een kleine tentoonstelling HENRI PIRENNE
en Mahomet et Charlemagne : genese en wedervaren van een historische hypothese
een kleine tentoonstelling Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
woord vooraf Waarde bezoeker, Welkom op de tentoonstelling Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese. Zoals de titel aangeeft concentreert deze expositie zich in hoofdzaak op het ontstaan, de receptie en de recuperatie van deze belangwekkende these over het begin van de middeleeuwen en de invloed van de Islam op West-Europa. Geconcipieerd tijdens Pirenne’s ballingschap in Duitsland in de eerste wereldoorlog, uitgewerkt in het naoorlogse klimaat van zoeken naar nieuwe zekerheden en anti-Duits ressentiment, uitgedragen door een begenadigd spreker die de status van eminent historicus combineerde met die van nationale held, verkondigd van Antwerpen tot Algiers, van Oslo tot Caïro en langsheen de belangrijkste universiteiten in de Verenigde Staten en tot op heden in het brandpunt van intellectuele en politieke discussies: de Pirennethese biedt zeker stof genoeg voor een bescheiden tentoonstelling en een eigen website. De tentoonstelling bestaat uit twee complementaire opstellingen. Het ‘klassieke’ luik leidt u aan de hand van de uitleg in deze wandelgids langs de verschillende KASTJES, waarin stukken uit het rijke Pirenne-archief van de ULB (in deze wandelgids zo aangeduid) het verhaal illustreren van de genese en het wedervaren van de Mahomet et Charlemagne-these in relatie tot Pirenne’s leven en werk. Omdat het archief destijds werd ingebonden in dikke, lederen mappen kunnen we helaas nauwelijks originelen tonen; scans van de stukken gemaakt in het labo van de centrale bibliotheek van de UGent bieden hiervoor een uitkomst. Ze worden aangevuld met originele foto’s uit het universiteitsarchief en boeken uit de universiteitsbibliotheek. Daarnaast werd een interactieve tijdlijn ontwikkeld die aan de hand van belangrijke jaartallen een overzicht schetst van Pirenne’s leven en werk. U kan willekeurige data aanklikken, de volledige tijdlijn doorlopen of aan de hand van de ‘M&Ch’-logo’s bij de jaartallen het verhaal van de Mahomet
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
|
et Charlemagne-these volgen van bij haar ontstaan tot op heden. Terug- of verdergaan in de tijd doet u door eenvoudig met één of meerder vingers over de tijdlijn te schuiven. U kan data en foto’s aanklikken voor meer informatie en afbeeldingen vergroten door ze met beide handen ‘open te trekken’ (handig als u de tekst van een manuscript wil lezen). Kaders sluiten doet u door het kruisje rechts bovenaan aan te tikken. Wie na een bezoek aan deze tentoonstelling geprikkeld is om meer te lezen over Henri Pirenne en zijn Mahomet et Charlemagne, verwijzen we graag door naar de site www.henripirenne.be. U vindt er het uitgebreide verhaal achter de teksten die we op deze expositie onvermijdelijk beknopt moesten houden, verder illustratiemateriaal en links naar aanvullende artikels of websites. We wensen u een aangenaam bezoek.
Deze tentoonstelling en website kwamen tot stand in het kader van het Pirenne-jaar dat de Universiteit Gent in samenwerking met de ULB organiseert in het academiejaar 2008-2009. Startschot werd gegeven door een academische zitting op 18 november 2008 met Martha Howell als gastspreker. Volgen nog een internationaal colloquium over leven en werk van Pirenne op 27 en 28 maart in Gent en in Brussel, en een programma in het teken van Pirenne’s Mahomet et Charlemagne tijdens de ‘week van de middeleeuwen’ (van 4 tot 8 mei), georganiseerd door het Einhard-Instituut.
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
|
inleiding Henri Pirenne
Henri Pirenne (1862-1935) is zonder twijfel de meest vermaarde Belgische geschiedkundige. Na zijn studie Letteren en Wijsbegeerte in Luik werd hij benoemd als professor in de middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit Gent. Hij doceerde over de groei van de middeleeuwse steden en de rol van de islam bij de val van het Romeinse Rijk. Gefascineerd als hij was door wetenschappelijke disciplines als sociologie, economie en psychologie, nam hij als eerste Belgische historicus een kijkje buiten de muren van zijn eigen vakgebied. Zijn inspirerend onderwijs maakte hem tot de vader van de zogeheten Gentse historische school. Zijn monumentale werk Histoire de Belgique en zijn Pirenne-these over de invloed van de islam op de (West-)Europese geschiedenis, maken hem tot op heden bekend in binnen- en buitenland.
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Mahomet et Charlemagne
Men kan een vroege verwijzing zien naar het idee achter Mahomet et Charlemagne in studentennota’s van Pirenne’s lessen uit 1889, maar algemeen wordt aangenomen dat Pirenne zijn these concipieerde in ballingschap in Duitsland omstreeks 1917. Na zijn eerste artikel over het onderwerp in 1922 publiceerde Pirenne een rist detailstudies om verdere bewijslast te zoeken en verdedigde hij zijn stelling in tal van lezingen in binnen- en buitenland. Kort voor zijn dood in 1935 voltooide hij het manuscript voor het boek Mahomet et Charlemagne, dat postuum werd uitgegeven in 1937 en tot op heden discussie opwekt. Samengevat komt de these er op neer dat de ‘donkere middeleeuwen’ volgens Pirenne niet werden ingeluid door de Germaanse invallen, zoals traditioneel werd aangenomen, maar door de Arabische veroveringen enkele eeuwen later. De controle van de Arabieren over het Middellandse Zeegebied zou een breuk hebben betekend in de handel tussen Oost en West, waardoor West-Europa zich in de Karolingische tijd terug moest plooien op zichzelf en de feodale, autarkische samenleving ingang vond. De Islam stond op die manier aan de wieg van onze West-Europese beschaving, of zoals Pirenne het verwoordde: ‘Sans Mahomet, Charlemagne n’était inconcevable.’
