Media, Informatie en Communicatie
Kijk! Mijn familie
Een onderzoek naar de wensen en behoeften van gezinnen rondom de programmering van een cultureel evenement
Scriptie Carlijn Verhoeven RV402C
Docent : Marcel van der Lugt
Redactie en Mediaproductie 5 november 2013
Afstudeerscriptie Fotoweek
3
Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie die ik heb geschreven ter afronding van de opleiding Redactie Mediaproductie. In dit rapport vindt u een onderzoek naar de wensen en behoeften van gezinnen met jonge kinderen ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement. Dit onderzoek is uitgevoerd om Stichting Fotoweek te adviseren over hun huidige programmering. De voorkeur voor de doelgroep gezinnen met jonge kinderen kwam niet alleen vanuit de stichting zelf, maar ook uit mijn persoonlijke interesse. Tijdens mijn stage kwam ik in aanraking met alle doelgroepen van de Fotoweek, namelijk vrijetijds- en amateurfotografen, kunst- en cultuurliefhebbers en fotografieliefhebbers. De doelgroep gezinnen met jonge kinderen was voor mij nog onbekend. Om die reden heb ik gekozen om deze doelgroep te onderzoeken. Graag wil ik een aantal mensen die mij tijdens het schrijven van mijn scriptie hebben geholpen bedanken. Ten eerste mijn scriptiebegeleider Marcel van der Lugt. Ik wil hem bedanken voor zijn sterke inhoudelijke begeleiding, gedetailleerde feedback en vriendelijke procesbegeleiding. Ook wil ik graag Annemarie van den Eijkel bedanken voor de mogelijkheid die zij mij heeft gegeven om een leerzame stage bij Fotoweek te lopen. Ook wil ik haar bedanken voor de toegang tot informatie die zij mij verschafte en de mogelijkheid om mijn afstudeerscriptie bij Fotoweek te schrijven. Tot slot gaat mijn dank uit naar alle respondenten die de tijd en moeite hebben genomen aan dit onderzoek deel te nemen. Nu rest mij alleen nog u een fijne leestijd toe te wensen! Carlijn Verhoeven Amsterdam, 2 november 2013
Afstudeerscriptie Fotoweek
4
Afstudeerscriptie Fotoweek
5
Managementsamenvatting Ter afronding van mijn opleiding Redactie Mediaproductie aan de Hogeschool van Amsterdam is onderzoek gedaan voor Fotoweek, een stichting die culturele evenementen op het gebied van fotografie organiseert. De organisatie van deze stichting staat met alle beoogde doelgroepen in contact, alleen het contact met gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar ontbreekt. Hierdoor beschikt Fotoweek niet over inhoudelijke kennis van deze groep. Om de landelijke programmering te optimaliseren, heeft Fotoweek als doel gesteld om de wensen en behoeften van deze doelgroep te achterhalen. Door te onderzoeken wat de wensen en behoeften van gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar zijn, kan de programmering daarop optimaal worden aangesloten. Aan de hand van bovenstaande probleemstelling, is de doelstelling van dit onderzoek geformuleerd, te weten: het verkrijgen van inzicht in de wensen en behoeften van voornoemde doelgroep. De probleem- en doelstelling vormen de aanleiding voor een doelgroeponderzoek waarbij de volgende onderzoeksvraag centraal staat: Wat zijn de wensen en behoeften van de doelgroep, gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, van Fotoweek ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement? Bovenstaande onderzoeksvraag wordt beantwoord door middel van desk- en fieldresearch. Eerst wordt literatuuronderzoek verricht om de onderzoekspopulatie en de Nederlandse culturele markt in kaart te brengen. Daarnaast is projectcoördinator Annemarie van den Eijkel geïnterviewd om alle beoogde doelstellingen rondom de programmering van Fotoweek te inventariseren. De informatie uit de eerste twee stappen, is gebruikt om een surveyonderzoek uit te voeren onder gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar. De resultaten van dit onderzoek worden gebruikt om de wensen en behoeften van de doelgroep in kaart te brengen. Hieronder worden de belangrijkste relevante resultaten van het onderzoek schematisch weergegeven. Het surveyonderzoek heeft de volgende drie relevante onderzoeksresultaten opgeleverd: § Het is van belang dat de activiteiten die gericht zijn op gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, plaatsvinden op zaterdag- en zondagmiddag. Het onderzoek heeft aangetoond dat vrijwel alle respondenten (86%) hieraan de voorkeur geven. Gezinnen
Afstudeerscriptie Fotoweek
6
waarvan één of beide ouders parttime werken, noemen eveneens woensdagmiddag als geschikt bezoekmoment. § Uit het onderzoek is gebleken dat een meerderheid van de doelgroep voornamelijk culturele evenementen bezoekt wanneer deze in hun eigen regio worden georganiseerd (72%). Tevens vormen lage toegangsprijzen, of het volledig ontbreken hiervan, een doorslaggevende reden om een bepaald evenement te bezoeken (58%). Ook wijzen een aantal respondenten erop dat het evenement in kwestie zowel leuk en leerzaam moet zijn voor zowel de ouders als voor hun kind(eren). § De beoogde doelgroep moet worden bereikt door de communicatie te richten op de moeder of vrouwelijke verzorger(s) van het gezin. Het is namelijk de vrouwelijke verzorger die beslist welke activiteit het gezin onderneemt(82%). Naast de resultaten uit het survey, zijn de volgende twee relevante onderzoeksresultaten naar voren gekomen uit de vergelijking tussen de resultaten van de desk- en de fieldresearch. § Nauw samenwerken met musea moet als waardevol beschouwd worden, omdat het bezoek aan deze culturele uiting binnen de doelgroep de sinds 1983 tot 2007 rond de 10% is gestegen. Tevens wordt als belangrijke reden de opvoeding en educatie van het kind genoemd. Een museumbezoek wordt door de meesten respondenten als ultieme culturele activiteit ervaren. § Het is belangrijk om de activiteiten binnen de landelijke programmering die Fotoweek organiseert meer aan te bieden als gezinsactiviteit, in plaats van als een culturele onderneming. Dit speelt namelijk in op de ‘zapmenaliteit’ waarmee de huidige westerse maatschappij te maken heeft, door de druk die wordt ervaren tussen de besteding van onze vrijetijd en de economische groei. Door het voor de doelgroep te doen lijken als een gezinsactiviteit zullen gezinnen eerder getriggerd worden om een bezoek te brengen. Het evenement aanbieden als activiteit in plaats van culturele onderneming met het gezin is voor Fotoweek mogelijk aangezien slechts 33% van de respondenten fotograferen ziet als een culturele activiteit. In hoofdstuk 8 worden de resultaten van zowel de field- als de deskresearch samengevoegd om de onderzoeksvraag/probleemstelling te beantwoorden. Vervolgens wordt Fotoweek op basis van deze gegevens geadviseerd over hoe de beoogde doelgroep optimaal kan worden bereikt. Oftewel, hoe Fotoweek de landelijke programmering optimaal kan laten aansluiten op de wensen en behoeften van de doelgroep.
Afstudeerscriptie Fotoweek
7
Summary For the completion of my study course RMP at the Hogeschool van Amsterdam, I analysed and researched a foundation that organizes cultural events called Fotoweek. The organization of this foundation is in contact with all the important target groups. The only thing that is missing is the contact with households with young children. Therefore, Fotoweek does not have the correct content knowledge to evaluate this specific target group. In need to optimize the nation wide programming , I researched the specific needs and wishes of this target group. It is important to research this target group, so that we can make the best possible connection between their needs and wishes and nation wide programming. On the basis of the problem stated which is listed above, the target of this research is clear: reach insight in the needs and wishes of the listed target group. The occasion of this research is the problem and target statement, therefore a important question stands central in this research: What are the needs and wishes of the target group of Fotoweek in regard to the programming of an cultural event? By using desk- and field research, the question, which is stated above, can be answered. First of all the literature study is completed in need to show that the study population as the cultural marketing in Holland is shown. Second, we interviewed Annemarie van den Eijkel. This helped to inventarise all the goals for the programming of Fotoweek. The information that was shown by the first two steps, was used to complete a survey for households with at least one child younger than the age of 12 (read: the yet to reach target group). The survey results are used to clearly state the needs and wishes of this target group. The most important and relevant results of the survey are listed below. The survey states three relevant results: § First of all the interest of the activities that are based on the households, take place during the day in the weekends (around noon). Research has shown that almost all participants prefer this time of day and week (86%). Households with one or two part-time working parents, are also active on Wednesday noon. § Second, research has shown that the target group visits cultural events when they are located close within their region (72%). Another important fact that stands out is that a low cost entrance fee, or even no entrance fee, is an important factor for picking out a event (58%). Next to that, a important feature of the event in question is that it must be informative for both parents and children.
Afstudeerscriptie Fotoweek
§ The third relevant result, is that the best way to reach this target group, is to reach through the mother of the household. Research has shown that the female provider makes the end decision to which activity the family or household will attend (82%).
Next the to the stated survey results, two other relevant results came through during the comparison of the desk and field research results. § A close collaboration of museums are considered to be valuable, since the growth of visits within this target group towards cultural events. Upbringing and education are also seen as important factors. A visit to the museum is being experienced like the ultimate cultural activity. § Still, it is important to offer these activities within the nation wide programming as a fun family activity, instead undertaking a cultural activity. Only 33% of the participants see’s this as a cultural activity, which is good for the photography business. This also stands in line with the current ‘zap mentality’. People are stressed out because of the economy. They have to be more careful with spending money, while actually they should spend more. In the chapter called Conclusie, the results listed above are used to combine the results of the field and desk research to get an answer of the question that stands central in this research. The next step is to make a recommendation based on the data. This recommendation will help Fotoweek to achieve the best way of communicating with the appointed target group.
8
Afstudeerscriptie Fotoweek
9
Inhoudsopgave 1
Inleiding
1.1 Aanleiding 1.2 Doelstelling, probleemstelling en deelvragen 1.2.2 Probleemstelling 1.2.1 Doelstelling 1.2.3 Deelvragen 1.3 Afbakening
13 13 14
14 14 14
15
1.4 Leeswijzer
15
2
17
Methode en technieken
2.1 Afbakening van het onderzoek 2.1.1 Doel van het onderzoek
17
2.1.3 Operationalisatie begrippen
18
2.1.2 Methodes ter beantwoording van de probleemstelling 2.1.4 Voor- en nadelen van gekozen methode
2.2 Doelgroeponderzoek
18
19
19
2.2.3 Verantwoording enquêtevragen
20
2.3 Dataverzamelingsmethode
19 21
2.3.1 Werven van respondenten
21
2.3.3 Betrouwbaarheid
21
2.3.2 Respons onderzoek Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek 2.3.4 Validiteit
2.4 Analysemethode
2.4.1 Kwalitatieve verwerking van gegevens
2.4.2 Kwantitatieve verwerking van gegevens
2.5 Beperkingen 2.6 Ethiek
2.7 Conclusie Stichting Fotoweek
3.1 Bedrijfsomschrijving
3.2 Missie en doelstellingen van de Stichting Fotoweek 3.3 Doelgroepen
3.3.1 Primaire en secundaire doelgroep
3.4 Conclusie 4
17
2.2.1 Aanpak uitvoeren doelgroeponderzoek 2.2.2 Enquête
3
17
Cultureel evenementen
4.1 Kunst en cultuur in de samenleving
4.2 Culturele evenementenmarkt in Nederland 4.2.1 Fotografie evenementen
21 21 21 22
22
22 22
22 23 23 25 25 26 27
28
29 31 31 32
34
Afstudeerscriptie Fotoweek
10
4.3 Conclusie
35
5
37
Programmering
5.1 Landelijke programmering Fotoweek
38
5.1.3 Doelstellingen van Fotoweek
39
5.1.2 Huidige programmering 5.1.4 Doelgroep
5.2 Conclusie 6
Doelgroepsanalyse
6.1 Omvang onderzoekspopulatie
6.2 Vrijetijdsbesteding gezinnen met jonge kinderen
6.3 Bezoek kunst en culturele evenementen van gezinnen met jonge kinderen 6.4 Informatievoorziening omtrent culturele evenementen 6.5 Conclusie 7
Resultaten
7.1 Verloop van dataverzameling en response 7.2 Kwantitatieve resultaten
39 41 41 41 43 44 46 47 47 47
7.2.3 Beweegredenen bezoek
49
7.2.5 Beslissende partij binnen het gezin
7.2.6 Informatieverschaffing rondom gezinsactiviteiten Conclusie
8.1 Conclusie resultaten
8.2 Beantwoording probleemstelling Advies
9.1 Verbeteringen binnen de landelijke programmering van Stichting Fotoweek 10
39
48
7.2.4 Belangrijke voorwaarde voor bezoek aan een cultureel evenement
9
38
7.2.1 Wat verstaat de respondent onder een cultureel evenement of activiteit? 7.2.2 Bezoekmomenten
8
37
5.1.1 Beweegredenen Fotoweek voor het landelijk programma
Evaluatie
10.1 Wat ging er goed tijdens het onderzoek?
10.2 Validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek 10.3 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek
49 50 51 52 53 53 54 57 57 59 59 59 59
Literatuurlijst
60
Bijlage I: tabellen en diagrammen enquête
64
Bijlage II: enquêtevragen
66
Bijlage III: interview Annemarie van den Eijkel
69
Afstudeerscriptie Fotoweek
11
Bijlage IV: goedkeuring plan van aanpak
71
Bijlage V: plan van aanpak
72
Bijlage VI: Toestemmingsformulier publicatie
82
Afstudeerscriptie Fotoweek
12
Afstudeerscriptie Fotoweek
1
13
Inleiding
In paragraaf 1.1 wordt de aanleiding van het onderzoek beschreven. Vervolgens wordt aan de hand van de aanleiding van dit onderzoek een probleem- en doelstelling van Fotoweek geformuleerd. Om de probleem- en doelstelling te onderzoeken is een onderzoeksvraag met bijbehorende deelvragen opgesteld (1.2.). Vervolgens worden in paragraaf 1.3 de grenzen van dit onderzoek beschreven. Met deze informatie wordt duidelijk wat de lezer in dit rapport kan verwachten. Paragraaf 1.4 beschrijft wat er per hoofdstuk wordt behandeld.
1.1 Aanleiding Van 20 tot en 29 september 2013 werd de Fotoweek voor het eerst in Nederland georganiseerd door het Fotografie Museum Amsterdam (Foam) en het Nederlands Fotomuseum. Deze organisaties willen met aangesloten partners het belang van fotografie in Nederland onder de aandacht brengen. Met dit culturele project wil Stichting Fotoweek graag verschillende missies en doelstellingen bereiken. Fotoweek richt zich op de volgende doelgroepen, namelijk: gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, amateurfotografen, cultuurliefhebbers en museumbezoekers. Vooral de inhoudelijke kennis over de doelgroep gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar is beperkt. De wensen en behoeften van deze doelgroep zijn nog niet duidelijk in kaart gebracht. Zodra de wensen en behoeften van gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar duidelijk is kan het landelijk programma van Fotoweek hier beter op inspelen. Om die reden wil Fotoweek graag meer weten over de wensen en behoeften van deze doelgroep. Met deze kennis wil de organisatie ervoor zorgen dat de landelijke programmering voor het evenement Fotoweek goed aansluit op gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar. Daarmee willen ze de doelgroep op de juiste manier bereiken en zodoende meer bezoekers trekken. Het is voor het project Fotoweek van belang om kennis te hebben over de doelgroep gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar. Momenteel werkt Fotoweek al nauw samen met de doelgroepen cultuurliefhebbers en amateurfotografen. De kennis over families is echter nog wel beperkt. Daarom heeft Annemarie van den Eijkel (persoonlijke communicatie, 8 april, 2013) gevraagd om onderzoek naar de wensen en behoeften van gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar wat betreft de programmering bij een cultureel evenement.
