Rapport Gemeentelijke Ombudsman
Fiets in de Openbare Ruimte Gemeente Amsterdam Stadsdeel Centrum
13 juni 2007 RA0713486
Samenvatting Amsterdam promoot het gebruik van fietsen. Aan dat gebruik zitten ook problemen. Zo verwijdert Stadsdeel Centrum fietswrakken. Ook kunnen fietsen hinderlijk geparkeerd zijn en overlast opleveren. Stadsdeel Centrum heeft ten aanzien van zes plekken in de binnenstad besloten dat een buiten het rek geplaatste fiets dusdanig hinderlijk geparkeerd is dat de veiligheid in het geding is. De fiets kan dan verwijderd worden. Over de uitvoering van deze maatregelen zijn vragen gerezen. Reden voor een onderzoek door de ombudsman. De ombudsman constateert dat over de criteria of een fiets een wrak is verwarring bestaat. De reinigingspolitie, die in opdracht van het stadsdeel belast is met verwijdering toetst aan drie beoordelingscriteria (staat van onderhoud, verwaarlozing en economische waarde). Dat blijkt niet uit de informatie van het stadsdeel op de website. De procedure van de wrakverwijdering is over het algemeen behoorlijk. Een kanttekening hierbij gaat over de sticker. Die plakt de reinigingspolitie op een fiets bij onduidelijkheid of de fiets een wrak is. De sticker beoogt de burger een termijn te geven zelf de fiets te verwijderen. Echter die termijn ontbreekt. Ter motivering van het strenge handhavingsregime op zes plekken in de binnenstad wijst het stadsdeel op het feit dat de openbare ruimte op elk van die zes plekken, in verhouding tot verkeersdrukte en het aanwezige publiek, schaars is. De ombudsman merkt op dat deze motivering ook geldt voor andere plekken buiten de aangewezen zes. Daarmee is de keuze voor deze zes plekken onvoldoende gemotiveerd. Oordeel De onderzochte gedragingen zijn voor wat betreft:
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 2/29
• • • • •
de definitie van wrak: niet onbehoorlijk de informatieverstrekking over een wrak aan de burger: niet behoorlijk de uitvoering van de wrakverwijdering: niet onbehoorlijk de rechtsbescherming bij de wrakverwijdering: niet onbehoorlijk de verwijdering van hinderlijk geparkeerde fietsen op zes plekken in de binnenstad: niet behoorlijk.
Aanbevelingen 1.De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel de informatie op de website over de verwijdering van fietswrakken aan te passen conform de criteria die de reinigingspolitie bij verwijderen van wrakken gebruikt. 2. De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel de tekst op de sticker aan te passen en daarbij een duidelijke termijn te stellen, waarbinnen de fietsbezitter de fiets zelf kan verwijderen. 3. De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel het formulier verwijdering fietswrak aan te passen, waarbij ook de criteria “beoordeling staat van verwaarlozing” en “beoordeling negatieve economische waarde”worden opgenomen als in te vullen rubrieken.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 3/29
hfd 1 Inleiding A Aanleiding onderzoek In het programakkoord 2006 - 2010 “Mensen maken Amsterdam” staat: Mobiliteit is van groot belang. Goede bereikbaarheid van zowel het centrum als de buitenwijken is essentieel voor het sociale leven en de economie in de stad. Lopend, op de fiets, met het openbaar vervoer of de auto. Voor iedereen (Amsterdammer of niet) is het duidelijk: In Amsterdam is de fiets een populair vervoermiddel. De gemeente Amsterdam (de Dienst Verkeer en Infrastructuur in samenwerking met de stadsdelen) wil het gebruik van de fiets promoten. Aan dat gebruik zitten ook problemen. Fietsen kunnen hinderlijk geparkeerd zijn en daardoor overlast opleveren. De gemeente Amsterdam past maatregelen toe om de overlast van hinderlijk geparkeerde fietsen tegen te gaan. Daartegenover staat dat de fietsers in de Amsterdamse binnenstad geconfronteerd worden met een tekort aan voldoende fietsparkeervoorzieningen. De resultaten van het “tevredenheidsonderzoek fietsers 2006” tonen dat fietsers een onvoldoende geven aan de parkeervoorzieningen in de binnenstad. Over de uitvoering van deze maatregelen, de gekozen locaties en de onderbouwing hiervan, zijn vragen gerezen. Ook tegen fietswrakken worden maatregelen getroffen. Daarover hebben de ombudsman diverse signalen bereikt. De burger kon zich niet vinden in het verwijderen van het wrak, omdat zijn door het stadsdeel als “wrak” bestempelde fiets volgens hem of haar geen “wrak”is. Het is belangrijk dat de procedure rond de wrakkenverwijdering van de noodzakelijke waarborgen is voorzien. Om voornoemde redenen heeft de ombudsman “De fiets in de openbare ruimte” in het onderzoeksplan 2006 opgenomen. B Achtergrondinformatie: Fietswrakken en Hinderlijk geparkeerde fietsen in Amsterdam, Stadsdeel Centrum In artikel 45 van de Afvalstoffenverordening staat dat het verboden is afvalstoffen op voor het publiek zichtbare plaats in de open lucht en buiten een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer op te slaan of opgeslagen te hebben. Ingevolge artikel 1 b van de Afvalstoffenverordening zijn onder afvalstoffen ook voertuigwrakken begrepen. Op grond van deze artikelen is het ook verboden een fietswrak op de openbare weg te plaatsen. Controleurs van de reinigingspolitie controleren op de aanwezigheid van wrakken in de openbare ruimte en verwijderen fietswrakken. Deze fietswrakken worden verwerkt tot oud ijzer. De tekst van artikel 10.6 van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) luidt: het is verboden, een fiets of bromfiets: a) op zodanige wijze voor of tegen een gebouw te parkeren, dat daardoor voor een bewoner of gebruiker van dat gebouw de toegang of het uitzicht wordt belemmerd; b) op zodanige wijze op een voetpad of trottoir te parkeren, dat daardoor de doorgang wordt gehinderd of belemmerd. Het stadsdeel plaatst zo veel mogelijk fietsrekken in de openbare ruimte om parkeergelegenheid aan fietsers te bieden en hinder zo veel mogelijk te voorkomen. Stadsdeel Centrum stelt zich, naar eigen zeggen, zeer tolerant op voor wat betreft het parkeren van fietsen in de openbare ruimte, zoals op trottoirs. Een zestal locaties zijn door het stadsdeel evenwel
