Functievrij maken ZTY Masterplan voor de verplaatsing van de functies en objecten binnen het zoekgebied Zeetoegang IJmond
Datum: Status: Versie: Doc.nr.
oktober 2013 Definitief 1.5 Intern document Rijkswaterstaat HB 2124113
Inhoud
Inhoud—3 1 1.1 1.2
Inleiding—4 Doel van dit plan—4 Leeswijzer—4
2 2.1 2.2 2.3
Aanpak—5 Scope—5 Aanpak—5 Inventarisatie stakeholders en functies—8
3 3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.3
Verplaatsen—10 Het plan—10 Uitvoerbaarheid verplaatsingen—12 Organisatie—12 Vergunningen—12 Tijd—13 Geld—13 Risico—13 Het alternatief—13
4
Benodigde besluiten—15
5 5.1 5.2
Conclusies en aandachtspunten—17 Conclusies—17 Aandachtspunten—17
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
Bijlagen—18 Bijlage 1 Overzichtlijst te verplaatsen functies—19 Bijlage 2 Overzichtskaart huidige functies ZTY—22 Bijlage 3 Overzichtskaart nieuwe locaties—23 Bijlage 4 Overzichtskaart alternatief plan—24 Bijlage 5 Raming functievrij maken—25 Bijlage 6 Factsheet per stakeholder—28 Bijlage 7 Bronvermelding en afkortingen—29
3
1 Inleiding
Voor de bouw van de nieuwe Zeesluis (ZTY) is in fase 1 van dit project het zoekgebied bepaald. Binnen het zoekgebied van de ZTY en de omliggende te amoveren landtongen (zie bijlage) zijn verschillende functies (gebruikers en objecten) aanwezig. Om de nieuwe sluis te kunnen bouwen dient het zoekgebied vrij gemaakt te worden van alle functies. Deze functies moeten voor de start van de bouwwerkzaamheden verwijderd zijn. Voor de meeste functies geldt dat ze herplaatst worden buiten het zoekgebied van ZTY. Dit conditioneringonderdeel functievrij (en objectvrij) maken is een onderdeel van omgevingsmanagement. In dit plan is het uitgangspunt dat binnen het zoekgebied een nieuwe zeesluis gerealiseerd wordt. De vorm en omvang van deze nieuwe zeesluis zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Om geschikte locaties te vinden voor de te verplaatsen functies, is binnen het gehele sluizencomplex en omgeving (inclusief de Rijksbinnenhavens in IJmuiden) naar oplossingen gezocht.
1.1
Doel van dit plan
Het doel van dit plan is: • Stakeholders binnen het zoekgebied ZTY benoemen; • Een besluitvoorstel aan te bieden over de mogelijke locaties waar deze stakeholders naartoe herplaatst kunnen worden; • Inzicht te verschaffen in de aspecten Organisatie, Vergunningen, Tijd, Geld en Risico die van invloed zijn op het verplaatsingsproces. Dit alles met als doel een gebied te krijgen dat vrij is van de betreffende functies op de uiterlijke datum dat de DBFM contract closure plaatsvindt en dat voor de objecten benoemd is wanneer deze verwijderd worden Aan de hand van dit plan kunnen de betreffende (deel)projecten gestart worden.
1.2
Leeswijzer
Hoofdstuk 2 beschrijft de aanpak met daarin de onderzoeksvraag en de scope. Hoofdstuk 3 bevat een toelichting op het verplaatsingsvoorstel en de vervolgstappen. Hier gaan we ook in op de aspecten Organisatie, Vergunningen, Tijd, Geld en Risico. Hoofdstuk 4 geeft adviezen over te nemen besluiten. Als laatste staan in hoofdstuk 5 de conclusies en aandachtspunten benoemd. In de bijlagen zijn de achtergronden bij het verplaatsingsvoorstel opgenomen en worden met kaartmateriaal de locaties verduidelijkt.
4
2 Aanpak
2.1 Scope De scope van dit plan is het inzichtelijk maken van de mogelijkheden voor het functievrij en objectvrij maken van de sluiseilanden die moeten verdwijnen voor de inpassing van de nieuwe zeesluis. Daarvoor is het benodigd dat: • Aanwezige bovengrondse functies worden herplaatst; • De objecten worden verplaatst of gesloopt; • Vergunningen in te trekken en eventueel opnieuw te verlenen onder nieuwe voorwaarden; • Betrokken stakeholders een passende en billijke aanbieding te doen voor een nieuwe en gelijkwaardige locatie en de inrichting daarvan. Ten aanzien van de ondergrondse infrastructuur is de scope beperkt tot de infrastructuur die nodig is om de betreffende functies in bedrijf te houden. Die infrastructuur wordt dan als onderdeel van de betreffende functie ook verplaatst. Hiervoor proberen we een eenmalige verplaatsing naar een (ZTY-) toekomstbestendige kabel- en leidingtracé te realiseren. Het bepalen van dit tracé is onderdeel van deze scope. In de bijlage zijn de functies en objecten opgenomen die binnen de scope van deze opdracht vallen. De scope is afgebakend door het benoemen van de stakeholders op het Sluizencomplex IJmuiden, binnen het Zoekgebied ZTY en de locaties waar deze stakeholders geplaatst kunnen worden.
2.2 Aanpak Bij het opstellen van dit plan zijn de volgende stappen doorlopen: 1. Inventarisatie van de huidige stand van zaken (van stakeholders en objecten); 2. Vaststellen van een set van afwegingscriteria voor het functievrij maken; 3. Uitwerking van een voorkeursvariant voor de verplaatsingen. Na het vaststellen van het plan dienen de volgende twee stappen doorlopen te worden om het zoekgebied functie- en objectvrij te kunnen opleveren: 4. Contractvorming voor functievrij en objectvrij maken; 5. Realisatie functievrij en objectvrij maken.
Ad. 1. Inventarisatie van de huidige stand van zaken (van stakeholders en objecten) Doel van deze werkzaamheden waren: • Inzicht creëren in afhankelijkheden; • Omvang van werkzaamheden bepalen; • Verzamelen basisinformatie. Het team omgevingsmanagement heeft de inventarisatie van de stakeholders verricht. Na deze inventarisatie vonder er (oriënterende) gesprekken plaats. De stakeholders zijn in deze fase niet schriftelijk benaderd met eventuele voorstellen. Parallel aan de gesprekken is een bureau onderzoek en een veldverkenning gedaan om de inventarisatie (o.a. objectgegevens en juridische status) compleet te krijgen. In het zoekgebied ZTY zijn 40 (hoofd)functies te verplaatsen, van 19 stakeholders. De interne stakeholders zijn RWS district WNN (met o.a. het SLC, opslagplaatsen, haven, werkplaatsen e.d.), de Rijksrederij (met 5 schepen) en nautische beheer. In de bijlage is van iedere stakeholder een factsheet met kerngegevens opgenomen.
