ER IS MEER TE WINNEN NBB 7 SEPTEMBER, JAN POELS
INTRODUCTIE EN VERWACHTINGEN
• • • •
Jan Poels
[email protected] ZZP-er in de Sport, Basketbal ‘Hoofdvak’ Docent NOC*NSF • Coachen op Sociaal gedrag, er is meer te winnen • Trajecbegeleider Sportief Coachen
DOELEN CURSUS, ALGEMEEN
• Pedagogische kennis vergroten • Kennis van en inzicht in (bewegings-)gedrag vergroten (eigen gedrag en het gedrag van anderen – sporters) • De relatie tussen jou, trainer-coach, en een sporter optimaliseren • Bewust zijn van ontwikkelingsdoelen (opvoedingsdoelen) van jezelf en die van de club
DOELEN CURSUS, SPECIFIEKER • Vaardigheden verbeteren in het omgaan met sporters; - waaronder beter leren omgaan met storend gedrag; - waaronder beter kunnen omgaan met probleemgedrag;
• Jezelf beter kunnen coachen; • Een sporter beter kunnen coachen; En dus: Een veiliger sportklimaat (leerklimaat) kunnen realiseren.
INVLOED SPORT OP ONTWIKKELING
• Om de positieve invloed sport te vergroten op de ontwikkeling van kinderen is het belangrijk stil te staan bij de opvoedende rol van de trainer-coach. • Invloedrijk is de trainer-coach onder meer via zijn voorbeeld. Het goede voorbeeld geven is enorm van belang bij gedragsbeïnvloeding. “We have to be the change we wish to see” Mahatma Gandhi
OPVOEDENDE ROL TRAINER-COACH
‘Opvoeding is iedere invloed die mensen, bedoeld of onbedoeld, uitoefenen op de ontwikkeling van een kind.’ (Diekstra, 2010) Als we nu kijken naar de sportcontext dan zien we dat de trainer-coach bedoeld en onbedoeld invloed uitoefent op de sporters. Conclusie: de trainer-coach vervult een opvoedende rol.
OPVOEDENDE ROL TRAINER-COACH • Opvoeding kan gewenste, maar ook ongewenste invloeden hebben op de ontwikkeling van kinderen, en daarmee op hun denken, gevoelens en gedrag. • Dat roept de vraag op wat is de bedoeling van opvoeding? • Wat willen jullie / wil de club de kinderen en jongeren bijbrengen? • Inventariseer wat voor gedrag u WEL wilt zien van uw sporters op en rond het sportveld/zaal en welk gedrag u NIET wilt zien. • En dan…
STUREN NAAR GEWENST GEDRAG
• Opvoedingsstrategieën • Opvoedingsstrategieën zijn omgangsvaardigheden via welke de trainer-coach invloed kan uitoefenen op het gedrag van de sporter
• 4 G Model • Het 4G model is een model, een formule om gedrag te duiden
OPVOEDINGSSTRATEGIEEN Vaardigheden in het omgaan met spelers 3 functies:
• Ongewenst gedrag voorkomen • Gewenst gedrag verstevigen • Incidenteel storend gedrag bijstellen Structureren – Stimuleren – Negeren – Isoleren - Communiceren
OPVOEDINGSSTRATEGIEËN
• Structureren is een opvoedingsstrategie • ‘Structuren’ zijn geschreven en ongeschreven regels. Te vergelijken met normen • Opvoedingsstrategieën zijn omgangsvaardigheden via welke de trainer-coach invloed kan uitoefenen op het gedrag van de sporter
STRUCTUREREN • Het structureren van gedrag betekent dat er bepaalde regels en routines bestaan waarvoor regelmatig aandacht is • Als een kind begrijpt waarom bepaalde regels er zijn en zich hierbij betrokken voelt, is de kans groter zijn dat het zich daar aan houdt. • Structuren’ zijn geschreven en ongeschreven regels. Te vergelijken met normen
STIMULEREN
• Het stimuleren van gedrag houdt in dat vooral het gewenste gedrag de aandacht krijgt en beloond wordt.
NEGEREN
• Het spiegelbeeld van stimuleren is negeren. Zoals het van belang is om gewenst gedrag zoveel mogelijk te stimuleren, zo is het ook van belang om ongewenst gedrag zoveel mogelijk te negeren, tenzij het een overtreding van een (net) vastgestelde regel of routine is.
ISOLEREN • Isoleren: het kind apart nemen. Het kind even uit het ‘proces’ halen. • Isoleren is aan de orde als herhaaldelijk negeren niet werkt en het gedrag van het kind echt hinderlijk is voor anderen of storend of ondermijnend is voor de gang van zaken in of rond het veld • Isoleren heeft vooral de functie van een pauze of een ‘time-out’ om alle partijen de kans te geven even af te koelen of zich te bezinnen
COMMUNICEREN
• Een kind regelmatig ongedeelde positieve aandacht geven. Een positieve grondhouding van de opvoeder is van belang. De gesprekjes moeten regelmatig plaatsvinden. • Niet over problemen. Veel meer over gemeenschappelijkheden of over activiteiten die door beiden op prijs gesteld worden.
4G-MODEL
• Het 4G model is een model, een formule om gedrag te duiden • G1 + G2 G3 + G4 • Gebeurtenis + Gedachte Gevoel + Gedrag De G2, de gedachte, de betekenis die iemand aan een bepaalde gebeurtenis/situatie geeft is belangrijk voor het gevoel en het gedrag dat in de situatie ontstaat.
4G-MODEL BLINDEMANNETJE • G1 – Gebeurtenis: met de ogen dicht door de ruimte lopen geleid door een persoon. • G2 – Gedachte: als ik maar niet tegen iemand of een ding aanloop en mijzelf of iemand anders pijn doe. • G3 – Gevoel: onzeker, wat angstig. • G4 – Gedrag: voorzichtig bewegen, kleine stapjes, armen en handen iets voorwaarts, wat schuifelend lopen.
SPECIFIEKE PROBLEMATIEKEN Probleemgedrag 1) Op basis van in aanleg aanwezige stoornis 2) Niet op basis van stoornis Sporters kunnen storend- of probleemgedrag vertonen, maar dat hoeft soms helemaal niet het geval te zijn! Voorbeelden stoornissen: ADHD, Autisme
AAN DE SLAG IN DE PRAKTIJK
• Bewust worden opvoedingsdoelen in de sport. • Opvoedingsdoelen club? Gesprek openen. • Veilig klimaat in de groep / op de club? • • • •
Oefenen met 4G model Oefenen met opvoedingsstrategieen Oefenen met gesprek op basis van 4G model Intervisie met collega trainer-coaches
VRAGEN