ERGONOMIE IN DE
ZORGOPLEIDING DAT KAN BETER
&
EN
www.gezond en zeker.nl
&
Colofon Deze uitgave is met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Noch de schrijvers, noch de uitgever stellen zich echter aansprakelijk voor eventuele schade als gevolg van eventuele onjuistheden en/of onvolkomenheden in deze uitgave. Mocht u in dit rapport onjuiste, onvolledige of achterhaalde informatie aantreffen, dan horen wij dat graag. Bij een eventuele volgende versie kunnen we daar rekening mee houden. Alle reacties zijn welkom bij
[email protected]. © Gezond & Zeker, Stichting RegioPlus, Zoetermeer 2012
Tekst Knibbe NE, Knibbe JJ, Vries EM de / LOCOmotion Eindredactie en projectbegeleiding Angelique van Beuzekom / Your Life Media Beeld Auke Herrema / Auke Herrema Cartoons (GoedGebruik) / Diederik van der Laan / Marcel van den Berg
Deze publicatie is als digitaal document te downloaden op www.gezondenzeker.nl. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever gebruikt worden voor andere gedrukte, geprinte of digitale (in welke vorm dan ook) uitgaven.
Inhoudsopgave
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
ERGONOMIE IN DE
pagina
ZORGOPLEIDING DAT KAN BETER
www.gezond en zeker.nl
3
Inhoudsopgave
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Inhoudsopgave Conclusie
5
Vraagstelling
6
Onderzoekmethode
7
Resultaten
8
Aanbevelingen
12
Literatuur
13
Bijlage 1
14
Bijlage 2
15
Bijlage 3
16
www.gezond en zeker.nl
pagina
4
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Conclusie In opdracht van Stichting RegioPlus/Gezond & Zeker is door bureau LOCOmotion onderzoek gedaan naar de aard en omvang van het ergonomieonderwijs in zorgopleidingen. Op basis van de bevindingen van de onderzoekers plaatst Gezond & Zeker kritische kanttekeningen bij de kwaliteit van het ergonomieonderwijs zoals dat momenteel aan studenten in de zorg wordt aangeboden. Kennis over de uitgangspunten van het gezond werken in de zorg te weten de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting en de Mobiliteitsklassen, zoals die te vinden zijn de arbocatalogi voor alle branches in de zorg, is gemiddeld genomen onvoldoende. Positieve resultaten zijn gevonden voor wat betreft de aandacht voor haptonomie en voor het bevorderen van zelfredzaamheid van cliënten. Uit de discussie over deze bevindingen tijdens een expertbijeenkomst blijkt dat opleidingen en instellingen nogal eens naar elkaar wijzen. Het geven van up-to-date ergonomielessen zou onvoldoende zin hebben, omdat de kennis en vaardigheden in de ‘weerbarstige’ praktijk weer zouden worden afgeleerd. Ook zou de praktijk vragen om onveilige transfertechnieken. Vanuit de zorginstelligen klinkt echter het geluid dat leerlingen en pas afgestudeerden op het gebied van ergonomie onvoldoende en niet up-to-date zijn opgeleid. De communicatie tussen opleiding en de praktijk lijkt in die zin een verbeterpunt. Het samen eens worden over de inhoud van het onderwerp ‘ergonomie’ zou een eerste stap zijn. Het uitgangspunt daarbij staat echter niet ter discussie, dit zijn de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting voor de zorg. We bevelen op basis van deze studie aan om in de basisopleiding de ergonomische kennis en vaardigheden als een apart vak aan te bieden. Deze zouden vervolgens expliciet (toetsbaar) geïntegreerd moeten worden in alle andere relevante vakken. En daarna zou dit ook in de stages en de bijbehorende toetsmomenten moeten worden benoemd.