5
Ad. 2. Afwegingen functievrij maken Doel van deze stap is: • De gebruikte afwegingen voor het opstellen van het plan op een rij zetten. Vanuit de gedachte van het strategisch omgevingsmanagement (SOM) zoeken we bij het functievrij maken pro actief naar mogelijke win-win situaties. Dit doen we door o.a. de belangen van zowel RWS (i.c. project ZTY) als van de andere stakeholders transparant te houden. De afwegingen (prestatie indicatoren) die gebruikt zijn bij het opstellen van het plan zijn tijdens een value engineeringsessie (VE) bepaald. Tijdens de VE zijn meerdere varianten besproken. Deze zijn in de maanden augustus en september 2013 verder uitgewerkt. De combinaties van de uitwerkingen hebben geleid tot dit plan. Bij het schrijven van dit plan zijn de tijdens de VE vastgestelde afwegingen als uitgangspunt aangehouden. In de bijlage staan de namen van de deelnemers van deze VE. De benodigde investering als 7e prestatie indicator opgenomen. Dit wijkt af van de VE studie omdat daarbij de focus lag op een tijd- en kostenefficiënte wijze functievrij maken van het zoekgebied “Nieuwe zeesluis IJmond”. Het objectvrij maken is bij de VE sessie buiten de opdracht gehouden. De afwegingen voor het opstellen van dit plan betreffen: • De ruimtelijke kwaliteit Voor de ruimtelijke kwaliteit is aansluiting gezocht bij het Ambitiedocument Zeetoegang IJmond (Hb 2142711). Een belangrijke afweging is o.a. om functies te clusteren en een hogere sociale veiligheid te bewerkstelligen. De ruimtelijke voorwaarden voor inpasbaarheid (o.a. volgend uit het bestemmingsplan) zijn hierbij ook meegewogen. • De toekomstwaarde De te verplaatsen functies mogen geen obstakels voor de toekomst vormen. Hierbij zijn de interne (o.a. RWS district WNN) en externe wensen meegenomen, o.a.: -De RWS faciliteiten concentreren; -De niet sluis gebonden functies van derden bij voorkeur buiten het sluiscomplex plaatsen; -De functies van derden binnen 10 minuten (varen) van het complex plaatsen. • De maakbaarheid De fysieke inpasbaarheid van de te verplaatsen functies bepalen in grote mate de locaties. Hierbij is gekozen om te verplaatsen binnen de invloedssfeer van het project ZTY omdat het verplaatsen van functies binnen het sluiscomplex de minste knelpunten geeft. Bij de value engineering is in een groter gebied dan het sluiscomplex georiënteerd. • Het juridische kader Bij het juridische kader is rekening gehouden met extern direct belanghebbenden (o.a. vergunninghouders), intern direct belanghebbenden (o.a. district, Rijksrederij schepen, gebruikers) en indirect belanghebbenden (o.a. omwonenden, scheepvaart- en weggebruikers). Het juridische kader is in grotere mate bepalend voor de plaatsing van de extern direct belanghebbenden. Dit onderdeel is vooral actueel voor het gebruiken van de Derde Rijksbinnenhaven en het Wed terrein. • Draagvlak gebruiker Het draagvlak bij de gebruikers is geïnventariseerd door middel van oriënterende gesprekken met verschillende gebruikers (extern en intern). Hierbij is vooral gekeken naar het herplaatsen binnen het sluiscomplex en het clusteren van de RWS onderdelen. Op deze wijze is het aantal gesprekspartners beperkt en is een kortere doorlooptijd in de besluitvorming mogelijk.
6
• Planning De planning is in hoge mate bepalend bij het herplaatsen. Zo moet in redelijke mate zeker zijn dat het betreffende object medio 2015 functievrij gemaakt is of dat de realisatie uiterlijk september 2015 afgerond is. • Investering Om de realisatiekosten voor het functievrij maken zo laag mogelijk te houden, is gezocht naar aanwezige oplossingen en hergebruik van bestaande locaties. Hierbij zijn ook de volgende uitgangspunten gebruikt: werk met werk maken, dubbelgebruik van functies en objecten en bij voorkeur geen (beheer) areaal uitbreiding.
Ad 3. Uitwerking voorkeursvariant verplaatsingen Tijdens het doorlopen van deze stap zijn de volgende doelen aangehouden: • Haalbaar functievrij maken binnen de tijdsplanning; • De realisatie kosten voor het functievrij maken laag houden. In dit plan wordt de best realiseerbare variant van de verplaatsingen gepresenteerd. In dit (realiseerbare) plan zijn ook de (deel)plannen die tijdens de value engineeringsessie zijn besproken, deels, toegepast. In hoofdstuk 3 (alternatief) wordt ingegaan op de locaties die het niet gehaald hebben. In de bijlage “overzicht te verplaatsen functies” is per functie (waar relevant) een mogelijk alternatief genoemd.
Ad. 4. Contractvorming functie- en objectvrij maken Voor de contractvorming van deze verplaatsingen moet een plan komen. Vooralsnog is het uitgangspunt dat alle werken in maximaal vier contracten te realiseren zijn. Deze contracten betreffen: 1. Het DBFM contract. Hierin kan globaal 90% van het werk voor objectvrij maken en 10% van het werk voor functievrij maken uitgevoerd worden. De kosten van deze werkzaamheden zijn niet in dit plan opgenomen. 2. De bestaande contracten. Uit een eerste inventarisatie blijkt dat het mogelijk is delen van het functievrij maken in bestaande contracten uit te voeren. Door een scope wijziging van een bestaand contract kan het inkooptraject verkort worden. Binnen het sluiscomplex zijn de volgende contracten van toepassing: • Elektrotechnisch en mechanisch contract; • Civiel onderhoudscontract (gebouw, buitenruimte en fort eiland); • Walradar contract; • Migratiecontract; • NOMO AV onderhoudscontract; • Concessie zandwinput; • Hoogspanning bij Alliander; • Baggercontract via dienst Zee en Delta; • Gladheidbestrijding; • KPN t.b.v. KPN mast. 3. Project SLC. Het werk voor het Sluis Leiding Centrum heeft een uniek en risicovol karakter. In dit project worden o.a. ook de elektrotechnische en mechanische werken opgenomen. 4. Civieltechnisch contract. Dit project is een verzameling van alle in de buitenruimte uit te voeren werkzaamheden. De focus zal hierbij liggen op de civiele constructies en
7
aanpassingen en o.a. de ondergrondse infrastructuur. Voor de ondergrondse infrastructuur moet o.a. het kabels -en leidingtracé worden vastgesteld. De engineering van al deze contracten moet op zeer korte termijn opgestart worden.
