Blad van en voor ergocoaches in de zorg en welzijn
Ergo Coach
Jaargang 3 nummer 8 april 2006
Kort nieuws
3 Douchestoelen, hoe zit het nu precies?
4 Zeven vragen aan ergocoach Pyt Tuinstra
5 De ontmoeting
6 Ergocoach geen eendagsvlieg
8 Opleidingen: goed aanleren is makkelijker dan weer afleren
Teamleider Neurologie Marielle van der Wilk (l) is zeven maanden zwanger
10 5000e Ergocoach
11 Kleren maken de man... en vrouw!
Zwangerschap en werk? Dat werkt!
13 Agressiecoach nieuwe collega?
14 Praktijkinformatie folders, gebruik ze goed!
16
Werken en zwanger zijn, dat gaat meestal heel goed samen. Door natuurlijke veranderingen heeft een zwangere vrouw wel iets meer risico op lichamelijke klachten voor zichzelf en het ongeboren kind.Wat moet je daar als ergocoach over weten? En welke praktische oplossingen worden op de werkvloer gevonden? ‘Al in een vroeg stadium heb ik verteld dat ik zwanger was’, vertelt Astrid van de Berg, leidster en ergocoach bij de Stichting Kinderopvang Humanitas in Eindhoven. Ze is 33 weken in verwachting en heeft een aantal aanpassingen in haar groep voorgesteld. ‘In het begin voelde ik
me goed en dacht ik mijn werk gewoon te kunnen blijven doen. Toch gingen werkzaamheden vanaf de veertiende week zwaarder aanvoelen.Veters strikken bijvoorbeeld doe ik sindsdien zittend. Lees verder op pagina 2
>
De kinderen pakken zelf hun schoenen, komen op een stoel naast me zitten en leggen hun been op mijn schoot.’ Ook het verschonen van de grotere kinderen werd pittig. ‘We gebruikten al wel het trappetje naar het aankleedkussen. Ik hoefde dus niet te tillen, maar ook het omhoog houden van de beentjes bij het schoonvegen werd zwaar. Met collega’s heb ik daarom afgesproken dat ik alleen nog de kleine kinderen verschoon.’
Werk verdelen Veel winst is volgens Astrid te behalen uit het goed organiseren van de werkzaamheden. Marielle van der Wilk, teamleider Neurologie bij de Reinier de Graaf Groep in Delft herkent dat. Ze is zeven maanden zwanger en hoewel ze door haar functie niet meer alle dagen aan het bed staat, kent ze de praktijk maar al te goed.“In Delft verdelen we na de overdracht het praktische werk. Zwangere medewerkers worden bij voor hen te zware taken ontzien. Dat lukt overdag heel aardig, omdat we dan werken met een team van meerdere verpleegkundigen.Van zwangere collega’s hoor ik dat ze de avonddiensten wel zwaar vinden. Hetzelfde team heeft dan de zorg over twee keer zoveel patiënten. De diensten zijn vanwege het hogere salaris populair.Wordt het werk te zwaar, dan hóeft een zwangere geen avonddiensten te draaien. Ook ‘s nachts werken hoeft niet, maar mag wel.” Bij de Reinier de Graaf Groep is het gangbaar dat een zwangere een collega erbij haalt, als ze wordt gevraagd een patiënt overeind te helpen. Ook spreken collega’s elkaar aan op het goed gebruik van tilliften en glijrollen. Marielle: “Als je zwanger bent, moet je daar extra alert op zijn.” Snel even dit, snel even dat – wat verpleegkundigen toch een beetje eigen is – zonder hulpmiddelen te gebruiken of de praktijkrichtlijnen te volgen; dat zou nooit moeten en zéker niet als je zwanger bent. “Ook noodsituaties zijn lastiger.Wij werken met patiënten die een beroerte, hersenbloeding of een herseninfarct hebben gehad, zij kunnen erg onrustig zijn. Je kunt ze bijvoorbeeld ineens op de grond aantreffen. En zwanger of niet, dan wil je ze toch weer in bed helpen. Ik druk dan op de noodbel en roep er een collega bij.” De praktijkrichtlijnen geven aan dat je dit alleen met een tillift mag doen. Daarmee wordt zowel de zwangere beschermd als de collega die vaak extra veel doet.Veel instellingen hebben echter nog geen tillift die ook echt van de grond
Kort nieuws
Micki
af kan tillen. Allemaal zaken waar je als ergocoach je sterk voor kunt maken.
Disposable mop
Jouw coach, mijn coach
Rechten en plichten
Op sommige plaatsen in de zorg is hygiëne extra belangrijk. Denk maar aan de IC of een kinderafdeling. Toch wil je ook daar profijt hebben van ergonomisch verantwoorde schoonmaaksystemen, zoals het microvezelsysteem. Nu zijn er voor die ruimtes, die extra hoge eisen stellen, ook disposable mops op de markt die het iets makkelijker maken om goed en verantwoord schoon te maken, al dan niet in combinatie met speciale schoonmaakproducten. Ze kunnen met een soort klittenbandsysteem aan de gewone mops bevestigd worden. Meer informatie onder meer via www.drweigert.nl
Werkgevers zijn verplicht om de gezondheid van de medewerkster en die van het ongeboren kind tijdens de zwangerschap te beschermen en het werk zo te organiseren dat er veilig en gezond gewerkt kan worden. Omgekeerd is de medewerkster verplicht zich aan de maatregelen te houden. Hoe het precies zit met de rechten en plichten van een zwangere vrouw en welke maatregelen je als ergocoach kunt nemen om problemen te voorkomen, kun je binnenkort lezen in de nieuwe Ergocoach folder ‘Zwangerschap en werk? Dat werkt!’ In de folder staan ook veel praktische tips voor gezond werken tijdens de zwangerschap. Astrid van de Berg vindt dat je als ergocoach een belangrijke rol hebt in het vroeg bewust maken van zwangere medewerkers. Je bent geen specialist op het gebied van zwangerschap, maar je kunt wel praktische adviezen geven. Zo is het belangrijk dat zwangere vrouwen vanaf het eerste begin – en zeker in de laatste maanden – zwaar werk, tillen, lang staan of in moeilijke houdingen werken vermijden.Als ergocoach volg je ‘gewoon’ de praktijkrichtlijnen, maar dan net iets strenger, zeker naarmate de zwangerschap vordert.
Kort nieuws
Kijktip Het televisieprogramma Visie op Zorg besteedt op 30 april aandacht aan de ergocoach. Het Meander Ziekenhuis in Amersfoort heeft baanbrekend werk verricht voor ergocoaches in de zorg: ergotherapeuten en ergocoaches 2
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
komen aan het woord over hun ervaringen. Draagvlak creëren voor ergocoaches is één van de onderwerpen die aan bod komen. Uitzending: RTL7, zondag 30 april as, 10.30 uur. De uitzendingen van Visie
op Zorg worden op zaterdagmiddag herhaald.