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
pagina
5
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Vraagstelling Gezond, innovatief en ergonomisch werken in de zorg is van groot belang. Recent onderzoek1 laat zien dat klachten aan het bewegings apparaat nog steeds te veel voorkomen. Een vijfde van de zorgverleners gaat met pijn naar huis na het werk. Gezond werken is wel degelijk mogelijk, dit dient al bij de opleiding te starten. Onderzoek toont aan dat leerlingen, stagiaires en jong gediplomeerden een verhoogd risico lopen op het krijgen van klachten aan het bewegingsapparaat. Al in de tachtiger jaren bleek dat een grote groep studenten in een vroege fase van hun opleiding wordt geconfronteerd met klachten aan het bewegingsapparaat2. Ook uit recenter monitorringonderzoek in de VVT branche komt naar voren dat juist jonge werknemers, waaronder leerlingen, extra risico lopen3. Zij hebben in vergelijking met hun oudere collega’s tot 10% meer klachten aan het bewegingsapparaat. Dit kan niet zonder gevolgen blijven. Denk daarbij aan het niet afmaken van de opleiding, vervroegd uittreden, verzuim en arbeidsongeschiktheid. Zaken die in ieder geval niet bijdragen aan de noodzakelijke vermindering van de huidige en toekomstige tekorten aan zorgpersoneel. Aandacht voor gezond en innovatief werken, fysieke belasting, tillen, het gebruik van (til)hulpmiddelen en werkhouding (‘ergonomie’) zou daarom standaard in elke zorgopleiding structureel, kwantitatief en kwalitatief van voldoende niveau, aangeboden moeten worden. Omdat onbekend is in hoeverre dit het geval is, heeft Gezond & Zeker bureau LOCOmotion opdracht gegeven onderzoek te doen naar de aard en omvang van het ergonomieonderwijs zoals dat wordt aangeboden door de zorgopleidingen. Deze uitgave is een samenvatting van de resultaten van dit onderzoek. Het volledige rapport ‘Ergonomie in de zorgopleiding’ is te downloaden op www.gezondenzeker.nl.
Gezond & Zeker, het voormalige Project Ergocoaches, wordt uitgevoerd door Stichting RegioPlus. Deze stichting, opgericht in 2005, bestaat uit zeventien regionale werkgeversorganisaties die zich bezig houden met arbeidsmarktvraagstukken in zorg en welzijn. Speerpunten van Gezond & Zeker zijn het terugdringen van fysieke belasting en de aanpak van agressieproblematiek.
Werken in de Zorg, Menzis en V&VN, 2011.
1
Knibbe, 1988.
2
Knibbe & Knibbe, 2008.
3
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
pagina
6
Inhoudsopgave
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
pagina
7
Onderzoeksmethode Gezien het grotendeels ontbreken van gegevens over de mate en de manier waarop het ergonomie onderwijs wordt aangeboden door de zorgopleidingen, is gekozen voor een inventariserende en beschrijvende studie. Allereerst is een contextanalyse uitgevoerd, waarbij tevens de (onderzoeks)literauur is bestudeerd. Op basis hiervan is een enquete opgesteld en getest bij een viertal vertegenwoordigers van zorgopleidingen. Kern van de vragenlijst was de wijze waarop het onderwerp ergonomie een integrale plaats heeft in het reguliere onderwijs. De term ‘ergonomie’ hanteren we in deze studie als overkoepelend begrip voor fysieke belasting, til- en transferhandelingen en gezond werken in de zorg. De resultaten zijn geanalyseerd en in een voorlopige rapportage ondergebracht.
Wie deden er mee aan het onderzoek? Alle circa 140 Nederlandse zorgopleidingen die Niveau 2 of hoger aanbieden, zowel BOL/regulier4 als BBL/duaal5, zijn benaderd. Uiteindelijk hebben 53 opleidingen deelgenomen aan het onderzoek. Acht van deze opleidingen deden mee aan de expertbijeenkomst. Vertegenwoordigers van de overige vijfenveertig opleidingen hebben de vragenlijst ingevuld. Het aantal respondenten per vraag varieert omdat niet alle onderwerpen voor alle opleidingen van toepassing waren. Het aantal respondenten wordt bij elke vraag expliciet vermeld. De vertegenwoordigers zijn aangedragen door de opleidingen zelf, zijnde de personen die het meeste zicht hebben op de invulling van het ergonomie onderwijs. Het aantal deelnemers per niveau is hieronder in een diagram weergegeven.