Ad. 5. Realisatie functie- en objectvrij maken. Het werk dat buiten het DBFM contract uitgevoerd wordt, moet voor september 2015 klaar zijn. Planningstechnisch is dit een ingewikkelde opgave met een redelijk risico. De hiervoor benodigde beheersmaatregelen worden in een volgende fase uitgewerkt.
2.3
Inventarisatie stakeholders en functies
Binnen het zoekgebied van ZTY zijn alle stakeholders geïnventariseerd. Hierbij heeft Royal HaskoningDHV Nederland B.V. de ondergrondse infrastructuur geïnventariseerd. Een overzicht van alle stakeholders en de bijbehorende functie zit in de bijlage. Door het verplaatsen van functies buiten het zoekgebied ZTY ontstaan ook een paar “nieuwe” stakeholders. Voor deze stakeholders komt een minimaal gelijkwaardige oplossing. De aanwezige partijen zijn direct belanghebbend en indirect belanghebbend. De direct belanghebbenden hebben rechten in het projectgebied zelf. Dit komt door o.a. een eigendomsrecht, vergunning onbepaalde of bepaalde tijd en rechten op basis van gedoogrecht. De indirect belanghebbenden zijn bijvoorbeeld bewoners en gebruikers buiten het zoekgebied ZTY, scheepvaartverkeer en weggebruikers. Bij de onderverdeling direct belanghebbend bestaat ook onderscheid tussen intern belanghebbend (Rijkswaterstaat onderdelen) en extern belanghebbend. Direct belanghebbenden (extern) • Svitzer; • B. van Wijk; • R. van Rhee; • Sleepdienst Heida B.V.; • Duikteam IJmond; • Corus Staal B.V. (Tata); • Schuttevaer; • KPN; • Diverse kabel- en leiding beheerders; • Alliander (Hoogspanning Liandon); • Port of Amsterdam (bediening sluis); • Duijvenvoorde (de konijnen jager). Direct belanghebbenden (intern) • RWS regio WNN; • Rijksrederij (schepen); • Centrale informatie Voorziening RWS; • Centraal Nautisch Beheer; • Diverse contractanten in het gebied (zie ad 4, par. 2.2). Indirect belanghebbenden • Omwonenden; • Weggebruikers; • Scheepvaartverkeer.
8
Bij het inventariseren van het zoekgebied ZTY bleken niet alle areaalgegevens beschikbaar te zijn. Aanname is dat 100% van de bovengrondse inrichting en het gebruik bekend is en dat 95% van de ondergrondse infrastructuur bekend is. Deze resterende onderdelen worden nader onderzocht in de komende periode.
9
3 Verplaatsen
De mogelijkheden voor herplaatsen van de functies, rekening houdend met de afwegingen in hoofdstuk 2, zijn beperkt. Tijdens het schrijven van dit plan zijn vijf varianten uitgewerkt waarvan alleen voorliggend plan goed uitvoerbaar is. Het alternatief plan (zie bijlage) is uitvoerbaar, echter met meer omgevingsafhankelijkheden. In het alternatief plan zijn 8 onderdelen anders dan in dit (master)plan. De twee plannen verschillen qua kosten niet noemenswaardig. In de bijlage is de raming opgenomen. Dit plan heeft intern draagvlak. Ook is het de verwachting dat de externe stakeholders dit plan (na enige onderhandeling) kunnen accepteren. Dit plan is in een conceptfase met gemeente Velsen besproken. Met deze informatieve inbreng is rekening gehouden. Dit plan bevat geen exacte uitwerking per locatie. Dit gebeurt in het engineeringtraject waarbij ook rekening wordt gehouden met inbreng van de stakeholders.
3.1
Het plan
Dit plan kan in de volgende hoofdgroepen verdeeld worden. Het gemaalgebouw In dit gebouw kan een bedienruimte voor de bediening van de Noordersluis worden ingericht. In het huidige SLC gebouw zijn bediening en installatie in één gebouw ondergebracht. Uitgangspunt voor dit plan is dat bediening en de aanwezigheid van de installaties in het zelfde gebouw niet noodzakelijk noch vanzelfsprekend is. Dit plan gaat uit van bedienen vanuit het gemaal. De definitieve keuze van de bedienlocatie moet nog gemaakt worden. Hiervoor wordt een aparte notitie voorbereid. Het SLC huisvest meerdere functies en heeft meerdere installaties die worden verplaatst naar de daarvoor beste locaties. De meeste installaties gaan naar de Deurenbergplaats. Hiervoor worden voorzieningen getroffen. Optimaliseren gebruik bestaande voorzieningen Door het verwijderen van de auto afzetsteiger nabij de Aquila haven zal de auto afzetsteiger van het Binnenspuikanaal intensiever gebruikt worden. Volgens de interne memo “auto afzetsteiger nabij sluis IJmuiden” moet nog een steiger aangelegd worden. Dit lijkt mogelijk te zijn op de kop van de derde Rijksbinnenhaven. Hier kan dan tot CEMT klasse VIA (schepen tot 110 meter) aangemeerd worden. Als dit uit nautische veiligheid niet haalbaar is moet met de betrokkenen een gesprek plaats vinden over een geschikte locatie. Door het amoveren van o.a. de eilanden ontstaat minder kade lengte voor schepen. Samen met nautisch beheer moet bepaald worden waar het ligplaatsenbeleid ruimte biedt voor aanpassingen aan de huidige ligplaatsen. Op dit moment zijn binnen het sluiscomplex de werkplaatsen en opslagplaatsen van RWS versnipperd. Meerdere ervan bevinden zicht in het zoekgebied ZTY. Waar mogelijk worden deze voorzieningen samengevoegd, waarbij vooral de Deurenbergplaats als nieuwe locatie gebruikt wordt. Deurenbergplaats RWS Noorder Binnentoeleidingskanaal Voorstel is om de Deurenbergplaats van RWS te optimaliseren. De Deurenbergplaats heeft aan de noordelijke oever de mogelijkheid om ingericht te worden als kade. Deze kade kan dan dubbel gebruikt worden: voor opslag van o.a. het hijsframe van de Noordersluis en de