Titelblad van het boek Mahomet et Charlemagne uitgegeven in 1937
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
|
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Kast 1
De voorspoedige jaren, 1886-1913 Geboorte en jeugd in Verviers
Henri Pirenne werd op 23 december 1862 geboren in een familie van textiel ondernemers in Verviers. Zijn vader, Lucien Henri Pirenne, en zijn moeder, Marie-Virginie Duesberg, stamden allebei van een belangrijk Verviers geslacht. De fabriek Pirenne-Duesberg die Pirenne verondersteld werd later over te nemen was de eerste die op grote schaal mechanische weefgetouwen installeerde. Pirenne’s educatie begon op 7 jaar aan de Ecole Industrielle et Littéraire van Verviers. Daar bleek al snel dat hij niet voldoende talent had voor wiskunde om later ingenieursstudies aan te kunnen vatten aan de universiteit als voorbereiding op het ondernemerschap. Dat Pirenne van kindsbeen af geconfronteerd werd met de ambities, de mogelijkheden en de risico’s van industrie en handel was wel bepalend voor zijn latere belangstelling en inzicht als historicus in zowel de economische als de sociale aspecten van de laatmiddeleeuwse bedrijfswereld. Roeping als historicus aan de Universiteit van Luik
In 1879 begon Pirenne Letteren en Wijsbegeerte te studeren aan de Rijksuniversiteit van Luik ter voorbereiding op een graad in de Rechten. Daar raakte hij in de ban van de lessen van Godefroid Kurth over de middel eeuwen. De invloed van de conservatieve katholiek Kurth op de ‘roeping’ van Pirenne als historicus is dermate groot geweest dat Jan Dhondt – in een knipoog naar Pirenne’s bekende baseline van Mahomet et Charlemagne – later opmerkte dat ‘Sans Kurth, il n’y aurait probablement pas de Pirenne.’ Pirenne’s vier jaar te Luik vielen ook samen met de vier jaar dat Paul Fredericq er geschiedenis onderwees. Het grootste deel van hun loopbaan zouden Pirenne en Fredericq collega’s blijven aan de Gentse universiteit. Ze zouden ook de meest dramatische wending in hun leven – twee jaar gevangenschap in Duitsland tijdens WO I – met elkaar delen. Op 6 juli 1883 behaalde Henri Pirenne het doctoraat in de geschiedenis met Histoire de la constitution de la ville de Dinant au Moyen Âge. In
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
|
zijn doctoraat kwam één van de onderzoeksthema’s naar voren waarmee Pirenne internationale roem zou verwerven: de middeleeuwse stad en haar instellingen. Een nieuwe stad, een nieuw elan
Al snel na zijn benoeming aan de Luikse universiteit in 1885 aanvaardde Pirenne, op 9 september 1886, een benoeming aan de Gentse Universiteit voor de algemene geschiedenis van de middeleeuwen en de geschiedenis van België. In 1889 werd hij bevorderd tot Gewoon Hoogleraar: een ongewoon snelle academische carrière voor een Vervierse jongeman die eigenlijk textielbaron zou worden. Pirenne fungeerde als motor van fundamentele hervormingen van het hoger onderwijs en het onderzoek in België. Rond zijn 30e had hij reeds een benijdenswaardige reputatie bereikt onder Europese historici waar de Gentse Universiteit mee van profiteerde. De jonge docent raakte al snel ingeburgerd in de Gentse society. Op 19 december 1887 huwde hij met Jenny Vanderhaeghen, dochter van een gegoede Gentse burgerfamilie. Het huwelijk bracht vier zonen voort, Henri-Edouard, later hoogleraar ethica en metafysica te Gent (1888), Jacques, de latere hoogleraar aan de ULB en secretaris van koning Leopold III (1891), de in WO I gesneuvelde Pierre (1895) en Robert, substituut-procureur van de Koning (1900). De eerste kiemen van de Pirenne-these?