Aantal respondenten verdeeld over de niveaus (N=45) 7
9
Niveau 2 Niveau 3
Afsluitend is door Gezond & Zeker een expertbijeenkomst georgansieerd voor docenten die zich bezighouden met ergonomieonderwijs. Dit is niet alleen gedaan om de voorlopige resultaten van het vragenlijstonderzoek te toetsen en in te kleuren, maar ook om aanbevelingen voor verbeteringen en vervolgstappen te inventariseren en structureren.
Niveau 4 Niveau 5
13 16
BOL staat voor de Beroeps Opleidende Leerweg. Bij de BOL en de reguliere leerroute volgen studenten voltijds contactonderwijs en lopen ze daarnaast in periodes stages.
4
Minimaal 20% en maximaal 60% van de opleiding is gereserveerd voor praktijkonderwijs. Bij de BBL (Beroeps Begeleidende Leerweg) en duale leerroute beginnen studenten direct met werken in de praktijk en krijgen ze één of twee dagen per week (theoretisch)
5
contactonderwijs op de opleiding. Het praktijkonderdeel bij deze BBL en duale leerroute is tenminste 60% van de opleiding.
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
pagina
8
Resultaten Apart vak of niet? Uit het onderzoek komt naar voren dat praktisch de helft (49%) van de in deze studie betrokken opleidingen een apart vak aanbiedt over het onderwerp ‘ergonomie’. Daarnaast verwerkt de meer derheid van de opleidingen (80%) het onderwerp (ook) in andere vakken. Het gaat dan bijvoorbeeld om vakken als ADL-zorg, verpleegtechnische vaardigheden en huishoudkunde. Bij een grote meerderheid van de in deze studie betrokken opleidingen (89%) is dit ook daadwerkelijk expliciet terug te vinden in de leerdoelen van deze vakken.
Aantal lesuren in de totale opleiding besteed aan ergonomie per leerroute (N=42) 16 14
14,6
12 10
11,4
8
9,1
6 4 2
Wordt tijdens de stage expliciet aandacht besteed aan ergonomie? (N=44)
0 Aantal uur
BOL / Regulier
BBL / duaal
Totaal
5
Ja Nee
39
Het ligt dan ook in de lijn der verwachting dat het onderwerp ook in de stages aan de orde komt. Bij 39 van de 44 opleidingen (89%) blijkt dit zo te zijn. Meestal gaat dit in de vorm van speciale stage opdrachten en tijdens feedbackmomenten. De opleidingen geven wel aan dat de aandacht voor ergonomie verschilt per leerbedrijf en per stagebegeleider.
Het is de vraag of dit aantal lesuren voldoende is om te voldoen aan de eindtermen voor de onderwerpen ‘helpen bij mobiliteitsproblemen’, ´tillen en verplaatsen´ en het ´stimuleren tot beweging´ zoals geformuleerd in de ‘Kwalificatiestructuur en eindtermen voor de Verpleging en Verzorging’6. In ieder geval staat deze 11,4 uur (logischerwijs) op geen enkele manier in verhoudig tot de tijd die wordt besteed aan vakken als pathologie, anatomie en verpleegtechnische vaardigheden. Toch is 11,4 uur een redelijke eerste basis om de juiste werkhouding en technieken aan te leren. Zéker als dit wordt gecombineerd met aandacht voor ergonomie tijdens andere vakken en stages.
Hoe wordt kennis overdragen? Bij 62% van de in deze studie betrokken opleidingen wordt kennis overgedragen door te oefenen in de praktijk, bij 32% middels theoretisch onderwijs, 5% via Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO) en 1% via E-learning.