10
Drooglegkuipen. Omdat deze objecten slechts sporadisch gebruikt worden, kan de kade worden ingericht voor permanent gebruik door schepen van de Rijksrederij. Om de 4 (of zelfs 5) Rijksschepen te faciliteren, worden ook een aanlegsteiger en afmeerkade aangelegd inclusief alle voorzieningen die daarvoor nodig zijn (o.a. water, krachtstroom etc.). De Deurenbergplaats heeft daarvoor voldoende ruimte. Zuider Binnentoeleidingskanaal Op dit deel van het sluiscomplex komt o.a. duikvereniging IJmond. In de huidige situatie zijn hier ook de roeivereniging, de zeekadetten en Nova college aanwezig. Op deze wijze ontstaat een concentratie van met maatschappelijke en recreatieve voorzieningen. Dit deel van het kanaal biedt ook ruimte voor sleepbedrijf Svitzer voor het afmeren van twee schepen. Op de zuidoever van dit kanaal zijn twee steigers gepland voor de firma’s Van Wijk en Van Rhee. Deze steigers met voorzieningen kunnen haaks op de kade worden geplaatst en hebben een beperkt ruimtegebruik. Derde Rijksbinnenhaven De huidige RWS loswal bij de mondig van de derde Rijksbinnenhaven is al meerdere jaren niet in gebruik en is momenteel afgesloten door hekken in verband met instortgevaar. Deze loswal wordt aangepast voor sleepbedrijf Heida. Deze firma heeft een werkplaats, loswal en steigers met voorzieningen voor drie schepen nodig. Op de kop wordt tevens een auto afzetsteiger aangelegd voor schepen van de CEMT VIA klasse. Diverse overige werkzaamheden Als onderdeel van het functievrij maken worden ook de volgende werkzaamheden uitgevoerd: • Uitwerken van een nieuw kabel en leidingtracé (op basis van rapport RHDHV); • Een verlegplan voor de objectgebonden kabels en leidingen (in casu de kabels naar de objecten die functievrij gemaakt worden). Voor deze objecten moeten de betreffende kabels en leidingen verlegd worden naar een toekomstvast kabeltracé. • Op het te verwijderen gedeelte van het Middensluis eiland ten noordwesten van de Middensluis staat de marifooninstallatie voor het gehele sluizencomplex. Hiervoor moet een nieuwe locatie gevonden worden. Het verplaatsen van de betreffende installatie inclusief kabels en leidingen maakt onderdeel uit van het functievrij maken. (punt 1, blz. 22 RHDHV rapport). • Op het huidige Sluis Leiding Centrum (SLC) staat een radarpost. Er dient nader onderzocht te worden waar een tijdelijke radarpost kan worden geplaatst. Het verplaatsen van de betreffende installatie inclusief de kabels en leidingen maakt onderdeel uit van het functievrij maken. (punt 2, blz. 22 RHDHV rapport). • Er is nog geen duidelijkheid over wat er in stand moet worden gehouden tijdens de bouw en welke kabels en leiding kunnen worden verlegd en wat de kritische installaties zijn. (punt 3 en 4, blz. 22 RHDHV rapport). Het verschaffen van duidelijkheid over deze situatie is een onderdeel van het functievrij maken van het gebied. • Het Middensluis eiland, 2e eiland west waarop het duikteam IJmond is gevestigd, wordt verwijderd. Ook de betreffende Kabels en leidingen o.a. voor deze duikvereniging maken onderdeel uit van het functievrij maken. (punt 6, blz. 22 RHDHV rapport). • Het PWN-inkooppunt (verplaatsen) ten zuidoosten van de Noordersluis voor de watervoorziening van het SLC, de brandbuisleidingen zuidzijde Noordersluis en noordzijde Middensluis en gebouw F ten noorden van de Middensluis. Idee is om de watervoorziening ten noorden van de Middensluis vanaf de zuidzijde te verzorgen. Rijkswaterstaat moet hierover nog een standpunt innemen en zal informeren bij de brandweer wat de wensen zijn voor de blusvoorzieningen. De coördinatie hiervan maakt onderdeel uit van het functievrij maken. (punt 7, blz. 22 RHDHV rapport).
11
•
•
•
Liander heeft aangegeven dat de mogelijk aanwezige gasaansluiting en leiding op de uitloper van het sluiseiland ten zuidoosten van de Noordersluis niet van hen is. Het vooraf bepalen of deze voorziening aanwezig is en wie eigenaar is maakt onderdeel uit van het functievrij maken. (punt 8, blz. 22 RHDHV rapport). Op en nabij de marifooninstallatie en gebouw van duikteam IJmond zijn voorzieningen aanwezig voor (Tata Steel) geluidmetingen. Het verwijderen en opnieuw aanleggen van de betreffende voorzieningen maken onderdeel uit van het functievrij maken. (punt 9, blz. 22 RHDHV rapport). Vanuit het SLC loopt het glasvezelnetwerk naar de Middensluis. Dit netwerk loopt over het gehele sluizencomplex. Ook het HOC is aangesloten op dit netwerk. Dit netwerk moet zowel in de tijdelijke als in de eindsituatie blijven functioneren. Het (eventueel) omleggen van de betreffende voorzieningen maken onderdeel uit van het functievrij maken. (punt 3, blz. 23 RHDHV rapport).
In de bijlage staat een overzichtslijst met daarin welke functie waar geplaatst wordt. In deze bijlage is tevens opgenomen of de werkzaamheden binnen het DBFM contract uitgevoerd kunnen worden of dat het een eigen contract/project wordt. In deze lijst is tevens opgenomen welke alternatief voor de betreffende functie aanwezig is.