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 4/29
aangewezen als plekken waar strenge handhaving noodzakelijk is. Reden hiervoor is dat de geparkeerde fietsen juist daar dusdanige hinder veroorzaken dat de openbare orde en veiligheid op die zestal locaties in het geding is. Op deze plekken heeft het stadsdeel waarschuwingsborden geplaatst. Op grond van het beleid worden fietsen daar onmiddellijk verwijderd. Het stadsdeel slaat deze fietsen 13 weken op bij AFAC (Amsterdamse fiets afhandel centrale). C Onderwerp van onderzoek Het onderzoek richt zich op twee onderdelen van het fietsenbeleid: a) De verwijdering van fietswrakken Hierbij spelen de volgende vier vragen. 1) De definitie van wrak; Hierbij wordt getoetst of de criteria op grond waarvan een fiets als wrak geldt redelijk zijn. 2) De informatieverstrekking over een wrak aan de burger; Hierbij wordt bekeken of de criteria op grond waarvan een fiets als wrak aangemerkt wordt naar de burger duidelijk gecommuniceerd zijn. 3) De uitvoering van de wrakverwijdering; Hierbij staat de vraag centraal of de feitelijke gang van zaken bij vaststelling en verwijdering van een wrak op behoorlijke wijze plaatsvindt. 4) De rechtsbescherming bij de wrakverwijdering; Hierbij is de vraag aan de orde of het rechtsmiddel na verwijdering van een fietswrak voldoende waarborgen biedt aan de burger wiens fiets(wrak) is verwijderd. b) Hinderlijk geparkeerde fietsen De ombudsman heeft zich hierbij geconcentreerd op de besluitvorming -meer in het bijzonder: de motivering die daaraan ten grondslag lag - van Stadsdeel Centrum om specifieke locaties aan te wijzen, waar een buiten een rek geplaatste fiets als dusdanig hinderlijk geldt dat de openbare orde en veiligheid in het geding is en onmiddellijke verwijdering is toegestaan. D Afbakening onderzoek Het onderzoek betreft het verwijderen van fietswrakken en hinderlijk geparkeerde fietsen op de hierna te noemen zes plekken in Stadsdeel Centrum. Hier is de problematiek het meest knellend. E Methode van onderzoek Allereerst vond bestudering van de beleidskaders plaats. Uitgangspunt van het onderzoek vormde de informatie over het beleid op de website van Stadsdeel Centrum. Uit die informatie zou de burger moeten kunnen afleiden welke criteria er gelden, wil er sprake zijn van een wrak. Op grond daarvan zou hij of zij kunnen concluderen of zijn of haar fiets (gezien de staat) het risico loopt door de reinigingspolitie (die belast is met de uitvoering van het verwijderen van wrakken) verwijderd te worden.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 5/29
De informatie op de website was aanleiding documentatie op te vragen bij het stadsdeel en de reinigingspolitie. De documentatie over de verwijdering van fietswrakken bestond uit een notitie verwijderen fietswrakken, een procesketen afhandelen fietswrakken als ook een bewonersbrief. De documentatie over de hinderlijk geparkeerde fietsen bestond uit een brief van de stadsdeelwethouder aan de commissieleden van de commissie Bouwen en Wonen over beleidsuitgangspunten bij het verwijderen van fietsen. Aanvullende informatie, zo nodig nadere toelichtingen op het beleid werden verkregen uit interviews met het hoofd van de reinigingspolitie, de heer drs. P.A. Melissen en mevrouw Redons Schaatsbergen, juridisch beleidsmedewerker van de afdeling Reiniging. Bij het onderzoek naar de verwijdering van fietswrakken deed de ombudsman ook veldwerk om een volledig beeld te krijgen van de feitelijke gang van zaken bij de verwijdering daarvan. Twee medewerkers waren gedurende een dag aanwezig bij de verwijdering van fietswrakken. Bij het onderzoek heeft de ombudsman foto’s gemaakt.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 6/29
hfd 2 resultaten van het onderzoek
A De verwijdering van fietswrakken Wat zegt het stadsdeel op de website? Fietswrakken Op grond van de Afvalstoffenverordening is het verboden een fietswrak op de openbare weg te plaatsen. Controleurs van de reinigingspolitie van het stadsdeel controleren en verwijderen fietswrakken. Een aantal gegevens wordt genoteerd zodat achteraf altijd kan worden nagegaan waarom en waar een fiets verwijderd is. Fietswrakken worden direct verwijderd en verwerkt als oud ijzer. Wat is een wrak? Onder fietswrakken worden rijwielen verstaan waarvan de herstelkosten hoger zijn dan de economische waarde. Aan de hand van een aantal criteria wordt bepaald of de fiets een wrak is. Hieronder staat een aantal toetsingscriteria; • fiets zonder band • fiets zonder wiel • fiets waaraan een aantal spaken ontbreekt • fiets met een krom wiel • fiets met een kromme voor- en/of achtervork • fiets zonder zadel (tenzij uit de staat van de fiets blijkt dat het een anti-diefstalmaatregel betreft) • fiets met een kromme zadelstang • fiets met een krom stuur en/of kromme stuurstang • fiets met een krom frame • fiets zonder ketting • fiets met een vastgeroeste, vastgelopen of een kapotte ketting • fiets waaraan minimaal één trapper ontbreekt • fiets met minimaal één kromme trapper en/of kromme trapperstang waardoor de fiets niet meer berijdbaar is • fiets met bagagedrager die zodanig aan de fiets vastzit dat fietsen niet verantwoord is. Wanneer één van deze criteria van toepassing is op uw fiets, wordt deze in het kader van de afvalstoffenverordening gezien als fietswrak. In alle gevallen waarbij de reinigingspolitie twijfelt of het wel of geen fietswrak betreft, wordt een waarschuwingssticker op het object geplakt. Wanneer de fietseigenaar niet binnen afzienbare tijd reageert, wordt het object gekwalificeerd als kennelijk verwaarloosd en alsnog als fietswrak verwijderd.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 7/29
