EINDRAPPORT Nationale vrije dagen van Suriname
Ministerie van Binnenlandse Zaken 25 juli 2012
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
INHOUDSOPGAVE Voorwoord
2
Samenvatting
4
1. Inleiding
8
1.1 1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
9 11 11 11 12
Probleemstelling Werkwijze Interne beraadslagingen, informatieverzameling en literatuurstudie Consultaties met organisaties Seminar met alle geconsulteerde organisaties
2. Verslag van de activiteiten 2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.3
Literatuurstudie Consultaties Religieuze en culturele organisaties Sociaaleconomisch georiënteerde organisaties Vertegenwoordigers van bevolkingsgroepen Politieke en bestuurlijke organisaties Seminar
14 14 17 18 19 20 21 24
3. Criteria en voorstel in te stellen nationale vrije dagen
30
4. Conclusies en aanbevelingen
34
3.1 3.2
Criteria voor vaststelling vrije dagen Voorstel voor te considereren nationale vrije dagen
4.1 4.2 4.2.1 4.2.1.1 4.2.1.2
Conclusies Aanbevelingen De permanente Adviescommissie Gedenkdagen Taken Profiel
30 31
34 35 36 36 37
Referenties
38
Bijlagen
41
A. B. C. D. E. F.
Organisaties en vertegenwoordigers Openings- en sluitingsspeech seminar Nationale vrije dagen Suriname Indrukken seminar nationale vrije dagen Suriname Nationale vrije dagen van Suriname: achtergrond en betekenis Achtergrond nieuw in te voeren gedenk- en herdenkingsdag E-mails en aangeboden artikelen/informatie
41 44 50 66 90 96 1|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
VOORWOORD Minister drs. Soewarto Moestadja van Binnenlandse Zaken heeft op 18 januari 2012 de Commissie Nationale vrije dagen Suriname geïnstalleerd. De commissie kreeg als opdracht mee om voor de regering een advies betreffende het beleid rond vrije dagen te formuleren. In concreto moest de commissie criteria vaststellen voor de invoering van nationale vrije dagen en voorstellen doen met betrekking tot het aantal nationale vrije dagen. De commissie onder leiding van drs. Marlon Powel MPA (Binnenlandse Zaken) bestond voorts uit mr. Genti Mangroe (Arbeid, Technologische ontwikkeling en Milieu), mr. Graciëlla Chin-A-Foeng (Handel en Industrie) en de heren ambassadeur Hendrik Herrenberg (Kabinet van de president), ir. Franklin Vreden (Kabinet van de vicepresident), mr. Ramsaroep Bansradj (Interreligieuze Raad in Suriname), Herman Snijders (Onderwijs en Volksontwikkeling/Cultuur) en Stanley Soeropawiro BA (Binnenlandse Zaken). De commissie heeft conform haar taakstelling, zoals vervat in de beschikking van 17 januari 2012 no. 548/12, de opdracht uitgevoerd en tevens aanvullende conclusies en aanbevelingen gepresenteerd die als resultaat van haar werkzaamheden in dit eindrapport zijn vervat. Factoren van interne en externe aard hebben ertoe geleid dat dit rapport later dan gepland wordt uitgebracht. De commissie hoopt dat deze aanbevelingen zullen bijdragen aan de door de regering geuite wens tot ordening van het nationale-vrije-dagenvraagstuk. Paramaribo, 25 juli 2012.
Drs. Marlon Powel MPA (Voorzitter)
Stanley Soeropawiro BA (Secretaris)
Hendrik Herrenberg (Lid)
Ir. Franklin Vreden (Lid)
Mr. Genti Mangroe (Lid)
Mr. Ramsaroep Bansradj (Lid)
Herman Snijders (Lid)
Mr. Graciëlla Chin-A-Foeng (Lid) 2|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
3|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
SAMENVATTING De regering heeft in januari 2012 de commissie Nationale vrije dagen Suriname ingesteld om haar van advies te dienen betreffende het vrije-dagenvraagstuk. Deze commissie heeft zich vanaf haar instelling intensief ingezet om de opdracht die zij van de regering heeft gekregen binnen de vastgestelde periode en naar tevredenheid uit te voeren. Naast de vaststelling van het aantal nationale vrije dagen, hield de opdracht ook in het bepalen van de verdeling van de dagen (vaste of variabele dagen) en voor welke groepen de vrije dagen zullen gelden - namelijk voor een ieder of voor bijzondere groepen die vanwege specifieke redenen daarbij baat hebben (etniciteit en/of geloofsovertuiging). Na een periode van oriëntatie, onderlinge gedachtewisseling en intern beraad, koos de commissie voor een aanpak van nationale participatie, waarbij relevante maatschappelijke groeperingen werden betrokken in de gedachtewisseling. Op grond hiervan werd het volgende tweedelige werkprogramma opgesteld: a. de consultatie van (36) geïdentificeerde en daartoe uitgenodigde maatschappelijke organisaties. b. de organisatie van een seminar waarin de geconsulteerde maatschappelijke organisaties inzicht verkregen in de resultaten van de gevoerde besprekingen en verder met elkaar van gedachten konden wisselen over vraagstukken rond de toekenning van vrije dagen. Deze werkwijze resulteerde uiteindelijk in een rijke schakering aan meningen en voorstellen die door de commissie konden worden verwerkt in een verslag aangevuld met enkele aanbevelingen aan de regering (hoofdstuk 4). Daarbij stond centraal de potentiële functie van nationale vrije dagen als instrument van natievorming. In het kader hiervan wordt voorlichting over de verschillende vrije dagen in het onderwijs en via de media van groot belang geacht. Naar het oordeel van een groot deel (57%) van de geconsulteerde maatschappelijke organisaties is het aantal van 15 vrije dagen te veel. Opvallend is dat na de periode van consultaties en het seminar ter afsluiting van de dataverzamelings-activiteiten van de commissie het merendeel van de organisaties toch aangeeft dat het huidige aantal van 15 dagen zou kunnen worden gehandhaafd als minimaal uitgangspunt en waar mogelijk zou dit teruggebracht kunnen worden naar tussen de 10 en 12 dagen.
