Eindrapportage pilot project “Preventie Eergerelateerd Geweld” Enschede & Hengelo
Samenstelling:
Petra ter Denge (Scala Welzijn) Christine Mulder (Alifa Welzijn)
Datum:
Maart 2011
Inhoudsopgave Inleiding
2
Samenwerkingsaanpak 1 – Keten signalering-melding-hulpverlening
3
Inleiding
3
Professionele instanties
3
Migrantenorganisaties
5
Conclusie
5
Samenwerkingsaanpak 2 – Afspraken over signaleren en melden
9
Inleiding
9
Expertiseteam Eergerelateerd Geweld Twente
9
Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente
10
Conclusie
10
Samenwerkingsaanpak 3 – Arrangementen op het gebied van preventie
11
Inleiding
11
Methodiek voor bewustwording
11
Informatiemateriaal
12
Gemeentelijk beleid
12
Trainingsmogelijkheden
12
Conclusie
12
Scholenaanpak 1 – Eergerelateerd geweld bespreekbaar maken
13
Inleiding
13
Aanbod scholen
13
Betrokkenheid scholen
14
Conclusie
15
Scholenaanpak 2 – Scholing toekomstig professionals
16
Inleiding
16
Onderzoek opleidingen
16
Betrokkenheid Saxion
16
Conclusie
17
Nawoord
18
Bijlage 1 – Deelnemende organisaties aan trainingen
19
Bijlage 2 – Bereikte migrantenorganisaties
20
Bijlage 3 – Activiteiten migrantenorganisaties
21
Bijlage 4 – Methodiek SIVE & VUE
24
Bijlage 5 – Platformleden Enschede
31
Bijlage 6 – Intentie migrantenorganisaties
32
Bijlage 7 – Aanbod aan scholen
33
1
Inleiding Kader De gemeenten Enschede en Hengelo hebben van de minister van Wonen, Wijken en Integratie middelen ontvangen om een lokale preventieaanpak te ontwikkelen ten aanzien van eergerelateerd geweld. Welzijnsorganisaties SCALA (Hengelo) en Alifa (Enschede) zijn door beide gemeenten gevraagd het project uit te voeren op coördinatie en inhoud. In de ontwikkeling van een preventieaanpak hebben de beide gemeenten samen opgetrokken, door onder meer het aanstellen van een gezamenlijke projectleider en het gezamenlijk uitvoering geven aan een scholenaanpak. Door krachten te bundelen kan meer bereikt worden, kunnen partijen van elkaar leren en elkaar wederzijds aanvullen. Een bovenlokaal kader was in dit geval ook effectiever, aangezien veel instanties regionaal georganiseerd zijn. Daarnaast is er ook een samenwerkingsverband ontstaan met de gemeente Almelo, voor het vormgeven van een regionale ketenaanpak.
Resultaatafspraken Met het ministerie van WWI zijn de volgende resultaatafspraken gemaakt: 1. Het realiseren van duurzame samenwerking tussen gemeenschapsgroepen en instanties binnen de lokale aanpak van eergerelateerd geweld; 2. Een preventieve aanpak op en met (lokale) onderwijsinstellingen in de regio.
Doelstellingen Naar aanleiding van de planbeschrijvingen en aanvullingen van beide gemeenten is een projectplan geschreven, waarin bovenstaande resultaatafspraken uitgewerkt zijn. Het doel is om te komen tot een sluitende keten van signaleren, melden en hulpverlenen. Deze doelstelling is uitgewerkt in een aantal concrete subdoelstellingen, gericht op de samenwerkingsaanpak (resultaatafspraak 1) en de scholenaanpak (resultaatafspraak 2). In deze eindverantwoording worden per aanpak en vervolgens per doelstelling de behaalde resultaten, successen en eventuele knelpunten weergegeven. 1a)
Eventuele hiaten in de keten signalering–melding–hulpverlening registreren & opvullen;
1b)
Komen tot een set afspraken over signaleren en melden;
1c)
Ontwikkeling van arrangementen op het gebied van preventie;
2a)
Het aanreiken van (een) methodiek(en) aan scholen om eergerelateerd geweld bespreekbaar te maken onder (allochtone) jongeren;
2b)
Het aanreiken van (een) methodiek(en) aan sociale opleidingen van Saxion Hogeschool Enschede om toekomstig professionals te scholen in signalering, melding en hulpverlening van eergerelateerde geweldszaken.
2
Samenwerkingsaanpak 1 Hiaten in de keten signalering–melding–hulpverlening Inleiding Voordat twee partijen (migranten- en professionele organisaties) met elkaar kunnen gaan samenwerken, is het allereerst van belang dat zij afzonderlijk goed georganiseerd en geïnformeerd zijn. Voor het realiseren van een sluitende keten van signalering – melding – hulpverlening zijn niet alleen de professionele instanties van belang, maar ook de migrantengroepen voor wie familie eer belangrijk is. Beide doelgroepen zijn benaderd om vast te stellen welke hiaten er zijn. Hieronder worden deze hiaten in beeld gebracht en wordt beschreven welke acties er zijn ondernomen om deze hiaten op te vullen. Professionele instanties Allereerst is begonnen met een inventarisatie van alle professionele organisaties in Hengelo en Enschede (en bovenlokaal/regionaal) en is hun positie in de keten in kaart gebracht. Vervolgens zijn met deze organisaties gesprekken gevoerd om te bepalen welke hiaten er zijn m.b.t. de aanpak van eergerelateerd geweld. Hieruit zijn 3 belangrijke hiaten naar voren gekomen: 1. Er is vaak onvoldoende kennis om eergerelateerd geweld te kunnen signaleren; 2. Men weet niet altijd waar te melden; 3. De aanpak en deskundigheid liggen nog te veel bij 1 organisatie (politie). Om deze hiaten op te vullen zijn de volgende acties ondernomen: -
er is een gevarieerd trainingsaanbod opgesteld en uitgevoerd;
-
er is een regionaal expertiseteam opgezet (zie Samenwerkingsaanpak 2);
-
er is een regionaal meldpunt opgezet (zie Samenwerkingsaanpak 2);
-
er zijn samenwerkingsafspraken gemaakt over signaleren, melden en hulpverlenen (zie Samenwerkingsaanpak 2).
Trainingsaanbod Uit de inventarisatie van organisaties blijkt dat zij ten aanzien van eergerelateerd geweld verschillende posities in de keten innemen. Sommige organisaties hoeven alleen te kunnen signaleren, andere organisaties moeten op hulpverleningsniveau actief kunnen zijn. Daarnaast zorgen taakverschillen binnen hulpverleningsorganisaties ervoor dat sommige medewerkers alleen op signaleringsniveau voor eergerelateerd geweld actief hoeven zijn, terwijl andere medewerkers wel zelf met een EG-casus aan de slag gaan. Verder is een specifiek expertiseteam opgericht, met daarin deskundigen op het gebied van eergerelateerd geweld, van 6 verschillende organisaties in de regio Twente (zie Samenwerkingsaanpak 2, pagina 8). Om de deskundigheid van professionals te vergroten hebben de verschillende organisaties een trainingsaanbod gekregen van Vocas trainingen. Dit aanbod bestond uit 3 delen: een signaleringstraining, een verdiepingstraining en een training op maat voor het Expertiseteam
3
Eergerelateerd Geweld. Alle trainingen zijn opgezet als crosstrainingen, zodat medewerkers van verschillende organisaties met elkaar de training volgen. Uit onderzoeken blijkt dat dergelijke trainingen de samenwerking tussen de verschillende organisaties versterken. Uit de verschillende reacties en opmerkingen van deelnemers na afloop van de trainingen is gebleken dat de trainingen heel positief zijn ontvangen en dat de bekendheid met en samenwerking tussen organisaties in Enschede, Hengelo en Almelo versterkt is.
Signaleringstraining De signalerende organisaties zijn benaderd voor deelname aan een signaleringstraining van ruim 1 dagdeel (6 uur). Tijdens deze crosstraining is op een praktijkgerichte manier aandacht besteedt
aan
de
basiskennis
rondom
familie
eer
en
aan
de
signalen
die
hulpverleners/professionals helpen om eergerelateerd geweld vroegtijdig te signaleren. Hierbij
is
ook
gebruik
gemaakt
van
methodische
instrumenten,
waaronder
een
signaleringslijst. In totaal hebben ruim 100 personen uit de regio Twente deelgenomen aan deze signaleringstraining (zie voor deelnemende organisaties het overzicht in bijlage 1). Vanwege de grote belangstelling voor de trainingen is gezamenlijk met Almelo nog een keer geworven voor een signaleringstraining. Hiervoor hebben zich 35 personen aangemeld, om budgettechnische redenen zullen 15 personen nog getraind worden door Vocas. De overige geïnteresseerden worden doorverwezen naar het open inschrijvingsaanbod van Vocas.
Verdiepingstraining De hulpverleners zijn benaderd voor deelname aan een ‘verdiepingstraining’ van 2 dagen (16 uur). In deze verdiepingstraining zit ook het signaleringsdeel verwerkt. Daarnaast is in deze crosstraining op een praktijkgerichte manier ingegaan op het analyseren en taxeren van risicosignalen, het opstellen van een plan van aanpak, het begeleiden van eergerelateerd geweld en het opstellen van een veiligheidsplan. In totaal hebben bijna 100 personen uit de regio Twente deelgenomen aan deze verdiepingstraining (zie voor alle deelnemende organisaties het overzicht in bijlage 1). Vanwege de grote belangstelling voor de trainingen is gezamenlijk met Almelo nog een keer geworven voor de verdiepingstraining. Hiervoor hebben zich 50 geïnteresseerden aangemeld, om budgettechnische redenen zullen 30 personen nog getraind worden door Vocas. De overige geïnteresseerden worden doorverwezen naar het open inschrijvingsaanbod van Vocas.
Training Expertiseteam Een groep van 7 personen heeft een training op maat ontvangen van Vocas (8 uur). In deze training zijn de positie, taken en verantwoordelijkheden van het expertiseteam verduidelijkt. In deze training is ook de samenwerking met elkaar aan de orde gekomen. Door deze training weet iedereen in het expertiseteam welke functie het team heeft en kan het team met elkaar aan de slag.
4
Training Meldcode & Eergerelateerd Geweld Naast deze specifieke trainingen over eergerelateerd geweld is er voor een aantal welzijnswerkers binnen opvoedingsondersteuning en de peuterspeelzalen in Hengelo en Enschede een training op maat gemaakt over eergerelateerd geweld en de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Deze training is door Vocas gegeven aan 10 personen uit Hengelo (Spring!) en Enschede (Alifa).