Onderzoeksvragen 1 en 2 : De definitie van wrak / informatieverstrekking over wrak.1 Volgens het beleid van het stadsdeel, zoals dat is geformuleerd op de website, wordt een fiets als wrak bestempeld èn verwijderd, indien er sprake is van één van de daar genoemde criteria. Volgens die informatie is sprake van een stelsel van limitatieve eisen. De reinigingspolitie vond deze criteria, genoemd op de website van het stadsdeel, te streng. Ze houden te weinig rekening met de belangen van de doelgroep, namelijk fietsers in Amsterdam. Gezien de criminaliteit (hoeveelheid en het risico van fietsdiefstallen dat hoger ligt dan landelijk gemiddelde) kun je de Amsterdamse situatie niet vergelijken met een doorsnee andere plaats in Nederland. Dat kan als volgt worden uitgelegd: De kans op diefstal heeft gevolgen voor de kwaliteitseisen die de fietsgebruikers en de fietsbezitters aan een fiets stellen. Een andere overweging bij de verruiming van de criteria was dat twijfel over de status van de fiets voorkomen dient te worden – mede gezien de gevolgen (aanwas van klachtprocedures). Daarom heeft de reinigingspolitie aanvullend beleid gemaakt. De reinigingspolitie stelt daarin hogere (meer uitgebreidere) eisen, wil er sprake zijn van een wrak, dan uit de informatie van het stadsdeel op de website blijkt. Aan de hand daarvan en dus niet aan de hand van de gepubliceerde criteria op de website wordt vastgesteld of een fiets een wrak is of niet. Het aanvullende beleid van de reinigingspolitie is vastgelegd in de “procesketen afhandelen fietswrakken”. Deze procesketen geldt overigens niet alleen als leidraad bij het vaststellen welke fiets een wrak is. Ook staat de procedure rond het verwijderen van wrakken erin beschreven. Desgevraagd meldt de reinigingspolitie dat niet gebleken is dat het stadsdeel bezwaren heeft tegen de uitvoering van de verwijderacties op grond van de criteria en instructies in de door de reinigingspolitie opgestelde procesketen. Of een fiets een wrak is wordt beoordeeld aan de hand van drie punten: •
•
1
Beoordeling van de staat van onderhoud van de fiets De reinigingsagent of de reinigingscontroleur beoordeelt of de fiets volgens artikel 45 Afvalstoffenverordening (ASV) rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud is. Hieronder wordt verstaan het ontbreken van minimaal 2 van de volgende basisonderdelen van een fiets: - wielen; - banden; - stuur; - zadel; -pedalen; -aandrijfmechanisme (ketting). Ontbreekt slechts een onderdeel dan is er op basis van de enkele constatering daarvan reeds geen sprake meer van een “wrak”. Beoordeling staat van verwaarlozing De reinigingsagent of reinigingscontroleur beoordeelt of de fiets zich volgens art. 45 ASV in kennelijk verwaarloosde staat bevindt. Dit is herkenbaar aan de volgende kenmerken: - stof; roest; - groei van mos of aanliggende bossages op en rond het rijwiel; - staat van het slot (het is zichtbaar dat het slot lang niet gebruikt is); - toestand van de (aanwezige) banden. Men moet bij dat laatste denken aan “kale”banden (waar geen profiel meer op zit), lekke banden of een band die enkel bestaat uit een binnenband.
Deze informatie is ontleend aan de procesketen afhandelen fietswrakken en een interview met de heer P. A. Melessen
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 8/29
•
Beoordeling negatieve economische waarde De reinigingsagent of reinigingscontroleur beoordeelt met behulp van de prijslijst of de economische waarde van de fiets minder is dan de herstelkosten. De volgende stappen worden daarbij doorlopen: 1. zijn er onderdelen defect? 2. is er reeds een reparatiepoging in gang? 3. zijn de defecte onderdelen met een geringe vergoeding te herstellen? Daarbij gebruikt de agent of controleur een prijslijst onderdelen fiets als houvast bij de afweging of herstel loont. De op de prijslijst genoemde bedragen per onderdeel zijn gebaseerd op recente kostprijzen voor de diverse onderdelen afkomstig van twee landelijke fietsonderdeelspeciaalzaken.
De reinigingsagent of controleur trekt zijn conclusies uit de drie voorgaande beoordelingen. Een fiets mag pas als wrak worden beschouwd als deze voldoet aan de drie voorgaande criteria. Dit betekent dat de fiets EN - rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud is EN - in kennelijk verwaarloosde staat is EN - een negatieve economische waarde heeft. Onderzoeksvraag 3: Uitvoering van de wrakverwijdering 2 De reinigingspolitie heeft Stadsdeel Centrum verdeeld in vier rayons. De fietswrakken- verwijderacties vinden volgens een vast systeem plaats; daarbij geldt als uitgangspunt dat ieder rayon per straat periodiek nagelopen wordt op de aanwezigheid van wrakken. Daarbij zijn een reinigingscontroleur of reinigingsagent en een assistent uitvoering betrokken. Er is een scheiding aangebracht tussen enerzijds de taken van de controleur- of agent en de assistent uitvoering anderzijds. De eerste beoordeelt of er sprake is van een wrak, de tweede houdt zich bezig met de feitelijke verwijdering (wegknippen van wrak). Als de conclusie luidt dat er sprake is van een wrak dan dient dat wrak direct verwijderd te worden. De verwijderde wrakken gaan naar een firma, die zich bezig houdt met de vernietiging van het wrak. Bij twijfel of er sprake is van een wrak wordt de fiets voorzien van een sticker. In 2002 stelde het toenmalige hoofd van de reinigingspolitie een voorstel voor de stickertekst voor. Het tekstvoorstel luidde: dit is een wrak en wordt verwijderd na (invoegen datum / aantal weken)…. Vragen? (telefoonnummer). De tekst van de op dit moment in gebruik zijnde sticker is een andere:
Deze informatie is ontleend aan een interview met de heer P.A. Melessen, een interview met mevrouw H. Redons – Schaatsbergen, de procesketen afhandelen fietswrakken, een notitie verwijdering fietswrakken en informatie van een van de reinigingscontroleurs, de heer P. Morriën.