Afstudeerscriptie Fotoweek
14
1.2 Doelstelling, probleemstelling en deelvragen 1.2.2 Probleemstelling Uit de bovenstaande aanleiding voor het onderzoek kan de volgende probleemstelling worden geformuleerd: ‘Wat zijn de wensen en behoeften van de doelgroep, gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, van Fotoweek ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement?’ 1.2.1 Doelstelling Met het antwoord op deze probleemstelling wil de organisatie van Fotoweek inzicht krijgen in de wensen en behoeften van de te onderzoeken doelgroep wat betreft de programmering van een cultureel evenement. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt een advies aan Fotoweek uitgebracht. Het is aan de organisatie van Fotoweek om vervolgens de landelijke programmering hierop aan te passen en op die manier een groot deel van de doelgroep aan te spreken en in contact te laten komen met Fotoweek. Het uiteindelijk doel is om de deelname van gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar te vergroten. Met een succesvolle eerste editie van Fotoweek legt de organisatie en goede basis voor een jaarlijks terugkerend evenement. Door Foam en het Nederlands Fotomuseum wordt een succesvolle eerste editie ervaren als een belangrijke doelstelling. 1.2.3 Deelvragen Door antwoord te krijgen op onderstaande deelvragen kan een advies richting Fotoweek worden geformuleerd. Deelvraag 1: Stichting Fotoweek 1.
Wat is Fotoweek? 1.1
Wat doet Fotoweek?
1.2
Wie zijn de beoogde doelgroepen van Fotoweek?
1.3
Wat is de doelstelling van het evenement Fotoweek?
Deelvraag 2: Cultureel evenement 2.
Wat is er in de literatuur bekend over culturele- en fotografie evenementen? 2.1 Wat is een foto- of cultureel evenement? 2.2 Welke evenementen richten zich naast Fotoweek ook op culturele activiteiten voor
gezinnen met jonge kinderen?
Afstudeerscriptie Fotoweek
15
Deelvraag 3: Programmering 3.
Wat wordt onder de programmering van een cultureel evenement verstaan? 3.1 Hoe ziet de landelijke programmering van Fotoweek eruit? 3.2 Waarom is voor deze landelijke programmering gekozen?
Deelvraag 4: Doelgroep 4.
Wat zijn de wensen en de behoeften van gezinnen met minimaal één kind jonger
van 12 jaar ten aanzien van een cultureel evenement? 4.1 Hoe ziet de doelgroep, gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, van Fotoweek eruit? 4.1.1 Wat is de grootte van de doelgroep? 4.1.3 Wat zijn de vrijetijdsbesteding van gezinnen met jonge kinderen? 4.1.4 Hoe ziet het bezoek van een kunst en culturele evenementen bij gezinnen met jonge kinderen eruit? 4.2 Welke wensen en behoeften worden door gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar al het belangrijkst ervaren ten aanzien van het bezoeken van een cultureel evenement?
1.3 Afbakening Dit onderzoek is op drie vlakken afgebakend. Ten eerste is ervoor gekozen om alle gezinsvormen in het onderzoek te betrekken. Fotoweek wil fotografie voor iedereen bereikbaar maken. Stichting Fotoweek geeft de voorkeur aan een evenement toegankelijk voor een breed publiek (Annemarie van den Eijkel, persoonlijke communicatie, 4 juni, 2013). Ten tweede is de maximale leeftijd van één kind vastgesteld op 12 jaar. Hiertoe is besloten aangezien het Sociaal Cultureel Planbureau en het TNO bij onderzoek naar jonge kinderen ook uitgaan van deze leeftijd (Crone, 2005). Daarnaast is binnen dit onderzoek besloten om niet de activiteiten van de partners van Fotoweek te onderzoeken, aangezien deze worden georganiseerd buiten het landelijk programma om en niet onder de vlag van Fotoweek vallen. Fotoweek stelt de partners geen eisen om bijvoorbeeld de doelgroep gezinnen met jonge kinderen aan te trekken.
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 worden de methode(n) en technieken van dit onderzoek toegelicht. Tevens worden de voor- en nadelen hiervan onder de loep genomen. In hoofdstuk 3 wordt Stichting Fotoweek in kaart gebracht. In hoofdstuk 4 wordt aan de hand van literatuur gekeken naar wat er wordt verstaan onder een cultureel evenement. In hoofdstuk 5 komt aan bod wat er wordt verstaan onder een programmering van een cultureel evenement. In dit hoofdstuk wordt daarbij de keuze voor de huidige landelijke programmering van Fotoweek uiteengezet.
Afstudeerscriptie Fotoweek
16
De doelgroep van dit onderzoek wordt beschreven in hoofdstuk 6. In hoofdstuk 7 worden de fieldresearch en de enquêteresultaten besproken. De conclusies die aan de hand daarvan kunnen worden getrokken, staan in hoofdstuk 8 beschreven. Naar aanleiding hiervan wordt Fotoweek geadviseerd over hoe de landelijke programmering aan te passen aan de wensen en behoeften van de doelgroep. Dit advies is te lezen in hoofdstuk 9. Een evaluatie van het onderzoek staat weergegeven in hoofdstuk 10.
Afstudeerscriptie Fotoweek
2
17
Methode en technieken
Bij de uitvoering van dit onderzoek zijn er verschillende elementen waar rekening mee moet worden gehouden. Zo is het onderzoek afgebakend door het beoogde doel en de methodes die worden gebruikt voor de beantwoording van de deelvragen. De voor- en nadelen hiervan en de operationalisatie van begrippen staan in paragraaf 2.1. beschreven. Om een antwoord op de onderzoeksvraag te formuleren is er gekozen voor een doelgroeponderzoek. De reden en een omschrijving van het doelgroeponderzoek is te vinden in paragraaf 2.2.. Hoe de data binnen dit onderzoek zijn verwerkt, wordt beschreven in paragraaf 2.3.. De beperkingen en de bijbehorende ethiek is te lezen in paragrafen 2.4. en 2.5.
2.1 Afbakening van het onderzoek 2.1.1 Doel van het onderzoek Het doel van dit onderzoek is om Fotoweek aan de hand van de wensen en behoeften van de doelgroep gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar een advies te geven over hun landelijke programmering. Mocht Fotoweek de adviezen doorvoeren dan zal de landelijke programmering op deze doelgroep beter aansluiten. Eerst zal er gekeken moeten worden naar de wensen en behoeften van gezinnen met jonge kinderen. Er zal geen compleet nieuw programma worden opgesteld voor Fotoweek, maar de stichting krijgt inzicht in welke veranderingen gemaakt kunnen worden om de programmering van Fotoweek beter te laten aansluiten op de doelgroepen gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar.
2.1.2 Methodes ter beantwoording van de probleemstelling De probleemstelling van dit onderzoek luidt: ‘Wat zijn de wensen en behoeften van de doelgroep, gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, van Fotoweek ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement?’ Er zal op verschillende manieren naar een antwoord op deze vraag worden gezocht. Dit gebeurt door middel van kwalitatief en kwantitatief onderzoek. Voor het kwantitatieve gedeelte van het onderzoek worden er online enquêtes onder de doelgroep afgenomen. Voor het kwalitatieve gedeelte van dit onderzoek worden er een diepte-interview afgenomen met Annemarie van den Eijkel. Zij is de projectleider van Fotoweek. Dit interview wordt afgenomen om er achter te komen wat de beweegredenen zijn voor de huidige programmering. De mogelijkheid tot doorvragen geeft de gewenste informatie (Baarda,
Afstudeerscriptie Fotoweek
18
2009). Om inzicht te krijgen in de markt en de wensen en behoeften van de doelgroep, is er literatuuronderzoek gedaan. 2.1.3 Operationalisatie begrippen In dit onderzoek wordt er gebruik gemaakt van een begrip waarvoor binnen dit onderzoek nadere toelichting nodig is. Daarom een omschrijving van het volgende begrip: Cultureel evenement: een evenement waarbij de aandacht van het publiek wordt gevestigd op een kunst of culturele activiteit. Meer informatie over kunst en cultuur wordt gegeven in hoofdstuk 4. 2.1.4 Voor- en nadelen van gekozen methode Binnen dit onderzoek wordt zowel een enquête als een interview gebruikt. In deze paragraaf worden de voor- en nadelen van beide methodieken beschreven. Surveyonderzoek De enquête is online afgenomen bij gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar. Uit deze enquête komen de wensen en behoeften van deze doelgroep naar voren. In het eerste gedeelte van de enquête worden algemene vragen gesteld over demografische en sociaaleconomische kenmerken. Vervolgens wordt de gezinnen gevraagd naar wat zij belangrijk vinden bij het maken van hun keuze voor een gezinsactiviteit en wat voor hen van belang is tijdens een cultureel evenement. Voor- en nadelen surveyonderzoek Voordelen § Snel; § Goedkoop; § Vrijwel direct inzicht in resultaten; § Respondent kan op eigen tijd en tempo enquête invullen. Nadelen § Begeleiding is niet mogelijk; § Alleen mogelijk onder internetgebruikers; § Minder inzicht in non-response redenen. (rightmarktonderzoek, 2011) Interview Tijdens dit onderzoek is er één interview afgenomen. Annemarie van den Eijkel, projectleider van Fotoweek, is gevraagd naar de keuzes die vanuit de stichting zijn genomen voor de huidige programmering. Dit geeft inhoudelijk antwoord op de beweegredenen vanuit de organisatie voor de landelijke programmering.
Afstudeerscriptie Fotoweek
19
Voor- en nadelen interviews Voordelen § Mogelijkheden om met individu diep in te gaan op onderwerp; § Interview kan overal plaatsvinden, ook thuis bij respondent; § Van minder welbespraakte mensen worden eveneens spontante antwoorden verkregen. Nadelen § Respondent wordt uitsluitend door interviewer uitgedaagd om nieuwe ideeën te overwegen; § De respondent kan worden beïnvloed door de interviewer. (rightmarktonderzoek, 2011)
2.2 Doelgroeponderzoek Een doelgroeponderzoek geeft een goed beeld van de wensen en behoeften van de te onderzoeken doelgroep. Op deze manier wordt er inzicht verkregen in het levenspatroon, waarop een advies gebaseerd kan worden hoe de programmering hier beter op kan aansluiten. Ook geeft dit doelgroeponderzoek de stichting inzicht hoe ze de doelgroep beter kunnen benaderen. 2.2.1 Aanpak uitvoeren doelgroeponderzoek Er wordt binnen dit onderzoek gebruik gemaakt van de enquête, omdat er op deze manier snel informatie kan worden verschaft over de wensen en de behoeften van een grote groep mensen. (Verhoeven, 2011) Met de resultaten van het deskresearch wordt een vragenlijst opgesteld. Als deze definitief is, wordt deze voorgelegd aan de organisatie van Fotoweek voor eventuele aanvullingen of verbeterpunten. De definitieve vragenlijst wordt vervolgens voorgelegd bij tien mensen uit de doelgroep om erachter te komen of de vragen en routing juist worden geïnterpreteerd. Indien dit het geval is, dan zal de vragenlijst online worden verspreidt onder de respondenten. 2.2.2 Enquête Het surveyonderzoek onder gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar moet inzicht geven in de wensen en behoefte van deze doelgroep ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement. Het gaat hier om een cross-sectioneel onderzoek. Een grootschalig beschrijvend onderzoek, naar de kenmerken van personen, gedrag, feiten of opinies van de doelgroep (Boeije, 2009). De enquête is in hoge mate voor gestructureerd. Dit wil zeggen dat voordat de enquête wordt afgenomen duidelijk is wie er wordt ondervraagd en wat de inhoud en de volgorde van
Afstudeerscriptie Fotoweek
20
de vragen is. De vragen in de enquête zijn gesloten. De respondenten kunnen één of meerdere antwoordmogelijkheden aankruisen (Doorewaard, 2000). Een belangrijk onderdeel van het surveyonderzoek is een goedlopende vragenlijst. In het boek Wat is onderzoek? van Verhoeven worden de onderstaande belangrijke punten aangestipt. Een vragenlijst moet zijn: § Bruikbaar; § Leesbaar en helder; § Compleet; § Vragen bevat die ‘meten wat je wilt meten’; § Neutraal; § Compact (Verhoeven, 2011). Als de inhoud van de vragen is bepaald, is de volgende stap om de vragen in de juiste volgorde te zetten en te controleren of de routing van de enquête juist is. Het moet voor de respondent makkelijk en overzichtelijk zijn om de vragenlijst in te vullen. Vooral bij elektronische vragenlijsten ontstaat het risico dat elke respondent een eigen op hem of haar toegesneden bewegwijzering krijgt. Dit vermoeilijkt de analyse van de antwoorden, omdat het kan voorkomen dat slechts een kleine groep specifieke vragen heeft beantwoord (Boeije, 2009). 2.2.3 Verantwoording enquêtevragen De enquêtevragen zijn tot stand gekomen aan de hand van het bronnenonderzoek waarin bepaalde thema’s/variabelen, zoals doelgroepsanalyse, zijn opgesteld. Zo is bijvoorbeeld uit het bronnenonderzoek naar voren gekomen dat de moeder of vrouwelijke verzorger binnen het gezin de bepalende factor is als het gaat om het type gezinsactiviteit dat wordt ondernomen. Die constatering/ondervinding heeft geleid tot de volgende enquêtevraag: ‘’Wie maakt binnen het gezin voornamelijk de keuze voor het soort gezinsuitje?” In tabel 1 staat per enquêtevraag weergegeven waaraan die is ontleend. Zo wordt inzichtelijk gemaakt welke informatie is gebruikt voor welke enquêtevraag. Enquêtevraag
Bijbehorende literatuur
Vragen 1 t/m 6
Demografische en sociaaleconomische kenmerken van de doelgroep. De antwoorden op deze vraag moeten voldoen aan de doelgroepsomschrijving in hoofdstuk 3: Stichting Fotoweek.
Vraag 7
De associatie die de doelgroep heeft met een cultureel evenement. Dit staat beschreven in hoofdstuk 4: Culturele evenementen.
Vragen 8, 9, 10
De reden, frequentie en de momenten voor het bezoek van gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar aan een cultureel evenement. Deze informatie staat beschreven in hoofdstuk 6: Doelgroepsanalyse.
en 12
Afstudeerscriptie Fotoweek
Vraag 11
De voorwaarden die voor gezinnen als belangrijk worden ervaren voor het bezoeken van een cultureel evenement moet wijzen uit fieldresearch.
Vragen 13 en
Deze vragen richten zich op de informatiebehoefte van de doelgroep wat betreft culturele evenementen. Hierover is meer te lezen in paragraaf 6.4.
14
21
Tabel 1: Verantwoording enquêtevragen
2.3 Dataverzamelingsmethode 2.3.1 Werven van respondenten De respondenten die de enquête hebben ingevuld, zijn via verschillende kanalen benaderd. Zo hebben Foam, het Nederlands Fotomuseum en Fotoweek de enquête via hun online kanalen verspreid. Hieronder vallen onder andere Facebook, Twitter, de websites en de nieuwsbrieven van de organisaties. Om moeders die niet (regelmatig) een kunst- of cultureel evenement bezoeken te bereiken, wordt er een oproep geplaatst op de online forums van www.online-moeders.nl en www.happymoms.nl. 2.3.2 Respons onderzoek Kwantitatief onderzoek
Om een betrouwbaarheidsmarge van 95% te bereiken zullen er uit de onderzoekspopulatie van 1.278.167 personen (voor een uitgebreide omschrijving zie hoofdstuk 6.1.1.) 384 respondenten geworven worden (allesovermarktonderzoek, 2013). Kwalitatief onderzoek
De response bij het afgenomen interview was 100%. Omdat de uitkomsten een volledige toevoeging zijn voor het onderzoek, is er voor gekozen om niet nog meer interviews af te nemen. 2.3.3 Betrouwbaarheid Om de betrouwbaarheid van het onderzoek te vergroten zijn er verschillende onderzoeksmethodes gebruikt, namelijk: field- en deskresearch. Bij het afnemen van het surveyonderzoek wordt er rekening gehouden met een foutmarge van 5%. Ook wordt er binnen dit onderzoek gebruik gemaakt van triangulatie. De informatie uit verschillende literatuur wordt tijdens het onderzoek met elkaar vergeleken (Verhoeven, 2011). In dit onderzoek -is er gebruikgemaakt van bronnentriangulatie omdat informatie met elkaar wordt vergeleken en aangevuld vanuit verschillende literatuur (Doorewaard, 2000). Om er voor te zorgen dat de enquête vrij is van toevallige fouten, is zowel de topiclijst als de vragenlijst voorgelegd aan experts en mensen uit de doelgroep. Na het verwerken van alle fouten en toevoegingen is de vragenlijst gereed voor het onderzoek.