Migrantenorganisaties In Hengelo en Enschede zijn gesprekken gevoerd met verschillende migrantenorganisaties om te peilen hoe zij staan tegenover het onderwerp eergerelateerd geweld, in hoeverre ze een bijdrage willen leveren aan de preventie van eergerelateerd geweld en welke hiaten zij ondervinden in de keten signalering – melding – hulpverlening. In bijlage 2 is een overzicht bijgevoegd van de verschillende organisaties waar contact mee is geweest. Een belangrijk verschil
tussen
de
gemeenten
Hengelo
en
Enschede
is
de
wijze
waarop
de
migrantenorganisaties zijn vormgegeven. In Hengelo is een groot aantal organisaties vertegenwoordigd in het Platform Samenwerkingsverband Allochtonenorganisaties Hengelo (PSAH). In Enschede zijn migrantenorganisaties niet vertegenwoordigd in een platform, maar zijn zij allemaal apart georganiseerd. Het projectteam heeft er in eerste instantie voor gekozen om de 3 grootste migrantengroepen in Hengelo en Enschede te benaderen: de Turkse (en Koerdische), Suryoye en Marokkaanse gemeenschappen. Eind 2010 is besloten ook andere doelgroepen rechtstreeks te benaderen, waaronder de Somalische, Surinaams Hindoestaanse en Afrikaanse migrantenorganisaties. Tijdens enkele bijeenkomsten bleek namelijk dat binnen deze organisaties ook personen actief zijn in het bestrijden van eergerelateerd geweld, deels vanuit de inzet van Vluchtelingen-Organisaties Nederland (VON). Uit de gesprekken met de verschillende organisaties en gedurende de projectperiode zijn de volgende hiaten naar voren gekomen: 1. Het bestuur wil vaak wel in gesprek gaan over eergerelateerd geweld, maar bij de meeste organisaties is het organiseren van bijeenkomsten over eergerelateerd geweld nog een (te groot) taboe of geeft het bestuur aan eergerelateerd geweld niet te herkennen in de eigen gemeenschap; 2. Het is moeilijk om mannen te organiseren en te activeren; 3. Er is onbekendheid met de (rol van) professionele instanties. Om deze hiaten op te kunnen vullen, zijn verschillende acties ondernomen: -
Het activeren van gemeenschappen via de onderwerpen opvoeding en/of eergerelateerd geweld;
-
Het activeren van jongeren om ook de mannen te kunnen bereiken;
-
Het opzetten van een migrantenplatform;
-
Het informeren van migrantenorganisaties over de ketenaanpak met professionele organisaties;
5
Activering via opvoeding & via jongeren Samenwerking met professionele organisaties kan pas gerealiseerd worden wanneer de migrantenorganisaties zelf actief het onderwerp eergerelateerd geweld bespreekbaar maken. Ook bewustwording en uiteindelijk mentaliteitsverandering zullen pas plaatsvinden wanneer de achterban geactiveerd en gestimuleerd wordt om met elkaar in gesprek te gaan over eergerelateerde problematiek. De meeste migrantenorganisaties in Hengelo en Enschede waren begin 2010 nog niet actief met betrekking tot het onderwerp eergerelateerd geweld. De enkele organisaties die al wel een activiteit in eigen gemeenschap hadden georganiseerd, waren hiervoor benaderd door de landelijke koepelorganisaties VON, IOT en SMN. Om
de
inactieve
organisaties
te
activeren,
zijn
in
samenwerking
met
de
migrantenorganisaties bijeenkomsten georganiseerd. Hierbij is het cruciaal dat de juiste sleutelfiguren binnen de organisaties gevonden worden. De contacten van het projectteam en van collega’s binnen welzijnsorganisaties SCALA en Alifa zijn hierbij van groot belang geweest. In totaal zijn er 11 bijeenkomsten georganiseerd met en door verschillende migrantenorganisaties, waarbij ook de jongerenafdeling binnen migrantenorganisaties geactiveerd is. Een deel van deze bijeenkomsten heeft plaatsgevonden tijdens de landelijke actieweek ‘Aan de goede kant van de eer’ in november 2010. Ook in 2011 staan al verschillende bijeenkomsten gepland. Daarnaast heeft één migrantenorganisatie (Suryoye Platform Overijssel, onderdeel AMVE) in 2010 een bijzondere activiteit uitgevoerd: het maken van een toneelstuk over eergerelateerd geweld, mogelijk gemaakt door VON. Voor de verfilming van dit toneelstuk zijn de gemeenten Enschede en Hengelo bereid een bijdrage te leveren, hiervoor moet nog een plan geschreven worden door de organisatie. Een overzicht van alle activiteiten en het aantal bereikte personen is opgenomen in bijlagen 3 en 4. Ondanks dat het vaak veel energie kostte om organisaties te activeren, is het goed om te zien dat als zij hun eigen schroom overwinnen om in gesprek te gaan met de achterban over deze thematiek, het vaak positieve reacties van deelnemers oplevert. Een greep uit de reacties van de deelnemers: ”Dit moeten we iedere maand doen”, “We moeten dit organiseren met vrouwen van andere culturen”, “We moeten de mannen er ook bij betrekken, want het gaat niet alleen vrouwen en meisjes aan”. “Mannen moeten ook mee emanciperen”. Migrantenplatform Nadat
migrantenorganisaties
geactiveerd
zijn
en
zij
eergerelateerde
problematiek
bespreekbaar hebben gemaakt, kan gewerkt worden aan een samenwerkingsstructuur tussen professionele organisaties en migrantenorganisaties. Om deze structuur gedegen neer te zetten is gekozen voor 2 afzonderlijke samenwerkingsverbanden tussen professionals enerzijds en migrantenorganisaties anderzijds. Deze 2 afzonderlijke groepen moeten eerst goed onderling kunnen samenwerken, voordat zij in een volgend stadium met elkaar gaan samenwerken. Er is bewust voor deze structuur gekozen, omdat dit op de lange termijn een effectiever samenwerkingsverband zal opleveren, dan wanneer alle afzonderlijke partijen zonder onderlinge samenwerking bij elkaar aan tafel worden gezet. De samenwerking tussen professionele organisaties wordt beschreven in het volgende hoofdstuk.
6
Om een samenwerking te creëren tussen migrantenorganisaties zijn in november en december 2010 twee bijeenkomsten gehouden. Doel van deze bijeenkomsten was draagvlak te creëren en inzet te verkrijgen voor een werkgroep of platform. Tijdens de eerste bijeenkomst in Enschede waren vooral Enschedese organisaties aanwezig. Met elkaar is nagedacht over of we ons zorgen moeten maken over traditioneel geweld en hoe we dit kunnen bestrijden. Vervolgens is met elkaar nagedacht over de mogelijkheden van een platform, doelen, rollen, taken en samenstelling. De resultaten hiervan zijn gebruikt om in de tweede bijeenkomst met elkaar in gesprek te gaan over een concretere invulling van een platform. Deze tweede bijeenkomst, die in Hengelo plaatsvond, had een veel minder grote opkomst en er waren grotendeels Hengelose organisaties aanwezig. Daarnaast kwamen enkele signalen dat niet alle migrantenorganisaties bereikt werden en dat een aantal van die organisaties wel graag betrokken wilde worden bij dit platform. Naar aanleiding van deze bijeenkomst zijn migrantenorganisaties met een andere culturele achtergrond en besturen van verschillende Enschedese moskeeën en islamitische zelforganisaties (opnieuw) benaderd om betrokken te worden en is dus zo gekozen voor een bredere samenstelling. Tegelijkertijd is de keuze gemaakt om de platforms op lokaal niveau in te richten, en dat alleen onderlinge uitwisseling en de contacten met professionals op bovenlokaal niveau zullen plaatsvinden. Begin maart heeft zowel in Hengelo als in Enschede een vervolgbijeenkomst plaatsgevonden. Hierbij zijn de aanwezigen gevraagd of zij willen deelnemen aan het platform en welke persoon hun organisatie zal vertegenwoordigen. In Enschede heeft dit 11 platformleden opgeleverd (zie bijlage 5) en kan het platform nu van start gaan. In Hengelo hebben de aanwezige organisaties vanuit PSAH de intentie uitgesproken om zich te organiseren in een werkgroep,
bestaande
uit
2
vertegenwoordigers
van
PSAH
aangevuld
met
vertegenwoordigers uit de verschillende aangesloten organisaties. Eind maart wordt deze structuur voorgelegd aan het Algemeen Bestuur van PSAH en zo mogelijk definitief afgekaart. De platformleden zullen een training krijgen van Multi Elan (interculturele expertise), waarin aandacht wordt besteed aan groepsdynamiek, deskundigheidsbevordering ten aanzien van eergerelateerd geweld en samenwerking met professionele organisaties. Informeren van migrantenorganisaties Vanaf het begin van het project zijn alle migrantenorganisaties geïnformeerd over de doelstellingen van het project, middels een informatiedocument en tijdens de gesprekken die zijn gevoerd met de organisaties. Bij de bijeenkomsten voor de oprichting van een migrantenplatform zijn aanwezigen uitgebreid geïnformeerd over de voortgang van het project en de wijze waarop professionals betrokken zijn bij het project. Tijdens het symposium Twentse Aanpak Eergerelateerd Geweld (zie Samenwerkingsaanpak 2) hebben alle aanwezigen een folder ontvangen van de Twentse ketenaanpak (zie bijlage). De organisatie van het symposium heeft alle deelnemers een verslag gestuurd. Dit verslag is ook doorgestuurd naar alle migrantenorganisaties, die niet aanwezig waren, samen met de folder van de Twentse ketenaanpak. Op deze manier hebben alle migrantenorganisaties die
7
betrokken zijn bij het project de informatie ontvangen over de ketenaanpak in Twente en de betrokken professionele organisaties.
Conclusie Het signaleren en vervolgens opvullen van hiaten is bij professionele organisaties goed verlopen. Gebleken is dat voorafgaand aan het project nog veel onwetendheid was op het gebied van eergerelateerd geweld. Grote deelname aan trainingen van diverse organisaties heeft ertoe geleidt dat de deskundigheid binnen deze organisaties op het gebied van eergerelateerd geweld vergroot is. Men heeft (basis)kennis en weet elkaar ook te vinden voor consultatie en advies. Bij migrantenorganisaties is het opvullen van hiaten wisselend verlopen, omdat niet elke organisatie ervoor open staat met het onderwerp eergerelateerd geweld aan de slag te gaan. Door veel inzet te plegen en het inschakelen van de juiste sleutelfiguren, is het toch gelukt om een groot aantal migrantenorganisaties actief te krijgen. Het contact tussen professionele organisaties en de migrantenorganisaties zal in 2011 verder vorm krijgen. Belangrijk is dat hierbij ook gewerkt wordt aan het wegnemen van wantrouwen jegens professionele organisaties. De migrantenplatforms in beide gemeenten zullen hier actief mee aan de slag gaan.
8
Samenwerkingsaanpak 2 Komen tot een set afspraken over signaleren en melden Inleiding In het voorgaande is weergegeven op welke manier de hiaten rondom professionele organisaties en migrantenorganisaties zijn geregistreerd en opgevuld. Een aantal hiaten heeft te maken met samenwerking en afspraken rondom signaleren en melden. Hieronder wordt beschreven op welke manier gewerkt is aan het opvullen van deze hiaten. Bij het inrichten van de signalering- en meldingstructuur is nauw samengewerkt met de gemeente Almelo, waarbij de projectleider van de gemeente Almelo als voorzitter fungeerde van het Kernteam Eergerelateerd Geweld Twente. Dit Kernteam heeft met elkaar de invulling van de signalering- en meldingstructuur vormgegeven.