2
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 9/29
Op de sticker is geen datum waarop de fiets gestickerd is genoemd. Ook wordt niet aangegeven binnen welke periode de fiets alsnog verwijderd wordt. De reinigingspolitie hanteert doorgaans echter een termijn van één week tussen de stickeractie en de verwijderdatum. Het kan echter ook voorkomen dat de fiets twee weken na stickeren wordt verwijderd. “Harde” afspraken over de periode tussen stickerdatum en datum van verwijdering zijn er niet. Is de gestickerde fiets nadien nog aanwezig, dan gaat de reinigingscontroleur alsnog over tot verwijdering. Door het plakken van de sticker kan de reinigingspolitie controleren of de fiets nog wel gebruikt wordt. De sticker biedt aan de gebruiker, bezitter of eigenaar van de fiets de mogelijkheid om zijn fiets alsnog zelf te verwijderen, voordat de reinigingspolitie dat doet. De reinigingscontroleur maakt van de gestickerde fietsen tijdens de wrakverwijderdagroute schriftelijke aantekening op een kladblok. Hij voert deze lijst gestickerde fietsen op in een voor eigen gebruik bestemd computerbestand. Hierdoor is het mogelijk dat er per week per reinigingscontroleur een overzicht is van de gestickerde fietsen in zijn / haar wijk. Per dag staat vermeld waar (op welke locatie / bijvoorbeeld: in straat y, ter hoogte van huisnummer xx) een fiets voorzien werd van een sticker. Aan de hand daarvan wordt de dag waarop de fiets verwijderd kan worden vastgesteld. Is er onomstotelijk sprake van een wrak dan moet de reinigingscontroleur of reinigingsagent het formulier verwijderen fietswrak invullen. Daarop worden de kenmerken van het rijwiel aangekruist. Deze zijn als volgt: dames - of herenfiets, kinder - of bakfiets, vouwfiets of frame, kleur van de fiets, ingegraveerde code, merk. Daarnaast worden de geconstateerde gebreken ingevuld. Aangekruist wordt of stuurinrichting, zadel of aandrijfmechanisme ontbreekt of defect is, en of voorwiel en/of achterwiel leeg is, ontbreekt of defect is. De assistent uitvoering zaagt het wrak en eventueel aanwezige sloten doormidden met een kettingzaag. Een medewerker administratie voert de gegevens op de formulieren verwijderen fietswrak een dag later op in een elektronisch bestand. De schriftelijke doorslagformulieren worden gebundeld en per kwartaal gedurende vijf jaar in een grote envelop bewaard– mede voor gevallen waarin achteraf een klacht wordt ingediend over de verwijdering. In dat geval kan er namelijk nagetrokken worden wat de staat van de fiets was op het moment van verwijdering. De reinigingscontroleurs maken geen foto van het aangetroffen wrak. Hierover meer in het volgende onderdeel, bij onderzoeksvraag 4.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 10/29
Onderzoeksvraag 3: Procedure rond verwijderen fietswrak 3 Op 18 september 2006 heeft een onderzoeker van de ombudsman meegelopen met een reinigingscontroleur en een assistent uitvoering van rayon Zuid. De reinigingscontroleur legt uit dat hij meerdere malen per week de straten binnen zijn rayon bezoekt. Het gaat daarbij niet uitsluitend om het verwijderen van wrakken, maar ook om andere taken die de reinigingspolitie uitvoert (oa. het verwijderen van graffiti, het ophalen van vuilnis, het schoonmaken van de straat). Dat maakt dat de reinigingscontroleur de route op zijn duimpje kent en ook bekend is met de fietsen die er al langere tijd staan. Hij volgt zo de ontwikkelingen van lang geparkeerde fietsen op de voet. De reinigingscontroleur merkt op dat het regelmatig voorkomt dat hij een goede fiets langzamerhand ziet verworden tot een wrak (door tijdsverloop en de invloeden van weer). Ook benadrukt hij dat er in het betreffende rayon (omgeving Amstel, Reguliersdwarsstraat, Weteringschans, Vijzelstraat, Rembrandtplein en Thorbeckeplein) veel uitgaansgelegenheden zijn. Het komt voor dat bezoekers van deze uitgaansgelegenheden na een avondje uit hun fiets niet meer kunnen terugvinden. Zij nemen dan ten onrechte aan dat de fiets gestolen is. Gevolg: goede fietsen worden niet meer opgehaald en verworden tot een wrak. Alleen bij echte wrakken wordt de fiets meteen verwijderd. Het gaat daarbij om fietsen die je amper nog een fiets kunt noemen, bijvoorbeeld een fiets bestaande uit alleen een frame.
3
De informatie is ontleend aan een “meeloopdag” op 18 september 2006
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 11/29
Bij de minste twijfel wordt de fiets gestickerd.