Afstudeerscriptie Fotoweek
22
Bij het afnemen van de enquête is er sprake van een enkelvoudige aselecte steekproef. Dit omdat iedereen binnen de doelgroep kans heeft om benaderd te worden voor deelname. Respondenten konden de enquête doorsturen naar vrienden en kennissen, waardoor kan worden gesteld dat er ook sprake is van een sneeuwbalsteekproef. 2.3.4 Validiteit Bij de validiteit van het onderzoek wordt nagegaan of er geen systematische fouten hebben plaatsgevonden in het onderzoek. De belangrijkste vormen van validiteit zijn de geldigheid van je meetinstrument en de geldigheid van de onderzoeksgroep. Om de interne validiteit van het onderzoek te verhogen worden de resultaten van de afgenomen enquêtes gewogen tegen de resultaten vanuit het deskresearch. Ook heeft er eerst deskresearch plaatsgevonden, waardoor er minder subjectiviteit binnen de vragen ontstaat.
2.4 Analysemethode In dit onderzoek zijn alle antwoorden op de deel- en onderzoeksvragen zo duidelijk mogelijk omschreven. Waar nodig zijn er tabellen en grafieken gebruikt om de informatie te verduidelijken en te ondersteunen. 2.4.1 Kwalitatieve verwerking van gegevens De enquête voor dit onderzoek is gemaakt via de website www.thesistools.nl. Nadat het totaal aantal respondenten is bereikt, kunnen de resultaten van de ingevulde enquêtes worden gedownload. Deze gegevens zijn in dit rapport verwerkt in hoofdstuk 7. 2.4.2 Kwantitatieve verwerking van gegevens Het interview dat tijdens het onderzoek is uitgevoerd, zijn zowel face-to-face, via de telefoon en via e-mail afgenomen. Voor de uitwerking van de interviews zijn alle aantekeningen en antwoorden bewaard. Alle relevante data uit het interview is terug te vinden in dit onderzoek.
2.5 Beperkingen De beperking in dit onderzoek is de moeilijkheid om de doelgroep die niet in contact staat met kunst en cultuur te bereiken. Er is geprobeerd dit te compenseren door oproepen te plaatsen op forums voor gezinnen en handmatig enquêteren.
Afstudeerscriptie Fotoweek
23
2.6 Ethiek De respondenten die de enquêtes hebben ingevuld, werden wel gevraagd naar hun naam, maar kregen tegelijkertijd de optie om de vragenlijst anoniem in te vullen. Hierdoor is hun anonimiteit gewaarborgd. Dit is gedaan om een groter aantal mensen te kunnen werven voor dit onderzoek. Immers, met de optie om de enquête anoniem in te vullen, wordt de eventuele angst van mensen die vrezen dat hun antwoorden worden gebruikt voor andere zaken dan dit onderzoek weggenomen.
2.7 Conclusie In dit hoofdstuk is naar voren gekomen hoe de enquêtevragen in dit onderzoek vorm hebben gekregen. Er is gekeken naar hoe de vragen vorm gegeven moeten worden en waar rekening mee gehouden mee moet worden zodat het duidelijks is voor de respondent.
Afstudeerscriptie Fotoweek
24
Afstudeerscriptie Fotoweek
3
25
Stichting Fotoweek
Dit hoofdstuk geeft antwoord op de eerste deelvraag: Wat is Stichting Fotoweek? In paragraaf 3.1 wordt een bedrijfsomschrijving gegeven. Vervolgens worden in paragraaf 3.2 de doelstellingen van Stichting Fotoweek omschreven. De beoogde doelgroepen van Stichting Fotoweek staan opgesomd in paragraaf 3.3.
3.1 Bedrijfsomschrijving Tussen 20 tot en met 29 september 2013 werd voor het eerst in Nederland de Fotoweek georganiseerd. In deze periode wil de organisatie van Fotoweek Nederland de kracht van fotografie laten zien aan een breed publiek. Stichting Fotoweek heeft als doel om de Fotoweek te laten uitgroeien tot een jaarlijks evenement. Elk jaar zal Fotoweek een ander thema uitdragen en een ander onderwerp in de spotlights zetten. In 2013 is er gekozen voor het thema: ‘Kijk! Mijn familie’. Via allerlei verschillende kanalen kunnen mensen in aanraking komen met fotografie. In de boekenwinkel of op school, van amateur tot kunstenaar, van tentoonstelling tot zelf foto’s maken. De initiatiefnemers van Fotoweek zijn Foam en het Nederlands Fotomuseum. Zij krijgen van de BankGiro Loterij financiële steun om dit project te organiseren en zo tot een succes te maken. Toch willen alle initiatiefnemers niet gezien worden als de organisatie, zodat Fotoweek kan uitgroeien tot een opzichzelfstaand merk. Doordat Fotoweek een open platform is, kunnen allerlei verschillende bedrijven, instanties en zelfstandigen zich aanmelden om onder de vlag van Fotoweek een bijpassende activiteit tijdens Fotoweek te organiseren. Op deze manier zal het evenement door heel Nederland te zien zijn. Zo wil de organisatie op een effectieve manier veel verschillende doelgroepen bereiken en deze in contact brengen met fotografie. Naast de activiteiten die worden georganiseerd door partners heeft Fotoweek zelf ook een landelijk programma met activiteiten. Deze worden gekenmerkt door het landelijk bereik. De bedrijfsstructuur is weergegeven in een bedrijfsorganogram in figuur 1.
Afstudeerscriptie Fotoweek
26
Figuur 1: Bedrijfsorganogram Fotoweek In de directie van Fotoweek zitten Marloes Krijnen, Ruud Visschedijk en Lars Boering. Een keer per maand komt het hoofd van de organisatie bijeen voor een vergadering waar alle ontwikkelingen rondom Fotoweek worden besproken. In de tussentijd wordt er telefonisch en per e-mail contact onderhouden. De projectleiders Annemarie van der Eijkel en Marte Lalleman werken dagelijks samen op kantoor waardoor er voornamelijk face-to-face contact is. Alle belangrijke documenten waar aan wordt gewerkt staan op Dropbox. Zo zijn alle documenten toegankelijk op kantoor als thuis.
3.2 Missie en doelstellingen van de Stichting Fotoweek De missie van de Stichting Fotoweek voor het organiseren van dit evenement wordt als volgt in het communicatieplan (2012) van Fotoweek omschreven:
Fotografie is overal. We gebruiken het dagelijks op allerlei manieren, zonder dat we er echt bij stil staan. Fotoweek laat mensen bewuster, anders en beter kijken naar fotografie. We vieren de fotografie met een jaarlijkse traditie. Een week lang staat fotografie in de schijnwerpers: de kracht van het beeld, de fotografie als kunst, het ambacht van de fotograaf, de lol van foto’s maken en kijken. Fotoweek maakt fotografie bijzonder. Voor iedereen. Het belang van de fotografie wordt door de Stichting Fotoweek en aangesloten partners onder de aandacht gebracht tijdens de Fotoweek. Aan de organisatie van de Fotoweek zijn de volgende uitgangspunten en kernwaarden verbonden. Deze liggen in het verlengde van de missie van Stichting Fotoweek.
Afstudeerscriptie Fotoweek
27
1. Verrijking Fotoweek is er van overtuigd dat beeld en fotografie ons leven op talloze manieren verrijkt. Fotoweek promoot dit medium door zoveel mogelijk uitingen hiervan naar voren te brengen en activiteiten aan te bieden die mensen de kracht van fotografie laten ervaren. 2. Open samenwerking Fotoweek is een open platform. Hierdoor wordt het evenement voor iedereen interessant. Zowel voor de deelnemer als voor het publiek. 3. Plezier Fotoweek gelooft in het plezier van fotografie. Het vastleggen van een mooi moment voor een gezin, als cursist een techniek beheersen, als professional een andere blik op de wereld scheppen en als bezoeker je laten inspireren. Dit zijn voorbeelden van manieren waarop fotografie en plezier samenvallen. Dat gevoel wil Fotoweek op het publiek overbrengen. 4. Consistentie De directie van Fotoweek heeft de ambitie om Fotoweek te laten uitgroeien tot een jaarlijks terugkerend evenement. Het is bij de uitwerking van het concept Stichting Fotoweek belangrijk dat het een bepaalde tijdloosheid met zich meedraagt. (Eijkel, 2012) De bovenstaande kernwaarden en uitgangspunten die Fotoweek nastreeft, sluiten aan op het landelijk programma van Fotoweek. De organisatie van Fotoweek start zelf enkele acties en activiteiten die worden aangevuld door partners. Tijdens de Fotoweek vallen de volgende punten binnen het landelijk programma: − Pop-up fotostudio’s; − Grootste familiealbum van Nederland; − Fotograaf des Vaderlands; − Programmakrant; − Fotoweekbon. Een uitgebreide omschrijving van alle landelijke programmaonderdelen staat beschreven in paragraaf 5.1.
3.3 Doelgroepen In het communicatieplan van Fotoweek staat dat ze niemand willen uitsluiten. Kortom, de Fotoweek is bestemd voor jong tot oud en voor mensen die wel of geen kennis van fotografie hebben. Toch zijn er verschillende primaire en secundaire doelgroepen, die
Afstudeerscriptie Fotoweek
28
Fotoweek specifiek wil bereiken. Binnen de verschillende doelgroepen bestaat ook overlap. Professionele fotografen worden door Fotoweek niet tot de doelgroep benoemd, omdat deze als partner worden gezien. Fotografen kunnen zich aanmelden met een activiteit. Zoals het organiseren van een cursus studiofotografie bij de fotograaf thuis. 3.3.1 Primaire en secundaire doelgroep Hieronder staan alle doelgroepen van Stichting Fotoweek weergegeven met een korte omschrijving wat de doelgroep kenmerkt. De omschrijving is een indicatie, mensen die tot een bepaalde doelgroep worden gerekend hoeven niet aan alle beschreven voorwaarden te voldoen. Fotografie liefhebbers Onder liefhebbers van fotografie worden mensen verstaan die geïnteresseerd zijn in fotografie. De reden voor deze interesse verschilt. Sommige mensen vinden foto’s mooi om naar te kijken, anderen worden diep geraakt. Fotografie liefhebbers lezen meer dan een gemiddeld persoon over dit onderwerp in kranten of vakbladen en bezoeken fotografietentoonstellingen en -evenementen. Amateur- en vrijetijdsfotografen Onder amateur- en vrijetijdsfotografen worden mensen verstaan die fotograferen in hun vrije tijd, op reis en op feestelijke gelegenheden. De meeste amateur- en vrijetijdsfotografen hebben of volgen een fotografiecursus/opleiding. De kennis die ze tijdens deze cursus of opleiding vergaren, passen ze toe bij fotowedstrijden en -acties of kleine fotografieopdrachten, zoals huwelijksreportages. Ze zijn actief op social media die zich specialiseren in beeld zoals Instagram, Pinterest en Flickr. De beelden die de amateur en vrijetijdsfotografen schieten worden vervolgens uitgedraaid om geplaatst te worden in een (digitaal)fotoalbum. Cultuurliefhebbers en museumbezoekers Onder cultuurliefhebbers en museumbezoekers worden mensen verstaan die regelmatig musea en/of andere culturele evenementen bezoeken. De meesten van deze groep zijn in het bezit van de museumkaart en kijken cultuurprogramma’s zoals AVRO Kunstuur, Museumgasten of luisteren naar Kunststof. Gezinnen met jonge kinderen Hieronder verstaan we gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar. Deze gezinnen gaan er regelmatig op uit, bijvoorbeeld naar dierentuinen of pretparken. De ouders stimuleren de kinderen om kennis te maken met kunst en cultuur. Secundaire doelgroep van Fotoweek Bij deze eerste editie richt Fotoweek zich vooralsnog in mindere mate tot scholieren, studenten en jong volwassen. Wel biedt Fotoweek online activiteiten voor deze doelgroep
Afstudeerscriptie Fotoweek
29
aan en wordt promotiemateriaal verspreid op plekken waar deze doelgroepen zich bevinden (Eijkel, 2012).
3.4 Conclusie Met de interne analyse wat staat uitgewerkt in dit hoofdstuk worden de beoogde doelstellingen van Fotoweek uitgezet. Dit is van belang om deze te testen bij de doelgroep. Dit is terug te vinden in enquêtevraag tien.
Afstudeerscriptie Fotoweek
30
Afstudeerscriptie Fotoweek
4
31
Cultureel evenementen
In dit hoofdstuk zal antwoord worden gegeven op de tweede deelvraag: Wat is er in de literatuur bekend over culturele evenementen? In paragraaf 4.1 wordt gekeken naar het begrip cultuur. Vervolgens is in paragraaf 4.2 een analyse gemaakt van de culturele markt in Nederland.
4.1 Kunst en cultuur in de samenleving Bij dit onderzoek wordt de omschrijving van een cultureel evenement aangehouden aan de hand van de associaties die dit bij mensen oproept. De volgende beeldvormingen hebben Nederlands bij het imago van kunst en cultuur: musea (50%), theater voorstellingen (21%) en schilderkunst/schilderijen (15%). De associaties die cultuur bij mensen oproept worden voornamelijk met de woorden ‘ontspanning’ en ‘mooi’ omschreven. Dit blijkt uit het onderzoek: Betekenis kunst en cultuur in het dagelijks leven, dat is uitgevoerd door Motivaction International B.V. Nieuwe Nederlanders, mensen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, en Antilliaanse afkomst, associëren cultuur met musea (44%) en schilderkunst (22%), maar noemen ook muziek (38%), eten/koken (28%) en dans (24%). Naast deze kunstvormen kwam er onder de activiteiten die daarvoor worden ondernomen voornamelijk uit het onderzoek dat door Motivaction International B.V. is uitgevoerd naar voren dat mensen onder cultuur voornamelijk ‘hoge’ vormen van kunst en cultuur verstaan. Zo ziet 83% van de respondenten een museumbezoek als een kunst of culturele activiteit. Daarnaast worden bezoekjes aan historische locaties (81%), monumenten (77%), tentoonstellingen in een galerie (71%), klassiek ballet (69%) en een opera (68%) door respondenten als een kunst of culturele activiteit genoemd. Of het bezoeken van een musical, het schrijven van een boek of een bezoek aan een filmfestival tot een kunst of culturele activiteit wordt gerekend vonden de deelnemers aan het onderzoek twijfelachtig. Volgens het onderzoek van Motivaction International B.V. scharen de meeste respondenten het lezen van stripboeken, bezoeken van een danceparty, uiteten gaan of het kijken van reality-tv niet onder kunst en culturele activiteiten (Groenenstein, 2010) Ondanks dat de Nederlandse bevolking voor zichzelf weet wat er wel en niet onder culturele activiteiten wordt verstaan, is het moeilijk om deze activiteiten als duidelijke omschrijving van kunst en cultuur te nemen. Want waarom zou een danceparty geen kunstuiting zijn of als culturele activiteit kunnen worden gekenmerkt? Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap bakent de culturele sector op dezelfde manier af als de bredere definitie van de creatieve industrie van het CBS. Voor de culturele sector worden drie pijlers aangehouden: kunsten en cultureel erfgoed, media- en entertainmentindustrie en creatieve zakelijke dienstverlening.
