FRANKRIJK 1.
Inleiding
1.1
Baccalaureaat Het hoger onderwijs in Frankrijk is het onderwijsniveau van het "post-baccalaureaat". Het baccalaureaat (BAC) is het diploma waarmee het secundair onderwijs wordt afgesloten. Een diploma is een officieel dokument als bewijs dat men geslaagd is in een examen (mondeling of schriftelijk) overeenkomstig het studieniveau. De examens waarmee het secundair onderwijs in Frankrijk worden afgesloten vinden plaats onder het toezicht van professoren van het hoger onderwijs. Vaak worden ze per regio voor verschillende scholen tegelijk georganiseerd, eventueel op één of meerdere plaatsen. De "BAC", een typische Franse formule, geeft een beoordeling over de al of niet bekwaamheid van de leerling om hoger onderwijs te volgen. In tegenstelling tot voor ons land en de meeste andere landen zijn de schriftelijke BAC-examens gebaseerd op het principe van een meer-keuze-antwoord. De leerling kan daarbij een keuze maken tussen bijvoorbeeld drie mogelijke antwoorden. In 1995 namen 640.000 leerlingen deel aan de BAC-examens. 480.000 of 75 % slaagden. Voor het baccalaureaat onderscheidt men 3 typen. Ieder type heeft talrijke opties. a)
Baccalaureaat "Algemeen" Wetenschap, literatuur en economie (studieniveau "lycee") vormen de basis van deze BAC. In 1995 namen 58 % van het totaal aantal deelnemers van alle BAC's deel aan de "BAC-Algemeen".
b)
Baccalaureaat "Technologie" Dit BAC-examen omvat de vakken: Wetenschap en laboratorium technologie Wetenschap en industriële technologie Socio-medische Wetenschappen Tertiaire Wetenschap en Technologie Het studieniveau is dit van het technische secundair onderwijs. In 1995 namen 28 % aan deze BAC deel. 77 % van de geslaagden studeerden verder in het hoger onderwijs.
c)
Baccalaureaat "Beroepen" Deze BAC wordt georganiseerd voor het handelsonderwijs (secundair). In 1995 schreven 14 % BAC-deelnemers ervoor in. De BAC-"Beroepen" geeft geen toelating tot het normaal universitair onderwijs. Wel geeft ze toegang tot: E
hetzij de "Sections de Techniciens Supérieures - STS" Dit is een opleiding (2 jaar) leidend tot hogere technici.
E
hetzij de "Instituts Universitaires de Technologie - IUT" Dit is een opleiding (2 jaar) leidend tot hogere technici. De onderwijsinstellingen zijn gehecht aan een universiteit.
Frankrijk 1
Volgens de krant Le Monde (18/7/95) waren er in 1995 circa 176.000 personen met een BAC-diploma die zich inschreven voor het technisch hoger onderwijs. 136.000 waren in het bezit van een "BACAlgemeen" en 40.000 van een "BAC-Technologie". 1.2
"Concours National" Het "Concours National" (Nationale Wedstrijd of Examen) is een ander soort van examens die in Frankrijk centraal worden georganiseerd. Via de "Concours National" recruteert men studenten voor bepaalde niveaus van het hoger onderwijs. Elk jaar kunnen studenten, die reeds een paar jaar hoger onderwijs achter de rug hebben, zich binnen een bepaalde periode inschrijven voor de "Concours National". Voorbeeld: degene die voor ingenieur wensen te studeren en in het bezit zijn van een BTS ("Brevet de Technicien Supérieur" = 2 jaar technisch hoger onderwijs na de BAC) of in het bezit zijn van een DUT ("Diplôme Universitaire de Technologie" = 2 jaar studie) of de leerlingen die de "Classes Préparatoires" hebben gevolgd, kunnen zich inschrijven voor de "Concours National" of kortweg "Concours" genoemd. De opleiding leidend tot de graad van ingenieur bedraagt in de regel 5 jaar (BAC + 5 jaar) (zie verder). Wie geslaagd is in de "Concours" wordt toegelaten tot het 3de jaar van de ingenieursopleiding. Zoals de BAC, is de "Concours" een soort van nationale gebeurtenis. Niemand kan echter aan de "Concours" deelnemen zonder in het bezit te zijn van een "BAC". Verschillende "Grandes Ecoles" (in hoofdzaak instellingen van opleidingen van ingenieurs) organiseren vaak gezamenlijk de "Concours" voor