Fysieke Vaardigheids Toets landelijk programma
Klaar voor de start!
hr m *
politie
Toetstijd mannen in sec
137 139 145 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195
1 1 2 1 2 1 5 5 6 7 12 9 11 11 9 19 23 23 33 26 23 39 22 43 55 60 63 68 61 85 70 74 73 79 86 96 110 100 110 98 87 107 99 116 124 97 114 109 145 102 104 113
0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.0 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.2 0.2 0.2 0.2 0.3 0.4 0.4 0.6 0.5 0.4 0.7 0.4 0.8 1.0 1.1 1.1 1.2 1.1 1.5 1.3 1.3 1.3 1.4 1.5 1.7 2.0 1.8 2.0 1.8 1.6 1.9 1.8 2.1 2.2 1.7 2.0 2.0 2.6 1.8 1.9 2.0
0.0 0.0 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.3 0.4 0.6 0.8 0.9 1.1 1.3 1.5 1.8 2.2 2.7 3.3 3.7 4.1 4.8 5.2 6.0 7.0 8.1 9.2 10.4 11.5 13.0 14.3 15.6 16.9 18.4 19.9 21.6 23.6 25.4 27.4 29.1 30.7 32.6 34.4 36.5 38.7 40.5 42.5 44.5 47.1 48.9 50.8 52.8
196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219 220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247
119 110 104 130 118 64 80 73 101 71 74 72 69 73 76 59 50 49 54 44 62 55 60 40 54 30 53 32 33 44 31 25 24 36 34 22 24 25 22 24 23 19 14 20 17 13 7 18 12 7 13 5
2.1 2.0 1.9 2.3 2.1 1.1 1.4 1.3 1.8 1.3 1.3 1.3 1.2 1.3 1.4 1.1 0.9 0.9 1.0 0.8 1.1 1.0 1.1 0.7 1.0 0.5 1.0 0.6 0.6 0.8 0.6 0.4 0.4 0.6 0.6 0.4 0.4 0.4 0.4 0.4 0.4 0.3 0.3 0.4 0.3 0.2 0.1 0.3 0.2 0.1 0.2 0.1
54.9 56.9 58.8 61.1 63.2 64.4 65.8 67.1 68.9 70.2 71.5 72.8 74.1 75.4 76.8 77.8 78.7 79.6 80.6 81.4 82.5 83.5 84.5 85.3 86.2 86.8 87.7 88.3 88.9 89.7 90.2 90.7 91.1 91.8 92.4 92.8 93.2 93.6 94.0 94.5 94.9 95.2 95.5 95.8 96.1 96.4 96.5 96.8 97.0 97.2 97.4 97.5
248 6 0.1 97.6 249 8 0.1 97.7 250 11 0.2 97.9 251 3 0.1 98.0 252 6 0.1 98.1 253 3 0.1 98.1 254 7 0.1 98.3 255 7 0.1 98.4 256 7 0.1 98.5 257 5 0.1 98.6 258 1 0.0 98.6 259 6 0.1 98.7 260 5 0.1 98.8 261 1 0.0 98.9 262 3 0.1 98.9 264 4 0.1 99.0 265 5 0.1 99.1 266 5 0.1 99.2 267 3 0.1 99.2 268 3 0.1 99.3 272 3 0.1 99.3 273 3 0.1 99.4 274 1 0.0 99.4 276 1 0.0 99.4 277 1 0.0 99.4 278 2 0.0 99.5 279 4 0.1 99.5 280 1 0.0 99.6 281 2 0.0 99.6 282 3 0.1 99.6 285 3 0.1 99.7 286 3 0.1 99.7 288 2 0.0 99.8 289 1 0.0 99.8 290 2 0.0 99.8 291 1 0.0 99.9 294 1 0.0 99.9 297 1 0.0 99.9 299 4 0.1 100.0 308 1 0.0 100.0 319 1 0.0 100.0 Totaal 5567 Van links naar rechts toetstijd in sec, aantal deelnemers, % deelnemers, cumulatief %
Rapportage Pilotperiode
Vooraf De kop is eraf! We hebben binnen de Nederlandse Politie nu ruim een jaar ervaring met de afname van de Fysieke Vaardigheids Toets (FVT) bij een groot deel van het executieve personeel. In deze rapportage treft u de belangrijkste gegevens aan die in deze pilotperiode zijn verzameld, gekoppeld aan een aantal conclusies. Naast uiteraard introductie van en kennismaking met de toets stonden in deze pilot twee doelen centraal: standaardisering qua materiaal, opstelling en uitvoering en een 0-meting ten aanzien van de toetsresultaten. Deze rapportage is te beschouwen als een ‘foto’ van de huidige situatie. Met ingang van 2009 is de FVT verplicht. Er zullen tot 2012 nog vaker ‘foto’s’ gemaakt worden in het kader van vastgelegde evaluatiemomenten. Dankzij de enthousiaste en professionele medewerking van velen zijn we zover gekomen. De regiokorpsen maakten de uitvoering van de pilot op grote schaal mogelijk en het Universitair Medisch Centrum Groningen leverde de expertise voor de statistische bewerking en analyse van de data. De ‘warming up’ voor de FVT is eind 2008 afgerond. Het komend jaar wordt door het projectteam Fit en Gezond Politie gebruikt om samen met de korpsen en vakorganisaties verder zorg te dragen voor een verantwoorde landelijke invoering per 2009.
Marian Strating, projectleider Fit & Gezond landelijk programma HRM Politie
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
1
2
Rapportage Pilotperiode
Inhoudsopgave
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Samenvatting
03
1
Inleiding
05
2 2.1 2.2 2.3
De Fysieke Vaardigheids Toets Achtergrond Parcours Standaardisering
08 08 08 09
3 3.1 3.2
Pilotperiode juni 2006 – juni 2007 Doelen Ervaringen
10 10 11
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Resultaten 0-meting bij 11 politiekorpsen Respons Geslacht en toetsresultaat Leeftijd en functiegroep Body Mass Index en uren sport per week
12 12 12 12 13
5 5.1 5.2
Conclusies en discussie Representativiteit Aanbevelingen
14 15 16
6 Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
Bijlagen Plattegrond toetsopstelling FVT Specificaties kar Materiaallijst FVT Kader Gezondheidscheck FVT Vragenlijst ‘Gezondheidsrisico’s deelname FVT’ Persoonlijke checklist ‘Ben ik klaar voor de FVT?’