Congres in de Verenigde Staten:
peerleaders en TMC’s Begin maart was er weer het wereldwijde congres ‘Safe Patient Handling’ over fysieke belasting in de zorg in Tampa, Florida. Er waren allerlei goede ervaringen en nieuwe ideeën te melden.Wel vielen de echte innovaties een beetje tegen: veel oplossingen hebben we hier in Nederland al in gebruik. Duidelijk is wel dat mensen overal bezig zijn om beleid fysieke belasting in te voeren. Ergocoaches bestaan al in veel landen, al noemen ze zich anders. ErgoRangers, BIRN-nurses (back-injury resource nurses), TMC’s (Transfer Mobility Coaches) of Peerleaders zijn voorbeelden. Bijzonder was wel de discussie die ontstond over de ethische kanten van rugklachtenpreventie. Een verpleegkundige vertelde dat hij zich er mateloos aan stoorde dat er altijd maar bewijs moest zijn dat investeringen zichzelf ook terugbetalen. Iedereen zoekt immers naar bewijs dat een investering in een tillift, glijzeil of hoog-laag bed zichzelf binnen een paar jaar terugbetaalt omdat het verzuim omlaag gaat of omdat er efficiënter wordt gewerkt. Bij andere arbo-onderwerpen als prikaccidenten of het werken met toxische stoffen (cytostatica e.d.) wordt niet naar die bewijzen gezocht. Daar moet gewoon veilig gewerkt worden. De gevolgen van een slecht preventiebeleid kunnen voor een zorgverlener echter net zo erg zijn: levenslang pijn door ernstige rugklachten grijpt enorm in en kan een lijdensweg betekenen. Hij pleitte ervoor om fysieke belasting net zo te behandelen. Zijn pleidooi: recht op bescherming van je gezondheid door een goed preventiebeleid, óók voor fysieke belasting, zonder dat daar meteen een zichzelf terugbetalende investering tegenover hoeft te staan.Wellicht kunnen we daar in ons land ook wat meer op letten?
Fysieke belasting speelt natuurlijk niet alleen bij het directe contact met cliënten. Ook bij ons in het ziekenhuis zie je op allerlei andere momenten forse fysieke belasting optreden. Als ik bijvoorbeeld iemand een maaltijdwagen de bocht om zie modderen, dan heb ik wel eens de neiging om me daar ook mee te bemoeien, maar dat is beter van niet. Gelukkig zie je steeds meer ergocoaches in andere diensten. Ik benijd ze echter niet. Het is immers niet zo eenvoudig, want de zware activiteiten waar het om gaat lopen erg uiteen, veel meer dan bij ons als verpleegkundigen. Bij de ene medewerker gaat het om beeldschermwerk, de volgende staat een beetje te priegelen met een labmicroscoop en dan weer gaat het om zware rolcontainers. Daarom heb je ook echt ergocoaches nodig in die groepen medewerkers zelf. Het moeilijkst lijkt het me om ergocoach te zijn voor de technische dienst. Medewerkers van de technische dienst komen immers op allerlei verschillende plekken. Elke werkplek is weer anders en meestal niet geschikt om in een goede houding te werken. Het ene moment vervangen ze een Tl-buis, dan weer liggen ze op de grond aan leidingen te sleutelen of hebben ze veel kracht nodig omdat ze ergens moeilijk bij kunnen. Zoek daar maar eens oplossingen voor. Dan ben je er niet met een goede hoog-laag werkstoel of een tillift. Ik denk dat je in deze gevallen mensen vooral moet leren om zichzelf te beschermen en ook om hun conditie op peil te houden. Maar, laten we wel wezen, dat laatste is natuurlijk óók voor verpleegkundigen enorm belangrijk. Misschien zou het een goed idee zijn wanneer de ergocoaches van de afdeling cliënt-gebonden taken eens een dagje zouden meelopen met de ergocoaches van de niet-cliënt gebonden taken. Zoiets als een dagje jouw coach, mijn coach; vrij vertaald naar een populair televisieprogramma.We zouden veel van elkaar opsteken.
Micki Koot werkt als dialyseverpleegkundige en ergocoach in het Atrium Medisch Centrum in Heerlen. In dit blad doet zij verslag van haar werk als ergocoach.
3
Wat is er leuk aan je werk als ergocoach? Met welke problemen heb je te maken? Heb je tips voor collega’s? In elk nummer van dit blad legt de redactie zeven vragen voor aan een ergocoach.
7 vragen aan een ergocoach
Hulpmiddel
Naam Pyt Tuinstra Leeftijd 41 Functie fysiotherapeut Instelling Fontis Zorgcentrum Bernardus,Amsterdam Ergocoach sinds Ergocoachdagen 2003 Opleidingen/cursussen 1 NDT 2 Psychosomatisch Fysiotherapeut Ergocoach voor in de praktijk voor het hele Bernardus
Douchestoelen: hoe zit het nu precies?
‘Tijd, ruimte en begrip; dat heb je als ergocoach nodig’
Het wassen en douchen van cliënten die hulp nodig hebben, kan erg belastend zijn voor jou als zorgverlener. Vaak sta je vrij lang in een moeilijke houding. Over de mogelijke oplossingen ontstaat regelmatig discussie. Ook al omdat de Arbeidsinspectie niet alleen op til- en transferhandelingen let, maar ook op douche- en washandelingen. Heb je écht een hoog-laag verstelbare douchestoel nodig? En moet die nu wel of niet elektrisch zijn? Deze en andere vragen steken dan de kop op. De Praktijkrichtlijnen van de meeste zorgbranches geven aan dat oplossingen nodig zijn als je bij een cliënt langer dan 1 tot 4 minuten meer dan 30 graden voorover, zijwaarts of gedraaid moet werken. Bij het douchen heb je dus meestal een hoog-laag douchestoel nodig. De Praktijkrichtlijnen geven dat aan.Volgens diezelfde richtlijnen hoeft die echter niet elektrisch te zijn, al zijn de stoelen dan wel lichter, sneller en preciezer in te stellen. Daarentegen zijn elektrische stoelen meestal wat zwaarder, wat in een kleine ruimte extra manoeuvreerproblemen kan opleveren.
Te krappe ruimte Maar wat als een hoog-laag douchestoel niet in de ruimte past of alleen met een hele hoop geduw en gesjor? Zo’n situatie komt zeker in de thuiszorg regelmatig voor. Een hoog-laag douchestoel zorgt dan soms voor problemen in plaats van oplossingen. Josien Boomgaard introduceerde daarom bij Amsterdam Thuiszorg verrijdbare steunen om zelf op te gaan zitten. Je kunt dan een deel van de was- en douchehandelingen en bijvoorbeeld voetverzorging uitvoeren op een voor jou prettige werkhoogte, zonder 4
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
dat je meteen een hoog-laag douchestoel nodig hebt. Ook hoef je dan minder lang met een gebogen romp te werken. Zorgverleners kunnen de stoelen lenen via het uitleenmagazijn. De bekende vouwbare kartonnen krukjes helpen in dit geval niet, want als die nat worden, heb je een probleem. Echt volledig douchen blijft bij dit soort zithulpen wel lastig. Denk bij krappe ruimtes dus ook aan een hooglaag douchezitje dat aan de muur vastgemaakt wordt: dat neemt veel minder ruimte in beslag en kan zonodig ook elektrisch uitgevoerd worden. Modder in elk geval nooit door in badkamers, maar zorg voor oplossingen. Onderschat de gezondheidsrisico’s niet en raadpleeg de Praktijkrichtlijnen: die vertellen je wanneer je echt wat moet doen.
Bouwkundige aanpassingen Als de zorg langer duurt, dan kunnen bouwkundige aanpassingen nodig zijn in de woning of in je instelling.Als je ziet aankomen dat de situatie langere tijd duurt, maak hier dan werk van. Hoe sneller je noodzakelijke aanpassingen aan de orde stelt en in gang zet, hoe sneller deze
ook gerealiseerd zijn. Gaat het om een kortdurende situatie of een overbrugging naar een definitieve oplossing, dan zijn ‘tweedekeusoplossingen’ soms acceptabel. Denk aan het tijdelijk wassen in de keuken of op bed in plaats van in de badkamer. Dat is dan immers maar tijdelijk; jouw mogelijke rugklachten zijn dat niet.
