Eigenwijs jongerenthema’s
februari 2011 | Jaargang 3 | 2
voor ouders
Thema: Geloofwaardig Jong en christen Van vragen stellen naar vragen beantwoorden
Uitleggen en laten zien Ds. Visscher: “Ik moet als ouder een voorbeeld zijn”
Vooraf “Jullie hebben een kerstboom. Dat mag niet van de Heere.” Voor kinderen is de wereld vaak eenvoudig. Ze bekijken alles vanuit hun eigen perspectief. Dat wordt thuis gevormd en in de kerk. De Bijbel, de Heere en Zijn dienst zijn vanzelfsprekende dingen. Zo’n basis is belangrijk, maar in de loop van de jaren blijkt dat de wereld toch ingewikkelder is dan gedacht. Dan blijken die mensen met de kerstboom óók naar de kerk te gaan… Je krijgt een vraag naar je toe geslingerd waarom jouw God zoveel lijden in de wereld toestaat. Of de buurman vraagt of het leuk was in de kerk. Wat zeg je dan? De vanzelfsprekendheid van het christelijk gedachtegoed neemt zienderogen af. We moeten onze kinderen daarop voorbereiden. Maar hoe? Deze EigenWijs geeft hopelijk weer wat handvatten en denkduwtjes die je kunt gebruiken in het gesprek met de kinderen. We zijn de vanzelfsprekendheid voorbij. En het valt echt niet mee om een buitenkerkelijke buurman of buurvrouw in de taal van vandaag uit te leggen wat je nu precies gelooft. Apologetiek is een moeilijk woord, maar de praktijk is nog moeilijker. Dat vinden wij als ouders al lastig, laat staan de
4 Studentenkring is waardevol
Peter Kok en Marinda Berkhout
kinderen. Terwijl zij soms nog meer worden geconfronteerd met andersdenkenden dan wij. Uit deze EigenWijs blijkt dat ouders daarbij drie dingen nodig hebben. Allereerst moeten we goed weten wat we geloven, op grond van de Bijbel en de belijdenis. Vervolgens gaat het om het in de praktijk vormgeven van wat we geloven. Daarbij staat de doorleving van het christelijk geloof voorop. In de praktijk van elke dag laten zien Wie je dient. Tenslotte moeten we – met de kinderen – goed nadenken over de manier waarop we dit andersdenkenden vertellen. Bescheiden, maar ook beslist. In de Bijbel vinden we daarvan goede voorbeelden. Ds. W. Visscher noemt er enkele in het vraaggesprek. Ook kunnen we veel leren van de manier waarop de Heere Jezus in gesprek ging met de Samaritaanse vrouw in Johannes 4. Hij begon met iets heel gewoons, maar kwam uit bij de nood van haar leven. Laat ook in dit opzicht de hoogste Profeet en Leraar ons tot voorbeeld zijn.
Laurens Kroon
2 Vooraf Laurens Kroon 3 Verantwoording en verdediging
6 Augustinus in vraag en antwoord
8 Uitleggen en laten zien
Ds. Visscher: “Ik moet als ouder een voorbeeld zijn”
Elco van Burg
12
17
18
14 Christelijk gezin in seculiere omgeving
2
Petra Jacobse-Weststrate
Gertrude de Regt
20
Raymond Warnaar
Jong en christen
Mettie de Braal-Prins / Gertrude de Regt
Wie bent U? - Boekbespreking
Gertrude de Regt
Ontspannen contact met de buurt
Petra Jacobse-Weststrate
Tips voor ouders
J. Krijgsman
23
Meer informatie
Verantwoording en verdediging Apologetiek. Het woord klinkt als iets voor studenten of geleerden. Maar dat is het niet. Iedere christen wordt geroepen tot verantwoording. Op het werk, in de straat, bij de kapper of op school. In woord en daad.
Christus. Er zijn ook dingen waarvoor wel bewijzen aan te dragen zijn of die verstandelijk te beredeneren zijn, bijvoorbeeld dat de zondvloed er is geweest. Wij kunnen het christelijk geloof verdedigen, maar geen mensen (zaligmakend) overtuigen. Dat is het werk van de Heilige Geest. Gertrude de Regt
Wat is apologetiek?
Apologetiek is afgeleid van het Griekse woord apologia, dat verdediging betekent. Apologetiek heeft tot doel het christelijk geloof aannemelijk te maken. Door (verstandelijke) argumenten wordt duidelijk gemaakt dat het christelijk geloof waar is.
Tot wie richt een apologeet zich?
Tot niet-christenen die de waarheid van het christelijk geloof betwisten. Maar ook tot mensen die zich christen noemen en bepaalde kernpunten uit het christelijk geloof betwisten; bijvoorbeeld dat de Heere Jezus Gods Zoon is.
Waarom is apologetiek nodig?
Iedereen kan een christen oproepen om verantwoording af te leggen van het christelijk geloof, in allerlei situaties. Een christen moet anderen duidelijk uit kunnen leggen wat hij gelooft en waarom hij dat gelooft.
Zijn er Bijbelse voorbeelden van apologie?
Een duidelijke oproep vind je in 1 Petrus 3: 15. Maar heiligt God de Heere in uw harten; en zijt altijd bereid tot verantwoording (= apologia) aan een iegelijk die u rekenschap afeist van de hoop die in u is, met zachtmoedigheid en vreze. En Paulus ‘handelde’ (of: disputeerde) in de synagoge met de Joden en op de Areopagus met filosofen.
Kun je het christelijk geloof wel verstandelijk verdedigen?
De Bijbel geeft aan wat geloofd moet worden. Niet alles wat in de Bijbel staat, is verstandelijk of wetenschappelijk te bewijzen. Denk bijvoorbeeld aan de wederkomst van
Evangelie in notendop Je spreekt de buurman op straat en dan komt ineens het geloof ter sprake. Je weet even niet wat je moet zeggen en even later is de gelegenheid voorbij. Hoe leg je zo kort en duidelijk mogelijk uit wat je gelooft? Een leerzame en leuke oefening volgt hieronder.
Vragen
1. Zoek in je Bijbel naar gedeelten waar een samenvatting van het Evangelie wordt gegeven. 2. Zoek in de belijdenissen achterin je Bijbel naar een samenvatting. 3. Geven de gevonden passages antwoord op de vraag: Wat gelooft een christen? 4. Kun je andere dingen in je antwoord betrekken (bijvoorbeeld uit de kerkgeschiedenis, eigen ervaringen, citaten van anderen).
Opdracht
1. Probeer in vijf minuten te zeggen wat je in elk geval kwijt wilt. 2. Bespreek je antwoord: was dit de kern? Dik nu je antwoord in tot twee minuten. 3. Neem nu één minuut de tijd. 4. … en nu dertig seconden! Bron: Wat is waarheid? Christenen in de verdediging. Mivo +16, jaargang 21. Uitgave Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten.
3
Foto: Martin Eijkelenboom
interview
Studentenkring is waardevol
Van vragen stellen naar vragen beantwoorden
Vanuit het donker komen uit alle hoeken van Rotterdam studenten aanlopen of fietsen. De zaal van de Boezemsingelkerk vult zich met zo’n tachtig jongeren. De sfeer is ongedwongen. Vanavond houdt Marinda Berkhout haar lezing over Romeinen 15. Aandachtig wordt er geluisterd en meegeschreven.
Als christelijke student moet je uit kunnen leggen wat je gelooft. Het christelijk geloof roept in een seculiere omgeving vragen op. Op de studentenkringen, die uitgaan van het deputaatschap voor studerenden, worden jongeren toegerust. In een gesprek met enkele jongeren vertellen zij over hun ervaringen.
Marinda, waarom vind je de Gergemkring Rotterdam verrijkend? “Als je gaat studeren op een universiteit of HBO komt er
4
veel op je af. Je moet leren uitleggen wat het christen zijn inhoudt en getuigen van God. Je ontmoet veel onchristelijke mensen tijdens je studie. Bezinning en gezelligheid geven houvast in je studententijd. De lezingen geven verdieping en je kunt vragen stellen aan de spreker. Vaak houden we met medestudenten een Bijbelstudie. Daarnaast is er ook tijd voor ontspanning: een weekend in een kampoord, bowlen, kanoën of lekker samen eten. Onze kring is groot, gezellig en divers. Iedereen hoort erbij! De studenten leveren vooral zelf een bijdrage. Themacommissies bereiden het halfjaar thema voor en verzorgen de kringavonden. De weekendcommissies zorgen twee keer per jaar voor een gezellig en inhoudsvol weekend. De twee kringmentoren en de twee studentassistenten zorgen dat alles in goede banen verloopt. Dit half jaar behandelen we de Romeinenbrief. Naast de geloofsleer komt ook het praktische leven van de ware christen aan de orde. Alle leden van de kring ontvangen een reader met artikelen en literatuursuggesties waarmee ze zich kunnen voorbereiden op de avonden. De lectoren zijn predikanten en andere sprekers, maar vaak ook studenten van de kring zelf.”
meer vanzelfsprekend zijn. In een christelijke omgeving kun je vragen stellen, maar in een onchristelijke omgeving moet je vragen beantwoorden.” Maurice Heijboer, tweedejaars student Economie en Bedrijfseconomie, loopt niet tegen moeilijke zaken aan. “Dat komt denk ik ook door de studie doe waarin je nauwelijks te maken krijgt met ethische vraagstukken.”