4|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Belangrijk is dat bij de voorgestelde aanpassingen de rechten van werknemers worden gewaarborgd, terwijl de nationale productie (publiek/privaat) niet in gedrang mag komen. Herschikking van de religieuze dagen moet overwogen worden en de inhoudelijke voorlichting over de betekenis van de nationale dagen moet ter hand worden genomen. Een belangrijk onderscheid dat moet worden gemaakt bij de vrije dagen is die tussen nationale vrije dagen en gedenk- of herdenkingsdagen. De meerderheid van de religieuze en culturele groepen heeft geen bezwaar tegen het uitbreiden van het aantal vrije dagen. Tijdens de consultaties werd ook melding gemaakt van nieuw aan te vragen dagen. De nieuw aangevraagde dagen zijn sasi suro1 (Javanisme), okokro bentuwa2 (winti-religie), het Chinees nieuwjaar, dag van de Javaanse immigratie, terwijl de Rastafari’s de ruimte willen hebben van de werkgever om op de geboortedag of bekroning van keizer Haile Selasse hun spirituele handelingen te plegen. De commissie beveelt aan dat voortaan wordt gesproken van gedenkdagen in plaats van vrije dagen. De commissie stelt met betrekking tot het aantal nationale gedenkdagen in Suriname voor het bestaande schema van 15 nationale vrije dagen te herzien en te vervangen met een schema van 13 nationale gedenkdagen en 4 nationale herdenkingsdagen, te weten Goede Vrijdag, Iedul-Adha, Divali en sasi suro. Gegadigden/belijders zullen middels een door de permanente Adviescommissie Gedenkdagen uit te werken systeem in de gelegenheid worden gesteld om, indien gewenst, ongeacht de bedrijfsdrukte met betaald verlof vrijaf te nemen om deze hoogtijdagen te vieren. Deze herdenkingsdagen worden niet gelijkgesteld met de zondag. Daarnaast wordt voorgesteld om de regeling, waarbij de maandag volgend op de 1 juli-zondag gelijkgesteld is met de zondag te wijzigen, tegen de achtergrond van het feit dat de kosten van een vrije dag zijn geschat op ruim 43 miljoen SRD. De vijftien gedenkdagen kosten in totaal ongeveer 650 miljoen SRD. De commissie formuleerde enkele criteria voor het toekennen van een gedenkdag of herdenkingsdag en wel zodanig dat een nationale gedenkdag zal anticiperen op: 1. een speciale gebeurtenis die bij de gemeenschap nationale gevoelens oproept. 2. het gegeven dat grote delen van het volk het eens zijn met die speciale dag. 3. een ingrijpende gebeurtenis die zich in de samenleving heeft voorgedaan. 1 2
Javanistisch nieuwjaar Dag van de geestelijke gebondenheid van de mens in het Zijn 5|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
4. een actieve deelname van een substantieel deel van de bevolking aan de herdenking van de dag. De spoedige instelling van een permanente Adviescommissie Gedenkdagen kan als de belangrijkste aanbeveling worden gezien. Deze adviescommissie zal onder meer de taak hebben om inhoud te geven aan de overige opgesomde aanbevelingen. Omdat nationale gedenkdagen bij wet worden vastgesteld, acht de commissie Nationale vrije dagen Suriname het wenselijk dat de in te stellen Adviescommissie Gedenkdagen de regering jaarlijks en wel in het eerste kwartaal van elk jaar, voorziet van een overzicht van de bestaande en de in overweging te nemen nationale gedenkdagen voor het komende kalenderjaar. De tijdige indiening van dit voorstel is noodzakelijk zodat het besluit van de Raad van Ministers op de aanvragen kan worden meegenomen in de begrotingen van de desbetreffende ministeries. Na de begrotingsbehandeling in De Nationale Assemblee kan het ministerie van Binnenlandse Zaken zodoende een gedenkdagenkalender van het komende jaar uitgeven. Het een en ander vanwege het feit dat nationale gedenkdagen bij wet worden vastgesteld. Tot slot adviseert de in te stellen Adviescommissie Gedenkdagen de regering in alle kwesties met betrekking tot nationale feest- en gedenkdagen, vooral nieuwe aanvragen.
6|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
7|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
1. INLEIDING Men is in Suriname niet zo tevreden over de wijze waarop de vrije dagen tot stand komen en het aantal vrije dagen dat ons land telt. Door de toename van het aantal vrije dagen bestaat er thans behoefte om beleid ter zake te formuleren en duidelijke criteria voor het toekennen van nationale vrije dagen vast te stellen. Elk land kent een eigen historische ontwikkeling, waarbij dagen met een bijzondere betekenis worden herdacht of gevierd, maar vrijwel elk land let daarbij ook op de politieke en economische gevolgen van het toekennen van vrije dagen en de groepen die daarbij betrokken zijn. Niet iedereen is even blij met de zoveel vrije dagen, omdat nationale vrije dagen geen prestaties opleveren3. Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven die zich uitspreken over de negatieve consequenties van te veel vrije dagen voor de productie en het zakendoen4, burgers die zich zorgen maken over de financiële implicaties van een vrije dag voor onze economie5, vakbondsleiders die aangeven dat er geen beleid is rond de nationale vrije dagen en dat hierdoor ongezonde concurrentie ontstaat tussen ondernemers6, de ad hocbesluiten tot het toekennen van vrije dagen waardoor ondernemers in gedrang komen met hun planning7, de discussie of een vrije dag juist kostenverhogend of kostenbesparend is8: alle zijn het aspecten die aangeven hoe belangrijk het formuleren van beleid inzake het nationale-vrije-dagenvraagstuk is. De regering-Bouterse-Ameerali heeft gemeend om een aanzet te geven tot de formulering van beleid met betrekking tot de vaststelling en/of de toekenning van vrije dagen. Om dit doel te realiseren is de commissie Nationale vrije dagen Suriname op 18 januari 2012 door de minister van Binnenlandse Zaken geïnstalleerd.
3
Waterkant.net, 15 november 2010 Nospang.com, 26 oktober 2011. Ook in correspondentie van de VSB met de president en de minister van Binnenlandse Zaken (2010, 2011, 2012) 5 Parbode, 1 januari 2011 6 Dagblad Suriname, 31 januari 2011 7 Surinaams-nieuws.nl, 15 november 2010 8 Starnieuws, 23 november 2011 4
8|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
De commissie heeft onder meer als taak meegekregen na te gaan: 1. wat de criteria zouden kunnen zijn om aan te geven welke dagen als nationale vrije dagen aangemerkt kunnen worden; 2. wat het te stellen maximum aantal vrije dagen zou kunnen zijn; 3. hoe de dagen verdeeld moeten worden; 4. of de vrije dagen voor een ieder dienen te gelden of alleen voor een bepaalde groep (cultuur, religie, historise).