Afwisselen, afwisselen en nog eens afwisselen Blijf ook zelf creatief door tijdens een lange was- of douchebeurt gewoon om de minuut een bewuste pauze in te lassen: even recht staan, ontspannen, schouders losrollen en pas daarna weer verder gaan en tussendoor afsteunen: dit alles maakt je minder kwetsbaar voor klachten en het helpt je spieren om meer te ontspannen. De belasting stapelt zich dan niet steeds verder op, maar je begint elke keer met een ontspannen en goed doorbloed lichaam. Ook dat helpt om je werk met plezier te blijven doen.
1. Waarom ben je ergocoach geworden?
4. Hoe zorg je ervoor dat je als ergocoach dingen gedaan krijgt?
‘Ik werk als fysiotherapeut op een revalidatieafdeling. Als transfers niet goed gaan of als de afdeling te zwaar belast is, wil gezond werken nog wel eens in het geding komen. Wanneer ik dat zie, ben ik gauw geneigd daarop in te springen. Ik wil zaken verbeteren en medewerkers ondersteunen bij het goed tillen van cliënten. Om hiervoor meer gereedschap in handen te krijgen, ben ik ergocoach geworden.’
‘Door aanwezig en betrokken te zijn. Ik signaleer het als bijvoorbeeld transfers niet goed gaan. Met mijn persoonlijke manier van werken, dichtbij de werkvloer, bereik ik denk ik meer dan met regels van ‘bovenaf’ waarvoor op de werkvloer weinig draagvlak bestaat. Dreigt het denkwerk verloren te gaan, dan investeer ik in beleid. Dat betekent dat ik de teamleiders of tilspecialisten er soms op aanspreek. Een enkele keer schrijf ik een stuk dat betrokken wordt bij de ontwikkeling van tilbeleid.’
2. Wat vind jij de belangrijkste taken van een ergocoach? ‘Mensen helpen om beter met hun lichaam om te gaan; zorgen dat zij zich ervan bewust worden dat zij daar zelf invloed op kunnen uitoefenen. Daarom draag ik ideeën aan voor vermindering van de fysieke belasting. Daarnaast wil ik zorgverleners óók leren dat zij verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen werksituatie. Het is belangrijk dat zij hun mond opendoen als ze zien dat er dingen niet goed gaan.’
3. Ben je politieagent, ondersteuner of vraagbaak? ‘Vraagbaak vind ik veel te passief, politieagent ben ik zeker niet. Ik ben een ondersteuner. Ik ben betrokken, stel me actief op en houd contact met de afdelingen. Maar het initiatief ligt niet alleen bij mij: medewerkers komen ook zelf naar mij toe. Iedereen kent mij hier en dan komen de vragen vanzelf. Dat wil ik ook: zowel zij als ik stellen ons actief op, we doen het samen.’
5. Wat zijn de specifieke problemen op jouw afdeling en hoe los je die op?
die ik nuttig vind en staat achter mij, dat is hier vanzelfsprekend. Natuurlijk moet ik dan als ergocoach wel dingen doen die in het geheel passen, zodat mijn werk ook de behandeling en de revalidatie van cliënten ten goede komt.’
7. Wat zijn jouw tips voor beginnende ergocoaches? ‘Doe wat je zélf zinvol vindt; bekijk vervolgens wat mogelijk is. En verwacht geen wonderen van tilapparaten. Ze zijn vaak snel gekocht, maar als niemand er goed mee om kan gaan werken ze averechts. Kortom, tillen doe je, met of zonder hulpmiddelen, met je hersens!’
‘Op onze afdeling gaat het om de transfers en de omgang met tilmaterialen. Wat heel lastig is, is dat hier een cultuur heerst van haastig transfers uitvoeren: even snel, nonchalant tillen. Cultuur is moeilijk te veranderen. Maar tilhulpmiddelen hebben alleen maar zin als je ze goed gebruikt. Zo niet, dan krijg je gegarandeerd klachten. Verkeerd tillen met een hulpmiddel levert meer problemen op dan goed tillen zonder; de combinatie goed tillen mét een tilhulpmiddel is natuurlijk de ideale.’
6. Wat heb je nodig van een leidinggevende om goed te kunnen functioneren als ergocoach? ‘Tijd, ruimte en begrip - en dat krijg ik hier ook allemaal. Mijn afdelingshoofd geeft mij alle ruimte voor de dingen 5
Toen en nu
De Ontmoeting
‘Stalen verpleegster’ is collega geworden Twee collega’s van de Haagse Meavitagroep, De één is al jaren bezig met fysieke belasting, de ander ‘pas’ sinds kort. Een ontmoeting tussen toen en nu. Philomena van Laar is een ergocoach van het eerste uur. De toenmalige directeur van Meavita Woonzorg stimuleerde in 1990 haar deelname aan een cursus voor tilspecialist. Sindsdien is de aandacht voor fysieke belasting haar eigen. Nathalie Fransdonk is sinds twee jaar ergocoach. ‘Ik ken de kritische houding die Philomena bij collega’s heeft ervaren niet.’ ‘Sara, Bas,Wendy, Dextra en Exelsior: tilliften met vaak klinkende namen zijn niet meer weg te denken uit Verpleeghuis Vrederust-West (onderdeel van Meavita Woonzorg). Philomena herinnert zich nog goed dat de eerste staliften werden geleverd. ‘De fysiotherapeuten waren zeer kritisch en hebben er meteen een geconfisqueerd. Ze waren bang dat het hulpmiddel de bewoners passiever zou maken. Dat bleek in de praktijk niet zo te zijn. Met de liften activeerden we de bewoners juist en werden wij ontlast. Ook veel collega’s reageerden eerst sceptisch. Het heeft wel een paar jaar geduurd voordat de liften echt werden geaccepteerd.’ ‘Wat een verschil met nu!’, reageert Nathalie. Zij werkt op een andere afdeling in hetzelfde verpleeghuis. ‘We hebben vorige week een nieuwe, paarse douchestoel gekregen en er was geen sprake van kritiek. Alle collega’s stonden er meteen voor open. Bewoners kunnen in de douchelift comfortabel zitten en wij hoeven niet meer te bukken. De bediening is elektrisch en de stoel is zelfs zo te stellen dat de billen iets opgewipt kunnen worden, zodat we de Philomena van Laar bewoners goed kunnen wassen.’
‘Als ik een tillift gebruik, neem ik de tijd om een praatje te maken.’ Mag ik een til? Terugkijkend realiseert Philomena zich hoeveel ze voor de komst van de liften heeft staan sjouwen. ‘Een zwaar iemand hielpen we met z’n tweeën uit een rolstoel omhoog, terwijl een derde persoon dan zijn broek uittrok en een po neerzette.Was er weinig personeel, dan stonden we met z’n tweeën te balanceren.’ Er is in korte tijd veel veranderd. Philomena: ‘In een dienst kreeg je vaak vragen als: ‘’Ik wil meneer Jansen uit bed halen, mag ik een til van je?”Vandaag de dag kan ik een cliënt met een tillift in mijn eentje helpen. De stalen verpleegster noemden we zo’n tillift wel, het hulpmiddel is eigenlijk een collega geworden.’ Het vooroordeel dat een tillift onpersoonlijk zou zijn, klopt volgens de ergocoaches niet. Philomena: ‘Als je met z’n tweeën werkt, ben je snel geneigd over het hoofd van de cliënt met je collega te praten. Door de liften is het contact met de cliënt juist persoonlijker geworden.’‘Dat klopt’, vult Nathalie aan. ‘Tijdens mijn opleiding heb ik geleerd dat je in je werk altijd moet uitleggen wat je aan het doen bent.Als ik een tillift gebruik, neem ik de tijd om een praatje te maken, te vertellen hoe ik het apparaat gebruik en wat ik van de cliënt verwacht. Het is belangrijk te weten wat iemand wel en niet zelf kan doen en dat kan na verloop van tijd ook weer veranderen.’ Philomena ervaart het inschatten van vaardigheden van cliënten wel eens als lastig. Op welk moment vervang je de actieve tillift door een passieve? Wanneer wordt het werk 6
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
te zwaar, voor zowel de cliënt als de verpleging? Ik zie het als mijn taak daar extra op te letten.’