Wat is de kern van je lezing?
Wat betekent de GerGemkring voor jullie?
“Mijn lezing ging over ‘het leven van de ware christen’ aan de hand van Romeinen 15. God wil door ons in alles geëerd worden. Je moet zorgen voor je naaste, zelfs als dat betekent dat je jezelf moet verloochenen. Christus is ons daarin tot voorbeeld. In Hem is er hoop tot zaligheid! Deze hoop is te vinden in Gods Woord. Romeinen 15 stelt je de vraag: ’Ben jij al een waar christen?’ Die vraag is heel persoonlijk en radicaal en mag niemand naast zich neerleggen.”
Hoe zijn jullie contacten met niet-christelijke studenten?
Maurice: “Als ik over het geloof praat met onchristelijke studenten, valt mij op dat je in je waarde wordt gelaten. Toen ik tijdens het lunchen met een medestudent vooraf bad, kwam hij met vragen. We kregen een gesprek over het lijden in deze wereld en de reden daarvan. Dat was heel intensief.” Eline: “Op een gegeven moment ging een les over de verschillende religies en vertelde een klasgenoot dat ze niet kon begrijpen dat er een God is Die ook het kwaad bestuurt. Haar vader en broer waren overleden. Zij kon niet geloven in een God die zulke dingen toe kon laten. Ik zei niets, wist niks te zeggen. Haar verhaal heeft me lang achtervolgd en ik heb er veel over nagedacht.”
Eline: “De GerGemkring is erg waardevol. We zijn heel actief en het is erg leuk om andere mensen te leren kennen. De lezingen zijn inspirerend en geven stof tot nadenken. Het is fijn om met andere studenten na te denken over vragen die je hebt.” Maurice: “De kring vormt me. Tijdens Bijbelstudies komen er praktische toepassingen naar voren. Sprekers die over een bepaald onderwerp veel kennis hebben, hebben mij al regelmatig verrassende en waardevolle inzichten bezorgd.”
Hoe heb je het houden van de inleiding ervaren?
‘‘Het is heel mooi om je te verdiepen in een bepaald Bijbelgedeelte en daarover een lezing te houden. Soms kom je erachter dat er een veel diepere lading achter een tekst zit dan dat je ooit had gedacht. Tijdens mijn studie kom ik veel in aanraking met onchristelijke medestudenten. Het is soms lastig uit te leggen wat je precies gelooft. Het is daarom belangrijk om goed te weten wat je gelooft, zodat je het in eenvoudigere woorden uit kunt leggen aan je studiegenoten.“
Hoe is het om als christen te studeren?
Eline van Wendel de Joode, vierdejaars HBO-V studente, viel de overgang van het reformatorische middelbare onderwijs naar het HBO wel mee. “Ik had het heftiger verwacht. Ik heb het wel als moeilijk ervaren dat veel zekerheden opeens wegvallen en veel dingen opeens niet
Peter Kok en Marinda Berkhout
Veilige plek
“Het thema ‘het leven van de ware christen’, komt deze avond op een natuurlijke manier naar voren. Daar ben ik blij mee. Dit half jaar is de brief aan de Romeinen besproken. Hoofdstuk 15 gaat concreet in op de houding en de levensstijl die een christen moeten kenmerken. Hoe geef je dat praktisch vorm? Ben ik wel een waar christen? Hoe merken mijn medestudenten dat? Studenten hebben het niet altijd makkelijk. Een studentenkring is een veilige plek om het er grondig over te hebben. Een vraag die thuis gesteld wordt over hoe het op de universiteit of hogeschool gaat, kan ook een goed gesprek uitlokken.” Piet Murre, mentor studentenkring
5
r e p or tag e
Augustinus in vraag en antwoord Liefde als drijfveer
‘Veel geprezen, weinig gelezen’, wordt wel eens van oudvaders gezegd. Dat geldt ook voor Aurelius Augustinus (354 - 430). Een kind kan zijn levensloop vertellen, maar weinig mensen lezen zijn boeken. Terwijl zijn nalatenschap heel actueel is. Aan de hand van een zestal vragen zoekt EigenWijs in de werken van Augustinus naar antwoorden die voor ons vandaag van betekenis zijn.
6
Hoe moeten we het Koninkrijk van God in deze wereld zien?
“Gods Koninkrijk op deze aarde kun je zien als een heilige stad tegenover de stad van de goddelozen. Deze twee steden zijn in deze wereld dooreengevlochten en met elkaar vermengd, totdat ze door het laatste oordeel zullen worden gescheiden. Zo tekenen zich twee gemeenschappen af: de stad van de bozen en die van de heiligen. Zij bestaan vanaf het begin van het menselijk geslacht tot aan het einde van de wereld.”
Wie zijn de inwoners van die twee steden?
“Kort samengevat wonen in de goddeloze stad de verdraaiden van hart. Mensen die, als hen iets kwaads overkomt, God gaan beschuldigen. Onbegrijpelijk! Ze zouden zichzelf moeten beschuldigen. Wanneer het hen goed gaat, prijzen ze zichzelf. Maar wanneer ze kwaad ondervinden, beschuldigen ze God. De goddeloze inwoners hebben over God één van de volgende drie meningen: ze ontkennen Gods bestaan, ze zeggen dat Hij onrechtvaardig is, of ze ontzeggen Hem het bestuur van alle dingen. Waarom? Omdat ze verdraaid van hart zijn. Wat een verschil met de mensen die volgens de Schrift rein van hart zijn en in de heilige stad leven. Zij verdragen de rampen in de wereld en beschuldigen God niet. Maar dit zijn zeldzame vogels.”
De mensen zijn toch allemaal naar Gods beeld geschapen?
“De mens is geschapen naar het beeld van God, maar dit beeld is door de zonde verwoest en geschonden. Door te zondigen, zijn wij zowel de vroomheid als het geluk kwijtgeraakt. Nu zoeken bijna alle mensen de genieting, de verhevenheid en de waarheid niet meer in God maar in zichzelf of in de naaste. Het is nodig dat mensen in de Schrift ontdekken dat we verstrikt zijn in de liefde voor de wereld en dat we daarom ver verwijderd zijn van de liefde voor God en de naaste. Omdat we ons oorspronkelijke geluk kwijtgeraakt zijn, is ons hart één en al onrust: Gij hebt ons geschapen tot U en ons hart is onrustig, totdat het rust vindt in U.”
Tenslotte nog een persoonlijke noot?
“Wanneer het goed gaat, prijzen ze zichzelf. Als het slecht gaat, beschuldigen ze God.”
Augustinus beschrijft hoe de vrede van God in zijn leven kwam: ‘Laat heb ik U lief gekregen, o Schoonheid, zo oud en zo nieuw! Gij waart binnen en ik was buiten, en daar zocht ik U, en ik rende, wanstaltig als ik was, op de schone dingen af die door U gemaakt zijn. Gij waart bij mij en ik niet bij U. Ik werd van U gehouden door dingen die niet bestaan zouden hebben als ze niet in U bestaan hadden. Geroepen hebt Gij (…) en mijn droefheid doorbroken! Gestraald hebt Gij, geschitterd en mijn blindheid verjaagd; gegeurd hebt Gij en ik heb ingeademd en snak nu naar U; geproefd heb ik en nu honger en dorst ik; aangeraakt hebt Ge mij en ik ben ontvlamd naar Uw vrede.’ Niets is genoeg voor je, mijn beste lezer, behalve je Schepper. Al het overige waarnaar je grijpt is maar arm. We moeten allen naar de overkant, maar we willen helemaal niet en gaan met tegenzin. We zijn vol hebzucht voor het aardse, maar wat we hier bijeengraaien, raken we helemaal kwijt. Klamp je niet vast aan de grijzende wereld, maar laat je verjongen in Christus. Niets is beter dan de vereniging met Hem. Sta in Hem en je zult standhouden, rust in Hem en je zult rust vinden.”