Expertiseteam Eergerelateerd Geweld Twente Om professionals te ondersteunen bij de stap van signalering naar interventie, is het Expertiseteam Eergerelateerd Geweld Twente opgericht. Het is een klein, slagvaardig en specialistisch team dat bestaat uit medewerkers van de politie Twente (specialisten Eergerelateerd Geweld), Maatschappelijk werk, Steunpunt Huiselijk Geweld en Bureau Jeugdzorg Overijssel/ Advies- en Meldpunt Kindermishandeling. Zij zijn op basis van hun wettelijke of beleidsmatige taak bevoegd tot het uitvoeren en aansturen van interventies en fungeren als centraal aanspreekpunt voor professionals die te maken krijgen met Eergerelateerd Geweld. Het Expertiseteam beoordeelt casussen en geeft gevraagd en ongevraagd advies aan ketenpartners. In principe wordt het Expertiseteam pas geconsulteerd wanneer de ketenpartners er zelf niet meer uit komen. De lijn voor ketenpartners is dus: eerst zelf handelen aan de hand van het risico/taxatieformulier, analyse, plan van aanpak, bespreking in reguliere overleggen Huiselijk Geweld. Pas wanneer men hierin vast loopt, kan contact worden gezocht met het Expertiseteam voor advies en ondersteuning. Deze proceslijn is nieuw. Dit heeft te maken met het feit dat men in Twente de verantwoordelijkheid voor casussen waarin (mogelijk) sprake is van eerproblematiek breder wil gaan leggen dan enkel bij de twee specialisten van de politie Twente, wat voorheen het geval was. Het grootschalig opgezette scholingstraject, waarbij alle ketenpartners betrokken zijn geweest, maakt dit mogelijk. Met name het Maatschappelijk werk zal een grote rol gaan krijgen bij de aanpak van Eergerelateerd Geweld. Het Expertiseteam wordt gecoördineerd en gefaciliteerd door het Steunpunt Huiselijk Geweld, die ook de registratie op zich neemt.
Regionaal Advies- en Meldpunt Eergerelateerd Geweld In de regio Twente werd eergerelateerd geweld voorheen door de meeste organisaties niet als zodanig geregistreerd en was er al helemaal geen sprake van een centraal meldpunt. Door het Steunpunt Huiselijk Geweld nadrukkelijk te positioneren als zijnde ook een adviesen meldpunt voor Eergerelateerd Geweld, is deze deregistratie en decentralisatie beëindigd.
9
Aan de hand van de checklist Eergerelateerd Geweld wordt alle casuïstiek geregistreerd en gemonitord door het Steunpunt Huiselijk Geweld. Hierdoor wordt het inzicht in de aard en omvang van eerproblematiek in Twente vergroot. Alle casuïstiek wordt daarnaast in de beginfase van de ketenaanpak ingebracht bij het Expertiseteam Eergerelateerd Geweld, zodat zij zicht hebben op wat zich afspeelt in Twente. Op basis van de ingebrachte casuïstiek geeft het Expertiseteam gevraagd en ongevraagd advies en stelt zij zonodig in overleg met de ketenpartners de aanpak bij. Daarnaast heeft het Steunpunt als reguliere taak om het algemene publiek, maar ook professionals, te voorzien van informatie en advies. Iedereen die op welke manier dan ook met eergerelateerd geweld te maken heeft of er meer over wil weten, kan terecht bij het Steunpunt.
Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente Ter afsluiting van de projectperiode is, samen met de gemeente Almelo, een symposium ‘Twentse Aanpak Eergerelateerd Geweld’ georganiseerd. Belangrijk onderdeel van dit symposium was het vastleggen van samenwerkingsafspraken tussen 14 partijen in Twente. Deze afspraken zijn voor 4 jaar vastgelegd in het Convenant Ketenaanpak Eergerelateerd Geweld Twente (bijgevoegd als aparte bijlage). In dit convenant is niet alleen de samenwerking tussen professionele partijen onderling afgesproken, maar is ook een basis gelegd voor samenwerking tussen professionele organisaties en migrantenorganisaties: Partijen onderschrijven de doelstelling van de aanpak eergerelateerd geweld van de gemeenten […]. Hiertoe wordt een duurzame samenwerking tot stand gebracht tussen gemeenten, justitiële- en zorginstanties. Daarnaast wordt aansluiting gezocht met vertegenwoordigers van migrantenorganisaties. Deze aansluiting zal worden vormgegeven door een samenwerking te realiseren met de migrantenplatforms in Enschede en Hengelo. Omdat de platforms tijdens het symposium nog niet gerealiseerd waren, zullen zij op een nog te bepalen tijdstip in het voorjaar van 2011 ook een convenant ondertekenen. In dit convenant zal de samenwerking tussen de migrantenorganisaties worden afgesproken, maar zullen ook afspraken staan voor samenwerking met de professionele organisaties. Tijdens het symposium heeft een groot aantal migrantenorganisaties uit Enschede en Hengelo al de intentie uitgesproken om zich de komende jaren bezig te houden met het onderwerp eergerelateerd geweld (bijlage 6).
Conclusie Er zijn in Twente hele duidelijke afspraken over signaleren en melden gemaakt tussen professionele organisaties. De keten is duidelijk en elke betrokken organisatie weet waar gemeld kan worden en waar men meer informatie of advies kan inwinnen. Daarnaast zal in 2011 ook de samenwerking tussen migrantenorganisaties en professionele organisaties verder vorm gegeven worden. Het is belangrijk dat hier ook vanuit de professionele organisaties serieus mee omgegaan wordt en dat er duidelijke afspraken gemaakt worden.
10
Samenwerkingsaanpak 3 Ontwikkeling van arrangementen op het gebied van preventie Inleiding In het kader van borging van een preventieve aanpak is het belangrijk om ontwikkelde initiatieven vast te leggen. In het vorige hoofdstuk is aangegeven welke belangrijke samenwerkingsafspraken al zijn vastgelegd en nog worden vastgelegd. In het kader van preventie zijn de migrantenplatforms van groot belang. Zij kunnen ervoor zorgen dat het onderwerp eergerelateerd geweld ook echt op de agenda van migrantenorganisaties blijft staan.
Om
eergerelateerd
geweld
te
voorkomen
is
het
van
groot
belang
dat
migrantenorganisaties eergerelateerd geweld bespreekbaar maken en houden onder hun achterban, zodat bewustwording en uiteindelijk mentaliteitsverandering wordt gerealiseerd. Ook binnen de samenwerkingsafspraken tussen de professionele organisaties is preventie belangrijk. Doordat professionals beter kunnen signaleren, kunnen eerproblemen vroegtijdig gesignaleerd worden en kan escalatie (geweld) voorkomen worden. Naast deze preventieve arrangementen, zijn gedurende de projectperiode nog een aantal arrangementen ontstaan en zijn nog andere belangrijke preventieafspraken gemaakt. Deze worden hieronder beschreven.
Methodiek voor bewustwording In Enschede hebben de Volksuniversiteit Enschede (VUE) en het vrouwencentrum (SIVE) op verzoek van de projectleider en projectmedewerker een methodiek ontwikkeld om laagdrempelig met vrouwen in gesprek te gaan over eergerelateerd geweld. De methodiek heet “Ik en mijn kind. Opvoeden in deze tijd” en bestaat uit 3 vervolgbijeenkomsten. In de bijeenkomsten staan achtereenvolgens Opvoeding, Seksualiteit en Verliefdheid en Eer centraal. Met de methodiek moeten de volgende doelen bereikt worden: -
Deelnemers vinden herkenning en steun bij hun opvoedingsvragen;
-
Deelnemers denken na over hun eigen identiteit en die van hun kinderen en over de verwachtingen die zij hebben van hun zonen en dochters;
-
Deelnemers denken na over de manier waarop zij hun rol als ouder vervullen;
-
Deelnemers worden zich bewust van het belang van gelijkwaardig opvoeden;
-
Deelnemers durven en kunnen onderling het gesprek aangaan over het onderwerp eergerelateerd geweld, seksualiteit en verliefdheid;
-
Zelfreflectie onder de deelnemers bevorderen.
De methodiek is uitgevoerd bij SIVE, door een trainster van de VUE, en heeft zeer positieve resultaten bij de deelneemsters. De volledige methodiek, alsmede de ervaringen van de projectleider en de resultaten van de gehouden bijeenkomsten, zijn bijgevoegd (bijlage 4).
Informatiemateriaal De Twentse ketenaanpak is overzichtelijk op papier gezet en verspreid over professionele organisaties en migrantenorganisaties in de regio Twente. Op de websites van de gemeenten
11
Hengelo en Enschede wordt dezelfde informatie gezet, zodat deze voor alle burgers en professionals in Hengelo, Enschede en omgeving toegankelijk is. Daarnaast hebben de projectleider en projectmedewerker gedurende de projectperiode verschillende presentaties gehouden onder professionals en migranten, waarbij veel informatie gegeven is over eergerelateerd geweld en over de Twentse ketenaanpak.
Gemeentelijk beleid In het Convenant Twentse Aanpak Eergerelateerd Geweld hebben ook beide gemeenten samenwerkingsafspraken en regieafspraken gemaakt met professionele organisaties en migrantenorganisaties. Door dit vast te leggen in een convenant is de ketenaanpak en de preventie van eergerelateerd geweld voor in ieder geval de komende 4 jaar geborgd binnen het beleid rondom huiselijk geweld en diversiteit van de beide gemeenten.
Trainingsmogelijkheden De afgelopen projectperiode is een groot trainingsaanbod opgesteld, specifiek voor de regio Twente. Hiermee zijn een groot aantal professionals getraind, maar in de regio blijft vraag naar trainingen. Met Vocas trainingen is afgesproken dat het Twentse aanbod blijft staan en dat professionals in Twente de komende periode met korting gebruik kunnen maken van dit aanbod. Alle belangstellenden die niet meer getraind kunnen worden en alle organisaties die eerder gebruik hebben gemaakt van de trainingen, worden van dit aanbod op de hoogte gesteld. Conclusie Gedurende de projectperiode is preventie altijd het sleutelwoord geweest. Er zijn diverse initiatieven ontwikkeld op het gebied van preventie, zoals de verschillende bijeenkomsten bij migrantenorganisaties om eergerelateerd geweld bespreekbaar te maken. Ook de afspraken over signaleren en melden en de trainingen die professionals gevolgd hebben, hebben alles te maken met preventie: vroegtijdig signaleren en actie ondernemen, zodat escalatie voorkomen kan worden. Deze preventieafspraken zijn vastgelegd in een convenant en in het gemeentelijk beleid rondom huiselijk geweld en diversiteit. De migrantenplatforms zullen een belangrijke rol gaan spelen in de preventie van eergerelateerd geweld en de komende jaren diverse
initiatieven
ontwikkelen
om
bewustwording
en
mentaliteitsverandering
te
bewerkstelligen.
12
Scholenaanpak 1 Methodiek om eergerelateerd geweld bespreekbaar te maken Inleiding Het ROC van Twente in Almelo heeft enkele jaren geleden samen met het Rotterdamse Albeda College een aanpak ontwikkeld voor eergerelateerd geweld in en om de school. Het was de wens van de gemeenten Hengelo en Enschede om die aanpak uit te breiden, waarbij ook het algemeen voortgezet onderwijs in de aanpak meegenomen zou worden. Belangrijk onderdeel hierbij is het bespreekbaar maken van eergerelateerde problematiek onder jongeren. In het kader van borging en het creëren van een meerjaren aanpak is ervoor gekozen om scholen hiervoor een methodiek aan te reiken, en niet alleen het bespreekbaar maken zelf centraal te stellen. Daarnaast is het belangrijk dat docenten ook kunnen signaleren en is er daarom aandacht geweest voor deskundigheidsbevordering. Hieronder wordt beschreven op welke manier dit in gang gezet is en welke resultaten behaald zijn.