Hoeveel uur ergonomie? Het gemiddeld aantal lesuren dat in de totale opleiding wordt besteed aan ergonomie is 11,4 uur. Daarbij valt op dat de BOL en de reguliere leerroute gemiddeld 5,5 lesuren in de totale opleiding meer besteden aan ergonomie dan de BBL en de duale leerroute. Ook is er een verschil in het aantal uur dat er per niveau besteed wordt aan ergonomie. Niveau 3 besteedt met 13 uur de meeste tijd aan ergonomie, Niveau 2 het minste (9,4 uur).
Op welke manier wordt de ergonomische kennis overgedragen? (N=26) 5
1
32 E-learning Theorie Oefenen PGO
Aantal lesuren in de totale opleiding besteed aan ergonomie per niveau (N=42)
62
16 14 12
13
10 8
11,4
11,6 9,8
9,4
6 4 2 0 Aantal uur
Niveau 2
Niveau 3
Niveau 4
Niveau 5
Hoewel we op basis van deze studie geen vergelijkingsmateriaal voor andere lesonderwerpen hebben, lijkt interactief leren via internet (E-learning) nog weinig te worden ingezet. Enerzijds kan dat komen omdat ergonomie gezien wordt als een praktijkvak waarin studenten (transfer-)vaardigheden leren. Het imago van E-learning, in de vorm van stilzitten achter een computer, past daar wellicht minder goed bij.
Totaal
Gekwalificeerd voor de toekomst. Kwalificatiestructuur en eindtermen voor Verpleging en Verzorging Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ministerie van
6
Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zoetermeer / Rijswijk juni 1996.
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
pagina
9
Resultaten vervolg Een andere reden kan zijn dat het nog ontbreekt aan goed lesmateriaal in de vorm van passende E-learningsmodules.
De opleiding van de ergonomiedocenten
Relevant is daarom dat Gezond & Zeker een serie E-Coach modules heeft ontwikkeld (zie Bijlage 1 voor een overzicht) welke eenvoudig kunnen worden ingepast in het ergonomie-onderwijs. De modules sluiten aan op de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting7. Hiervoor is geen speciale software-omgeving nodig, omdat deze modules direct vanaf elke computer met een internetaansluiting doorlopen kunnen worden. De Gezond & Zeker E-Coach modules vereisen geen voorkennis, er hoeft niet eerst een passieve lesmodule doorlopen te worden. Het is een actieve vorm van leren: studenten beantwoorden onmiddellijk de vragen die op een creatieve en afwisselende manier worden gesteld, zoveel mogelijk ondersteund met films en afbeeldingen in de vorm van cartoon’s, foto’s en tabellen en grafieken. Bij een goed of fout beantwoorde vraag krijgt de leerling uitgebreide feedback. E-learning moet gezien worden als een effectieve aanvulling op het vaardigheids onderwijs, maar zal het werkelijke oefenen niet kunnen vervangen.
Wat is de opleidingsachtergrond van de ergonomiedocenten? (38 mogelijkheden zijn aangegeven) 1 9 15
Verpleegkundige / Nurse practioner Cursus tiltechnieken Sportdocent Paramedicus Praktijkdocent
7 6
Uit het onderzoek komt naar voren dat de meeste ergonomiedocenten een verpleegkundige, paramedische of sportachtergrond hebben. Dat ligt voor de hand, omdat ergonomie de vakgebieden verpleging en bewegingsleer verbindt. Voor het eerste zijn verpleegkundedocenten de meest aangewezen personen, voor het tweede de paramedici of de sportleraren. Toch missen beide disciplines vanuit hun initiële opleiding een deel van de noodzakelijke achtergrond om de lessen ergonomie adequaat te kunnen geven. Het is wellicht aan te bevelen om een competentieprofiel af te spreken waaraan docenten ergonomie zouden moeten voldoen, of zichzelf aan zouden kunnen toetsen. Momenteel bestaat zoiets nog niet. Bij het ontwikkelen van een dergelijk profiel zou het Ergocoach Paspoort als basis kunnen dienen. Het Ergocoach Paspoort is ontwikkeld door Gezond & Zeker en bevat een overzicht van de competenties waarover een ergocoach moet beschikken.