17 18 20 21 22 23 24
Rapportage Pilotperiode
Samenvatting In de CAO 2005-2007 is overeengekomen dat het thema Fit en Gezond een cruciaal onderdeel van het HRM-beleid voor de komende jaren moet zijn. Daarbij luidt een concrete afspraak dat een fitheidstest geïmplementeerd dient te worden, die gerelateerd is aan de fysieke eisen die aan de functie van de executieve politieambtenaar kunnen worden gesteld. Overeengekomen is om uit te gaan van de test zoals die al een aantal jaren bij de selectie van aankomende studenten voor het politie onderwijs wordt gebruikt. Dit betreft een speciaal voor de politie ontwikkelde functiegerelateerde test die in een gymnastiekzaal afgenomen wordt. Om aan de CAO afspraak te kunnen voldoen is het projectteam Fit&Gezond begonnen om deze toets, genaamd ‘Fysieke Vaardigheden voor het Initiële Politieonderwijs’, verder te standaardiseren. De naam van de toets is in deze fase aangepast aan de toekomstige doelgroep; de toets gaat nu als Fysieke Vaardigheids Toets (FVT) door het leven. Qua toetsmateriaal is als belangrijkste aanpassing ten opzichte van de voorloper van de toets te vermelden de speciaal ontwikkelde verzwaarde kar die geduwd en getrokken moet worden. Naast standaardisatie van het materiaal, de toetsopstelling en de uitvoering is ook gezorgd voor standaardisatie van de instructie voor de toetsafnemer. Tevens is een gezondheidscheck FVT ontwikkeld om in te kunnen schatten of deelname aan de toets verantwoord is. Om een zorgvuldige, professionele, landelijke implementatie van de FVT te bereiken werd overeengekomen te starten met een pilot onder een groot aantal politiekorpsen. Ervaringen uit deze pilot kunnen daarbij mede als input dienen voor het vaststellen van de geoptimaliseerde uitvoeringsvorm en een belangrijke bijdrage leveren aan de standaardisering van de toets. Indien vervolgens enkele jaren ervaringen met de FVT is opgedaan – waarbij deze ook in een niet vrijwillige setting is gehanteerd – kan, mede op basis van aanvullende gegevens over de betrouwbaarheid en validiteit, tot een normering worden gekomen. Gedurende de pilotperiode van juni 2006 t/m juni 2007 hebben in totaal 11 korpsen verdeeld over Nederland en van verschillende grootte de FVT uitgevoerd volgens de landelijk vastgestelde standaarduitvoering. De FVT werd daarbij – op vrijwillige basis – bij de executieve, RTGP-plichtige politieambtenaren afgenomen. Als doelen voor de pilotperiode zijn benoemd: • introductie van en kennismaking met de FVT • standaardisering van de toets qua uitvoering en materiaal • 0-meting van de toetsscores bij het huidige politiepersoneel De gegevens van de 0-meting vallen te beschouwen als één van de bronnen voor het vaststellen van de normering. Immers, van executief politiepersoneel dat al langer in dienst is, zijn tot op heden geen toetsscores bekend. Het is bovendien voor het eerst dat de FVT op deze schaal onder mannen en vrouwen van alle leeftijden wordt afgenomen. Een gevolg daarvan is wel dat de behaalde toetsscores op dit moment alleen vergeleken kunnen worden met de normtijden van de eindtoets Fysieke Vaardigheden voor het Initiële Politieonderwijs. Voor mannen geldt daarbij de norm van 3 minuut 20 en voor vrouwen van 4 minuten rond. Deze normen kunnen echter niet als een richtlijn voor de FVT worden gehanteerd. Ten eerste hebben zij betrekking op een voorloper van de FVT, ten tweede dienen over de FVT nog aanvullende gegevens worden verzameld. April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
3
4
Rapportage Pilotperiode
In de 0-meting is onder 7000 politiemensen tevens de invloed van de variabelen geslacht, leeftijd, functiegroep, BMI en uren beweging per week op de behaalde toetsresultaten onderzocht. Dit heeft de volgende gegevens opgeleverd: • mannen leggen het parcours gemiddeld sneller af dan vrouwen • oudere deelnemers leggen het traject wat langzamer af • politieambtenaren die werkzaam zijn in de functiegroep BPZ/Noodhulp zijn wat sneller dan hun collega’s uit andere functiegroepen • deelnemers met een hogere Body Mass Index leggen het parcours wat trager af • sporten beïnvloedt de toetstijd in gunstige zin Ten aanzien van de in de toekomst vast te stellen normering van de FVT lijkt op basis van deze 0-meting een onderscheid tussen vrouwen en mannen realistisch. Immers, binnen de politie wordt uitgegaan van diversiteit als business issue en tevens blijkt er een wetenschappelijk aantoonbaar verschil in fysiek prestatievermogen te bestaan tussen mannen en vrouwen, dat ook valt terug te zien in de FVT-toetsscores. Het vaststellen van een norm bevindt zich daarbij in het spanningsveld tussen aan de ene kant het ontwikkelen van een uitnodigende, ‘pittige’ toets, die een daadwerkelijke aanspraak doet op de fysieke vermogens van de deelnemers en aan de andere kant de wens om de toets zo te normeren dat deze voor een groot gedeelte van de populatie haalbaar moet kunnen zijn. Als we de factoren beschouwen die binnen dit pilotonderzoek van invloed blijken te zijn op de FVT-toetsresultaten dan valt vast te stellen dat geslacht, leeftijd en functie factoren betreffen die geen aangrijpingspunt voor interventies kunnen vormen, omdat ze niet in directe zin te beïnvloeden zijn. Een dergelijke restrictie geldt echter niet voor de Body Mass Index en sporten bewegingsactiviteiten. Daarom kan de aanbeveling worden gedaan om het thema Fit en Gezond met nadruk op de agenda te blijven zetten. Binnen de bredere context van Fit en Gezond, het beïnvloeden van leefstijlfactoren, valt namelijk – zo blijkt ook uit dit onderzoek – wel degelijk winst te behalen. Te denken valt hierbij aan het aanbieden van stimuleringsprogramma’s en/ of ontmoedigingsprogramma’s op het gebied van Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning, de zogenaamde ‘BRAVO’- factoren. En tenslotte kan ook van de implementatie van de FVT-toets binnen de politie op zich een beïnvloedend effect worden verwacht, in de zin van een ruimere aandacht bij zowel de politie als organisatie als bij kandidaten die hier van plan zijn een carrière te beginnen, voor de fysieke gesteldheid van (aankomend) beroepsbeoefenaren.
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Rapportage Pilotperiode
1 Inleiding Functie-eisen en beeldvorming Professioneel en betrokken, waakzaam en dienstbaar geven politiemensen inhoud aan hun werk. Het werk van de politie vindt plaats in een dynamische en complexe context en doet een appèl op een breed scala van competenties. Het onderhouden van vaardigheden en stressbestendigheid zijn daarbij van groot belang. Maar ook een goede fysieke en mentale conditie van politiemensen is voor een kwalitatief goede uitvoering van het werk cruciaal. Voor de burger is politiewerk vooral zichtbaar en merkbaar door het contact met de individuele politieman/-vrouw in de openbare ruimte. Daarbij dragen een professioneel optreden en een daadkrachtige uitstraling bij aan zowel het veiligheidsgevoel van burgers als aan de beeldvorming over wat de politie voor hen kan betekenen. Fitheid: een cruciale factor Aandacht voor een gezonde leefstijl is momenteel zeer actueel. In de media wordt volop aandacht besteed aan gezond bewegen, gezonde leefgewoonten en een evenwichtige mentale gesteldheid. Het blijkt dat de leefstijlthema’s Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning (de zogenaamde ‘BRAVO factoren’) een onderlinge samenhang vertonen. Bewegingsactiviteiten kunnen het beste als eerste aangrijpingspunt voor beïnvloeding worden gekozen. Via bewegen kunnen namelijk de andere leefstijlfactoren eveneens beïnvloed worden. Wel moet worden benadrukt dat bij bewegen niet direct aan intensief sporten gedacht moet worden. Er zijn vele manieren om mensen op een plezierige, bij hen passende wijze, aan het bewegen te krijgen en te houden. Dagelijks worden ook politiemensen aangesproken op zowel hun fysieke, mentale als cognitieve competenties, samengevat in het begrip ‘Fit in de functie’. Het gaat daarbij om een evenwichtige balans van deze met elkaar verweven competenties binnen het totale functioneren. Vitaliteit is de komende jaren voor de politie dan ook een belangrijk issue. Twee TNO rapporten, uitgebracht in 2005, ondersteunen deze beleidskeuze. Het betreft ‘De politie vijf jaar later: werkstress en het effect van maatregelen’ en ‘Politie en ouderen: De gevolgen van vergrijzing bij de Nederlandse politie’. In de rapporten wordt geschetst dat werkdruk en werkstress sinds de negentiger jaren in toenemende mate aandacht hebben gekregen. Op meerdere terreinen zijn maatregelen genomen om de risico’s van een hoge mentale belasting te beperken. Het TNO onderzoek laat daarbij verschillen zien in functiegroepen binnen de politie; ieder met z’n eigen problematiek. Ook leefstijlaspecten van de gehele groep ondervraagden zijn in beeld gebracht. Wat in dat kader met name opvalt is, dat er sprake is van fors overgewicht bij de mannelijke politiemedewerkers ouder dan dertig jaar. Een groot percentage politiemedewerkers voldoet dan ook niet aan de beweegnorm (norm voor actief zijn op alle dagen van de week) en de fitnorm (norm voor het gewenste inspanningsn iveau). Ook eten politiemedewerkers minder gezond dan de gemiddelde Nederlander. Het gebruik van alcohol vertoont eenzelfde beeld als dat van de Nederlandse bevolking, bij de politie rookt men echter gemiddeld wat minder.