‘Het inschatten van de vaardigheden van cliënten is soms lastig’ In haar beginjaren werd Philomena tien uur in de week vrijgesteld voor haar werk als ergocoach, bij Meavita Woonzorg eigenlijk transferspecialist genoemd. Inmiddels is haar centrale functie overbodig geworden.’Niemand heeft gezegd je functie houdt op, maar we hebben nu op alle afdelingen een sleutelfiguur die de fysieke belasting van de medewerkers scherp in de gaten houdt. Bovendien zijn we goed voorzien van hulpmiddelen.’ Alle ergocoaches volgen zo nu en dan een cursus om bij te blijven en op de hoogte te zijn van de nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast hebben ze de zorg voor de transferprotocollen waarin beschreven wordt op welke manier een cliënt het beste geholpen kan worden bij transfers. Nathalie: ‘Die taak vind ik vrij zwaar in combinatie met mijn andere taken. Bovendien verandert er nogal eens wat in de voorschriften. Ik heb gehoord dat we binnenkort gaan werken met gekleurde stickertjes, dus ik heb de laatste weken wat minder tijd geïnvesteerd in mijn administratie en wacht de nieuwe instructie maar even af.’ Philomena heeft nog een tip voor haar collega: ‘Betrek het invullen van de protocollen bij het bespreken van je cliënten, je ontlast jezelf en je betrekt je collega’s direct bij de transferprotocollen.’
Grenzen aangeven Oplossingen zoeken voor bewoners die veel fysieke belasting vragen, is bij Meavita Woonzorg gewoon geworden. Nathalie: ‘Als ik er niet ben, zullen mijn collega’s echt niet op me wachten, dan gaan ze zelf op zoek naar een slimme aanpak.’‘Grenzen worden ook eerder aangegeven’, merkt Philomena op. ‘We zijn allemaal bewuster gezond aan het werk.Vroeger deden we onze uiterste best om alles zelf te Nathalie Fransdonk doen. Nu bieden we onze cliënten een uitnodigende, warme hand en doen we een beroep op datgene wat ze nog kunnen. Daarmee hebben we bereikt dat de rug- en nekklachten onder het personeel fors zijn afgenomen.’ Ook thuis wordt op de houding gelet. Philomena: ‘Ik betrapte me erop dat ik geregeld een vol boodschappenkrat uit een winkelwagen tilde, dat kratje heb ik vervangen door vijf boodschappentassen.’
Wist je dat? De eerste ergocoaches al 20 jaar geleden zijn opgeleid? Ergocoaches die al zolang werken zijn er maar heel weinig.Vaak zie je namelijk dat ergocoaches twee of drie jaar als ergocoach werken en dan weer een ander aandachtsveld kiezen. Dat past ook wel bij het beeld van een ergocoach: het is geen beroep, maar een extra aandachtsgebied. De gemiddelde ervaring van ergocoaches 2,4 jaar is? De meest ervaren ergocoaches werken in de verpleeg- en verzorgingshuizen en in de thuiszorg. De kinderopvang en peuterspeelzalen en de (academische) ziekenhuizen hebben de minst ervaren groep.
Ervaren ergocoaches minder tijd aan hun taak besteden dan onervaren ergocoaches? Ongeveer een uur per week tegenover zo’n 3 uur per week. Dat komt voor een deel omdat beginnende ergocoaches zichzelf nog meer moeten scholen. Maar, zeggen meer ervaren ergocoaches, het komt vooral omdat ze hun taak meer kunnen verweven met hun dagelijkse bezigheden. Het gaat dan wat meer vanzelf en kost daardoor minder tijd. Ervaren ergocoaches doen bijvoorbeeld de controle van transferprotocollen even tussendoor, op rustige momenten. Ze zien snel of daarop iets bijgesteld moet worden. 7
Nieuw in branches WJK
Ergocoach is geen eendagsvlieg In de branches Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang (WJK) is de ergocoach een relatief nieuw fenomeen. Maar daarmee niet minder welkom: zowel werknemers- als werkgeversorganisaties zijn blij dat ergocoaches de preventie van fysieke belasting op de agenda houden. Er werken bijna 140.000 mensen in de WJK-branches. Fysieke belasting is een belangrijk aandachtspunt in het werken met kinderen in peuterspeelzalen, kinderopvang, medische kinderdagverblijven en -tehuizen. Waar minder
snel aan gedacht wordt, is de fysieke belasting van medewerkers die bijvoorbeeld veel met de computer werken, schoonmaken, cliënten hebben in rolstoelen of werken in onhandige ruimtes.
Sandra Franken van werknemersorganisatie CNV Publieke Zaak Bouwvakkers “Uit de nulmeting in 2000 bleek dat sommige werknemers op een dag evenveel sjouwen en tillen als een bouwvakker”, vertelt Sandra Franken van werknemersorganisatie CNV Publieke Zaak. “Dat brengt allerlei risico’s voor de gezondheid met zich mee. Een ergocoach kan collega’s hierop wijzen en is op de hoogte van goede tiltechnieken.Vaak zie
je dat leidsters, als ze het druk hebben, vergeten hoe ze goed moeten tillen. Een ergocoach signaleert zulke dingen en bespreekt die vervolgens met de betreffende collega of brengt het in het werkoverleg ter sprake. Daarmee creëer je een gezond werkklimaat.” De afgelopen jaren hebben werknemers en werkgevers in de WJK allerlei afspraken over fysieke belasting vastgelegd in zoge-
heten convenanten. Sandra:“In de kinderopvang hebben we bijvoorbeeld richtlijnen opgesteld voor het meubilair en bij meer dan honderd instellingen heeft de Arbeidsinspectie in 2005 gecontroleerd of de gemaakte afspraken op de werkvloer worden nageleefd. De ergocoach is bij uitstek geschikt om ervoor te zorgen dat dat inderdaad het geval is - en natuurlijk niet alleen als de inspectie op bezoek komt!”
rapporteren aan de preventiemedewerker en zullen die twee nauw samenwerken. De ergocoach is actief op de werkvloer, terwijl de preventie-
medewerker meer beleidsmatig bezig is. In kleinere organisaties is het denkbaar dat de preventiemedewerker de taak van de ergocoach overneemt
of dat de taken samenvallen en de ergocoach dus preventiemedewerker wordt.”