3.2
Uitvoerbaarheid verplaatsingen
Dit plan is getoetst op de onderdelen Organisatie, Vergunningen, Tijd, Geld en Risico. Dit plan is realiseerbaar per uiterlijk september 2015. Voorwaarde is dat de besluitvorming op korte termijn plaatsvindt. 3.2.1 Organisatie De werkzaamheden voor het functie- en objectvrij maken (m.u.v. de DBFM onderdelen) zijn als 1 activiteit binnen het ZTY project benoemd. Voor deze werkzaamheden wordt een IPM team samengesteld. Een eerste aanzet voor het samenstellen van dit team is al gedaan. Dit team kan starten met de werkzaamheden zodra akkoord is op (delen van) dit plan. 3.2.2 Vergunningen In het bestemmingsplan is het sluiscomplex bestemd voor een cluster van activiteiten, ten behoeve van de bedrijfsvoering en het onderhoud van sluizen en gemaal. De activiteiten nodig voor het functievrij maken passen binnen het bestemmingsplan Zeezicht. In het bestemmingsplan is een maximum percentage opgenomen voor te bebouwen oppervlak. Dit is in de toekomst mogelijk een knelpunt. Dit onderdeel valt buiten de scope van het functievrij maken en krijgt aandacht in het PIP. Voor de tijdelijke bouwwerken op het sluiscomplex biedt het bestemmingsplan ruimte. Het forteiland is onderdeel van de Stelling van Amsterdam en heeft als zodanig de status van wereld erfgoedmonument. De benodigde aanpassing ten noorden van het forteiland (in casu het plaatsen van een damwand onder de waterlijn in het DBFM contract) conflicteert niet met de huidige status. Voor de te verplaatsen zandwinput moet nader uitgezocht worden welke vergunningen relevant zijn. Voor het verplaatsingsplan zijn de volgende vergunningen relevant: • Wet vervoer gevaarlijke stoffen (WVGS). Het algemene doel van deze wet is dat het vervoer van gevaarlijke stoffen buiten de bebouwde kom blijft. • Waterwet. De Waterwet voegt de volgende (oude) waterbeheerwetten samen: o Wet op de waterhuishouding; o Wet verontreiniging oppervlaktewateren; o Wet verontreiniging zeewater; o Grondwaterwet;
12
• • • • •
o Wet droogmakerijen en indijkingen; o Wet op de waterkering; o Wet beheer rijkswaterstaatswerken (de 'natte' delen daarvan); o Waterstaatswet 1900 (het 'natte' gedeelte ervan). Wegenverkeerswet. Deze wet vormt de basis voor de regelgeving van het wegverkeer in Nederland. Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Watervergunning. Wet bodembescherming. Scheepvaartverkeerswet.
Voor het realiseren van de verplaatsingen lijken de betreffende vergunningen geen knelpunt. Dit wordt in de komende maanden explicieter uitgezocht. De doorlooptijd wordt kritisch zodra langlopende bezwarenprocedures ontstaan. 3.2.3 Tijd Dit plan is realiseerbaar per uiterlijk september 2015 als direct (per november 2013) gestart wordt met de benodigde werkzaamheden. Binnen ZTY wordt de benodigde organisatie (al) samengesteld en wordt nog deze maand besproken hoe met de benodigde financiën om te gaan. De technische voorbereiding start zodra de organisatie de juiste samenstelling heeft. Om het functievrij maken per september 2015 gereed te hebben, moeten de eerste werkzaamheden per 4e kwartaal 2014 aan een contractant gegund worden. De realisatie (incl. testperiode) kan dan plaatsvinden in de periode januari tot en met september 2015. 3.2.4 Geld De realisatiekosten voor het functievrij maken bedraagt (afgerond) € 21,5 miljoen incl. BTW. Dit exclusief circa 1 miljoen dat nodig is voor kabels en leidingen die vooraf omgelegd moeten worden. In dit bedrag zijn de kosten die door de DBFM contractant gemaakt moeten worden niet opgenomen. Het werk dat aan het functie- en objectvrij maken verbonden is maar door de DBFM contractant uitgevoerd wordt (o.a. amoveren van de bovengrondse voorzieningen) zijn geraamd op afgerond 2 miljoen incl. BTW. Het verwijderen en verplaatsen van alle (niet objectgebonden) kabels en leidingen is geraamd in het RHDHV rapport (afgerond 5 miljoen incl. BTW). Voor het functievrij maken wordt in de periode 2014 en 1015 totaal 21,5 miljoen uitgegeven. In 2014 wordt 2 miljoen uitgegeven. 3.2.5 Risico Het risicodossier benoemt meerdere onderdelen van dit plan. De risico’s zijn vooral het niet tijdig realiseren van de functie verplaatsing door: • Bezwaren (zie sub thema 201, 457, 460 in risicodossier); • Geen besluitvorming over start werk functievrij maken (zie subthema 421 en 456); • Ontbreken besluitvorming over herplaatsen van functies (zie subthema 421 en 462). Het niet tijdig of correct verplaatsen van het SLC heeft grote gevolgen voor het project. Het risicodossier geeft een totaalbeeld en deze wordt ook regelmatig bijgewerkt. Van het SLC is onduidelijk op welke wijze de daar vermoedelijk aanwezige betonkelder uitgevoerd is. Dit onderdeel wordt uitgezocht en vormt een financieel risico.
3.3
Het alternatief
Van de 40 functies kunnen 7 functies naar alternatieve locaties verplaatst worden. Voor de kleinere voorzieningen (zoals o.a. de snuffelpalen, geluidmeetpunt, masten KPN) zijn de
13
locaties niet benoemd omdat deze, los van de omgevingsafhankelijkheid, niet veel ruimte nodig hebben. Het Sluis Leiding Centrum kan behalve in het spuigemaal ook op de noordzijde en de zuidzijde van de Noordersluis geplaatst worden. De afwegingen voor deze drie locaties verschillen op de punten ruimtelijke kwaliteit en toekomstwaarde. Op de punten maakbaarheid, juridische kader, draagvlak gebruikers, planning en investering zijn de verschillen marginaal. De mogelijkheden zijn aangegeven in de interne memo “scenario’s bediening Noordersluis en Nieuwe sluis” en de rapportage “functievrij maken SLC”. In alle situaties is het uitgangspunt dat de benodigde installaties verplaatst worden naar de Deurenbergplaats of naar de locatie van de betreffende functie. Als alternatieve locatie voor Svitzer is de zuidoever beschikbaar. Bij dit alternatief wordt echter weerstand verwacht van bewoners en van deze ondernemer. Voor de kleine ondernemers Van Rhee en Van Wijk is een alternatief bij de derde Rijksbinnenhaven. In het traject dat geleid heeft tot dit plan zijn meerdere locaties onderzocht en deze zijn vanuit één of meerdere afwegingen niet realiseerbaar gebleken. De achtergronden zijn o.a. terug te lezen in het rapport value engineering ZTY. De onderzochte locaties betreffen: • Eerste Rijksbinnenhaven. De locatie heeft het niet gehaald omdat de juridische status van de huidige objecten onduidelijk is. De haalbaarheid komt daardoor in het geding. • Derde Rijksbinnenhaven. De Derde Rijksbinnenhaven kan alleen op de kop gebruikt worden. De overige delen zijn binnen afzienbare tijd niet beschikbaar. • Landtong oost (4e landtong) van de Binnenspuikanaal. Deze locatie is afgevallen omdat de ontwikkeling duurder is. Met meer financiële middelen en hogere jaarlijkse beheerkosten is het mogelijk om deze landtong te ontwikkelen. Dit biedt dan genoeg potentie voor de huidige te verplaatsen functies en mogelijke toekomstige gebruik. Deze (extra) kosten zijn echter niet aan het project ZTY te verbinden. Behalve de hogere kosten zal deze landtong dan geen functie kunnen vervullen tijdens de bouw en de beheerfase van het DBFM contract. • Zuidoever van het Zuider Binnentoeleidingskanaal. Door de aanwezigheid van een zware leiding is deze locatie financieel niet haalbaar. • Westelijke landtongen. De westelijke landtongen (aan zeezijde) hebben geen draagvlak bij de gebruikers. • Crossterrein naast de eerste Rijksbinnenhaven. Deze locatie is bij nadere beschouwing niet meer nodig.
