Augustus 2015 - nummer 14-2015 (8 augustus tot en met 21 augustus 2015)
Energie Update
De Energie Update is een uitgave van het Energy Team van Loyens & Loeff. Deze digitale update verschijnt tweewekelijks. De uitspraken zijn voorzien van een beknopte samenvatting waarbij de vindplaats (inclusief hyperlink) onderaan elke uitspraak is opgenomen.
Rechtspraak De rechtbank is met gedaagde van oordeel dat de Aanlegovereenkomst en de Aansluiten Transportovereenkomst (hierna: ATO) zeer nauw met elkaar samenhangen. De Aanlegovereenkomst is voor gedaagde zonder betekenis wanneer het door de maatschap geproduceerde groen gas op grond van in de ATO daaraan gestelde eisen niet door die leiding mag worden getransporteerd. Samenhang blijkt ook uit het feit dat beide overeenkomsten (en die van de regel- en meetinrichting) in één offerte waren neergelegd. Geen onrechtmatig handelen door de netbeheerder door in de ATO eisen te stellen omtrent de calorische waarde. Beroep op besluit ACM waartegen bezwaar is ingesteld, slaagt niet. BioGast (gedaagde in conventie) produceert sinds 2006 “groen gas” (dit is biogas verbeterd tot aardgaskwaliteit). Een van haar productielocaties is Biddinghuizen. Haar leverancier van biogas aldaar is een maatschap die een melkveehouderij en een akkerbouwbedrijf exploiteert (hierna: de maatschap). BioGast beschikt over voorzieningen die biogas omzetten in groen gas, waarna het kan worden ingevoed in het reguliere aardgasnet. Voor de invoeding van groen gas in het gasnetwerk van Liander (eiser in conventie) is aansluiting vereist van de productielocatie op het gasnet.
In de onderhavige procedure vordert Liander van BioGast in conventie, onder meer, veroordeling tot betaling van facturen en schadevergoeding wegens niet (correcte) nakoming van haar verplichtingen op grond van de Aansluit- en Transportovereenkomst (hierna: ATO) en de Aanlegovereenkomst. Liander stelt dat met het ondertekenen van het opdrachtformulier op 29 juli 2011 de Aanlegovereenkomst tot stand is gekomen. De eerste factuur is door BioGast te laat betaald waardoor de uitvoering van haar werkzaamheden moest worden opgeschort, hetgeen tot schade heeft geleid. Op 30 december 2011 is na lang overleg over de calorische waarde die het groen gas moet hebben, ook de ATO getekend. De rechtbank is met BioGast van oordeel dat de Aanlegovereenkomst en de ATO zeer nauw met elkaar samenhangen. Immers, de Aanlegovereenkomst is voor Biogast zonder betekenis wanneer het door de maatschap geproduceerde groen gas op grond van in de ATO daaraan gestelde eisen niet door die leiding mag worden getransporteerd. En andersom: zonder overeenstemming over de aanleg van een leiding bestaat er geen belang bij een overeenkomst over te transporteren gas door die leiding. Dat de overeenkomsten in verregaande mate samenhangen, blijkt naar het oordeel van de rechtbank ook uit het feit dat Liander de aanbieding voor beide overeenkomsten (en die van de regel- en meetinrichting) in één offerte heeft neergelegd en dat op die aanbieding zowel de algemene voorwaarden die gelden voor de Aanlegovereenkomst als voor de ATO van toepassing zijn. Vanwege deze nauwe samenhang tussen beide overeenkomsten had Liander in ieder geval moeten begrijpen dat van een perfecte Aanlegovereenkomst nog geen sprake was. Van toerekenbaar tekortschieten van Biogast in de nakoming van de overeenkomst is in zoverre niet gebleken. In reconventie had BioGast gevorderd dat Liander onrechtmatig heeft gehandeld door bepaalde eisen omtrent de calorische waarde te stellen. Dit terwijl ACM in een geding tussen BioGast en Stedin reeds op 17 juni 2011 een uitspraak had gedaan die erop neer kwam dat Stedin op grond van de Gaswet en de algemene voorwaarden niet de eis mag stellen dat het te transporteren gas een calorische waarde heeft die gelijk aan of hoger is dan het op het gasnet ingevoede aardgas. Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden gezegd dat met het oordeel van ACM in een procedure tussen BioGast en Stedin onherroepelijk was komen vast te staan dat de betreffende door Liander gehanteerde aanvullende voorwaarden niet toelaatbaar of in strijd met publiekrechtelijke regelgeving was. Niet alleen is dit besluit niet genomen in een procedure waarbij Liander partij was en daartegen beroep is ingesteld, Liander heeft ook gemotiveerd uiteengezet dat de ACM vooral is ingegaan op het veiligheidsaspect maar niet op de doelmatigheid en betrouwbaarheid, wat volgens Liander ook gronden kunnen zijn om transport van gas met een bepaalde calorische waarde te weigeren. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook niet worden gezegd dat Liander met de eis omtrent de calorische waarde in het kader van de totstandkoming van de overeenkomst een eis heeft gesteld tegen beter weten in en waarvan zij wist dat deze in strijd was met (publiekrechtelijke) regelgeving en vaste rechtspraak in hoogste instantie. De eis in reconventie wordt afgewezen. Rechtbank Gelderland 17 juni 2015, zaak C/05/272362, rolnr. HA ZA 14-586, ECLI:NL:RBGEL:2015:5296
Methodebesluiten 2014-2016 (Tussenuitspraak CBb): keuze ACM om de in de Weighted Average Cost of Capital (hierna: WACC) opgenomen kostenvoet voor vreemd vermogen af te stemmen op kosten van nieuw vreemd vermogen, sluit niet uit dat de in de eindinkomsten opgenomen rentevergoeding voor vreemd vermogen geen volledige dekking biedt voor de kosten ervan aangezien de kosten van lopende leningen in de komende reguleringsperiode – gegeven de daling van de rente die zich in de afgelopen jaren heeft voorgedaan – hoger liggen dan de verwachte kosten voor nieuw aan te trekken vreemd vermogen. Methodewijziging niet draagkrachtig gemotiveerd. College van Beroep voor het bedrijfsleven 11 augustus 2015, zaken AWB 13/855 en AWB 13/856, ECLI:NL:CBB:2015:272
2
Rechtbank: leidingen tezamen met masten maken onderdeel uit van de hoogspanningslijn dat moet worden gezien als één bouwwerk. Hoogspanningslijnen zijn niet als vergunningsvrije bouwwerken uitgezonderd in (bijlage II van) het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor). Voor de gehele hoogspanningslijn (mast inclusief leiding) is een omgevingsvergunning voor bouwen vereist. Concreet zicht op legalisatie. Rechtbank laat rechtsgevolgen vernietigde besluiten in stand. Bewoners van appartementen (hierna: eisers), gelegen in de directe omgeving van een hoogspanningslijn, beheerd door TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT), hebben bij het college van B&W van de gemeente Helmond (hierna: Helmond) een verzoek om handhaving ingediend. Het handhavingsverzoek richt zich, onder meer, tegen het aan TenneT vergunde bouwplan. De rechtbank stelt vast dat het verzoek om handhaving is gebaseerd op de stelling dat het handelen van TenneT in strijd is met art. 2.1, eerste lid, onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), wegens handelen zonder, respectievelijk in strijd met, de verleende omgevingsvergunning voor bouwen. Eisers hebben gesteld dat voor het aanbrengen van de hoogspanningsleidingen wel een omgevingsvergunning voor bouwen is vereist. Daartoe voeren zij onder meer aan, dat de hoogspanningsleidingen in het Besluit omgevingsrecht (Bor) niet zijn uitgezonderd zoals in art. 2, onderdeel 18, onder c, van bijlage II van het Bor wel het geval is voor bovenleidingen voor het spoorwegverkeer. Helmond en TenneT menen dat geen omgevingsvergunning voor bouwen is vereist omdat de leidingen geen bouwwerk zijn noch deel uitmaken van een omgevingsvergunningplichtig bouwwerk. TenneT heeft desgevraagd ter zitting opgemerkt dat zij nog nooit