Beperkte waanzin Een toneelstuk bestaande uit drie scenes. De scenes kunnen door drie verschillende mannen, dan wel door een man worden gespeeld. Bo‐ vendien is er een vrouwenstem en een extra mannenstem nodig.
Scene 1: Een man in een gele opblaasboot (Een man zit in een gele opblaasboot. Hij is aan het roeien) Man: "Een, twee, drie en slag// Een, twee, drie en slag// Een, twee, drie en slag// Een, twee, drie en slag". (Hij draait zijn hoofd en kijkt naar de kustlijn) Man: "Ik kan ze nog steeds zien staan!" (Hij schudt meewarig met zijn hoofd. Hij draait zijn hoofd vooruit en roeit verder) Man: "Dit is moeilijker dan ik dacht.....//Een, twee, drie en slag// Een, twee, drie en slag// Een, twee, drie en .....". (Hij voelt een steek in zijn borstkas. Hij laat de roeispannen los en strijkt over zijn borstbeen heen) Man: "Oeps, rustig aan jongen. We zijn pas een kleine 500 meter uit de kust. We moeten nog een flink stuk". (Hij kijkt weer naar de kustlijn) Man: "Misschien is het verstandiger om even een korte pauze te houden". (Met een zakdoek veegt hij zijn voorhoofd af. Stilte)
Pagina 3
Man: "Ik durf erom te wedden dat niemand mij mist. Barbara nog het minste// Geen fluitsignalen van de strandwachten. Geen helikopter die me waarschuwt voor gevaarlijke stromingen// Niemand heeft me in de gaten// Dat kan alleen maar mij overkomen. Ieder normaal mens krijgt nog geen kans om ongeoorloofd een plasje in de zee te doen, zonder daarvoor een waarschuwing van rijkswaterstaat te krijgen// Alleen ik kan met mijn fel geel gekleurde op‐ blaasboot, zover de zee in gaan als ik wil. Het interesseert niemand een lor". (Stilte) Man: "Het is hier buiten tenminste wel rustig. Niet dat ik rust zoek of nodig heb// IK WIL AAN‐ DACHT// Een beetje betrokkenheid// Misschien ga ik wel dood. Hier midden op zee. Wie zal het zeggen?// Het schijnt dat haaien door de kleur geel worden geprikkeld// Nou, als Barbara eens wist dat ik mijn leven op een dinsdagmiddag riskeer, door met een gele plas‐ tic boot te gaan varen// Nou, als ze dat eens wist, dan zou ze gaan lachen. Zo is ze wel// Zijn er in de Noordzee wel haaien? Wat doet het ertoe. Ik hoef maar in het water te vallen en ik ga na 20 minuten kopje onder om onder te blijven// Nou, dat moest ze eens weten!// Ik durf te wedden dat ze niet meer bij zou komen van het lachen// Als het haar tenminste opvalt dat ik ben verdwenen// (STILTE)// Dadelijk val ik in het water en dan is er niemand om me te redden. Als ze het maar weten die jongens van de reddingsbrigade, dat ik ze, in dat geval, stuk voor stuk aanklaag wegens dood door nalatigheid". (Hij kijkt nog een keer naar de kustlijn) Man: "Ik ben nu echt op drift geslagen// Wat zou ik dat gezicht van Barbara willen zien, als ze die komkommerschillen van haar ogen haalt, en de boot niet meer ziet liggen! Ze zal gek wor‐ den van angst!// Of misschien denkt ze dat ik alvast naar het appartement ben gegaan// Nee, ze zal beven van angst als een wulp met een blaasontsteking. Met een beetje geluk valt ze flauw. O, wat zou dat heerlijk zijn: Barbara verlamd van angst// Waarom komt er nu geen reddingsboot? Ik ben zelfs onzichtbaar voor de kustradar. Een vissersboot kan zo over mij heen varen, zonder iets in de gaten te hebben// Zou Barbara mij nog kunnen identifice‐ ren als ik twee weken in het water heb gelegen?// Alsof Barbara die moeite zou doen!