Evaluatie bedrijfsopvangteam 2011 ‘Je staat er niet alleen voor’
Datum Steller Afdeling Versie
18 mei 2011 E. Koning C&R 1.3
Inhoudsopgave 1. 2.
3. 4. 5. 6. Bijlage 1.
Inleiding.......................................................................................................................... 3 Evaluatie ........................................................................................................................ 4 2.1 Populatie.............................................................................................................. 4 2.2 Bekendheid en procedure ................................................................................... 4 2.3 Ervaring ............................................................................................................... 6 2.4 Tips en suggesties............................................................................................... 7 Evaluatiesystematiek ..................................................................................................... 7 Conclusie ....................................................................................................................... 7 Aanbevelingen ............................................................................................................... 8 Afsluiting ........................................................................................................................ 8 Vragenlijst ...................................................................................................................... 9
2
1.
Inleiding
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland heeft sinds 1 januari 2010 een regionaal bedrijfsopvangteam. Twaalf ervaren brandweermensen uit diverse korpsen binnen de regio vormen het team, samen met een coördinator. Het doel van het bedrijfsopvangteam is ondersteuning bieden. Het bedrijfsopvangteam wil ervoor zorgdragen dat brandweercollega’s het brandweerwerk met plezier en op een adequate manier kunnen voortzetten na een indrukwekkende brandweerinzet. Dit kan bewerkstelligd worden door een nazorg gesprek te laten plaatsvinden tussen leden van het bedrijfsopvangteam en de collega’s. Het bedrijfsopvangteam kan direct na een incident in actie komen, op advies van de bevelvoerder, officier van dienst of hoofdofficier van dienst, of wanneer iemand zelf aangeeft ondersteuning nodig te hebben zowel na een incident als op ieder ander moment. Afgesproken is om na één jaar een evaluatie te houden, voornamelijk om de bekendheid en de ervaring met het bedrijfsopvangteam in kaart te brengen. Om een zo goed mogelijke evaluatie mogelijk te maken is het bedrijfsopvangteam online geëvalueerd met behulp van het programma NETQ. De vragenlijst begint met een aantal algemene vragen, waarna de bekendheid van het team en de procedure wordt onderzocht. De vragenlijst eindigt met een aantal vragen over de ervaring met het bedrijfsopvangteam. Deze vragen zijn alleen gesteld aan diegene die al eens een gesprek met het team hebben gehad. Uit de evaluatie is het volgende op te maken: - Het bedrijfsopvangteam is bekend bij de doelgroep - Het contact met het bedrijfsopvangteam is voornamelijk als positief ervaren
3
2.
Evaluatie
Deze evaluatie is gedaan met behulp van het online evaluatieprogramma NetQ. Via de e-mail is een link naar de vragenlijst verzonden naar alle commandanten in de regio. De link verwijst naar een online vragenlijst waarin vragen worden gesteld over de bekendheid, de procedure en de ervaring met het bedrijfsopvangteam. De commandanten is gevraagd de vragenlijst vervolgens uit te zetten naar het repressieve brandweerpersoneel.
2.1
Populatie
De populatie bestaat uit circa 750 brandweermensen (de doelgroep). Hiervan hebben 186 brandweermensen de online vragenlijst ingevuld (de respondenten). Dit is een percentage van 25%. Vanuit de korpsen Beemster en Purmerend zijn geen reacties ontvangen. Manschappen vormen de grootste groep van de respondenten, namelijk 70%. Zij maken ook het grootste deel van de populatie uit. Van de geënquêteerden is voorts 26% bevelvoerder en 6% (Hoofd) Officier van Dienst. De kleine groep van 14% die overblijft, vervult andere functies (of een combinatie van functies) binnen de brandweer, zoals commandanten en duikploegleiders.
2.2
Bekendheid en procedure
Het bedrijfsopvangteam heeft gedurende een jaar veel bekendheid verworven. 34% van de respondenten heeft ervaring met het bedrijfsopvangteam, voornamelijk door middel van deelname aan een groepsgesprek. Daarnaast is bijna de helft van de mensen bekend met de procedure van het bedrijfsopvangteam. Slechts 1% heeft nog nooit van het bedrijfsopvangteam gehoord, 5% is nog niet bekend met de procedure.
Antwoorden op de vraag: In hoeverre bent u bekend met het bedrijfsopvangteam?