In notities die de student G. Würth maakte tijdens Pirenne’s cursus ‘Politieke Geschiedenis van de Middeleeuwen’ duiken enkele vroege aanwijzingen op van de Mahomet et Charlemagne-these. Volgens deze notities noemde Pirenne de Middellandse Zee reeds in 1889 een ‘lac musulman’ en wees hij toen reeds op de rol van de Islam op de West-Europese geschiedenis. Toch bewijst dit niet dat Pirenne reeds voor de eerste wereldoorlog of zelfs voor de eeuwwisseling zijn befaamde these concipieerde. Pirenne’s biograaf Bryce Lyon kon na onderzoek van de archieven de genese van de Pirenne-these situeren in de periode van Pirenne’s ballingschap te Duitsland (1916-1918). Productieve jaren
Pirenne bouwde in deze periode een stevige reputatie op als historicus. In 1891 publiceerde hij Histoire du meurtre de Charles Le Bon, comte de Flandre (1127-1128) par Galbert de Bruges, de eerste wetenschappelijke editie van een voor de geschiedenis van het middeleeuwse Vlaanderen bijzondere tekst: het ‘dagboek’ van de grafelijke klerk Galbert van Brugge, een ooggetuigenverslag 10
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
van de dramatische politieke crisis in het graafschap Vlaanderen veroorzaakt door de moord op graaf Karel de Goede in 1127. In 1893 verscheen het invloedrijke artikel L’origine des constitutions urbaines au moyen âge, dat Pirenne’s naam onder de aandacht bracht van de Europese intellectuele wereld en waarin hij een eerste, voorzichtige aanloop nam tot zijn latere, vermaarde Mahomet et Charlemagne-these: “Quand la Méditerranée est devenue un lac musulman, c’en est fait, et l’on entre alors décidément dans l’âge agricole du moyen âge.” Net voor de eeuwwisseling verscheen het eerste, Duitstalige, deel van Pirenne’s magnum opus de Histoire de Belgique, onder de titel Geschichte Belgiens. Pirenne schreef het op bestelling van zijn vriend Karl Lamprecht in het kader van diens reeks Geschichte der Europäischen Staaten. Met de Histoire de Belgique, waarvan het laatste deel in 1932 zou verschijnen, oogstte Pirenne groot succes en werd hij gebombardeerd tot ‘historicus van België’ en ‘nationaal geschiedschrijver’. Zijn status zou na WO I alleen maar toenemen. In 1902 verscheen zijn Chronique rimée des troubles de Flandre en 1379-1380. De tekstuitgave getuigde zowel van zijn vaktechniek als van zijn belangstelling voor sociale bewegingen en stedelijke politiek. Zijn status als eminent historicus bezorgde hem inmiddels het lidmaatschap van tal van prestigieuze commissies en genootschappen en een eerste van talrijke benoemingen als Doctor Honoris Causa (Leipzig, 1909). In 1910 publiceerde Pirenne Les anciennes démocraties des Pays-Bas, een werk dat andermaal getuigt van zijn fundamenteel vernieuwende aanpak, die inzichten en modellen uit de andere sociale wetenschappen combineerde om tot een globale inschatting van een tijdperk en van een problematiek te komen. In mei 1914 bracht Pirenne het opmerkelijke artikel Les périodes de l’histoire sociale du capitalisme uit. In dit artikel kwam hij heel dicht bij het comparatisme van een Max Weber en de denkbeelden van Karl Marx. Het behoort samen met zijn studies over de stedelijke instellingen tot Pirenne’s meest vernieuwende en creatieve teksten voor de dramatische kentering vanaf de Eerste Wereldoorlog.
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 11
Een eerste hulde aan de meester
Naar aanleiding van de kaap van 25 jaar professoraat aan de Rijksuniversiteit Gent en de voltooiing van het vierde volume van de Histoire de Belgique werd Pirenne in 1912 gevierd in het Palais des Académies in Brussel. Op de manifestatie werd de stichting van een Fondation Pirenne aangekondigd. Honderden vrienden en collega’s waren present, koning Albert stuurde een telegram met felicitaties. In zijn dankrede toonde Pirenne zich bewust van de gelukkige omstandigheden waarin zijn familieleven en carrière tot op dat moment hadden kunnen bloeien. De voorspoed zou niet blijven duren: WO I veroorzaakte een bruuske ommekeer in het leven van Pirenne. De gebeurtenissen zouden zijn kijk op het leven en op de geschiedenis fundamenteel veranderen.
12
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Kast 2 |kast 3
De schok van de eerste wereldoorlog, 1914-1918 De grote kentering
Aan de vooravond van WO I was Pirenne zich nauwelijks bewust van de troebele tijden die op komst waren. Hij werkte naarstig aan het vijfde volume van zijn Histoire de Belgique en onderhield zijn vriendschap met Duitse historici als Arnheim en Lamprecht. De Duitse oorlogsverklaring in augustus 1914 kwam als een schok, zeker toen Pienne inzag dat de ‘schuldigen’ ook onder gerenommeerde historici moesten worden gezocht, die de oorlog verdedigden als een heilige missie die de superieure Duitse Kultur over Europa zou brengen. Arnheim, Lamprecht en de vele anderen die kort voordien nog zijn vrienden waren geweest, werden plotsklaps zijn vijanden. In november sneuvelde zijn zoon Pierre aan de Yzer; hij was negentien. Begin 1916 overleed ook Pirenne’s leermeester Kurth, een van de eerste Belgen die de Duitse methode had overgenomen, gedesillusioneerd en gebroken door het gedrag van de Duitse bezetter. Vernederlandsing van de Universiteit
De Gentse universiteit bleef na de Duitse inval in augustus 1914 gesloten. De opening van het nieuwe academiejaar werd uitgesteld in afwachting van verdere instructies van de Belgische regering. In september 1915 peilde de Oost-Vlaamse Zivilpräsident Friedrich Ecker naar de bereidheid van de Gentse hoogleraren om hun colleges het volgende academiejaar te hernemen. De Gentse academieraad reageerde, vooral onder invloed van Henri Pirenne, Joseph Bidez en Paul Fredericq, met een categoriek neen. Toen Von Bissing eind 1915 de vernederlandsing van de Gentse universiteit bekendmaakte, rees uit Franstalige hoek onmiddellijk scherp protest. Begin februari 1916 werd een nieuwe enquête gehouden onder de Gentse professoren, nu met de vraag of zij in staat waren om in het Nederlands te doceren. De antwoorden waren nog een stuk negatiever. Bij de Duitse overheid rees het vermoeden dat er sprake was van georchestreerd verzet aangevoerd door Pirenne en Fredericq.