// O'nee, ze zou mijn moeder het karwei laten opknappen. Het goede mens kan nog geen kip van een teckel onderscheiden. Voor haar ben ik allang niet meer dan een uit de kluiten ge‐ wassen grijze muis// Een geboren verliezer. Fortuna betekent voor mij niet veel meer dan een voetbalclub. Ook geboren verliezers// Ik denk dat Pieterse promotie maakt. Hij zal blij zijn wanneer hij eindelijk op mijn plek mag zitten. Hoelang heeft hij al niet zitten azen op mijn functie als beslissingsambtenaar? Al zeker vier jaar// Wat voor een begrafenis zal ik krijgen? Een zeemansgraf? Of gaat de fik erin?// Een leuk dagje uit voor de collega's. Eerst naar het crematorium en dan gezellig een stukje fietsen met vrouw en kinderen. Of de auto wassen. De schuur opruimen// Pieterse zal zeker een foto van me ophangen in de werk‐ ruimte. Misschien komt er zelfs wel een tekstje bij te hangen: Hij stierf tijdens zijn vakantie. Aangevreten door haaien, makrelen en het zoute water. Ik zal altijd aan hem denken// Dat zou mooi zijn". (Hij wrijft door zijn ogen heen. Hij huilt) Man: "Het zoute water irriteert de traanbuisjes// Wie hou je voor de gek! Wie? Waarom ook niet er voor uit komen: IK HUIL!// Ik, H.J.P.M. Janssen, beslissingsambtenaar van de gemeente Eindhoven, huil van ontroering!// (STILTE)// Jammer dat Barbara dit niet kan meemaken. Ik
Pagina 4
had mijn Sony Handycam mee moeten nemen// (STILTE)// Wat heb ik achter gelaten om herinnert te worden door anderen? Een huis dat voor een kwart is afbetaald, een fiets, mijn rapporten op het stadhuis, een seniele moeder en een vrouw die leeft voor haar uiterlijk// Er moet toch nog iets meer zijn dat ik achterlaat!// Foto's, dia's en video‐opnamen// Verder niets? Verder niets// Ik kan toch niet doodgaan zonder iets achter te hebben gelaten voor het nageslacht? Waarom niet?// Ik laat me meedrijven op de stroming. Ik wil niet meer te‐ rug. Ik ben vrij! Vrij, maar ongelukkig// Waarom valt het niemand op dat ik weg ben? Waar‐ om kan ik mijn vrijheid niet met iemand delen?// (STILTE)// Misschien mist Angela van de typekamer mijn lelijke hanenpoten wel. Aan de andere kant kan ze ook blij zijn. Minder tijd kwijt met het ontcijferen// Wat is er met mij gebeurd? Gisteren was ik nog die veel belo‐ vende student rechten, en vandaag ben ik bedekt met een dikke laag stof en omgeven door spinnenwebben// Als je een schilderij na een lange tijd van de muur haalt, blijft er altijd een stille getuige achter op de muur: Hier heb ik gehangen. Als je een beslissingsambtenaar na lange tijd achter zijn bureau vandaan haalt, wordt hij slechts vervangen door een gepromo‐ veerde collega. Geen getuigen. Geen sporen// Misschien dat de burgemeester een toe‐ spraak houdt, tijdens het afscheid nemen in het crematorium. Als Pieterse dat maar op tijd geregeld krijgt. Daarvoor moet er eerst een ambtelijk advies naar de gemeenteraad....//Ik had dat advies misschien al in conceptvorm kunnen voorbereiden// Hoe dan ook: het is er nu veel te laat voor!// Ik geef me over aan de zee// Ik laat het natuurgeweld over mij heen trekken// Ik sterf zoals ik heb geleefd: onopvallend, onopgemerkt, in stilte......". (Er wordt op de badkamerdeur geklopt) Vrouwenstem: "Schatje, je moet nu echt opschieten. Het is al kwart voor zeven. Om acht uur is de visite er. Vergeet je niet om de vloer te dweilen en de boot weer terug op de zol‐ der te leggen?"