14
4 Benodigde besluiten
De activiteiten die benodigd zijn om het functievrij maken per september 2015 gerealiseerd te hebben, kunnen vanaf november 2013 voorbereid worden. Planningstechnisch is het een vereiste om uiterlijk september 2015 klaar te zijn met de realisatie vanwege beschikbaarheid voor de DBFM contractant. Hierna worden de volgende drie stappen in dit proces benoemd en de daarvoor benodigde besluiten. 1. Dit rapport In verband met de voortgang van dit project is het advies om dit plan (of delen van het plan) vast te laten stellen. In de lijn is een besluit nodig van de RWS regio WNN (overleg ZTY) en vanuit het Directeurenoverleg ZTY. Vanuit het project is een besluit nodig van het Coördinatieoverleg en Topberaad ZTY. De locaties die bij de nadere uitwerking niet haalbaar (blijken te) zijn, worden volgens het alternatief plan verplaatst. Indien het alternatief plan ook niet haalbaar zal zijn wordt door het projectteam ZTY een nieuw voorstel voor besluitvorming aangeboden. 2. Onderhandelingen met stakeholders Bij het uitwerken van dit plan hebben oriënterende gesprekken plaatsgevonden met de verschillende stakeholders. Deze gesprekken kunnen op basis van dit plan een vervolg krijgen, waarbij deze gesprekken een precontractueel karakter hebben. Het doel is namelijk in gezamenlijk overleg tot een overeenkomst te komen met de betrokken stakeholders. Bij deze gesprekken kunnen zakelijke belangen worden besproken en ook financiële afspraken worden gemaakt. Deze gesprekken vinden in opdracht van ZTY plaats en zijn gebaseerd op de juridische informatie en eventueel aanwezige taxaties. Voor dit onderdeel is het advies mandaat te verlenen aan de projectmanager ZTY en de IPM managers ZTY om deze gesprekken te initiëren met als doel een overeenkomst te bereiken met de stakeholders. 3. Beschikbaar stellen financiën Voor dit project geldt dat het Go - No go besluit ruim een jaar later plaats vindt dan dat de financiële middelen nodig zijn voor de engineering en contractvorming van het functievrij maken. Ten aanzien van de realisatiekosten is mogelijk om deze zo veel mogelijk uit te stellen tot na het Go – No Go besluit van januari 2015. Het realisatiebudget voor het functie vrijmaken is per 1 januari 2015 nodig. Hierbij moet in september 2014 echter wel duidelijkheid bestaan over het mogen aangaan van de financiële verplichtingen voor de realisatiefase. Om de engineering en het contractwerk uit te voeren is het advies een budget van 2 miljoen euro beschikbaar te krijgen op uiterlijk januari 2014. In figuur 4.1 wordt toegelicht hoeveel geld per kwartaal nodig is. Hierin is ook te herkennen hoeveel het totaal is, verdeeld wordt over deze contracten. De verdeling per contract is indicatief en hangt sterk af van de mogelijkheid om bestaande contracten te gebruiken. In figuur 4-2 wordt voor de 40 functies aangegeven in welke verhouding deze in het DBFM contract opgenomen worden en in de 3 andere contracten.
15
functievrij maken
DBFM contract. Bestaande contracten Project SLC contract Civiele technische contract
2013 2014 4e kw 1e kw 2e kw gvka gvka
gvka
som (x1000)
2015 3e kw gvka
4e kw
1e kw 2e kw 3e kw 4e kw €0 €0 €0
€100
€100
€100
€1.200 €1.500
€3.000
€200
€200
€200
€250 €1.000 €3.000
€3.000
€7.800
€200
€200
€200
€300 €2.000 €4.200
€3.500
€10.600
€500
€500
€500
€550 €4.200 €8.700
€6.500
€21.450
Figuur 4.1 Verwachte benodigde middelen per kwartaal en per type contract
Figuur 4.2 visualiseert hoe de 40 functies verdeeld zijn. Hierbij is 90% van de kosten voor objectvrij maken in het DBFM contract opgenomen (en dus ook daaruit betaald) en wordt 90% van het functievrij maken in 3 andere contracten uitgevoerd. Deze contracten worden in 2015 gerealiseerd. Technisch gezien is het mogelijk om meerdere realisatie werkzaamheden in 2014 uit te voeren, dit wordt echter niet voorgesteld omdat het Go – No go beslismoment in januari 2015 is.
Functies: 40 stuks
objectvrij maken 90% in DBFM
pm
functievrij maken 10% in DBFM contract 90% in 3 andere contracten: -bestaande -SLC -Civiel tech
10% in andere contract Figuur 4-2 Verhouding werkzaamheden in DBFM en andere contracten
16
5 Conclusies en aandachtspunten
5.1
Conclusies
1. De stakeholders en de bijbehorende functies in het zoekgebied ZTY zijn gedefinieerd. 2. Er kunnen gesprekken gevoerd worden met de stakeholders om vervolgens een gedetailleerd verplaatsingsplan op te stellen. 3. De realisatie van het functievrij maken lijkt mogelijk per september 2015 indien nog dit jaar met de voorbereiding van deze werkzaamheden wordt gestart. 4. De objecten zijn gedefinieerd en kunnen ten behoeve van het objectvrij maken als activiteit in het DBFM contract worden opgenomen. 5. Er is inzicht in de ondergrondse infrastructuur om een categorie indeling te maken ten behoeve van het DBFM contract.
5.2
Aandachtspunten
Voor het functievrij maken zijn de volgende aandachtspunten relevant. • De raming dient geactualiseerd te worden zodra de technische uitwerking van dit plan gereed is. • Aandachtspunten uit het rapport Royal HaskoningDHV (Zeetoegang IJmond deelrapport Kabels en leidingen aug. 2013). 1. De volgende aandachtspunten uit het betreffende rapport liggen buiten de scope van het functievrij maken (en dienen o.a. plaats te krijgen in het DBFM contract): blz. 22 punt 5, blz. 23 punt 2, 4, 5, 6, 7, 10. 2. Maken van een kabel verlegplan voor de kabels en leidingen die het gebied kruisen en niet uniek voor één functie in het gebied aangelegd zijn. Deze werkzaamheden kunnen in het DBFM contract uitgevoerd worden (zie aanbevelingen rapport RHDHV). Deze kabels worden in het plan van RHDHV benoemd als Kabels en Leidingen van derden, niet zijnde een huisaansluiting voor Rijkswaterstaat. 3. De doorgaande kabels- en leidingen overwegen als categorie 2 op te nemen in het DBFM contract. Categorie 2 houdt in dat de oplossing voor de aanbesteding wordt vastgelegd, maar de uitvoering geschiedt na de gunning. De aannemer coördineert de uitvoering met zijn eigen werkzaamheden. Voor de KPN kabels naar Tata Steel, die ook geen aansluiting hebben op het sluisterrein, kan de voorbereidingstijd bij KPN 10 maanden bedragen en langer bedragen (bron: RHDHV, blz. 21).
