever ruimte zijn voor dagrecreatieve ontwikkelingen. Hierbij wordt gedacht aan een veilige ondiepe zwembaai, zand- en speelstranden en mogelijk een recreatiepaviljoen. Het dagrecreatieve gedeelte zal ontsloten worden vanaf de Eeshoornweg en de Veldkampsweg en derhalve niet tot extra drukte leiden op de overige wegen in het gebied. Langs de Schoonloërstraat is de mogelijkheid aanwezig voor de ontwikkeling van kleinschalige verblijfsrecreatie, passend binnen het landschap. Wanneer de bedrijfsactiviteiten van de firma Vos beëindigd zijn, kan deze locatie langs de bestaande grote plas mogelijk ook een recreatieve invulling krijgen. Dit dient te passen binnen de zonering van het gebied. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan natuurgerichte recreatie en wellness.
- 14 -
Ten behoeve van de realisatie van de zwembaai in de eindsituatie, zal de nieuwe hoofdwatergang die reeds in fase I gegraven wordt, een stukje omgelegd worden in noordelijke richting en kan dan de begrenzing vormen tussen het parkeerterrein en de ligweide/ zwemstrand. In de eindsituatie zal er, in verband met de terreinhoogtes, vrijwel rondom de gehele plas een kade noodzakelijk zijn. Uitzondering hierop vormt een stukje langs de noordoever, waar het maaiveld relatief hoog ligt. Zoals bij de beschrijving van fase I reeds is aangegeven heeft de kade een functie om te voorkomen dat er door golfoploop wateroverslag plaats kan vinden op de aangrenzende landerijen. De kruinhoogte van de kade wordt NAP+16. Om afslag van de oever tegen te gaan wordt langs de hiervoor, in verband met de overheersende windrichting, meest kwetsbare oever (noordoostoever) een brede rietkraag aangebracht. Deze rietkraag kan tevens een functie vervullen als rust- en nestgelegenheid voor water- en moerasvogels. Het natuurlijke karakter van deze oever kan nog versterkt worden door in aansluiting op de rietkraag een aantal plas-dras situatie op te nemen. Het grootste deel van de percelen langs de Eeshoornweg behouden hun huidige agrarische bestemming.
- 15 -
4. Eindafwerking oevers in fase I
Op de volgende pagina’s volgt een beknopte beschrijving van de inrichting van de oevers van fase I. Per oever wordt iets gezegd over wat de oever kan betekenen voor landschap, natuur en recreatie. Vanaf de insteek lopen de oevers met een flauw talud van 1:5 af naar het water. Deze flauwe helling loopt, met het oog op de veiligheid, onder water nog 2,5 meter door. Het flauwe talud draagt bij aan de beleving van het water, maakt de oever veilig en toegankelijk en verhoogt de natuurwaarden.
- 16 -
Locatie Noordoostoever
Noordoostoever Deze oever grenst aan de Weideweg met gedeeltelijk een oude houtwal Landschap
Natuur
Recreatie
Deze oever vormt in fase I de noordoostelijke begrenzing van de plas. Bij realisatie van fase II zal deze oever verdwijnen. De oever grenst aan het agrarisch gebied en wordt hiervan gescheiden door het zandpad van de Weideweg. Langs het meest westelijke deel staat aan weerszijden van het pad een oude houtwal met grote eikenbomen. Het maaiveld ligt hier gemiddeld op NAP+15.75. Dit betekent dat er hier geen echte kade (kruinhoogte: NAP+16.00) aangelegd hoeft te worden. Een kleine verhoging van 0.25m langs de oever volstaat. De oever krijgt een open grazig karakter.
Omdat deze oever waarschijnlijk een tijdelijk karakter heeft, zal hier voor de ontwikkeling van natuurwaarden niet voldoende tijd aanwezig zijn. Dit komt mede door het voedselrijke karakter van het milieu. De bestaande oude houtwal met eiken heeft een onderbegroeiing van ruigtekruiden en vormt met de aangrenzende greppels, nest- en schuilgelegenheid voor vogels, insecten en kleine zoogdieren.
Omdat deze oever waarschijnlijk een tijdelijk karakter heeft, is er hier geen rekening gehouden met aparte recreatieve voorzieningen.
- 17 -
Locatie Zuidoostoever
aangebracht. Het onderhoud van deze sloot vindt plaats vanaf de naastliggende kade.