Brenda de Boer van organisatie FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken
Leren van elkaar De ondersteuning van ergocoaches in Welzijn en maatschappelijke dienstverlening, Jeugdzorg en Kinderopvang wordt in 2005 en 2006 uitgevoerd door de organisatie FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken. Projectleider Brenda de Boer vertelt wat de ergocoaches de komende tijd kunnen verwachten. “Op internet is al een flink aantal folders te downloaden over allerlei ergonomische aspecten en dit voorjaar komen er daar nog vijf bij.Verder ontvangen alle geregistreerde ergocoaches in zorg en welzijn natuurlijk dit magazine. Ook krijgen de geregistreerde ergocoaches uit WJK-organisaties om de maand een digitale nieuwsbrief met specifieke onderwerpen uit deze branches.Via deze nieuwsbrief houden we
hen onder andere op de hoogte van de regionale workshops die we dit jaar door het hele land gaan organiseren.” Deze kleine praktijkgerichte bijeenkomsten zullen plaatsvinden in mei en juni, en van september tot en met december. De onderwerpen liggen nog niet vast, maar volgens Brenda kun je bijvoorbeeld denken aan ‘werken als je zwanger bent’ of een meer algemeen coachingsonderwerp als ‘hoe praat ik met collega’s’ of ‘hoe krijg ik draagvlak bij het management’. Ergocoaches kunnen zelf onderwerpen aandragen. “Belangrijk is dat ergocoaches elkaar ontmoeten, elkaar leren kennen en van elkaar leren. Dat is een mogelijkheid die nu nog te weinig wordt benut. Daarom willen we dit jaar ook onderlinge werkbezoeken organiseren”, vertelt de projectleider. Brenda is
erg enthousiast over de ontwikkelingen binnen de WJK. “Ruim 600 ergocoaches en betrokkenen hebben zich al geregistreerd en we denken dat er nog veel meer werknemers in deze branches rondlopen die de rol van ergocoach vervullen en veel kunnen hebben aan het informatiemateriaal en activiteiten die aangeboden worden. “
Mail ons! Over welk onderwerp zou jij als ergocoach WJK tijdens de regionale bijeenkomsten of de landelijke Ergocoachdagen meer te weten willen komen? Mail jouw wensen en ideeën naar
[email protected].
Paul Kelder van de Maatschappelijk Ondernemers Groep, de werkgeversorganisatie voor WJK
Iemand moet het doen Ergocoach is een naam die de lading goed dekt, maar in sommige organisaties worden ze bijvoorbeeld aandachtsfunctionaris, preventieassistent of tilcoördinator genoemd. “Hoe je het noemt, doet er eigenlijk niet zoveel toe”, meent Paul Kelder van de Maatschappelijk Ondernemers Groep, de werkgeversorganisatie voor WJK. 8
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
“Het gaat erom dat er in elke organisatie íemand is die zich verdiept in fysieke belasting en preventie. Als de aandacht daarvoor verslapt, ontstaan vroeg of laat klachten die te voorkomen waren geweest.” Het mooie van de ergocoaches vindt Paul dat zij hun taken tijdens en naast hun gewone werk kunnen doen. Iemand als ergocoach aanstellen is dus een betrekkelijk
Kinderopvang Partou in actie na inspectie
eenvoudige maatregel voor een organisatie. Sinds 1 juli 2005 is elke organisatie verplicht een medewerker met preventieve taken aan te stellen. Het takenpakket van deze preventiemedewerker is breder en minder praktisch dan van de ergocoach: een preventiemedewerker kijkt naar alle arborisico’s en is meer beleidsmatig bezig. Paul: “In grotere organisaties zal de ergocoach
Acht van de 77 locaties van kinderopvang Partou kregen in oktober bezoek van de Arbeidsinspectie. Ribka Hendrosuseno, verzuimadviseur en preventiemedewerker bij Partou:“We hadden geen actuele risico-inventarisatie en -evaluatie en daarvoor is een boete opgelegd.We zijn daarna meteen aan de slag gegaan met deze RI&E. In samenwerking met de arbodienst hebben we binnen een maand alles rond gekregen.” Een grote rol was hierin weggelegd voor de vijfentwintig ergocoaches van Partou.“Zij hebben een drukke tijd gehad, want de dagelijkse werkzaamheden gingen natuurlijk gewoon door.” Iedereen vond het wel heel leerzaam, vertelt Ribka. “Het was bijvoorbeeld een eye-opener dat het in het voordeel van het kind is als de arbeidsomstandigheden voor de leidsters verbe-
teren.Voorheen keken medewerkers in de kinderopvang alleen naar de omstandigheden van het kind.”Voor de gedragsverandering die Partou wil bereiken bij leidsters - bijvoorbeeld dat ze niet meer langdurig op lage stoeltjes zitten - is nog wel wat tijd nodig, denkt de preventiemedewerker. Partou streeft ernaar dat aan het eind van dit jaar elke vestiging minimaal één ergocoach heeft. Hoewel het preventieve arbobeleid binnen Partou nog in de kinderschoenen staat, heeft het bezoek van de Arbeidsinspectie er wel toe geleid dat binnen de organisatie nu veel bewuster wordt omgegaan met arbeidsomstandigheden en de verdeling van preventieve taken. Ribka concludeert:“Voor ons heeft het bezoek van de Arbeidsinspectie een positieve impact gehad.” 9
Gezond werken begint al tijdens opleiding
‘Goed aanleren is makkelijker dan weer afleren’ Ergocoaches en trainers worden regelmatig geconfronteerd met net beginnende leidsters in de kinderopvang en peuterspeelzalen die zeggen weinig of geen kennis te hebben opgedaan in hun opleiding over ergonomie en gezond werken. Toch zijn er enkele opleidingen Kinderopvang in Nederland die wel degelijk aandacht besteden aan ergonomie en fysieke belasting.
Els Walles is docent aan het ROC Landstede in Zwolle. Zij geeft les aan de SPW-3-Kinderopvang. Hiervoor was zij ruim 12 jaar in de praktijk werkzaam als leidster en ook als directeur van een Kinderopvangorganisatie. Els vertelt dat in de SPW-3 opleiding al in een vroeg stadium ergonomie wordt gedoceerd. Bij het ROC Landstede vindt ‘gedifferentieerd opleiden’ plaats. Vanaf de eerste dag wordt er in kinderopvangtermen gesproken, en is er veel aandacht voor specifieke zaken zoals het thema ‘ergonomie en gezond werken’. Dit thema komt al ruim voor de stage aan bod in het tweede studie jaar. De studenten weten dus van de ergonomische richtlijnen af en van het gebruik van ergonomisch meubilair. Op het ROC in Zwolle is een speciaal lokaal met ergonomisch meubilair ingericht. Hier staat een hoge box, een stapelbedje, instelbare aankleedtafel en hoge tafels met leidster stoelen.
Kinderlijk eenvoudig Ook kennen de leerlingen de achtergrond van de werkwijze met hoog meubilair en zelfs een stukje anatomie van de rug, belasting en belastbaarheid. Er wordt gebruik gemaakt van het Handboek Ergonomie in SPW-3 Kinderopvang, de tilwijzer, de DVD ‘Ergonomie, kinderlijk eenvoudig’. 10
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
Er worden twee blokuren ergonomie gegeven in het tweede jaar, en subthema’s komen tevens aan de orde bij andere lessen. “In stages waar geen ergonomisch meubilair aanwezig is, valt het studenten ook meteen op”, vertelt Els. Wanneer studenten terugkomen van hun stage kunnen ze aangeven hoe vermoeiend het aanvoelde om nog met het lage meubilair te werken. “Dit zijn mooie leermomenten”, zegt Els. Ook wordt er in de opleiding aandacht besteed aan de combinatie van de pedagogische visies en ergonomie.
Videobeelden en feedback Wanneer bij de Montessori-visie veel op de grond gewerkt wordt, wordt samen met de leerlingen gezocht naar oplossingen, zoals het gebruik van een speciaal zitkussen. Ook vertelt Els dat in de opleiding gestart is met videointeractiebegeleiding. Dit biedt mogelijkheden om momenten als tillen en verschonen aan de hand van videobeelden te bespreken en van feedback te voorzien. “Wanneer je gezond werken meteen goed aanleert, is het direct ‘eigen’ en weten studenten niet beter. Het is belangrijk dat ergocoaches de nieuwe leidsters gelijk aanspreken op gezond werkgedrag. Je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen, en dat proberen wij in de opleiding uit te stralen.”