Een voorbeeld op deze route: een enkel wiel vastgemaakt met een goed slot aan een brug bij de Amstel. De reinigingspolitie verwijdert dat wiel niet. Dit omdat het mogelijk is dat de rest van de fiets bij een fietsmaker (of bij de bezitter in huis) is ter reparatie, het wiel niet nodig was voor de reparatie en daarom door de eigenaar op straat achtergelaten is. Ander voorbeeld: Er ontbreekt een voorwiel van een fiets op het Thorbeckeplein. Het achterwiel is plat en enigszins beschadigd (mist diverse spaken). Verder is er sprake van beperkte roestvorming.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 12/29
Toch is er voor de reinigingspolitie nog geen aanleiding voor directe verwijdering. De conclusie is: Als de fiets over een week nog aanwezig is dan zal deze voorzien worden van een sticker. Op de verwijderdag route komen we een collega tegen van de Dienst Stadtoezicht. De Dienst Stadstoezicht is belast met het verwijderen van wrakken in het stationsgebied. In tegenstelling tot de handelwijze van de reinigingspolitie maakt deze dienst wel foto’s van een wrak voordat dat wrak verwijderd wordt. Onderzoeksvraag 4: Rechtsbescherming bij de wrakverwijdering 4 Burgers kunnen een klacht indienen tegen het verwijderen van een wrak bij het stadsdeel. De reinigingspolitie meldt dat er zeer weinig klachten binnenkomen over wrakverwijdering. Een overzicht van verwijderde fietswrakken van de afgelopen drie jaren afgezet tegen het aantal ingediende klachten over verwijderde wrakken levert het volgende schema op: Jaar 2004 2005 2006
Aantal verwijderde wrakken 5.255 5.014 4.994
Aantal klachten 7 klachten 5 klachten 5 klachten
De gegevens over verwijderde wrakken op het Stationsplein en de klachten daarover zijn niet verwerkt in bovenstaand schema. De klachten komen erop neer dat het betreffende wrak feitelijk geen wrak zou zijn; de fiets is ten onrechte aangemerkt als wrak en de burger wil schadeloos gesteld worden. De klachtprocedure is als volgt. De klacht komt binnen bij Stadsdeel Centrum. Een medewerker van de afdeling reiniging zoekt naar aanleiding van de klacht het formulier verwijderen fietswrak erbij. Aan de hand van de ingevulde gegevens schrijft deze medewerker een advies. De reiniging stuurt dit advies aan Verzekeringsbedrijf Groot Amsterdam (hierna: VGA), en deelt dit ook mee aan de klager. VGA stuurt het advies van reiniging door aan de klager en verzoekt de klager daarop te reageren. Afhankelijk van de reacties van beide partijen (hoor en wederhoor) neemt VGA uiteindelijk een besluit over toewijzing of afwijzing van de klacht. VGA handelt de klacht dus uiteindelijk schriftelijk af richting de klager. VGA stuurt een afschrift van de reactie op de klacht naar de afdeling reiniging (zodat deze afdeling weet dat de klacht inhoudelijk afgehandeld is). De klacht wordt afgehandeld enkel op basis van de informatie van het formulier verwijderen fietswrakken. De overweging om geen foto te maken van een wrak dat verwijderd wordt, is dat deze foto’s geen meerwaarde hebben. Veronderstelt wordt dat bij behandeling van een klacht over een fiets die ten onrechte als wrak zou zijn aangemerkt foto’s goed bewijs daarover zouden opleveren. De reinigingspolitie heeft daar ervaring mee. Echter daaruit is gebleken dat de gebreken en de staat van het onderhoud zelden tot nooit goed zichtbaar worden op foto’s. Willen de foto’s de gebreken enigszins duidelijk maken en daarnaast ook aangeven om welke fiets het gaat, dan zullen er in ieder 4
Deze informatie is ontleend aan een interview met mevrouw H. Redons – Schaatsbergen.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 13/29
geval meerdere foto’s per fietswrak gemaakt moeten worden (van meerdere kanten, van heel dichtbij ingezoomd, een totaalbeeld etcetera). Ter verduidelijking merkt het stadsdeel op dat op een foto niet vast te leggen is dat de remmen niet meer functioneren of dat de fietsketting niet meer werkt. De reinigingspolitie verwijdert jaarlijks gemiddeld 5000 fietswrakken. Als per fietswrak meerdere foto’s gemaakt en opgeslagen moeten worden, betekent dat een enorme administratie van foto’s. Niet alleen het maken van de foto’s maar ook het digitaal verwerken (de digitale koppeling van het formulier verwijdering fietswrak aan de foto) ervan vergt relatief veel tijd, kosten en energie. Deze gaat ten koste van de feitelijke verwijdering van wrakken (bijvoorbeeld naar aanleiding van verzoeken van burgers die vragen om verwijdering van wrakken in hun straat. In 2005 ging het om 479 telefonische verzoeken). Volgens het stadsdeel weegt de meerwaarde die de foto’s hebben bij de deugdelijke klachtafhandeling -te meer gezien het geringe aantal klachten op jaarbasis en de zorgvuldigheid waarmee gewerkt wordt -, niet op tegen het verlies aan tijd en mankracht in het daadwerkelijk verwijderen van wrakken.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 14/29
B Hinderlijk geparkeerde fietsen Wat zegt het stadsdeel op de website? Hinderlijk en/of foutief geplaatste fietsen Hinderlijk en/of foutief geplaatste fietsen worden verwijderd en 13 weken opgeslagen bij de AFAC. Wanneer verwijdert het stadsdeel fietsen? Artikel 10.6 APV verbiedt parkeren van fietsen op het voetpad indien de doorgang op het trottoir wordt gehinderd […..]. Het stadsdeel plaats zoveel mogelijk fietsrekken in de openbare ruimte om parkeergelegenheid aan fietsers te bieden en hinder zoveel mogelijk te voorkomen. In principe is het stadsdeel zeer tolerant naar het parkeren van fietsen toe. Er is echter een aantal locaties waar strenge handhaving noodzakelijk is, omdat de geparkeerde fietsen dusdanige hinder veroorzaken dat de veiligheid of de doorgang ernstig in het geding is: 1. Stationsplein; 2. Prins Hendrikkade tussen Damrak en Martelaarsgracht 3. Bioscoop Pathé de Munt 4. Ingang Stopera en ingang metro bij de Stopera (Waterlooplein) 5. Nooduitgangen Leidsebuurt 6. Doorgang Weesperstraat bij universiteitsflats