V.l.n.r.: Stanley Soeropawiro, Franklin Vreden, Ramsaroep Bansradj, Hendrik Herrenberg, minister Soewarto Moestadja, Marlon Powel, Graciëlla Chin-A-Foeng en Genti Mangroe
Met de instelling van de commissie Nationale vrije dagen Suriname hoopt de regering tot ordening te komen van de nationale vrije dagen uitgaande van de pluraliteit van de samenleving en de democratische beleving, zoals deze is verankerd in onze grondwet9.
1.1 Probleemstelling Op basis van het feit dat er geen duidelijke criteria zijn voor het toekennen van vrije dagen, heeft de commissie voor het uitwerken van het te formuleren advies de onderstaande probleemstelling geformuleerd: 9
Grondwet van de Republiek Suriname, art. 18 en art. 38 lid 5 9|Pagina
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
“Wat zouden de criteria voor de vaststelling van nationale vrije dagen in Suriname moeten zijn en voor welke groepen zullen de vrije dagen gelden?” Aan de hand van de volgende subvragen is getracht antwoord te geven op de probleemstelling:
moet het aantal vrije dagen van 15 gehandhaafd blijven? wat zou het te stellen maximum aantal vrije dagen kunnen zijn? welke dagen worden bij herschikking wel of niet gehandhaafd? hoe moet de verdeling van de dagen plaatsvinden? en voor welke groepen zullen de dagen gelden?
Wat zijn vrije dagen? Volgens Gowricharn (2011) zijn vrije dagen “een verzameling van feest- en gedenkdagen die soms historisch, soms politiek, en soms cultureel van aard zijn”.10 Nationale vrije dagen zijn dagen waarop de meeste mensen in het land vrij zijn vanwege de viering van een speciale gelegenheid of hoogtijdag: in Suriname zijn deze dagen gelijkgesteld aan de zondag en moeten werkgevers 200% loon betalen aan werknemers die op die dag werken. Op de gedenk- of herdenkingsdagen hebben de mensen geen vrij: een activiteit of hoogtijdag wordt gevierd of beleefd door belanghebbenden zonder dat de burgerlijke overheid, bedrijven, scholen etcetera gesloten zijn. Feestdagen kunnen worden gedefinieerd als dagen waarop je feest viert, jaarlijkse dagen waarop je iets herdenkt, jaarlijks terugkerende - door een kerkelijke of burgerlijke overheid erkende gedenkdagen die gevierd worden, hoogtijdagen of rustdagen. In Nederland bijvoorbeeld bestaat er een indeling in drie categorieën feestdagen, namelijk nationale feestdagen, algemeen erkende feestdagen en overige feestdagen. Nationale feestdagen zijn dagen waarop de onafhankelijkheid, verjaardag van het staatshoofd (koning of koningin) of iets soortgelijks wordt gevierd. 11 Algemeen erkende feestdagen in Nederland zijn vrijwel allemaal christelijke feestdagen, maar ook Nieuwjaarsdag (1 januari). De meeste mensen hebben deze dagen vrij. Goede Vrijdag is soms een (verplichte) vrije dag, afhankelijk van de levensbeschouwelijke inslag van de werkgever. Men gaat ervan uit dat de werknemer om 15.00 uur, het uur waarop Jezus volgens de christelijke overleveringen aan het kruis gestorven is, in zijn of haar parochiekerk aanwezig kan zijn. 10 11
Gowricharn, 2011 p. 20 Online Encyclopedie 10 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Verder kent Nederland nog een aantal feestdagen die niet door iedereen in acht worden genomen en die niet wettelijk erkend zijn, zoals Valentijnsdag (14 februari), carnaval (variabel), Dag van de Arbeid (1 mei), Moederdag en Vaderdag.12
1.2 Werkwijze De commissie heeft in het proces van dataverzameling naast een literatuurstudie ook gebruikgemaakt van hearings en een seminar. Er is ook gebruikgemaakt van informatie uit radioprogramma’s, e-mails en andere informatie die door personen en groepen zijn opgestuurd. 1.2.1 Interne beraadslagingen, informatieverzameling en literatuurstudie Begonnen met een frequentie van één keer per week, vergaderde de commissie al gauw drie maal wekelijks. Het uitzetten van het plan van aanpak, de identificatie van stakeholders en de voorbereidingen naar de consultaties hebben veel tijd in beslag genomen. Om een beeld te krijgen van het vrije-dagenvraagstuk zijn er diverse bronnen geraadpleegd:
krantenartikelen uit de dagbladen De West en De Ware Tijd (1970 – 1971) het werk van Lila Gobardhan-Rambocus (2004) de afstudeerscriptie van Kirtie Algoe (2009) het rapport van Ruben Gowricharn (2011) een artikel van Soewarto Moestadja (2010) informatie op het internet over internationale vrije dagen diverse aangeboden documenten over het nationale-vrije-dagenvraagstuk.
1.2.2 Consultaties met organisaties De stakeholdersidentificatie heeft enige tijd in beslag genomen. Er waren binnen de commissie enkele leden die voorstander waren van het doen van een landelijke opiniepeiling naar de mening van de gemeenschap ten aanzien van het aantal nationale vrije dagen, maar vanwege de beschikbare tijd en het kostenaspect is gekozen voor een aanpak om functionele organisaties die nauw betrokken zijn bij het vrije-dagenvraagstuk te consulteren: werknemers- en werkgeversorganisaties,
12
Wikipedia, De vrije encyclopedie 11 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
het maatschappelijk middenveld (ngo’s), culturele en religieuze groepen, alsook politieke partijen zijn geconsulteerd. Bij de keuze van de organisaties is ook uitgegaan van de pluraliteit van onze samenleving (multicultureel, multireligieus en multi-etnisch). Er zijn 36 organisaties geïdentificeerd, waarvan 30 hebben gerespondeerd. Na Afrikan Kulturu fu Sranan (NAKS), de Nationale Vrouwen Beweging (NVB) en de politieke organisaties Mega Combinatie, Nieuw Front, A-Combinatie en Volks Alliantie hebben niet deelgenomen aan de consultaties. In de uitnodiging voor de consultaties zijn de in de probleemstelling geformuleerde vragen ten aanzien van het vrije-dagenvraagstuk meegezonden en deze vragen zijn tijdens de consultaties door de vertegenwoordigers van de organisaties beantwoord. De commissie heeft ook een beroep gedaan op het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling13 om informatie ter beschikking te stellen over de vakantiedagen, het aantal leerlingen, leerkrachten en personeel op de diverse scholen zodat een beeld kon worden verkregen van het aantal personen en het aantal vrije dagen dat zij hebben op jaarbasis. Helaas heeft de commissie geen reactie van het ministerie ontvangen.