Verrassing voor 5000e ergocoach Ergocoach Petra van Soelen en haar collega´s werd deze maand op het werk in Zorgcentrum Ravestein in Geldermalsen verrast met koffie, taart en bloemen nadat zij zich als 5000e ergocoach had aangemeld bij het Project Ergocoaches. Zorg- en welzijnsinstellingen werken steeds vaker met ergocoaches bij het terugdringen van fysieke belasting. Deze aanpak heeft zeker bijgedragen aan het dalen van het aantal rugklachten. Een daling van het ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in zorg en welzijn is daarvan het gevolg. Onderzoek wijst daarbij uit dat instellingen met ergocoaches een lager verzuim hebben dan instellingen zonder ergocoaches.
‘Ik ben pas twee weken geleden gevraagd om ergocoach te worden en het eerste wat ik ben gaan doen is informatie verzamelen. Toen ik zag dat ik me op de site van het ergocoach project kon registreren om alle informatie automatisch te ontvangen, heb ik dat direct gedaan’, aldus Petra (43). Ze werkt op De Horst, een psycho-geriatrische afdeling van
Ravestein, een organisatie van de Stichting Zorgcentra Rivierenland. ‘Samen met een collega-ergocoach ga ik ongeveer dertig collega’s op de afdeling steunen. Ik heb al gezien dat er veel handige informatie is over het aan- en uittrekken van steunkousen, iets wat hier natuurlijk dagelijks voorkomt op de afdeling en waar veel klachten over zijn. Als ergocoach
hoop ik hier veel aan te kunnen verbeteren’.
Ben jij ook ergocoach? Je bent ook ergocoach maar je hebt je nog niet aangemeld op www.ergocoaches.nl? Doe dit dan snel, wie weet ben jij de volgende die op taart wordt getrakteerd.
Snoezelen Snoezelen is een methode om in contact te komen met cliënten waarmee communicatie via taal onmogelijk of erg moeilijk is.Via zintuiglijke prikkels zoals aanraking, geluid, warmte, licht of geur zijn er namelijk nog vele andere mogelijkheden. Uit onderzoek blijkt dat dit het welbevinden van de cliënt bevordert en daardoor ook de verzorging vergemakkelijkt voor zowel cliënt als zorgverlener. Ook als ergocoach is het dus goed je te verdiepen in dit soort mogelijkheden. Op de Ergocoachdagen 2004 in de RAI in Amsterdam was er een workshop van Hillie Frankes die ook veel technieken en tips liet zien. Veel mensen denken bij het woord ‘snoezelen’ meteen aan aparte ruimtes met ballenbakken, mooie lichtjes en lekkere luchtjes. De laatste tijd probeert men meer en
meer om snoezelen ook in te passen in de 24-uurs-zorg. Vanuit verpleeg- en verzorgingshuis Bernardus is nu, samen met het NIVEL, gewerkt aan een Handboek Snoezelen. Het is een heel praktisch mapje geworden waarin zowel de directe uitvoerende zorg als het maken van bijvoorbeeld een snoezelplan aandacht krijgt. Ook worden oplossingssuggesties gegeven voor situaties waarin bijvoorbeeld een bewoner bang is om gedraaid te worden in bed en daardoor tegenwerkt. Die oplossingen werken ontspannend voor de bewoner en de tilhandeling wordt er ook enorm door verlicht. Je kunt het boekje bestellen voor 15 euro (plus 5,50 euro verzendkosten) via
[email protected]. Een samenvatting is opgenomen op www.ergocoaches.nl
11
Als ergocoach help je je collega’s bij het verlagen van de fysieke belasting. Je cliënten hebben daar óók baat bij. Hoe? Dat vertellen ze in deze rubriek.
Vraag & antwoord
Cliënt aan het woord
Wat als iemand valt?
Kleren maken de man... en vrouw!
vraag Wij hebben een bewoner die regelmatig valt. De kans dat ze iets breekt wordt natuurlijk steeds groter, maar het is voor ons ook best zwaar haar elke keer weer op te tillen. Hebben jullie nog tips?
antwoord Er wordt op dit moment veel aandacht besteed aan het voorkomen van vallen. Dat is niet voor niets, want een val leidt vaak tot een heupfractuur. Die vergroot de kans op overlijden door alles rondom de operatie en het herstel. Daarnaast wordt het duidelijker dat vallen ook veel invloed heeft op het psychosociale vlak. Zo is de helft van de bewoners twee maanden na een val minder actief en zijn velen angstig om weer te vallen, bijvoorbeeld
bij de toiletgang of bij een bad of douche. En onzekerheid vergroot de kans om weer te vallen.
Blijf staan Er zijn genoeg maatregelen om de kans op vallen te verkleinen al kan je zoiets nooit helemaal voorkomen. Arcares heeft samen met diverse partijen een handboek gemaakt over hoe je als verpleeg- of verzorgingshuis kunt werken aan het voorkomen van vallen. Dit handboek ‘Blijf staan’ en allerlei behulpzaam materiaal kun je vinden op www.veiligheid.nl . Meer achtergrondinformatie vind je op speciale websites zoals www.kennisnetwerkvalpreventie.nl. Daaruit blijkt dat oefenen echt helpt, bijvoorbeeld het oefenen op een zogenaamd ‘Belgisch trottoir’. Dat is
Zwaardere cliënten, meer belasting vraag Als ergocoaches krijgen we steeds meer signalen dat onze groep cliënten zwaarder wordt: ze hebben steeds meer hulp nodig bij dagelijkse handelingen zoals de toiletgang, in en uit bed komen etc. Dat betekent dat we vinden dat er ook meer hulpmiddelen nodig zijn. Maar hoe kunnen we dat nu hard maken?
antwoord Heb je de TilThermometer al eens gebruikt? Als je over gegevens van een tijdje geleden beschikt, kun je nu gaan vergelijken en dus naar je management of leidinggevende concreet aangeven of, en zo ja waar de verschillen in lichamelijke zorgzwaarte zitten. Mocht je geen eerdere gegevens hebben, neem dan toch de TilThermometer af, zodat je bijvoorbeeld over drie maanden of een half jaar wel een vergelijking kunt maken en concreet kunt zien of de zorgzwaarte inderdaad toeneemt. Je kunt in elk geval ook nu al laten zien welke hulpmiddelen (tilliften, glijzeilen, bedden, steunkousaantrekkers etc.) je al dan niet tekort komt. Er zijn TilThermometers voor alle branches en er is speciale software die vanzelf de uitslagen berekent. Je vindt deze op de site www.ergocoaches.nl. 12
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
trekt bijvoorbeeld mijn jas achter mijn rug langs en trekt vervolgens beurtelings aan de mouwen tot mijn armen erin zitten. Deze zelfstandigheid vind ik heel prettig; mijn helpers ook. Bovendien ontlast het hen fysiek.” Wanda vindt het erg jammer dat veel mensen denken dat aangepaste kleding nergens voor nodig is. “Deze kleding geeft me mijn zelfstandigheid, zelfvertrouwen en eigenwaarde terug. En dat straal je uit.”
het met de juiste begeleiding lopen over een speciale vloer met losliggende tegels. Onderzoek laat ook zien dat de speciale schelpen of schalen die ouderen in speciaal ondergoed dragen om hun heupen te beschermen nauwelijks helpen. Ze zouden op zich wel goed zijn, maar ze worden te weinig gedragen of niet gedragen op de momenten dat ouderen vallen: zoals bij het ’s nachts uit bed komen om te gaan plassen.
Stijlvol, comfortabel en duurzaam Mocht de bewoner toch nog vallen: dan vind je op www.pregoplus.nl onder de titel ‘Een val, en dan?’ een beschrijving van hoe je iemand zonder te veel fysieke belasting weer overeind kunt helpen, mits er natuurlijk niets gebroken is.