Raymond Warnaar
Hoe kan ons hart rust vinden in God?
“Om die rust te vinden in God, moet je Hem zoeken. Want als je hem zoekt, zul je Hem vinden, en als je Hem vindt, zul je Hem loven. Om Hem te vinden, moet je zoeken omdat Hij verborgen is. Na het vinden moet je blijven zoeken, omdat Hij onmetelijk is. Maar er zijn hindernissen. Velen hebben teveel gevoel, anderen teveel verstand. Ik zou zeggen: Geloof, opdat je zult begrijpen.”
En onze houding tegenover onze naasten en de wereld?
“Drijf je naaste uit tot God. Wees vriendelijk, maar laat hem niet in zijn waarde, want zijn ziel ontaardt doordat hij zich van zijn Schepper afkeert. Lees de eerste algemene zendbrief van de apostel Johannes waarin zo rijk wordt gesproken over de liefde van en tot God en onze naasten. Niet het verstand, het gevoel of de wil, maar de liefde stuurt ten diepste de mens. ‘Bemin en doe (dan) wat je wilt.’ Gebruik de aardse dingen met mate, maar onthoudt: God is het voorwerp van het genieten.”
7
Ds. Visscher: Ik moet als ouder een voorbeeld zij 8
Foto: Matthijs Blom
interview
Uitleggen en laten zien
“Hé, waarom ga jij op zondag nooit eens wat leuks doen?” vraagt een collega, “Mag dat niet van jullie geloof?” Hoe moet je dat nu uitleggen? Ds. W. Visscher vertelt hoe ouders hier jongeren in kunnen helpen. “Het gaat erom dat je eenvoudig kunt vertellen over de blijde boodschap voor slechte mensen.”
Waarover gaat het bij ‘apologetiek’, bij het uitleggen van het geloof?
“Als iemand vraagt wat je ’s zondags in de kerk doet, moet je dat in normale Hollandse woorden kunnen vertellen. Waarom ben je gedoopt? Waarom ga je op een warme zondag naar de kerk in plaats van naar het zwembad? Dat zijn voor veel mensen merkwaardige dingen. Allemaal dingen die je moet uitleggen. Ook in je levenswandel moet je laten zien waar het in de Bijbel over gaat. Op zo’n manier dat je omgeving denkt: dat is toch de moeite waard. Het is niet de bedoeling dat je in een bunker gaat zitten en de hele wereld als de vijand ziet. Dan krijg je de neiging om te schieten op alles wat beweegt. Apologetiek is dat je met een open mind in de trein zit en eenvoudig iets kunt vertellen over de goede boodschap die je hebt voor slechte mensen en dat je graag naar die boodschap leeft.”
Zijn er in de Bijbel situaties waar jongeren het geloof uit moeten leggen?
“In 2 Koningen 5 lezen we over een meisje dat als slavin gevangen wordt genomen in de tijd van Eliza. Ze vertelt bij Naäman grote dingen over de God van Israël. Die God kan de zieke Naäman genezen. Heel eenvoudig: ze praat goed over God. Een ander voorbeeld: Daniël en zijn drie vrienden eten niet van het voedsel dat voor hen klaargemaakt wordt. Jongens van waarschijnlijk zeventien, achttien jaar. Ze doen niet mee met die heidense cultuur. Ze leggen daar verantwoording af van waarom ze niet mee-eten, waarom ze niet meedoen met de gezelligheid. Ze blijven vreemdelingen in Babel. Ook Petrus roept op, in 1 Petrus 3: 15, om altijd bereid te zijn om verantwoording af te leggen. In de Bijbel zien we steeds die gedachte: houd vrede met alle mensen, toon in uw werken dat u christen bent.”
Dat gaat verder dan alleen mondeling uitleggen waar je voor staat.
“Het gaat ook om je daden. Gewoon de ‘gulden regel’ toe-
passen: behandel andere mensen zoals je zelf behandeld wilt worden. En leef heel concreet naar de Tien Geboden.”
Waarom is het belangrijk dat jongeren het geloof kunnen uitleggen?
“Omdat de meeste mensen in ons land amper weten wat de Bijbel is. Honderd jaar geleden was dat heel anders. Toen was Nederland nog een gedoopt land. Nu gaat 80% van de jongeren nooit naar de kerk. Die weten niet wat God betekent. We hebben nog wel Kerst, Pasen en Pinksteren. En mensen vragen dan aan je: wat is hemelvaart? Daarnaast zijn er ook allerlei ontwikkelingen. De komende jaren gaan we in Nederland waarschijnlijk meemaken dat alle winkels op zondag open zijn, dat we verkiezingen op zondag hebben, dat het christelijk onderwijs wordt afgeschaft. Dan zul je moeten uitleggen waarom je geloof toch belangrijk vindt. Dat je op zondag niet wilt werken en naar de kerk wilt gaan. Je moet uitleggen dat je zwart werken heel erg vindt, omdat dat tegen het achtste gebod van de wet des Heeren is. Je moet uitleggen dat overspel en vrije seks niet goed zijn.”
Hoe kun je dat goed uitleggen?
“Daarvoor is een innerlijke verworteling in de Bijbel nodig. Dat kan ten diepste niet zonder zaligmakend geloof. We weten dat niet iedereen dat heeft. Ten eerste is daarom bekering nodig. De roeping blijft wel om naar je medemensen op deze wereld getuigenis af te leggen. Maar je snijdt dan natuurlijk ook in eigen vlees. Want de Bijbel roept op tot soberheid, wijst zwart geld af. De Bijbel roept op tot ingetogen en kuis leven. Daar zijn wij vandaan gegroeid. Wij knokken ook voor euro’s. We doen mee met zwart geld. We delen ook volop in de weelde. Dan kun je natuurlijk moeilijk aan de boze buitenwereld uitleggen dat dat verkeerd is, dat je andere dingen belangrijk vindt. Je kunt niet waarschuwen voor overdaad als je zelf in een hele dure auto rijdt terwijl dat eigenlijk niet nodig is. Als de wereld dingen aanwijst die zichtbaar in strijd zijn met Gods Woord, dan moeten we ons dat erg aantrekken. Een christen moet daar alert op zijn: hij moet zich voluit Bijbels kunnen verantwoorden. Dan is er één ding nodig: we moeten ons bekeren.”
Wat betekent dat voor ouders?
“Je moet als ouders oprecht zijn, een voorbeeld zijn. In alles. In spreken, in daden. Als je thuis andere mensen over de hekel haalt – gemeenteleden, ambtsdragers, bruine mensen in de straat – dan moet je er niet raar van op kijken dat je kinderen dat ook doen. Je moet steeds voor ogen hebben: ik moet een voorbeeld zijn. In de tweede plaats moeten ouders ook eenvoudig kunnen vertellen wat er in de Bijbel staat. Je kunt praten met
9
de kinderen over het geloof aan de hand van de Twaalf Artikelen, De duivel maakt genoeg de preek, over wat ze op cateherrie, dan moeten wij chisatie geleerd hebben. Of aan de hand van het Avondmaal – of niet staan schutteren je nu wel of niet deelgenomen hebt: hoe functioneert dat in je eigen leven? We hebben nog heel veel in onze gezinnen. We bidden als we opstaan, voor het eten, als we naar bed gaan. We lezen uit de Bijbel. We zingen bij het orgel en we maken goede muziek. ’s Avonds wordt de dag afgesloten bij veel gezinnen. Jongeren hebben een dagboek. Dat moeten we koesteren. Je moet het ook niet overvoeren, er moet ook ruimte zijn om gewoon een spelletje te doen. In de derde plaats moeten ouders ook eerlijk zijn. Als we dingen niet weten, moeten we dat ook zeggen. Vooral moeten we bidden voor onszelf en onze kinderen. Psalm 74: Aanschouw het verbond. Of de Heere dat verbond gestalte wil geven onder ons en onze kinderen.”