Zuidoostoever Deze oever granst aan De Mepscheweg Landschap Deze oever heeft een definitief karakter en zal vanaf het begin afgewerkt worden overeenkomstig de eindsituatie. De oever krijgt een open karakter in aansluiting op de omgeving. Dit geldt met name voor het zuidelijk deel, daar waar ook een nieuwe hoofdwatergang gegraven
wordt. Langs het noordelijke deel, meer richting Westdorp, staat een jonge en dichte beplantingssingel langs de weg, welke aan de oever ook een besloten karakter zal geven. Dit past bij het relatief besloten karakter van het landschap rondom Westdorp. Omdat het maaiveld hier relatief laag ligt is het noodzakelijk om hier over de volle lengte van de oever een kade aan te brengen. De kruin van de kade (NAP+16.00) ligt gemiddeld één meter hoger dan het omringende maaiveld van de oever. De Mepscheweg
ligt op ongeveer NAP+ 15.50. Vanaf de weg is de plas dus goed te beleven. In verband met de gewijzigde waterhuishouding komt er langs het zuidelijk deel van De Mepscheweg een nieuwe hoofdwatergang. Deze komt ter plekke van de huidige bermsloot. Het onderhoud hiervan kan, zoals het waterschap dit eist, vanaf twee zijden plaatsvinden. Langs het noordelijk deel, daar waar de singel langs de weg staat, wordt aan de plaszijde een kwelsloot
Natuur De oever krijgt een grazige vegetatie van grassen en kruiden en kan, mede afhankelijk van het beheer, een aantrekkelijk leef- en foerageergebied worden voor onder andere insecten, vlinders en kleine zoogdieren. De dichte singel langs de weg vormt een goede nest- en schuilgelegenheid voor vogels. Recreatie Op de kade is ruimte voor een wandelpad en kan het schouwpad langs de hoofdwatergang gecombineerd worden met een ruiterpad. Vanaf De Mepscheweg is, op het zuidelijk deel daar waar geen wegbeplanting aanwezig is, de plas en de oever goed te beleven.
- 19 -
Locatie Zuidwestoever
Zuidwestoever Deze oever grenst aan de Veldkampsweg. Landschap De oever langs de Veldkampsweg is relatief breed. De belangrijkste reden hiervoor is dat uit het hydrologisch onderzoek is gebleken dat er tussen de nieuwe en de oude plas een brede buffer moet blijven bestaan. Ook dit is een definitieve oever en zal net als langs De Mepscheweg, vanaf het begin aangelegd worden overeenkomstig de eindsituatie. De oever krijgt een open karakter in aansluiting op het omringende landschap. Omdat het maaiveld hier relatief laag ligt is het noodzakelijk om hier over de volle lengte van de oever een kade aan te brengen. De kruin van de kade (NAP+16.00) ligt gemiddeld één meter hoger dan het omringende maaiveld van de oever. De Veldkampweg ligt op ongeveer NAP + 15.75. Vanaf deze weg is de plas dus goed te beleven over de kade heen.
De boombeplanting langs de Veldkampsweg blijft gehandhaafd. Geadviseerd wordt om in het kader van het beheer de struikenlaag transparanter te maken en deels te verwijderen, zodat er meer aansluiting bij het open landschap ontstaat en er op termijn een visuele relatie tussen beide plassen gaat optreden.In verband met de gewijzigde waterhuishouding zal er, net als langs De Mepscheweg, ook hier sprake zijn van het nieuwe tracé van de hoofdwatergang. De nieuwe watergang komt achter de bestaande beplantingstrook parallel aan de Veldkampsweg. Omdat het waterschap eist dat er aan twee zijden schouwpaden aanwezig dienen te zijn komt de insteek van de watergang op 5 meter achter de bestaande beplantingsstrook. Het schouwpad aan de plaszijde van de watergang wordt gecombineerd met de kade.
Natuur De oever krijgt een grazige vegetatie van grassen en kruiden en kan een aantrekkelijk leef- en foerageergebied worden voor onder andere insecten, vlinders en kleine zoogdieren. Recreatie Langs deze oever is er, evenals langs De Mepscheweg ruimte voor zowel een ruiterpad als een wandelpad. Omdat de oever relatief breed is blijft er nog een brede oeverstrook over om te zitten, te spelen of te vissen. De oever draagt ook bij aan de recreatieve beleving vanaf de Veldkampsweg.