Aanbod scholen De VO-scholen in Hengelo en Enschede en het ROC van Twente hebben een aanbod ontvangen voor deskundigheidsbevordering en het bespreekbaar maken van eergerelateerd geweld. Het volledige aanbod is bijgevoegd als bijlage (bijlage 7), hieronder wordt weergegeven van welke onderdelen uit het aanbod door scholen gebruik gemaakt is.
Masterclass Eergerelateerd Geweld De ‘Masterclass’ van Movisie is bedoeld voor professionals in het voortgezet en middelbaar (beroeps)onderwijs, zoals leden van zorgadviesteams, leerlingbegeleiders, vertrouwenspersonen etc. Aan de hand van casussen (die de deelnemers al dan niet zelf inbrengen) wordt gewerkt aan specifieke vragen van de deelnemers. De werkvormen zijn interactief en kunnen variëren van rollenspel tot oefeningen om inzicht en vaardigheden te vergroten. De trainster geeft steeds korte feedback en inhoudelijke toelichting en adviezen. Welke werkvorm en welk thema expliciet aan bod komen, hangt grotendeels af van de inbreng van deelnemers. De Meldcode Huiselijk Geweld komt ook aan de orde.
Workshop RespectEER De workshop RespectEER van Movisie is bedoeld voor docenten van scholen voor voortgezet
en
middelbaar
(beroeps)onderwijs.
Deelnemers
krijgen
enige
achtergrondinformatie over hoe leerlingen kunnen worstelen met eer en eergerelateerd geweld. Aan de hand van verschillende werkvormen, die docenten ook in hun lessen kunnen gebruiken, staan deelnemers stil bij onderwerpen als partnerkeuze, maagdelijkheid, seksualiteit, opgroeien in twee culturen, e.d. De werkvormen en de inhoud worden daarna kort nabesproken. Deelnemers ontvangen het Handboek RespectEER met diverse werkvormen.
13
Gastlessen Docent/trainer Unal Aktas van het bureau AKTraining heeft een aanbod ontwikkeld speciaal voor de scholenaanpak. Onder andere door middel van rollenspelen worden vooroordelen en eerkwesties bespreekbaar gemaakt met leerlingen en wordt de discussie op gang gebracht over culturele verschillen, eer en trots. De gastles is maatwerk, afhankelijk van de leerlingen, culturele verschillen en reacties van de groep. Het is mogelijk hierbij ook een beatboxer in te schakelen, die actief deelneemt aan de gastles en vervolgens een show geeft.
Betrokkenheid scholen In Hengelo is een eerste gesprek georganiseerd, geïnitieerd door de gemeente, met de zorgcoördinatoren van de verschillende scholen. In dit gesprek is het project geïntroduceerd en is gepeild in hoeverre scholen open staan om met het thema eergerelateerd geweld aan de slag te gaan. Het vooraf opgestelde aanbod voor het bespreekbaar maken van e
eergerelateerd geweld en voor deskundigheidsbevordering van (2 lijns) docenten werd door de scholen positief ontvangen. Uiteindelijk zijn in Hengelo de drie reguliere VO-scholen (De Grundel, Twickel en OSG) betrokken. In Enschede is het eerste contact met de scholen niet via de gemeente verlopen, maar zijn alle scholen via hun zorgcoördinatoren individueel benaderd. In eerste instantie verliep dit wat moeizaam en zorgden allerlei reorganisaties en interne verschuivingen binnen scholen ervoor dat er pas in het najaar van 2010 actie ondernomen kon worden. Twee VO-scholen (Het Stedelijk Lyceum en het Bonhoeffer College) hebben aangegeven niet deel te willen nemen aan het project en waren ook na meerdere pogingen niet te overtuigen. Het samenwerkingsverband Scholingsboulevard, waar VMBO-leerlingen van alle Enschedese scholen (Stedelijk Lyceum, Bonhoeffer College en ROC, deze laatste tot september 2010) vanaf het 3e leerjaar geplaatst worden, is wel actief betrokken bij de scholenaanpak. Ook het ROC van Twente heeft deelgenomen aan de scholenaanpak, met meerdere vestigingen en locaties. Hieronder een overzicht van de acties per scholengemeenschap.
De Grundel (VO, Hengelo) -
Gastlessen AKTraining op 1 vestiging aan ongeveer 300 leerlingen, heeft in 2010 plaatsgevonden en vindt nog een keer plaats in 2011, inclusief de beatboxer;
-
Masterclass Movisie aan 12 docenten, heeft in 2010 plaatsgevonden;
-
Workshop RespectEER: bereidheid tot deelname van 4 docenten, moet nog plaatsvinden;
-
Avond voor allochtone ouders, op basis van reacties van leerlingen uit de gastlessen. Deze avond staat gepland voor april 2011 en zal dezelfde opzet hebben als de gastlessen (rollenspel, vooroordelen bespreekbaar maken).
De Twickel (VO, Hengelo) -
Masterclass Movisie aan 9 docenten, staat gepland voor april 2011 als gecombineerde masterclass (samen met docenten van ‘t Genseler).
14
OSG, ’t Genseler (VO Praktijkonderwijs, Hengelo) -
Masterclass Movisie aan 6 docenten, staat gepland voor april 2011 als gecombineerde masterclass (samen met docenten van de Twickel).
Scholingsboulevard (VO - VMBO 3+4, Enschede) -
Gastlessen AKTraining op meerdere vestigingen aan ruim 1000 leerlingen in totaal, heeft in 2010 plaatsgevonden en vindt nog steeds plaats in 2011, inclusief beatboxer;
-
Masterclass Movisie aan 15 docenten, vindt in maart 2011 plaats;
-
Workshop RespectEER: mogelijke bereidheid tot deelname van enkele docenten, moet nog plaatsvinden.
ROC van Twente -
Gastlessen AKTraining aan ruim 100 leerlingen op AKA-afdelingen in Hengelo en Enschede van het ROC (Arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent);
-
Masterclass Movisie aan 15 docenten op de reguliere afdeling van het ROC;
-
Masterclass Movisie aan 15 docenten op de AKA-afdelingen in Hengelo en Enschede van het ROC;
-
Workshop RespectEER aan 15 docenten op de AKA-afdelingen in Hengelo en Enschede van het ROC.
Conclusie De methodiek van AKTraining heeft zich bewezen als bruikbare methodiek voor het bespreken van EG met jongeren: ruim 1400 jongeren in scholen in Enschede & Hengelo zijn hiermee bereikt. Scholen hebben kennis genomen van deze methodiek en kunnen deze trainer zelf ook inschakelen in de toekomst. Het enthousiasme van scholen na de gastlessen heeft ervoor gezorgd dat op die scholen de masterclass en workshops ook geïntroduceerd konden worden. Door de masterclass van Movisie hebben ruim 70 docenten in Hengelo en Enschede meer informatie gekregen over eerculturen en eerproblemen waar jongeren mee te maken kunnen krijgen. Daarnaast kunnen zij eerproblemen signaleren en weten zij ook hoe hiermee (in eerste instantie) om te gaan. De uiteindelijke doelstelling om een methodiek aan te reiken, waarmee scholen eergerelateerd geweld zelf bespreekbaar kunnen maken, is behaald doordat een aantal scholen gebruik maakt van de workshop RespectEER. Daarnaast zijn alle scholen in de masterclass geïnformeerd over het handboek en kunnen zij dit ook zonder de workshop bestellen bij Movisie.
15
Scholenaanpak 2 Methodiek voor scholing toekomstig professionals Inleiding De tweede lijn van de scholenaanpak heeft zich gericht op de toekomstig professionals van Saxion Hogeschool Enschede. Hier volgen een groot aantal studenten een opleiding, waarmee zij in de toekomst in aanraking kunnen komen met eergerelateerde problematiek. Door in de curricula van deze opleidingen het thema eergerelateerd geweld mee te nemen, hebben deze studenten na afstuderen al de benodigde kennis in huis op het gebied van eergerelateerd geweld. Hieronder wordt beschreven op welke manier Saxion betrokken is geweest bij de scholenaanpak en welke resultaten wel en niet zijn behaald. Onderzoek opleidingen Twee studenten van Saxion hebben onderzocht op welke manier het thema eergerelateerd geweld voorkomt binnen de opleidingen SPH en MWD van de afdeling Mens & Maatschappij binnen Saxion Enschede. Hiervoor hebben zij hun eigen opleidingen onder de loep genomen en interviews gehouden met docenten en externe professionals. Uit dit onderzoek blijkt dat eergerelateerd geweld als thema niet structureel voorkomt binnen deze opleidingen. Of het onderwerp aan de orde komt, is afhankelijk van de betreffende docent. Docenten en externe professionals gaven aan dat het wel van belang is dat het onderwerp eergerelateerd geweld aan bod komt in de opleidingen SPH en MWD. De studenten hebben de volgende aanbevelingen gedaan: -
Het thema eergerelateerd geweld moet geïntegreerd worden in bestaande vakken;
-
Er moet een verdieping worden aangeboden aan studenten die daarin geïnteresseerd e
e
zijn, bijvoorbeeld als methodisch profiel in het 3 leerjaar of als minor in het 4 leerjaar; -
Het is aan de raden het boek ‘In ontmoeting’ van De Groot & Şimşek (2008) te hanteren als verplichte literatuur binnen de opleidingen SPH en MWD;
-
Om alles in een passend en actueel lesprogramma terug te laten komen, zouden docenten samen met professionals zich in het thema eergerelateerd geweld moeten verdiepen. Op deze manier kunnen opleidingen beter inspringen op de beroepspraktijk. Een bijkomend voordeel van deze samenwerking is dat het onderwijs op deze manier aansluit bij de ontwikkelingen in de praktijk.
Betrokkenheid Saxion Vanaf het begin zijn enkele docenten van Saxion nauw betrokken geweest bij het onderzoek van de studenten en bij de gesprekken die gevoerd zijn om het onderwerp eergerelateerd geweld in het curriculum van de afdeling Mens & Maatschappij te krijgen. Ook is door het Kenniscentrum binnen Saxion in 2010 een training ontwikkeld op het gebied van eergerelateerd geweld: Basiscursus signaleren van en adequaat handelen bij eergerelateerd geweld’. Deze training wordt aangeboden aan professionals die bij de uitoefening van hun beroep (kunnen) worden geconfronteerd met slachtoffers van en/of andere betrokkenen bij
16
eerzaken. Voor zover bekend zijn er nog geen voldoende aanmeldingen geweest om deze cursus te laten starten. Ongetwijfeld zal dit ook te maken hebben met het feit dat professionals in 2010 het aanbod vanuit het project hebben gekregen (kostenloze deelname aan de Vocas trainingen). Na afronding van het onderzoek zijn nogmaals enkele gesprekken gevoerd met Saxion, over de wijze waarop deze resultaten en aanbevelingen kunnen leiden tot veranderingen binnen het curriculum van de opleidingen. Enkele docenten en de toenmalige teamcoördinator Methodische cyclus staan hier positief tegenover. Zij vonden het wenselijk dat docenten een training kregen over het thema eergerelateerd geweld, waarbij zij ook methodieken aangereikt kregen om het onderwerp eergerelateerd geweld zelf in hun lessen mee te nemen. Hiervoor was interesse in de trainingen van Vocas en is een gesprek gevoerd met Vocas en Saxion om te kijken wat zij voor elkaar zouden kunnen betekenen. Ook de training die door Saxion zelf is ontwikkeld, zou hierbij interessant kunnen zijn. Daarnaast heeft de toenmalige teamcoördinator Methodische cyclus van zijn leidinggevende akkoord gekregen om eergerelateerd geweld als methodisch profiel aan te bieden in het 3e leerjaar, te starten in het schooljaar 2011-2012. Door een functiewisseling is er echter een andere teamcoördinator gekomen, die dit teruggedraaid heeft. Wel is aangegeven dat het thema eergerelateerd geweld wellicht voor het schooljaar 2012-2013 als methodisch profiel aangeboden kan worden. Vanwege het einde van de projectperiode zijn hierover echter geen concrete afspraken meer gemaakt.