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 13
Ballingschap in Duitsland
Op 18 maart werd Pirenne ’s ochtends opgeschrikt door gebons op de deur: een Duitse politieofficier verzocht hem onmiddellijk mee te komen naar de Kommandatur. Daar werd hij er bruusk van op de hoogte gebracht dat hij onder arrest stond en binnen het uur als gevangene zou worden overgebracht naar Duitsland. Geen verdere argumentatie, geen tijd om afscheid te nemen van zijn geliefden. Zijn vrouw kon via een briefje aan de werkvrouw nog snel een deken laten brengen voor de reis. Op hetzelfde moment werd ook Fredericq naar Duitsland gedeporteerd. Ze zouden er beiden twee jaar en acht maanden in ballingschap moeten doorbrengen. Officierenkamp Krefeld
Terwijl Fredericq naar een kamp voor burgergevangenen was gestuurd in Gütersloh, verbleef Pirenne aanvankelijk in een kamp te Krefeld, als enige burger tussen 800 Belgische, Britse, Franse en Russische officieren. Het kamp had een theater, bibliotheken en een schooltje en Pirenne bewoonde er een sobere, maar afzonderlijke kamer in barrak 58. Gefascineerd door de hem totaal onbekende Russische taal en cultuur sloot hij vriendschap met een Russische Luitenant die hem Russisch leerde (Pirenne’s oefenschriftjes zijn bewaard in zijn archief ) en hem inwijdde in de Russische geschiedenis. Deze intellectuele ervaring leidde zijn historisch perspectief voorbij de grenzen van West-Europa en richtte zijn aandacht op Byzantium en de impact van de Arabieren en de Islam op het Middelandse Zeegebied. Die invalshoek zou aan de basis liggen van Mahomet et Charlemagne. Internationaal protest
Intussen was Pirenne’s hechtenis niet onopgemerkt voorbijgegaan. De intellectuele en politieke wereld ondernam verwoede pogingen om de Gentse professoren vrij te krijgen. Talloze persberichten en editorialen uit binnenen buitenland spuiden hun verontwaardiging over deze nieuwe barbaarse daad van de Duitsers. Petities door een internationaal professorenkorps werden aan Von Bissing overgemaakt. Koning Alfonso XIII van Spanje, President Wilson en het Vaticaan ijverden bij de Duitse Keizer voor hun vrijlating. Zonder resultaat. Burgerkamp Holzminden
Een maand na zijn aankomst in Krefeld gaf Pirenne zijn eerste les over de middeleeuwen en al snel doceerde hij twee drukbezochte lessen per week over Europese Geschiedenis. Midden mei 1916 werd hij echter overgeplaatst 14
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
naar een kamp voor burgergevangenen in Holzminden. Zijn hoop dat dit kamp op maat zou zijn voor burgers van ‘gegoede stand’ werd al snel aan diggelen geslaan: in deze barakken leefden zo’n 10 000 Oost- en WestEuropese burgergevangen van allerlei allooi door mekaar. Het was een stad op zich, maar wel één met armzalige faciliteiten en een totaal gebrek aan privacy. Maar Pirenne kon boeken ontlenen en kreeg soms zoveel voedselpakketten en sigaretten toegestuurd dat hij ze kon uitdelen aan zijn minder gefortuneerde medegevangenen. Hij zette ook zijn studie van het Russisch verder en doceerde over de sociale en economische geschiedenis van Europa. Het vak werd al snel zo populair dat de toehoorders zich verdrongen buiten de barakken en men desondanks ‘de luizen in het rond kon horen springen’. Universiteitsstad Jena
Eind augustus 1916 werden Pirenne en Fredericq onder internationale druk overgebracht naar Jena, waar ze van de universiteitsfaciliteiten gebruik mochten maken en verbleven in Hotel Zum Schwarzen Bären. Ze moesten zich er tweemaal per week aandienen bij de Oberbürgermeister en hun correspondentie laten passeren via de censuur. Pirenne ondervond er hoe Duitse intellectuelen helaas kritiekloze dienaren van de staat waren geworden die Duitslands militaire macht en superieure Kultur verheerlijkten. Na enkele maanden te Jena werden Pirenne en Fredericq er van verdacht samen te zweren tegen de Duitse staat en opnieuw gescheiden. Pirenne werd naar het afgelegen dorpje Kreuzburg-aan-de-Werra overgeplaatst. Kreuzburg-aan-de-Werra
Daar begon Pirenne’s laatste etappe als krijgsgevangene. In zijn kamer in Gasthof Zum Stern had hij wat comfort, maar de eenzaamheid woog zwaar. Om de monotonie van zijn dagen te doorbreken en het pessimisme te verdrijven dat hem er onder meer toe leidde zijn testament op te tekenen, besloot Pirenne een geschiedenis van Europa te schrijven van de Germaanse invallen tot zijn tijd, waarin hij de ideeën en hypotheses die hij tijdens zijn lessen in het kamp van Holzminden had geponeerd zou uitwerken. In deze context verwoordde hij voor het eerst de ideeën achter Mahomet et Charlemagne. Het gebrek aan secundaire literatuur was in feite een zegen; het verplichtte hem zijn vergaarde eruditie te synthetiseren en stimuleerde zijn gedachten over geschiedenis en zijn methoden. De mijmeringen die hij daarover noteerde werden later gebundeld in Réflexions d’un solitaire.
