Experimenten werkboekje
KIT
Dokter in de wetenschap: Klas: 1
Licht/zon Zonnebaden in het licht Zonlicht is heel belangrijk voor planten. Als een plant enkele dagen geen of onvoldoende licht krijgt, begint die al na enkele dagen gele blaadjes te krijgen. Het zonlicht levert energie aan de planten. Om die energie op te slorpen hebben planten ‘chlorofyl’. Chlorofyl ziet er uit als een soort heel kleine groene bolletjes. Die groene bolletjes of chlorofyl zetten koolzuur (CO2) en water om in voedingsstoffen die de plant nodig heeft om te leven. Maar om dat te kunnen doen hebben ze het zonlicht nodig. Als die groene bolletjes het koolzuur en water omzetten in voedingsstoffen komt ook zuurstof vrij.
Experimenteren maar… Wat ga je onderzoeken? Wat is de invloed van de hoeveelheid licht op de groei van een plant? Wat heb je nodig? - drie champignonbakjes - teelaarde - tuinkerszaadjes - water - drie etiketjes van het thema ‘licht’ Aan het werk 1) Schrijf op de drie etiketjes je naam en de datum en kleef op elk champignonbakje één etiketje. 2) Vul de champignonbakjes met een klein laagje teelaarde, ongeveer 1 cm. 3) Zaai in elk bakje ongeveer 15 zaadjes. 4) Geef de bakjes voldoende water. Doe dit elke dag. 5) Zet nu elk bakje op een verschillende plaats: A. in een donkere kast B. op een donkere plaats in de klas C. aan het raam 6) Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen. 2
Hoe komt dit? Door het licht van de zon krijgen de planten de nodige kracht om hun voedsel te maken. Daarom gaan de planten op zoek naar het licht. Zo komt het dat de plantjes die in het donker staan langgerekt en bleek zijn. Ze gingen op zoek naar het meeste licht.
Het experiment onder de loep… Vul in… Bakje A staat in/op Bakje B staat in/op Bakje C staat in/op Hoe moet je het rooster invullen? Groei: heel goed / goed / beetje / niet Kleur: mooi groen / flets / geelachtig Stengel: stevig /slap / heel lang / heel kort
BAKJE A
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
Groei Kleur Stengel
BAKJE B Groei Kleur Stengel
BAKJE C Groei Kleur Stengel
3
Kan je verklaren hoe dit komt?
Voor tussendoor Zoek de verborgen woorden: Koolzuur, voeding, chlorofyl, zonlicht, zuurstof
4
K
O
O
L
Z
U
U
R
S
X
E
T
F
I
I
E
D
L
F
R
P
M
A
Z
R
H
L
M
A
T
M
E
G
U
K
T
A
S
H
V
O
H
L
U
S
U
H
C
M
O
O
T
H
R
M
E
I
S
O
E
N
N
L
S
H
L
W
Y
T
D
E
Y
I
T
N
G
B
T
A
I
C
H
L
O
R
O
F
Y
L
N
R
C
Z
F
T
C
T
E
F
G
Maak een leuk verhaaltje over een plant die van het licht geniet.
5
Water Een lekkere douche doet wonderen Geen een water geen leven. Geen enkel levend wezen kan zonder water, ook diegene die in de warmste woestijn wonen kunnen niet zonder. Dus ook planten hebben water nodig. Je merkt het al snel wanneer je een plant bent vergeten water geven. De blaadjes hangen slap en de bloemen hangen met hun kopje naar beneden. Ook in de tuin kan een regenbui wonderen doen na een droge zomerse dag. Dan zie je de planten duidelijk heropleven.
Experimenteren maar… Wat ga je onderzoeken? Wat is de invloed van de hoeveelheid water op de groei van een plant? Wat heb je nodig? - drie champignonbakjes - teelaarde - tuinkerszaadjes - water - drie etiketjes van het thema ‘water’ Aan het werk 1) Schrijf op de drie etiketjes je naam, de datum. Kleef op elk champignonbakje één etiketje. 2) Vul de champignonbakjes met een klein laagje teelaarde, ongeveer 1 cm. 3) Zaai in elk bakje 20 zaadjes en doe er nog een beetje teelaarde over zodat je ze niet meer ziet. 4) Geef de bakjes even veel water, de aarde mag goed nat zijn. 5) Zet de bakjes naast elkaar op een zonnige plaats. 6) Geef elke dag de plantjes op een verschillende manier water: 1. voldoende water (de aarde moet mooi vochtig blijven) 2. te weinig water (geef bij de start een beetje water, is de aarde droog, geef dan een heel klein beetje water bij) 3. te veel water (elke dag veel water geven zodat de bovenste laag aarde drijft). 7) Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen. 6
Hoe komt dit? Water is het transportmiddel voor de mineralen die in de grond zitten. De mineralen in de bodem lossen op in het water. Die mineralen heeft de plant nodig, daarom zuigt de plant het water op met haar wortels. Dat water moet rondgestuurd worden zodat de mineralen overal in de plant terecht komen. Als er te weinig water is, kan de plant geen water doorsturen en hebben de plantjes te weinig voedingsstoffen om te groeien. Is er teveel water dan zitten hun cellen veel te vol met water en kunnen ze geen zuurstof meer opnemen. Ze verdrinken als het ware.