17
6 Bijlagen
De volgende bijlagen zijn bij dit plan gevoegd: Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
1 2 3 4 5 6 7
Overzichtslijst te verplaatsen functies Overzichtslijst huidige functies ZTY Overzichtskaart nieuwe locaties Overzichtskaart alternatieve locaties Raming functievrij maken Factsheet per stakeholder Bronvermelding en lijst afkortingen
18
6.1
Bijlage 1 Overzichtlijst te verplaatsen functies
nr Locatie Zuidoever Ijmuiden Oost 1(eerste eiland NZK zijde gezien vanuit Ijmuiden)
functievrj
objectvrij
deuren werkplaats (eiland oost 3)
project
DBFM
RWS
deuren werkplaats (eiland oost 3)
project
project
Loswal (naast aguilahaven)
RWS
DBFM
DBFM
26 Middenbinnentoeleidingskanaal; zuidzijde
(10.1) steiger
Rijksrederij
icm 12 op kop zuiderbinnen toeleidingskanaal, noordzijde deuren werkplaats (eiland oost 3)
project
DBFM
13 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; deurenhaven
ligplaats
Aannemingsbedrijf Branding niet herplaatsen
project
DBFM
Drooglegkuipen en opslag RWS
RWS district(Caisson en drooglekkuipen
deuren werkplaats (eiland oost 3)
project
DBFM
14 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; deurenhaven
Woonark (ligt op land)
Dhr. Van Wijk
niet herplaatsen
project
DBFM
49 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; Deurenhaven
wrakkenbak
RWS
deuren werkplaats (eiland oost 3)
project
project
5 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; Deurenhaven
aanlegsteiger
Dhr. Van Wijk
zuidoever - haaks op oever
3e rijksbinnen haven
project
DBFM
6 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; Deurenhaven
2 aanlegsteigers
Dhr. Van Rhee
zuidoever - haaks op oever
3e rijksbinnen haven
project
DBFM
Schuur, steigers, etc
Van Rhee visserijbedrijf
zuidoever - haaks op oever
3e rijksbinnen haven
project
DBFM
53 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; Deurenhaven
dekschuit
RWS
deuren werkplaats (eiland oost 3)
project
project
46 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; Deurenhaven
trailerhelling
RWS
Binnen spuikanaal naast autoloswal
project
DBFM
opslag stortsteen oost 2
RWS
natte opslag in teen
project
project
2 Zuider Binnentoeleidingskanaal, noordzijde 52 Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; deurenhaven 1 Zuider Binnentoeleidingskanaal, noordzijde
3 eiland oost 1; noordzijde
Midden Binnentoeleidingskanaal; zuidzijde; Deurenhaven
Oost 2 9 eiland oost 2; oostpunt
Huidige locatie object
Stakeholder
Nieuwe locatie
Aguilahaven
RWS district en CIV
duikerbak
Alternatief
icm 12 op loswal zuiderbinnen toeleidingskanaal, zuidzijde
19
10 Midden Binnentoeleidingskanaal; noordzijde
steiger en werkplaats Heida middensluis eiland
Sleepdienst Heida
20 eiland oost 2, zuidzijde
Romneyloods DTIJ
DTIJ
40 eiland oost 2, zuidzijde
10.3 Ligplaats schip DTIJ
DTIJ
12 Midden Binnentoeleidingskanaal, noordzijde
Autoafzetsteiger Middensluiseiland
Binnenvaart
34 eiland oost 2, zuidzijde 7 Noorder Binnentoeleidingskanaal, zuidzijde
Loswal (naast autoafzetsteiger) steiger sleepboten Svitser
District Svitzer
41 eiland oost 2; bij de zuidersluis
Drijframendepot
District
30 eiland Oost 2; zuidzijde
Hijsframe railbaanconstuctie
66 eiland oost 2; zuidzijde
strekdam 3e rijks binnenhaven zuider binnentoeleidingskanaal (WED) zuider binnentoeleidingskanaal (WED) icm 1 op kop zuiderbinnen toeleidingskanaal, noordzijde
icm 1 op loswal zuiderbinnen toeleidingskanaal, zuidzijde
project
DBFM
project
project
project
DBFM
project
DBFM
project project
DBFM DBFM
project
project
project
project
project
project
project project
DBFM DBFM
zuider binnentoeleidingskanaal (naast WED) deuren werkplaats (eiland oost 3)
zuidoever (zuider binnentoeleidingskanaal)
District
deuren werkplaats (eiland oost 3)
noordzijde noordersluis
Snuffelpalen
Tata
westelijke eiland (nader te bepalen)
42 eiland oost 2 55 eiland oost 2
SLC Communicatiecenturm SLC
RWS RWS
Gemaal deuren werkplaats (eiland oost 3)
47 eiland oost 2
energievoorziening naast SLC
RWS
deuren werkplaats (eiland oost 3)
project
DBFM
36 eiland oost 2; op het SLC Oost 3 Oost 4 8 Eiland West 2
Radarpost op SLC
RWS
nabij Noordersluis
project
project
Clubhuis duikteam Ijmond
Duikteam Ijmond
project
project
15 Eiland West 2; westzijde
Zendmast Middensluiseiland
KPN
zuider binnentoeleidingskanaal (WED) westelijke eiland (nader te bepalen)
project
project
43 Eiland West 2; westzijde
3KV Transformatorhuis
KPN
project
project
westelijke eiland (nader te bepalen)
nabij noordersluis
20
76 Eiland West 2; westzijde
Geluidsmeetpunt TATA
Tata
Zandwinput
RWS; aannemer
westelijke eiland (nader te bepalen)
project
project
zuidelijk van huidige winpunt
project
DBFM
nader te bepalen geen actie
project DBFM
proj/BDFM DBFM
nader te bepalen noordelijk van fort eiland
project DBFM
DBFM DBFM
nader te bepalen
project
project
nader te bepalen
project
project
geen actie geen actie nader te bepalen
DBFM DBFM project
DBFM DBFM project
West 4
4 Forteiland
Kabels - en leidingen Hoofdwaterkering Diverse meerpalen en of remmingswerken damwand fort eiland Middensluis eiland gebouw E en F installaties Middensluis eiland monument sluisdeur sanering/afgraven waterbodem o.a. Aquilahaven sanering/afgraven bovenlaag visplaats