Scene 2: De echtscheiding (Een mannelijke speler is voor de helft man, en de helft vrouw. Let op: de linkerhelft is vrouw, de rechterhelft is man. Daar waar in de kantlijn "vrouw" staat, betekent dat de vrouwelijke helft speelt. Daar waar "man" staat, speelt de mannelijke helft van de persoon) Vrouw: "Ik wil het niet hebben! Het is iedere keer hetzelfde met jou!" Man: "Dat is gelogen! Jij wilt het net zo graag, geef het maar toe! Ik voel tot in mijn kleine teen hoe graag je het wilt! Je verlangt naar me!" Vrouw: "Ik verlang naar jou? Wat bezit jij dat ik niet heb? Ik heb verstand, ik bezit de controle over de helft van het lichaam, ik heb macht over de rechterhand". Man: "Ik weet dat de rechterhand onder jouw jurisdictie valt, daarom wil ik ook dat jij de rechter‐ hand gebruikt!"
Pagina 5
Vrouw: "Waarom doe je het niet met links?" Man: "Omdat ik rechtshandig ben// Ik hou dat nooit langer dan twee minuten vol met mijn linker‐ hand// Ach lieveling, doe mij een plezier en open de rits". Vrouw: "Jakkes! Is seks het enige waar je aan kunt denken? Dat is weer typisch iets voor man‐ nen". Man: "Wat doet het er toe of het typisch mannelijk is, het voelt lekker aan. Komt er nog wat van? Ik kan voelen hoe al die miljoenen kleine spermatozoïden ongeduldig beginnen te worden". Vrouw: "Laat het maar spontaan gebeuren// Vannacht// Anders morgennacht// Tijdens je slaap.........". Man: "Tijdens mijn slaap? Maar dan beleef ik er toch geen plezier aan!" Vrouw: "Moet dat dan perse? Waarom kan de natuur niet gewoon haar gang gaan, zonder dat wij ons ermee bemoeien?" Man: "Waarom doe je zo moeilijk? Er is verder niemand bij. Alleen wij. Kan het mooier?" (De linkerhand gaat naar de rits en wil die openen. De rechterhand weerhoudt de linkerhand hier‐ van) Vrouw: "Blijf er vanaf! Is het zo moeilijk om jezelf te beheersen? Mannen hebben altijd geweld nodig, als ze worden afgewezen". Man: "Het openmaken van een rits kun je nauwelijks geweld noemen". Vrouw: "Ga je weer aan rondborstige vrouwen denken? Geloof je werkelijk dat ik opgewonden raak van die pin up girls?" Man: "Het is van geen enkel belang of jij er van opgewonden raakt of niet// Het scoort effect bij mij en dat is het enige wat telt!" Vrouw: "Seksist! Jij bent niet geïnteresseerd in liefde, hartstocht of het veroveren van een vrou‐ wenhart// Jij bent alleen maar in seks geïnteresseerd".
Pagina 7
Man: "Als je het zo stelt, moet ik je gelijk geven. Ik ben dol op vrouwen met lange benen, bruin getint schaamhaar, en....". Vrouw: "Een stevige borstkas, sterke dijbenen, strakke kaaklijnen en een kuiltje ter hoogte van het borstbeen". Man: "Je zit aan mannen te denken! Hoe kan ik nu opgewonden raken als jij in gedachten een mannenlijf aflikt met mijn helft van de tong?” Vrouw: "Ik hou er van als een man kleine stevige billen heeft. Hmmmmmm, wat voelt dat zacht aan". (De rechterhand streelt de billen. De linkerhand belet de rechterhand om door te gaan en slaat in het gezicht van de vrouw) Man: "Probeer jezelf een beetje te beheersen!" Vrouw: "Je hebt me geslagen! Geweld binnen het huwelijk! Ik ga van je af!" Man: "Ik heb je niet geslagen, ik heb slechts een tikje op je wang gegeven". Vrouw: "Eerst wil je me dwingen om weer toe te geven aan je perversiteiten, en nu begin je te slaan. Ik wil van je scheiden!" Man: "Scheiden? Maar lieveling, wij horen bij elkaar tot de dood ons scheidt. weet je het weer? Dat was de belofte die we hebben gemaakt op onze trouwdag". Vrouw: "Ik heb een vergissing begaan. Mag een vrouw een moment van verstandverbijstering hebben?" Man: "Maar ik hou van je! Met mijn gedeelte van het hart! Ik wil je niet kwijtraken!" (De rechterhand pakt een groot slagersmes) Vrouw: "Ik ben het zat. Ik maak er een einde aan". Man: "Lieveling, je hebt een gevaarlijk mes in je handen. Voorzichtig anders snijd je jezelf nog in de vingers!"