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 15
Kast 4
Historicus des vaderlands, 1918-1922 Genoeg van Duitsland
Na de bevrijding begon in Pirenne’s leven een nieuw hoofdstuk , één met meer onderscheidingen en eerbetoon dan hij zich voor de oorlog had kunnen inbeelden, maar ook met een fundamenteel nieuwe kijk op de ‘Germaanse methoden en theorieën’. Tot 1914 was Pirenne’s kennis volledig op Duitsland afgestemd; daar had hij vrienden en collega’s aan wie hij veel inzichten te danken had, daar waren hem eredoctoraten en andere onderscheidingen te beurt gevallen. Dit alles eindigde abrupt door de oorlog. Pirenne’s vijandige attitude tegenover de Duitsers zou aanhouden tot op het einde van zijn leven en beïnvloedde in belangrijke mate zijn interpretatie van de rol van de Germaanse invallen in de vroege middeleeuwen, zoals hij die in Mahomet et Charlemagne definitief zou verwoorden. Een strijdbare rector
Bij de heropening van de Gentse Universiteit op 21 januari 1919 werd Fredericq tot rector benoemd. Verzwakt door zijn oorlogservaringen gaf hij de fakkel al na enkele maanden door aan Pirenne, die rector van de instelling zou blijven tot 1921. Hij maakte er gebruik van om bij de opening van elk academisch jaar een vlammende openingsrede te houden. In de eerste rede, La nation belge et l’Allemagne, gaf hij een striemende kritiek op het opduiken van racistische theorieën in het 19de-eeuwse Duitsland. Meest uitgesproken was de speech van 1921, Ce que nous devons désapprendre de l’Allemagne, waarin hij afrekende met het ideologische misbruik van de wetenschap. In 1920 kwamen ook Pirenne’s Souvenirs de captivité en Allemagne (Mars 1916 – Novembre 1918) uit, een selectie uit zijn oorlogsdagboeken. Historicus des vaderlands
Op 30 april 1921, kort nadat hij voor de tweede keer de Prix quinquennal d’histoire nationale had ontvangen, werd Pirenne op aandringen van Koning 16
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Albert geëerd als symboolfiguur van het intellectueel verzet tijdens WO I door de Ligue Nationale des Souvenirs. In eindeloze lofredes werd Pirenne er bewierookt als ‘historicus des vaderlands’ en ‘groot patriot’, in die mate zelfs dat Pirenne tegensputterde dat Fredericq en tal van andere Belgen tijdens de oorlog hetzelfde hadden doorstaan en dat hij een Histoire de Belgique had geschreven ‘comme j’avais écrit une Histoire des Etrusques, sans raison de sentiment ou de patriotisme’. Maar zijn naam was gemaakt. Pirenne was een publiek figuur geworden en een nationaal icoon, dat door de regering ook ter attentie van het buitenland werd gehanteerd. Reis door de VS
Zo werd hij het jaar daarop naar de VS uitgezonden om er als een ‘Belgisch ambassadeur’ te gaan spreken over de oorlogservaringen van het land. In het najaar van 1922 scheepte Pirenne met zijn vrouw Jenny in op de Red Star Line naar New York. Zijn ontvangst op het Witte Huis door minister Hoover en president Harding was ongetwijfeld een ‘politiek’ evenement. Toch waren de lezingen aan zowat alle Amerikaanse universiteiten (Harvard, Berkeley, Yale, Stanford, Princeton, Columbia, etc.) ook een betekenisvol wetenschappelijk gebeuren, een bewijs van zijn puur professioneel opgebouwde reputatie en het vertrekpunt van nieuwe netwerken. In de daaropvolgende jaren kwamen immers tal van jonge Amerikaanse alumni een postgraduaat doorbrengen bij Pirenne in Gent. In Princeton wachtte Pirenne overigens nog een leuke verrassing: bij zijn aankomst werd hem verteld dat hij reeds zes jaar als lector aan deze universiteit was aangesteld. Blijkbaar had tijdens Pirenne’s ballingschap in Duitsland de toenmalige president en hoogleraar aan de Universiteit van Princeton Woodrow Wilson deze benoeming geregeld als démarche om Pirenne vrij te kunnen krijgen: als lector werd hij immers verwacht in de VS. Een originele vondst die de Duitsers echter niet tot zijn vrijlating had kunnen overhalen.