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
5
6
Rapportage Pilotperiode
Gezond personeelsbeleid De gemiddelde leeftijd van het politiepersoneel stijgt de komende vijf tot tien jaar sterk. Om de bedrijfsvoering optimaal te houden moet duurzame optimale inzetbaarheid worden gerealiseerd, die is ingebed in een proactief leeftijdsfasebewust personeelsbeleid. Eigen verantwoordelijkheid, loopbaanbeleid, mobiliteit en een adequate strategische personeelsplanning maken hiervan onderdeel uit. Het uitgangspunt daarbij is dat ieder personeelslid zelf verantwoordelijk is voor het behalen van arbeidsresultaten en het onderhouden van vakmanschap. Daaronder valt ook het hebben en houden van een goede fysieke en mentale conditie. Dat geldt voor medewerkers aangesteld in een executieve, maar ook voor medewerkers in een administratief technische functie. Daarom is het zo belangrijk het thema ‘Fit in de functie‘ te borgen als gespreksonderwerp tussen leidinggevende en medewerker binnen de context van het ontwikkelingsgericht personeelsbeleid. Gezien het grote belang dient verantwoordelijkheid voor de uitvoering van fit- en gezondheidsbeleid te worden verankerd in (de korpsleiding van) ieder regiokorps. Het korpsmanagement schept daarbij een stimulerend klimaat en geeft een inspirerend voorbeeld. Een samenhangend fit- en gezondheidsbeleid, opgezet vanuit de gedachte van inzetbaarheid, waarbij de aanpak is gerelateerd aan de functie, zal ook effect sorteren op het terrein van werkklimaat, beroepstrots en imago. Dat vereist echter wel dat de programma’s worden afgestemd op een adequate functievervulling en onderscheidend zijn naar de aard van de functie. De politie kan zich hierbij naar de samenleving profileren als een organisatie met gezonde en fitte medewerkers. Deze medewerkers vervullen immers een sterke voorbeeldfunctie, zowel naar de maatschappij als naar de toekomstige medewerker.
pagina 20
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Fit en Gezond binnen de CAO In de CAO 2005 - 2007 van de politie is overeengekomen dat Fit & Gezond een cruciaal onderdeel van het HRM-beleid voor de komende jaren moet vormen. Eén concrete afspraak die daarbij in de overeenkomst is vastgelegd betreft ‘de implementatie van een fitheidstest voor executieve politieambtenaren, gerelateerd aan het op adequate wijze kunnen vervullen van de functie.’ Overeengekomen is om uit te gaan van de test, zoals die al een aantal jaren bij de selectie van aankomende studenten voor het politie onderwijs wordt gebruikt. Dit betreft een speciaal voor de politie ontwikkelde functiegerelateerde test, die in een gymnastiekzaal afgenomen wordt. Om aan de CAO afspraak te kunnen voldoen is het projectteam Fit & Gezond begonnen om deze toets met de oorspronkelijke naam ‘Fysieke Vaardigheden voor het Initiële Politieonderwijs’ verder te standaardiseren. Hiertoe is de naam van de toets aangepast aan de toekomstige doelgroep en luidt nu ‘Fysieke Vaardigheids Toets’ (FVT). Het toetsmateriaal is eveneens aangepast. Er is speciaal voor dit doeleinde een verzwaarde kar ontwikkeld die geduwd en getrokken moet worden (zie bijlage 2). Naast standaardisatie van het materiaal, de toetsopstelling en de uitvoering is ook gezorgd voor standaardisatie van de instructie voor de toetsafnemer. Tevens is een ‘Kader Gezondheidscheck FVT’ ontwikkeld, waarbinnen de randvoorwaarden voor een verantwoorde deelname aan de FVT zijn beschreven. De website www.fvtpolitie.nl geeft voorlichting over opzet, achtergrond en parcours van de FVT. Op deze site zijn ook interviews te zien met collega’s en IBT-docenten (IBT = Integrale Beroepsvaardigheden Training) met ervaring. Tevens worden manieren van voorbereiding op de FVT getoond.
Rapportage Pilotperiode
Pilot Om een zorgvuldige, professionele, landelijke implementatie van de FVT te bereiken werd overeengekomen te starten met een pilot onder een groot aantal politiekorpsen. Ervaringen uit deze pilot kunnen daarbij waardevolle gegevens opleveren, die kunnen bijdragen aan het ontwikkelen van een geoptimaliseerde uitvoeringsvorm, standaardisering en de toekomstige normering van de toets. Voor deze pilot is een tweetal onderzoeksvragen geformuleerd: 1 Wat zijn de toetsresultaten – gemeten met de FVT – van politiemensen werkzaam bij de functieafdelingen BPZ/Noodhulp, opsporing, executieve ondersteuning en ‘anders’? 2 Welke conclusies kunnen op basis van de gegevens van deze pilot worden getrokken over de toekomstige normering van de FVT met betrekking tot executief politiepersoneel? Deze rapportage gaat specifiek in op de fysieke competenties van executieve politie-ambtenaren. In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de inhoud van de Fysieke Vaardigheids Toets. In hoofdstuk 3 wordt de pilotperiode beschreven, die plaatsvond van juni 2006 tot juni 2007. In hoofdstuk 4 volgen de resultaten en in hoofdstuk 5 wordt dit rapport afgesloten met conclusies, discussie en aanbevelingen. Afstemming rond de onderlinge samenhang van de fysieke, mentale en cognitieve competenties vindt plaats binnen de context van het landelijk programma HRM Politie en valt buiten het bestek van dit rapport. Voor de bewerking en analyse van de gegevens is gebruik gemaakt van de expertise van het Universitair Medisch Centrum Groningen/Rijksuniversiteit Groningen.
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
7
8
Rapportage Pilotperiode
2 De Fysieke Vaardigheids Toets 2.1
Voor meer achtergrondinformatie wordt verwezen naar drie rapportages • ‘Observatie en Registratie van Fysieke Taken bij de Nederlandse Politie’ mei 2001 • ‘Minimale eisen aan fysieke vaardigheden en capaciteit bij de Nederlandse Politie’ december 2002 • ‘Vaststellen van het slagen/niet slagen criterium voor de nieuwe eindtoets Fysieke Vaardigheden voor het Initiële Politieonderwijs’ november 2003 Opdrachtgever Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Uitvoerder Ergocare /Faculteit der Bewegingswetenschappen VU Amsterdam
Achtergrond
Aan het eind van de negentiger jaren ontstond bij de Politieacademie behoefte aan een nieuwe fysieke selectietest voor aspiranten, die meer recht doet aan de dagelijkse praktijk van het politiewerk en aan competentiegericht werken. Daartoe zijn door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en de Politieacademie onderzoekers benaderd van de Vrije Universiteit Amsterdam (VU, Faculteit der Bewegingswetenschappen/ ERGOcare). De VU is van 2000 tot en met 2003 nauw betrokken geweest bij de inhoud, opzet en wetenschappelijk onderbouwing van een dergelijke fysieke selectietest, welke uiteindelijk is uitgemond in de onderhavige functiegerelateerde test. Deze speciaal voor de politie ontwikkelde test betreft een Nederlandse variant op de fysieke test, zoals die door de Royal Canadian Mounted Police wordt gebruikt, de zogenaamde Physical Abilities Requirement Evaluation (PARE) test. Voor de ontwikkeling van deze test in Nederland zijn van september 2000 tot en met januari 2001 van vertegenwoordigers van zes politiekorpsen door middel van observatie en registratie de fysieke vaardigheden in kaart gebracht. Het betrof medewerkers Basis Politiezorg (BPZ), die tevens werkzaam zijn in de noodhulp. Na grondige analyse van de verzamelde data heeft vervolgens vertaling plaatsgevonden naar de minimale aan fysieke vaardigheden en capaciteiten te stellen eisen, uitmondend in de nieuwe eindtoets ‘Fysieke Vaardigheden voor het Initiële Politieonderwijs’. Aansluitend is vastgesteld aan welke criteria politiemedewerkers dienen te voldoen willen ze ‘slagen’ voor de nieuwe eindtoets. Daartoe is op grond van de toetstijden van 47 agenten, afkomstig uit 3 politiekorpsen, die maximaal 3 jaar geleden hun opleiding afrondden, een aantal opties overwogen. Uiteindelijk is in de nieuw ontwikkelde Eindtoets Fysieke Vaardigheden gekozen voor differentiatie naar geslacht en niet voor het principe ‘same job same standard’. Dit is uitgemond in twee normtijden, één voor vrouwen en één voor mannen. Het voordeel van deze differentiatie is dat er voor mannen en voor vrouwen sprake is van een gelijkwaardige uitdaging ten aanzien van het behalen van de toets1.