De verwijdering van hinderlijk geparkeerde fietsen op zes plekken in de binnenstad 5 In een brief informeert de stadsdeelwethouder beheer openbare ruimte de Commissie Bouwen en Wonen over de beleidsuitgangspunten bij de verwijdering van hinderlijk geparkeerde fietsen. Na een verwijzing naar artikel 10.6 van de APV (verbod hinderlijk parkeren van fietsen op trottoirs) geeft de stadsdeelwethouder een onderbouwing voor de zes plekken die zijn aangewezen tot plekken waar strenge handhaving noodzakelijk is. De redenering van het stadsdeel is dat op de genoemde zes plekken een buiten het rek geplaatste fiets dusdanige hinder oplevert dat de veiligheid in het geding is. Onmiddellijke verwijdering zonder waarschuwing / begunstigingstermijn is mogelijk. Als motivering hiervoor geeft het stadsdeel dat de openbare ruimte daar (op de eerder genoemde zes plekken) in verhouding tot de verkeersdrukte inclusief het aanwezige publiek, zo schaars is dat de ter plaatse geparkeerde fietsen dusdanig hinder veroorzaken dat de veiligheid of doorgang ernstig in het geding is. Als voorbeelden worden in de brief de ingang bij de Stopera (waar de vluchtweg van metro Waterlooplein is) en de stoep voor bioscoop Pathé de Munt aangewezen. Bij beide locaties is de ruimte zo schaars en is er zoveel publiek binnen en buiten het gebouw (Stopera) en de bioscoop dat met name het vrijhouden van vluchtwegen van essentieel belang is. Bij deze locaties zijn waarschuwingsborden geplaatst, waarop staat dat fietsen buiten de rekken hinderlijk geparkeerd Deze informatie is ontleend aan een brief van de stadsdeelwethouder mevrouw Iping , aan de commissieleden van de commissie Bouwen en Wonen van 3 maart 2005. 5
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 15/29
staan en op basis van artikel 8.1 6 en 10.6 APV verwijderd worden. Daarbij wordt streng gehandhaafd; de ervaring leert dat een fiets buiten het rek hinderlijk parkeergedrag van andere fietsers uitlokt. Ook wordt de situatie op het Stationsplein, achterzijde Centraal Station en het gebied tussen de Prins Hendrikkade (tussen Damrak en Martelaarsgracht) genoemd. Als gevolg van de werkzaamheden aan de Noord Zuidlijn is de openbare ruimte op die locaties in verhouding tot de grote stroom voetgangers zo schaars dat fietsen buiten de rekken of buiten de fietsflat verwijderd worden op basis van artikel 8.1 en 10.6 APV. Desgevraagd meldt het stadsdeel de ombudsman dat geen verkeerstechnisch onderzoek op grond waarvan de afweging is gemaakt juist deze zes plekken (en niet andere locaties) aan te wijzen heeft plaatsgevonden. Het stadsdeel achtte de genoemde motivering voor het strenge handhavingsregime niet van toepassing op een situatie, waarbij een inwoner van de Jordaan het stadsdeel wees op grote hoeveelheden fietsen op het trottoir voor zijn huis en de verkeersonveilige situatie die daardoor ontstond. Voetgangers werden gedwongen uit te wijken naar de straat. Aanleiding voor handhaving op die plek zag het stadsdeel niet.7
Hieronder volgen de zes locaties, voorzien van foto’s.
1. Stationsplein
6
Artikel 8.1 APV luidt: Het is verboden, touwen, kettingen, metalen draden of andere voorwerpen op, boven of over de weg te spannen dan wel deze voorwerpen, waaronder mede te verstaan fietsen,…..,op of aan de weg vast te maken aan bomen, boombeschermers, straatkolken en rioolputten of aan lantaarnpalen, draden, zuilen of andere inrichtingen of installaties, bestemd voor de openbare dienst. 7 De ombudsman publiceerde een rapport over deze zaak op 24 november 2006:RA011575
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 16/29
2. Prins Hendrikkade tussen Damrak en Martelaarsgracht
3. Bioscoop Pathé de Munt
4. Ingang Stopera en ingang metro bij de Stopera (Waterlooplein)
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 17/29
5. Nooduitgangen Leidsebuurt
6. Doorgang Weesperstraat bij universiteitsflats
Reacties op resultaten van het onderzoek Het resultaat van het onderzoek is op 11 april 2007 als verslag van bevindingen naar Stadsdeel Centrum gestuurd ten einde een aanvullende reactie mogelijk te maken. Het stadsdeel heeft op twee onderdelen in het verslag aanvullingen: Over de definitie van wrak meldt het stadsdeel niet te begrijpen wat de ombudsman bedoelt als hij meldt dat de reinigingspolitie de criteria van het stadsdeel te streng vond. Wel erkent het stadsdeel dat de grens tussen een fiets en een fietswrak in Amsterdam erg klein is, omdat de meeste Amsterdammers op fietsen van een slechte kwaliteit rijden. Het is niet zozeer dat de reinigingspolitie aanvullend beleid heeft gemaakt, maar het bestaande beleid is in een procesketen vastgelegd, waarin het verwijderen van fietswrakken is beschreven. Over de verwijdering van hinderlijk geparkeerde fietsen op zes plekken in de binnenstad merkt het stadsdeel op dat het klopt dat er geen verkeerstechnisch onderzoek is geweest op grond waarvan de genoemde zes plekken zijn aangewezen. De zes plaatsen zijn aangewezen naar aanleiding van
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 18/29
onderzoeken of op aanwijzingen van de brandweer of politie. Bij de herbouw van bioscoop Pathé de Munt heeft de politie cq brandweer bij herhaling met grote nadruk bedongen dat er aan het hekwerk voor de bioscoop geen fietsen mochten worden geplaatst.