Conclusie Het onderzoek van de studenten heeft docenten van Saxion bewust gemaakt van het belang om het onderwerp eergerelateerd geweld mee te nemen in hun vakken. De mate waarin dit in de toekomst zal gebeuren, is helaas nog steeds afhankelijk van de betreffende docent. Een training waarbij ook lesmethodieken gehanteerd zouden worden, kon hier verandering in brengen. Daarnaast zou een deel verdieping aangeboden kunnen worden in de vorm van een methodisch profiel Eergerelateerd Geweld. Het is helaas niet gelukt om deze plannen en ideeën daadwerkelijk vorm te geven voor het schooljaar 2011-2012. Wel hebben enkele docenten van Saxion zich nog ingeschreven voor de extra verdiepingstrainingen van Vocas die in 2011 gehouden worden. Deze kennis zullen zij overdragen aan hun studenten en kunnen zij ook binnen het docententeam overdragen.
17
Nawoord
Met deze eindrapportage ronden de gemeenten Hengelo en Enschede het project Preventie Eergerelateerd Geweld af. Dat betekent gelukkig niet dat het onderwerp eergerelateerd geweld ook afgerond wordt en dat er geen aandacht meer voor is. Het tegenovergestelde zal de komende jaren blijken. In de projectperiode zijn belangrijke afspraken vastgelegd en zijn diverse activiteiten ontplooid, die de komende jaren een vervolg krijgen. Dat is ook altijd de bedoeling geweest van het project: geen eenmalig project, maar het opzetten van een ketenaanpak en preventieve aanpak die zelfstandig (en deels met ondersteuning vanuit de gemeente) kunnen blijven voortbestaan. Het thema Eergerelateerd Geweld is een beladen en gevoelig thema, waar niet iedere (migranten)organisatie mee aan de slag durft te gaan. Gelukkig zijn er zowel in Enschede als in Hengelo diverse personen, al dan niet vanuit migrantenorganisaties, die aangegeven hebben dat zij zich willen inzetten voor de preventie van eergerelateerd geweld. Het zorgen voor bewustwording en uiteindelijke mentaliteitsverandering is een lang proces, waar ongetwijfeld meerdere generaties voor nodig zijn. De betrokkenheid van professionele organisaties, migrantenorganisaties en de scholen is hierbij van groot belang. Binnen Hengelo en Enschede (en in heel Twente), zal hier de komende jaren nadrukkelijk in geïnvesteerd worden. De aanpak rondom eergerelateerd geweld is opgezet en vastgelegd en zal zich de komende jaren steeds verder ontwikkelen.
18
Bijlage 1 – Deelnemende organisaties aan trainingen
Deelnemende organisaties aan de signaleringstrainingen in Hengelo en Enschede:
-
Scala (diverse welzijnswerkers)
-
SKE (kinderopvang)
-
Alifa (diverse welzijnswerkers)
-
Gemeente Enschede (leerplicht)
-
OM (parketsecretarissen)
-
Gemeente Enschede (beleidsmw HG)
-
CJG (LOES-medewerkers)
-
Ivio (Inburgering)
-
AMK
-
Tactus (verslavingszorg)
-
Mediant (GGZ)
-
Jarabee (jeugdhulpverlening)
-
Humanitas
-
Vluchtelingenwerk Overijssel
-
Carint (maatschappelijk werk)
-
Kindertelefoon
Deelnemende organisaties aan de verdiepingstrainingen in Hengelo en Enschede:
-
Reclassering Nederland
-
Wijkcoaches Enschede
-
AMK
-
Leger des Heils (reclassering)
-
Carint (mw, o.a. aandachtsfunct. HG)
-
Raad voor de Kinderbescherming
-
Mediant (GGZ)
-
Comensha (mensenhandel)
-
Jarabee (jeugdhulpverlening)
-
Gezondheidscentrum Enschede-Noord
-
MEE Twente
-
Ariëns Zorgpalet
-
Regiopolitie Twente (o.a. TAH HG)
-
Slachtofferhulp Enschede
-
Bureau Jeugdzorg Overijssel
-
Gemeente Enschede (leerplicht)
-
Gemeente Hengelo (procesmanagers)
-
Gemeente Enschede (consulenten A&I)
-
Tactus (verslavingszorg)
-
Stichting ZUS (zorginstelling)
-
Vrouwenopvang Overijssel
-
Saxion Hogeschool Enschede
-
Steunpunt Huiselijk Geweld
-
Speciaal onderwijs Onder de Kap (VO)
-
SMD (mw, o.a. team Vroeghulp)
19
Bijlage 2 – Bereikte migrantenorganisaties Enschede -
Stichting Marokkanen Enschede Noord (SMEN)
-
Platform Aram (hoofdbestuur, vrouwencomité, jongerenbestuur)
-
Suryoye Platform Overijssel (afdelingen AMVE en Tur Abdin)
-
HEG Enschede
-
Samenwerkende Democratische Organisaties (SDO)
-
Koerdische Vereniging Midia
-
Overijsselse Turks Islamitische Vrouwen Organisaties (OTIVO, afdeling Enschede)
-
Platform Allochtone Ouders en Onderwijs (PAOO)
-
Turkse vrouwenvereniging Cagri
-
Turkse jongerenorganisatie Kervan
-
PSA-DER
-
Islamitische Vereniging Enschede
-
Turkse Culturele Vereniging Enschede
-
Jongerenvereniging DAVET
-
Stichting Boyokani
-
Nederlands Hindoestaanse Ouderenbond (NEHOB)
-
Stichting Somaliërs in Gelderland en Overijssel (SSGO)
-
Selimiye moskee
-
Anadolu moskee
-
Ulu Gendik
-
Stichting Ender & SICE
-
Stichting Islamitisch Arabisch Onderwijs & Cultuur
Hengelo -
Suryoye Culturele Vereniging Baradeus
-
Suryoye Culturele Vereniging Tur Abdin
-
Stichting Studiecentrum Aramea
-
Koerdische Vereniging Hengelo
-
Culturele Vereniging voor de Islam
-
Stichting Onderwijscomité Allochtonen
-
Turkse Democratische Vereniging Hengelo
-
Vereniging Hengelo Yozgat
-
Stichting Egeïsche Cultuur en Ondersteuning
-
Italiaanse Vereniging CRLI (Centro Ricreativo Lavoratori Italiani)
-
Klub Serbija
-
Nederlands Surinaams Kontakt Vereniging
-
Afrikaanse solidariteitsvereniging
Bovenstaande organisaties zijn verenigd in het Platform Samenwerkingsverband Allochtonenorganisaties Hengelo (PSAH).
20
Bijlage 3 – Activiteiten migrantenorganisaties
Koerdische Vereniging Midia De Koerdische Vereniging Midia heeft 2 bijeenkomst georganiseerd voor haar achterban. Bij de eerste bijeenkomst bestond de groep uit zowel mannen (12) als vrouwen (15) en was het geen probleem om als thema eergerelateerd geweld te nemen. Waarschijnlijk kwam dit doordat Midia via VON al betrokken was bij het project ‘Aan de goede kant van de eer’. Binnen de groep waren verschillende personen die voorbeelden hadden van eerwraak, waaronder zelfverbranding bij vrouwen. Eén van de opvallende conclusies uit de discussie was dat meisjes zelf een keuze moeten maken hoe om te gaan met eer, als zij zich maar bewust zijn van hun eer. De tweede bijeenkomst werd alleen voor vrouwen georganiseerd, hierbij waren 37 vrouwen aanwezig. Het onderwerp van deze bijeenkomst was opvoeden zonder eergerelateerd geweld en was georganiseerd door de jongere en oudere generatie vrouwen van Midia. Onderwerpen die ter sprake kwamen waren het effect van roddel, communicatie met een kind/puber, hoe reageer je wanneer je kind iets doet wat niet mag, etc. Door het werken met een rollenspel werden reële situaties nagebootst. Ook deze groep vrouwen gaf aan dat zij een dergelijke bijeenkomst graag willen met (hun) mannen erbij. Wat opviel is dat vrouwen niet gewend zijn om met elkaar over deze thema’s te praten. Jonge meisjes geven aan weinig last te hebben van de puberteit, als het gaat om verzet tegen de regels van de oudere generatie.
Platform Aram Ook bij Platform Aram zijn 2 bijeenkomst georganiseerd. Bij de eerste bijeenkomst hebben 17 vrouwen met elkaar gediscussieerd over verschillen in de opvoeding van jongens en meisjes en de rol van eer hierin. Hierbij waren ook een jongerenwerker en een medewerker van opvoedingsondersteuning aanwezig. Belangrijke conclusies waren dat er een groot verschil is tussen de opvoeding van jongens en van meisjes en dat de tweede generatie ‘vernederlandst’, maar nog wel vasthoudt aan hun geloof, taal, waarden en normen. Familie eer blijft belangrijk, omdat de sociale controle van de omgeving groot is. Ook geeft men aan dat ‘vuile was’ niet buiten wordt gehangen. De tweede bijeenkomst over eergerelateerd geweld werd georganiseerd door de jongeren van Platform Aram. De organisatie gaf aan dat dit thema gevoelig ligt binnen de gemeenschap en dat bespreekbaar maken hiervan een uitdaging is. Er was ook angst dat jongeren weg zouden blijven. Uiteindelijk is het een hele interessante, goed bezochte avond geworden (30 jongeren waren aanwezig), waar in open sfeer met elkaar gesproken is. Er waren ook professionals aanwezig vanuit Alifa, Politie en Tactus. De gespreksleider heeft de jongeren laten zien waar de oorsprong van eer vandaan komt in de Suryoye cultuur. Meisjes gaven aan dat de sociale controle op hen heel groot is en dat zij zich niet vrij voelen. Opvallend was ook dat jongeren van rond de 16 jaar zich conservatiever uitten dan oudere jongeren (bijvoorbeeld t.a.v. homo’s). Dit werd geweten aan gebrek aan levenservaring. Ook werd zichtbaar hoe belangrijk het is voor jongeren om elkaar binnen de eigen gemeenschap te ontmoeten, omdat vooral meisjes weinig ontmoetingsmomenten hebben met leeftijdsgenoten, buiten school.