Welke vragen krijgt u wel eens van onkerkelijke mensen?
gse! a a d e i r d e d e Twe ktober
“Waarom heb je zoveel kinderen? Of: waarom loopt u in een zwart pak? Als mensen die vragen stellen, is dat aardig, want dan kun je iets uitleggen. Je hebt dan een mooi opstapje voor gesprek. Als je iets van de Bijbelse boodschap wilt doorgeven, moet je naar andere vragen toe: wat is het doel van het leven, is er leven na dit leven? Dan kun je antwoorden: ‘Ik geloof in God, de God van de Bijbel. Ik geloof dat in de Bijbel de antwoorden staan en dat God Zijn Zoon zond als Redder van de dood, van de zonde.’ De betekenis van het kwaad is ook altijd belangrijk. Ik kan dat altijd illustreren met mijn oudste dochter, die gehandicapt is. Ik zeg dan: ‘We zien dat ook als leiding van God.’ ‘Hoezo dan?’ ‘Nou, het is niet het belangrijkst of we veel promotie maken in deze wereld, maar het belangrijkste is hoe je deze wereld verlaat. Dat is voor mijn gehandicapte dochter belangrijk, dat is voor mij belangrijk en dat is voor u belangrijk.’ Zo krijg je een gesprek.”
-30 o
8 Extra data: 2
Hoe kun je dit gesprek vorm geven?
In je antwoord kun je een Bijbeltekst inbouwen in de hoop dat die blijft hangen. Ziet het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt. Of: Alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft. Of: Jezus Christus is de Zoon van God, wie in Hem gelooft wordt niet veroordeeld. Iets wat iemand kan onthouden en waar iemand nog eens over na kan denken. De belangrijkste boodschap is: God komt in het evangelie met Zijn genade tot zondaren. Zondaren die dat door een waar geloof aannemen zijn behouden. Wie dat evangelie niet aanneemt, gaat verloren. De Heere geeft Zijn kinderen bovendien echte vreugde.
Dit is wel moeilijk uit te leggen, als je zelf niets van die vreugde kent.
Dat is zo. Maar Psalm 73 zegt: Het is mij goed nabij God te wezen, ik zet mijn betrouwen op den Heere HEERE. Je moet oppassen dat je bij onkerkelijke mensen, die vrijwel niets van de Bijbel weten, niet de indruk wekt dat het geloof moeilijk, zwaar en ingewikkeld is. Daar wordt niemand warm van. Dat kan van binnen wel zo zijn en het kan wel een hele worsteling zijn. Je mag vertellen dat het voor jou een wonder is dat je de goede boodschap mag horen en lezen. En dat je zelf zo ook antwoorden vindt. De duivel maakt genoeg herrie, dan moeten wij niet daartegenover een beetje schutteren of fluisteren. Op grond van de Bijbel weten we dat God bestaat en dat Gods kinderen gelukkig zijn.
Elco van Burg
10
Samen sterker
De rol van de vader is cruciaal in de ontwikkeling van zijn zoons: het nemen en dragen vanverantwoordelijkheid, het man-zijn, omgaan met seksualiteit, godsdienstige ontwikkeling. Een gezonde relatieontwikkeling tussen vader en zoon is daarvoor onmisbaar. Dat is een Bijbelse opdracht en laat een zoon uitgroeien tot een meer evenwichtige volwassen man. In de vader-zoon driedaagse werken jullie daar samen aan!
Wanneer: Wat: Wie: Waar:
20-22 oktober en 27-29 oktober 2010 (herfstvakantie) Adventureprogramma met vaders en zoons Vaders met hun zoon(s) - maximaal twee - in leeftijd van 12-14 jaar Belgische Ardennen
www.jbgg.nl
Programma Drie dagen lang ‘survivallen’ jullie samen, maar ook alleen in de Belgische Ardennen. Om er samen sterker uit te komen. Kaart- en kompaslezen, oriëntatielopen, bivak bouwen en een potje koken zijn niet alleen leuk om samen te doen, maar vragen ook veel van jezelf en van elkaar, van samen. Ontdek hoe waardevol het is dit als vader en zoon te doen! Onderwerpen die aan de orde komen: keuzes maken, verhouding tot God, de Bijbel, de kerk en elkaar, seksualiteit, groeien naar zelfstandigheid, loskomen met verbinding, verantwoordelijkheid nemen en dragen, drank, van opvoeden naar begeleiden, enzovoort. De Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten organiseert ook dit jaar weer twee keer een driedaagse in samenwerking met Outback Explorers. Theorie, praktijk, Bijbelstudie en toepassing zullen elkaar afwisselen onder leiding van Karel Post en Laurens Kroon. De driedaagse kost ongeveer € 175 per persoon. Aanmelden: www.jbgg.nl. Meer informatie: bel (0348) 489948.
Jong en christen Soms wenst Wilbert dat hij zijn werk in een reformatorische setting zou kunnen doen. Als verpleegkundige op cardiologie en op de hartbewaking van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen (UZA) merkt Wilbert Boeder (21) uit Lewedorp regelmatig dat hij over wezenlijke zaken anders denkt dan zijn collega’s. “De meeste collega`s zijn rooms opgevoed en ik heb een Iranese collega die moslim is. De collega`s respecteren mij en weten wie en hoe ik ben. Andersom respecteer ik ook hun waarden en normen, ook al kan ik daar niet altijd achter staan. Wanneer patiënten overlijden, vinden collega`s vinden het vaak juist goed dat die persoon is overleden. Men zegt dan dat hij uit zijn lijden verlost is. Ik kan hen dat op grond van de Bijbel niet zomaar nazeggen. In zo`n situatie is het wel erg moeilijk om mijn eigen mening weer te geven. En later komt het er meestal niet meer van.
Euthanasie, ook zo’n dilemma. Tegenwoordig wordt daar zo makkelijk over gedaan zowel door je collega`s als door patiënten. Heeft het leven geen zin meer, dan maken we er wel een eind aan. Het is heel fijn dat ik thuis over zulke situaties na kan praten.”
“Wonderen zijn niet uit te leggen” Willem-Jan van Vliet (18) uit Kapelle zit op het Techniek en Design college in Vlissingen en doet de opleiding bouwkunde. De school heeft geen christelijke signatuur. Dat is voor Willem-Jan geen probleem. “Nadat ik op een reformatorische middelbare school heb gezeten, vond ik het niet erg om mijn vervolgopleiding op een niet reformatorische
school te doen. Nu ik wat ouder en voldoende toegerust ben, kan ik beter staande blijven. En thuis kan ik altijd terecht met vragen. De sfeer op school vind ik goed. Mijn medestudenten zijn welwillend, tonen respect en hebben interesse in mijn geloof. Vanaf het begin af aan heb ik laten zien dat ik christen ben; bijvoorbeeld door te bidden voor mijn eten. Soms proberen ze de Bijbel onderuit te halen, door prikkelende vragen aan mij te stellen. Het wonder dat Jezus over het water liep, kun je schijnbaar natuurkundig uitleggen. Ik heb laten merken dat ik het met die uitleg niet eens ben. Wonderen zijn niet uit te leggen. Die moet je geloven. Daarna hebben ze het er nooit meer over gehad. Mettie de Braal-Prins
12
Foto’s: Nelleke Dingemanse
interview
“Thuis praten over dilemma’s”
Wederzijds respect is belangrijk Welke contacten hebben jongeren met andersdenkenden en bespreken ze dit weleens thuis? Een reactie van Arjen (18), Mariska (15) en hun vader, Kees Bout.
Arjen
“Ik heb weleens contact met jongeren die niet christelijk zijn of van een ander kerkverband. Via mijn zaterdagbaantje heb ik meer contact met volwassenen. Bij jongeren krijg ik weinig vragen over mijn overtuiging, wel van onkerkelijke ouderen die ik ken.” Is het lastig om uit te leggen wat je gelooft? “Als het over de leer en de sacramenten gaat, wel. Maar als ik moet zeggen waarin ik geloof en hoe ik het geloof zie, lukt me dat meestal wel. Als ik hier vragen over heb, bespreek ik dit met mijn ouders. Dat is goed mogelijk thuis.”
Mariska
“Op school heb ik contact met jongeren van een ander kerkverband. Door het orkestje waar ik lid van ben, kom ik in aanraking met jongeren van mijn leeftijd die niet christelijk zijn. Daar word ik gewoon geaccepteerd zoals ik ben. Zo wordt er bijvoorbeeld bij mijn muziekles rekening gehouden met de bid- en dankdag. Ik denk wel dat dit alleen werkt bij wederzijds respect.” Het is niet altijd gemakkelijk om uit te leggen wat je gelooft, vindt Mariska. “Als erop de man af een moeilijke vraag aan mij wordt gesteld, zou ik het lastig vinden om gelijk een passend antwoord te geven. Bijvoorbeeld over het waarom van het lijden in deze wereld. Dan wil ik erover nadenken om er later op terug te komen.” Ook zij geeft aan dat ze met vragen thuis terecht kan. “Ik ben wel eens met mijn vader en een buitenlandse christelijke collega naar een Engelstalige dienst geweest. Ik verwacht van mijn ouders dat ze een voorbeeld voor me zijn in
hoe ik met andere christenen om moet gaan, ook als ze wat anders denken dan wij. We bespreken deze dingen openlijk, wat ik erg op prijs stel.”