1.2.3 Seminar met alle geconsulteerde organisaties Het seminar Nationale vrije dagen Suriname is georganiseerd op maandag 14 mei 2012 in het Wyndham Garden Hotel te Paramaribo. Na de officiële opening door de minister van Binnenlandse Zaken, drs. Soewarto Moestadja, heeft de voorzitter van de commissie een presentatie gehouden over de resultaten van de consultaties. Het seminar had het karakter van een workshop, waarbij de aanwezigen werden ingedeeld in groepen om zich te buigen over het vrije-dagenvraagstuk. In het verslag van de activiteiten wordt nader ingegaan op het inhoudelijke van de resultaten van de literatuurstudie, de consultaties en het seminar. In de hierna volgende hoofdstukken wordt nader ingegaan op de werkwijze van de commissie.
13
Het schriftelijke verzoek is gericht aan de OD Onderwijs, dhr. Kenneth Biervliet. 12 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
13 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
2. VERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN 2.1 Literatuurstudie Suriname staat bekend om de vele feestdagen, waaronder belangrijke religieuze hoogtijdagen. Met kerst zijn het niet alleen de christenen die deze dag beleven, maar ook niet-christenen delen in de kerstvreugde. Ook het Holi-feest, een lentefeest van de hindoes, wordt over het hele land uitbundig gevierd, zowel op scholen als in het openbaar. Dit feest is in 1970 een nationale feestdag geworden, evenals Id-Ul-Fitr, het einde van de ramadan of vastenmaand van de moslims. Id-Ul-Fitr wordt door de Javanen aangeduid met Bodo en ook niet-moslims vieren deze dag mee door bij moslim-vrienden op bezoek te gaan en te genieten van de bereide maaltijden en hapjes. Holi en Id-Ul-Fitre werden tijdens de VHP – PNP-regering verheven tot nationale vrije dagen, waarbij Tweede Paasdag en Pinksterdag werden ingetrokken als vrije dagen. In het begin maakte het creoolse deel van de bevolking – dat overwegend christen is - duidelijk dat het het niet eens was met deze ontwikkeling, maar Holi en Id-Ul-Fitr kregen in de beleving vrij snel het karakter van een nationale feestdag. In 1971 (GB, 1971 no. 77) werd Tweede Paasdag wederom verheven tot nationale vrije dag. (Bakker e.a.,1998: p. 160, 161) De 1 juliviering, Manspasi Dei, begon als een feest voor de vrijverklaarde slaven. Meerdere personen hebben zich in de veertiger jaren beijverd om 1 juli tot een nationale feestdag te maken. Zo ook J. Koenders (1886 – 1957) die artikelen schreef in het overwegend in het Sranan verschijnend blad Foetoe-boi. In het nummer van november 1947 schreef hij dat hij door mensen werd aangesproken over de viering van 1 juli als nationale vrije dag, piepeldee (nationale dag) en vrijheidsdag, toen vergeleken met Bevrijdingsdag in Nederland. In 1952 dienden vier leden van de NPS, waaronder J. A. Pengel, het voorstel om 1 juli te verheffen tot nationale dag in bij de Staten van Suriname. Een deel van de NPS en een deel van de VHP stemden tegen dit voorstel dat als een dag voor de creolen werd gezien. In het compromisvoorstel dat J. Lachmon (VHP) toen indiende was opgenomen dat ambtenaren op verzoek op deze dag vrijstelling van dienst konden verkrijgen met behoud van loon, en dit voorstel werd aangenomen. Vanaf 1957 sloten kantoren en instellingen onder beheer van de staat op 1 juli om 13.00 uur en in 1959 wilde de overheid voor de toekomst één dag, de Dag der Vrijheden, als vrije dag instellen ter herdenking en viering van de verworven geestelijke en 14 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
maatschappelijke vrijheden. Bij resolutie van 2 februari 1960 no. 1168 (GB, 1960 no. 10) werd de Dag der Vrijheden ingesteld. Bij resolutie van 28 augustus 1993 no. 5644 (GB, 1993 no. 64) werd 1 juli als Keti Koti Dei ingesteld, ondanks vele oppositiestemmen die van oordeel waren dat door het terugbrengen van deze herdenkingsdag tot emancipatiedag, dit een dag zou zijn speciaal voor de nakomelingen van slaven. Hierdoor zou het natievormend karakter van de dag tenietgedaan worden (Gobardhan, 2004). De literatuurverkenning van de verschillende krantenartikelen uit de jaren zeventig geeft een helder beeld van de politieke besluiten en de reacties van organisaties uit de voornoemde periode over het vrije-dagenvraagstuk. Instelling van nieuwe nationale feestdagen heeft vaak een politiek karakter gehad en voor Suriname eveneens een etnische dimensie. Op 9 februari 1970 kondigde de minister-president aan dat de Raad van Ministers het besluit had genomen om een studiegroep – Studiegroep Arbeidstijden - op zo breed mogelijke basis in te stellen met als doel het totale vraagstuk van de arbeidstijden, inclusief het vraagstuk van de vijfdaagse werkweek, de winkelsluiting en het nationale-vrije-dagenvraagstuk aan een diepgaand onderzoek te onderwerpen. Het ministerie van Arbeid en Volkshuisvesting was belast met de uitvoering van deze opdracht. De Studiegroep Arbeidstijden bestond uit 20 leden: vertegenwoordigers van de overheid, de AVVS de Moederbond, de Centrale van Organisaties van Overheidspersoneel, de Progressieve Werknemers Organisatie, het Comité Christelijke Kerken, het Comité Hindoe-Moslim Gemeenten, de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven en de Kamer van Koophandel en Fabrieken.14 Onenigheid over het doen vervallen van twee christelijke feestdagen (Tweede Paasdag en Tweede Pinksterdag) leidde ertoe dat de Nationale Partij Suriname (NPS) op 6 februari 1970 een interpellatievoorstel indiende, omdat zij zich niet kon terugvinden in het besluit van de regering om deze twee dagen als officiële feestdagen te doen vervallen. Maar ook ambtenarenorganisaties kwamen in stelling. De Federatie van hogere en middelbare ambtenaren (Fehoma) voerde op 9 maart 1970 in een open brief als bezwaren aan dat de regering niet de legale weg had gevolgd tot het intrekken van de vrije dagen en deed het voorstel het besluit op te schorten en de bevoegde instanties alsnog erbij te betrekken om deze kwestie te bespreken. Verder blijkt dat op 10 maart 1970 het voorstel van de Raad van Ministers om het Phagwafeest (hindoe) en het Id-Ul-Fitr feest (moslim) alsook de Dag van de Arbeid 14
RvM, 19 februari 1970/Ministerie van Algemene Zaken, 7 april 1970 15 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