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 17
Kast 5 |kast 6 |kast 7
Mahomet et Charlemagne van lancering tot voltooiing, 1922-1935 Het eerste artikel
In 1922 publiceerde Pirenne in het door hem zelf opgerichte tijdschrift Revue Belge de Philologie et d’Histoire een eerste artikel over zijn visie op de overgang van de antieke tijd naar de middeleeuwen – toen reeds met de programmatische titel Mahomet et Charlemagne. Kort daarvoor had hij zijn stelling voor het eerst publiekelijk gemaakt tijdens twee lezingen in Lille en in Antwerpen. Krantenknipsels over die conferentie maakten gewag van een mild scepticisme onder de toehoorders. Bevriende historici als Léon Van der Essen of James Shotwell toonden zich in hun correspondentie naar Pirenne dan weer dolenthousiast: volgens de één beschikte Pirenne over een ‘magische ring’ die hem in staat stelde gekende onderwerpen op een heel nieuwe manier te bekijken, volgens de ander had hij ‘de nagel op de kop geslagen’ met zijn these. Pirenne greep de lezingenreeks in de VS aan om zijn these een eerste keer voor een internationaal publiek te testen. Uit de resultaten van die testcase onthield Pirenne twee zaken: dat zijn stelling voor grote opwinding zorgde onder historici, en dat hij nu sterk bewijsmateriaal moest zoeken om hen te overtuigen. Aan dat onderzoek zou hij de rest van zijn carrière wijden. Het tweede artikel
Een jaar na verschijnen van het artikel Mahomet et Charlemagne publiceerde Pirenne onder de titel Un contraste économique. Mérovingiens et Carolingiens een vervolg. Bedoeling was een bewijs te leveren van een breuk in economische activiteit tussen Merovingers en Karolingers, die er volgens Pirenne op zou wijzen dat het begin van de middeleeuwen niet door de Germaanse invallen zou zijn ingeleid, zoals voorheen steevast beweerd, maar door de 18
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Arabische veroveringen enkele eeuwen later. Ook nu weer presenteerde hij zijn bevindingen onmiddellijk aan een publiek van historici, deze keer op het Vijfde Internationaal Congres voor Historische Wetenschappen te Brussel, dat in 1923 onder zijn voorzitterschap werd georganiseerd. Ook in Cambridge, waar Pirenne in oktober 1924 als gastdocent was, zette hij zijn these uiteen met een lezing over L’Islam et l’Europe occidentale. Influence de l’invasion Musulmane sur la civilisation occidentale. Kort nadien maakte Pirenne aantekening van een ‘groteske discussie’ over zijn hypothese door Moureau. Ook Bloch schreef in een vriendschappelijke brief aan Pirenne dat hij niet helemaal overtuigd was van zijn stelling. Vastberaden om de twijfelaars te overtuigen van zijn gelijk, vatte Pirenne de daaropvolgende jaren een reeks detailstudies aan die bijkomende bewijslast moesten verzamelen voor zijn these. En ondertussen…
Pirenne voltooide in 1924 het vierde en laatste deel van zijn Recueil de documents relatifs à l’histoire de l’Industrie drapière en Flandre, een monumentale bronneneditie die hij samen met de Franse chartist Georges Espinas in de reeks van de Koninklijke Commissie voor Geschiedenis had uitgegeven. In 1925 werden de lezingen die Pirenne gaf tijdens zijn tournee door de VS in 1922 door Princeton University Press uitgegeven onder de titel Medieval Cities. Het boek werd ontelbare keren herdrukt en was in 2008 nog steeds aanwezig op de ‘required books’ lijsten van Amerikaanse studenten. In 1927 verscheen ook de Franstalige vertaling Les villes du moyen âge. De eerste hoofdstukken van het boek waren een nieuwe neerslag van Pirenne’s Mahomet et Charlemagne-these. Deze zou hij in 1925 verder uitwerken met de detailstudie Le fisc royal de Tournai, die opnieuw aantoonde dat de instellingen uit het Romeinse Rijk nog bleven doorleven in de Merovingische tijd, dus na de invallen van de Germanen. Hij gaf ook nieuwe lezingen over het onderwerp: aan de universiteit van Bordeaux over L’importance de l’invasion musulmane dans l’histoire économique en aan de Gentse universiteit over L’Empire romain et le moyen âge. Internationale doorbraak van de Pirenne-these
Vijf jaar na de nationale huldiging van Pirenne naar aanleiding van zijn oorlogshelddaden viel hem opnieuw een manifestatie te beurt, dit keer ter ere van zijn veertig jaar professoraat in Gent en de publicatie van het inmiddels zesde volume van de Histoire de Belgique. Bij die gelegenheid werden hem
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 19
twee uitgebreide volumes Mélanges d’histoire overhandigd met artikels van studenten en vrienden, foto’s en een complete biografie van zijn werk. Voor Pirenne voelde het als een afscheid van zijn Gentse carrière. Gezien de steeds feller wordende strijd voor vernederlandsing van de universiteit maakte hij immers plannen voor een verhuis naar Ukkel zodra het Vlaams in Gent de voertaal zou worden. Nieuwe detailstudies
In 1926 informeerde Pirenne de studenten van de Ecole des Chartes in Parijs over zijn bevindingen. In zijn voorbereidende nota’s voor die lezing wees hij andermaal op de overschatting van de impact van de Germaanse invallen, zeker in de Duitse historiografie. De jaren daarop vervolgde de Pirenne-these haar internationale tournee. Pirenne zette in 1927 zijn Mahomet et Charlemagne-these uiteen in Kopenhagen en doceerde ook in Praag enkele lessen over Les débuts du moyen âge et la grande invasion musulmane. In 1928 vond hij na verder detailonderzoek een nieuwe discrepantie tussen de Merovingische en de Karolingische periode: het gebruik van papyrus als voornaamste schrijfmateriaal werd in de 8e eeuw vervangen door perkament, omdat de Arabische controle over het Middellandse Zeegebied vanaf die tijd de toevoer naar het westen afsloot. Hij schreef zijn bevindingen neer in het artikel Le commerce du papyrus dans la Gaule mérovingienne. In datzelfde jaar publiceerde hij ook de detailstudie Un prétendu drapier milanais en 926, waarin hij het voortbestaan van de textielhandel tussen Noord-Italië en Duitsland in de vroege tiende eeuw ontkrachtte, opnieuw aantonend dat de Arabische invallen de handelscontacten van het westen met het Middellandse Zeegebied hadden stopgezet. Internationaal Congres te Oslo
Een uitstekend forum om zijn these te verkondigen aan zijn internationale collega’s was het zesde Internationaal Historisch Congres te Oslo in augustus 1928. Pirenne’s voordracht over L’expansion de l’Islam et le commencement du moyen âge op de openingszitting sloeg in als een bom en genereerde de hele verdere dag een intens debat. Historici als Dopsch, Halicki, Colenbrander en Bloch voerden tegenargumenten aan, die Pirenne ijverig noteerde om ze van repliek te kunnen dienen. Pirenne gaf toe dat meer onderzoek nodig was maar hield vast aan zijn these dat niet de Germaanse invallen maar de Arabische veroveringen een beslissende verschuiving van het zwaartepunt hadden teweeggebracht van het Middellandse Zeegebied naar West-Europa.