“De omgang met andersdenkenden is op zich niet verkeerd”
Vader Kees Bout
“Op mijn werk in de Consultancy is minder dan 2% christelijk. Als collega’s het moeilijk hebben met ziektes en sterfgevallen in hun vrienden- of familiekring, hebben we het wel eens over God en het lijden. Ik heb hen wel eens een boekje gegeven over dit onderwerp. Daarnaast probeer ik me ook als teamcoach dienstbaar op te stellen. Aan onze kinderen proberen we mee te geven dat er altijd een basis van respect moet zijn voor elkaar, als je met andersdenkenden omgaat. Maar tegelijkertijd mag je staan voor je eigen godsdienst en kerkgenootschap. De omgang met andersdenkenden is op zich niet verkeerd, wellicht ben je de enige Bijbel die deze mensen lezen. Maar op grond van 2 Korinthe 6 is het beter geen al te nauwe banden aan te knopen. In het omgaan met andersdenkende (christelijke) mensen vinden we het belangrijk dat de Bijbel en het geloof in een Drie-enige God de basis zijn.” Gertrude de Regt
13
interview
Christelijk gezin in seculiere omgeving “De wereld verwacht iets van ons” 14
Een zoutend zout, een lichtend licht, een stad op een berg: de Heere Jezus is duidelijk in zijn opdracht voor christenen. Hoe probeert een christelijk gezin in een onchristelijke omgeving aan deze opdracht gestalte te geven? Met deze vraag ging EigenWijs op bezoek bij Martin en Heidi de Boer.
Martin en Heidi zijn ouders van vier zonen en drie dochters in de leeftijd van acht tot 22 jaar. Beide veertigers zijn geboren en getogen in de stad. Na tien jaar huwelijk vertrok het gezin naar een overwegend christelijk dorp. Toch bleef de stad trekken en zijn ze er teruggekeerd. Die weg werd wonderlijk door God geleid, is hun ervaring: “Ons huis werd snel verkocht en we kregen op een bijzondere manier een huis in de stad aangeboden, waardoor we mochten geloven dat het in Gods gunst was dat we verhuisden.” In hun omgeving kwamen ze wel onbegrip tegen voor deze keuze. Het echtpaar kijkt echter positief terug op hun eigen jeugd in een stadse omgeving: “In de stad val je op als christen, maar eigenlijk ook niet, omdat er veel verschillende culturen en bevolkingsgroepen met elkaar samenleven. Je leert, meer als in een christelijke omgeving, van jongs af keuzes te maken waarbij je niet de grote groep volgt, maar de richtlijnen die de Bijbel geeft. De verleidingen zijn hier om de hoek en dat zorgt ons inziens voor meer bewust zijn van het ‘gij geheel anders’.”
De buurt
In de buurt vallen ze op, met hun zeven kinderen die ’s zondags allemaal trouw twee keer meegaan naar de kerk. Heidi: “Een buurvrouw sprak me er wel eens over aan en trok de conclusie dat we een hecht gezin zijn. Je kunt uit die opmerkingen opmaken dat er op ons wordt gelet. We zeggen het zelf wel eens zo: De wereld verwacht iets van ons.” Ze illustreert dit: “Een man uit de straat was overleden. Wij kwamen daar na een paar dagen pas achter en dus hadden we ons meeleven nog niet betoond. Toen we dat alsnog deden, reageerde zijn weduwe dat ze het al vreemd vond dat ze nog niks van ons gehoord had, dat had ze niet van ons verwacht.” Martin noemt een ander voorbeeld: “We benadrukken het ‘anders zijn’ niet bijzonder naar onze kinderen. Ze mogen onbevangen jong zijn. Maar toen de jongens op Oudejaarsdag met vuurwerk rondliepen, heb ik hen wel meegegeven dat ze hun eigen troep op moeten ruimen en geen aanstoot zouden geven, omdat er extra op hen als christenen gelet wordt.” Martin en Heidi zijn vriendelijk en niet om een woord ver-
legen. De buurtbewoners merken dat ook, want ze groeten altijd en knopen regelmatig gesprekjes aan. Martin: “Als we uit de kerk komen en de buurman staat zijn heg te knippen, zeg ik niet dat hij dat niet moet doen, maar maak ik een praatje. Zo’n gesprekje gaat vaak over alledaagse dingen, maar ik krijg ook wel eens openingen die ik benut om iets over Gods Woord te vertellen, zoals laatst met een buurman die kanker heeft.” Het blijft niet alleen bij praten in de buurt. Waar nodig, toont Heidi meeleven of stuurt een kaartje en biedt hulp aan bij praktische dingen zoals een kliko buiten zetten of boodschappen tillen. Ze is er bescheiden over: “Ik doe wat mijn hand vindt om te doen.”
Het werk
Martin komt in verband met zijn werk veel bij mensen thuis: “Ik kom daar niet als evangelist, maar als vakman. Maar als ik aan het werk ben, ontstaan er gesprekken. Vaak zit ik dan al pratend te bidden of de Heere me de woorden wil geven. Als er dan een opening ontstaat, probeer ik wat te vertellen over de goedheid van God voor slechte mensen.” Hij probeert dus een opening te zoeken, maar creëert die ook zelf wel door een kwinkslag te maken of dóór te vragen: “Dan vraag ik hoe iemand het maakt en als diegene dan zegt dat het goed gaat, vraag ik wel eens of ze dat zeker weten. Dan kan ik vertellen dat ik geloof dat het met de mens zonder God niet goed gaat.” Veel mensen vinden deze mensvisie van Martin te negatief: “Dan zeg ik dat het eerst goed was en dat het door de zonde zo gekomen is. Gelukkig kan ik er dan bij vertellen dat er hoop is, door de Heere Jezus.” Zijn gesprekspartners merken vaak zo weinig van het bestaan van God, terwijl ze zien dat Martin veel kracht put uit zijn geloof. Dat gaat hem aan het hart: “Dan zeg ik: ‘Ga nu vanavond eens buiten staan en kijk naar boven en vraag of God zich aan u bekend wil maken’. Want als ze mogen zien dat God bestaat en als Hij met Zijn Heilige Geest gaat werken, dan zien ze ook wie ze zelf zijn tegenover God.” Zijn klanten bedanken hem wel eens voor zijn woorden en zeggen dan dat ze het een waardevol gesprek vonden. Dat brengt een spanning voor Martin mee: “Als ze dan voor Gods troon moeten verschijnen, kunnen ze nooit meer zeggen dat ze het niet hebben geweten.”
Het gezin
In de gesprekken die Martin met buitenkerkelijken voert, laat hij veelal de Bijbel spreken: “Dan kan ik altijd zeggen dat het niet mijn woorden zijn, maar dat het Gods Woord is.” Daarom is het zo belangrijk om veel met de Bijbel bezig te zijn en er (verstandelijke) kennis van te hebben. Het Bijbellezen met het gezin is een belangrijk middel om de Bijbelkennis te vergroten. Martin: “Na het lezen ontstaat regelmatig een gesprek over het gedeelte. We proberen
15
een beroep terecht gekomen waar hij één van de weinige christenen is. Hij is zich daar gelukkig goed van bewust en komt voor z’n principes uit. Hij ervaart dat er naar hem gekeken wordt. Hij krijgt ook wel vragen, bijvoorbeeld over de betekenis van de heilsfeiten.” “Je probeert hen toe te rusten,” licht Heidi toe, “want je moet je kinderen loslaten. Het is nodig dat we als christenen een zoutend zout en een lichtend licht zijn; we bidden dat onze kinderen dat ook mogen zijn.” Martin: “Hoe die toerusting er precies uitziet, moet je ons niet vragen. We zijn mensen van de praktijk. We zijn open naar de kinderen, ook over de gesprekken die ik op het werk over het geloof mag hebben en we proberen hen voor te leven dat het leven met de Heere goed is. Als je mag weten dat God jou als zondaar opgezocht heeft, dan gun je dat ook aan anderen en daar kunnen we moeilijk over zwijgen.” De namen van Martin en Heidi de Boer zijn op hun verzoek gefingeerd. Petra Jacobse - Weststrate
Foto: Matthijs Blom
je
het actueel te maken en het Woord dichtbij onze kinderen te In grote stad ben je brengen. We willen hen bagage meer bewust van het meegeven. We vertellen als ouders ook wel wanneer een Bijbel‘gij geheel anders’ gedeelte of een preek ons raakt. De God van de Bijbel werkt ook vandaag en wil ook de God van onze kinderen zijn.” Heidi valt haar man bij: “Omdat we een eigen zaak hebben, schommelen de inkomsten en kennen we ook wel eens zorgen. Dat leggen we aan de Heere voor in het gebed na de maaltijd. Anderzijds, als het goed mag gaan in het bedrijf, spreken we daar onze dank voor uit tijdens het bidden. We zijn in alles afhankelijk van de Heere en leggen ook de zorgen uit het leven van de kinderen voor Gods troon in het gebed aan tafel.” Martin: “Daar wijzen we de kinderen ook op. Als ze huiswerk moeten maken en ze snappen het niet, zeg ik: ‘Vertel maar aan de Heere dat je wiskunde zo moeilijk vindt, Hij wil je in alles helpen en erom gevraagd zijn.’ Ook in de keuze van hun beroep wijzen we hen op het gebed. Zo is onze oudste zoon in
16
Wie bent U? Bijbelse antwoorden op belangrijke vragen
Ondanks de afnemende invloed van de kerk in het Westen verschijnen er de laatste jaren veel boeken en films over het leven van Jezus. Niet alleen in christelijke, maar ook in seculiere kring. Kennelijk houdt de vraag ‘Wie is Jezus?’ mensen ook vandaag bezig. In het boek Wie bent U? laat ds. C. Harinck zien dat deze vraag alleen vanuit de Bijbel beantwoord kan worden.