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 19/29
hfd 3 Behoorlijkheidsvereisten, overwegingen, oordelen en aanbevelingen
De ombudsman toetst de gedragingen en handelingen van gemeentelijke instanties aan zogenaamde “ behoorlijkheidsvereisten”. In dit onderzoek is achtereenvolgens voor wat betreft: -de definitie van wrak aan het redelijkheidsvereiste getoetst; -de informatieverstrekking over een wrak aan het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking getoetst; -de uitvoering van de wrakverwijdering aan het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen en het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking getoetst; -de rechtsbescherming bij de wrakverwijdering aan het redelijkheidsvereiste getoetst; en -de verwijdering van hinderlijk geparkeerde fietsen op zes plekken in de binnenstad aan het motiveringsvereiste getoetst. Overwegingen
de definitie van wrak Het redelijkheidsvereiste houdt in dat het bestuursorgaan bij elk handelen (rechtshandelingen en feitelijke handelingen) alle relevante feiten en omstandigheden tegen elkaar afweegt. De uitkomst van die belangenafweging mag niet onredelijk zijn. Ook het vaststellen van de criteria aan de hand waarvan getoetst wordt of een fiets een wrak is moet op grond van een redelijke belangenafweging gebeuren. De reinigingspolitie heeft bij de verwijdering van fietswrakken vastgesteld dat de situatie in Amsterdam een bijzondere is, rekening houdend met de kwaliteitseisen die fietsers in Amsterdam aan hun fiets stellen. Op grond daarvan heeft de reinigingspolitie geconcludeerd dat het te rigide is om een fiets reeds als er één onderdeel een gebrek heeft als wrak te kwalificeren (en zo verwijdering mogelijk te maken); er moeten minimaal twee onderdelen ontbreken. Aan drie beoordelingscriteria moet worden voldaan, wil er sprake zijn van een fietswrak. Uit het onderzoek blijkt ook dat het voorkomt dat burgers de reinigingspolitie vragen om fietsen, die in hun ogen wrakken zijn, te verwijderen. Deze groep burgers heeft dus kennelijk geen belang bij de criteria, zoals die nu door de reinigingspolitie worden toegepast, maar wil een strenger optreden tegen wrakken opdat een fiets sneller als “wrak”kan worden gekwalificeerd en verwijderd. Hoewel de afweging en de daarbij meegewogen omstandigheden niet onbehoorlijk zijn, is onduidelijk in hoeverre de belangen van deze laatste groep burgers meegewogen zijn en welk gewicht daaraan toegekend is. Bij het vaststellen van een uniforme set criteria, die door iedere reinigingsagent – of controleur strikt nageleefd wordt, ligt het in de rede dat het stadsdeel nogmaals de criteria beoordeelt, en daarbij ook de belangen van die groep burgers meeweegt. Dit te meer, nu er op grond van de reactie van het stadsdeel op de onderzoeksresultaten onduidelijkheid lijkt te bestaan over de criteria ter vaststelling van een wrak. de informatieverstrekking over een wrak aan de burger Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen burgers tijdig, begrijpelijke, juiste en volledige informatie verstrekken. Volledig houdt in dat een bestuursorgaan de burger alle benodigde en relevante informatie verstrekt. Dat geldt in het bijzonder als bepaalde informatie voor de burger met het oog op het veilig stellen van zijn belangen noodzakelijk is. Daarvan is in dit geval sprake, nu de kwalificatie wrak voor de burger/ fietsbezitter, direct gevolgen heeft (namelijk verwijdering en vernietiging). Vast staat dat de drieledige set criteria / vereisten die de reinigingspolitie hanteert ter bepaling of een fiets als wrak wordt aangemerkt ontbreken in de voor de burger toegankelijke informatie op de website van het stadsdeel. Sterker
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 20/29
nog: de huidige beschikbare informatie wekt de indruk dat er al bij een van de in de lijst genoemde gebreken verwijdering plaatsvindt. De informatie op de website geeft dan ook een verkeerde voorstelling van de feitelijke gang van zaken. Dat maakt dat het vereiste is geschonden en dat de ombudsman aanleiding ziet een aanbeveling aan het rapport te verbinden. de uitvoering van de wrakverwijdering Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen houdt in dat bestuursorganen hun administratieve beheer en organisatorische functioneren inrichten op een wijze die behoorlijke dienstverlening aan burgers verzekert. Ter realisering van die behoorlijke dienstverlening kan een bestuursorgaan procedureregels – in dit geval de voorschriften rond de verwijdering van fietswrakken in de procesketen afhandelen fietswrakken – vaststellen. De procedureregels in de procesketen afhandelen fietswrak beogen onder meer dat er een en dezelfde maatstaf geldt bij de vaststelling of een fiets aangemerkt wordt als wrak; het beoogt een leidraad te zijn bij het verwijderen van wrakken. Voor de burger is dit belangrijk opdat er niet willekeurig wordt gehandeld bij de verwijdering van wrakken. De procedureregels dragen in dat opzicht bij aan een zorgvuldige uitvoering. Dat brengt wel mee dat men deze procedurevoorschriften naleeft. De ervaringen van de ombudsman tijdens het veldwerk is dat de medewerkers van de reinigingspolitie deze procedurevoorschriften met precisie uitvoerden. Zo werd aan de hand van de criteria fietswrak secuur vastgesteld of een fiets als wrak kon worden aangemerkt en voor verwijdering in aanmerking kwam, een fiets van een sticker voorzien indien de voorschriften daartoe aanleiding boden en de formulieren verwijderen fietswrakken zorgvuldig ingevuld. Het algemene beeld is dan ook dat de procedure behoorlijk werd uitgevoerd. Wel gelden twee kanttekeningen op twee punten in de procedure rond verwijdering. In de eerste plaats over de sticker, geplakt bij onduidelijkheid over de status van een fiets. Het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking houdt in dat bestuursorganen burgers tijdig begrijpelijke, juiste en volledige informatie verstrekken. Volledig houdt in dat de overheid de burger alle benodigde informatie verstrekt. Vast staat dat de bedoeling van de sticker is de fietsbezitter de mogelijkheid te geven binnen een bepaalde termijn zelf de fiets te verwijderen, voordat de reinigingspolitie dat doet. Nu vast staat dat de sticker een stickerdatum en de beoogde verwijderdatum ontbreekt en er geen concrete termijn gesteld wordt, is het voor de burger niet inzichtelijk binnen welke periode hij acties kan ondernemen om te voorkomen dat de fiets verwijderd wordt. Daarmee is er van volledige informatieverstrekking geen sprake. Op dit onderdeel is het genoemde vereiste geschonden en de procedure nog voor verbetering vatbaar. Daarom ziet de ombudsman aanleiding een aanbeveling aan het rapport te verbinden. Ten tweede over het formulier verwijdering fietswrak. Het vereiste van adequate organisatorische voorzieningen houdt in dat bestuursorganen hun administratieve beheer en organisatorische functioneren inrichten op een wijze die behoorlijke dienstverlening aan burgers verzekert. Ter realisering van die behoorlijke dienstverlening kan een bestuursorgaan procedureregels – in dit geval de voorschriften rond de verwijdering van fietswrakken in de procesketen afhandelen fietswrakken – vaststellen. Die procedureregels schrijven voor dat de betreffende reinigingsagent – of controleur het formulier verwijdering fietswrak invult, als hij een fiets beoordeeld heeft als “wrak”. Vast staat dat dit formulier alleen de mogelijkheid biedt een aantekening te maken over de geconstateerde gebreken (eerste van de drie criteria ter beoordeling van een wrak), en niet over de twee andere criteria ter beoordeling of een fiets een