- 21 -
Locatie Noordwestoever
Noordwestoever Deze oever grenst aan het agrarisch gebied Landschap
Natuur
Recreatie
Deze oever ligt midden in de Poelkampen en grenst aan het agrarisch gebied. Deze oever heeft in fase I deels een tijdelijk karakter. Het ligt namelijk in de bedoeling om, na afronding van fase II, het zuidwestelijk deel van deze oever om te vormen tot een recreatieoever met zwembaai. Langs het zuidelijk deel ligt het maaiveld relatief laag en zal een kade aangebracht moeten worden van circa één meter boven het omringende maaiveld. Hier wordt ook een nieuwe hoofdwatergang gegraven. In de huidige situatie is er langs deze oever geen opgaande beplanting aanwezig. Langs het noordelijk deel van de oever wordt parallel aan de hoofdwatergang een nieuwe houtwal aangebracht mede als compensatie voor beplanting die verdwijnt in het kader van de ontgronding.
De oever krijgt een grazige vegetatie van grassen en kruiden en kan een aantrekkelijk leef- en foerageergebied worden voor onder andere insecten, vlinders en kleine zoogdieren. De houtwal vormt een nest- en schuilgelegenheid voor vogels. In fase I zal door de rustige ligging en bij goed beheer, de natuur zich hier goed kunnen ontwikkelen. Bij realisatie van fase II zal door de realisatie van een zandstrand en toename van recreanten de natuurwaarde een beperkter karakter hebben.
In fase I grenst deze oever aan het agrarisch gebied en worden hier geen aparte recreatieve voorzieningen aangebracht. Bij realisatie van fase II wordt het zuidelijk deel van deze oever omgevormd ten behoeve van oever- en dagrecreatie en is er langs het noordelijk deel ruimte voor een wandel- en een ruiterpad.
- 23 -
5. Tijdelijke oevers in fase I Fase I zal niet in één keer ontgrond worden. Dit zal in meerder stappen plaatsvinden. Per stap zal, voordat de zandexploitatie begint, eerst de bovengrond verwijderd worden. De grond die nog niet in exploitatie is, zal zo lang mogelijk in agrarisch gebruik blijven. Op deze wijze wordt voorkomen dat er grote oppervlakten braak liggen, met kans op verwildering en ongewenste kruidenvegetaties die zich uit kan zaaien in de aangrenzende landerijen. De oevers van fase I worden bij aanvang van de ontgronding zo veel mogelijk in één keer aangelegd. Ze worden geprofileerd overeenkomstig het eindbeeld. Op deze wijze kunnen de oevers zich over een langere periode goed stabiliseren. De oevers worden ingezaaid met gras zodat er zo min mogelijk erosie optreedt en, waar mogelijk, ook ingericht met beplanting. Dit heeft met name betrekking op de nieuwe houtwal langs de noordwestoever, waarbij het van belang is dat deze zich zo snel mogelijk kan ontwikkelen mede ter compensatie van in het kader van de ontgronding te verdwijnen houtwallen. De aanleg van de kade loopt stapsgewijs mee met de ontgronding, zodat hier steeds de vrijkomende bovengrond in verwerkt kan worden. Voor zover als dit mogelijk is, in verband met de bedrijfsactiviteiten en de veiligheid, krijgen de oevers langs De Mepscheweg en de Veldkampsweg in een zo vroeg mogelijk stadium een openbaar karakter en kunnen ze een functie vervullen ten behoeve van de recreatie. Dit kan bijvoorbeeld door middel van een maaipad langs de oever of over de kade. De tijdelijke oever vormt tevens een fysieke scheiding tussen de openbare oever en de zandwinactiviteiten. Op onderstaand profiel is aangegeven hoe in principe het beeld is van een tijdelijke oever. Daar, waar later de plas komt, wordt een brede geul gegraven met een bodemdiepte van circa NAP+13.00. Op deze wijze staat er altijd ongeveer één meter water in deze geul. Het talud aan de plaszijde, dat later weggegraven wordt en dus een tijdelijk karakter heeft, krijgt een helling van 1:1,5. Het talud aan de buitenzijde, dat later de oever van de plas gaat vormen, wordt geprofileerd overeenkomstig het eindbeeld met een helling 1:5.