Afstudeerscriptie Fotoweek
32
De gehele of gedeeltelijke culturele sector valt onder deze drie pijlers. Daarnaast wordt er ook onderscheid gemaakt in de onderdelen van de productieketen namelijk: creatie, productie en exploitatie of presentatie. Hieronder vallen bedrijven en werknemers. In tabel 2 is deze omschrijving weergegeven (Rijksoverheid, 2011).
Tabel 2: Omschrijving culturele sector (bron: Rijksoverheid, 2011)
4.2 Culturele evenementenmarkt in Nederland Naast Fotoweek zijn er veel andere landelijke culturele evenementen in Nederland zoals Boekenweek. Deze culturele evenementen richten zich op verschillende doelgroepen. Om er achter te komen hoe deze evenementen aansluiting vinden bij één van deze verschillende doelgroepen en voornamelijk gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, zal er eerst moeten worden gekeken welke evenementen met een soortgelijk probleem kampen. Deze evenementen hoeven niet perse concurrenten van de Fotoweek te zijn, omdat ze niet fotografie als onderwerp hebben en zich dus richten op andere doelgroepen. Museumweekend Museumweekend is een initiatief van de Nederlandse Museumverenging. Het doel van deze verenging is: ‘een sterke museumsector, voor iedereen, midden in de samenleving.’ Het Nationaal Museumweekend wordt sinds 1981 gebruikt om het museumbezoek te bevorderen. Het Museumweekend richt zich op iedereen, maar voornamelijk op jonge kinderen en vitale ouderen (Nederlandse Museumvereniging, z.j.). De musea die bij het Museumweekend zijn aangesloten vragen tijdens dit weekend geen of een verlaagde toegangsprijs aan de bezoekers. Het uiteindelijke doel dat op de site van Museumweekend wordt vernoemd is: ‘via een landelijke prikkelende campagne iedereen, ook trouwe museumbezoekers, te trakteren op een actief maar vooral feestelijk museumweekend.’
Afstudeerscriptie Fotoweek
33
Programmering Museumweekend Evenals bij de Fotoweek is het voor musea die bij het Museumweekend zijn aangesloten, zelf de taak om tijdens het Museumweekeind bijpassende activiteiten te organiseren. Onder de vlag van het Museumweekend worden activiteiten gepromoot op de website van museumweekend. Tijdens dit weekend wordt er vooral ingespeeld op de lage toegangsprijzen. Veel musea vragen een vergoeding van één euro voor de entree. Ook komt het voor dat een museum geen vergoeding voor de entree vraagt of dat er 50% korting wordt gegeven. Aangesloten partners kunnen zelf invulling geven aan de korting die ze de bezoeker geven. De organisatie van Museumweekend heeft zelf geen eigen landelijke programmering (Museumweekend, z.j.). Boekenweek Boekenweek is een initiatief van de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek, ook bekend als het CPNB. Deze landelijke themaweek werd in 1932 voor het eerst georganiseerd. De uiteindelijke doelstelling van Boekenweek is het bevorderen van het lezen van boeken en het boekenbezit. Tijdens de Boekenweek staat literaire (non-)fictie centraal. Elk jaar wordt er aan de Boekenweek een ander thema gekoppeld dat de aandacht probeert te vestigen op een bepaald segment en nieuwe uitgaven in het boekensegment (CPNB, z.j.a). Boekenweek draait voornamelijk om zowel een commerciële als een culturele uitwerking. Programmering van Boekenweek Tijdens Boekenweek worden er verschillende landelijke acties en activiteiten georganiseerd. Zo geven boekenhandels klanten bij het kopen van een boek gratis het Boekenweekgeschenk. Dit Boekenweekgeschenk is een boek dat elk jaar door een andere schrijver speciaal voor deze week wordt geschreven. Ook wordt er elk jaar een schrijver toegewezen die een Boekenweekessay schrijft dat in de boekenhandels verkrijgbaar is tegen een kleine vergoeding. De avond voordat Boekenweek begint wordt het boekenbal georganiseerd waar altijd veel bekende auteurs bij aanwezig zijn. Tevens is er een speciale tv-programmering op de publiek zenders en kan er op vertoon van het Boekenweekgeschenk gratis gereisd worden in de trein. Naast deze landelijke acties zijn er ook aangesloten partners die hun eigen activiteiten organiseren zoals: Lezingen, signeersessies en debatten (CPNB, z.j.b). De Maand van de Geschiedenis De Maand van de Geschiedenis is het grootste historische evenement van Nederland. Honderden aangesloten instellingen organiseren tijdens deze maand speciale activiteiten rond een jaarlijks wisselend thema. Het primaire doel van de organisatie van de Maand van de Geschiedenis is om een breed publiek, inclusief de onderwijssector, in contact te brengen met geschiedenis. De doelgroep van de Maand van de Geschiedenis is breed en richt zich van de geïnteresseerde
Afstudeerscriptie Fotoweek
34
museumbezoeker en leerling tot de groep die minder interesse heeft naar kunst en culturele activiteiten. Programmering van de Maand van de Geschiedenis De programmering rondom de Maand van de Geschiedenis is groot en divers. Zo wordt De Maand van de Geschiedenis altijd ingeluid met de Nacht van de Geschiedenis. Een avondvullend programma in het Rijksmuseum bestaande uit: debatten, interviews en nachtsymposia. Tevens wordt er door het Historisch Nieuwsblad, Libris, NTR/VPRO, het Rijksmuseum Amsterdam, het Nederlands Openluchtmuseum en de Volkskrant de Libris Geschiedenis Prijs uitgereikt in de Maand van de Geschiedenis. Geschiedenisboeken die een algemeen publiek aanspreken maken kans op een geldbedrag van 20.000 euro. Daarnaast wordt er een magazine gepubliceerd door de organisatie en zullen aangesloten partners ook nog hun eigen activiteiten organiseren. (Maand van de Geschiedenis, 2013). De Week van de Amateurkunst De Week van de Amateurkunst (WAK) is een jaarlijks terugkerend evenement dat door het hele land in alle deelnemende gemeentes wordt georganiseerd. Het evenement heeft een landelijk karakter, maar richt zich vooral op de mensen in de lokale omgeving waar de WAK wordt georganiseerd. Tijdens deze week is het de bedoeling om de omgeving kennis te laten maken met alle vormen van amateurkunst die de betreffende gemeente te bieden heeft. Ook heeft de Week van de Amateurkunst als doel om amateurkunstenaars in contact te brengen met het publiek en met instellingen zoals onderwijs, welzijn, zorg en horeca. Programmering van de Week van de Amateurkunst De BNG prijs wordt uitgereikt onder de deelnemende gemeentes door de organisatie van de Week van de Amateurkunst. Een jury kiest de gemeente waaraan een geldprijs wordt uitgereikt ter bevordering van de amateurkunst binnen die regio. Verder beschikt de organisatie van de Week van de Amateurkunst niet over een landelijke programmering. De deelnemende gemeentes hebben zelf de taak een programmering samen te stellen. Die programmering kan worden geraadpleegd via de website van de overkoepelende organisatie Week van de Amateurkunst (WAK, z.j.). 4.2.1 Fotografie evenementen Naast de Fotoweek bestaan er nog een aantal anderen culturele evenementen binnen Nederland die zich richten op fotografie. De organisatie van Fotoweek geeft de voorkeur om deze evenementen niet als concurrent te beschouwen (Annemarie van den Eijkel, persoonlijke communicatie, 8 april 2013). De reden hiervoor is dat sommige van deze evenementen bij de Fotoweek aanhaken voor promotie en partner zijn van de stichting. Ook richten al deze evenementen zich op een specifiek publiek, dat al interesse heeft in deze kunstvorm. Terwijl de Fotoweek juist het belang van fotografie in alle vormen aan
Afstudeerscriptie Fotoweek
35
iedereen wil overbrengen. Om toch inzicht te krijgen in de markt van fotografie evenementen worden hier de belangrijkste organisaties beschreven. Fotofestival Naarden Het Fotofestival Naarden vindt iedere twee jaar plaats in en rondom de Vesting in Naarden. Dit festival richt zich op de verhalende fotografie en wil nieuw talent graag een podium bieden. De organisatie van het Fotofestival Naarden wil in de vier weken dat het evenement plaatsvindt, een ontmoetingsplek creëren voor professionals, amateurs en kunstliefhebbers (Fotofestival Naarden, 2013). Unseen Photo Fair Zoals het internationale karakter van de naam is Unseen Photo Fair een fotografie evenement dat voornamelijk internationaal georiënteerd is. Tijdens deze week is er werk te zien van nieuwe talenten en nooit eerder getoond beeld van bekende fotografen. De organisatie van dit evenement is in handen van Foam, Platform A en VandeJong. De Unseen Photo Fair laat met verschillende galeries vanuit de hele wereld een collectie beelden zien, die beginnende verzamelaars in contact brengt met nieuw talent. Het festival richt zich dus voornamelijk op de kunst- en fotografieliefhebbers (Kruijff, 2012). Noorderlicht Het Noorderlicht is een fotomanifestatie dat elk jaar plaatsvindt en zich oorspronkelijk alleen richt op documentaire fotografie. Het evenement wil graag op nationaal en internationaal niveau mensen in aanraking brengen met mondiale, kwalitatief hoogwaardige en maatschappelijk betrokken fotografie. Ondanks het internationale karakter is Noorderlicht uitsluitend in Noord-Nederland gevestigd. De organisatie streeft ernaar om in de regio in Nederland effectief te kunnen opereren (Noorderlicht ©, z.j.). BredaPhoto international photo festival Iedere twee jaar vindt in het stadscentrum van Breda het BredaPhoto international photo festival plaats. Dit internationale evenement richt zich op de hedendaagse fotografie en geeft zowel jonge talenten als bekende (internationale) fotografen een podium. In toenemende mate zet het evenement in op educatie. Dit maakt het evenement ook toegankelijk voor kinderen, jongeren en amateurfotografen (BredaPhoto, z.j.).
4.3 Conclusie In dit hoofdstuk is er gekeken naar de associatie die de samenleving heeft met kunst en cultuur. Vervolgens is hieruit enquêtevraag zeven ontstaan. Ook heeft de programmering van soortgelijke culturele evenementen inzicht gegeven in de huidige culturele evenementen markt. Met deze ideeën zal uiteindelijk een helder advies geformuleerd kunnen worden.
Afstudeerscriptie Fotoweek
36
Afstudeerscriptie Fotoweek
5
37
Programmering
In dit hoofdstuk wordt de huidige landelijke programmering van Stichting Fotoweek beschreven. In paragraaf 5.1 staan alle activiteiten die tijdens de week worden georganiseerd beschreven. Ook is er gevraagd naar de huidige beweegredenen vanuit de stichting voor deze invulling (paragraaf 5.1.2.). Deze informatie is nodig voor het beantwoorden van de derde deelvraag: wat wordt onder de programmering van een cultureel evenement verstaan?
5.1 Programmering Fotoweek De programmering van Fotoweek kan worden onderverdeeld in de landelijke programmering en de activiteiten die worden georganiseerd door partners. Bedrijven, instellingen, musea, zelfstandigen en andere geïnteresseerden kunnen zich als partner bij de Fotoweek aansluiten en zo hun eigen activiteiten die plaatsvinden tijdens de Fotoweek promoten. Dit kan via de website, de programmakrant en verschillende media die worden ingeschakeld. Zo zal er een programmering ontstaan die op landelijke maar ook regionaal niveau zichtbaar is. Ondanks dat deze activiteiten onder de vlag van Fotoweek aan het publiek worden gepresenteerd, staan ze onafhankelijk van de organisatie. Fotoweek is wel de promotor, maar kan niet aansprakelijk worden gesteld voor de inhoud hiervan. Al deze activiteiten spreken gezamenlijk een breed publiek aan en zal op die manier de Fotoweek goed in de regio vertegenwoordigen. Om de Fotoweek optimaal landelijk te vertegenwoordigen heeft de stichting ook zelf een programmering. Deze programmering bestaat uit de volgende onderdelen: § Pop-up Fotostudio’s Tijdens de Fotoweek komen door het hele land pop-up fotostudio’s, waar iedereen zich met zijn familie of gezin kan laten portretteren door een professionele fotograaf. Alle foto’s kunnen worden nabesteld. Daarnaast vormen al de foto’s die tijdens de Fotoweek gemaakt worden, samen het Grootste Familiealbum van Nederland. § Grootste Familiealbum van Nederland Tijdens de Fotoweek wordt een oproep gedaan om gezamenlijk Het Grootste Familiealbum van Nederland te maken. Iedereen kan zijn favoriete foto toevoegen op de Facebook-pagina of op de website van Fotoweek Deze foto’s vormen samen met de foto’s van alle families en gezinnen uit de pop-up fotostudio’s het grootste
Afstudeerscriptie Fotoweek
38
familiealbum van Nederland. Vervolgens krijgen de deelnemers 20% korting bij het bestellen van een fotoalbum. § Fotograaf des Vaderlands De door Fotoweek benoemde fotograve Ilvy Njiokiktjien zal voor Fotoweek geheel in het thema ‘Kijk! Mijn familie’ een fotoserie maken, die tijdens de Fotoweek wordt onthuld en tentoongesteld. § Fotoweekbon Stichting Fotoweek zal rondom het evenement een Fotoweekbon lanceren. Bij bezit van deze bon kunnen mensen bij een aangesloten studiofotograaf in Nederland tegen een gereduceerd bedrag op de foto. § Programmakrant Tijdens de Fotoweek wordt er een krant gepubliceerd, die wordt verspreid op alle drukke stations in Nederland. In deze krant staat onder andere informatie rondom fotografie, het activiteiten programma van Fotoweek, achtergrondartikelen over foto’s en fotografen, interviews en fotografieopdrachten. Dit onderdeel wordt tot het landelijk programma gerekend, omdat het alle andere activiteiten promoot en ondersteunt. 5.1.1 Beweegredenen Fotoweek voor het landelijk programma Om er achter te komen waarom Stichting Fotoweek in 2013 bepaalde keuzes heeft gemaakt omtrent het landelijk programma tijdens het evenement, is Annemarie van den Eijkel geïnterviewd. Als projectleider geeft zij namens Stichting Fotoweek antwoord op vragen die zijn gesteld over inhoudelijke beweegredenen. De aantekeningen van dit interview zijn terug te vinden in bijlage III. 5.1.2 Huidige programmering Het huidige landelijke programma van Fotoweek bestaat uit de onderdelen: Pop-up fotostudio’s, Fotograaf des Vaderlands, Fotoweekbon, grootste familiealbum van Nederland en de programmakrant. De organisatie probeert met het landelijk programma overal in Nederland aanwezig te zijn. Zo wil de organisatie iedereen in het hele land bereiken. De pop-up fotostudio’s zullen bijvoorbeeld tijdens Fotoweek in veel verschillende regio’s aanwezig zijn. Hierdoor wordt de programmering toegankelijk voor iedereen. Ondanks dat alle activiteiten zo laagdrempelig mogelijk zijn, streven de activiteiten ernaar om ook culturele verdieping te geven. Zo worden in de fotostudio’s professionele fotografen geplaatst. Mensen komen zo op een speelse manier in contact met het vak fotografie. Alle programmaonderdelen richten zich op een ander segment van fotografie en moeten samen de hele breedte van deze tak belichten. Zo zal het op de foto gaan in de pop-up fotostudio vooral draaien om het weer eens op de foto gaan met je gezin of familie en het plezier hiervan.