21
Alifa & Platform Aram Bij een bijeenkomst over de betekenis van eer, door welzijnsorganisatie Alifa en de vrouwencommissie van Platform Aram wordt door 20 vrouwen uit verschillende culturen in een open sfeer een levendig gesprek gevoerd over eergerelateerd geweld en de rol van opvoeding hierin. Na afloop werd aangegeven dat het belangrijk is om een dergelijke bijeenkomst ook te organiseren met mannen er bij! Opvallend is hoe groot de invloed is van (negatieve) sociale controle en de rol van roddel.
ROZA Ook bij ROZA, Centrum voor Wereldvrouwen, was opvoeding de insteek van de bijeenkomst. Een groot gezelschap van 40 vrouwen uit diverse culturen discussieerde met elkaar over verschillen in opvoeding tussen jongens en meisjes en de risico’s daarvan. Conclusie van de bijeenkomst was dat ouders meer aandacht moeten schenken aan de opvoeding van hun zonen, om te voorkomen dat jongens zich gaan gedragen als macho mannen zonder respect voor vrouwen.
Turkse Vrouwenvereniging Cagri De Turkse Vrouwenvereniging Cagri heeft twee bijeenkomsten over opvoeding en eer georganiseerd, waarvan 1 avond speciaal voor jongeren. Tijdens de eerste bijeenkomst hebben 30 vrouwen gediscussieerd over de rol van (seksuele) eer en de rol die aan vrouwen wordt toebedeeld als bewaakster van de eer. Een deel van de vrouwen vindt dat het terecht is dat mannen de familie eer beschermen, een groter deel geeft aan dat vrouwen en mannen als individu beiden zelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen eer. Men herkend dat er met twee maten gemeten wordt in het handhaven van eer voor jongens en meisjes. De aanwezigen keuren eergerelateerd geweld af. De tweede bijeenkomst, voor jongeren, had hetzelfde thema. Hierbij waren 27 meisjes aanwezig. Ook zij keuren eergerelateerd geweld af en geven aan dat dit vaak door onwetenheid komt en dat traditie vaak de oorzaak van geweld is. De meiden vinden het erg dat er nog vaak anders wordt omgegaan met meiden dan met jongens en dat opruimen en schoonmaken vanzelfsprekend wordt gezien voor meiden. Ook worden jongens en meiden anders benaderd over eer: “alsof de jongens eerloos mogen zijn!” De meiden geven aan dat het belangrijk is om een goede relatie te hebben met beide ouders en dat je ook met hen communiceert. Niet teveel regels, en niet te strenge regels (maar ook niet te vrij!) worden als wenselijk ervaren. Zij willen ook graag thuis aandacht van hun ouders en willen graag dat hun ouders hen vertrouwen. De Turkse vrouwenvereniging Cagri had in eerste instantie wat weerstand om iets te organiseren, maar heeft zelf een begeleider uit de eigen doelgroep gezocht om de avonden te begeleiden. Dit is succesvol gebleken. Dit concept wordt ook gebruikt bij de Turkse vrouwenvereniging Otivo.
22
Turkse Vrouwenvereniging OTIVO Bij Otivo is dezelfde methode gehanteerd als bij Cagri, ook de gespreksleider was bij beide verenigingen dezelfde persoon. De eerste bijeenkomst over opvoeding en eer was georganiseerd voor en met de jongere meisjes, hierbij waren 10 dames aanwezig. De meisjes gaven aan dat zij deze kleine groep als prettig hebben ervaren en op deze manier beter hun verhaald kwijt konden en hun mening konden geven. Wat opviel was dat de meisjes het gevoel hebben dat hun ouders hen niet vertrouwen. De tweede bijeenkomst voor de vrouwen/moeders werd bijgewoond door ruim 30 vrouwen. Door het succes wil de organisatie een derde bijeenkomst organiseren voor meisjes en vrouwen/moeders samen. Deze bijeenkomst vindt begin maart plaats. Naast deze bijeenkomsten wil OTIVO graag voor heel Overijssel een aantal bijeenkomsten organiseren, vooral ook voor mannen. Hier zijn nog geen concrete aanvragen voor binnen gekomen. SIVE Vrouwencentrum SIVE heeft, samen met de Volksuniversiteit Enschede, 3 bijeenkomsten georganiseerd in het kader van ‘Ik en mijn kind, opvoeden in deze tijd’. De bijeenkomsten hebben achtereenvolgens als onderwerp opvoeding, seksualiteit & verliefdheid en eer. Het creëren van een vertrouwde setting was belangrijk bij deze vrouwen, zodat zij open over hun gevoelens konden praten en hun mening konden geven. De bijeenkomsten zijn uitgewerkt in een methodiek, die goed gebruikt kan worden bij andere bijeenkomsten (zie bijlage 4). SPO Zoals in het verslag al aangegeven is, is vanuit AMVE het initiatief ontstaan om een toneelstuk te maken over het onderwerp eergerelateerd geweld. Dit toneelstuk is een vervolg op het stuk Sara, zomaar een meisje, dat ook verfilmd is. Dit eerste deel gaat over Sara die gepest wordt op school en thuis geconfronteerd wordt met huiselijk geweld en een gokkende vader, en vervolgens in handen van een loverboy valt. De film heeft een open einde: Sara wordt door een vriend weggehaald bij de loverboy, maar hoe zal haar familie op dit alles reageren? Het toneelstuk Sara deel 2 gaat hier verder en laat de reacties van de verschillende familieleden en vrienden zien. Ook dit toneelstuk heeft een open einde en is bedoeld om reactie en discussie uit te lokken. Het toneelstuk is 2 keer vertoond: de première was eind 2010 tijdens een weekend van VON (die ook de financiën op zich heeft genomen) en de tweede voorstelling was tijdens het symposium Twentse Aanpak Eergerelateerd Geweld op 19 januari 2011. De bedoeling is dat ook dit toneelstuk verfilmd gaat worden; de gemeenten Enschede en Hengelo hebben toegezegd hieraan een financiële bijdrage te leveren. Daarnaast willen AMVE en Tur Abdin ook nog graag de film van deel 1 laten zien aan hun achterban, omdat de meesten deze film nog niet gezien hebben. Dit willen de organisaties combineren met een discussie, waarbij ook professionele organisaties uitgenodigd zullen worden. De uitvoering van deze activiteiten (1x in Hengelo en 1x in Enschede) staat gepland voor de eerste helft van 2011.
23
2010 Bijlage 4 – Methodiek SIVE & VUE
&
‘Ik en mijn kind. Opvoeden in deze tijd’
Keltoum Ben Yacoub Amrani Khadija Amrani Hacer Bircan -Ocal 18-01-2011
24
De aanleiding: In het kader van het pilot project “Preventie eer gerelateerd geweld” van de gemeente Enschede, heeft SIVE en de Volksuniversiteit drie groepsbijeenkomsten voor de multiculturele achterban van SIVE georganiseerd. De traditie van het niet open en eerlijk met elkaar kunnen praten over gevoelige problemen (eergerelateerde geweld) binnen bepaalde groepen, was ook één aanleiding voor het organiseren van deze bijeenkomsten. De voorbereiding: Naar aanleiding van het hierboven genoemde heeft SIVE in samenwerking met de Volksuniversiteit een probleemstelling geformuleerd die als volgt luidt; Hoe kunnen SIVE en de Volksuniversiteit ervoor zorgen dat leden van bepaalde allochtonen groepen toch over onderwerpen, waar binnen hun cultuur een taboe op rust, kunnen en durven te praten? Iedere partij had een eigen taak bij het organiseren van deze groepsbijeenkomsten. Zowel SIVE als de Volksuniversiteit waren verantwoordelijk voor het ontwikkelen van de inhoud van de groepsbijeenkomsten. SIVE had hiernaast de werving als taak en de Volksuniversiteit had de taak om een docente, die de bijeenkomsten zou begeleiden, te regelen. De Volksuniversiteit wilde een docent die affiniteit had met zowel het onderwerp als de doelgroep. Het was dus moeilijk om in een kort tijdsbestek de juiste docent te vinden. Uiteindelijk is het de Volksuniversiteit toch gelukt om een docente te regelen die zowel affiniteit had met het onderwerp als de doelgroep. Hiernaast beschikte de docente over een goed inlevingsvermogen en over de kwaliteit om het onderwerp op een zorgvuldige manier over te brengen en ter sprake te brengen. Tevens wist ze hoe ze een vertrouwde sfeer binnen de groep moest creëren. Doelstelling: SIVE en de Volksuniversiteit willen aan het eind van de drie groepsbijeenkomsten de volgende doelen bereikt hebben; De deelnemers vinden herkenning en steun bij hun opvoedingsvragen. De deelnemers denken na over hun eigen identiteit en die van hun kinderen en over de verwachtingen die ze hebben van hun zonen en dochters. De deelnemers denken na over de manier waarop zij hun rol als ouder vervullen. De deelnemers worden bewust van het belang van gelijkwaardig opvoeden. De deelnemers durven en kunnen onderling het gesprek aangaan over het onderwerp eergerelateerde geweld, seksualiteit en verliefdheid. Zelfreflectie onder de deelnemers bevorderen. Het plan: SIVE en de Volksuniversiteit willen hun bovengenoemde doelen bereiken door drie groepsbijeenkomsten te organiseren. Gedurende de eerste bijeenkomst zal het begrip ‘Opvoeding’ centraal staan. In de tweede bijeenkomst zal het onderwerp ‘Seksualiteit en verliefdheid’ besproken worden en de laatste bijeenkomst zal over het begrip ‘Eer’ en alles wat daar mee te maken heeft gaan. SIVE verwacht dat de keuze van de eerste twee gespreksonderwerpen van zelf tot het derde onderwerp (Eer) zullen leiden. Deze bijeenkomsten zullen op donderdagochtend van 09:30 tot 11:30 uur in een ruimte van SIVE plaatsvinden. Voor deze bijeenkomsten hebben zich 15 (vrouwen) vrijwilligers van SIVE aangemeld. De bijeenkomsten zullen door docente Annie Adjiembaks begeleidt worden. Hierbij zal Keltoum Ben Yacoub Amrani, een vierdejaars HBO Sociaal Juridische Dienstverlening Studente, aanwezig zijn. Zij zal het eindverslag schrijven.