21
6.2
Bijlage 2 Overzichtskaart huidige functies ZTY
22
6.3
Bijlage 3 Overzichtskaart nieuwe locaties
23
6.4
Bijlage 4 Overzichtskaart alternatief plan
24
6.5 Bijlage 5 Raming functievrij maken De raming van dit plan is op te vragen bij de omgevingsmanager.
verplaatsingsen 2
Aquilahaven (objectnummer 2) kade deuren werkplaats (eiland oost 3)
Aanbrengen Stalen damwand AZ 26 lg 25m over 325 m1 Aanbrengen betonnen deksloof Aanbrengen bodembescherming verdiepen waterbodem tot 6 m langs de nieuwe kade Aanvullen zand achter damwand maken platenbaan achter damwand
scheepsfaciliteiten deurenwerkplaats tbv schepen etc Aanbrengen verlichting Aansluiting zoetwateraansluiting Aansluiting stroomvoorziening Plaatsen containers Maken fietsenstalling 4 fietsen Plaatsen fenderconstructie afhankelijk zwaarte tussen 10,000 - 100,000 euro scheepssteiger zie nr 26 rijksrederij dekopbouw palen / onderbouw /geleiding 52 Duikerbak (Objectnummer 52) verplaatsen /wegvaren 26 Steiger Rijksrederij (Objectnummer 26) 13 Ligplaats De Branding (Objectnummer 13) 3 Drooglegkuipen RWS (Objectnummer 3)
zie bij deurenwerkplaats niet van toepassing hergebruik alle voorzieningen
25
14 Woonark Van Wijk (Objectnummer 14) 49 Wrakkenbak (Objectnummer 49) 5 Aanlegsteiger Van Wijk (Objectnummer 5) 6
compensatie diverse faciliteiten eenvoudige steiger
Schuur en 2 x Aanlegsteiger Van Rhee (Objectnr 6) diverse faciliteiten en herplaats object eenvoudige steiger
53 Dekschuit RWS (?) (Objectnummer 53) 46 Trailerhelling (Objectnummer 46) 9 Opslag stortsteen (Objectnummer 9) 10 Steiger en werkplaats Heida (Objectnummer 10) kade herstel 3e rijks binnen haven werkplaats 20 40 12 34 7
Romneyloods Duikteam Ijmond (Objectnummer 20) Ligplaats schip Duikteam Ijmond (Objectnummer 40) Autoafzetsteiger (Objectnummer 12) Loswal Middensluis (Objectnummer 34) Steiger Svitzer (Objectnummer 7)
41 30 66 42 55 47 36 8 15 43 76 4
Drijframendepot (Objectnummer 41) Hijsframe railbaanconstructie (Objectnummer 30) Snuffelpalen (Objectnummer 66) Scheepvaart leiding centrum SLC (Objectnummer 42) Communicatiecentrum SLC (Objectnummer 55) Energievoorziening naast SLC (Objectnummer 47) Radarpost op SLC (Objectnummer 36) Clubhuis duikteam IJmond (Objectnummer 8) Zendmast KPN middensluiseiland (Objectnummer 15) Transformatorhuis 3KV KPN (Objectnummer 43) Geluidsmeetpunt TATA (Objectnummer 76) Zandwinput bij forteiland (Objectnummer 4)
aanleg steiger compensatie svitzer
26
Diverse meerpalen en remmingswerken Damwand forteiland (Objectnummer …) Middensluis eiland gebouw E en F (Objectnummer …) Middensluis eiland deur monument (Objectnummer …) Vaststellen en vrij maken hoofdkabel en leidingtrace Herleggen kabels- en leidingen van te verwijderen functies naar hoofd kabel-leidingtrace Hoofdwaterkering Kosten organiseren verplaatsingen/ diversen claims etc
palen Aanbrengen Stalen damwand AZ 26
Netto kosten (excl. onvoorz, uitv, eng, btw) onvoorzien uitvoeringskosten engineering
btw eindbedrag incl. btw (zonder kabelwerk) Kosten tijdelijke verleggingen (zie RHDHV blz 18) Kosten verleggingen aanlegfase (zie RHDHV blz 18)
tijdelijke situatie marge plus en min 30% marge 30% (5.1mln minus 1.2 mln tijdelijk) eindbedrag incl. btw (met kabelwerk)
27
6.6
Bijlage 6 Factsheet per stakeholder
De factsheet per stakeholder is op te vragen bij de omgevingsmanager.
factsheet bijlage bij verplaatsingsplan stakeholder
naam
adres
contactpersoon
tel.nrs
persoon of bedrijf
toekanweg7 pc 1111 haarlem
naam van persoon
06 215125215
email
28
6.7 Bijlage 7 Bronvermelding en afkortingen Bronnen •
Royal HaskoningDHV
•
Interne Memo RWS
•
Risico-inventarisatie
•
Rapport Procap
•
Mark Draper (RWS)
• •
Interne memo RWS Gesprekken met:
-Zeetoegang IJmond deelrapport Kabels en leidingen –aug. 2013. -Advies auto-afzetsteiger nabij zeesluis IJmuiden, 24 sept 2013 -Document: Zeetoegang IJmond -Selectie: Geselecteerde nummers: 461, 460, 459, 458, 457, 456, 441, 421, 420, 201. -Zeetoegang IJmond value engineering studie, september 2013 (HB 2263631 en HB2263626) -Juridische Nota (concept) “Functievrij maken projectgebied Zeetoegang IJmond en Schade” -Ambitiedocument Zeetoegang IJmond (HB 2142711) Frank de Graaf Dick Beentjes Gijs Kalkman Marcel de Jong Mark Draper Nacy Willems Wim vd Brink Wouter Gillissen
adviseur planning adviseur Kabels en leidingen beheer en onderhoud WNN inspecteur/duiker Rijkswaterstaat juridisch medewerker risico adviseur adviseur kosten nautisch adviseur
Afkortingen De in de tekst gebruikte afkortingen zijn hierna in alfabetische volgorde verklaard. CIV DBFM HB PIP SLC SOM VE WVGS ZTY
Centraal informatie voorziening Design, build, finance en manufacture Hummingbird documentmanagement systeem Provinciaal inpassingsplan Sluis leiding centrum Strategisch omgevingsmanagement Value engineering Wet vervoer gevaarlijke stoffen Zeetoegang IJmond
29