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 21/29
wrak is. Nu ook die criteria (de staat van verwaarlozing en de negatieve economische waarde) meegenomen worden in de beoordeling dient het formulier ook de mogelijkheid te bieden om over die twee criteria een aantekening te maken. Dat is eens te meer van belang als een burger een klacht indient over de verwijdering en aangeeft dat het geen wrak was. Een formulier dat ook aantekeningen over de twee andere criteria bevat biedt het stadsdeel in een klachtprocedure meer mogelijkheid om deze klacht gemotiveerd te weerleggen. Daarom ziet de ombudsman aanleiding ook op dit punt een aanbeveling aan het rapport te verbinden. de rechtsbescherming bij de wrakverwijdering Het redelijkheidsvereiste houdt in dat een bestuursorgaan bij elk handelen (rechtshandelingen en feitelijke handelingen) alle relevante feiten en omstandigheden tegen elkaar afweegt. De uitkomst van die belangenafweging mag niet onredelijk zijn. Dat geldt ook voor de omstandigheden die een bijdrage leveren aan het verbeteren van de rechtsbeschermingspositie van een klager. Vast staat dat bij een klachtprocedure over de verwijdering van een wrak foto’s een bijdrage kunnen leveren aan een gemotiveerde reactie op de klacht (gegrond of ongegrondverklaring). Vast staat ook dat de reinigingsdienst geen foto’s maakt van een wrak voordat dit verwijderd wordt. De afweging van de reinigingspolitie om geen foto te maken is als volgt tot stand gekomen: In veel gevallen zullen meerdere foto’s moeten worden gemaakt om de situatie goed te kunnen vastleggen. Bovendien zijn veel gebreken aan een fiets niet visueel vast te leggen. Gezien het beperkte aantal klachten in verhouding tot het aantal verwijderde fietsen, acht de reinigingspolitie het geen goede besteding van tijd en mankracht om foto’s te maken, eens te meer gezien de beperkte meerwaarde. De tijd en mankracht die gestopt wordt in het maken van foto’s gaat immers ten koste van het daadwerkelijk verwijderen van wrakken. Deze afweging acht de ombudsman niet onbehoorlijk. Bovenstaande overweging doet er overigens niet aan af dat het feit dat de dienstverlening van de Dienst Stadstoezicht optimaal is, nu deze dienst wel foto’s maakt bij de wrakverwijdering. de verwijdering van hinderlijk geparkeerde fietsen op zes plekken in de binnenstad Het motiveringsvereiste houdt in dat de motivering op de individuele zaak is toegesneden, feitelijk juist is, logisch voortvloeit uit het overheidshandelen en kenbaar is. Het motiveringsvereiste houdt verband met het wettelijke vereiste dat beslissingen zorgvuldig moeten worden voorbereid. Dat brengt mee dat de gemeente zich actief op de hoogte stelt van de juiste, relevante feiten en omstandigheden opdat een zorgvuldig besluit kan worden genomen. Hier aan de orde is de beslissing om de zes genoemde plekken aan te wijzen als plekken waarbij een buiten het rek geplaatste fiets automatisch dusdanig hinderlijk is geparkeerd dat de openbare orde en veiligheid in het geding is. Er kan bij die plekken dan onmiddellijk tot handhaving worden overgegaan. Ter motivering wijst het stadsdeel op het feit dat de openbare ruimte op elk van de zes plekken, in verhouding tot de verkeersdrukte inclusief het aanwezige publiek, schaars is. Hoewel dat niet bestreden wordt, geeft het stadsdeel hierbij een algemene motivering voor alle zes plekken, terwijl de verhouding tussen openbare ruimte, verkeersdrukte en aantallen publiek op de zes plekken naast overeenkomsten ook verschillen heeft. Bovendien, en dat is belangrijker, gaat die motivering ook op voor andere plekken in de binnenstad. Te denken valt bijvoorbeeld aan de Oude Manhuispoort, en de hoek Muntplein – Rokin: ook daar is de openbare ruimte in verhouding tot verkeersdrukte inclusief het aanwezige publiek zo schaars dat er sprake is van een onveilige situatie. Dat maakt dat de keuze voor het strenge handhavingsregime op deze zes plekken niet voldoende is onderbouwd. Een gedegen onderbouwing is wel noodzakelijk omdat prioritering in het
Rapportnummer: RA0713486 Datum: 13 juni 2007 Aantal pagina’s: 22/29
handhavingsregime meebrengt dat het stadsdeel op andere plekken niet of minder handhaaft. Bovendien kan het stadsdeel klachten van burgers over het gebrek aan handhaving op andere plekken waar de openbare ruimte in verhouding tot de verkeersdrukte en aantallen publiek schaars is op basis van de huidige motivering niet voldoende weerleggen. Daarvan was ook sprake in een rapport dat de ombudsman in 2006 publiceerde (RA0611575). Oordeel
De onderzochte gedragingen zijn voor wat betreft: • • • • •
de definitie van wrak: niet onbehoorlijk de informatieverstrekking over een wrak aan de burger: niet behoorlijk de uitvoering van de wrakverwijdering: niet onbehoorlijk de rechtsbescherming bij de wrakverwijdering: niet onbehoorlijk de verwijdering van hinderlijk geparkeerde fietsen op zes plekken in de binnenstad: niet behoorlijk.
Aanbevelingen
1.De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel de informatie op de website over de verwijdering van fietswrakken aan te passen conform de criteria die de reinigingspolitie bij verwijderen van wrakken gebruikt. 2. De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel de tekst op de sticker aan te passen en daarbij een duidelijke termijn te stellen, waarbinnen de fietsbezitter de fiets zelf kan verwijderen. 3. De ombudsman verzoekt het Dagelijks Bestuur van het stadsdeel het formulier verwijdering fietswrak aan te passen, waarbij ook de criteria “beoordeling staat van verwaarlozing” en “beoordeling negatieve economische waarde”worden opgenomen als in te vullen rubrieken.
07/06/07 RS