Principeprofiel tijdelijke oever
- 25 -
6. Beheer
Om het beeld van de oevers zoals dat in hoofdstuk 4 is beschreven voor de toekomst veilig te stellen, is het noodzakelijk dat het beheer hierop wordt afgestemd. Ten behoeve van het beheer zijn hieronder een aantal zogenaamde streefbeelden geformuleerd. De streefbeelden geven aan hoe het beeld van de oevers er in de eindsituatie uit dient te zien. Tevens zijn opties aangegeven hoe het bijbehorende beheer zou kunnen plaatsvinden. Ten tijde van de exploitatie van de zandwinning is de firma Vos als eigenaar verantwoordelijk voor het beheer. Na afronding van de exploitatie kan dit ook een andere partij zijn. Dit gaat echter pas spelen als ook fase II is afgerond. Momenteel zijn er nog geen concrete afspraken met andere partijen over eventuele overdracht van de gronden. Omdat er ten aanzien van de inrichting en het gebruik van de oevers alsmede de beheeren eigendomsituatie na afronding van fase II nog een aantal onzekerheden zijn, is er voor gekozen om in dit Inrichtingsplan alleen uitspraken over het beheer te doen voor fase I.
Noordoostoever Deze oever grenst aan de Weideweg met gedeeltelijk een oude houtwal Streefbeeld Een open grazige karakter, deels tegen de achtergrond van de oude houtwal. Beheer Deze oever heeft met het oog op fase II een tijdelijk karakter. Het open grazige karakter kan tijdens de exploitatie van fase I in stand gehouden worden door maaien en/of begrazen.
Zuidoostoever en zuidwestoever Dit zijn de oevers langs De Mepscheweg en de Veldkampsweg Streefbeeld Een open grazig karakter met grassen- en kruidenvegetatie Geadviseerd wordt richting de gemeente, om de bestaande wegbeplanting in de loop van de tijd om te vormen naar het karakter van een houtwal.
- 26 -
Beheer gericht op het eindbeeld van de oever De oever open houden door middel van extensieve begrazing en/of maaibeheer. De intensiteit en frequentie aanpassen aan het recreatief gebruik. In geval van maaibeheer (circa 2x per jaar maaien) dient het maaisel afgevoerd te worden zodat er een schraal milieu ontstaat wat de ontwikkeling van de kruiden ten goede komt. Dit draagt bij aan zowel de ecologische- als de visuele waarde van de oever. Het voetpad op de kade kan in eerste instantie als maaipad worden uitgevoerd. Geadviseerd wordt om onder het pad een zandcunet aan te brengen. Dit geeft extra stevigheid, het verhoogt de toegankelijkheid en het beperkt het aantal maaibeurten.
Noordwestoever Deze oever grenst aan het agrarisch gebied Streefbeeld Een open grazige oever met deels een nieuwe houtwal. Beheer gericht op het eindbeeld van de oever De oever open houden door middel van extensieve begrazing en/of maaibeheer. De jonge beplanting in de houtwal na circa acht jaar omvormen richting het eindbeeld door middel van “afzetten met overstaanders”: De toekomstbomen (de overstaanders van eiken en een enkele berk) vrijstellen en de rest van de struikenlaag terugsnoeien. Indien voor de oever voor begrazingsbeheer gekozen wordt dient de jonge beplanting van de houtwal, ter bescherming, uitgerasterd te worden. Dit beheer is ook van toepassing op de overige nieuwe houtwallen zoals die op het inrichtingsplan van fase I zijn aangegeven.
- 27 -
- 28 -
Verantwoording
Titel
: Gebiedsontwikkeling Poelkampen
Subtitel
: Inrichtingsplan
Aantal pagina’s
: 29
Opdrachtgever
: Vos zand en grind bv
Projectnummer
: 274965
Bestandsnaam
: Inrichtingsplan_gebiedsontwikkeling Poelkampen.indd
Datum
: 28-08-2012
Status
: definitief
Auteur
: ing. J.G. Rotstein
Illustraties
: ing J.G. Rotstein : M. Elderenbosch
Lay-out
: C. Lukens-Oldenziel
Gecontroleerd
: ing J.G. Rotstein
Goedgekeurd
: ing. J. Knol
- 29 -
- 30 -