25
Algemene informatie: De 15 aanwezige vrouwen waren van Surinaamse, Marokkaanse, Nederlandse, Libanese, Tunesische, Azerbeidjaanse, Turkse, Irakezen, Egyptische, Iranese en Braziliaanse afkomst. De bijeenkomsten werden in een huiskamer van SIVE gehouden. De huiskamer beschikte over een gezellige bank, planten, boekenkast en een grote tafel in de vorm van een kring. De huiskamer was zodanig ingericht, dat het net een eigen huis van één van de vrouwen leek. Hiernaast was er tijdens elke bijeenkomst thee, koffie en chocolade koekjes aanwezig. De thee en koffie konden de vrouwen gedurende de hele bijeenkomst blijven drinken. Dit zorgde ervoor dat de vrouwen het gevoel hadden dat ze op visite waren bij één van hun vriendinnen. De docente heeft uit eerdere ervaringen er bewust voor gekozen om gedurende de bijeenkomsten geen pauze in te lazen. Dit had voor een deel te maken met de beperkte tijd die beschikbaar was om een onderwerp bespreekbaar te maken en om goed te behandelen. Maar ook omdat het vaak lastig is om dit soort onderwerpen na een pauze goed op het afgebroken punt op te pakken. Ondanks de beperkte beschikbare tijd, probeerde de docente toch altijd alle stellingen te behandelen. Het is haar alleen bij één bijeenkomst niet gelukt om alle stellingen te behandelen. Gedurende de overige bijeenkomsten heeft ze wel alle stellingen behandeld, maar niet allemaal even uitvoerig. De uitvoering: De eerste bijeenkomst had SIVE op donderdag 25 november 2010 ingepland. De docente begon de bijeenkomst met een korte introductie over zichzelf. Tevens gaf ze aan dat alles wat er binnen deze gespreksbijeenkomsten verteld werd, niet doorverteld zou worden. Tijdens deze bijeenkomst werd er thee en koffie ingeschonken, hierdoor voelden de vrouwen zich welkom en op hen gemak. Tevens gingen de vrouwen in een kring zitten, hierdoor kon iedereen elkaar zien en horen. Het onderwerp ‘Opvoeding’ werd doormiddel van acht stellingen besproken (zie bijlage). Bij elke stelling konden de deelnemers aangeven of ze het met de stelling eens of oneens waren en ook het waarom toelichten. Hierdoor gingen de vrouwen hen ervaringen (huidige situatie) met elkaar delen en wat ze als gewenste situatie zagen. De docente vertelde soms op eigen initiatief hoe het binnen haar cultuur aan toe ging en vaak herkende de deelnemers haar verhaal. Dit had als gevolg dat het vertrouwen van de deelnemers in de docente groter werd en dus ook gemakkelijker hun verhaal deden. Ondanks dat de afkomst van de deelnemers verschillend van aard was, waren er veel overeenkomsten aanwezig inzake hen ervaringen en wensen. De vrouwen waren ook behulpzaam naar elkaar toe. Dit bleek toen een deelneemster vertelde dat haar zoon op school gepest werd. Alle deelnemers gaven aan dat ze naar school toe moest om met de desbetreffende schooljuf te praten en dat ze bereid waren haar hierbij te ondersteunen. Bij de stelling: ‘Zonen moet je anders opvoeden dan dochters, het is beter om je zoon wat meer vrij te laten dan je dochter’ geeft een deelneemster spontaan aan dat er een verschil bestaat tussen een man en een vrouw binnen haar cultuur. Ze gaf aan dat een man meer macht binnen een huishouden heeft dan een vrouw. Ook gaf ze aan dat een meid maagd moet blijven voor het huwelijk. Na deze uitspraak gedaan te hebben, gaf de docente aan dat het heel goed is dat ze zo een uitspraak doet. De docente vermeldde meteen dat deze uitspraak tijdens de volgende bijeenkomst verder besproken zou worden. Hierdoor kon ik concluderen dat het project van SIVE en VUE haar opgestelde doelen aan het realiseren was. Als afsluiting van de bijeenkomst mochten alle deelnemers de bijeenkomst beoordelen. De gemiddelde beoordeling was dan ook goed. De tweede bijeenkomst was op 2 december 2010 ingepland. Gedurende deze bijeenkomst was de opkomst minder dan de eerste groepsbijeenkomst. De kleine opkomst had verband met het slechte weer (sneeuw). De vrouwen hebben dan ook afgebeld met de reden dat het openbaar vervoer, door de sneeuw, niet reed. ‘Seksualiteit en verliefdheid’ was het onderwerp van deze bijeenkomst. Ook dit onderwerp werd door middel van zeven stellingen besproken. Het opmerkelijkste was wel dat alle deelnemers seksualiteit en verliefdheid in hun jeugd op dezelfde manier ervaren hadden en het nu anders wensen aan te pakken als het om hun kinderen gaat. In hen jeugd was het een taboe om over seksualiteit en verliefdheid te praten. Dit taboe willen zij doorbreken door er met hun kinderen juist over dit onderwerp te praten. Doordat de docente door bleef vragen naar onduidelijke uitspraken van de deelnemers, werd meer verteld dan verwacht was. Aan het eind begonnen de deelnemers van het onderwerp te dwalen en privé onderwerpen met elkaar te bespreken. Hieruit bleek dat de deelnemers zich in
26
een vertrouwde omgeving voelden en alles aan elkaar konden vertellen. Aan het einde van de bijeenkomst had de docente niet alle stellingen behandeld en dit duidt erop dat er extra tijd per bijeenkomst ingepland moet worden. De derde bijeenkomst vond op donderdag 16 december 2010 plaats. Door de slechte weeromstandigheden waren ook vandaag minder vrouwen aanwezig. Ook vandaag kregen de deelnemers een warme kop koffie/thee en chocoladekoekjes toegereikt. Het begrip ‘Eer’ stond centraal gedurende deze bijeenkomst. De docente vertaalde het begrip eer in alle talen. Zo probeerde de docenten miscommunicatie te voorkomen. Ook tijdens deze bijeenkomst werden stellingen gebruikt. Sommige vrouwen gaven aan dat hun leven waardeloos zal worden na het verliezen van hun eer. De andere groep gaf aan dat er alleen een zwarte vlek in hen leven ontstaat, maar dat hun leven nog wel waardevol zal zijn. Alle deelnemers waren het er unaniem over eens dat er geen verschil gemaakt moest worden tussen mannen- en vrouwen eer. Het doorvragen, parafraseren en eigen ervaringen vertellen, hadden als gevolg dat de deelnemers open en eerlijk over eer spraken. Gemaakte afspraken: Aan het eind van de bijeenkomst gaf een deelneemster aan dat ze zich als een familielid verbonden voelde met de rest van de groep. Alle vrouwen vonden het jammer dat deze bijeenkomst als laatste werd beschouwd. De deelnemers wilden graag vervolgbijeenkomsten. Ze wilden graag de volgende onderwerpen in de toekomst samen bespreken: Loverboys Puberteit Het huwelijk aangaan met een niet maagde partner. De docente heeft de deelnemers dan ook beloofd dit door te geven aan SIVE en de Volksuniversiteit. Als afsluiting van de drie bijgewoonde bijeenkomsten beoordeelden de deelnemers de bijeenkomsten met een goed tot zeer goed. De evaluatie: Na alle drie bijeenkomsten geobserveerd te hebben, kan ik concluderen dat de gespreksbijeenkomsten een positieve invloed hebben gehad op de Nederlandse taal van de deelnemers. Omdat niet alle deelnemers vloeiend Nederlands spraken, schaamden de deelnemers zich ook niet voor hun Nederlands. Hierdoor durfden ze te praten en om uitleg te vragen van een begrip die ze niet snapten. Doordat de deelnemers zich vertrouwd in de groep voelden, kan ik zeggen dat SIVE en de Volksuniversiteit hun doelen hebben gerealiseerd. Want door het vertrouwen dat de groep in de docente en in elkaar had, was er geen taboe op geen enkel onderwerp. Iedereen deelde zijn mening en ervaringen met de rest van de groep. Door de stellingen en het doorvragen van de docente kreeg elke deelneemster de kans om haar mening te uiten over het onderwerp eer en alle andere gevoelige onderwerpen te bespreken. De doelstelling van SIVE en de Volksuniversiteit om het onderwerp “eergerelateerde geweld” en zelfreflectie te stimuleren bij de deelnemers is dan ook in grote mate gerealiseerd. Door deze bijeenkomsten is gebleken dat er onder de deelnemers behoefte is aan handvaten voor hoe je het beste met je puberende kind kunt omgaan. Als er in de toekomst nog een vervolgbijeenkomst ingepland zal worden, dan adviseer ik SIVE om extra tijd voor één bijeenkomst in te plannen. Hierdoor zullen de deelnemers de kans krijgen om alles te bespreken.
27
Bijlage 1 Stellingen Opvoeding 1. 2. 3. 4. 5.
Opvoeden stelt niets voor. Opvoeden hoef je niet bewust te doen, dat gaat vanzelf. Opvoeden doe je samen. Mijn man moet er ook betrokken bij zijn. Mijn man moet een andere rol binnen onze opvoeding hebben dan ik. Praten met je kind is niet belangrijk, ik als ouder bepaal uiteindelijk wat er gebeurt, daarvoor is de mening van mijn kind niet belangrijk. 6. Zonen moet je anders opvoeden dan dochters. Het is beter om je zoon wat meer vrij te laten dan je dochter. Zij moeten later weten wat er in de wereld speelt. 7. Een dochter moet je meer beschermen, zij hoeven nu en later niet hun eigen keuzes te maken, dit doet haar man of familie wel. 8. De dochter is de eer van onze familie.
Seksualiteit en verliefdheid 1. Praten over seksualiteit is schande. 2. Seksualiteit daar praat je met je zoon of dochter niet over. 3. Dochters hoeven voor hun huwelijk helemaal niets over seksualiteit te weten, daar komen ze na hun huwelijk wel achter. 4. Voor een zoon (man) is dit anders. Hij moet enige ervaring hebben, hij moet uiteindelijk weten wat er op de huwelijksnacht van hem wordt verwacht. 5. Verliefd zijn, daar moeten ze niet bij mij mee aankomen, dat bespreken ze maar met hun vriend of vriendin. 6. Tijdens onze opvoeding werd er ook niet gepraat over verliefd zijn en seksualiteit, waarom zou ik het anders doen. 7. Verliefd zijn is onzin, ze gaan later toch trouwen met de man of vrouw die wij voor hen kiezen. Eer, Namus, Sheref of Idjat Ek aurat ki Idjat Ek katj ki churiya= De eer van een vrouw is zo teer en broos als een glazen armband. Eenmaal gebroken, kun je het moeilijk lijmen en het zal altijd littekens vertonen. 1. Eer is het kostbaarste bezit van een mens. Zonder een goede eer, is het mensenleven waardeloos. 2. Voor een goede eer moeten we bereid zijn om veel op te offeren, zelfs een leven. 3. Vrouwen en meisjes spelen een belangrijkere rol bij het behouden van een goede eer. 4. Als een meisje omgaat met één of meer jongens, dan is ze eerloos. Voor jongens is dit anders. 5. Het is leuk als mijn zoon veel aandacht krijgt van meisjes. Bij dochters ligt dit anders. 6. Een dochter moet maagd blijven voor het huwelijk, voor een zoon ligt dit anders.