houders van een DUT of een BTS-diploma. Zo kon men voor 12 "Grandes Ecoles" zich inschrijven voor het "Concours" in een periode van 11 januari 1997 tot middernacht 2 maart '97. Inschrijven kan echter alleen gebeuren via de Minitel en op één vast adres (vb. "Ecole Nationale Supérieure de l'Electronique et de ses Applications - Cergy - Pontoise" afgekort ENSEA). Iedere ingenieursschool aanvaardt slechts een beperkt aantal kandidaten. Voor de optie elektriciteit van de ENSEA (opgericht in 1952) werden er voor het recent "Concours" slechts 48 studenten toegelaten. De "Ecole Supérieure d'Ingénieurs en Informatique et Génie des Télécommunications - ESIGETEL" opgericht in 1986) neemt voor '97-'98 25 studenten op voor de optie elektriciteit en 25 studenten voor de optie informatica. De "Grandes Ecoles" hebben in dit opzicht de mogelijkheid om een selectie te doen van de beste kandidaten die aan het "Concours" deelnemen. Het selectiesysteem wordt de jongste tijd echter in vraag gesteld. Het elitair karakter stuit in Frankrijk alsmaar meer op protest van de jongeren. Het samenstellen van het in te zenden dossier vraagt veel werk. Dossierkosten en inschrijving voor het "Concours" bedragen gemiddeld 460,- FF. Het jongste "Concours" van de 12 "Grandes Ecoles" vond plaats op 10 mei 1997 voor wat betreft het schriftelijk examen en op 14, 16 en 17 juni 1997 voor het mondeling examen. De jury, die uiteindelijk de toelating tot de ingenieursscholen bekrachtigt zetelde op 27 juni 1997. Het schriftelijk examen (6.30u) omvat de volgende vakken: wiskunde (2u), elektriciteit-elektronica* (2u), talen (2u) (* dit vak is volgens de gekozen optie). De laatste jaren hechten de Franse scholen een groter belang aan de meertaligheid van de studenten. Zo dienen alle kandidaten een examen af te leggen voor Engels (30 min.) en een keuze te maken tussen Duits, Spaans, Italiaans en Russisch (1.30u).
Frankrijk 2
Het mondeling examen bestaat uit 2 delen: Het eerste deel omvat de vakken wiskunde en elektriciteit-elektronica (of mechanica volgens de gekozen optie) (1 uur). Het tweede deel bestaat uit een interview (1 uur), dat een evaluatie is van de kandidaat met betrekking tot zijn geschiktheid voor het beroep van ingenieur (= analytisch- en synthetisch denken). De waarde van een "Concours" moet men (zeker als buitenlander) relativeren. Het schriftelijk examen heeft ook hier de vorm van "meer-keuze-antwoord". 1.3
Even vergelijken De leerstof wiskunde, basis elektriciteit, elektronica, mechanica, talen, enz. die onderwezen wordt in het eerste jaar van de opleiding industrieel ingenieur overtreft naar mijn gevoel duidelijk de moeilijkheidsgraad van de leerstof die wordt vereist voor het "Concours". Overigens peilt het "Concours" niet naar de kennis van andere basisvakken zoals fysica, chemie, enz. Voor mij ligt het "Rapport du Jury Concours 1996" met de examenvragen. Zonder afbreuk te willen doen aan de intrinsieke waarde van het geheel, meen ik dat de meeste van de studenten die bij ons de eerste twee jaren van een ééncyclus hoger onderwijs (graduaat) hebben gevolgd, in zo'n "Concours" kunnen slagen. Dit was overigens het unaniem besluit van enkele docenten van onze hogescholen. Deze docenten stellen eveneens dat de industrieel ingenieurs, die met succes het eerste jaar van de polyvalente opleiding industrieel ingenieur hebben gevolgd, zeker tot de specialisatiejaren (vanaf het 3e jaar) van de "Grandes Ecoles" die leiden tot "Diplôme d'Ingénieur" in Frankrijk, zouden kunnen worden toegelaten. Overigens, op basis van dit studiemateriaal kan gesteld worden dat industrieel ingenieurs equivalent zijn aan hun Franstalige collega's van de "Grandes Ecoles". Evenzeer dient te worden aangehaald dat het wetenschappelijk niveau van de burgerlijke ingenieurs in Vlaanderen dat van hun collega's van de "Grandes Ecoles" overstijgt.