(1 mei) als nieuwe nationale feestdagen in te stellen zonder tegenstand werd aangenomen. Door de afkondiging van het ‘s Landsbesluit 16 maart 1970, dat als “Besluit vrije dagen” wordt aangehaald, meende de regering de kwestie van de officiële feestdagen te hebben geregeld. Met dit ‘s Landsbesluit had de regering het eerder ingenomen standpunt om de Tweede Paasdag en de Tweede Pinksterdag als vrije dagen af te schaffen en de Holi-dag en de Id-Ul-Fitr-dag te verheffen tot vrije dagen gehandhaafd en gedeeltelijk geregeld. Maar de werknemersorganisatie Moederbond verzette zich tegen de afschaffing van Tweede Paasdag en Tweede Pinksterdag en achtte het onaanvaardbaar dat de regering zonder enig overleg te voeren met de direct betrokkenen tot deze verregaande beslissing was gekomen. Zij stelde verder dat deze vrije dagen verworvenheden waren van alle werknemers, ongeacht hun levensovertuiging. Tweede Paasdag en Tweede Pinksterdag waren immers in de collectieve arbeids overeenkomsten (cao’s) opgenomen als vrije dagen. In 1971 adviseerde de Studiegroep Arbeidstijden de regering om: 1. 10 algemene nationale vrije dagen in te stellen, gelijk te stellen met de zondag en wel: Nieuwjaar, Holi, Goede Vrijdag, Tweede Paasdag, Dag van de Arbeid, Tweede Pinksterdag, Dag van de Vrijheden, Id-Ul-Fitr, Eerste Kerstdag en Tweede Kerstdag. 2. naast de in het eerste standpunt genoemde 10 algemene nationale vrije dagen, nog 2 in te voeren, namelijk Divali en Iedul-Adha. Hierover is toen geen besluit genomen. Deze voorgestelde 12 dagen moesten gezien worden als één geheel, zodat er geen enkele gemist kon worden, wilde men recht doen aan de belangrijkste religieuze groepen in de samenleving.15 Op 1 april 1970 werd een nationaal comité Id-Ul-Fitr opgericht. Naar aanleiding van de instelling van Id-Ul-Fitr als nationale vrije dag was er onder de moslims reeds behoefte om de grondslagen, doelstellingen en het universele karakter van de islam bekend te maken aan niet-moslims. Het verheffen van Holi en Id-Ul-Fitr tot nationale feestdagen, waarbij twee christelijke feestdagen in het gedrang kwamen, leidde tot protesten. Enkelen bleven uit protest op de Tweede Paasdag weg van het werk. Betrokkenen werden disciplinair gestraft door de werkgevers middels schorsing en salarisinhouding.
15
De Ware Tijd, vrijdag 16 april 1971 16 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Algoe (2009) geeft aan dat de invoering van Id-Ul-Fitr en Holi is beïnvloed door politieke verhoudingen, maatschappelijke organisaties en religie. De invoering van Id-Ul-Fitr en Holi heeft ertoe geleid dat er een hechtere samenwerking kwam tussen de christenen, de hindoes en de moslims. Verder heeft de invoering bijgedragen aan de erkenning van religieuze groepen. In de praktijk was waar te nemen dat de viering van die twee feestdagen op gemeenschapsniveau intensiever werd. Deze literatuurverkenning leert ons dat het vrije-dagenvraagstuk geen nieuw fenomeen is en dat de herschikking - enerzijds dagen afschaffen en anderzijds dagen toevoegen - alsook de vaststelling van het aantal vrije dagen in samenspraak met functionele organisaties zullen moeten plaatsvinden. Naast verzamelde literatuur hebben personen en groepen informatie opgestuurd naar de commissie, documenten die elk op eigen wijze de betrokkenheid van de samenleving betreffende het vraagstuk van de nationale vrije dagen etaleren. Het vraagstuk wordt in deze documenten vanuit verschillende invalshoeken benaderd. In essentie komt het erop neer dat de inzenders vanuit hun persoonlijke opvatting hebben getracht een wezenlijke bijdrage te leveren door enerzijds hun mening te ventileren en anderzijds de regering te wijzen op haar grondwettelijke verantwoordelijkheid om niet te komen aan de eenmaal verleende gedenkdagen aan de diverse groepen en zich in haar besluitvorming goed te laten informeren.
2.2 Consultaties Van de 36 geïdentificeerde organisaties hebben 30 gerespondeerd. 57% van de geconsulteerde organisaties vindt het aantal van 15 nationale vrije dagen te veel. De organisaties zijn op basis van het doel dat zij nastreven en de belangen die zij behartigen onderverdeeld in religieus-culturele organisaties, sociaaleconomische organisaties, vertegenwoordigers van bevolkingsgroepen (etnisch) en politieke (bestuurlijke) organisaties als representanten van onze plurale samenleving (zie bijlage A). De resultaten van de consultatierondes zijn samengevat in de volgende adviezen, voorstellen en aanbevelingen.
17 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
2.2.1 Religieuze en culturele organisaties Er hebben acht organisaties met een religieuze of culturele instelling aan de consultaties deelgenomen. Hieronder wordt een beeld gegeven van de bijdragen van deze organisaties tijdens de consultaties. De meerderheid van de religieuze en culturele groepen heeft geen bezwaar tegen het uitbreiden van het aantal vrije dagen; De nieuw aangevraagde16 en voorgestelde17 dagen zijn: Sasi suro (Javanisme18) Arrival day of heritage day (Culturele Unie Suriname) Chinees nieuwjaar (Suriname Chinese United Association) 2e Pinksteren (christelijk, herinvoering) Okokro bentuwa, nationale religieuze en rituele dag, dag der nationale volkeren (Tata Kwasi Ku Tata Tinsensi) Herdenking van de geboorte of bekroning van keizer Haile Selassie en dag van de spiritualiteit voor de Afrikaanse religiën (Rastafari Makandra Sranan) Dag van de Javaanse immigratie (Vereniging Herdenking Javaanse Immigratie) Dag van de immigranten (RAVAKSUR) Srananman dei (Nationaal Jeugdparlement)
16
Vetgedrukt Cursief 18 Agama Jawa (Javanisme in Suriname als een ‘way of life’) heeft als basisprincipe de notie van ‘Sangkan Paraning Dumadi‘. Het is een religieus systeem met een verklaringsmodel over de oorsprong van de mens, wat en wie hij nu is en over zijn bestemming (Prof. P. Suparlan, 1995). Naar schatting belijden 5000 à 10.000 personen de Agama Jawa of te wel Agamené Wong Jawa. Sasi suro of sasi sura is het nieuwjaar binnen deze religieuze stroming (Moestadja, 2010), de heilige vastenmaand van het Javanisme. Sasi betekent in het Nederlands maand en suro of sura is een samentrekking van de eerste lettergrepen van twee Javaanse woorden: Su is afgeleid van het suci hetgeen heilig betekent en ro is afgeleid van rogo wat lichaam betekent (Federatie Javanisme, 2011). Het sasi sura of sasi suro-nieuwjaar is een hoogtepunt in het jaar voor de javaan. Men verwelkomt het nieuwe jaar met meditatie om lichaam en geest te zuiveren. 24 uur lang niet eten, drinken, praten en slapen en het liefst in de foetushouding (Parbode, 1 februari 2007) 17
18 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Vertegenwoordiging van de Federatie Javanisme Suriname (N.A.J.S.)