De persoon en het werk van Jezus Christus is het hart van het christelijk geloof. Zonder het geloof in Jezus als Zaligmaker kan het christendom niet bestaan. Christenen geloven in Hem op grond van wat er in de Bijbel over Hem staat geschreven. Seculiere mensen vragen naar een bewijs: heeft Hij wel echt geleefd? En Wie was Hij?
Chrestos
Ds. Harinck laat zien dat er ook buiten de Bijbel berichten zijn over het leven van Jezus. Het oudste dateert uit het jaar 49 en maakt melding van onlusten in de Joodse gemeenschap in Rome. De onrust had te maken met ene ‘Chrestos’ (Christus). De ene groep geloofde dat Hij de beloofde Messias was, de andere groep bestreed dat. De geschiedschrijver Tacitus schreef over de christenen: “Zij kregen hun naam van Christus, die terechtgesteld was door het vonnis van de stadhouder Pontius Pilatus (…)” Nog meer geschiedschrijvers worden in het boek aangehaald, waaruit blijkt dat ook buitenbijbelse bronnen over het leven van Jezus Christus hebben geschreven. Ds. Harinck concludeert: “Er zijn meer bewijzen voor het bestaan van Jezus en de oorsprong van het christendom dan voor vele historische figuren aan wier bestaan niemand durft te twijfelen.”
Bronnen
Hoewel historici niet zomaar betwijfelen dat Jezus heeft
geleefd, wil dat niet zeggen dat zij in Hem geloven als Messias. Zij zochten door de geschiedenis heen hun eigen antwoorden op de vraag: Wie is Jezus Christus? Zo is er een wirwar van opinies ontstaan. Aan allerlei geschriften werd waarde toegekend, maar niet aan de enige betrouwbare bron, het Oude en Nieuwe Testament. Terwijl de hele Schrift van Jezus Christus als Messias getuigt. De Bijbel wordt daarom in de rest van het boek als bron gebruikt om antwoord te geven op de vraag die in de titel wordt gesteld. In hoofdstuk vijf tot 19 wordt het leven van Christus beschreven, vanaf Zijn geboorte tot Zijn hemelvaart. Hoofdstuk twintig behandelt de wederkomst en het boek eindigt met een hoofdstuk over de vraag: ‘Hoe denkt u over Jezus Christus?’
Aanspraken
De Heere Jezus Zelf stelde deze vraag eens aan de farizeeërs en ook aan de discipelen. Jezus sprak vaak over Zichzelf. Hij maakte er aanspraak op de Messias te zijn, God Zijn Vader te noemen, de zonden te vergeven. Ds. Harinck laat zien waardoor we kunnen weten en aantonen dat deze aanspraken waar zijn. Deze aanspraken roepen op tot een standpuntbepaling – niemand kan neutraal blijven. Het boek geeft duidelijke Bijbelse kaders voor het gesprek met seculiere mensen. Maar het vraagt in de eerste plaats een persoonlijk antwoord op de vraag: Wie bent U? Gertrude de Regt
Ds. C. Harinck, Wie bent U? Een bijbels antwoord op de vraag: Wie is Jezus Christus? (Houten, Den Hertog 2010) ISBN 9789033122651; 240 blz.; € 20,50
17
F oto: Jan van Leeuwen
r e p or tag e
Ontspannen contact met buurt
Cursus helpt gemeenteleden
In de laatste maanden van 2010 werd in de Gereformeerde Gemeente Woerden door de evangelisatiecommissie de cursus ‘Omgaan met andersdenkenden’ georganiseerd. Ed van Hell - voorzitter van de commissie en cursusleider - en de deelnemers Conny van Binsbergen, Rianne Boerefijn en Willem Meertens vertellen meer over deze bijzondere cursus.
18
Ed schetst de achterliggende motivatie om de cursus op te zetten: “We hebben nagedacht over de functie van de evangelisatiecommissie. We zijn uitgekomen op twee opties, namelijk evangeliseren en de gemeenteleden ondersteunen om te kunnen evangeliseren. Aan dat laatste bleek een grote behoefte te zijn onder de gemeenteleden. Velen bleken met de vraag te lopen hoe ze om moesten gaan met andersdenkenden; er was verlegenheid hoe een gesprek te starten.” Dat is precies de reden voor Willem om zich voor de cursus op te geven: “De vraag hoe ik
de boodschap van kruis en opstanding over kon brengen aan andersdenkenden, hield me al een tijd bezig.” Ook Rianne’s motivatie, die herkenning oproept bij Conny, kwam vaker voor onder de cursisten: “Ik ben meer een doener, probeer voor anderen klaar te staan en merkte dat ik het lastig vond om op bepaalde dingen te reageren, bijvoorbeeld als ik bij de buurvrouw op verjaardagsvisite was. Ik wilde er graag sterker in staan.” Ed reageert: “De uitspraak van Augustinus die op de eerste cursusavond werd aangehaald, sluit wel bij doeners zoals jij aan: ‘Verkondig het Woord overal en te allen tijde en als het niet anders kan, doe het dan met woorden’”.
Inhoud cursus
De cursus bestond uit vier avonden, waarop verschillende thema’s aan bod kwamen. Zo stond de eerste avond bewustwording centraal: wie is de andersdenkende en hoe kijken we naar de ander? Er bleken meer vooroordelen te leven dan gedacht. De tweede avond werd geoefend met communiceren. En dat is niet praten, maar juist luisteren, zo werd ervaren. Het spanningsveld dat Gods bevel om getuige te zijn met zich meebrengt, kwam naar voren. Ed: “Dit bevel heeft God gegeven aan christenen. In de kerk zeggen we dan dat alleen diegenen christenen genoemd kunnen worden die in Christus ingelijfd zijn, maar voor de wereld zegt dit niets. Alle kerkgangers worden door buitenkerkelijken gezien als christen. Dat brengt een persoonlijke klem met zich mee en je merkt een worsteling met de toe-eigening van het heil.” Tijdens de derde cursusavond kreeg iedereen een opdracht mee die op de laatste avond besproken werd: aan onkerkelijken moesten drie vragen gesteld worden: Hoe denk je over de Gereformeerde Gemeente aan de Oudelandseweg? Hoe denk je over christenen? Hoe denk je over de Heere Jezus?