Hoe komen docenten aan hun materiaal? Elke opleiding blijkt gebruikt te maken van reeds bestaand schriftelijk materiaal, eventueel aangepast of aangevuld met zelf ontwikkeld materiaal. Ook voor wat betreft de audiovisuele hulpmiddelen en internet wordt vrijwel uitsluitend gebruik gemaakt van materiaal dat door derden is ontwikkeld. Betrouwbare bronnen hiervoor zijn name de diverse Arbocatalogi, Gezond & Zeker en o.a. GoedGebruik. De websites waarop dit materiaal is te vinden zijn in Bijlage 2 weergegeven.
De Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting zijn door sociale partners en de overheid overeengekomen in het kader van de diverse Arbocatalogi en geven op basis van de
7
mobiliteit van de zorgvrager aan wanneer fysieke belasting overgaat in fysieke overbelasting.
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
pagina
10
Resultaten vervolg Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting
Mobiliteitsklassen
Worden de ‘Praktijklijnen Fysieke Belasting’ aangeleerd? Totaal (N=37)
Wordt er uitgegaan van drie of vijf Mobiliteitsklassen? (N=44) 4 11
14
Ja
3 klassen
Nee
5 klassen
23
17
Gebruik ik niet Ken ik niet
12
De Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting geven aan wanneer fysieke belasting overgaat in fysieke overbelasting en, wanneer er sprake is van overbelasting van de zorgverlener, welk hulpmiddel er gebruikt moet worden. Ze zijn specifiek voor elke zorgbranche weergegeven in de arbocatalogus van de betreffende branche, opgesteld door werkgevers en werknemers, en ondersteund door de overheid te weten de Inspectie SZW, de voormalige Arbeidsinspectie. Het ligt dus zeer voor de hand dat de opleidingen hun studenten deze Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting aanleren. Bij een meerderheid van de opleidingen (62%) is dit inderdaad het geval. Dit lijkt een redelijke score, toch moeten we hierbij echter een aantal aantekeningen maken. Ten eerste omdat de basis van het ergonomisch denken in de zorg ligt in de afspraken die daarover zijn gemaakt met de sociale partners en de overheid: de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting. De score zou dus 100% moeten zijn. Daarnaast is het zo dat wanneer er aan de opleidingen gevraagd wordt wanneer een transfer nog manueel uitgevoerd kan worden en wanneer er een tillift gebruikt moet worden, men nog veel minder wijst op de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting. Ook zegt men in veel gevallen transfertechnieken aan te leren die volgens de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting te zwaar zijn. Men kwam bijvoorbeeld met de transfertechniek ‘Australisch tillen’. Kennis over de uitgangspunten van het gezond werken in de zorg, zoals die te vinden zijn de arbocatalogi voor alle branches in de zorg, lijkt derhalve gemiddeld genomen bij de opleiders nog niet voldoende op peil. Het is dan ook aan te bevelen dat opleidingen gebruik maken van standaard handboeken zoals het ‘Handboek Transfers’, ‘Verplaatsingstechnieken’, het ‘GebruiksBoekje’ of websites (zie Bijlage 2) die expliciet uitgaan van de Praktijrichtlijnen Fysieke Belasting.
Bij de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting worden cliënten afhankelijk van de branche gecategoriseerd in drie of in vijf zogenaamde Mobiliteitsklassen. Het gaat bij deze indeling vooral om functionele mobiliteit. Andere aspecten, zoals gedrag, onvoorspelbaarheid en agressie, spelen uiteraard een rol bij het verplaatsen en verzorgen van cliënten, maar worden hierin niet meegenomen. Inmiddels is de indeling in vijf Mobiliteitsklassen zeer gangbaar en is het overgrote deel van het educatief materiaal én de arbocatalogi ten aanzien van fysieke belasting gestoeld op deze indeling.