20
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Een onbewuste wraakoefening?
In 1929 gaf Pirenne nieuwe lezingen over L’Islam et le moyen âge aan de universiteiten van Montpellier en Gent. Ook in zijn correspondentie met collega-historici wisselde Pirenne verder meningen uit over zijn Mahomet et Charlemagne-these, die op tegenwerpingen allerhande bleef stuiten. Opmerkingen op zijn these diende hij onmiddellijk van weerwoord, zoals geïllustreerd door zijn aantekeningen bij een brief van P. Peeters van 3 juni 1929 (“Cette note ne détruit en rien ma these…”). In zijn kritische analyse van het ‘fenomeen Pirenne’ zou Jan Dhondt in 1966 diens Mahomet et Charlemagne-these een ‘wetenschappelijke catastrofe’ noemen, een idee ‘opgevat toen de toegankelijkheid van bronnen nog gering was, en uitgewerkt in een levensfase waarin hij reeds zozeer afgesloten was van de tegenspraak der feiten dat zijn these voor hem een axioma geworden was.’ De Mahomet et Charlemagne-these werd voor Pirenne bovendien wellicht onbewust een ‘wetenschappelijke revanche’ op Duitsland en de Duitse historiografie. Pirenne wilde kost wat kost bewijzen ‘ce que nous devons désapprendre de l’Allemagne’, en hoezeer de invloed van de Germaanse invallen op de West-Europese geschiedenis was overdreven. Dit soort ‘travail de deuil’ over het Duitse deel van zijn cultuur leidde Pirenne volgens Cinzio Violante onrechtstreeks naar de originele ideeën achter Mahomet et Charlemagne en Histoire de L’Europe. Aan de basis van de Pirenne-these lag met andere woorden op zijn minst ten dele een extra-wetenschappelijke, psychologische motivatie (zijn anti-Duitse ressentiment na WO I), waardoor Pirenne pas in tweede instantie, en met de grootste moeite, bewijsplaatsen in de bronnen ging zoeken. Een actieve emeritus
Wanneer in april 1930 de volledige vernederlandsing van de Gentse Rijksuniversiteit een feit werd, vroeg Pirenne zoals hij gepland had het emiraat aan (hij werd officieel emeritus op 20 mei 1930) en verhuisde naar zijn nieuwe woning in Ukkel. In Brussel werkte Pirenne verder aan zijn onderzoek naar de overgang naar de middeleeuwen. Hij bracht twee nieuwe detailstudies uit om aan te tonen dat de handel tussen Oost en West bleef doorleven tijdens de Merovingische tijd: Le Cellarium Fisci: une institution économique des temps mérovingiens en Le char à boeufs des derniers Mérovingiens: note sur un passage d’Eginhard. In januari en februari 1931 was Pirenne gastdocent aan de universiteit van Algiers. Hij was inmiddels geroutineerd in het geven van lezingen over Mahomet et Charlemagne en zette, redenaar als hij was, zijn stelling met
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 21
steeds gevatter vergelijkingen kracht bij. Zo tekende hij in zijn voorbereidende nota’s in Algiers onder meer op: “Faire l’histoire du haut moyen âge sans tenir compte de la Méditerranée et de l’invasion musulmane et en ne se plaçant qu’au point de vue barbare (c’est vraiment un point de vue barbare), c’est comme si on faisait l’histoire grecque sans tenir compte des guerres médiques ou l’histoire de la Révolution française sans tenir compte des guerres contre l’Europe.” Cours Public aan de ULB
Terug in eigen land gaf hij eind maart in Antwerpen een lezing over La Méditerranée, L’Islam et les croisades. De maand daarop overleed op 31-jarige leeftijd zijn zoon Robert. Er van overtuigd dat werken de beste manier was om zijn verdriet te lijf te gaan, legde hij de laatste hand aan zijn Histoire de Belgique en gaf in de herfst van 1931 als gastprofessor een lezingenreeks over Mahomet et Charlemagne. Essai sur les origines du Moyen Age aan de ULB. Zich indekkend tegen de kritiek die zou volgen van aanhangers van de gangbare opvatting, verantwoorde hij zijn these met de woorden: “Il n’est pas question ici d’iconoclastie. Le progrès scientifique indique une vue nouvelle.” De lezingenreeks aan de ULB werd een succes en een populaire sociale gebeurtenis, waar niet enkel professoren en studenten op afkwamen, maar ook regeringsleden en notabelen. Voltooiing Histoire de Belgique
In maart 1932 kreeg Pirenne een nieuwe viering - door Le Flambeau, voor de voltooiing van de Histoire de Belgique. In het zevende en laatste deel van zijn magnum opus behandelde hij de periode tot aan de Eerste Wereldoorlog. Hij kreeg voor dit deel ook de prestigieuze Francqui prijs uitgereikt. Het enorme wetenschappelijke prestige van Pirenne straalde aldus ook af op de ‘eigentijdse’ geschiedenis, die al te lang en onterecht het odium van onwetenschappelijkheid had meegekregen. Met de voltooiing van de Histoire de Belgique had Pirenne nu de handen vrij om zich volledig aan het schrijven van het boek Mahomet et Charlemagne te wijden, het werk dat hem, zoals hij aan Huizinga schreef, passionneerde ‘comme si j’avais encore vingt ans’. Tijd voor Mahomet et Charlemagne