1.4
Een waarschuwing Al is het niet eenvoudig om de studies van ingenieur in de internationale context onderling te vergelijken, toch is een vergelijking, enkel op basis van het aantal studiejaren, in de internationale context niet langer een criterium. Vergelijking blijft alleen mogelijk op basis van het studiecurriculum. Deze bijdrage, en ook de volgende, wil een waarschuwing meegeven voor de lezer. De eerste is er een van "een zich behoeden voor zelfonderschatting". Evenmin industrieel ingenieurs aan zelfoverschatting mogen doen, blijft de kennis van de opleidingen in diverse landen het beste wapen om zich te verdedigen. Het is niet omdat de opleiding van ingenieurs in Frankrijk aan een "Grande Ecole" gebeurt, dat deze onderwijsinstellingen noodzakelijk "groter" zijn dan deze in Vlaanderen of dat ze kwalitatief beter onderwijs zouden aanbieden. Wel is het zo dat de "positie" van de hogescholen in Vlaanderen relatief zwak staat in de internationale context. Dit heeft veelal te maken met een gebrek aan een "universitair label en statuut". De "Grandes Ecoles" hebben dit wel. Anderzijds moet ook worden aangestipt dat de "Grandes Ecoles" permanent op voet van concurrentie leven met de universiteiten, waarvan sommige ook ingenieurs opleiden. Tussen deze beide Franse onderwijsinstellingen bestaat er een permanent spanningsveld.
Frankrijk 3
1.5.
Soorten ingenieurs Frankrijk kent 4 soorten ingenieurs. Afhankelijk van de instelling waar ze hun opleiding krijgen onderscheidt men: 1.
"l'Ingénieur Maître" (mogelijk sinds 1991) (4 jaar)
2.
"Diplôme d'Ingénieur": deze zijn opgeleid aan ofwel de "Grandes Ecoles" ofwel aan de "Ecoles Universitaires d'Ingénieurs" = Universiteiten)
3.
"Diplôme d'Ingénieur": studieduur 4 jaar en opgeleid aan de "Ecoles Nationales d'Ingénieurs" (ENI). Dit laatste geldt voor 9 ENI's (zie verder). Het opleidingsniveau is lager dan dat voor industrieel ingenieur. Het hoofdaccent wordt op de praktijk gelegd. De opleiding is vergelijkbaar met de opleiding van HBO-ingenieur in Nederland. De "ENI-ingenieurs" voeren eveneens de graad van "Diplôme d'Ingénieur", met weliswaar de vermelding van de onderwijsinstelling na de titel.
4.
Ingénieur Diplomé par l'Etat (DPE) (zie verder)
De structuur en de organisatie van het hoger onderwijs in Frankrijk is complex. Zien buitenlanders het bos vaak niet meer door de bomen, ook voor de Fransen blijft de hele structuur van het onderwijs vaak ondoorzichtig. De talrijk gebruikte acronymen maken het niet eenvoudiger. Bovendien is er een proliferatie van onderwijsstructuurexperimenten. Sommige daarvan leunen aan bij het Engels onderwijs-systeem. Hoe dan ook, het hoger onderwijs is in Frankrijk meer dan ooit in beweging. De internationalisering is daar niet vreemd aan. 2.
Het hoger onderwijs in Frankrijk
2.1
Toegang tot het hoger onderwijs in Frankrijk gebeurt, zoals eerder vermeld, op basis van een BAC-diploma.
2.2
Volgens het onderwijsnet onderscheidt men: E Openbare instellingen (meerderheid) E Privé-instellingen (een kleine minderheid)
2.3
De studieduur voor het hoger onderwijs bedraagt 2, 3, 4, 5 of 6 jaar. De 3 en 6 jaar opleiding werd recent ingevoerd. Toegang tot een bepaald niveau van het hoger onderwijs gebeurt zoals eerder vermeld via de zg. "pre-selectieprocedure". De eerder vermelde "Concours" is een voorbeeld van pre-selectie. Pre-selectie geldt echter niet voor het studieniveau "Licences" en ook niet voor dat van de "Maîtrises Technologiques" (zie verder). Wie een vergelijking wil maken tussen het hoger onderwijs in ons land en in Frankrijk moet zich hoeden voor "zwart-wit" besluiten. Dit geldt niet in het minst voor de opleiding van ingenieur.