een vergunning gevraagd voor het bevestigen of hebben van hoogspanningsleidingen. De rechtbank is van oordeel dat de leidingen tezamen met de masten onderdeel uitmaken van de hoogspanningslijn en dat de hoogspanningslijn moet worden gezien als één bouwwerk. De hoogspanningslijn (masten en leidingen) betreft een constructie die indirect via de hoogspanningsmasten met de grond is verbonden althans steun vindt op de grond en is bedoeld om ter plaatse te functioneren. In zoverre verschilt de hoogspanningslijn niet van een erfafscheiding van palen en prikkeldraad of van de bovenleiding van een spoorlijn. De rechtbank is voorts van oordeel dat de hoogspanningslijnen niet als vergunningsvrije bouwwerken zijn uitgezonderd in het Bor. Voor de gehele hoogspanningslijn (mast inclusief leiding) is daarom een omgevingsvergunning voor bouwen vereist. De rechtbank concludeert dat de leidingen zijn aangebracht in afwijking van de omgevingsvergunning voor het bouwen van de hoogspanningsmasten, zeker nu Helmond uitdrukkelijk heeft aangegeven dat deze vergunning de bijbehorende leidingen niet omvat. Dat TenneT sinds jaar en dag geen vergunning aanvraagt voor de leidingen, maakt dit niet anders. Beroepen gegrond en de bestreden besluiten komen voor vernietiging in aanmerking. De rechtbank acht aannemelijk dat een aanvullende omgevingsvergunning voor het aanbrengen van de leidingen niet zal worden geweigerd. Verweerder is niet verplicht om handhavend op te treden tegen het aanbrengen van de leidingen in afwijking van de omgevingsvergunning. Rechtbank Oost-Brabant 13 augustus 2015, zaken SHE 14/2529 en SHE 14/2543, ECLI:NL:RBOBR:2015:4832
Rechtbank: de enkele omstandigheid dat de schaderegeling van verweerster voorziet in de benoeming van een (derde) deskundige, rechtvaardigt niet het oordeel dat verzoekers geen rechtens te respecteren belang hebben bij het verzoek tot benoeming van een (derde) deskundige. Onafhankelijkheid van de derde deskundige blijkt niet uit deze regeling. Als gevolg van de gasproductie door de Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (verweerster) (hierna: NAM) hebben zich aardbevingen voorgedaan boven het Groningenveld. NAM heeft voor de afwikkeling van schade aan woningen en gebouwen ten gevolge van de aardbevingen een schaderegeling in het leven geroepen. Aan deze schaderegeling ligt het “Protocol Schadeafhandeling” van augustus 2014 (hierna: het schadeprotocol) ten grondslag.
3
A c.s. (verzoekers) heeft in 2012 een verzoek bij NAM ingediend tot herstel van schade aan (de gevel van) de woning ten gevolge van aardbevingen. NAM heeft het causaal verband tussen de schade en de aardbevingen erkend en de schade vervolgens naar tevredenheid van A c.s. afgewikkeld. Op 17 januari 2014 heeft A c.s. bij NAM gemeld dat ten gevolge van de aardbevingen schade is ontstaan aan de schuur en bijgebouwen van zijn woning. Arcadis Nederland B.V. (hierna: Arcadis) heeft in opdracht van NAM onderzoek gedaan. In het uitgebrachte onderzoeksrapport zijn op 11 punten schade geconstateerd, echter gekwalificeerd als schade die niet zelfstandig in verband kan worden gebracht met aardbevingen. In hetzelfde onderzoeksrapport zijn ook nog enkele overwegingen en aanbevelingen van Vergnes Expertise opgenomen. NAM heeft A c.s. voorgesteld om - overeenkomstig de bepalingen in de schaderegeling - op haar kosten een derde expert te laten benoemen door Arcadis en Vergnes. Vergnes heeft haar medewerking hieraan geweigerd. A c.s. heeft evenmin zijn medewerking verleend aan het benoemen van een derde expert. Op 5 januari 2015 heeft A c.s. bij het Centrum Veilig Wonen opnieuw schade (ten gevolge van een nieuwe aardbeving) gemeld aan de woning zelf. Deze melding is vervolgens weer doorgestuurd naar NAM. A c.s. heeft de rechtbank verzocht om – op kosten