Het Hulpmiddelenboekje is er weer! Het Hulpmiddelenboekje is een handig boekje met informatie over hulpmiddelen die jouw rug kunnen beschermen én je cliënten kunnen helpen mobiel te blijven. De boekjes worden op allerlei creatieve manieren gebruikt. Thuiszorg Sensire in Lichtenvoorde verstrekt bijvoorbeeld een boekje aan klanten die hun rollator laten controleren. Ook zie je de boekjes bij allerlei zorgopleidingen en natuurlijk bij ergocoaches. Wat doe jij met de boekjes? Geef het door op
[email protected]. Het Hulpmiddelenboekje krijgt eind april een broertje! Dat wordt het Gebruiksboekje. Daarin staat steeds in drie stappen met heldere plaatjes aangegeven hoe je de (til)hulpmiddelen kunt gebruiken. Kijk voor de actuele prijzen op www.goedgebruik.nl. Je kunt de boekjes bestellen door een mailtje met je bestelling en adres te sturen naar
[email protected].
Er leuk uitzien, dat willen we allemaal.Wanda Rooken (22) ook. Maar door haar aandoening is veel confectiekleding niet voor haar geschikt. Daarom draagt zij speciaal voor haar gemaakte, aangepaste kleding. “Deze kleding is makkelijk aan en uit te trekken én zit heel lekker. Mooie kleren geven mij mijn gevoel van eigenwaarde terug.” “Sinds een turnongelukje op mijn zevende heb ik posttraumatische dystrofie en dystonie waardoor mijn spieren zijn verstijfd en verkrampt. Dit maakt allerlei dagelijkse dingen heel lastig voor mij. Ik krijg veel hulp van mijn moeder, bij wie ik in huis woon, en een dag per week van een particuliere verzorgende. Daarnaast helpt mijn hulphond Lance me, óók bij het aan- en uitkleden!”
Zelfvertrouwen en eigenwaarde Door Wanda’s aandoening is kleding moeilijk aan en uit te krijgen. Ook harde
naden en dikke plooien verdraagt ze niet. “Veel confectiekleding is niet geschikt voor mij.Via de Support-beurs ontdekte ik een bedrijf dat aangepaste kleding op maat maakt. Je kunt alles zélf bepalen: kleur, stof, model.” Sindsdien heeft Wanda heel wat speciaal voor haar gemaakte, aangepaste kledingstukken aangeschaft. “Nu kan ik mij samen met mijn hulphond zelfstandig uitkleden. Bijvoorbeeld: ik maak mijn broekrits los, steun even op mijn armen en dan trekt Lance mijn broek uit.Veel kledingstukken kan hij mij ook aantrekken. Lance
“De kleding is overigens niet goedkoop. Vergelijk het maar met ‘gewone’ merkkleding. Er wordt niets vergoed; wel is een deel fiscaal aftrekbaar. Maar ik vind het de moeite waard: voor dat geld heb ik stijlvolle kleding van hoogwaardig materiaal die lekker zit, zonder risico op decubitus. Dankzij de perfecte pasvorm slijt deze kleding minder snel; ik doe er twee keer zo lang mee. Ik zoek zelf de stof uit, desgewenst met zachte binnenvoering, en kies de sluitingen. Bijvoorbeeld: extra lange ritssluitingen in mijn broek, of broekspijpen die van boven tot onder open kunnen. Mijn broeken en jasjes zijn voor wat korter, om stofproppen te voorkomen. Achter zijn ze wat langer, zodat mijn ondergoed onzichtbaar blijft bij bukken. Extra ruimte in mijn jas zorgt voor meer bewegingsvrijheid. Toch zie je daar allemaal niets van.” Dankzij het maatwerkconcept is élk model is mogelijk. “Rolstoeldansen is mijn lust en mijn leven. Ik kan mijn pijn even vergeten als ik dans - in mijn prachtige, aangepaste dansjurk!”
Deze bedrijven bieden aangepaste kleding in maatwerk- en/of standaardcollecties: www.wicare.nl, www.tinyscreation.nl, www.it-fits.nl, www.4care.nl, www.meditex.nl.
13
Nieuwe collega: de agressiecoach
Quizzie
Breed draagvlak succesfactor van Veiligezorg®
Onlangs zijn speciale karretjes gekocht. De koffiecontainers hoeven nu niet meer getild te worden, maar kunnen zo op en af een karretje geschoven worden. Je collega Ilana blijft echter toch gewoon die volle koffiecontainers tillen. Je stoort je daaraan, maar je zegt tot nu toe niets.Wel zag je vandaag dat ze voor het eerst het karretje pakt.Wat doe je?
Agressie, en de preventie daarvan, vragen binnen de gehele zorgsector steeds meer aandacht. Ruim zestig ziekenhuizen werken met het project Veiligezorg®, een werkwijze die in 2002 in het Westfries Gasthuis in Hoorn werd ontwikkeld. Inmiddels is het project overgenomen door de Stichting Arbeidsmarkt Ziekenhuizen (StAZ).We vragen projectleider Peter Peerdeman naar het geheim van het succes van Veiligezorg®, want RegioPlus gaat het project Ergocoaches verbreden. Na het succes van de ergocoach wordt er nu ook nagedacht over de introductie van een agressiecoach.
“Ik denk dat betrokkenheid van de medewerkers het belangrijkste is. Zo creëer je een breed draagvlak. De medewerkers leren de problemen binnen hun afdeling analyseren en bedenken passende maatregelen. Daarbij werken ze samen met collega’s, het interne projectteam en de bedrijfsbeveiliging, maar ook met politie, justitie en gemeente.”
Maatregelen en training De coördinatie van het project ligt in handen van een interne projectleider en een projectgroep, die ondersteuning krijgen van Peter Peerdeman en zijn team Veiligezorg®. “Eerst wordt het veiligheidsbeleid van een ziekenhuis onder de loep genomen. Zijn er bewakingscamera’s? Heeft de Spoedeisende Hulp een systeem waardoor wachtenden ongeveer weten wanneer ze geholpen worden? Zijn er richtlijnen voor het omgaan met agressie?”Als de bestaande veiligheidsmaatregelen in kaart zijn gebracht, wordt een projectplan opgesteld. Daarin staat onder andere welke aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn en welke 14
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
training de medewerkers nodig hebben. “Een receptionist die ongeduldige wachtenden te woord moet staan, heeft andere scholing nodig dan verpleegkundigen die te maken krijgen met gefrustreerde patiënten.” Belangrijk in de training is het leren herkennen van verschillende soorten agressie. “Een patiënt op de Spoedeisende Hulp die agressief wordt, pak je anders aan dan een bezorgde vader op de kinderafdeling die door het lint gaat.” Ook agressie tussen ziekenhuismedewerkers onderling (zes procent van alle agressie-incidenten) is onderdeel van het project. “Patiënten die niet worden opgehaald van een overvolle SEH, röntgenfoto’s die te laat arriveren. Misschien zijn er hele legitieme redenen, maar maak die bespreekbaar”, benadrukt Peter.
Veiligezorg® werkt Veiligezorg® is voor een groot deel gericht op preventie van agressie, maar niet alle incidenten zijn te voorkomen. Richtlijnen voor de nazorg van slachtoffers van agressie horen daarom ook
Colofon
1. Vooral niets zeggen. Je laat het zo, kennelijk heeft ze het nu opgepikt. 2. Je geeft aan dat je er al zo van begon te balen. 3. Je zegt heel kort en terloops dat je blij bent dat ze het karretje pakte. 4. Je benadrukt dat het inderdaad echt beter voor haar is.