Frankrijk 4
3.
Hoger onderwijs volgens studieduur De "MENESTRIP" (nog zo'n acronym dat staat voor "Ministère de l'Education Nationale, de l'Enseignement Supérieur, de la Recherche et de l'Insertion Professionnelle" deelt het hoger onderwijs in volgens studieduur. Er zijn 5 groepen: 1) 2) 3) 4) 5)
Twee-jaar programma's Drie-jaar programma's Vier-jaar programma's Vijf-jaar programma's Zes-jaar programma's
Alleen vier en vijf jaar studieprogramma's leiden tot de graad van ingenieur. De twee en drie jaar studieprogramma's leiden tot de graad van hogere technici. Hierna volgt een beknopt overzicht van de mogelijkheden. 4.
Twee-jaar studieprogramma (BAC + 2)
4.1
Studeren aan de STS In Frankrijk bestaan er circa 1.800 private of openbare scholen op het niveau van het technisch "secundair" onderwijs. Ze behoren tot wat men noemt de "Sections de Techniciens Supérieures - STS". Een opleiding van 2 jaar leidt tot de graad van BTS ("Brevet de Techniciens Supérieur"). Aan deze "STS-en" kan men circa 100 verschillende specialiteiten volgen. Daaronder zijn er 65 die behoren tot het domein van de technologie.
4.2
Studeren aan de IUT (BAC + 2) IUT staat voor "Instituts Universitaires de Technologie". Het zijn onderwijsinstellingen die opgericht werden in 1966. Ze zijn geïntegreerd in een universiteit. Het studieprogramma van 2 jaar (volgend op BAC) leidt tot "Diplôme Universitaire de Technologie" ("University Technology Degree") afgekort door DUT. De 150 IUT's telden in 1995 circa 80.000 studenten, waarvan 51.000 voor de richting technologie. Van de 23 specialisaties die door deze 150 IUT's worden aangeboden zijn er 14 met specialiteit technologie (vooral computerwetenschappen).
4.3
DEUST Deust staat voor "Diplômes d'Etudes Universitaires Scientifiques et Techniques" ("Degrees in Scientific and Technical Unviversity Studies"). Deze graad wordt uitgereikt door een beperkt aantal universiteiten. De opleiding is geënt op lokale behoeften. Dit verklaart wellicht ook het gering aantal studenten (in 1995: circa 1.400 studenten).
5.
Drie-jaar studieprogramma's (DNTS) Een aanvullend studiejaar dat volgt op het DUT ("Diplôme Universitaire de Technologie") of het BTS ("Brevet de Technicien Supérieur"), ook genoemd respectievelijk "post-DUT" en "post-BTS" leidt tot het "Diplôme National de Technologie Spécialisé - DNTS". Deze mogelijkheid bestaat vrij recent. De opleiding gebeurt aan bepaalde IUT's.
Frankrijk 5
6.
Vier-jaar studieprogramma's Het studieprogramma van vier jaar leidt tot een van de hiernavolgende graden:
6.1
"Maîtrises Technologiques" en "Maîtrises de Sciences et Techniques" (MST) Deze graden worden verleend door de universiteiten. De toegang tot deze 2 graden gebeurt na het behalen van "Diplôme d'Etudes Universitaires Générales -DEUG" met een van de volgende opties DEUG in de Wetenschappen of DEUG in Industriële Technologie -Tl. Dit is de 1e cyclus van 2 jaar aan de universiteit. 4 3 2 1
Maîtrises Technologiques en Maîtrises de Sciences et Techniques Licences Technologiques DEUG 2 DEUG 1
1e cyclus
Universiteiten 6.2
"Ingénieur-Maître" (Master Engineer) Mogelijk sinds 1991. De opleiding vindt plaats aan "Instituts Universitaires Professionnalisés - IUP" ("Professional University Instituts"). Dit zijn universitaire instellingen. De toegang tot de studies van "Ingénieur Maître" gebeurt na selectie (examen of "Concours") op het einde van het eerste jaar van de DEUG in de Wetenschappen of de DEUG in de Technologie. Het tweede jaar leidt tot de "DEUP" ("Diplôme d'Etudes Universitaire Professionnalisées"). Het derde jaar leidt tot "Licences". Het vierde tot "Ingénieur Maître".