28
Bijlage 2 Docenten profiel •
Affiniteit met het onderwerp en met de doelgroep
•
Onbevangen, geïnteresseerde en respectvolle houding naar de deelnemers met een andere culturele achtergrond
•
Respect voor en waardering van verschillen in cultuurspecifieke normen, waarden en achtergronden
•
Bewust zijn van eigen etniciteit, cultuur, ideeën en standpunten ten opzichte van eergerelateerd geweld en er goed mee om kunnen gaan
•
Kennis en vaardigheden met betrekking tot interculturele communicatie
•
Vermogen om “lastige punten” op een zorgvuldige manier besprekbaar te maken binnen de groep
•
Vermogen om een vertrouwenssfeer te creëren met de deelnemers
•
Inlevingsvermogen
•
Cultuursensitiviteit
•
Flexibiliteit
•
In gedrag en taalgebruik aansluiten op niveau en begripsvermogen van de deelnemers
29
Bijlage 3 Werkwijze omschrijving docent In opdracht van de VUE heb ik in november en december 2010 een serie van 3 gespreksbijeenkomsten geleid over de onderwerpen: opvoeding, seksualiteit en verliefdheid, eer. Dit alles onder het thema “ik en mijn kind, opvoeden in deze tijd”. Deze bijeenkomsten werden door mij verzorgd aan een groep vrouwen met diverse culturele achtergronden. De vrouwen, naar ik begrepen heb allen ook moeders, kwamen op de donderdagochtend bijeen bij SIVE. De beheersing van de Nederlandse taal lag bij de vrouwen op verschillende niveaus, veelal spraken zij beperkt Nederlands. Het doel van deze bijeenkomsten was het meer en beter bespreekbaar maken van het onderwerp: Eer en eergerelateerde geweld. In overleg met de VUE was er echter bewust gekozen voor een opbouw hierin, door eerst te praten over een onderwerp die men veelal veiliger ervaart. Gekozen was om te beginnen met het onderwerp: opvoeding, en tijdens de 2e bijeenkomst te praten over verliefdheid en seksualiteit met een inleiding naar het onderwerp eer. Door middel van de onderstaande stellingen is er gepraat over de eerder genoemde onderwerpen. De stellingen zijn steeds op het bord gezet, zodat men ze ook kon lezen en het hierdoor hopelijk beter begrijpbaar zou worden. Tijdens de bijeenkomsten was er altijd koffie en thee met een koekje op tafel. Uit eerdere ervaringen heb ik er bewust voor gekozen om geen pauze in te lazen. Dit had voor een deel te maken met de beperkte tijd die er beschikbaar was om een onderwerp bespreekbaar te maken en ook goed te behandelen. Maar ook omdat het vaak lastig is om dit soort onderwerpen goed op het afgebroken punt op te pakken na een pauze. De sfeer is soms weer lastig te creëren. Ik koos er voor om in een kringsetting met elkaar aan tafel te praten. Dit zodat wij elkaar ook echt konden zien, maar door de tafel er toch een bepaalde veilige afstand was. De eerste bijeenkomst ben ik begonnen met een korte introductie van mijzelf en mijn eigen culturele achtergrond. Dit om een stuk vertrouwen op te bouwen en de drempel om over dit soort vaak lastig bespreekbare onderwerpen te praten, te verlagen. Ook heb ik aangegeven dat hetgeen wij hier zullen bespreken ook echt binnen deze groep zal blijven. Ik heb de vrouwen gevraagd om elkaar tijdens alle 3 bijeenkomsten met respect te bejegenen, geen enkele mening is goed of fout, iedere deelnemer heeft recht op zijn of haar eigen mening en verhaal. Ook gevraagd om elkaar uit de laten praten en elkaar dus ook de ruimte te geven. Soms heb ik er voor gekozen om ook eigen ervaringen met de groep te delen. Dit leidde al snel tot herkenning. Als techniek heb ik herhalen, samenvatten, soms indien nodig doorvragen en nog eens verduidelijken, maar ook parafraseren gebruikt. Bijna op het eind heb ik elke keer na een korte samenvatting de vrouwen gevraagd om nog eens na te denken over hetgeen wij tijdens deze bijeenkomsten hadden besproken. En waar mogelijk en gewenst gebruik te maken van de handvaten die men tijdens deze bijeenkomst vergaard had. Ook gaf ik een korte introductie van het onderwerp die wij de volgende keer zouden gaan bespreken. Mijns inziens heeft mijn hierboven omschreven aanpak geleid tot een open, respectvolle en veilige omgeving om over deze gevoelige onderwerpen te praten. Er werd tijdens alle 3 bijeenkomsten veel en over redelijk intieme kwesties op een heel open wijze gesproken. Dit blijkt ook uit het verslag bij de methodiek omschrijving, die door een HBO stagiaire gemaakt is. Er was zoveel gespreksstof onderling over het onderwerp dat wij zo nog eens uur zouden kunnen vullen. De bij sommige deelnemers beperkte beheersing van de Nederlandse taal heeft tijdens de bijeenkomsten er niet toe geleid dat individuen niet of slecht konden deelnemen. Soms was het nodig om een vertaalslag te maken door sommige groepsgenoten die de eigen taal beheersten. En waar nodig heb ik extra verduidelijking aangeboden. Ik heb deze 3 bijeenkomsten met zeer veel plezier geleid. Het was een mooie groep van enthousiaste, leergierige, en vriendelijke vrouwen. Annie Adjiembaks
30
Bijlage 5 – Platformleden Enschede
In Enschede hebben de volgende organisaties / personen aangegeven deel te willen nemen aan het platform ter preventie van eergerelateerde problematiek: -
Dhr. C Kaplan en dhr. S. Yilmaz namens Stichting Ender en stichting SICE;
-
Dhr. A. Ailo namens AMVE;
-
Dhr. M. Masaiki namens stichting Boyokani;
-
Mevr. A. Adjiembaks, in ieder geval op persoonlijke titel, misschien namens NEHOB;
-
Mevr. E. Kara, op persoonlijke titel, misschien namens OTIVO;
-
Mevr. Citgez namens Platform Aram;
-
Mevr. M. Kader namens Midia;
-
Dhr. E. Köse en mevr. D. Polat namens PSA-DER;
-
Dhr. A. Aktas, op persoonlijke titel.
Aangezien enkele organisaties niet aanwezig waren op de bijeenkomst, is dit nog niet de volledige/definitieve lijst. Alle overige betrokken organisaties zullen ook gevraagd worden of zij deel willen nemen aan het platform. Daarnaast was er 1 organisatie aanwezig bij de bijeenkomst (DAVET), die nog met het bestuur wil overleggen over deelname aan het platform.
31
Bijlage 6 – Intentie migrantenorganisaties
1. SPO (AMVE & Tur Abdin)
2. HEG Enschede
3. Platform Aram
4. Koerdische Vereniging Midia
5. Turkse Vrouwenvereniging Cagri
6. SDO Samenwerkende Democratische Organisaties (TTIB / El Ele / STVE) 7. OTIVO Overijsselse Turks Islamitische Vrouwenorganisatie
8. SMEN Stichting Marokkanen Enschede Noord
9. PSAH Platform Samenwerkingsverband Allochtonenorganisaties Hengelo Suryoye Culturele Vereniging Baradeus Suryoye Culturele Vereniging Tur Abdin Stichting Studiecentrum Aramea Koerdische Vereniging Hengelo Culturele Vereniging voor de Islam Stichting Onderwijscomité Allochtonen Turkse Democratische Vereniging Hengelo Vereniging Hengelo Yozgat Stichting Egeïsche Cultuur en Ondersteuning Italiaanse Vereniging CRLI (Centro Ricreativo Lavoratori Italiani) Klub Serbija Nederlands Surinaams Kontakt Vereniging Afrikaanse solidariteitsvereniging
10. SIVE, Stichting Intercultureel Vrouwencentrum Enschede
11. ROZA, Centrum voor Wereldvrouwen in Hengelo
12. NEHOB, Nederlands Hindoestaanse Ouderenbond, afdeling Enschede
13. PSA-DER
32
Bijlage 7 – Aanbod aan scholen
1. Aanbod voor het bespreekbaar maken van Eergerelateerd Geweld Interactieve gastles / workshop door Unal Aktas, AKTraining - Ervaren trainer die in staat is de discussie op gang te brengen onder leerlingen door rollenspelen en interactieve spellen m.b.t. culturele verschillen, eergevoel, trots, etc. - voor groepen leerlingen van alle leeftijden en schoolniveaus - gastles / workshop van 1 (les)uur of langer - aanbod op maat en naar wens van de school Zwarte Tulp – Stichting Verdwaalde Gezichten - Voor middelbare scholieren, bovenbouw. - Thema’s: o Tijd voor verandering o Identiteit en Cultuur o Eer & eerwraak o Documentaire Verdwaalde Gezichten en recht o Toekomst in bloei - Mogelijkheden: o Per klas 5 lessen van 2,5 uur, 2 trainers, handleiding voor docenten, lesmap met methodiek voor alle deelnemende leerlingen, voorbespreking o Workshop training EG voor docenten: 1 dagdeel van 2 uur, 2 trainers, factsheet, documentaire o Er kan aanbod op maat gemaakt worden Voorlichting EG voor en door jongeren - Movisie - Informeren, discussie op gang brengen, alternatieven aandragen, zorgstructuur e - Doelgroepen: leerlingen, migrantenorganisaties (jongeren), 2 lijns, onderwijs - Doelen: o Kennis over rechten van jongeren vergroten o Rol jongens als controleur o Rolmodellen / alternatieven bieden o Bewustzijn jongeren vergroten o Onderwijs: kennis/vaardigheden 2e lijns + bespreekbaar maken o Onderwijs: aanbevelingen beleid en aanpak Weerbaarheidstraining jongeren met EG-problemen - Vanaf 15 jaar (ervaring MBO) - Individueel of in groepen - Training van 6 lessen (45-60 min) - Thema’s: o Kennismaking o Bewustwording o Zelfredzaamheid o Zelfbescherming o Mogelijkheden begeleiding / ondersteuning / hulp / zorg / bemiddeling o Timemanagement
Geschikte lessen om EG te bespreken: Mentorlessen Maatschappijleer Veiligheidsprojecten Actief burgerschap
33
2. Aanbod voor deskundigheidsbevordering Masterclass EG - Movisie - Voor ZAT’s / leerlingbegeleiders / vertrouwenspersonen / mentoren - Signaleren en aanpak van EG - Doelen: o Kennis verwerven over eer en EG o Verschillen HG en kindermishandeling o Signalen, veiligheidsrisico’s o Rol school / ZAT bij aanpak o Praktische handvatten - 1 dagdeel (3 uur) - Kan op maat in de regio gegeven worden - Per masterclass 10-15 personen Campagne respectEER - Mogelijkheden: o Training/cursus leerlingbegeleiders / vertrouwenspersonen / ZAT: signaleren van eergerelateerd geweld, omgaan met leerling / ouders, wat wel/niet doen. Kan op maat worden aangeboden. Duur: 1 dag. o Workshop docenten, zodat ze zelf een les kunnen verzorgen rond thema’s eer, sekse en partnerkeuze. Kan op maat worden aangeboden. Bevat het handboek RespectEER. Duur: 1 dagdeel. o RespectEER Handboek voor docenten. Voorlichting aan jongeren over eer, sekse en eergerelateerd geweld. Bevat 16 werkvormen voor discussie en verdieping, en informatie over eergerelateerd geweld, voorlichtingsmogelijkheden, bruikbare literatuur en websites. Vocas training - Voor ZAT’s / leerlingbegeleiders / vertrouwenspersonen / mentoren / docenten - Inzicht krijgen in eerculturen, het kunnen herkennen van signaleren van (dreigende) eerproblematiek en weten hoe daarin te handelen en naar welke organisaties men kan doorverwijzen - 1 dagdeel van 11.30-17.00 uur - Wordt op maat gegeven en per school gegeven worden bij voldoende aanmeldingen - Per training minimaal 8, maximaal 15 personen.
34