April 2006 ErgoCoach, blad van en voor ergocoaches, is een uitgave van de Stichting RegioPlus en FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken. Voor informatie kijk op www.ergocoaches.nl en www.fcbwjk.nl Redactie en productie: YLM, Angelique van Beuzekom en Marianne van der Valk Tekst: Mayke Peters, Jessie van Loon, Marrian Enserink, Simone Schouten Inhoudelijke bijdrage: LOCOmotion, Hanneke Knibbe Fotografie: Diederik van der Laan Illustraties: Auke Herrema Vormgeving: Raak Grafisch Ontwerp, Utrecht
thuis in het project, net als de registratie van incidenten in het Ziekenhuis Incidenten Registratiesysteem (ZIR). De meeste gemelde agressie-incidenten betreffen fysiek en verbaal geweld. Meer dan de helft van de daders (54,2 procent) is patiënt en de agressie is in 62,4 procent gericht op verpleegkundigen. “Het is nu nog te vroeg om vast te kunnen stellen of door Veiligezorg® het aantal incidenten daadwerkelijk afneemt”, vertelt Peter. Om toch enig inzicht te krijgen in het effect van het project, is in november 2005 een enquête gehouden onder medewerkers van een aantal deelnemende ziekenhuizen. Daaruit bleek dat het veiligheidsgevoel is verbeterd en dat medewerkers zich meer bewust zijn van hun grenzen en hun rol in omgaan met agressie. Verder werd een verbeterde samenwerking met de politie gemeld. “Medewerkers komen door dit project steviger in hun schoenen te staan”, meent de projectleider. “Ze zijn minder bang en krijgen zelfvertrouwen omdat ze weten hoe ze moeten handelen áls het uit de hand loopt.”
Elke ergocoach zal het weer net iets anders aanpakken, maar de volgende vuistregels zijn goed om in gedachten te houden. Onderzoek laat namelijk zien dat een positieve opmerking veel sterker werkt dan een negatieve of niets doen. Dus 1 en 2 vallen af. Daarnaast moet een positieve opmerking ook wel zo worden ervaren door degene voor wie die is bedoeld. Antwoord 4 kan belerend opgevat worden en valt dus af. Met antwoord 3 geef je als ergocoach een positief signaal af, zonder dat je een mening opdringt.
Steekwagen die kan traplopen én tillen Zeker medewerkers van het uitleenmagazijn in de thuiszorg kennen het probleem, maar ook op veel andere plaatsen in zorg en welzijn moeten zware materialen en apparaten omhoog of omlaag gebracht worden, soms ook over trappen of trapjes. Een paar treden, bijvoorbeeld naar een podium, kunnen al zwaar en zelfs té zwaar zijn. Tot nu toe waren er weinig hulpmiddelen die je daarbij konden helpen. In een andere branche, het wegvervoer en de installatiebranche, is nu een hulpmiddel ontwikkeld en goed bevonden. Het heeft daar een soort arbo-goedkeuringsstempeltje gekregen. Met dit mobiele apparaat, de
Stairmobil, kunnen veel trappen zonder veel fysieke inspanning en ergonomisch verantwoord worden genomen. Hij tilt tot 120 kilogram en kan door één persoon bediend worden. Dat laatste betekent dat er ook besparing op personeelskosten mogelijk is omdat er niet altijd twee personen nodig zijn. Het is een vrij smal en daardoor goed wendbaar hulpmiddel, waardoor hij zelfs op een wenteltrap naar boven of beneden kan en dat is natuurlijk echt bijzonder (zie www.stairmobil.nl). Het hulpmiddel staat ook onder nummer F302 op de FARBO-regeling, waardoor subsidie over de aanschafprijs mogelijk is.
Druk: Klomp Grafische Communicatie, Amersfoort Oplage: 10.000 Ergocoaches in de zorg: Stichting RegioPlus Gebouw de Leeuwenhoek Ierlandlaan 29 2713 HG Zoetermeer E-mail:
[email protected] Ergocoaches in welzijn en maatschappelijke dienstverlening, jeugdzorg, kinderopvang en peuterspeelzalen: FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken Koningin Wilhelminalaan 3 3527 LA Utrecht E-mail:
[email protected] Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. Ondanks de uiterste zorgvuldigheid waarmee deze uitgave tot stand gekomen is, zijn Stichting RegioPlus en FCB Dienstverlenen in Arbeidsmarktvraagstukken niet aansprakelijk voor (druk)fouten, noch voor de inhoud van teksten en de daaruit vloeiende feiten, omstandigheden en gevolgen. Overname van teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie. Redactie: Heb je vragen of opmerkingen over het ErgoCoach Magazine of het Ergocoach Project? E-mail ons op
[email protected].
15
De Praktijkinformatiefolders voor ergocoaches; gebruik ze goed! Het Project Ergocoaches heeft een folderserie ontwikkeld om jou als ergocoach te ondersteunen bij het vervullen van je rol in je team. Ergocoaches geven hun collega’s advies en feedback over het uitvoeren van handelingen en de randvoorwaarden om bepaalde handelingen optimaal uit te voeren. De serie Praktijkinformatie voor ergocoaches is daarom heel praktisch en concreet. Elke folder bevat drie stappen met verhelderende illustraties, die jou en vooral ook de collega’s die je begeleidt als ergocoach, duidelijk maken hoe je bijvoorbeeld wast zonder water, verstandig gebruik maakt van je werkruimte of steunkousen aantrekt op een verantwoorde manier. Waar relevant, vind je ook de mobiliteitsklasses waarvoor je deze techniek gebruikt. Er zijn 23 Praktijkfolders ontwikkeld voor ergocoaches in de zorg, welzijn en kinderopvang. Naast de drie stappen bevat elke folder een theoretisch gedeelte, waarin de achtergronden van de ‘drie-stappentechniek’ worden toegelicht. Het theoretisch gedeelte kun je afscheuren en bijvoorbeeld bundelen; je hebt dan een
16
ErgoCoach Jaargang 3, nr. 8
goed naslagwerk en veel informatie over relevante handelingen. De drie stappen kun je kopiëren en delen met je collega’s. Als hulpmiddel in het zorgdossier of je werkmap stoppen of gebruiken bij trainingen. We hopen je met deze folders te ondersteunen bij je taken als ergocoach, gebruik ze goed! Binnenkort verschijnen weer enkele nieuwe titels in deze serie. Naast de praktijkinformatie geeft het Project Ergocoaches ook Dossierinformatie voor ergocoaches uit. Deze nieuwe serie biedt ergocoaches in zorg en welzijn vooral achtergrondinformatie over onderwerpen als weerstand en agressie, tiltechnieken, etc. Ergocoaches in de zorg kunnen de folders aanvragen bij hun zorgregio (zie hiervoor het regio overzicht op www.ergocoaches.nl. Ergocoaches in de branches welzijn, jeugdzorg, kinder-
opvang en peuterspeelzalen kunnen de folders opvragen via www.fcbwjk.nl. De serie Praktijkinformatie voor ergocoaches bestaat uit de volgende titels: 1. Wassen van cliënten 2. Aan- en uitkleden van cliënten 3. Draaien of kantelen in bed 4. Zorgverlenen; met je handen op je rug 5. Goed gebruik van glijzeilen 6. Douchen van cliënten 7. Slings voor passieve tilliften 8. Van zit naar lig 9. Hoe gebruik je de juiste tillift? 10. Handige ruimtes 11. Bedden; basis voor gezond werk 12. Rijden 13. Ruimtegebrek; wat kun je er aan doen? 14. Steunkoushulpmiddelen 15. Steun bij steunkousen 16. Werkhouding 17. Beeldschermwerk 18. Schoonmaak 19. Omgaan met kleine kinderen en baby’s 20. Praktijkrichtlijnen Nieuw: 21 Rijden met rolstoelen 22 Zwangerschap en werk. Dat werkt! 23 Tillen: de technieken