2.2
Parcours
Het parcours staat opgesteld in een gymnastiekzaal. De afzonderlijke testonderdelen zijn gebaseerd op een viertal taak-, activiteitencombinaties, namelijk: • ‘achtervolging te voet’ (arresteren/rennen) • ‘het onder controle brengen van een verdachte’ (arresteren/aanhouden) • ‘het handmatig verplaatsen van zware objecten’ (verkeer regelen, duwen, trekken, slepen, tillen) • ‘het handmatig verplaatsen van personen’ (hulpverlenen/tillen, dragen, trekken, slepen) Het geheel van fysieke vaardigheden, dat tijdens de test moet worden uitgevoerd, is als volgt te beschrijven: De politieagent legt zo snel mogelijk het gehele circuit van 226,5 meter af. Dit circuit is verdeeld in vijf rondes. Ondertussen duwt hij/zij een kar van 200 kg over een afstand van 18 meter (verdeeld over 3 rondes) en trekt de kar 12 meter (verdeeld over 2 rondes). Daarnaast wordt tillend een gewicht van 5 kg over een afstand van 3 meter per keer verplaatst (verdeeld over 3 rondes met een frequentie van 6x per
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Rapportage Pilotperiode
ronde) en tenslotte wordt een pop van 48 kg verplaatst over een afstand van 5 meter. Om een indruk te krijgen van de FVT kunt u kijken op de volgende website: www.fvtpolitie.nl. In bijlage 1 is een plattegrond van de toetsopstelling opgenomen.
2.3
pagina 18
Standaardisering
Als één van de eisen waaraan op grond van de CAO-afspraken diende te worden voldaan gold dat de toets voor alle deelnemers uit exact dezelfde onderdelen bestond. Daartoe is het projectteam Fit & Gezond eerst gestart de eindtoets ‘Fysieke Vaardigheden voor het Initiële Politieonderwijs’ verder te standaardiseren. De belangrijkste aanpassing betrof de speciaal voor de FVT ontwikkelde kar. In de eindtoets werd in eerste instantie gebruik gemaakt van een mattenwagen, volgestapeld met matten. In de praktijk werden verschillende soorten wagens gesignaleerd en de matten verschilden in afmeting, gewicht en aantal. Nu is een standaardkar ontwikkeld, waarbij materiaal, gewicht, rolweerstand, handplaatsing en veiligheidsprincipes voor alle deelnemers gelijk zijn. De beugel is naar achteren geplaatst, zodat bij het terugtrekken van de kar de benen de kar niet meer kunnen raken. De beugel is zodanig gefabriceerd dat deze zowel voor kleine als grote deelnemers gemakkelijk te grijpen is. Rondom de kar zijn schuimrubberen beschermingsranden aangebracht (zie bijlage 2). Ook bij de pop werden aanvankelijk verschillende uitvoeringen gesignaleerd qua gewicht en materiaal. Ook hiervan is nu een gestandaardiseerde versie in gebruik. Om alle korpsen de FVT onder standaardcondities aan te laten bieden is tenslotte al het toetsmateriaal beschreven naar uitvoering, type en gewicht (zie bijlage 3) Voor de standaardisering in uitvoering van de FVT is een instructiemap voor de toetsafnemer samengesteld. Hierin zijn de volgende onderwerpen te vinden: • beschrijving onderdelen per ronde • materiaallijst • plattegrond zaalindeling • plattegrond per ronde • instructiekaarten per onderdeel/situatie met het oog op (in)correcte uitvoering aan de hand van illustraties
pagina 20
pagina 21
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
9
10 Rapportage Pilotperiode
3 Pilotperiode juni 2006 – juni 2007 3.1
Doelen
In totaal hebben 11 politiekorpsen verdeeld over Nederland en van verschillende grootte de FVT uitgevoerd volgens de landelijk vastgestelde standaarduitvoering. De FVT werd daarbij op vrijwillige basis aan de executieve, Regeling Toetsing Geweldbeheersing Politie (RTGP)-plichtige politieambtenaren aangeboden. Als doelen voor de pilotperiode zijn vastgesteld: • de introductie van en kennismaking met de FVT bij het politiepersoneel • de standaardisering van de toets qua uitvoering en materiaal • het uitvoeren van een 0-meting bij het huidige politiepersoneel
pagina 22, 23, 24
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
De gegevens van de 0-meting vallen te beschouwen als één van de bronnen voor het vaststellen van de normering. Immers, van executief politiepersoneel dat al langer in dienst is, zijn tot op heden nog geen toetsscores bekend. Het is voor het eerst dat de FVT op deze schaal aan mannen en vrouwen van alle leeftijden wordt aangeboden. Uitgangspunt bij de toekomstige normering is dat het om een praktijksgerelateerde toets gaat. Behalve dat degene die de toets ondergaat deze zo snel mogelijk moet zien te voltooien, gaat het ook om een verantwoorde uitvoering ervan. Bij vermoeidheid tijdens en na de toets moet de coördinatie en alertheid van de geteste persoon nog adequaat zijn. Pas dan kan het credo ‘Veilig voor jezelf, veilig voor je collega, veilig voor de burgers’ optimaal in de praktijk worden gebracht. Omdat bij de toets een forse inspanning wordt gevraagd is een aantal criteria ontwikkeld om vast te kunnen stellen of de deelnemer verantwoord aan de FVT kan deelnemen. Aan de hand van de diverse ervaringen van het afgelopen jaar is voor de vervolgfase een ‘Kader Gezondheidscheck FVT’ opgesteld met bijbehorende vragenlijst ‘Gezondheidsrisico’s deelname FVT’ en een persoonlijke checklist: ‘Ben ik klaar voor de FVT?’. Kader, vragenlijst en persoonlijke checklist zijn besproken en geaccordeerd in het Landelijk Overleg Bedrijfsartsen Politie. (zie bijlagen 4, 5, 6: Kader Gezondheidscheck FVT, Vragenlijst en Persoonlijke checklist) De behaalde toetsscores kunnen op dit moment alleen vergeleken worden met de normtijden van de eindtoets Fysieke Vaardigheden voor het Initiële Politieonderwijs. Bij die doelgroep geldt voor mannen de norm van 3 minuten en 20 seconden en voor vrouwen van 4 minuten.
Rapportage Pilotperiode 11
3.2
Ervaringen
Voorbereidingsfase In de korpsen heeft men ervaren dat communicatie vooraf met verschillende geledingen van wezenlijk belang is. Het vroegtijdig inbrengen van de FVT als onderwerp van gesprek tussen Korpsmanagement, OndermeningsRaad en de afdelingen Personeel & Organisatie, IBT en Communicatie en Voorlichting heeft niet alleen een grotere betrokkenheid en bewustwording inzake de FVT in het bijzonder tot gevolg, maar juist ook het belang van het thema Fit & Gezond in het algemeen voor het voetlicht gebracht. Dat onderstreept dat de toets als een middel in het kader van bewustmaking van gezonde leefstijl en niet als een doel op zich moet worden beschouwd. Uitvoeringsfase Bij het aanbieden van de toets stond nadrukkelijk kennismaking met de FVT voorop. Het doel daarbij was dat zowel deelnemers als toetsafnemers zelf de toets konden ervaren en/of zelf konden voelen waar ze conditioneel staan. De behaalde tijd stond tijdens de pilot dan ook niet centraal. Veel deelnemers hebben aangegeven dat ze de FVT inderdaad representatief vinden voor het politiewerk. Het onderdeel ‘ballen verplaatsen’ van de toets, waarbij diverse keren een zware bal van 5 kg over korte afstanden opgepakt en beheerst neergelegd moet worden, vond men het minst overeenkomen met de werkelijke situatie in de politiepraktijk. Over het algemeen vonden de deelnemers het uitdagend om aan de toets mee te doen.