Het experiment onder de loep… Vul in… Bakje 1 staat in/op Bakje 2 staat in/op Bakje 3 staat in/op Hoe moet je het rooster invullen? Groei: heel goed / goed / beetje / niet Kleur: mooi groen / flets / geelachtig Stengel: stevig /slap / heel lang / heel kort BAKJE 1
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
Groei Kleur Stengel BAKJE 2 Groei Kleur Stengel BAKJE 3 Groei Kleur Stengel 7
Kan je verklaren hoe dit komt?
Voor tussendoor Zoek de vreemde eend... 1) water – regenbui – gieter – tuinslang – sproeier – meter 2) regen – vitaminen - bodem – oplossen – wortels – mineralen 3) droog – groen – dorst – slap – woestijn Ontcijfer de code…
T r a n s p o r t m i d d e l tra n s p or t m i d d e l
Geen
kan
8
enkel
zonder
levend
water
wezen
Zoek de juiste weg van water tot plant…
9
Warmte Zonnebaden in de warmte Warmte is een belangrijke factor bij de groei van planten. Het bevordert de groei. Maar de temperatuur mag niet te hoog zijn anders droogt de plant uit. Het mag ook niet te koud zijn, want bepaalde planten ontkiemen pas vanaf een bepaalde minimumtemperatuur.
Experimenteren maar… Wat ga je onderzoeken? Welk effect heeft warmte op de planten groei? Wat heb je nodig? - twee bloempotten - teelaarde - tomaatzaadjes - één plastic fles - twee etiketten van het thema ‘warmte’ Aan het werk 1) Schrijf op de etiketten je naam, de datum en kleef die op de bloempotten. 2) Vul de bloempotten met de teelaarde. Druk eventjes aan. 3) Zaai in elke bloempot 4 zaadjes en doe er een laagje aarde bovenop. Geef ze elke dag water! 4) Zet de potjes op een warme plek in het licht. 5) Snij de bodem van de fles en schroef er het dopje van. Zet de fles over de zaadjes van pot 1. 6) Bekijk elke dag de groei en noteer je waarnemingen. Hoe komt dit? De zonnestralen warmen alle donkere delen rond en op de plant sterk op: de aarde, de bladeren. Die donkere delen warmen ook de lucht er rond op. In de open lucht verdwijnt die warme lucht snel door de wind of ze stijgt op. Planten hebben warmte nodig om te groeien. Als het lekker warm is, groeien ze vlugger. De plastic fles zorgt ervoor dat de warme lucht rond de plant blijft. De plant onder de fles groeit om die reden vlugger dan de andere. 10
Het experiment onder de loep… Vul in… Bloempot 1 staat in/op Bloempot 2 staat in/op Hoe moet je het rooster invullen? (Let op, we kijken maar om de twee dagen) Groei: heel goed / goed / beetje / niet Kleur: mooi groen / flets / geelachtig Stengel: stevig /slap / heel lang / heel kort
BLOEMPOT 1
DAG 1
DAG 3
DAG 5
DAG 7
DAG 9
DAG 11
DAG 14
DAG 1
DAG 3
DAG 5
DAG 7
DAG 9
DAG 11
DAG 14
Groei Kleur Stengel
BLOEMPOT 2 Groei Kleur Stengel
Kan je verklaren hoe dit komt?
11
Voor tussendoor Vul het kruiswoordraadsel in: Horizontaal: 1) Hiermee meet je de temperatuur. 4) Stralen die de zon uitstuurt. 5) Hebben warmte nodig om te groeien. 6) Niet koud maar… 7) Een warme plaats in de wereld waar weinig planten zijn. Verticaal: 2) Niet binnen maar in de… 3) Een plant die uitkomt is aan het…
2 1
3 4 5
6 7
12
Lucht Adem in en adem uit... Lucht is nog één van de vijf elementen die levende wezens nodig hebben om te overleven. Mensen, dieren, ja zelfs planten ademen. Bladeren hebben tal van microscopisch kleine ‘huidmondjes’. Via die mondjes ademen ze koolzuur (CO2) in en zuurstof uit. Is het niet andersom hoor ik je denken. Nee, planten zijn onze grootste leveranciers van zuurstof. Ze zetten koolzuur (CO2) om in zuurstof.