Dag der Marrons, Dag der Inheemsen, 2e Kerst en 2e Pasen kunnen eventueel weggehaald worden, evenals 1 juli. Een andere optie is het invoeren van variabele dagen of combinatie van dagen. Te veel vrije dagen heeft een negatieve impact op de economie en is frustrerend voor het onderwijs: Suriname zit gemiddeld op 22,5 uren les per week en dat is laag vergeleken met de regio en daarbuiten. Als criterium is genoemd: minimaal 25 % van de bevolking moet deelnemen en sympathiseren (grootte van de groep). De religieuze dagen moeten behouden blijven. 2.2.2 Sociaaleconomisch georiënteerde organisaties Het bedrijfsleven heeft zijn bezorgdheid geuit over de negatieve gevolgen van het groot aantal nationale vrije dagen voor de economie. Aan de andere kant hebben de kleine winkeliers geen moeite met een uitbreiding van het aantal vrije dagen: “Wij hebben geen problemen met herschikking of toekenning van meer vrije dagen. We hebben namelijk een sociale relatie met de klanten en we staan altijd klaar om ze te helpen” werd aangegeven.
19 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Vertegenwoordiging van de Vereniging van kleine winkeliers
Op basis van een berekening van accountant Haroen A. Karamat19 zijn de inkomsten die worden gederfd op een vrije dag vastgesteld op gemiddeld 42.913.419,91 SRD (Tweeenveertig miljoen negenhonderdendertienduizend vierhonderdennegentien SRD en negentien cent).20 De vijftien vrije dagen kosten de staat volgens deze berekening in totaal ongeveer 644 miljoen SRD. Voorstellen zijn gedaan aan de commissie hoe de negatieve gevolgen kunnen worden geminimaliseerd, variërende van het combineren van vrije dagen, het anders beleven van dagen, het wijzigen van de arbeidswetgeving tot het vaststellen van criteria voor het toekennen van een vrije dag.
2.2.3 Vertegenwoordigers van bevolkingsgroepen Men ligt in Suriname niet wakker van het aantal dagen per jaar. Grote delen uit onze gemeenschap zijn van oordeel dat een dag voor de Chinese gemeenschap gerechtvaardigd is. De vertegenwoordigers van de Chinese gemeenschap wijzen op de meerwaarde van het Chinees nieuwjaar als vrije dag voor Suriname. Enerzijds betekent het een erkenning van de groep als deel van onze plurale natie en 19
Accountant bij het Financieel Economisch Accountantskantoor KARAMAT GROUP en adviseur van de Vereniging van Kleine Winkeliers 20 Calculatie gebaseerd op het aantal dagen per jaar (365) minus de dagen waarop er geen arbeid wordt verricht (52 zondagen, 52 zaterdagen, 30 verlofdagen). Het aantal productieve dagen is gelijk aan 231, en het BBP wordt door dit aantal gedeeld (BBP 2010: 9.913.000.000,00 SRD). De productie per dag is dan gelijk aan (BBP/231) = 42.913.419,91 SRD. 20 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
anderzijds kan de dag economische voordelen voor Suriname hebben: de viering van het Chinees nieuwjaar in Suriname kan een attractie worden voor toeristen uit de regio, zowel uit Zuid-Amerika, Midden-Amerika als het Caribisch Gebied.
Vertegenwoordiging van de Suriname Chinese United Association (SCUA)
Meerdere groepen hebben aangegeven het opheffen van vrije dagen niet verstandig te vinden, onder meer vanwege de onredelijkheid van het opheffen van eenmaal gegeven vrije dagen of vanwege te verwachten ontevredenheid bij de groepen. Een andere aan de handel gelieerde groep maakt zich echter wel zorgen over de economische schade die de nationale vrije dagen met zich meebrengen. Ter beteugeling van de wildgroei van de vrije dagen en het vermeende negatieve effect, werd een drietal voorstellen gelanceerd met betrekking tot: 1. de categorisering van de nationale vrije dagen. 2. het opheffen van enkele dagen om uiteenlopende redenen. 3. het combineren van dagen (zie bijlage Verslag Consultaties). 2.2.4 Politieke en bestuurlijke organisaties De grote politieke combinaties hebben het helaas laten afweten. De overige groepen gaan in het algemeen voor: 1. het beperken van de nationale vrije dagen door combinatie van dagen en afschaffing van enkele overbodige dagen. 2. meer aandacht voor studenten en leerlingen die ook feestvieren, waarbij de nationale vrije dagen niet als studiedagen moeten worden beschouwd. 21 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
3. het beperken van de (vermoedelijke) economische schade door ook dagen in te voeren die niet gelijkgesteld worden met de zondag, waardoor de 200% regeling niet van kracht hoeft te zijn.