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
12 Rapportage Pilotperiode
4.1 n 1432 5567 6999 gem. tijd 3 min 43 3 min 17 3 min 23 geslacht vrouwen mannen mannen + vrouwen
4.2
Geslacht en toetsresultaat
Van de 6999 proefpersonen zijn 1432 (20.4%) van het vrouwelijk en 5567 (79.5%) van het mannelijk geslacht. In tabel 1 worden de gemiddelde FVT-toetstijden van vrouwen en mannen getoond.
3 min 43 415
4.3
De totalen verschillen van de gegevens van tabel 1; dit wordt veroorzaakt door het feit dat niet iedereen leeftijd en/of functie heeft ingevuld
3 min 49 3 min 38 totaal
779
overig gem. tijd 3 min 54 3 min 54 4 min 08
1194
totaal functie groepen gem. tijd n 3 min 39 889 3 min 50 292 3 min 56 13 n 249 162 4
De gemiddelde toetstijd van vrouwen ligt 26 seconden hoger dan de gemiddelde toetstijd van mannen. Dit verschil blijkt bij toetsing significant te zijn (effectsize 1,15). De gemiddelde toetstijd voor mannen en vrouwen tezamen ligt op 3 min 23 (minimum 2.17, maximum 6.18).
BPZ/noodhulp gem. tijd n 3 min 36 640 3 min 46 130 3 min 50 9 < 40 jaar 40 – 55 jaar > 55 jaar
Respons
Aan het verzoek om als politiekorps aan de pilot mee te doen is in ruime mate gehoor gegeven, hetgeen als een goed uitgangspunt voor een landelijk implementatietraject kan worden beschouwd. Tijdens de pilot zijn data ingevoerd van ruim 8000 geteste politiemensen. Alle toetsgegevens zijn – geanonimiseerd en niet herleidbaar tot korpsniveau – in één groot bestand samengebracht. Na opschoning van het totale bestand van de ruim 8000 proefpersonen zijn van 6999 proefpersonen de data geschikt bevonden voor statistische bewerking en analyse. De ruim duizend vragenlijsten die buiten de analyses zijn gehouden waren of niet compleet ingevuld, of onjuist ingevuld.
leeftijdscategorie
gemiddelde toetstijden per geslacht gemiddelde toetstijd van vrouwen, naar leeftijd en functie
Tabel 2
Tabel 1
4 Resultaten 0-meting bij 11 politiekorpsen
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Leeftijd en functiegroep
In de tabellen 2 en 3 worden de gemiddelde toetstijden van vrouwen en mannen gerelateerd aan zowel leeftijd als functiegroep. Hierbij is de leeftijd van de respondenten gehercodeerd naar drie categorieën, te weten < 40 jaar, 40 – 55 jaar en > 55 jaar. Bij de functiegroepen is alleen onderscheid gemaakt tussen de functiegroep BPZ/Noodhulp en de overige functiegroepen. Onder de overige functiegroepen vallen de groepen opsporing, executieve ondersteuning en ‘anders’, met dermate geringe onderlinge verschillen dat zij tot één categorie zijn samengevoegd. Uit de tabellen blijkt dat gemiddelde toetstijd enigszins toeneemt met de leeftijd. Overigens dient hierbij opgemerkt te worden dat het aantal deelnemers in de hoogste leeftijdscategorie sterk afneemt, hetgeen vooral voor vrouwelijke politiemedewerkers geldt. Bij de mannen is een grotere invloed van de leeftijd te constateren dan bij vrouwen. Zo is het verschil in gemiddelde toetstijd tussen de categorie < 40 jaar en > 55 jaar bij vrouwen 17 seconden en bij mannen 38 seconden. De gemiddelde toetstijd voor mannen boven de 55 jaar blijkt exact overeen te komen met de gemiddelde toetstijd van alle vrouwen. Tussen de functiegroepen ‘BPZ/Noodhulp’ en ‘Overig’ vallen eveneens (kleine) verschillen te signaleren: • Er is een verschil tussen de functiegroep BPZ/Noodhulp enerzijds en de 3 groepen opsporing/executieve ondersteuning en ‘anders’ (tezamen ‘overig’ genoemd) anderzijds, ten gunste van de eerste functiegroep • De gemiddelde toetstijd binnen de functiegroep BPZ/Noodhulp was voor vrouwen gemiddeld 11 seconden korter dan binnen de groep ‘overig’, bij de mannen betrof dit verschil 10 seconden ten gunste van de eerste functiegroep
Rapportage Pilotperiode 13
overig gem. tijd 3 min 11 3 min 23 3 min 46 n 410 1145 112 totaal functie groepen gem. tijd n 3 min 05 1927 3 min 22 2403 3 min 43 222
4552
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Tabel 3
BPZ/noodhulp gem. tijd n 3 min 03 1517 3 min 21 1258 3 min 41 110
3 min 17
tabel 4 pag 14 tabel 5 pag 15
gemiddelde toetstijd van mannen, naar leeftijd en functie
leeftijdscategorie
< 40 jaar 40 – 55 jaar > 55 jaar
1667
Uit de tabellen kan worden opgemaakt dat naarmate de BMI toeneemt en het gemiddeld aantal uren sport per week afneemt er zowel bij vrouwen als mannen sprake is van een oplopende toetstijd in seconden. Naarmate deelnemers dus meer overgewicht vertonen en minder lichaamsbeweging hebben, doen ze langer over het testparcours. Overigens moet men zich hierbij realiseren dat er een verband bestaat tussen de mate waarin personen aan lichaamsbeweging doen en de mate van overgewicht; dit zijn dus geen factoren die geheel onafhankelijk zijn.
3 min 22
In de tabellen 4 en 5 is per geslacht de gemiddelde toetstijd gerelateerd aan de Body Mass Index en het gemiddeld aantal uren lichaamsbeweging per week. Hierbij is de steekproef opgedeeld in vier gelijke delen, de zogenaamde kwartielen.