7.
Vijf-jaar studieprogramma's (Diplôme d'Ingénieur) Voor het academiejaar 1994-1995 waren er voor de opleiding van ingenieurs 223 studieprogramma's waarvan de duur vijf jaar is. De opleiding leidt tot "Diplôme d'Ingénieur", ze is geaccrediteerd door de "Commission des Titres d'Ingénieur - CTI". Voor het academiejaar 1995-1996 werden circa 25.000 ingenieurs-graden uitgereikt. Deze opleiding met een studieduur van vijf jaar wordt gegeven aan ofwel de "Grandes Ecoles" (GE) ofwel aan de "Universiteiten".
8.
Zes-jaar studieprogramma's (BAC + 6) Deze opleiding (1 speciaal jaar) is gericht op het toegepast onderzoek en ontwikkeling en leidt tot "Diplôme de Recherche Technologique-DRT". Om tot dit "speciaal jaar" te worden toegelaten dient men in het bezit te zijn van een IUP-graad. Laatste-jaars ingenieurstudenten van de "Grande Ecoles" of universiteiten worden eveneens toegelaten. Met een IUP graad volgt men 6 maanden cursus (onderzoekstechnieken) en 6 maanden onderzoeksopdrachten in laboratoria (universiteit en industrie).
Frankrijk 6
9.
Universiteiten
9.1
"Normale" universiteiten De meeste universiteiten bieden "niet-technische" opleidingen aan. Deze universiteiten noemt men ook wel eens "normale" universiteiten. De studieduur bedraagt 4 jaar en leidt intermediair tot één van de volgende diploma's: studieduur na 2 jaar (1e cyclus) na 3 jaar na 4 jaar
9.2
diploma Diplôme d'Etudes Universitaires Générales-DEUG (zie vroeger) Licences Maîtrise
Instituts Universitaires Professionnalisés (IUP) De instellingen die gehecht zijn aan een universiteit leiden op tot de graad van "Ingénieur-Maître" of "Maître IUP". De studieduur bedraagt 4 jaar en leidt intermediair tot één van de volgende diploma's: studieduur na 2 jaar na 3 jaar na 4 jaar
diploma Diplôme d'Etudes Universitaires Professionnalisées (DEUP) Licences IUP Ingénieur Maître of Maître IUP
Voorbeelden van IUP Licences en Maîtrises Industrial Systems Engineering Aeronautic Maintenance Opmerking E
Het aantal jaarlijks uitgereikte diploma's voor de IUP's is eerder gering. Voor 1993 vonden we volgende cijfers1: DEUP: 817 Licence: 727 Maîtrise: 93 Ingénieur-Maître (Master Engineer): 4.000 (1996)
E
Met de graad van Ingénieur-Maître (BAC + 4) kan men ook recent het diploma "Diplôme de Recherche Technologique-DRT" behalen (2 jaar).
1
Bron : Ministerie van Onderwijs, Frankrijk.
Frankrijk 7
10.
"Grandes Ecoles" (GE)
10.1
Soorten GE De "GE-d'Ingénieurs" leidend tot de graad van "Diplôme d'Ingénieur" zijn autonome instellingen voor onderwijs en onderzoek. De studieduur na het behalen van het baccalaureaat bedraagt 5 jaar (BAC + 5). De Grandes Ecoles omvatten: De "Instituts Nationaux Polytechniques (INP) ("National Polytechnic Institutes") Er zijn 3 INP's: Grenoble, Nancy en Toulouse. Deze 3 INP's groeperen (federatie) 20 "Grandes Ecoles". De "Instituts Nationaux de Sciences Appliqués" (INSA) Er zijn 4 INSA's: Lyon, Rennes, Rouen en Toulouse.