Vertegenwoordiging van de politieke organisatie DOE
Andere aspecten die tijdens de consultaties aan de orde zijn gekomen zijn: Inheemsen- en marrondag maken tot één gemeenschappelijke dag. 1 dag afwisselend per denominatie. Srananman dei in plaats van Goede Vrijdag, 2e Pasen, 2e Kerstdag, Divali, Dag der Marrons en Dag der Inheemsen. Arrival of heritage day in plaats van Dag der Marrons en Dag der Inheemsen. Dag der nationale volkeren: alle etnische dagen naar 1 dag. Dag van de immigranten, voor alle immigranten. Vrije dagen onderbreken het onderwijsproces: ook omdat na het feesten repetitie/tentamen normaal wordt afgenomen. Vrije dagen hebben een negatieve impact op de economie en zijn frustrerend voor het onderwijs. De vele vrije dagen gaan ten koste van de productie en concurrentiepositie (stagnatie van de economische groei). Er zijn ook markante uitspraken gedaan door vertegenwoordigers van de organisaties. Enkele worden hieronder weergegeven: Voor inheemsendag en marrondag een benaming zoeken die de groepen met elkaar verbindt. 22 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Plotseling toegekende vrije dagen schoppen de werkplanning van bedrijven helemaal in de war. De dag waarop men zich heeft vrijgevochten (10 oktober 1760) is belangrijker dan de dag waarop de kolonisator vrijheid heeft gegeven (1 juli 1863). De samenleving moet beter geschoold worden om de vrije dagen zinvol te kunnen beleven. De boodschap van de dagen moet goed doorgegeven worden aan de bevolking. Het toekennen van vrije dagen moet leiden tot natievorming en niet tot verkaveling van onze bevolking. Thans wordt de inheemsenviering overschaduwd door de Javaanse groep. Het is geen goed idee, de inheemsen hebben hun eigen identiteit, de marrons hebben ook hun identiteit. De VN heeft de inheemsendag bepaald, dus het is alleen voor de inheemsen. Het heeft tevens te maken met identiteit en historie, dus samenvoeging is geen goede optie. De inheemsen hebben eeuwenlang al ingeleverd. Nu weer inleveren is niet acceptable. Het aantal vrije dagen is teveel: 2 dagen zijn voldoende, namelijk een nationale dag op 25 november en een internationale dag op 1 januari. De rest van het jaar moet er hard gewerkt worden. Als de overheid wat voor ons zou willen doen kan ze de Nieuwe Haven ook op zonen feestdagen openhouden zodat wij onze zaken kunnen regelen. We moeten het nationaal gevoel bevorderen door iedere groep de gelegenheid te bieden het volkslied in de eigen moedertaal te zingen. Feestdagen hoeven geen vrije dagen te zijn: deze kunnen op de eerstvolgende zaterdag of zondag worden gevierd. Elke religieuze groep heeft recht op een vrije dag: drie religieuze groepen hebben 8 vrije dagen, dus herverdeling is nodig. 1 mei is de vakbeweging heilig: niemand komt aan deze dag. De Chinese leden van KKF willen een vrije dag, het Chinees nieuwjaar. En ze maken daarop aanspraak, dus ze moeten deze dag daarom ook krijgen. Voor de Joodse gemeente is in de Surinaamse wetgeving opgenomen, dat de Joden in overheidsdienst vrij hebben op Joods nieuwjaar. De vrije dagen zijn ingesteld door de politiek, maar ze zijn uit de klauwen gegroeid zonder dat de overheid ooit consultaties heeft gehouden. Om een oplossing te brengen wordt er nu gesproken met de sociale partners. Het is een politiek vraagstuk, veroorzaakt door de politiek en de politieke partijen moeten een oplossing brengen. 23 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
2.3 Seminar Aan het seminar Nationale vrije dagen Suriname hebben vertegenwoordigers van 30 maatschappelijke groeperingen geparticipeerd, die nogmaals de gelegenheid kregen om zich te buigen over het vrije-dagenvraagstuk. In vijf werkgroepen hebben de aanwezigen gebrainstormd over zeven vragen: 1. Wat zijn de criteria waaraan de aanvraag voor een gedenkdag (herdenkingsdag) – vrije dag – moet voldoen? 2. Op welke wijze kan de bewustwording, de awareness, bij de burger worden bevorderd in verband met de vrije dagen die wij gedurende het jaar gedenken? 3. Op welke dag zou men beperkt handel mogen drijven? En op welke dag helemaal niet? Op welke dagen mogen geen alcoholhoudende dranken worden verkocht en mogen er geen publiekelijke vermakelijkheden worden georganiseerd? 4. Als we van het principe uitgaan dat vrije dagen een gelegenheid zijn om met familie en vrienden of soortgenoten door te brengen om te feesten en/of te vasten, dan moet de overheid dit ondersteunen via voorlichting. Vrije dagen brengen het volk bijeen en er worden onder andere ook historische gebeurtenissen herdacht. Wat is uw mening en in welke vorm kan de regering inkomen? 5. Er bestaat een veel gehoord voorstel om enerzijds ter beteugeling van het aantal nationale vrije dagen, maar anderzijds ook om de saamhorigheid en het nationaal gevoel te stimuleren, één nationale dag voor alle etnische groepen in het leven te roepen. Dat is dan zowel voor de bekende immigratieherdenkingen als voor de dag van de inheemsen en de marrons. Wat is uw reactie? 6. Er zijn ook ideeën om de nationale vrije dagen te spreiden over 3 categorieën: nationale feestdagen die zoals tot nog toe wettelijk worden geregeld en gelijk worden gesteld aan de zondag met alle daaraan verbonden consequenties. groepsgebonden dagen waarbij slechts overheid, banken en verzekeringswezen gesloten zijn, maar waarbij het bedrijfsleven naar bevind van zaken handelt. herdenkingsdagen waarop er gewoon (of een deel van de dag) gewerkt wordt. Wat denkt u van zo’n indeling? Hoe zou u de huidige 15 dagen verdelen over deze 3 categorieën? 7. Er zijn ook stemmen die ervoor gaan om het aantal dagen precies zo te laten, teneinde nodeloze spanningen te voorkomen, maar om wel beleid te formuleren voor de toekomst en in de komende vijf (5) jaren maximaal één enkele dag eraan toe te voegen, tenzij er zich natuurlijk iets supranationaals voordoet. Graag uw reactie.
24 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Vertegenwoordigers van de organisaties tijdens het seminar bezig in werkgroepen
De antwoorden en reacties op deze vragen waren alsvolgt: Vraag 1
De groepen konden zich in het algemeen vinden in de bij de presentatie genoemde criteria. Een vrije dag zou voldoende draagvlak moeten hebben; deze dag moet een speciale gebeurtenis herdenken die een positief effect heeft. Een groot deel van het volk moet het ermee eens zijn: 25% van de bevolking moet deelnemen en of sympathiseren en deze dag moet bijdragen aan natievorming. Verder moeten er awareness campagnes gehouden worden, zodat de diepe betekenis van de vrije dagen bekend wordt bij de samenleving.
Vraag 2
Er moeten voorlichtingscampagnes gehouden worden, waarin gewezen wordt op respect voor ras, geloof en cultuur.
Verder is het belangrijk om een goede samenwerking te hebben met de media en andere organisaties waaronder scholen: het onderwerp vrije dagen zou opgenomen kunnen worden in het curriculum.
25 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
De betrokkenheid van doelgroepen en de overheid is noodzakelijk. Het belang van de dagen, de bijdrage aan nationale éénwording, achtergrond informatie/geschiedenis moeten worden aangegeven via de voorlichtingsprogramma’s.