Toch integreren slechts 21 van de 44 van de opleidingen (48%) het concept van de Mobiliteitsklassen in hun ergonomie-onderwijs. De rest van de opleidingen kent de Mobiliteitsklassen niet of gebruikt ze niet. Wanneer ze dat wel doen gaat het meestal om de indeling in vijf Mobiliteitsklassen.
Niet alleen tillen en transfers
Is er behalve voor tillen aandacht voor andere bronnen van fysieke belasting? (N=44) 3
Ja Nee
41
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
pagina
11
Resultaten vervolg De laatste jaren verbreedt het vakgebeid ‘ergonomie in de zorg’ zich. Naast het traditionele tillen krijgen ook andere oorzaken van klachten aan het bewegingsapparaat aandacht. We zien dat ook terug in de Praktijkrichtlijnen Fysieke Belasting, ook daar is aandacht voor bijvoorbeeld statische belasting, manoeuvreren en het aan- en uitrekken van steun kousen. Uit dit onderzoek blijkt dat op drie opleidingen na, alle opleidingen (93%) zeggen aandacht te besteden aan andere bronnen van fysieke belasting dan tillen. Dit is een positieve ontwikkeling.
Onduidelijk is echter op welke manier en hoe intensief deze ‘aandacht’ is. In elk geval besteedt een grote groep opleidingen geen aandacht aan dit fenomeen.
Is er aandacht voor haptonomie? (N=44)
Ja 20
Nee 24
Aandacht voor incontinentie
Aandacht voor zelfredzaamheid Behalve met een goede werktechniek en het gebruik van hulpmiddelen kan de fysieke belasting van zorgverleners ook verminderd worden door de cliënt zelfstandiger te houden of te maken. Ook hiervoor zijn hulpmiddelen en technologie beschikbaar. Denk aan een opstatoilet om zelfstandig te kunnen toiletteren, aangepast bestek, incontinentiemateriaal om makkelijker allerlei ADL-handelingen te kunnen uitvoeren, domotica met lichten die vanzelf aan en uit gaan, deuren die zonder kracht open gaan of het kunnen communiceren met zorgverleners via beeldverbindingen om veiliger en comfortabeler zelfstandiger te kunnen wonen. Ook zijn er relevante manuele technieken (zie verder bijvoorbeeld bij ‘aandacht voor haptonomie’) die de zelfredzaamheid van de cliënten kunnen optimaliseren. Is er aandacht in de lessen voor dit soort technieken en technologie, ook wel aangeduid als ‘zorgverlenen met de handen op de rug’? Het blijkt dat met uitzondering van één opleiding, alle opleidingen (98%) zeggen dit inderdaad te doen.
Mobiele cliënten hebben minder kans op incontinentie. Het blijkt dat de kans om incontinent te worden dertien keer zo groot wordt als de cliënt niet meer zelfstandig de transfer van stoel naar bed kan maken. De transfers rond de toiletgang worden als de meest belastende beoordeeld en dus kan het relevant zijn in de opleiding aandacht te besteden aan de link tussen incontinentie en transfers. Meer dan de helft van de opleidingen (56%) doet dit inderdaad. Om deze lessen adequaat te kunnen geven is er voldoende praktisch bruikbaar materiaal beschikbaar (zie Bijlage 3).