10.2
Toegang tot de GE De GE leiden jaarlijks circa 20.000 ingenieurs op. Elke school laat slechts een beperkt aantal studenten toe. Tot de GE wordt men toegelaten op basis van:
10.2.1 het BAC-diploma (BAC + 5) De meeste studenten volgen een "INSA". De studieduur leidend tot "Diplôme d'Ingénieur" bedraagt dan 5 jaar. 10.2.2 de "Classes Préparatoires aux Grandes Ecoles" (CPGE) Dit is een specifieke opleiding van 2 jaar (volgend op de BAC) waarbij het hoofdaccent de wiskunde en fysica is. De opleiding gebeurt aan de "lycees" en door leraars van deze "lycees". Na de CPGE en mits geslaagd te zijn in het "Concours Commun Polytechnique" wordt men toegelaten tot de GE. De verdere opleiding leidend tot de graad van ingenieur bedraagt 3 jaar. Circa 43.000 studenten volgden in 1995 de CPGE. 5 4 3
Diplôme d'Ingénieur
2 1
CPGE CPGE
"Concours"
Grandes Ecoles 10.2.3 BAC + 1 jaar (+ "Concours") Dit geldt o.m. voor de Mijnscholen (DEUG) van Albi, Alès, Douai en Nantes. Tijdens het eerste jaar van deze DEUG wordt een intense wiskunde training gegeven. De toegang tot het 2e jaar van de GE gebeurt via "Concours Commun Polytechnique" (CCP). 10.2.4 BAC + 1e cyclus DEUG (=2 jaar) + "Concours" Deze toegang tot het 3e jaar van de GE gebeurt via "CCP". 10.2.5 BAC + "Cycle Préparatoire Polytechnique" (CPP) De drie "Instituts Nationaux Polytechniques" (federatie van 20 GE) bieden ook een gemeenschappelijk programma aan op basis van het BAC-niveau. Zowat 80 % van de studenten worden toegelaten in één van de 20 GE van de 3 INP's. De totale studieduur leidend tot de graad van ingenieur is 5 jaar. Frankrijk 8
10.2.6 BAC + 4 jaar De houders van de graad van "Maîtrise" of van "Maîtrise de Science et Technologie" (MST) van een universiteit worden toegelaten tot het 2e jaar van de INP's of het 4e jaar van de INSA's. 10.3
De openbare GE staan onder het gezag van verschillende Openbare Instellingen, zoals: E
Het Ministerie van Nationale Opvoeding, Hoger Onderwijs en Onderzoek (MENESTRIP);
E
Het Ministerie van Landsverdediging;
E
Het Ministerie van Telecommunicatie, enz. De overheid betaalt circa 76.000,- FF per jaar en per student voor de "Ecoles universitaires" (met inbegrip van de 20 GE die behoren tot de 3 INP's).
Een volledige opleiding tot de graad van ingenieur kost circa 819.000,- FF. Het inschrijvingsgeld voor de Openbare GE bedraagt 1.900,- FF per jaar (1995-1996). Het inschrijvingsgeld voor privé-instellingen bedraagt circa 35.000,- FF per jaar. Bijvoorbeeld aan de Ecole Supérieure d'Informatique - Electronique -Automatique Paris, dat in 1958 werd opgericht, bedraagt het inschrijvingsgeld 32.000,- FF per jaar. 11.
l'Université de Technologie de Compiègne Dit is de enige instelling in Frankrijk die de titel voert van Technische Universiteit (Technical University). Ze werd opgericht in 1972 en leidt tot de graad van ingenieur. De toelating gebeurt via "Concours". De studierichtingen zijn "genie biologique", "genie chimique", "genie mécanique", "genie informatique". Deze TU heeft circa 1.500 studenten.
12.
Nouvelles Formations d'Ingénieurs (NFI) Deze nieuwe mogelijkheid leidend tot de graad van ingenieur dateert van 1989. Dit is een vorm van "voortgezet onderwijs" dat bedoeld is voor technici die reeds in een bedrijf werken. Het aantal studenten is eerder gering: in 1994-1995 volgden circa 3.700 studenten deze opleiding.
13.
"Diplôme d'Etudes Supérieures Spécialisées" (DESS) Deze opleiding richt zich tot de houders van een "Maîtrise" die zich verder willen specialiseren in een of ander domein van de technologie. In 1992 werden er 3.500 DESS's in de wetenschappen uitgereikt. De opleiding bedraagt 1 jaar (500 tot 700 uur lesuren en 3 tot 6 maanden stage).