Afstudeerscriptie Fotoweek
39
De fotograaf des Vaderlands richt zich vooral op het vak en de kunst. Het bezoeken van een studiofotograaf wordt gepromoot met de Fotoweekbon. Het grootste familie album van Nederland wil vooral het plezier belichten van het maken en delen van foto’s. 5.1.3 Doelstellingen van Fotoweek Aan de huidige programmering heeft Fotoweek een aantal doelstellingen gekoppeld die de organisatie graag wil bereiken. De voornaamste doelstelling is dat de organisatie de Fotoweek onder een breed publiek onder de aandacht wil brengen. Het doel is om fotografie op deze manier als vak neer te zetten zonder af te doen aan de amateurfotografie. In onze huidige maatschappij worden we continu geconfronteerd met beeld en fotografie. Fotoweek wil stilstaan bij het belang hiervan en hoe bijzonder het is dat we ons leven op deze manier kunnen documenteren. 5.1.4 Doelgroep Het doel van het landelijk programma is dat het fotografie promoot en toegankelijk moet zijn voor een breed publiek. Toch wordt er door de organisatie twee belangrijke doelgroepen aangewezen die ze willen benaderen. De eerste doelgroep wordt gevormd door gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar en de tweede doelgroep zijn de amateurfotografen. Tussen deze twee doelgroepen kan ook een overlap inzitten. Fotografie- en cultuurliefhebbers en professionele fotografen worden al grotendeels bereikt door de randprogrammering die wordt verzorgd door de aangesloten partners. Dit omdat deze voornamelijk bestaan uit musea, fotografieclubs, foto- of andere culturele evenementen.
5.2 Conclusie De besproken landelijke programmering van Fotoweek geeft inzicht in de activiteiten die de stichting organiseert. Deze informatie heeft invloed gehad bij het stellen van vraag elf. Op deze manier wordt er achterhaald of de doelstellingen die zijn benoemd ook onder de doelgroep als belangrijk worden ervaren.
Afstudeerscriptie Fotoweek
40
Afstudeerscriptie Fotoweek
6
41
Doelgroepsanalyse
In dit hoofdstuk wordt de doelgroep die Stichting Fotoweek met hun landelijk programma beoogt te bereiken onder de loep genomen. Als eerste wordt in paragraaf 6.1 de omvang van deze doelgroep in kaart gebracht. Vervolgens wordt in paragraaf 6.2 aandacht besteed aan de vrijetijdsbesteding van gezinnen met jongere kinderen. Hierna komt in paragraaf 6.3 aan bod hoe die gezinnen kunst- en culturele evenementen bezoeken. Aan de hand van deze informatie kan een antwoord worden geformuleerd op de vierde deelvraag van dit onderzoek: Wat zijn de wensen en behoeften onder de doelgroep ten aanzien van een cultureel evenement?
6.1 Omvang onderzoekspopulatie Dit onderzoek richt zich op gezinnen met jonge kinderen. Een randvoorwaarde binnen dit onderzoek is dat het gezin/huishouden minimaal één kind jonger dan 12 jaar heeft. Om inzicht te krijgen in de grootte van de te onderzoeken doelgroep is gekeken naar de bevolkingscijfers van het CBS. Volgens deze cijfers waren er in Nederland in 2012 in totaal 246.708 huishoudens, waarvan de leeftijd van het jongste kind niet ouder is dan elf jaar. Hieronder vallen alle gezinssamenstellingen, zowel twee- als eenouderhuishoudens en nieuw samengestelde gezinnen (CBS, 2012). Het gemiddelde aantal persnonen per huishouden in 2012 was 2,2. De omvang van de onderzoekspopulatie komt hierdoor uit op gemiddeld (246.708 x 2,2) 1.278.167 personen (CBS, 2013).
6.2 Vrijetijdsbesteding gezinnen met jonge kinderen Economische groei beïnvloedt de vrijetijdsbesteding van een bevolking. Doordat de gezinssamenstelling steeds vaker bestaat uit twee werkende ouders, staan gezinnen sterker onder druk wat betreft de tijd die gezinnen kunnen besteden aan vrije tijd. In het artikel ‘Veblen in reverse: evidence from the multinational Time-Use archive’ (2007) van Gershuny wordt geconcludeerd dat er relatief meer tijd in werk wordt gestoken dan in vrije tijd. Er zijn veel veranderingen die plaatsvinden bij familie en consumptie. De veel verdienende geprivilegieerde gezinnen blijken nu minder vrije tijd te hebben dan hiervoor. En dat, terwijl deze groep juist meer vrije tijd heeft dan andere groepen. Een verklaring voor de dalende vrije tijd bij gezinnen wijt Gershuny aan de gendergelijkheid en de attitude van vrouwen. De totale werklast van vrouwen stijgt en van mannen wordt verwacht dat er ook harder wordt gewerkt om de gelijkheid tussen werktijd en taken binnen het huishouden gelijk te verdelen. De attitudeverandering is te zien bij de gezinnen met een hoger inkomen.
Afstudeerscriptie Fotoweek
42
Vroeger werd ‘nietsdoen’ als een soort van status beschouwd. In onze huidige maatschappij is juist een wisselwerking ontstaan. Mensen genieten aanzien als ze hard en veel werken (Gershuny, 2007). Het doel van alle menselijke moeite wordt vooral beschouwd als het cultiveren van de geest en de ziel. Met deze informatie zou men ervan uit kunnen gaan dat naarmate de economie groeit, dit doel ook wordt vergroot. Men ziet de tijd die wordt besteed aan goederen niet als iets wat het cultiveren van de geest en ziel vergroot. Daarom speelt het inkomen een belangrijke rol. Hoe hoger het inkomen hoe meer tijd er besteed zal worden aan goederen waardoor de cultivatie van geest en ziel als minder belangrijk wordt gezien (Hertecant, 2012). Volgens Linder, die onderzoek deed naar de economie in vergelijking met onze vrije tijd, hoeven we ons niet direct zorgen te maken over de kunst en culturele sector. Niet alle uitingen van cultuur worden even hard door de economische groei geraakt. Er wordt vooral gekeken naar de vergelijking tussen de beschikbare tijd en prijs. Als goederen steeds goedkoper worden, zijn er bijvoorbeeld culturele uitingen waarvan de prijs niet kan dalen. Denk hier bijvoorbeeld aan theater en podiumkunsten. De menselijke handelingen die hiervoor nodig zijn kunnen niet makkelijk dalen. Hierbij is de strijd om prijs en tijd dus duidelijk voelbaar. De prijs van een bezoek brengen aan een museum kan daar en tegen wel dalen, omdat er minder menselijk handelen nodig is per bezoeker (Linder, 1970). Let wel: bovenstaande bron is gedateerd, want stamt uit 1970. Toch is er gekozen om deze bron te verwerken omdat de paradox die Linder wil verklaren in zijn boek The Harried Leisure Class nog steeds in onze huidige maatschappij geldt. Namelijk de toename van hogere welvaart en een kortere werkweek, die toch gepaard gaan met de toegenomen schaarste van tijd. Wat de interesse van mensen naar cultuur vergroot, is de hoogte van de theoretische scholingsgraad. Dit is wat Baumol en Bowen hebben ondervonden in een onderzoek naar de economie in combinatie met het bezoek aan kunst en culturele evenementen. Niet alleen de scholingsgraad wekt meer interesse op naar cultuur, maar ook naar smaak en individuele voorkeur. In de huidige maatschappij heeft de voorkeur voor cultuur het zwaar te voorduren. Dit heeft alles te maken met de zogenaamde ‘zapmentaliteit’. De zapmentaliteit houdt in dat mensen liever hun vrije tijd besteden aan activiteiten die weinig tot geen inspanning vereisen. Dit staat haaks op de discipline, geduld en concentratie wat cultuur van mensen vraagt (Haan, 2011). Niet alle economische groei staat haaks op de stijging van culturele activiteiten in de samenleving. Zo zal er goed gekeken moeten worden naar het feit dat aangekochte goederen niet direct corresponderen met de tijd die ook aan deze culturele goederen worden besteed. Zo zegt de stijging van het aantal verkochte boeken niets over een
Afstudeerscriptie Fotoweek
43
eventuele stijging van het aantal uren dat mensen lezen. Hierbij zal er duidelijk meer rekening gehouden moeten worden met de veranderingen in smaak. Wat betreft het ideale tijdstip voor het gezin om erop uit te trekken voor een activiteit, zijn zowel bij gezinnen met hoge- als laagopgeleide ouders de weekenden het meest populair. Om specifieker te zijn, uit onderzoek blijkt dat gezinnen als eerste voorkeur de namiddag op zondag hebben, gevolgd door de namiddag op zaterdag. Bij mensen uit de onderzoekspopulatie die in deeltijd of niet werken is ook de woensdag namiddag populair (Hertecant, 2012).
6.3 Bezoek kunst en culturele evenementen van gezinnen met jonge kinderen Als de vrijetijdsbesteding van gezinnen met jonge kinderen wordt onderzocht, is het van belang om naar zowel de ouder als het kind te kijken. Uit onderzoek is gebleken dat er tussen de vrijetijdsbesteding van het kind en de ouder een aantal zaken vergelijkbaar zijn. De overdracht van gewoontes, gedragingen en interesse is bewust, maar voor een groot deel ook onbewust. De overdracht van deze gewoontes, gedragingen en interesses tussen generaties is onderdeel van het socialisatieproces. Zo wordt cultuur in brede zin van de ene generatie op de andere overgedragen. Wat betreft deze processen van overdracht in het gezin wordt vaak verwezen naar het begrip primaire socialisatie ofwel de opvoeding (De Jager, 1967). Secundaire socialisatie houdt in dat er nog wederkerige interactie is met de groep maar het gaat wel om meer formele omgangsvormen. Hieronder kan de beïnvloeding via anderen in de omgevingen worden verstaan. Dit zijn instellingen, zoals de school die wordt bezocht (Elling, 2002). In tegenstelling tot spel en sport komt de waardering voor kunst en cultuur minder vanuit het kind zelf. Het is bij kunst en cultuur van belang dat dit vanuit de ouderlijke macht wordt bijgebracht. Bij kinderen tussen de 6 en 16 jaar is door de dagelijkse nabijheid de invloed van de ouders het meest direct. Kinderen brengen veel vrije tijd met hun ouders door en gaan samen met hen naar musea en naar klassieke concerten (Nagel, 1996; Smithuijsen, 1997). Pas vanaf de pubertijd gaat de eigen mening van de jongere sterker meespelen en volgt deze meer de voorkeuren van de eigen peer group (Van Wel, 1993). In de afgelopen decennia is er een stijgende lijn te zien als het gaat om de cultuur participatie bij kinderen. Deze stijging is vooral duidelijk te zien als men kijkt naar het museumbezoek. Ook onder de ouderen is het aantal museumbezoeken gestegen. In tabel 3 is te zien dat tussen 1983 en 2007 het museumbezoek bij kinderen meer is gestegen als bij de ouders. Dit valt hoogstwaarschijnlijk te wijten aan de culturele participatie in het onderwijs (Haan, 2010).
Afstudeerscriptie Fotoweek
44
Tabel 3: Museumbezoek onder thuiswonende kinderen (Bron: Haan, 2010) De invloed van de ouders is bij cultuurdeelname onder de kinderen groter als het bijvoorbeeld gaat om sport. Zo zien we dat als de beide ouders een museum bezoeken, de cultuurparticipatie van de kinderen hoog is: in 2007 was deze 89%. Als geen van beide ouders musea bezoeken, daalt het percentage kinderen dat deelneemt aan een cultureel evenement naar 32%. Dit verschil is veel groter dan bij sport. Dit heeft er alles mee te maken dat cultuur zich beter leent voor uitstapjes met het gezin (Haan, 1997). De invloed van de moeder is in het gezin groter dan de invloed van de vader of mannelijke verzorger binnen het gezin. Niet alleen stijgt het museumbezoek aanzienlijk als de moeder in het gezin dit ook doet. Ook is het opleidingsniveau van de moeder en de sekse van het kind belangrijk. Zo gaan zonen van laagopgeleide moeders minder vaak naar een museum dan dochters van laagopgeleide moeders. Als de moeder hogeropgeleide is valt dit verschil weg. Ook bij het bepalen van de gezinsactiviteit heeft de moeder vaak de doorslaggevende stem. Zij blijft de meest bepalende factor op dit vlak (Hertecant, 2012). Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat cultuurparticipatie samenhangt met de sociale achtergrond van het gezin waarin iemand wordt opgevoed. Zo is de cultuurparticipatie bij gezinnen die zich hoger op de maatschappelijke ladder bevinden, meer een onderdeel van de opvoeding. Cultuurdeelname kan namelijk helpen bij het behouden of verkrijgen van een hogere sociale status en bijdragen aan het doorlopen van een succesvolle opleidingscarrière (Ganzeboom & De Graaf 1991; Nagel, 2009).
6.4 Informatievoorziening omtrent culturele evenementen
Afstudeerscriptie Fotoweek
45
Naast het daadwerkelijke bezoek van gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar aan een cultureel evenement is het ook belangrijk om te kijken op welke manier de doelgroep keuzes maakt, of op de hoogte wordt gehouden over culturele evenementen in Nederland. De keuzes die hierin worden gemaakt, kunnen belangrijk zijn om de doelgroep optimaal te bereiken. Het Sociaal en Cultureel Planbureau heeft onderzoek gedaan naar hoe internet zich verhoudt tegenover jongeren en culturele activiteiten. In dit rapport is te zien dat jongeren via internet op de hoogte worden gebracht over de activiteiten omtrent een cultureel evenement. De manieren waarom jongeren informatie verschaffen over musea staat weergegeven in figuur 2. Hierin staat dat het internet bij uitstek het populairst is onder jongeren om aan informatie te komen over musea. Er wordt vanuit gegaan dat de informatievoorziening van 12 tot 18 jarigen niet veel verschilt van die van kinderen met een jongere leeftijd omtrent musea of culturele activiteiten (Duimel, 2011).
Figuur 2: Informatieverschaffing van jongeren omtrent musea (Bron: Duimel, 2011) Niet alleen bij kinderen is de online informatieverschaffing belangrijk bij het maken van een keuze. Zo onderzocht Bandura ook al dat in onze huidige maatschappij het elektronisch opzoeken van informatie belangrijk is bij het maken van beslissingen. Hij beschrijft dat de helft van de informatie alleen elektronisch toegankelijk is. Daarom is het voor de huidige samenleving van belang om deze vorm van informatieverschaffing onder de knie te hebben (Bandura, 2011). Toch is het belangrijk om te vermelden dat in een onderzoek van Hertecant is ondervonden dat offline bronnen nog steeds een belangrijk onderdeel vormen bij het beslissingsproces over welke activiteiten in onze vrijetijd worden ondernomen.
Afstudeerscriptie Fotoweek
46
Zo worden mensen bijvoorbeeld vaak via hun omgeving op de hoogte gebracht van nieuwe ideeën. Vrienden, kennissen en familie bleken het meest populaire informatie kanaal. Alleen bij het zoeken naar specifieke informatie wordt het online kanaal ingeschakeld (Hertecant, 2012).
6.5 Conclusie Dit hoofdstuk geeft inzicht in het belang van het bezoeken van kunst en culturele activiteiten met het kind en de druk die er in de maatschappij voelbaar is bij het besteden van de vrije tijd. Ook is er gekeken naar de informatieverschaffing rondom culturele evenement. Deze informatie heeft geholpen bij de vorm van de vragen negen, tien en twaalf.
Afstudeerscriptie Fotoweek
7
47
Resultaten
In het kader van dit onderzoek zijn een aantal enquêtes afgenomen om de wensen en behoeften van gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar ten aanzien van een cultureel evenement te onderzoeken. De resultaten van deze enquêtes zijn in dit hoofdstuk beschreven. De kwalitatieve resultaten na het interview met een expert is te lezen in hoofdstuk 5.1.2. In paragraaf 7.1 is het verloop van de dataverzameling tijdens het uitvoeren van dit onderzoek beschreven. Vervolgens worden alle belangrijke resultaten van het kwantitatieve gedeelte besproken in paragraaf 7.2.