4
12% van de respondenten heeft het antwoord ‘anders’ ingevoerd. De antwoorden die hier zijn ingevuld komen echter overeen met de bestaande antwoordmogelijkheden. Velen laten hier bijvoorbeeld weten dat ze al eens hebben deelgenomen aan een groepsgesprek, antwoordmogelijkheid 1. Deze vraag is daardoor niet geheel correct ingevuld. Wanneer we de antwoorden bij ‘anders’ verwerken in de bestaande antwoordmogelijkheden, worden de volgende uitkomsten verkregen: Antwoordmogelijkheid
Aantal
Percentage
Ik heb er wel eens gebruik van gemaakt
63
43%
Ik weet wat dit inhoud maar heb er nog nooit gebruik van gemaakt
72
49%
Ik heb er wel eens van gehoord, maar weet niet precies wat het is
10
7%
Ik weet niet wat het bedrijfsopvangteam is
1
1% |
Antwoorden op de vraag: In hoeverre bent u bekend met het bedrijfsopvangteam?
76% van de respondenten schakelt, wanneer nodig, het bedrijfsopvangteam in na een incident. Bijna de helft zal dit doen via de kazernecommandant, ruim een vijfde rechtstreeks via de (plaatsvervangend) bedrijfsfopvangteam-coördinator en de overigen via de lokale vertegenwoordiging. 11% wil het bedrijfsopvangteam nooit inschakelen. Dit komt voornamelijk doordat zij vinden dat het gesprek met het bedrijfsopvangteam te snel na het incident plaatsvindt. Liever praten zij eerst met de eigen groep of met andere bekenden. Ook wordt er genoemd dat het vaak erg lang duurt voordat het bedrijfsopvangteam ter plaatse is na een incident. Enkelen (7%) durven wellicht niet aan te geven een gesprek met het bedrijfsopvangteam te willen.
Antwoorden op de vraag: Zou u na aanleiding van een ingrijpende gebeurtenis zelf het bedrijfsopvangteam inschakelen?
Een groepsgesprek met het bedrijfsopvangteam heeft de voorkeur. 68% geeft aan eerst een groepsgesprek te willen aangaan, wanneer nodig kan er daarna nog een individueel gesprek plaatsvinden. Enkelen hebben een duidelijke voorkeur voor een individueel gesprek of alleen een groepsgesprek. 11% vindt het moeilijk deze vraag te beantwoorden, omdat zij dit laten afhangen van het type incident waar het om gaat.
5
Antwoorden op de vraag: In welke vorm zou u, na een ingrijpende gebeurtenis tijdens uw dienst, gebruik willen maken van het bedrijfsopvangteam?
2.3
Ervaring
Na de vragen over de bekendheid met het bedrijfsopvangteam is er ingezoomd op de ervaring met het bedrijfsopvangteam. Dit gedeelte van de enquête is door 49 brandweermensen ingevuld. Deze 49 hebben eerder in de enquête aangegeven al eens een gesprek te hebben gehad met het bedrijfsopvangteam. 76% geeft aan het gesprek wel als positief te hebben ervaren, 14% is neutraal. Slechts 10% van deze groep heeft het gesprek niet als positief ervaren. Door enkelen is hier een reden voor gegeven. De oorzaak ligt in deze gevallen bij de leden van het bedrijfsopvangteam: het probleem werd door de gespreksleider erger gemaakt dan het geval was. Hierdoor wordt er door de betreffende respondenten getwijfeld aan de deskundigheid van het bedrijfsopvangteam.
Antwoorden op de vraag: Ik heb het gesprek met het bedrijfsopvangteam als positief ervaren
De verwachtingen met betrekking tot een gesprek zijn ook voor een groot deel bevredigd. In totaal geeft slechts 18% aan dat het gesprek met het bedrijfsopvangteam niet voldeed aan de verwachtingen. Van de respondenten geeft 82% aan in de toekomst nog eens gebruik te willen maken van het bedrijfsopvangteam wanneer dit nodig is, waaruit blijkt dat de gesprekken inhoudelijk voldoende zijn om de doelgroep te motiveren het bedrijfsopvangteam nog eens in te schakelen. Echter, op de vraag of het gesprek heeft geholpen het incident een plaats te geven, antwoordt ruim de helft ‘neutraal’. Slechts 12% is het er helemaal mee eens. Een gesprek met het bedrijfsopvangteam wordt dus vaak als positief beschouwd, maar lang niet altijd als effectief.