Aan de slag
Hoe hebben Willem, Conny en Rianne deze opdracht aangepakt? Willem: “Ik heb aan de buurman en een collega verteld dat we vanuit de kerk graag willen weten hoe anderen tegen ons aankijken en vervolgens heb ik hen uitgenodigd voor een gesprek. Mijn gespreksgenoten zagen onze kerk als een gemeenschap met grote onderlinge verbondenheid, maar naar binnen toe gericht.” Conny had gesprekken met buurvrouwen en zij kreeg op de vraag hoe men dacht over christenen reacties waarin pijn, emotie en kerkelijke trauma’s merkbaar waren. Ze vond het moeilijk om daar op een goede manier op te reageren. Volgens Rianne hoef je niet zo bang te zijn om iets kapot te maken: “Als je een goede relatie met iemand hebt, moet je vrij kunnen reageren, zeker als liefde je drijft.” Rianne had een heel andere aanpak: “Samen met een me-
decursist ben ik in de buurt van “Ik schoot steeds in de kerk de deuren langsgegaan om de drie vragen voor te legeen kramp tijdens zo’n gen. Iemand merkte op het een gesprek en dat ben ik prachtig gezicht te vinden om al nu kwijt” die mooi geklede mensen naar de kerk te zien gaan en vond het jammer dat de vrouwen hun hoed binnen pas opzetten. Er werden ook vragen gesteld, zoals de vraag of je zonder hoed ook welkom bent in de kerk. Op de vraag hoe men dacht over Jezus, werd veelal geantwoord dat dat een te persoonlijke vraag is of Hij werd gezien wereldverbeteraar.”
Effect cursus
Wat de cursus teweeg heeft gebracht bij de gemeenteleden, is verschillend. Ed: “Net zoals in de Bijbel: de herders gingen eropuit, maar Maria bewaarde al deze dingen in haar hart.” “De cursus heeft er een bijdrage aan geleverd dat ik meer ontspannen ben in een gesprek met andersdenkenden,” vertelt Conny. “Ik schoot steeds in een kramp tijdens zo’n gesprek en dat ben ik nu kwijt.” Rianne haakt hierop in: “Dat herken ik. Ik ben daarnaast meer gaan luisteren in plaats van me voornamelijk te richten op wat ik zelf te zeggen heb. Ook de gedachte dat het niet van mij afhangt, heeft me veel ontspanning gegeven. God gebruikt mensen alleen als middel en Hij belooft dat Hij de woorden in de mond zal geven!” Conny vult aan: “En daarom is het van groot belang om je te voeden met het Woord.” Verder geeft ze aan dat ze zich minder geremd voelt: “Wij doen ’s avonds na het eten een korte Bijbelstudie of we gebruiken de methode ‘Om het Woord’. Dat deden we nooit als het (onkerkelijke) buurmeisje bij ons at, dan pakten we de kinderbijbel. Sinds de cursus doen we het zoals we gewend zijn en voel ik me er ontspannen bij. Het buurmeisje deed enthousiast mee.” Ed reageert: “Je weet niet wat het uitwerkt.” Rianne valt hem bij: “We mogen de kinderen bij God opdragen en op Zijn beloften pleiten, wij hoeven ons –niet oneerbiedig bedoeld- niet zo druk te maken, het ligt in Gods hand.” Willem citeert Efeze 3: 20: Hem nu, Die machtig is meer dan overvloedig te doen boven al wat wij bidden of denken (...). Petra Jacobse – Weststrate
19
Foto: Stockxching.com
tips
Tips voor ouders
Apologetiek begint in het gezin, bij het gesprek rond de Bijbel. Openheid in het gezin geeft niet de garantie dat jongeren altijd alles uit kunnen leggen. Het creëert wel natuurlijke vrijmoedigheid. Ev. J. Krijgsman
Gesprek als toevoerleiding
De
20
Het is een bekend gezegde: het gezin moet een klein kerkje in de kerk zijn. Ouders hebben daarbij de norm leiding. Maar hoe doe je dat? Mooie woorden, maar de praktijk is vaak anders. Of niet soms? Toch is het bijzonder als iets daarvan handen en voeten krijgt. Nee, niet in eigen kracht. Dan is het bij voorbaat mislukt. Wel door Gods genade. Wat zijn we als ouders ook hierin afhankelijk van Zijn
Woord en Geest. In Deuteronomium 6: 7 en Psalm 78: 4-8 zie je wat de Heere van ons vraagt. Daar heb je de norm. Gegeven door de Heere Jezus die Zijn ouders onderdanig was. Hij zegt: Leert van Mij (Mattheüs 11: 29). Daar moeten we beginnen. Ouders die van Hem leren. Steeds opnieuw. Omdat wij het niet kunnen. Dan leg je de lat niet te hoog, maar je legt alles in Zijn handen.
Dit is een gevoelig punt. Ben je als ouder een identificatiefiguur voor je kinderen? Ons leven kan onvoldoende corresponderen met onze woorden. Dat kan in het huiselijk leven zijn, maar ook in de gemeente waarvan we deel uitmaken. Dan vinden onze woorden geen plek in het leven van de kinderen. Het gaat om woord en daad. Bij rechtzinnige woorden horen rechte daden. Je bent misschien de eerste ‘Bijbel’ die je collega’s zien. Je bent zeker de eerste ‘Bijbel’ voor je kinderen. Zij kunnen over je hart niet oordelen. Wel over je leven. Ons leven moet een levende preek zijn. Augustinus zegt: ‘Het zijn woorden die men moet beleven en doen en niet alleen lezen’. Hoedanig is ons leven? Stralen we door genade iets uit van Christus? Hoe zullen onze kinderen anders heilig jaloers op ons kunnen worden? Als daarvan iets aanwezig is, zullen ze hun hoop op God stellen. En Zijn geboden bewaren (Psalm 78: 7). Dan kan het niet anders of dit valt op in de maatschappij. Dan doen ouders en kinderen op een natuurlijke en ontspannen wijze aan apologetiek. Dan wordt Zijn Naam verheerlijkt. Inderdaad: er blijft schuld over. Maar probeer toch maar als zo’n schuldenaar apologetisch bezig te zijn binnen je gezin. Ziende op de overste Leidsman en Voleinder Het voorbeeld des geloofs, Jezus.
Het is duidelijk dat je het gesprek gaande moet houden. Het is als met een draaiende motor. Zodra de toevoerleiding van de brandstof verstopt raakt, stopt de motor. Zo is het in het gezin. Het gezin is de draaiende motor. Laten we zeggen dat je voorbeeld, je daden, de brandstof is en je woorden de toevoerleiding om het gesprek gaande te houden. Door een verkeerd voorbeeld kan die toevoerleiding,’verstopt’ raken. Dan stopt het gesprek, dan stopt de motor met alle gevolgen van dien. Wat een gave én opgave! Het beste is het persoonlijk gesprek. Als je studerende kinderen hebt, kan dat niet altijd. Dan is een telefoontje of mailtje een uitkomst. Door het gesprek moeten kinderen worden gestimuleerd om als christen in de maatschappij te staan (Mattheüs 5: 1316). Ook in de collegezaal Het gesprek of het bijbaantje. Het gesprek moet er op gericht zijn dat ze zich niet wereldvreemd gedragen. Wel als vreemdelingen die een beter vaderland zoeken. Dat werkt aanstekelijk voor hen die ‘buiten’ zijn. Dan lok je vragen uit.
Geeft bovenstaande een garantie voor een goed draaiend gezin als het gaat om apologetiek? Nee! Er is uiteindelijk genade nodig. Die genade is beschikbaar. Voor het eerst, maar ook opnieuw. Dan zullen onze kinderen en wij als ouders steeds weer bij de Heere Jezus te vinden zijn. Die onder Pontius Pilatus de goede belijdenis betuigd heeft (1 Timotheüs 6: 13).
De uitkomst
De vaste regelmaat
Spreek met de kinderen onbevangen over godsdienstige zaken. Begin zo jong mogelijk en trek daar tijd voor uit. Vaak vind je de beste momenten na de kerkdienst. Hoe vond je de preek? Heb je de kern begrepen? Probeer ook door de week momenten te creëren. Rondom de maaltijd, bij het naar bed brengen, ’s avonds rondom de koffie. Gebruik actuele dingen als eyeopener. Wees niet bang gevoelige zaken aan te snijden. Laat vooral merken dat het niet vreemd is over ‘het geloof’ te spreken. Dat vraagt de Heere van ons. Openheid in het gezin geeft geen garantie voor apologetiek. Het creëert wel natuurlijke vrijmoedigheid.
Sommige ouders zullen denken: de praktijk is anders. Onze oudere kinderen willen nauwelijks meer mee naar de kerk. En als ze meegaan, zijn ze vaak de ‘afwezigeaanwezige’. Ook die zorgen zijn er. De moderne cultuur krijgt steeds meer vat op De zorgen onze jongeren (en ouderen). Wie eerlijk is, herkent zich in zijn zoon of dochter. Ga er niet boven staan, maar doe als de vader van de verloren zoon. Sta elke dag op de uitkijk. De gouden regel in dezen is: geen gesprek zonder gebed en geen gebed zonder gesprek.