Aandacht voor innovatie en technologie
Is er aandacht voor innovatie en technologie? (N=38)
16
Ja Nee 22
Aandacht voor haptonomie Haptonomie, letterlijk de leer van het voelen, heeft overlap met het streven naar zelfredzaamheid. Bij het haptonomisch handelen probeert de zorgverlener de cliënt zo te voelen en aan te raken dat de client zelf zo veel mogelijk kan en zal bewegen. Het gaat dan om het uitnodigend aanraken, met een open, zachte hand. De zorgverlener leidt de cliënt, steeds met zachte hand, in de gewenste richting, via de gewenste beweging. In die zin ligt het voor de hand dat opleiders binnen het vakgebied ergonomie aandacht besteden aan de voor fysieke belasting relevante onderdelen van de haptonomie. Het blijkt dat 24 van de 44 opleidingen (55%) zeggen dit inderdaad te doen.
www.gezond en zeker.nl
Ruim de helft van de opleidingen (58%) zegt aandacht te besteden aan innovatie en technologie. Dit lijkt name het geval te zijn voor de hogere niveau’s. Echter, ook bij de lagere niveau’s is het belangrijk leerlingen op te leiden die kritisch, creatief en innovatief hun werk kunnen beschouwen.
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Aanbevelingen Op basis van dit onderzoek zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd door de onderzoekers en Gezond & Zeker: • Actualiseer het ergonomieonderwijs voor de zorg aan de hand van de arbocatalogi. • Maak intensiever gebruik van actueel educatief materiaal dat beschikbaar is, bijvoorbeeld via Gezond & Zeker, de arbocatalogi van de desbetreffende branches en van materiaal van bijvoorbeeld Zorg voor Beter en het project GoedGebruik. • Integreer ergonomie in alle andere (vaardigheids)lessen en laat dit expliciet terug komen in de toetsing. • Integreer ergonomie in de stages en laat dit expliciet terug komen in de toetsing. • Verbeter de inhoudelijke afstemming tussen opleiders en de praktijk ten aanzien van het ergonomie onderwijs. • Stel op basis van het Ergocoach Paspoort een competentieprofiel voor ergonomiedocenten op. • Organiseer jaarlijks een (verplichte) studiedag voor ergonomiedocenten in de zorg. Het intitiatief daarvoor zou bij Gezond & Zeker kunnen liggen of bij de sociale partners in de zorg. Ook zorgopleidingen zelf hebben hierin een taak. • Organiseer overleg tussen de zorgbranches en de opleidingen over de inhoud van de opleiding en verhouding tot het praktijkleren in de instelling. De onderzoekers en Gezond & Zeker hopen met deze studie en deze aanbevelingen het onderwerp ergonomie zoals dat wordt aangeboden op de zorgopleidingen meer onder de aandacht te brengen, zodat gezond werken integraal aandacht krijgt in de opleidingen in de zorg. Daarvoor is meer nodig dan een rapport. Dat vergt een gezamelijke inspanning, niet alleen van de zorgopleidingen, maar ook van brancheorgansaties, sociale partners en ministeries. Daarmee kan voorkomen worden dat leerlingen en pas gediplomeerden al vroeg in hun carrière moeten uitvallen als gevolg van klachten aan het bewegingsapparaat.
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
pagina
12
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Literatuur Andershed, B., Bergman, C., Hellsing, A.L., Liew, M. and Linton, S.J., 1993. Ergonomic education for nursing students. International Journal of Nursing studies 30(6), 499-510. Binkhorst, R.A., Engels, J.A., Van der Gulden, J.W.J., Kolk, J.J. and Senden, T.F., 1998. The effects of an ergonomic-educational course: postural load, perceived physical exertion, and biomechanical errors in nursing. International Archives of Occupational and Environmental Health 71, 336-342. Cheung, K., 2010. The incidence of low back problems among nursing students in Hong Kong. Journal of Clinical Nursing 19(15-16), 2355-2362. Gekwalificeerd voor de toekomst. Kwalificatiestructuur en eindtermen voor Verpleging en Verzorging Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Zoetermeer/Rijswijk, 1996. Gezond & Zeker mini-pocket fysieke belasting, 2010. Stichting RegioPlus, Zoetermeer. Griffiths, P., Hughes, G.I. and Klaber Moffett, J.A., 1993. A longitudinal study of low back pain in student nurses. International Journal of Nursing Studies 30(3), 197-212. Knibbe, J.J., 1988. Rugklachten en arbeidsomstandigheden in de ziekenverzorging: een gezondheidkundige studie naar het voorkomen van rugklachten en de samenhang met arbeidsomstandigheden bij (leerling)ziekenverzorgenden in een verpleeghuissituatie. Knibbe JJ, Knibbe NE, Een Hap uit een Gegroeide Olifant. Vierde Monitoring Fysieke belasting in Verpleeg- en Verzorgingshuizen, 2007. Onderzoek in opdracht van SOV&V Sociaal Overleg Verpleeg- en Verzorgingshuizen. LOCOmotion, Bennekom, 2008. Leggat, P.A. and Smith, D.R., 2004. Musculoskeletal disorders among rural Australian nursing students. Australian Journal of Rural Health 12, 241-245. V&VN, Menzis, Gezond werken in de Zorg 2011, 2011.