van NAM – een voorlopig deskundigenbericht te bevelen naar een drietal vragen. NAM heeft aangevoerd dat A c.s. geen rechtens te respecteren belang heeft bij zijn verzoek en dat dit verzoek in strijd is met een goede procesorde. De rechtbank is van oordeel dat de enkele omstandigheid dat de schaderegeling van NAM voorziet in de benoeming van een (derde) deskundige, niet het oordeel rechtvaardigt dat A c.s. geen rechtens te respecteren belang heeft bij het onderhavige verzoek. Een volledige onafhankelijkheid van de derde deskundige ten opzichte van partijen blijkt, niet uit deze regeling. NAM heeft niet alleen zeggenschap over de persoon van de eerste schade-expert, zoals blijkt uit het schadeprotocol, zij heeft ook een doorslaggevende stem in de benoeming van de contra-expert. Een door de rechtbank volgens de wettelijke procedure te benoemen deskundige kent daarentegen deze onafhankelijkheid ten opzichte van partijen wel. De rechtbank is van oordeel dat het verzoek van A c.s. evenmin in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Gelet op de tegenstrijdige conclusies in twee deskundigenrapporten kan A c.s. naar het oordeel van de rechtbank op basis van de thans voorhanden zijnde deskundigenrapporten zijn proceskansen onvoldoende inschatten. Een onafhankelijk deskundigenonderzoek is, naar het oordeel van de rechtbank, ook om die reden op zijn plaats. De rechtbank beveelt een onderzoek door een deskundige ter beantwoording van de in deze procedure voorgelegde vragen en benoemd een deskundige. Rechtbank Noord-Nederland 19 augustus 2015, zaak C18/155526, rekestnr. HA RK 15-122, ECLI:NL:RBNNE:2015:4048
Autoriteit Consument & Markt (ACM) Besluiten Besluit tot wijziging methodebesluit GTS 2014-2016 Zaak 14.0687.33 (ongedateerd) Staatscourant 21 augustus 2015, nr. 26200 Bijlage: reactie ACM op zienswijzen van belanghebbenden Bijlage: mondelinge zienswijze GTS tijdens hoorzitting ACM van 15 juli 2015 Bijlage: verslag hoorzitting ACM, 15 juli 2015 Bijlage: zienswijze Vereniging Gasopslag Nederland, 24 juli 2015 Bijlage: zienswijze Energie-Nederland, 30 juli 2015 Bijlage: zienswijze GTS, 31 juli 2015 Bijlage: zienswijze Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V., 3 augustus 2015
4
Publicatie TenneT wijzigt voorstel voor wijzigen veilingregels langetermijncontracten transport elektriciteit (gewijzigde versie Shadow Allocation Rules (17 juli 2015)) Publicatie ACM, 14 augustus 2015
Publicaties (betreffende ontheffingen verplichting aanwijzing netbeheerder) Besluiten ACM en zienswijzen inzake aanvragen ontheffing van de verplichting tot aanwijzing netbeheerder ACM heeft de volgende besluiten en stukken op haar internetpagina gepubliceerd met betrekking tot ingediende aanvragen voor een ontheffing van de verplichting tot aanwijzing van een netbeheerder. Zaak 14.0573.30 – Ontwerpbesluit/ontheffing Rendant Parknet Beheer B.V. gas Alblasserdam/Papendrecht (ongedateerd – publicatiedatum 11 augustus 2015) Staatscourant 11 augustus 2015, nr. 24538 Zaak 14.0854.30 – Ontwerpbesluit/ontheffing Ruigenhil Vastgoed B.V. elektriciteitsnet Alblasserdam (ongedateerd – publicatiedatum 13 augustus 2015) Staatscourant 13 augustus 2015, nr. 24587 Zaak 14.0853.30 – Ontwerpbesluit/ontheffing Ruigenhil Vastgoed B.V. gastransportnet Alblasserdam (ongedateerd – publicatiedatum 13 augustus 2015) Staatscourant 13 augustus 2015, nr. 24586
Wetsvoorstellen Wijziging van een aantal wetten op het terrein van het Ministerie van EZ, houdende een verhoging van voor de Autoriteit Consument en Markt geldende boetemaxima Kamerstukken II, 2014/15, 34 190, nr. 6 (Nota naar aanleiding van het verslag, 14 augustus 2015) Kamerstukken II, 2014/15, 34 190, nr. 7 (Nota van wijziging)