7.1 Verloop van dataverzameling en response In week 31 van 2013 is de enquête online verspreid. De enquête is op de Facebook-pagina van Stichting Fotoweek geplaatst en daarnaast gepubliceerd in de nieuwsbrief van het Nederlands Fotomuseum. Dit leverde 84 respondenten op . Omdat er meer respondenten voor dit onderzoek nodig waren, zijn er nog wervingsacties opgezet. Tijdens de zomervakantie in 2013 is gedurende twee dagen handmatig geënquêteerd bij de ingang van Artis. Daarnaast is de link naar de vragenlijst met een oproep op de forums van www.onlinemoeders.nl en www.happymoms.nl geplaatst. Ook heeft Stichting Fotoweek de enquête nogmaals via hun onlinekanalen verspreid. Het uiteindelijke aantal respondenten lag op 202.
7.2 Kwantitatieve resultaten Hier worden de belangrijkste resultaten weergeven die naar voren zijn gekomen uit de afgenomen enquêtes. Alle bijbehorende tabellen en diagrammen zijn terug te vinden in bijlage I.
Afstudeerscriptie Fotoweek
48
7.2.1 Wat verstaat de respondent onder een cultureel evenement of activiteit?
Associa'e cultureel evenement of ac'viteit Anders
5
Kijken van films
29
Maken van foto's
33
Boeken lezen
35 79
Bezoek brengen aan bv. Boekenweek Bezoek concert en podiumkunst
90 96
Bezoek museum
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Figuur 2: Associatie van een cultureel evenement of activiteit onder respondenten De respondenten is gevraagd naar hun associatie met een cultureel evenement of activiteit. Het is verassend dat fotograferen door slechts 33% van de ondervraagden wordt aangeven als culturele activiteit. Het bezoeken van een museum wordt daarentegen door de meeste mensen ingevuld (96%) als cultureel evenement of activiteit. Daarop volgen activiteiten als het bezoeken van een concert of podiumkunst (90%), het bezoeken van een culturele themaweek (79%). Het lezen van boeken (35%) en het kijken van films (29%) wordt in mindere mate geassocieerd met een culturele activiteit.
Afstudeerscriptie Fotoweek
49
7.2.2 Bezoekmomenten
Bezoekmomenten 100%
83%
80%
65%
60% 40% 20%
86% 68%
39% 22%
11%
0%
Figuur 3: Voorkeur bezoekmomenten cultureel evenement onder gezinnen Bij de uitslagen van de enquête komt duidelijk naar voren dat gezinnen met jonge kinderen voornamelijk een bezoek brengen aan een cultureel evenement in de middagen van het weekeind. 83% van de ondervraagden geeft de zaterdagmiddag als voorkeur aan, 86% van de respondenten geeft de zondagmiddag als voorkeur. Op de doordeweekse woensdagmiddag geven de meeste ouders de voorkeur (39%). Alle antwoorden zijn weergegeven in figuur 3. 7.2.3 Beweegredenen bezoek
Verveling 3%
Reden bezoek
Anders 2%
Makkelijk gezinsuitje 14% Plezier 41% Opvoeding/ educaMe van het kind 40%
Figuur 4: Redenen van gezinnen voor het bezoeken cultureel evenement
Afstudeerscriptie Fotoweek
50
Bij de redenen die gezinnen aangeven waarom ze een cultureel evenement bezoeken zijn er twee antwoorden die als belangrijkst worden ervaren. 86% van de respondenten geeft aan dat de reden voor bezoek van een cultureel evenement plezier is en 83% van de ondervraagden zegt te gaan ter bevordering van de opvoeding en educatie van het kind. 14% van de respondenten geeft aan dat ze een cultureel evenement bezoeken omdat het een makkelijk gezinsuitje is en 3% van de respondenten geeft aan uit verveling te gaan.
7.2.4 Belangrijke voorwaarde voor bezoek aan een cultureel evenement
Voorwaarde waar een cultureel evenement aan moet voldoen anders, nl.
6%
Goedkope of geen toegangsprijzen Evenement organiseert wedstrijden, Goed bereikbaar met OV Goede parkeervoorzieningen
58% 27% 42% 45%
Regionaal Specifiek voor kinderen
72% 44% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Figuur 5: Voorwaarde waar een cultureel evenement aan moet voldoen Er zijn twee voorwaarden waaraan een cultureel evenement vooral moet voldoen om gezinnen met jonge kinderen aan te trekken. Het is belangrijk dat de activiteit plaatsvindt in de regio (72%) en het is van belang dat er lage of geen toegangsprijzen worden gevraagd (58%). Ook goede parkeervoorzieningen en bereikbaarheid met het openbaar vervoer staan bij de gezinnen duidelijk hoog in het vaandel. Bijzonder is dat 6% van de ondervraagden als aanvullend antwoord heeft gegeven het belangrijk te vinden dat het evenement leuk moet zijn voor de kinderen, maar ook interessant moet zijn voor de ouders. Dat het evenement rondleidingen, wedstrijden of workshops organiseert, wordt als minder belangrijk ervaren.
Afstudeerscriptie Fotoweek
51
7.2.5 Beslissende partij binnen het gezin
Beslisser binnen het gezin Vader/ mannelijke verzorger 7%
Kind/kinderen 11%
Moeder/ vrouwelijke verzorger 82%
Figuur 6: Beslissende partij binnen het gezin soort gezinsuitje Onder de respondenten wordt aangegeven dat de moeder/vrouwelijke verzorger binnen het gezin de keuze maakt voor het gezinsuitje dat wordt bezocht. Er wordt zelfs aangegeven dat het kind nog eerder de keuze maakt welk wat er gedaan wordt en als laatste de vader/mannelijke verzorger binnen het gezin.
Afstudeerscriptie Fotoweek
52
7.2.6 Informatieverschaffing rondom gezinsactiviteiten
Informa'everschaffing over gezinsac'viteiten Anders, nl. Agendawebsites
3% 7% 36%
Websites van organisaMes of acMviteiten Digitale zoekmachines
17%
Facebook of andere social media
41%
Het kind/de kinderen
38%
Via andere ouders of verzorgers
57% 51%
Aanbevelingen via internet Reclame op televisie
27% 31%
Reclame/informaMefolders Krant
65%
Weekbladen en MjdschriVen
61% 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Figuur 7: Informatieverschaffing over gezinsuitjes De doelgroep, gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, heeft verschillend gereageerd op de vraag hoe ze omgaan met de informatieverschaffing rondom gezinsuitjes en culturele evenementen. Toch zijn er enkele media die er uitspringen. Zo geven de meeste mensen de voorkeur aan de krant (65%). Weekbladen en tijdschriften zijn daarna het populairst (61%). Na deze printmedia geven de ondervraagden aan dat ze vaak op de hoogte worden gebracht door andere ouders en verzorgers (57%). De daarop volgende populaire media zijn online, namelijk: aanbevelingen via internet (51%), via social media zoals Facebook (41%) en websites van de organisaties of activiteiten zelf (36%).
Afstudeerscriptie Fotoweek
8
53
Conclusie
In dit hoofdstuk zijn alle conclusies die getrokken kunnen worden na het onderzoek opgesomd in de paragraaf 8.1. Hierbij wordt een koppeling gemaakt tussen het uitgevoerde field- en deskresearch. Aan de hand van deze uitkomsten wordt de probleemstelling beantwoord in paragraaf 8.2.
8.1 Conclusie resultaten Aan de hand van het uitgevoerde field- en deskresearch kunnen de volgende conclusies worden getrokken: § Bezoekmomenten Zowel uit het literatuuronderzoek en de survey is naar voren gekomen dat de weekenden de populairste momenten zijn voor gezinnen om naar een cultureel evenement te gaan. Vooral de zaterdag- en zondagmiddag hebben de voorkeur van gezinnen. De woensdagmiddag is ook populair, maar vooral onder de mensen die parttime werken. § Belangrijke voorwaarde voor bezoek Voor gezinnen met jonge kinderen zijn er een aantal voorwaarden die meewegen bij de keuze welk cultureel evenement wordt bezocht. Zo geven de respondenten als belangrijkste voorwaarde dat het evenement in de regio plaatsvindt. De strijd om tijd en prijs is ook een belangrijk punt. Zo geven ouders aan dat lage tot geen toegangsprijzen belangrijk zijn. Dit is bij culturele uitingen als musea goed haalbaar, omdat hier minder menselijke handelen bij komt kijken (Linder, 1970). Dit past bij de laagdrempeligheid die Stichting Fotoweek met het evenement wil uitdragen. § Samenwerking musea Het is belangrijk voor Fotoweek om een nauwe samenwerking tussen Stichting Fotoweek en musea te generen. Dit is niet alleen belangrijk omdat het museumbezoek aanzienlijk stijgt en zo meer mensen binnen de doelgroep worden benaderd (Haan, 2010), maar ook omdat 83% van de ondervraagden aangeeft een cultureel evenement te bezoeken ter bevordering van de opvoeding en educatie van het kind. Onder culturele evenementen en activiteiten wordt vooral het brengen van een bezoek aan een museum (96%) verstaan. § Zapmentaliteit Uit fieldresearch is gebleken dat door de huidige vrije tijdsbesteding de voorkeur voor een culturele activiteit het zwaar te verduren heeft door de ‘zapmentaliteit’. Dit staat haaks op de discipline, het geduld en de concentratie wat cultuur van mensen vraagt. Doordat het maken van foto’s door slechts 33% van de respondenten wordt ervaren als culturele
Afstudeerscriptie Fotoweek
54
activiteit, zal dit minder snel daarop van toepassing zijn. Het plezier wat het maken en delen van foto’s met zich meebrengt, zorgt ervoor dat gezinnen daaraan tijd blijven besteden. Het is van belang dat de Fotoweek deze boodschap aan het publiek duidelijk maakt. § Moeder heeft de doorslaggevende stem Uit zowel het field- als deskresearch is gebleken dat de moeder binnen het gezin de doorslaggevende stem heeft bij het maken van de beslissing over welk gezinsuitje wordt ondernomen. Omdat het ondernemen van een culturele activiteit, in tegenstelling tot sport, minder vanuit het kind zelf komt is het belangrijk dat de ouders op de juiste manier worden benaderd. Een belangrijke voorwaarde voor bezoek, geven zeven respondenten specifiek aan in de enquête, dat het evenement niet alleen voor het kind maar ook voor de ouder leuk en leerzaam moet zijn. § Informatieverschaffing Onder de respondenten worden veel verschillende kanalen aangegeven die worden gebruikt voor de informatieverschaffing bij de keuze van de gezinsactiviteit. Als er vanuit het deskresearch wordt gekeken naar de informatieverschaffing rondom culturele evenementen dan is er bij de jongeren te zien dat internet veruit het meest gebruikte medium is. Ook bij ouderen is deze vorm van het zoeken naar informatie belangrijk. Toch is het belangrijk om te vermelden dat ouders vaak via hun omgeving op de hoogte worden gebracht over nieuwe ontwikkelingen. Voor specifieke informatie wordt er op het internet gezocht.
8.2 Beantwoording probleemstelling Met de conclusies die zijn getrokken in paragraaf 8.1. kan de probleemstelling als worden beantwoord ‘Wat zijn de wensen en behoeften van de doelgroep, gezinnen met minimaal één kind jonger dan 12 jaar, van Fotoweek ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement?’ De voornaamste wens en behoefte van gezinnen met jonge kinderen ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement is dat de activiteiten in de namiddag van de weekenden in de regio waar het gezin woont plaatsvinden. Als ze besluiten om een bezoek aan een cultureel evenement te brengen staan lage tot geen toegangsprijzen hoog in het vaandel. Ook vinden de ouders het belangrijk dat ze zelf plezier beleven en er ook nog wat van opsteken. Uiteindelijk vindt de ouder het belangrijk voor de educatie en opvoeding van het kind om een cultureel evenement te bezoeken. Ook plezier is een belangrijke factor. Het is van belang om ouders te stimuleren een cultureel evenement te bezoeken met het kind, omdat kinderen hier zelf niet snel daarvoor kiezen. De moeder is degene binnen het gezin die de
Afstudeerscriptie Fotoweek
doorslaggevende factor is voor welke gezinsactiviteit wordt ondernomen. Zij moeten zich door de communicatie van Fotoweek aangesproken voelen om deel te nemen aan het evenement. Fotograferen zelf wordt onder doelgroep niet echt als culturele activiteit gezien. Dit staat haaks op het feit dat de culturele markt het in de huidige maatschappij zwaar te verduren heeft doordat dit veel discipline, geduld en concentratie van mensen vraagt.
55
Afstudeerscriptie Fotoweek
56
Afstudeerscriptie Fotoweek
9
57
Advies
Met alle conclusies die getrokken zijn in het vorige hoofdstuk zal er in dit hoofdstuk een advies aan Stichting Fotoweek worden geformuleerd. Hiermee wordt de stichting enkele handvatten aangereikt omtrent eventuele aanpassing van hun landelijke programmering op de wensen en behoeften van gezinnen met jonge kinderen.
9.1 Verbeteringen binnen de landelijke programmering van Stichting Fotoweek Als de huidige landelijke programmering van Stichting Fotoweek naast de conclusies uit dit onderzoek worden gelegd, blijkt dat er onderdelen zijn die al goed aansluiten op de wensen en behoeften van de onderzochte doelgroep. Toch zijn er nog enkele punten van aandacht ten aanzien van de landelijke programmering. Hierbij zijn de volgende punten belangrijk: Bezoekmomenten De evenementen waar Fotoweek de doelgroep gezinnen met jonge kinderen mee wil bereiken, dienen voornamelijk in de (middag) van de weekenden plaats te vinden. Op die manier wordt het voor deze doelgroep aantrekkelijk om een bezoek te brengen aan de evenementen. Ook speelt het regionale karakter hierbij een grote rol. Zo is het voor een gezin belangrijk dat het evenement in de buurt plaatsvindt. Het is dus van belang dat de pop-up fotostudio verspreid door het hele land wordt aangeboden. Voorwaarde voor bezoek Het is van belang om de activiteiten die binnen het landelijke programma plaatsvinden goed te laten aansluiten bij de voorwaarden die gezinnen als belangrijk ervaren voor het bezoeken van een cultureel evenement. Zo moet het evenement niet alleen leuk voor kinderen zijn, maar moeten de ouders er zelf ook plezier aan beleven of het als nuttig ervaren. Het op de foto gaan met het gezin bij de fotograaf sluit hier goed op aan. Wel moet er duidelijk gekeken worden welk prijskaartje hier aan hangt. De gezinnen zouden naar verwachting hier slechts een kleine vergoeding voor over hebben. Aanbieden als gezinsactiviteit in plaats van culturele activiteit Doordat in onze huidige maatschappij vrije tijd erg onder druk staat, in combinatie met het cultiveren van de geest, is het belangrijk de programma onderdelen te promoten als gezinsactiviteit. Dit heeft alles te maken met de ‘zapmentaliteit’. Het is belangrijk dat gezinnen de Fotoweek niet ervaren als iets wat veel discipline, geduld en concentratie van ze vraagt. Het plezier van het maken en delen van foto’s moet de hoofdrol blijven spelen.
Afstudeerscriptie Fotoweek
58
Communicatie richten op de moeders Om gezinnen met jonge kinderen te bereiken is het van belang om de communicatie vooral te richten op de moeders. Zij zijn degenen die voornamelijk voor het gezin beslissen welk cultureel evenement er wordt bezocht of welke activiteit er wordt ondernomen. Daarom is het voor de Fotoweek belangrijk om de programmakrant te verspreiden via kanalen waar deze doelgroep zich voornamelijk bevindt. Denk bijvoorbeeld aan de huishoudbeurs, Libelle zomerweek of digitaal via kanalen als www.online-moeders.nl en www.happymoms.nl.
Afstudeerscriptie Fotoweek
59
10 Evaluatie In dit laatste hoofdstuk van het rapport wordt er aandacht besteed aan de voortgang en de afhandeling van het onderzoek. Zo wordt er in paragraaf 10.1 beschreven wat er goed ging bij het schrijven van dit onderzoek. De validiteit en generaliseerbaarheid worden in paragraaf 10.2 beschreven en ten slotte wordt er in paragraaf 10.3 gekeken naar de eventuele mogelijkheden voor vervolgonderzoek.