14.
Ingénieur Diplômé par l'Etat (DPE) Deze opleiding is bedoeld voor kandidaten die reeds minimum 5 jaar op ingenieursniveau in een bedrijf werken (minimum leeftijd = 35 jaar)
15.
"Ecoles Nationales d'Ingénieurs" (ENI) (BAC + 4 jaar) Tot de "Ecoles Nationales d'Ingénieurs" behoren een beperkt aantal instellingen (9 in totaal). De opleiding van 4 jaar leidt tot het diploma van ingenieur met vermelding Frankrijk 9
van de naam van de instelling. Het aantal studenten is gering. In tegenstelling tot al de andere opleidingen in Frankrijk leidend tot de graad van ingenieur is het studieprogramma in hoofdzaak gericht op de praktijk (± 70 %). Deze scholen zijn te vergelijken met de HBO-instellingen in Nederland (natuurlijke omgeving). Tot de ENI's behoren de volgende instellingen: E E E E E E E E
E 16.
Angers : Ecole Nationale des Ingénieurs Travaux Horticulture et Paysage Bordeaux : Ecole Nationale des Ingénieurs des Travaux Agricoles Clermont-Ferrand : Ecole Nationale d'Ingénieurs des Travaux Agricoles Dyon : Ecole Nationale des Ingénieurs des Travaux Agricole Nantes : Ecole Nationale d'Ingénieurs des Techniques des Industries Agriculture et Alimentation Nogent-sur-Vernisson : Ecole Nationale des Travaux des Eaux et Forêts Saint-Etienne : Ecole Nationale d'Ingénieurs (Genie Civil et Travaux Publics) Totaal aantal studenten: ± 300 Strasbourg : Ecole Nationale des Ingénieurs des Travaux Ruraux et des Techniques Sanitaires. De studieduur bedraagt 1 jaar en leidt tot "Certificat d'Etudes Supérieures". Er zijn 2 studierichtingen: "Aménagements Hydroagricoles" en "Equipement d'Hygiene Publique" Deze 2 studierichtingen tellen circa 200 studenten. Tarber : Ecole Nationale d'Ingénieurs (Fabrications Mécaniques). Totaal aantal studenten: ± 400
"Maîtrise" en "Mastère" De houders van een "Maîtrise Science" hebben toegang tot het 2e jaar van de opleiding van ingenieur. In het geval van (BAC + 5 jaar) betekent dit de toegang tot het niveau van het voorlaatste studiejaar. Voor de houders van een "Maîtrise" zijn er 55 scholen die een specialisatiecyclus aanbieden van twee jaar. De "Mastère" is geen nationale graad, maar een label van de "Conférence des Grandes Ecoles". In 1992-1993 werden er 136 graden van "Mastère" in de ingenieursspecialisatie uitgereikt. Een Mastère"-opleiding kost circa 45.000,- FF/jaar. De opleiding duurt 12 tot 15 maanden, waarvan de helft van de opleidingsperiode plaatsvindt in de laboratoria van de industrie. De titel van "ingénieur-maître" (niveau BAC + 4) die wordt uitgereikt door de IUP's mag niet worden verward met deze van "mastère". Het diploma van "maîtrise", niveau BAC + 4, leidt tot de titel "ingenieur-maître". De "mastère" geldt voor ingenieurs met een opleidingsniveau BAC + 5. De Nationale Raad van de Franse Ingenieurs heeft in 1994 de "problematiek van de mogelijke verwarring" aanhangig gemaakt bij de rechtbank en een eis tot schadeloosstelling ingeleid. De rechtbank heeft echter de eisen van de "Conseil National des ingénieurs et scientifiques de France", CNIF, en van de "L'Union des Cadres Ingénieus" CGC nietig verklaard.
Frankrijk 10
17.