Kamerbrieven Bouwbesluit 2012; aanbieding van een ontwerpbesluit houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de implementatie van de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen Kamerstukken II, 2014/15, 32 757, nr. 115 (Kamerbrief Minister voor Wonen en Rijksdienst, 12 augustus 2015) Bijlage: concept Besluit houdende wijziging van het Bouwbesluit 2012 betreffende de implementatie van de herziene richtlijn energieprestatie gebouwen
Structuurvisie Windenergie op land; reactie Minister van EZ op verzoek van het Kamerlid Smaling gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 1 juli 2015 over uitspraken van een ambtenaar van het Ministerie van EZ over de rijkscoördinatieregeling (RCR) bij de realisatie van windparken op land Kamerstukken II, 2014/15, 33 612, nr. 51 (Kamerbrief Minister van EZ, 17 augustus 2015)
5
Kamervragen Vragen van de Kamerleden JanVos, Van Dekken en Nijboer aan de Minister van EZ over het bericht “NAM mag druk onder Langelo opvoeren, ondanks kans op zwaardere bevingen”, 13 augustus 2015 Kamervragen II, 2014/15, vraagnr. 2015Z14654
Antwoorden Minister van EZ op vragen van het Kamerlid Smaling aan de Minister van EZ over het bericht van Energieonderzoekscentrum Nederland (ECN) dat de zware industrie nu het energiegebruik moet aanpakken (ingezonden 23 juli 2015), 17 augustus 2015 Aanhangsel Handelingen II, 2014/15, nr. 3050
Antwoorden Minister voor Wonen en Rijksdienst op vragen van het Kamerlid Smaling aan de Minister voor Wonen en Rijksdienst over het bericht “Makelaars: energielabel woningen werkt niet”, 21 augustus 2015 Aanhangsel Handelingen II, 2014/15, nr. 3107
Overige officiële publicaties Publicatie nieuwe normen NEN (periode 9 juli 2015 tot en met 6 augustus 2015) Staatscourant 13 augustus 2015, nr. 24620
Diversen Rijksdienst voor Ondernemend Nederland: Stand van zaken SDE+ 2015 op 30 juli 2015 en 13 augustus 2015 Nieuwsbericht RVO, 7 augustus 2015 Nieuwsbericht RVO, 24 augustus 2015
Europese ontwikkelingen EU Publicatieblad Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de Europese samenwerking inzake energienetwerken (initiatiefadvies) PbEU 14 augustus 2015 C 268/14
Europese Commissie Staatssteun: Commissie keurt verlenging Tsjechische steun biobrandstoffen goed European Commission Daily News, 12 August 2015
6
Overige Europese ontwikkelingen Council of European Energy Regulators (CEER) publiceert consultatiedocument voor de Europese Commissie terzake van de Consultatie ‘European Market Infrastructure Regulation’ (EMIR) Publication CEER, 13 August 2015
België De Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) publiceert een Studie betreffende “de componenten van de elektriciteits- en aardgasprijzen” Publicatie CREG ((F)150430-CDC-1419), 30 april 2015
Voor meer informatie over de inhoud van deze update of andere energiegerelateerde vragen, kunt u terecht bij de contactpersonen voor deze nieuwsbrief: Loyens & Loeff Energy Team Max Oosterhuis (Legal), T +31 10 224 67 30,
[email protected] Léone Klapwijk (Legal), T +31 10 224 66 46,
[email protected] Roland de Vlam (Legal), T +31 20 578 55 17,
[email protected] Thomas Chellingsworth (Legal), T +32 2 7434377,
[email protected] Waldo Kapoen (Tax), T +31 20 578 51 14,
[email protected] Jeroen Janssen (Tax), T +31 20 578 54 00,
[email protected] Alexander Bosman (Tax), T +31 10 224 65 81,
[email protected] Niels Muller (Tax), +31 20 578 52 33,
[email protected]
Disclaimer Hoewel deze publicatie met grote zorgvuldigheid is samengesteld, aanvaarden Loyens & Loeff N.V. en alle andere entiteiten, samenwerkingsverbanden, personen en praktijken die handelen onder de naam ‘Loyens & Loeff’, geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit deze uitgave zonder hun medewerking. De aangeboden informatie is bedoeld ter algemene informatie en kan niet worden beschouwd als advies.
www.loyensloeff.com