10.1 Wat ging er goed tijdens het onderzoek? Het onderzoeksproces voor mijn afstudeerscriptie is redelijk goed verlopen. Helaas heeft er door persoonlijke omstandigheden een kleine uitloop plaatsgevonden. Toch heb ik me redelijk aan de planning kunnen houden die ik op het begin als indicatie heb gemaakt. Omdat ik wekelijks bezig ben geweest met het schrijven en onderzoeken, voorkwam ik dat er op het laatste moment nog veel achterstallig werk ingehaald moest worden. Wel was het werven van respondenten veel moeilijker dan verwacht. Door nog extra respondenten te winnen is er nog handmatig geënquêteerd, wat veel tijd in beslag nam. Uiteindelijk ben in gestopt met het werven van respondenten omdat de rest van het onderzoek niet langer op zich kon laten wachten.
10.2 Validiteit en generaliseerbaarheid van het onderzoek Tijdens het uitvoeren van dit onderzoek heb ik uitsluitend gebruik gemaakt van betrouwbare bronnen. Dit verhoogt de validiteit van de uitgevoerde deskresearch. Helaas zijn er te weinig respondenten geworven om het onderzoek goed te generaliseren over de gehele doelgroep. Hiermee moet rekening worden gehouden.
10.3 Mogelijkheden voor vervolgonderzoek Het geschreven onderzoek geeft genoeg mogelijkheden voor eventueel vervolg onderzoek. Zo kan na het plaatsvinden van de Fotoweek eventueel onderzoek worden gedaan naar het bereik dat ze hebben gehad onder de doelgroep. Ook zou een nieuw landelijk programma voorgelegd kunnen worden onder de doelgroep, om hiermee de tevredenheid te testen. Tevens zouden de andere doelgroepen in vervolgonderzoeken ook verder toegelicht kunnen worden.
Afstudeerscriptie Fotoweek
60
Literatuurlijst Alles over marktonderzoek (2013). Steekproefcalculator. Geraadpleegd op 31 januari 2013 van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/Steekproef- algemeen/steekproefcalculator Baarda & Goede & Teunissen. (2009). Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff Uitgevers Bandura, A. & Debowski, S. & Wood, R.E. (2001) Impact of guided exploration and enactive exploration on self-regulatory mechanisms and information acquisition through electronic search, Journal of Applied Psychology, vol. 86, nr. 6, 2001, p.1129-1141 Baumol, W.J. & Bowen, W.G. (1965). On the performing arts: the anatomy of their economic problems. The American Economic Review. Vol.55, nr.1-2. P. 495-502 Beets, G. (2012). De Landelijke Jeugdmonitor. [jaarrapport 2012]. Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en het Centraal Bureau voor de Statistiek Boeije, H. & ’t Hart, H. & Hox, J. (2009). Onderzoeksmethoden. Utrecht: Boom onderwijs. BredaPhoto. (z.j.). BredaPhoto. Geraadpleegd op 16 juli 2013, van: http://www.bredaphoto.nl/nl/bredaphoto/ CBS. (26 april 2013). Regionale kerncijfers Nederland. Geraadpleegd op: 11 juli 2013 van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=70072NED&D1=111118&D2=0&D3=a&HDR=T&STB=G1,G2&VW=T CBS. (16 oktober 2012). Huishoudens; grootte, samenstelling, positie in het huishouden, 1 januari. Geraadpleegd op 27 mei 2013, van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71487ned CBS. (29 november 2011). Flinke toename museumbezoek. Geraadpleegd op: 25 oktober 2013 van: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2011/2011-musea-2009-art.htm CPNB. (z.j.a). Campagnes; Boekenweek. Geraadpleegd op 14 mei 2013, van: http://web.cpnb.nl/cpnb/campagne.vm?c=95 CPNB. (z.j.b). Over CPNB. Geraadpleegd op 14 mei 2013, van: http://web.cpnb.nl/cpnb/index.vm?template=over
Afstudeerscriptie Fotoweek
61
Crone, M. & Keuzenkamp, S. & Reijneveld, M. & Wiefferink, K. & Zeijl, E. (2005). Kinderen in Nederland. [Onderzoeksrapport]. Sociaal en Cultureel Planbureau & TNO Doorewaard, H. & Verschuren, P. (2000). Het ontwerpen van een onderzoek. Den Haag: Boom Lemma uitgevers.
De Parade. (z.j.) Info; de Parade. Geraadpleegd op: 14 mei 2013, van: http://www.deparade.nl/info/parade/ Duimel, M. & Schols, M. & Haan, de, J. (2011). Hoe cultureel is de digitale generatie? [onderzoeksrapport]. Sociaal en Cultureel Planbureau. Eijkel, A. van den. (2012). Activiteitenplan Fotoweek 2013. [rapport]. Nederlands Fotomuseum & Foam. Eijkel, A. van den. (2012). Communicatieplan Fotoweek 2013. [communicatieplan]. Nederlands Fotomuseum & Foam. Elling, A. (2002). Ze zijn er [niet] voor gebouwd. In- en uitsluiting in de sport naar sekse en etniciteit. Nieuwegein: Arko Sports Media. Fotofestival Naarden. (2013). Over het festival. Geraadpleegd op 16 juli 2013, van: http://fotofestivalnaarden.nl/praktische-informatie/ Ganzeboom, H. en P. de Graaf (1991). Culturele socialisatie en culturele participatie. Over de invloed van het ouderlijk milieu. In: R. Verhoeff en H. Ganzeboom (red.), Cultuur en publiek. Multidisciplinaire opstellen over de publieke belangstelling voor kunst en cultuur in Nederland (p. 133-157). Amsterdam: siswo. GERSHUNY, J. (2007) Veblen in reverse: evidence from the multinational Time Use archive, 29th Annual IATUR Conference 2007, Washington DC, 2007, p. 37-45 Groenenstein, T. van, Schoenmaker, R., Spangenberg, F. en Tepaske, E. (2010). Betekenis kunst en cultuur in het dagelijks leven. [onderzoeksrapport]. Stichting CultuurOndernemen/Motivaction International B.V. Haan, J. de (1997). Het gedeelde erfgoed; een onderzoek naar veranderingen in de cultuurhistorische belangstelling sinds het einde van de jaren zeventig. Rijswijk: Sociaal en Cultureel Planbureau (tweede editie 2001) (Het culturele draagvlak 3; scp-cahier 136). Haan, J. de (2001) De muze te vriend: De rol van sociale netwerken in culturele participatie.
Afstudeerscriptie Fotoweek
62
In: Ganzeboom, H.B.G. & Henrichs, H. (eds) De moede muze: Opstellen voor Wim Knulst, p. 40 - 60. Utrecht: Cultuurnetwerk Nederland. Haan, J. de & Schols, M. & Weert, C. van. (2010). Doet voorbeeld volgen? [Sociaal en cultureel rapport 2010]. Sociaal en cultureel planbureau. Hertecant, M. (2012) Informatiebehoeften van gezinnen rond (culturele) vrijetijdsactiviteiten. [Masterproef]. Cultuurnet Vlaanderen, Gezinsbond en Wetenschapswinkel Brussel. Jager, H. de (1967). Cultuuroverdracht en concertbezoek. Leiden: H.E. Stenfert Kroese N.V. Kruijff, J. de. (22 september 2012). Unseen Photo Fair. Geraadpleegd op 16 juli 2013, van: http://focusmedia.nl/nieuws/unseen.html Lange, R. (14 augustus 2011) Voor iedereen een show op de Parade in Amsterdam. Geraadpleegd op 14 mei 2013, van: http://www.metronieuws.nl/amsterdam/voor-iedereeneen-show-op-de-parade-in-amsterdam/SrZkhd!yT5h0CfmGDIg/ Museumweekend. (z.j.). Colofon. Geraadpleegd op: 14 mei 2013, van: http://www.museumweekend.nl/Home/Colofon.aspx Nagel, I. (2009). Cultural participation between the ages of 14 and 24: Intergenerational transmission or cultural mobility? In: European Sociological Review, jg. 26, nr. 5, p. 541-556 (esr.oxfordjournals.org/content/26/5/541.full). Nederlandse Museumvereniging. (z.j.). De vereniging: Doel en kernactiviteit. Geraadpleegd op: 14 mei 2013, van: http://www.museumvereniging.nl/Devereniging/Doelenkernactiviteiten.aspx Noorderlicht ©. (z.j.). Over Noorderlicht. Geraadpleegd op 16 juli 2013, van: http://www.noorderlicht.com/nl/info/over-noorderlicht/ Rightmartkonderzoek. (2011), voor- en nadelen enquête en panelgesprek. Geraadpleegd op: 4 juli 2013, van: http://www.rightmarktonderzoek.nl/ Rijksoverheid, Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. (mei 2011). Cultuur in beeld. [onderzoeksrapport] Verhoeven, N. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom Lemma Uitgevers WAK. (z.j.). Wat is de WAK? Geraadpleegd op 14 mei 2013, van: http://www.waknederland.nl/wat-is-de-wak.html#
Afstudeerscriptie Fotoweek
63
Wel, F. van (1993). Een cultuurkloof tussen de generaties? Cultuurstijlen onder jongeren en hun persoonlijke netwerk. In: Boekmancahier, jg. 5, nr. 17, p. 306-327.
Afstudeerscriptie Fotoweek
Bijlage I: tabellen en diagrammen enquête
64
Afstudeerscriptie Fotoweek
65
Afstudeerscriptie Fotoweek
Bijlage II: enquêtevragen
66
Afstudeerscriptie Fotoweek
67
Afstudeerscriptie Fotoweek
68
Afstudeerscriptie Fotoweek
69
Bijlage III: interview Annemarie van den Eijkel Annemarie van den Eijkel
8 juli 2013 22:11 Aan: carlijn Verhoeven
Re: vragen
Ha Carlijn, zie hierbij mijn antwoorden. Als je vragen hebt, bel me gerust. Vragen: 1. Waarom is er voor dit huidige landelijke programma gekozen? Landelijk programma bestaat uit:
- pop-up fotostudio
- fotograaf des vaderlands - Fotoweekbon
- Grootste Familiealbum van NL
- programmakrant (niet 100% een programmaonderdeel)
Randvoorwaarden waar elk onderdeel aan moet voldoen:
- landelijk bereik/overal aanwezig (bijv. de pop-up fotostudio's staan overal door NL)
- toegankelijk maar ook verdieping (bijv. door in een paar pop-up fotostudio's hele goede fotografen neer te zetten) Alle programmaonderdelen richten zich op een ander segment van de fotografie, samen belichten ze de hele breedte van de fotografie: - pop-up fotostudio is op de foto gaan en het plezier
- fotograaf des Vaderlands is kunst en vak
- Fotoweekbon: de studiofotograaf bezoeken, het echt weer op de foto gaan - Grootste familiealbum van NL: het plezier van het zelf maken en delen van foto's 2. Welke doelstellingen wil Fotoweek allemaal bereiken met de landelijke programmering?
Fotografie onder een breed publiek onder de aandacht brengen
- Fotografie als vak neerzetten, zonder af te doen aan alle amateurfotografen
- Het publiek in een maatschappij waar we continue met beeld worden geconfronteerd, weer stil te laten staan bij hoe bijzonder het is dat we ons leven kunnen documenteren. 3. Belangrijkste beoogde doelgroep die bereikt moet worden doormiddel van het landelijke programma? - Gezinnen met jonge kinderen
- Hobbyfotografen
(Grotendeels overlap)
-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐ Hartelijke groet, Annemarie van den Eijkel Projectleider Fotoweek 06 42 21 62 72 [email protected] www.defotoweek.nl -‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐-‐ Fotoweek Postbus 23282 3001 KG Rotterdam Op 4 juli 2013 11:33 schreef carlijn Verhoeven het volgende: Beste Annemarie, Alles goed?
Zou jij onderstaande vragen kort voor mij kunnen beantwoorden zodat ik die kan verwerken in mijn scriptie? Ik heb trouwens ook nog geen stagevergoeding van Foam ontvangen, kan dit kloppen? Alvast bedankt.
Met vriendelijke groet, Carlijn Verhoeven Vragen: 1. Waarom is er voor dit huidige landelijke programma gekozen?
2. Welke doelstellingen wil
Afstudeerscriptie Fotoweek
Fotoweek allemaal bereiken met de landelijke programmering?
3. Belangrijkste beoogde doelgroep die bereikt moet worden doormiddel van het landelijke programma?
70
Afstudeerscriptie Fotoweek
Bijlage IV: goedkeuring plan van aanpak
71
Afstudeerscriptie Fotoweek
72
Bijlage V: plan van aanpak Naam student: Carlijn Verhoeven
Profiel: RMP
Studentnummer: 500600935
Groep: RV402C
E-mailadres: [email protected] Telefoonnummer: 06-54724118
Paraaf voor akkoord student: Datum:
Naam eerste begeleider: M. van der Lugt Naam tweede begeleider: M. Aries Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent: Datum:
Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum:
Gegevens opdrachtgever: Bedrijf: Foam en Het Nederlands Fotomuseum Naam begeleider vanuit het bedrijf: Annemarie van den Eijkel Functie: Projectleider Fotoweek
Probleemsituatie: Foam en Het Nederlands Fotomuseum slaan de handen ineen om samen de eerste Fotoweek van Nederland te organiseren. Met dit grote landelijke evenement proberen ze fotografie in al zijn gedaantes onder de aandacht te brengen. Dit evenement is voor de professional tot de amateur en voor jong tot oud. Er zijn verschillende doelen opgesteld die de opdrachtgevers met Fotoweek willen bereiken. De missie die Fotoweek nastreeft: Fotografie landelijk in de schijnwerpers zetten, waarbij de waarde van fotografie in al haar vormen wordt gepresenteerd. Als kunst, als professie, als hobby en als de beeldtaal die we dagelijks gebruiken. Doelen: • Publiek bewuster laten kijken naar fotografie; • Podium bieden aan de professionele fotograaf en fotowinkels; • Publiek het plezier laten ervaren van zelf fotograferen. De volgende specifieke doelstellingen wil Fotoweek 2013 bereiken met hun landelijke campagne: • Laden van het merk Fotoweek onder het Nederlands publiek, thema is hieraan ondergeschikt; • Naamsbekendheid opbouwen onder de doelgroepen; • Kwalitatief goede basis leggen voor een jaarlijkse traditie;
Afstudeerscriptie Fotoweek
73
• Relatie opbouwen met partners en publiek. Criteria ontwikkeling campagne-activiteiten: • Acties dragen bij aan de propositie: ervaar de kracht van beeld; • Gericht op actie: publiek neemt deel aan een van de activiteiten van Fotoweek; • Gericht op een nationaal bereik: landelijke activiteiten en publiciteit; • Opzoeken van de doelgroepen: het publiek hoeft niet naar een specifieke plek, Fotoweek komt naar het publiek toe; • Voor partners is het eenvoudig om aan te haken bij landelijke activiteiten; • Er wordt continue een relatie gezocht tussen online en offline campagnemiddelen, waarbij online de continuïteit en de relatie met de doelgroep waarborgt; • In de middelen staat fotografie / beeld centraal; • Waar mogelijk werken we samen met sponsoren of organisaties, die zichzelf daardoor kunnen presenteren aan het publiek. Denk onder meer aan beneficiënten BGL, Calumet, Master Photographers Network (MPN), GkF, Fotobond en Stichting Nederlandse Fotovakhandel (SNF). (Z.j., 2012) Aangezien het voor beide opdrachtgevers de eerste keer is dat zij zo’n grootschalig evenement organiseren, is er weinig ervaring. Het is van belang dat bij dit eerste evenement zoveel mogelijk doelen worden bereikt, zodat dit een goede basis legt voor een jaarlijkse traditie.
Probleemstelling (het WAT van het onderzoek). Ondanks dat duidelijk in kaart is gebracht hoe Fotoweek zichzelf wil presenteren en welke doelen ze daar mee willen bereiken, heeft dit evenement te kampen met een enorm brede en grote doelgroep. In het activiteitenplan wordt aangegeven dat Fotoweek voor iedereen is. Om hun tone en voice te laten aansluiten geven ze aan zich voornamelijk te richten op: • • •
Families: gezinnen met jonge kinderen; Amateurfotografen: van kiekjes schieten tot semiprofessioneel; Cultuurliefhebbers en museumbezoekers.