Het volledige rapport van de studie ‘Ergonomie in de zorg opleiding’ kunt u downloaden vanaf www.gezondenzeker.nl
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
pagina
13
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Bijlage 1 Op www.gezondenzeker.nl kun je de volgende E-coach modules doen: 1. E-Coach Beeldschemwerk 2. E-Coach Coachen & de veiligheidscoach 3. E-Coach Grip op agressie 4. E-Coach Manoeuvreren 5. E-Coach Omgaan met agressief gedrag 6. E-Coach Opvang en nazorg 7. E-Coach Praktijkrichtlijnen de basis 8. E-Coach Steunkousen 9. E-Coach Werken met de passieve en de actieve tillift 10. E-Coach Zelfredzaamheid 11. E-Coach Hoe krijg ik mijn collega’s z over (Voilà!) 12. E-Coach Glijlzeilen
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
pagina
14
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Bijlage 2 Internetadressen: www.ambulancezorg.nl Arbocatalogus ambulancezorg www.arbocatalogusggz.nl Arbocatalogus GGZ www.arbocatalogusvvt.nl Arbocatalogus Verpleeghuizen, Verzorgingshuizen en Thuiszorg www.betermetarbo.nl Arbocatalogus Ziekenhuizen www.dokterhoe.nl Arbocatalogus Academische Ziekenhuizen www.fcbwijk.nl Arbocatalogus Kinderopvang www.goedgebruik.nl Informatie, webwinkel en videomateriaal over gezond werken in de zorg www.innovatiespiegel.nl Informatie over innovaties in de zorg, met businesscases en rekenmodules www.pregoplus.nl Praktische tips over fysieke belasting in de zorg, is onderdeel van www.gezondenzeker.nl www.profijtvanarbobeleid.nl Arbocatalogus Gehandicaptenzorg www.zorgvoorbeter.nl Kennisplein over het verbeteren van zorg www.zorginwoningen.nl Hoeveel ruimte is nodig om goed te kunnen werken? Meer informatie, ook over trainingsbureaus, vind je op www.gezondenzeker.nl
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
pagina
15
Ergonomie in de zorgopleiding. Dat kan beter.
Bijlage 3 Achtergrond informatie over het voorkomen van incontinentie in relatie tot de mobiliteit van de client: • Gezond & Zeker Dossierinformatiefolder fysieke belasting nummer 7: ‘Incontinentie in de zorg: kunnen als je moet’. • Gezond & Zeker Dossierinformatiefolder fysieke belasting nummer 8: ‘Incontinentie in de zorg: niet vanzelfsprekend’. • Gezond & Zeker Dossierinformatiefolder fysieke belasting nummer 9: ‘Incontinentie in de zorg: incontinentiemateriaal een vak apart’. • Lees in het GebruiksBoekje de speciale pagina’s over incontinentie materiaal, www.goedgebruik.nl. • Het Verbetertraject Continentie ZonMw via www.zorgvoorbeter.nl. • Businesscase incontinentie, te downloaden op www.gezondenzeker.nl of www.innovatiespiegel.nl.
www.gezond en zeker.nl
Inhoudsopgave
pagina
16
www.gezond en zeker.nl