Pagina 7
Vrouw: "Wees maar niet bang, mij gebeurd niets!" Man: "Wat ben je van plan met dat mes? Ga je ons van het leven beroven?" Vrouw: "Ben je nu helemaal gek geworden? Ik ga jouw gedeelte van het lichaam wegsnijden". Man: "Dat kun je niet doen!" Vrouw: "Let maar eens op! Ik begin onderaan bij het kruis, en dan centimeter voor centimeter naar boven toe!" (De rechterhand zet het mes onder het kruis) Vrouw: "Dit zouden ze bij alle mannen moeten doen!" Man: "Alsjeblieft doe het niet, ik denk voortaan ook aan blote mannen met stijve piemels". Vrouw: "Te laat!" (Het mes beweegt. De man slaat een gil. Een klopje op de deur) Een vrouwenstem: "Schatje, je moet nu echt opschieten. Het is al kwart over zeven. Om acht uur is de visite er. Vergeet niet om het mes terug in de keukenla te leggen. O'ja, en haal de oogschaduw boven het linkeroog weg. Je weet hoe conservatief mijn ouders zijn".
Scene 3: Rambo (Een man denkt dat hij Rambo is. Muziek weerklinkt: "He ain't heavy, he's my brother", uit de film:"Rambo III". Rambo komt van achteruit de zaal op. Hij draagt een open T‐shirt om goed zijn spieren te laten zien. Rond zijn hoofd zit een zweetbandje. Hij draagt een militaire broek, gewe‐ ren, messen en patronen). Rambo: "Ik ben de enige die het voor elkaar heeft gekregen om zowel het Russische leger, als het
Pagina 8
Afghaanse leger, als het Vietnamese leger, als het Amerikaanse leger met de helft te verminderen. Niet slecht in een tijd van wapenbeheersing// Ik ben een held en ik ben echt. Al deze spieren zijn gemaakt van gepatenteerd vlees en bloed. Opgepompt met anabool...anabool..slowieken// (STILTE)// Ik vecht voor mijn land om een internationale blamage van de heren politici te voorkomen// Overal waar een smerig karwei valt te klaren, ben ik erbij// Wat hou ik toch van dit lichaam!// Waar ben ik gebleven? In Irak?// Een smerig karwei, daar was ik gebleven// En zoals we allemaal weten is een smerig kar‐ wei een smerig karwei". (Hij scheurt zijn T‐shirt kapot en begint zich met "schoencrème" in te smeren) Rambo: "Mij persoonlijk kan het niet smerig genoeg zijn. Hoe meer vuiligheid hoe liever. Voor mij geen witte boorden. Voor mij geen Vizier‐bolletje. Voor mij alleen maar het vuil van de aarde// Meer heb ik niet nodig// Ik ben eenzaam. God, wat ben ik eenzaam. Maar vindt maar eens iemand die samen met jou het vuile werk wil opknappen". (Hij smeert zijn borst, gezicht, nek en armen vol) Rambo: "Ik hou van mijzelf// Ik krijg een kick, een gevoel van vrijheid, wanneer ik zo met mijzelf bezig ben// Overdag ben ik maar een eenvoudige beslissingsambtenaar bij de gemeen‐ te, maar in het weekend RAMBO. De bevrijder van de wereld!" (Er wordt op de deur geklopt) Mannenstem: "Rambi schatje, het is al half acht geweest. Over een half uur is de visite er. Vergeet niet om de schoenpoets terug te leggen in de gangkast. En maak alsjeblieft je oren goed schoon, je weet hoe gevoelig Antoine en Eugene voor vuil zijn". Gert van Veen. Augustus 1990.
Pagina 9