Tot slot moet de staat een budget en eventuele locaties ter viering of herdenking van een gedenkdag ter beschikking stellen.
Vraag 3
Er moet gekeken worden naar wat de wet voorschrijft. De praktijk wijst uit dat een deel van de handel open blijft en een ander deel sluit.
Het is wenselijk dat de situatie blijft zoals het is. De overheid moet wel nagaan welke zaken/winkels openblijven en welke niet.
Verder moeten zaken duidelijk gedefinieerd worden. Wat wordt bijvoorbeeld bedoeld met handel drijven?
Geen alcoholhoudende dranken/publieke vermakelijkheden: o op religieuze dagen o op sociaal culturele dagen Wel alcoholhoudende dranken/publieke vermakelijkheden: o op ideologische vrije dagen o op internationale vrije dagen
Vraag 4
Wat het eerste deel van de vraag betreft zijn er genoeg zondagen om met vrienden en familie bij elkaar te komen. Voor vasten heb je geen vrije dag nodig. Belangrijk is dat er goede voorlichting is op alle scholen ten aanzien van de dagen. Een ieder moet weten wat de achtergrond is van deze dagen. De mensen voor wie de speciale dagen gelden, krijgen de gelegenheid om op die dag een vrije dag of verlof op te nemen. Hiermee wordt geen enkele groep tekort gedaan. Niet alleen overheid en bedrijfsleven moeten iets geven, maar de werknemers kunnen zelf ook een vrije dag opnemen voor activiteiten. Welvaart is belangrijk, maar welzijn is ook belangrijk. Normaliter kan je verlofdagen pas opnemen als de dienst dat toelaat. Dus alle aspecten moeten in de gaten gehouden worden. Het niet mogelijk maken van het opnemen van verlof door de werknemer is trouwens in strijd met de grondwet.
26 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Conclusie: de deelnemers vinden dat er genoeg voorlichting, bijvoorbeeld op scholen, moet zijn, zodat iedereen weet wat de specifieke vrije dagen inhouden. Vraag 5
Eén vrije dag is voldoende, want er komen steeds weer aanvragen van etnische groepen binnen. Bij elk lustrumjaar van een bepaalde feestdag van een bepaalde groep moet er op die algemene dag een extra tintje gegeven worden aan die speciale dag. Verder moet er verlof verleend worden aan de mensen die horen bij verschillende etnische groeperingen, hetzij betaald of onbetaald. Een andere mening is dat als de Dag der Inheemsen is opgenomen in verdragen, we het dienen te laten zoals het is. Niet omdat de Dag der Inheemsen en de Dag der Marrons etnische dagen zijn, moeten ze op één dag gevierd worden. De groepen worden beknot als er alleen maar één dag voor alle etnische groepen in het leven wordt geroepen. Elke groep heeft haar eigen identiteit en hun feestdagen dienen apart gevierd te worden. Voor elke etnische groep één vrije dag (hiervoor zijn de duidelijke criteria belangrijk die niet op etnische basis zijn gevormd). Immigratiedag te vieren als een dag, niet als dag voor één groep maar voor alle immigranten die naar Suriname kwamen (Joden, Nederlandse boeren, Chinezen, Libanezen, Hindostanen, Javanen).
Vraag 6
De groep was het niet eens met de stelling: liever kunnen er nationale gedenkdagen worden ingevoerd. Herschikking mag plaatsvinden, maar het aantal van 15 hoeft niet gehandhaafd te worden. Er moet nagegaan worden of wij ons dit aantal kunnen permitteren. Eigenlijk zouden alle vrije dagen afgeschaft moeten worden. Voor religie kan de werkgever de belijder van dat geloof een vrije dag geven na consensus tussen werkgever en werknemer. 15 nationale vrije dagen zijn teveel zijn en dienen teruggebracht te worden naar 10 tot 12. Elke groep kan dan een vrije dag bepalen. Bijvoorbeeld: moet de vrije dag het Chinees nieuwjaar of Chinese immigratie worden?
Vraag 7
Om spanningen te voorkomen kunnen de 15 dagen gehandhaafd worden en in de toekomst – bij de toekenning van vrije dagen – moet worden nagegaan of 25% van de bevolking achter die bewuste dag staat (toetsen). 27 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
Er hoeven niet zoveel vrije dagen te zijn, 3 of 4 dagen zijn genoeg. Er moet een kondreman dei komen en voor de religieuze dagen nemen de groepen een verlofdag op, bijvoorbeeld de christenen kunnen twee dagen teruggeven en hindoe en moslim elk één, dan komen we op 11 dagen en dan kunnen andere groepen een dag krijgen. Het volk werkt niet hard genoeg, we moeten harder gaan werken. Misschien is een optie om de zaterdag weer als werkdag te introduceren. Misschien kan elke werkgever naast de normale verlofdagen 4 extra dagen toekennen, waaraan de werknemers zelf invulling kunnen geven. De nationale dagen blijven, maar ze zijn dan geen nationale vrije dagen. We blijven op 15 dagen en voor de toekomst nieuw beleid ontwikkelen. Men gaat akkoord dat er een nieuw beleid moet komen wat betreft de vrije dagen om op basis hiervan te komen tot een herverdeling (herformulering) van de vrije dagen. Het aantal vrije dagen kan precies zo gelaten worden. Daar de politiek de extra vrije dagen heeft toegevoegd, moet de politiek een oplossing aandragen in deze kwestie. De kolonisator heeft de christelijke feestdagen aan Suriname opgedrongen. In het proces van dekolonisatie moet het aantal christelijke feestdagen dus teruggebracht worden. Gewoon doorwerken gedurende een vrije dag, met uitzondering van degenen die behoren tot de groep. Bij vaststelling van het beleid: nationalisme als criterium hanteren. Hierdoor kunnen enkele vrije dagen komen te vervallen. Laat de groepen het belang van hun vrije dag aangeven en vanuit het nationaal gevoel een beleid formuleren.
Samenvattend
Het huidige aantal van 15 dagen minimaal als uitgangspunt aanhouden, waar mogelijk omlaag brengen naar tussen 10 en 12. De rechten van werknemers waarborgen, met meer productie. Herschikking van de religieuze dagen moet overwogen worden. Inhoudelijke voorlichting geven over de betekenis van de nationale dagen. Een onderscheid maken tussen nationale dagen en gedenkdagen.
28 | P a g i n a
Eindrapport Nationale vrije dagen van Suriname Ministerie van Binnenlandse Zaken
29 | P a g i n a