6
2.4
Tips en suggesties
Als laatste is er gevraagd naar tips, opmerkingen of suggesties met betrekking tot het bedrijfsopvangteam. De uitkomsten hiervan zijn: Als er een groepsgesprek plaatsvindt, wordt er verwacht van de leden van het bedrijfsopvangteam dat zij meer weten over de afloop van het incident. Aanvullende informatie, bijvoorbeeld na een reanimatie over het wel of niet overlijden van een slachtoffer is gewenst. Ervaren wordt dat groepsgesprekken soms te lang duren. Wens vanuit het veld is een kennismaking met de leden van het bedrijfsopvangteam, bijvoorbeeld door langs te komen op een oefenavond. Zo wordt de drempel verlaagd voor het inschakelen van het bedrijfsopvangteam. Een aantal keer wordt er aangegeven dat er tijdens een gesprek een zwaardere lading wordt gegeven aan een incident dan werkelijk wordt ervaren. Aanbevolen in de enquête wordt om dit in de toekomst te voorkomen. Vervolgafspraken met een individuele medewerker melden bij diegene die de Operationele Leiding had bij het desbetreffend incident. Ten slotte wordt er heel vaak aangegeven dat het bedrijfsopvangteam zeker door moet gaan en erg wordt gewaardeerd.
3.
Evaluatiesystematiek
Het bedrijfsopvangteam is geëvalueerd met het online evaluatieprogramma NetQ. Als de structuur in het programma duidelijk is kan op eenvoudige wijze een vragenlijst gemaakt worden. Ook het aanmaken van een groep respondenten voor de evaluatie is op eenvoudige wijze te doen evenals het verzenden van de vragenlijst, inclusief de herinneringen wanneer een vragenlijst niet is ingevuld. De vragenlijst is te vinden in bijlage 1.
4.
Conclusie
Het bedrijfsopvangteam heeft in het eerste jaar veel bekendheid verworven. Bijna iedereen is op de hoogte van de procedure en bijna de helft van de respondenten heeft al eens een (groeps)gesprek gehad. Hier wordt veelal ook positief op gereageerd, driekwart vond dit duidelijk een positieve ervaring. Het bedrijfsopvangteam wordt nog niet altijd ingeschakeld, ook al kan dit wel waardevol zijn. Het bedrijfsopvangteam en de procedure van het bedrijfsopvangteam is bij een groot deel van de respondenten bekend, maar de stap om het team daadwerkelijk in te schakelen wordt nog niet altijd genomen. Wanneer het gesprek met het bedrijfsopvangteam niet als positief werd ervaren, kwam dit doordat er meer inhoud werd verwacht van het gesprek en omdat het gesprek te snel na een incident plaatsvond.
7
5.
Aanbevelingen
Om het bedrijfsopvangteam tot een (nog) groter succes te brengen komen uit deze evaluatie een aantal aanbevelingen naar voren. De volgende aanbevelingen worden gedaan: Niet direct na een incident in actie komen. Wellicht één of een paar dagen later, zodat iedereen er eerst over kan praten in zijn vertrouwde omgeving. Leden van het bedrijfsopvangteam blijven bijscholen om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen en bekwaam te blijven. Het bedrijfsopvangteam toegankelijker maken. Bijvoorbeeld door eens langs te gaan bij korpsen op een oefenavond. Hierbij benadrukken dat het inschakelen van het bedrijfsopvangteam zeer regelmatig gebeurd, zodat de mensen die het bedrijfsopvangteam niet durven in te schakelen wellicht over de streep worden getrokken. Om in een vervolgenquête meer diepgang in de antwoorden te krijgen, wordt er aanbevolen te vragen waarom een antwoord wordt gegeven
6.
Afsluiting
Het bedrijfsopvangteam is opgericht om ondersteuning te bieden. Uit dit onderzoek blijkt dat deze doelstelling gedeeltelijk is behaald. Dit initiatief wordt als juist gezien en als positief ervaren. Om het bedrijfsopvangteam tot een (nog) groter succes te brengen is er een aantal aanbevelingen gedaan. Het is aan VrZW en de korpsen of ze van het bedrijfsopvangteam verwachten iets met deze aanbevelingen te gaan doen.
8
Bijlage 1.
Vragenlijst
PDF
9