Deze opsomming geeft nog weinig inzicht in de groep mensen waar Fotoweek voor is bestemd. Er is alleen vrijwel geen inhoudelijke kennis over de doelgroep gezinnen met jonge kinderen. De wensen en behoeften van deze doelgroep zijn nog niet duidelijk in kaart gebracht. Zodra ze hier wel een duidelijk beeld van hebben kan het landelijkprogramma hier beter op inspelen. Om die reden willen Foam en Het Nederlands Fotomusuem graag meer weten wat de wensen en behoeften van deze doelgroep is en hoe ze hun programmering hier optimaal op kunnen aanpassen. In de bovenstaande beschrijving van de probleemsituatie komt naar voren dat het voor het project Fotoweek van belang ik om kennis te hebben over de doelgroep. Er wordt al nauw samengewerkt met de doelgroepen cultuurliefhebbers en amateurfotografen. De kennis over families is echter nog wel beperkt. Daarom heeft Annemarie van den Eijkel gevraagd om onderzoek naar gezinnen met jonge kinderen te doen ten aanzien van de wensen en behoeften van de programmering bij een cultureel evenement.
Afstudeerscriptie Fotoweek
74
Er zal hier toegespitst worden op gezinnen met kinderen jonger dan 12 jaar. Met een uitgebreide kennis van de wensen en behoeften van deze doelgroep willen ze ervoor zorgen dat de landelijke programmering voor het evenement Fotoweek goed bij deze doelgroep aansluit. Zo proberen ze de doelgroep op de juiste manier te bereiken en zo meer bezoekers binnen deze doelgroep te trekken. Probleemstelling: ‘Wat zijn de wensen en behoeften van de doelgroep, gezinnen met kinderen jonger dan 12 jaar, van Fotoweek ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement?’
Doelstelling (het WAAROM van het onderzoek) Doelstelling: ‘inzicht krijgen in de wensen en behoeften van de doelgroep, gezinnen met kinderen jonger dan 12 jaar, van Fotoweek ten aanzien van de programmering van een cultureel evenement. Dit leidt tot een advies voor stichting Fotoweek.’
Deelvragen Deelvraag 1: Stichting Fotoweek 1.
Wie is Fotoweek?
1.1.
Wat doet Fotoweek?
1.2.
Wie is de beoogde doelgroepen van Fotoweek?
1.2.1. Primaire en secundaire beoogde doelgroepen. 1.3.
Wat is de doelstelling van het evenement Fotoweek?
Deelvraag 2: Cultureel evenement 3.
Wat is er in de literatuur bekend over culturele evenementen?
3.1. Wat is een foto- of cultureel evenement? 3.2. Welke evenementen, naast Fotoweek, richten zich ook op culturele activiteiten voor gezinnen met jonge kinderen? 3.2.1. Nationale culturele evenementen 3.2.2. Internationale culturele evenementen 3.3.
Hoe spelen soortgelijke evenementen met hun programmering in op de wensen en
behoeften van de doelgroep? Deelvraag 3:Programering 3. Wat wordt onder de programmering van een cultureel evenement verstaan? 3.1. Hoe ziet de landelijke programmering van Fotoweek eruit? 3.2. Waarom is er voor deze landelijke programmering gekozen?
Afstudeerscriptie Fotoweek
75
Deelvraag 4: Doelgroep 4.
Wat zijn de wensen en behoeften onder de doelgroep ten aanzien van een cultureel
evenement? 4.1. Hoe ziet de doelgroep, gezinnen met jonge kinderen, van Fotoweek eruit? 4.1.1. Groote van de doelgroep 4.1.2. Interesses van gezinnen met jonge kinderen? 4.1.3. Vrijetijdsbesteding van gezinnen met jonge kinderen? 4.1.4. Bezoek kunst en culturele evenementen van gezinnen met jonge kinderen? 4.2. Welke wensen en behoeften worden door de doelgroep als het belangrijkst ervaren ten aanzien bij het bezoeken van een cultureel evenement? Deelvraag 5: Concurrenten 5. Wie zijn de concurrenten van Fotoweek? 5.1. Hoe sluiten deze evenementen aan op de wensen en behoeften van de bezoekende doelgroep?
Matrix deelvragen/methode onderzoek Deskresearch
Fieldresearch Kwantitatief onderzoek
Deelvraag 1
X
Deelvraag 2
X
Deelvraag 3
X
Deelvraag 4 Deelvraag 5
X X
X
Kwalitatief onderzoek
X X
Verantwoording methode van onderzoek Door alle deelvragen te beantwoorden geeft dit een antwoord op de geformuleerde probleemstelling. De twee technieken, desk- en fieldresearch, worden zorgvuldig per deelvraag gekozen. De verantwoording hiervan kun je hieronder terug lezen.
Afstudeerscriptie Fotoweek
76
Literatuuronderzoek Door middel van literatuuronderzoek zijn er enkele deelvragen te beantwoorden. Er is veel literatuur beschikbaar over culturele evenementen. Relevante informatie uit deze literatuur zal ik meenemen in mijn onderzoek. Doordat er intern bij de organisaties Foam en het Nederlands Fotomuseum al het een en ander geschreven in rondom Fotoweek zal dit antwoord geven op de inhoudelijke vragen rondom de Stichting Fotoweek. Mochten er naast deze teksten toch nog onduidelijkheden zijn dan zullen Annemarie van den Eijkel (projectleider), Marloes Krijnen (directrice Foam) en Ruud Visschedijk (directeur Nederlands Fotomuseum) beschikbaar voor interviews. Voor de theorievragen die inhoudelijk in zullen gaan op de begrippen zullen beantwoord worden aan de hand van relevante en beschikbare literatuur. Deze kunnen zowel online als offline te raadplegen zijn. De antwoorden die voortkomen uit mijn literatuuronderzoek vormt mijn theoretisch kader. Deze informatie zal ik meenemen naar mijn deskresearch. De volgende bronnen zullen gebruikt worden: •
Boeken Hieronder wordt alle relevante literatuur verstaan die beschikbaar is via onder andere bibliotheken en persoonlijk bezit. Boeken die aansluiten bij mijn onderwerpen zijn:
• • • • • •
o Management voor de culturele sector, N. Mulder, T. Lammers & J. Kolsteeg; o Cultureel ondernemerschap, G. Hagoort; o Evenementen support, L. Kaarsgaren; o Een professionele aanpak van evenementen, J. Verhaar. o Handboek voor cultureel ondernemen, P. Scholten, M. Altink, B. Franssen. o Culturele competentie, P. van Nispen, A. van Stralen, Anita C.M. van Stralen. o Creative industries, G. Hagoort, R. Kooyman. Offline artikelen Online artikelen Onderzoeken Online filmpjes Online presentaties Ervaringsdeskundigen
Mocht er tijdens het zoeken naar bovenstaande bronnen andere betrouwbare bronnen gevonden worden in welke vorm dan ook, zal ik deze meenemen in mijn onderzoek. Interviews Door het voeren van interviews met verschillende ervaringsdeskundigen geeft mij dit de mogelijkheid om antwoord te krijgen op specifieke vragen omtrent kunst en culturele evenementen en hun programmering. Ondanks dat er interviews worden afgenomen zal dit wel vallen onder deskresearch. De volgende mensen zijn bereid om mee te werken aan (verschillende) gesprekken, die kunnen bijdragen aan mijn deskresearch: • • • • • •
Joke Smit, directeur Fotofestival Naarden; Ton Broekhuis, directeur Noorderlicht; Nicole van Vessum, directeur de Parade; Annemarie van den Eijkel, projectleider Fotoweek; Sasha Stone, projectleider Unseen; Eppo van Nispen tot Sevenaer, directeur CPNB/Boekenweek/Poëzieweek;
Afstudeerscriptie Fotoweek
• •
77
Ruud Mulder, auteur van het boek ‘Kunst van cultuurmarketing’; Jessica van der Tol, programmeur en productieleider Uitmarkt Amsterdam.
Het voordeel bij het ondervragen van deze ervaringsdeskundige is dat zij precies weten hoe de markt in elkaar zit. Dit geeft niet alleen aanvullende informatie voor mijn onderzoek maar verbreedt ook mijn blik op wat er in de markt van kunst en cultuur allemaal te doen is. Enquêtes Door inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van de te onderzoeken doelgroep ten aanzien van een cultureel evenement ga ik achterhalen met enquêtes. De vragen die gesteld zullen worden zijn half open. Met de informatie die ik heb opgedaan vanuit mijn theoretisch kader zal al enige kennis zijn over de doelgroep. Met de afgenomen enquêtes zal er voornamelijk antwoord komen op welke wensen en behoeften de doelgroep heeft. Wat gezinnen met jonge kinderen verwachten van een programmering van een cultureel evenement en met de doelgroep vergroot kan worden. Voordat de enquête wordt afgenomen zal deze bij worden voorgelegd bij een enkeling uit de doelgroep. Zo kom ik erachter of de opbouw goed is en of er nog fouten en onduidelijkheden zijn over de vragen. De antwoorden die zullen voortkomen uit de afgenomen enquêtes worden gekoppeld aan een codeboek. Dit codeboek zet alle gemeten kenmerken om naar variabelen die bruikbaar zijn bij de analyse. Hiermee wordt de basis gelegd voor het invoeren van de gegevens in een spreadsheet. De programma’s Excel of SPSS kunnen beide gebruikt worden bij de uiteindelijke analyse. Er is voor gekozen gebruik te maken van een enquête en survey onderzoek, om zo beter inzicht te krijgen in de wensen en behoeften van een grote groep mensen. Tevens hoop ik met deze methode een betere steekproef’ uit te voeren, door meer mensen in heel Nederland te bereiken. Zo kan er beter gekeken worden naar de wensen en behoeften van een grote groep mensen, verspreid door het hele land en binnen een kort tijdsbestek. Mijn enquête wordt afgenomen bij Nederlandse huishoudens met kinderen, waartoe 65% van de bevolking in Nederland wordt gerekend. (CBS,2007) Dit zijn omgerekend (16,7 miljoen :100 x 65) 10.855.00 mensen. Om op een betrouwbaarheid van 95% te komen zullen er 384 respondenten mijn enquête moeten afnemen. (allesovermarktonderzoek, 2013) De respondenten voor de enquête zullen via verschillende kanalen worden benaderd. krijg ik steun van zowel Foam als het Nederlands Fotomuseum. Zij hebben beide online een groot bestand waarin de doelgroep zich bevindt en zo benaderd kan worden.De interviews zullen voorafgaand aan de enquêtes worden afgenomen. Hierin zullen de beweegredenen van de doelgroep beter naar voren komen. Ook zal ik de enquête voorleggen om zo fouten te onderscheppen en om ideeën van de doelgroep boven water te krijgen. Hoe ik de deelvragen meetbaar wil maken aan de hand van mijn enquête laat ik zien in onderstaand onderzoekontwerp
Afstudeerscriptie Fotoweek
78
Concept hoofdstukindeling (zie intranet voor voorbeeld) Titelblad Voorwoord Hier wordt de lezer geïnformeerd over de persoonlijke achtergrond van mijn scriptie.
Begrip
Meetbaar maken
Meetinstrument
Bezoek cultureel
Regelmaat bezoek cultureel evenement?
Alle half open vragen
evenement Belangrijkste reden bezoek cultureel evenement? Keuze cultureel evenement? Vrije tijd
Andere vrijetijdsbesteding?
Alle half open vragen
Grootste interesse? Meeste tijdverdrijf in vrijetijd? Wensen behoeften
Belangrijkste wensen en behoeften ten
Open vraag
aanzien cultureel evenement? Verwachtingen cultureel evenement?
Meervoudig antwoord
Programmering
Voorwaarde programmering cultureel evenement voor bezoek?
Half open vraag
Afstudeerscriptie Fotoweek
79
Managementsamenvatting Samenvatting Hier kan de lezer een samenvatting van het onderzoek vinden met de belangrijkste bevindingen die naar voren zijn gekomen. Inhoudsopgave 1. Inleiding In dit hoofdstuk is de aanleiding van het onderzoek te lezen samen met de probleemanalyse, de probleemstelling, de doelstelling en de relevantie van het onderzoek zullen aan bod komen 2. Methoden en technieken In dit hoofdstuk is een beschrijving van de methode en technieken omtrent het onderzoek zoals begripsafbakening en voor- en nadelen gekozen methodiek. 3. Stichting Fotoweek In dit hoofdstuk zal een uitgebreide omschrijving te vinden zijn over de geschiedenis van Stichting Fotoweek, wat de beoogde doelen zijn van het evenement en wie de doelgroepen zijn van het evenement. 4. Cultureel evenementen In dit hoofdstuk is meer te lezen over wat een cultureel evenement precies inhoudt. Welke kunst en cultuurevenementen er nog meer zijn die zicht richten op gezinnen met jonge kinderen. 5. Programmering In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan wat er precies wordt verstaan onder de programmering van een cultureel evenement. Hoe gaan andere culturele evenementen hier mee om en hoe ziet de beoogde landelijke programmering van Fotoweek eruit. 6. Doelgroep In dit hoofdstuk wordt de doelgroep omschreven aan de hand van informatie uit zowel desk- als fieldresearch 7. Concurrenten In dit hoofdstuk worden de concurrenten van Stichting Fotoweek omschreven en wordt er gekeken hoe hun omgaan met de wensen en behoeften van hun doelgroep ten aanzien van de programmering. 8. Resultaten In dit hoofdstuk staat een beschrijving van alle resultaten die naar voren zijn gekomen uit de afgenomen enquêtes. 9. Conclusie Beschrijving van de verbanden die gelegd kunnen worden tussen het field- en
Afstudeerscriptie Fotoweek
80
deskresearch. 10. Advies In dit hoofdstuk wordt er met de resultaten uit het onderzoek een terugkoppeling gemaakt naar de probleemstelling en daar een advies gegeven aan Stichting Fotoweek hoe het landelijk programma optimaal aan kan sluiten op de wensen en behoeften van gezinnen met jonge kinderen. 11. Evaluatie Wat ging er goed en minder goed tijdens het onderzoek 12. Bronnen 13. Bijlage
Advies / eindproduct Het eindproduct wordt een adviesrapport voor het evenement Fotoweek, waarin alle benodigde informatie is te vinden over de manier waarop het beste met de programmering kan worden Tijdsplanning aangesloten op de wensen en behoeften van de doelgroep gezinnen met kinderen jonger dan 12 jaar. (minimaal: enquêtemomenten/ interviewmomenten, voorleggen concept-hoofdstuk of onderdeel aan docent, afstudeermoment) Voor werkplanning zie bijlage I
Afspraken over de begeleiding Welke afspraken wil je maken over de begeleiding tijdens het afstudeertraject? Samen met Annemarie van den Eijkel zal er wekelijks op maandag de voortgang en evaluatie van mijn afstudeer scriptie worden besproken.
Afstudeerscriptie Fotoweek
81
Afstudeerscriptie Fotoweek
82
Bijlage VI: Toestemmingsformulier publicatie Redactie / Mediaproductie Toestemmingsformulier publicatie HVA scripties online Door ondertekening van dit formulier, geeft de ondergetekende toestemming voor publicatie van de afstudeeropdracht op Scripties Online.
Afstudeeropdracht Auteur: Carlijn Verhoeven E-‐mailadres: [email protected] Titel : Een onderzoek naar de wensen en behoeften van gezinnen rondom de programmering van een cultureel evenement Afstudeerprofiel: Redactie/mediaproductie Docent-‐begeleider: Marcel van der Lught Beoogde afstudeerdatum: 10 september 2013 Paraaf voor akkoord auteur 10 september 2013 Datum paraaf
vertrouwelijk: nee
Afstudeerscriptie Fotoweek
83