2885
Lichaamsbeweging Als referentiewaarde voor de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (de gewenste hoeveelheid lichaamsbeweging vanuit gezondheidskundig oogpunt) geldt dat vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging wordt aanbevolen. Als referentiewaarde voor de Fitnorm (de gewenste hoeveelheid lichaamsbeweging die nodig is voor een goede conditie van het hartvaatstelsel) geldt een norm voor minimaal drie keer per week tenminste 20 minuten intensieve lichaamsbeweging. Deze referentiewaarden zijn gebaseerd op het in 2007 uitgebrachte advies van het American College of Sports Medicine en de American Heart Association over lichaamsbeweging van volwassenen. Informatie over de beweeg en de fitnorm is ook te vinden op www.30minutenbewegen.nl
3 min 12
Body Mass Index De Body Mass Index (BMI), ook wel Quetelet Index genoemd, is een index voor het gewicht van een persoon in verhouding tot zijn of haar lichaamslengte. De BMI wordt berekend door het lichaamsgewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van de lengte in meters. Als referentiewaarden voor BMI gelden: ≤ 19: ondergewicht 20 - 24.9: normaal gewicht 25 – 29.9: overgewicht ≥ 30: ernstig overgewicht
totaal
Body Mass Index en uren sport per week
De totalen verschillen van de gegevens van tabel 1; dit wordt veroorzaakt door het feit dat niet iedereen leeftijd en/of functie heeft ingevuld
4.4
14 Rapportage Pilotperiode
129 130 129 130 23.03 23.50 23.70 25.60 3 min 21 3 min 41 3 min 56 4 min 25 228 229 228 229
BMI toetstijd n
22.84 22.97 23.17 24.21 3 min 14 3 min 31 3 min 43 4 min 07 1e 2e 3e 4e
uren sport/ wk 3.18 2.93 2.06 1.97 BMI kwartiel toetstijd
gemiddelde toetstijd vrouwen bpz/noodhulp en overig per kwartiel en gerelateerd aan bmi en uren sport overig BPZ/noodhulp
Tabel 4
uren sport/ wk 3.29 2.52 2.00 1.35
n
5 Conclusies en discussie
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
In de inleiding van dit rapport is vermeld dat er ten behoeve van het pilotonderzoek twee onderzoeksvragen zijn geformuleerd, te weten: 1 Wat zijn de toetsresultaten – gemeten met de FVT – van politiemensen werkzaam bij de functieafdelingen BPZ/Noodhulp, opsporing, executieve ondersteuning en ‘anders’? 2 Welke conclusies kunnen op basis van de gegevens van deze pilot worden getrokken over de toekomstige normering van de FVT met betrekking tot executief politiepersoneel? Het onderhavige pilotonderzoek heeft gedetailleerde gegevens opgeleverd over de toetsresultaten van deelnemers die werkzaam zijn op verschillende executieve afdelingen van de politie. Om een uitspraak te kunnen doen over de waarde van deze gegevens en daarmee de daadwerkelijke fitheid van het personeel dat aan de toets heeft deelgenomen vast te stellen dienen de gevonden toetsscores idealiter te worden afgezet tegen FVT-normgegevens bij andere, vergelijkbare beroepen. Deze gegevens ontbreken echter; de FVT is immers speciaal voor de politie ontworpen. Het gaat hier om een nieuwe toets die nog verder gevalideerd dient te worden en waarvan alleen gegevens bestaan voor de doelgroep ‘politiepersoneel’. In een vervolgonderzoek kunnen de scores van de FVT verder wetenschappelijk worden geïnterpreteerd, bijvoorbeeld door bij het politiepersoneel een vergelijkbare, gevalideerde toets af te nemen. Ten aanzien van de toekomstige normering van de FVT met betrekking tot executief politiepersoneel – de tweede onderzoeksvraag van deze pilot – kan het volgende worden opgemerkt. Ten eerste vormen de huidige – op vrijwillige deelname gebaseerde – gegevens nog een onvoldoende basis om tot een normering te komen. Daartoe dienen eerst aanvullende gegevens over de betrouwbaarheid en validiteit van de toets te worden verzameld, waarbij de FVT ook als verplichte toets voor reeds aangesteld personeel is gehanteerd. Rond 2010 kan vervolgens op basis van deze nieuwe gegevens tot een definitieve normering worden gekomen. Ten tweede betreft het vaststellen van een norm voor de FVT voor de onderhavige doelgroep niet alleen een wetenschappelijke exercitie. Dit is tevens gebaseerd op subjectieve normen omtrent de gewenste fitheid van executief politiepersoneel. Het vaststellen van de norm geschiedt in dat kader binnen een spanningsveld tussen enerzijds het creëren van een uitnodigende, ‘pittige’ toets, die de medewerkers van de politie moet motiveren hun conditie te verbeteren en op peil te houden en anderzijds het creëren van een toets die voor een groot gedeelte van de populatie haalbaar moet zijn. Daarbij dient de normering van de toets zoveel mogelijk een afspiegeling te zijn van de fysieke inspanning die er binnen het werk als executief politie-agent wordt vereist. Daarbij is tevens de vraag aan de orde of aan vrouwen andere fysieke eisen moeten worden gesteld dan aan mannen. Binnen de politie wordt uitgegaan van ‘diversiteit als business issue’, waarmee in dit kader wordt bedoeld dat fysieke verschillen tussen personen die bij de politie werkzaam zijn – uiteraard binnen grenzen – niet mogen leiden tot uitsluiting van personen voor bepaalde taken. Uit dit onderzoek is weliswaar gebleken dat er een verschil in fysiek prestatievermogen bestaat tussen mannen en vrouwen ten gunste van de eersten, maar dat mag derhalve niet tot gevolg hebben dat een groot deel van de vrouwen wordt uitgesloten van politietaken die een verhoogd beroep op het fysieke prestatievermogen doen. Als de normering van de FVT voor executief politiepersoneel vanuit die invalshoek wordt bekeken, verdient het aanbeveling om verschillende FVT-toetsnormen te ontwikkelen voor vrouwen en voor mannen.
Rapportage Pilotperiode 15
Tabel 5
n
2 min 58 3 min 14 3 min 27 3 min 54
toetstijd
25.05 25.54 26.07 27.16
BMI
overig
861 861 861 861
gemiddelde toetstijd mannen bpz/noodhulp en overig per kwartiel en gerelateerd aan bmi en uren sport
BPZ/noodhulp
BMI
uren sport/ wk 3.63 2.81 2.18 1.78 uren sport/ wk 3.02 2.49 2.11 1.68 Percentiel
Tabel 6
n
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Snelste, langzaamste tijden en vier percentielen van de toetstijden van mannen en vrouwen
530 531 531 531
mannen (n=5567) 2 min 17 2 min 59 3 min 09 3 min 19 3 min 34 5 min 19
Invloed van de indeling in functiegroepen op toetsscores Er is gekozen voor een grove indeling in 4 functiegroepen, te weten BPZ/ Noodhulp, opsporing, executieve ondersteuning en ‘anders’. In sommige gevallen kan het voor een proefpersoon wellicht lastig zijn geweest de juiste functiegroep te selecteren in verband met een mogelijke overlap in functietaken. Door de grote streekpoef voor de 0-meting kan de 4-deling in functiegroepen zeker wel een trend aangeven.
vrouwen (n= 1432) 2 min 39 3 min 24 3 min 35 3 min 46 4 min 00 6 min 18
Het is echter de vraag in hoeverre met deze twee consequenties rekening gehouden moet worden bij de beschouwing van de gevonden resultaten. De situatie in de dagelijkse politiepraktijk kenmerkt zich immers ook door een hoge mate van onvoorspelbaarheid, ook met betrekking tot de fysieke eisen die plotseling aan iemand kunnen worden gesteld. Bovendien is de FVT-test niet ontworpen om vaardigheden te vergroten, maar juist om deze te meten. Een enkele maal werd het signaal opgevangen: ‘laten we maar niet te hard gaan, dan wordt de normering ook niet zo zwaar’. Ervaringen van de toetsafnemers geven aan dat dit slechts in zeer beperkte mate aan de orde was. De test blijkt zodanig uitnodigend te zijn en politiemensen zijn zodanig sportief/competitief ingesteld dat een ieder een maximale persoonlijke prestatie wilde neerzetten.
snelste tijd 20 40 60 80 langzaamste tijd
Representativiteit van de behaalde scores Voor de proefpersonen was dit de eerste kennismaking met de FVT. Het te lopen parcours en de onderdelen waren nieuw. Dat kan als consequentie hebben dat: • men tijd verliest door verkeerde bewegingen en/of • de verdeling van kracht en uithoudingsvermogen over het gehele parcours nog niet goed in te schatten was (te snel van start gaan versus te langzaam van start gaan om krachten te sparen)
24.42 25.23 25.82 26.70
Representativiteit proefpersonen Proefpersonen namen op vrijwillige basis deel. Dit zou kunnen betekenen dat alleen de meest sportieve collega’s hebben deelgenomen; een vorm van vertekening door selectie. Ervaringen van toetsafnemers tijdens de mondelinge evaluatie van de 0-meting bij pilotkorpsen bevestigen dit echter niet; over het algemeen deed iedereen die mee kon doen ook mee. Vertekening kan ook zijn ontstaan op grond van de uitslag van de gehanteerde intake procedure (‘vragenlijst gezondheidsrisico’s FVT’) inzake verantwoorde deelname aan de FVT, waardoor een aantal collega’s voorzichtigheidshalve van deelname werd uitgesloten. Als gevolg hiervan kunnen politiemensen met een minder goede fysieke gesteldheid niet in de steekproef vertegenwoordigd zijn. De proefpersonen behoren in ieder geval wel tot de nog te benoemen executieve doelgroep voor wie de FVT na 2008 verplicht is.
kwartiel toetstijd
Representativiteit
Bij beschouwing van de representativiteit van de binnen dit pilotonderzoek gevonden gegevens kan een aantal kanttekeningen worden geplaatst.