Doctoraat Doctoraten worden uitgereikt door ofwel "normale" universiteiten, ofwel door geaccrediteerde "Grandes Ecoles". Dit gebeurt steeds binnen het kader van een DEAprogramma (Diplôme d'Etudes Approfondies). Om tot het doctoraat toegelaten te worden dient de kandidaat in de regel houder te zijn van een "Maîtrise". Voor de meeste GE en voor sommige universiteiten die een opleiding van ingenieur verstrekken, worden ook de laatstejaarsstudenten reeds toegelaten tot de DEA. De DEA omvat hoorcolleges, oefeningen, en soms laboratoriumwerk. De DEA studies worden afgesloten met een eindwerk. Voor ingenieurs die dit tweevoudig cursussysteem (DEA en normale studies) volgen geldt het laboratorium-werk als eindwerk. De DEA-graad wordt enkel toegekend na het behalen van de ingenieursgraad. Doctoraat-programma's zijn meestal een co-organisatie van de GE en verschillende universiteiten, al dan niet in samenwerking met de industriële onderzoekscentra. Ze zijn zowel voor ingenieurs als voor de houders van een Maîtrise toegankelijk. Voor een doctoraat mag men drie jaar tellen.
18.
Industrieel ingenieur versus de Franse ingenieur Gelet op de vereiste voorkennis om te kunnen deelnemen aan het "Concours National", leidend tot de toegang (3de jaar = beginfinaliteitscyclus ) van de studies van ingenieur opgeleid aan de GE en de universiteiten; gelet op de vereiste voorkennis voor het "Concours National" voor de deelnemers met een BTS of DUT-diploma (hogere technici 2 jaar); gelet op de vereiste voorkennis voor het "Concours National" voor deelnemers uit de "voorbereidende klassen" (lycee) en na vergelijking van de vereiste leerstof zoals vermeld in het "Rapport Concours National 1996", kan men besluiten dat deze vereiste voorkennis nauwelijks het studieniveau behaalt van het eerste kandidatuurjaar industrieel ingenieur. Het studieniveau van het eerste jaar industrieel ingenieur is ongetwijfeld toereikend om te kunnen deelnemen aan het "Concours". De daarop-volgende drie studiejaren voor industrieel ingenieur zijn gelijkwaardig met de finaliteitsjaren voor de Franse GE - of universiteitsingenieurs. Het komt voor de Franse ingenieurs vreemd over dat industrieel ingenieurs van universitair niveau worden opgeleid aan niet-universiteiten. Dit maakt het de industrieel ingenieurs in het buitenland niet gemakkelijk om hun studieniveau in Frankrijk herkenbaar en erkenbaar te maken.
Frankrijk 11
19.
Schematisch overzicht van de opleidingen DEA/DESS
ingenieur
23j
ingenieur supérieur ingenieur
22j
Maîtrise
21j
Licence DUT
20j 19j 18j Baccalaureat
BAC :
INSA + INP (GE)
ENSI (gehecht aan de universi-teit)
ENI
IUT
Baccalauréat
ENI : "Ecoles Nationales d'Ingénieurs" - Ingangsexamen + 4 jaar na de BAC (± 1.500 studenten in 1995) ENSI :
"Ecoles Nationales Supérieures d'Ingénieurs" (gehecht aan de universiteit) - 2 jaar na BAC 6 "concours" + 3 jaar
INSA :
"Instituts Nationaux des Sciences Appliquées" - op dossier na BAC 6 voorbereidend op diploma ingenieur (Lyon, Rennes, Rouen en Toulouse)
IUT : "Institut Universitaire de Technologie" - BAC + 2 jaar ( = DUT = Diplôme Universitaire de Technologie) DEA :
Diplôme d'Etudes Approfondées (BAC + 5)
DESS :
Diplôme d'Etudes Supérieures Spécialisées (BAC + 5)
Opmerking : Aan de GE (Instituts Nationaux Polytechnique, INP en INSA) worden jaarlijks circa 20.000 ingenieurs gediplomeerd. Aan de ENSI zijn circa 5.000 gediplomeerden per jaar. Aan de ENI's (9 instellingen) : ± 300 gediplomeerden per jaar. Age 26 25 24 23
Docteur Ingénieur D.E.A. Diplômed'
23 22 21 20
Ingénieur
Ecole d'Ingénieur
Maîtrise Ecoles d'Ingénieur
19
Classes
18
préparatoires
Université D.U.T.
Brevet de Technicien Supérieur
Institut Universitaire de Technologie
Frankrijk 12