Experimenteren maar… Wat ga je onderzoeken? Kunnen planten lucht uitademen? Wat heb je nodig? - één grote doorschijnende beker - 1 blad van verschillende planten - water Aan het werk 1) Vul de bokaal met water. 2) Leg er het blad van de plant in. 3) Bekijk na een half uur de onderkant van het blad en noteer je waarnemingen. Hoe komt dit? Planten nemen koolstofdioxide (CO2) uit de lucht en zetten dit om in zuurstof (O2). De zuurstof ‘ademen’ ze weer uit.
Het experiment onder de loep… Vul in… Welke blaadjes gebruik je?
13
Hoe moet je het rooster invullen? Belletjes onder aan het blad: veel / beetje / geen
BLAD 1
Half uur
Uur
1 ½ uur
2 uur
2 ½ uur
3 uur
Half uur
Uur
1 ½ uur
2 uur
2 ½ uur
3 uur
Half uur
Uur
1 ½ uur
2 uur
2 ½ uur
3 uur
Half uur
Uur
1 ½ uur
2 uur
2 ½ uur
3 uur
Belletjes
BLAD 2 Belletjes
BLAD 3 Belletjes
BLAD 4 Belletjes
Kan je verklaren hoe dit komt?
14
Voor tussendoor Een luchtige sudoku Vul het rooster in met de zes onderstaande symbooltjes. Maar opgelet elk symbooltje mag maar één keer voorkomen per rij, per kolom en per vakje.
De symbooltjes: warmte
, water
, lucht
, licht
, bodem
, plant
.
15
Maak een luchtig gedicht over de lucht…
16
Bodem/voeding Wat schaft de pot? De bodem of aarde is voor heel wat dingen nuttig voor een plant. Het biedt eerst en vooral een houvast. De wortels van de plant kunnen uit de bodem het nodige water halen en daarnaast bevat de bodem ook talrijke voedingsstoffen.
Experimenteren maar… Wat ga je onderzoeken? Heeft een plant aarde nodig om te groeien? Wat heb je nodig? - drie champignonbakjes - 3 velletjes keukenpapier - watten - teelaarde - tuinkerszaadjes - drie etiketjes van het thema ‘bodem/voeding’ Aan het werk 1) Schrijf op de drie etiketjes je naam en de datum. Kleef op elk champignonbakje één etiketje. 2) Vul één bakje (1) met het keukenpapier en watten (dat je op voorhand wat vochtig hebt gemaakt), vul één bakje (2) met ongeveer 1 cm aarde en laat één bakje (3) leeg. 3) Zaai in elk champignonbakje een tiental zaadjes (ook in het lege bakje) en zet ze op een zonnige plaats. Maak de aarde voldoende nat zodat de zaadjes kunnen ontkiemen. 4) Bevochtig de zaadjes met de plantenspuit. 5) Bekijk elke dag de bakjes en noteer je waarnemingen. Hoe komt dit? Een plant heeft steun nodig om zich te verankeren. Grond, keukenpapier,… geeft de plant voldoende steun om zich te verankeren.
17
Het experiment onder de loep… Schrappen wat niet past: Bakje 1: keukenpapier en watten / teelaarde / leeg Bakje 2: keukenpapier en watten / teelaarde / leeg Bakje 3: keukenpapier en watten / teelaarde / leeg Hoe moet je het rooster invullen? Groei: heel goed / goed / beetje / niet Kleur: mooi groen / flets / geelachtig Stengel: stevig /slap / heel lang / heel kort BAKJE 1
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
DAG 1
DAG 2
DAG 3
DAG 4
DAG 5
DAG 6
DAG 7
Groei Kleur Stengel BAKJE 2 Groei Kleur Stengel BAKJE 3 Groei Kleur Stengel Kan je verklaren hoe dit komt?
18
Voor tussendoor Wat betekenen deze bodemspreekwoorden? Iets tot op de bodem uitzoeken...
Een einde aan iets maken...
Een bodemloze put...
Grondig onderzoeken...
De bodem inslaan...
Onoplosbaar...
Ingewikkelde bodem Het stukje land van onze boer is in verschillende stukjes opgedeeld. Vraag aan de juf om dit stukje land te kopiëren. Knip ze uit en je kan allerhande leuke figuurtjes maken. Probeer nadien opnieuw een vierkant te maken.
19
20