2 min 49 3 min 04 3 min 17 3 min 42
5.1
1e 2e 3e 4e
In tabel 6 worden de toetstijden van alle deelnemers op de FVT per geslacht getoond. Zij zijn daarbij afgezet tegen vier percentielen. Tevens is de snelste en langzaamste toetstijd per geslacht weergegeven. Uit de tabel blijkt dat 20% van de vrouwen de FVT in 3 minuut 24 of sneller aflegt en dat 20% van de mannen dat in 2 minuut 59 doet. Tachtig procent van de vrouwen legt de FVT in maximaal 4 minuten af, 80% van de mannen in maximaal 3 minuut 34.
16 Rapportage Pilotperiode
5.2
Aanbevelingen
• Het is van belang dat er – aansluitend op het onderhavige pilotonderzoek – vervolgonderzoek wordt verricht naar de validiteit en betrouwbaarheid van de FVT, waarbij deze in dezelfde context wordt afgenomen als waarvoor de toets is ontwikkeld, namelijk niet vrijwillig maar als verplichte toets voor reeds aangesteld personeel. Immers, pas indien voldoende aanvullende gegevens zijn verzameld over de eigenschappen van de FVT bij de doelgroep in de juiste setting kan een besluit worden genomen over de definitieve normering van de toets. • Uit dit onderzoek is gebleken dat er een aantal factoren verband houdt met de behaalde toetsscores van politiepersoneel op de FVT, te weten: - geslacht, leeftijd en functie - BMI en het aantal uren dat personen per week bewegen Geslacht, leeftijd en functie betreffen variabelen die niet veranderbaar zijn en derhalve geen aangrijpingspunt van een interventie kunnen zijn. Ten aanzien van de BMI en het aantal uren dat personen per week bewegen geldt deze restrictie echter niet. Stimuleringsprogramma’s en/of ontmoedigingsprogramma’s op het gebied van bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning, de BRAVO-factoren, kunnen een belangrijke functie hebben en zijn ook zeker binnen de politie in te zetten. Binnen de korpsen is al een aantal goede voorbeelden van dergelijke programma’s bekend. Een andere belangrijke constatering die naar aanleiding van dit pilotonderzoek gedaan kan worden is dat de uitvoering van FVT-toets zelf een stimulans kan zijn voor medewerkers van de politie om het belang van een goede lichamelijke conditie onder de aandacht te houden. Dit effect is weliswaar in deze studie niet meegenomen, maar verdient in toekomstig onderzoek zeker de aandacht.
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
17
Bijlagen
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
18 Bijlage 1
Plattegrond Toetsopstelling
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
zaalindeling
Bijlage 1 19
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
20 Bijlage 2
Specificaties Kar
Kar Technische gegevens: - breedte - grip hoogte 1 incl wielen - grip hoogte 2 incl wielen - lengte materiaal bak - lengte totaal incl. beugel - gewicht (exclusief materiaal) - lostrek koppel (het in beweging brengen) - bewegings koppel (het in beweging houden)
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
800 mm 1200 mm 1000 mm 1600 mm 2020 mm 200 Kg 100 Newton 75 Newton
2007
11:35
Pagina 8
Bijlage 3 21
t
Materiaallijst FVT
Tijdsregistratie (electronisch) Speedtrap sprinttrainingsset Itemnummer S8.A9300 Leverancier Schelde International B.V.
Medicine ballen Aantal 3 stuks Itemnummer S5.V2038 Leverancier Schelde International B.V.
Pionnen (verkeerskegels 32 cm) Aantal 12 stuks Itemnummer S5.V8401 Leverancier Schelde International B.V.
Kar Aantal 1 stuks Type LoCar vlakke vloer / Type LoCar kunstgras Leverancier EMA-Support Tilburg Contactpersoon Huub Martens Adres Dirkslandstraat 3 / 5043 JE Tilburg / T +31 6 5174 2603
Pop Aantal 1 stuks Type Lowieke 48 kg - component 020000 Leverancier Haagen Adres Industrieweg 5 / 5111 ND Baarle Nassau / T +31 13 507 6808
Springkast Leverancier Janssen-Fritsen Nijha Schelde Sports
Itemnr. 1408050 773332 S4-T0103
Hoogte 110 110 110
Vorm piramidaal/recht piramidaal/recht piramidaal/recht
Itemnr. S4-T5002 1560810 783961
LxBxH 150:100:6 150:100:6 150:100:6
Gewicht 16 kg 15 kg 16 kg
Itemnr. 160025 1388530 783842-54 S4-T7003 160020 1388449 783845-54 S4-T7002
LxBxH 300:27:30 300:27:30 300:27:30 300:27:30 360:27:30 360:27:30 360:27:30 360:27:30
Vorm met evenwichtslat met evenwichtslat met evenwichtslat met evenwichtslat met evenwichtslat met evenwichtslat met evenwichtslat met evenwichtslat
Matten Leverancier Schelde Sports Janssen-Fritsen Nijha
Materiaal canvas canvas canvas
Banken Leverancier Bosan Janssen-Fritsen Nijha Schelde Sports Bosan Janssen-Fritsen Nijha Schelde Sports
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
22 Bijlage 4
Kader Gezondheidscheck FVT
Kader voor alle korpsen • Dit kader is ontworpen om de korpsen te ondersteunen bij de uitvoering van de FVT • Dit kader is vastgesteld door het Landelijk Overleg Bedrijfsartsen Politie (in de vergadering van 14-09-07) • De meerwaarde zit in de toepassing van dit kader door alle korpsen; dit geeft waarborgen voor kwaliteit, uniformiteit, borging en kenniscirculatie
Uitgangspunten • De FVT maakt deel uit van een integrale aanpak van Fit&Gezond/Vitaliteit in het korps • De deelnemer heeft zelf een belangrijke rol in de voorbereiding op de FVT • Het accent ligt in 2007 en 2008 vooral op introductie van en kennismaking met de FVT • Door de kennismaking weet de deelnemer waar hij staat en weet hij wat hij de komende periode aan training en conditie kan doen • Vooraf vindt niet teveel diagnostiek plaats, maar ook niet te weinig • De vragenlijst gezondheidsrisico’s FVT geeft al dan niet aanleiding tot consultatie bedrijfsarts • De bedrijfsarts geeft al dan niet advies inzake aanvullend (biometrisch) onderzoek • Toetsafname FVT vindt zorgvuldig, verantwoord, efficiënt en effectief plaats
Vragenlijst • Er wordt gewerkt met een standaard vragenlijst ‘Gezondheidsrisico’s deelname FVT’. Het betreft een uitgebreide vragenlijst, die geruime tijd vóór de datum van toetsafname door de deelnemer wordt ingevuld
Voorbereiding deelnemer via communicatie in het korps • Introductie, doel en aanpak FVT • Verwijzing naar de website www.fvtpolitie.nl • Geef de medewerker de mogelijkheid om -binnen de kaders van het betreffende korpsmet een bedrijfsarts te praten over gezondheid/vitaliteit in relatie tot het werk. Goede voorlichting kan in dit kader al heel wat vragen wegnemen
Voorbereiding deelnemer via de website www.fvtpolitie.nl • • • • •
Films over opzet, achtergrond, parcours en de diverse onderdelen van de FVT Ervaringen van deelnemers en toetsafnemers Tips voor training en conditie Vragenlijst ‘Gezondheidsrisico’s deelname FVT’ Checklist deelnemer ‘Ben ik klaar voor de FVT?’