21
Gouden Gezinsmomenten prijs
€ 9,90 Andrea van HartingsveldtMoree Een werkboek voor ouders: Gouden Gezinsmomenten is bedoeld om ouders te stimuleren op een vast moment en in een ongedwongensfeer met kinderen na te denken over de inhoud van de Bijbel en het leven naar Gods Woord. Dit werkboek biedt concreet materiaal. Het is ook geschikt voor gebruik in het kerkelijk jeugdwerk. ISBN 9789033122903 84 blz.
Bestellen:
advertenties
www.jbgg.nl/webshop
Christen zijn prijs
€ 9,90 Ds. W. Visscher Christenen vormen in de Nederlandse samenleving een groep die snel kleiner wordt. Op dit moment is minder dan de helft van de mensen in Nederland lid van een kerk. Veel kinderen worden niet gedoopt. Maar door de doop heeft de Heere je apart gezet. De Heere zoekt jou wel! Hij zoekt het verlorene. Dan is christen-zijn een grote zaak.
Bestellen:
www.jbgg.nl/webshop
Boeken voor opvoeders Opvoeding in beeld F.A. van Hartingsveldt en L.A. Kroon (red.) Er gaat geen dag voorbij of moderne media zijn in beeld: computers, mobieltjes, internet, dvd’s. Dit boek vraagt aandacht voor het belang van de gewetensvorming en biedt een handreiking aan ouders om in het gezin te spreken over verantwoorde omgang met de moderne media.
Prijs € 15,90
Voor Zijn aangezicht
J.H. Mauritz en W. Visser (red.) Het valt niet altijd mee aan huisgodsdienst inhoud te geven. In dit praktische boek wordt een pleidooi gehouden voor een Bijbelse, eerlijke en geregelde (t) huisgodsdienst. De noodzaak van het samen lezen, samen bidden en samen zingen wordt onderstreept.
Prijs: € 15,90
22
Nieuw
Nieuw
Opvoeding in lief
de
L.A. Kroon en S. J. va Jongeren lijken so n Leeuwen (red.) m liteit. Seks lijkt so s alles te weten van seksuams de gewoonste wereld. Tegelijk worstelen jonger zaak van de en en ouderen met de schaduw zijd Dit boek geeft aa e van deze scheppingsgave. ndacht aan seks uele opvoeding in het gezin.
Prijs: € 14,90
In samenwerking met
Bestellen: www.jbgg.nl/webshop
Meer informatie L.A. Kroon en S.J. van Leeuwen (red.), Geen blijvende stad. Jongeren en de hedendaagse cultuur (Houten, Den Hertog 2007) ISBN 9789033120602; 158 blz.; Alleen tweedehands verkrijgbaar. Jongeren groeien op in een cultuur die haaks staat op de cultuur die door de Bijbel wordt gevoed. In dit boek krijgen opvoeders een handreiking hoe ze jongeren kunnen opvoeden en begeleiden in het leven in de moderne cultuur. Met onder andere bijdragen over het apologetisch staan in de wereld en de les van de vroegchristelijke kerk. Alister Mc. Grath, Ik geloof. De Apostolische Geloofsbelijdenis opnieuw uitgelegd (Kampen, Uitgeverij Voorhoeve 2000) ISBN 9029715979; 132 blz.; Alleen tweedehands verkrijgbaar. Aan de hand van de Apostolische Geloofsbelijdenis laat de Engelse theoloog zien wat de inhoud is van het christelijk geloof. In zes hoofdstukken ontdekt de lezer hoe vitaal deze verwoording van het christelijk geloof is. Stefan Paas, Jezus als Heer in een plat land (Zoetermeer, Uitgeverij Boekencentrum 2001) ISBN 9023908783; 209 blz.; € 17,50 Nederland is een land dat, ondanks een rijke christelijke geschiedenis, een ‘heidens’ land is geworden. Met een cultuur waarin het Evangelie opnieuw ingang zal moeten krijgen. Christenen moeten in het gesprek over de bijbelse boodschap de taal, het begrip en de cultuur van hun medelanders kennen. Paas zoekt met de lezer naar een manier om het Evangelie te brengen aan de moderne Nederlander. Ds. M.J. Kater, Geloof je dat nu echt? Antwoord op kritische vragen over het christelijk geloof (Apeldoorn, De Banier, verschijnt mei 2011) ISBN 9789033630309; ca. 100 blz.; € 9,95 In dit deel van de nieuwe serie WeerWoord komen allerlei vragen aan de orde die vaak in het gesprek met de seculiere medemens gesteld worden. Christenen ervaren snel verlegenheid bij zulke vragen. Kun je redelijke argumenten geven voor het geloof? Dit boek biedt een helpende hand. Om zo jongeren en ouderen toe te rusten om het gesprek met niet-christenen te voeren.
www.ggkringoost.nl
Apologetiek www.gergemkringrotterdam.nl
www.waaromgeloven.nl
Internettips
Ds. W. Visscher, Christen zijn (Houten, Den Hertog 2008) ISBN 9789033121555; 96 blz.; € 9,90 Christenen vormen in de Nederlandse samenleving een groep die snel kleiner wordt. Op dit moment is minder dan de helft van de mensen in Nederland lid van een kerk. Veel kinderen worden niet gedoopt. Maar door de doop heeft de Heere je apart gezet. De Heere zoekt jou wel! Hij zoekt het verlorene. Dan is christen-zijn een grote zaak. Prof. Dr. A. van de Beek e.a., Burgerschap en cultuurparticipatie (Heerenveen, Uitgeverij Groen 2010) EAN 9789058299598; 105 blz.; € 9,95 In dit elfde deel in de serie ‘Studium Generale’ gaan drie auteurs in op de positie van christenen in de samenleving en hun verhouding tot macht. Zij geven hier elk hun eigen visie op. Met medewerking van prof. dr. A. van de Beek, dr. B.J. Spruijt en ds. W. Visscher.
Colofon Uitgever: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten Houttuinlaan 7 3447 GM Woerden Postbus 79 3440 AB Woerden T (0348) 48 99 48 F (0348) 48 34 66 E
[email protected] I www.jbgg.nl Giften: 3642.79.095 t.n.v. Jeugdbond Ger. Gem., Woerden o.v.v. ‘gift’. Directeur: L.A. Kroon Eindredacteur: G.M. de Regt T (0348) 48 99 48 E
[email protected] Chefredacteur: S.J. van Leeuwen T (0348) 48 99 48 E
[email protected]
Jaargang 3 (2011), nummer 2 Commissie EigenWijs: P.M. Jacobse-Weststrate, R.H. Warnaar en G.M. de Regt EigenWijs is een vrijwilligersblad. Medewerkers ontvangen dus geen vergoeding. Fotografie in dit nummer: Matthijs Blom, Nelleke Dingemanse, Martin Eijkelenboom en Jan van Leeuwen. Advertenties: Prijzen op aanvraag; plaatsing in overleg. E
[email protected] Abonnementen en adreswijzigingen: EigenWijs is een gratis bijlage bij Daniël en verschijnt twee keer per jaar. Voor alle aankondigingen geldt: Deo volente Vormgeving en druk: Drukkerij Verloop, Alblasserdam
Indien u rechten denkt te kunnen ontlenen aan (foto)materiaal in deze EigenWijs, kunt u contact opnemen met de eindredacteur.
Leestips
23
Opvoedingsavonden voorjaar 2011
Dit voorjaar organiseert de Jeugdbond op vier plaatsen in het land een opvoedingsavond met als thema
Wijs op het web Voor jongeren zijn sociale media – zoals Hyves, Facebook, MSN, Twitter - niet meer weg te denken. Voor een groter of kleiner deel verlopen hun contacten via deze media. Met bekende en soms ook onbekende mensen. Meer dan in gewone contacten is alertheid nodig. Wie ben je zelf op het web en wie is de ander? Kinderen en jongeren moeten leren hun verantwoordelijkheid te nemen. Het thema zal door een deskundige worden ingeleid. Er wordt informatie gegeven over nieuwe ontwikkelingen en ouders krijgen adviezen voor de opvoedingssituatie. Na de pauze is er gelegenheid tot groepsgesprek. De avond wordt afgerond met een forumbespreking. Er is een boekentafel met informatie aanwezig.
De avonden worden gehouden in de volgende plaatsen: Datum 7 april 7 april 12 april 19 april
Plaats Dordrecht Woerden Rijssen Goes
Voor meer info: www.jbgg.nl/opvoeders. Opgave vooraf is noodzakelijk, bij voorkeur via het formulier op de website. Of anders per e-mail:
[email protected] of telefonisch: (0348) 489948.
www.jbgg.nl