Voorbereiding deelnemer olv IBT • Kennismaking met de FVT
In de toetsruimte aanwezig • Telefoon om evt 112 te bellen • Persoon met certificaat EHB(S)O en Reanimatie • AED apparaat Opmerking: Om op de toetsdag zelf nog een arts aanwezig te laten zijn voor het beantwoorden van mogelijke vragen lijkt een wat zware maatregel.
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
landelijk programma
hr m *
Bijlage 5 23
politie
Vragenlijst Gezondheidsrisico’s Vragenlijst Gezondheidsrisico’s deelneme FVT deelname FVT ja Ja
nee Nee
• Doet u gedurende een langere periode gemiddeld ten minste 2x per week aan sportieve lichamelijke training of bent u op andere wijze lichamelijk actieff??
�
�
• Heeft u klachten van de spieren, botten en/of gewrichten waardoor fysieke belasting niet mogelijk is of die (mogelijk) verergeren bij fysieke belasting?
�
�
voor: • Heeft u of wordt u behandeld voor; - Hart- en/of vaatziekte - Hoge bloeddruk Longziekte/Astma - Longziekte / Astma - Suikerziekte
� � � �
� � � �
• Heeft u wel eens druk of pijn op de borst tijdens of na de inspanning?
�
�
• Heeft u wel eens problemen met de ademhaling of hoesten tijdens of na de inspanning?
�
�
• Heeft u wel eens bemerkt dat uw hart op hol sloeg of dat het hart slagen oversloeg?
�
�
• Heeft u of bent u ooit behandeld voor hartritmestoornissen?
�
�
• Bent u wel eens duizelig geworden of flauwgevallen tijdens inspanning?
�
�
• Bent u wel eens bewusteloos geraakt tijdens of direct na inspanning?
�
�
• Heeft u in het verleden wel eens een aanval van epilepsie gehad?
�
�
• Heeft u afgelopen 6 maanden een lange periode van koorts, griep of een ernstige virus infectie gehad (myocarditis, Pfeiffer)?
�
�
• Heeft u vroeger acuut reuma gehad?
�
�
• Heeft een arts u geadviseerd geen maximale fysieke inspanning te leveren?
�
�
Heeft u, met uitzondering van de eerste vraag, 1 of meerdere vragen met JA beantwoord, raadpleeg dan de bedrijfsarts voordat voor datuudeelneemt deelneemt aan de FVT. Ook als u niet zeker weet of u de FVT op verantwoorde wijze kan doen, raadpleeg dan vooraf de bedrijfsarts.
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
landelijk programma
hr m *
A Bijlage 6 24 politie
Persoonlijke checklist Ben ik klaar voor de FVT T? � Ik heb een beeld van het parcours van de FVT en de afzonderlijke onderdelen � Ik heb het parcours al een keer kunnen verkennen en ik weet welke inspanning van mij wordt gevraagd van mij wordt gevraagd welke inspanning � Ik heb inzicht in mijn persoonlijke fysiekeenmentale mentaleconditie conditieen enik ikkan kanbeoordelen beoordelenof ofdeze deze fysieke en voldoende is � Ik heb de vragenlijst “gezondheidsrisico’s deelname FVT”, behoudens de eerste vraag, met “nee” beantwoord � Ik weet dat ik alleen maar de FVT mag afleggen als ik de vragenlijst naar waarheid heb ingevuld � Bij “ja” beantwoording heb ik contact opgenomen met mijn bedrijfsarts � Mijn bedrijfsarts heeft geen bezwaar tegen mijn deelname aan de FVT � Ik heb voldoende basisconditie � Ik heb zonodig aan mijn conditie gewerkt 0
� Ik heb de afgelopen 2 weken geen koorts gehad boven de 38 0C � Ik weet dat de toetsafnemer mij op de toetsdag zelf zal vragen of er: Persoonlijke redenen zijn waarom ik vandaag niet aan de FVT kan deelnemen
Succes met de FVT!
April 2008 Conceptversie t.b.v. besluitvorming CGOP
Toetstijd vrouwen in sec
159 160 166 167 169 172 173 174 175 177 178 179 180 181 182 183 184 185 186 187 188 189 190 191 192 193 194 195 196 197 198 199 200 201 202 203 204 205 206 207 208 209 210 211 212 213 214 215 216 217 218 219
2 1 1 2 2 1 1 2 2 3 5 2 4 3 6 5 8 4 10 6 6 10 7 7 10 11 14 10 7 9 15 16 22 21 25 20 25 25 22 25 17 13 33 30 24 28 30 29 22 38 21 25
0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.1 0.2 0.3 0.1 0.3 0.2 0.4 0.3 0.6 0.3 0.7 0.4 0.4 0.7 0.5 0.5 0.7 0.8 1.0 0.7 0.5 0.6 1.0 1.1 1.5 1.5 1.7 1.4 1.7 1.7 1.5 1.7 1.2 0.9 2.3 2.1 1.7 2.0 2.1 2.0 1.5 2.7 1.5 1.7
0.1 0.2 0.3 0.4 0.6 0.6 0.7 0.8 1.0 1.2 1.5 1.7 2.0 2.2 2.6 2.9 3.5 3.8 4.5 4.9 5.3 6.0 6.5 7.0 7.7 8.4 9.4 10.1 10.6 11.2 12.3 13.4 14.9 16.4 18.2 19.6 21.3 23.0 24.6 26.3 27.5 28.4 30.7 32.8 34.5 36.5 38.5 40.6 42.1 44.8 46.2 48.0
220 221 222 223 224 225 226 227 228 229 230 231 232 233 234 235 236 237 238 239 240 241 242 243 244 245 246 247 248 249 250 251 252 253 254 255 256 257 258 259 260 261 262 263 264 265 266 267 268 269 270 271
35 29 28 24 25 27 13 23 24 18 29 19 31 19 15 20 14 13 12 27 22 9 15 16 15 18 10 5 10 11 8 12 10 9 6 4 6 6 5 4 9 6 5 2 3 3 2 5 1 2 4 2
2.4 2.0 2.0 1.7 1.7 1.9 0.9 1.6 1.7 1.3 2.0 1.3 2.2 1.3 1.0 1.4 1.0 0.9 0.8 1.9 1.5 0.6 1.0 1.1 1.0 1.3 0.7 0.3 0.7 0.8 0.6 0.8 0.7 0.6 0.4 0.3 0.4 0.4 0.3 0.3 0.6 0.4 0.3 0.1 0.2 0.2 0.1 0.3 0.1 0.1 0.3 0.1
50.4 52.4 54.4 56.1 57.8 59.7 60.6 62.2 63.9 65.2 67.2 68.5 70.7 72.0 73.0 74.4 75.4 76.3 77.2 79.1 80.6 81.2 82.3 83.4 84.4 85.7 86.4 86.7 87.4 88.2 88.8 89.6 90.3 90.9 91.3 91.6 92.0 92.5 92.8 93.1 93.7 94.1 94.5 94.6 94.8 95.0 95.2 95.5 95.6 95.7 96.0 96.2
272 2 0.1 96.3 273 2 0.1 96.4 274 2 0.1 96.6 275 2 0.1 96.7 276 1 0.1 96.8 277 3 0.2 97.0 278 2 0.1 97.1 279 3 0.2 97.3 281 1 0.1 97.4 282 2 0.1 97.6 283 2 0.1 97.7 284 4 0.3 98.0 285 2 0.1 98.1 286 5 0.3 98.5 287 3 0.2 98.7 288 1 0.1 98.7 289 3 0.2 99.0 290 1 0.1 99.0 291 2 0.1 99.2 293 1 0.1 99.2 294 1 0.1 99.3 296 1 0.1 99.4 304 1 0.1 99.4 305 2 0.1 99.6 310 1 0.1 99.7 314 2 0.1 99.8 315 1 0.1 99.9 319 1 0.1 99.9 378 1 0.1 100.0 Totaal 1432 Van links naar rechts toetstijd in sec, aantal deelnemers, % deelnemers, cumulatief %
MEESTER ONTWERPERS
Fit & Gezond is een project van het landelijk programma hrm politie © 2007/2008 Politie Nederland, all rights reserved