In 1933 toonde Pirenne met het artikel Le trésor des rois mérovingiens aan dat de Merovingers de Romeinse financiële instellingen handhaafden totdat de Arabische veroveringen in het midden van de zevende eeuw de handelsroutes afsneden en in West-Europa een snelle overgang naar een agrarische eco22
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
nomie bewerkstelligden. In Rome hield hij dat jaar lezingen over L’Invasion de l’Islam dans la Méditerranée et les débuts du moyen âge en La Méditerranée, les Germains et l’Islam. In weer een andere detailstudie, La fin du commerce des syriens en Occident, argumenteerde Pirenne dat de handel met Syrische kooplui als tussenschakel van de Mediterrane Oost-West handel in de loop van de zevende eeuw stil was gevallen. Hij ontdekte tevens dat de kennis van het Latijn door de Arabische veroveringen en het ontstaan van het feodale West-Europa onder de Karolingers het monopolie werd van de Kerk – bevindingen die hij publiceerde in het artikel De l’état de l’instruction des laïques à l’époque mérovingienne (1934). Hij had nu voldoende bewijsmateriaal uit geschreven, archeologische en numismatieke bronnen verzameld om zich aan het schrijven te zetten van het boek Mahomet et Charlemagne. Eerst reisde hij echter nog via een tussenstop in Rome naar Caïro, waar hij aan de universiteit een reeks lezingen gaf over L’Expansion de l’Islam dans la Méditerranée et les débuts du moyen âge. Een vermakelijk verslag opgesteld door het dochtertje van een Franse ‘expat’ in Caïro dat één van zijn lessen bijwoonde, levert een goed beeld op van de bevlogen lesgever Pirenne, die ook aan zeer jong publiek het concept ‘historische kritiek’ duidelijk wist te maken. De laatste loodjes
In 1935 hield Pirenne in Rome, tijdens zijn jaarlijkse bezoek aan het Institut Historique belge, zijn laatste lezing voor zijn overlijden: La Méditerranée, les Germains et l’Islam. Ook nu was er weer contestatie. Ene Carusi, professor Oosters recht in Rome, weerlegde Pirenne’s bewering dat de Islam het voortleven van de instellingen van het Romeinse Rijk had doorbroken. Volgens hem was het Recht van de Muzelmannen immers gebaseerd op het Romeinse Recht. Pirenne noemde diens tegenwerpingen in zijn nota’s ‘une curieuse manifestation de nationalisme.’ In de krant Nation belge werd het voorval subtieler maar daarom niet minder vernietigend besproken: “M. ������� E. Carusi félicita chaleureusement le professeur belge au nom de l’Université de Rome. Non cependant sans formuler quelques réserves à l’égard d’une thèse qui, en établissant une cassure après l’Empire, ne se concilie peut-être pas assez avec une filiation à laquelle les Romains d’aujourd’hui tiennent beaucoup…”������������������������������������������������������������ . Terug in Ukkel legde hij op 4 mei de laatste hand aan het manuscript van Mahomet et Charlemagne, dat hij volgens een strakke tijdsplanning in minder dan vier maanden had voltooid. Pirenne noemde het zijn ‘monster’: de eerste redactie waar nog grondig fouten uitgehaald, voetnoten toegevoegd en data in vervolledigd dienden te worden. Hij zou de publicatie van zijn levenswerk niet meer meemaken.
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 23
Kast 8
Het spiritueel testament van Pirenne Overlijden
Kort na de voltooiing van het manuscript van Mahomet en Charlemagne in mei 1935 overleed een derde zoon van Pirenne, Henri Edouard, aan een hartaanval. Diezelfde avond nog werd hij ziek. Het duurde uiteindelijk tot 24 oktober voor een longontsteking de sterk verzwakte Pirenne fataal zou worden. De pers gewaagde naar aanleiding van Pirenne’s overlijden van een ‘���������������������������������������������������������������������������� deuil national’������������������������������������������������������������� ; op zijn begrafenis waren tal van hoogwaardigheidsbekleders aanwezig. Tot op heden wordt Pirenne herdacht en gehuldigd (hij schopte het in 1962 zelfs tot de eerste historicus wiens beeltenis op een postzegel werd vereeuwigd); sommige van zijn werken worden nog steeds als studiehandboek of naslagwerk gehanteerd en vooral zijn Mahomet et Charlemagne is nog steeds onderwerp van debat en vertrekpunt van nieuwe theorieën, zowel over de overgang naar de middeleeuwen als over de rol van de Islam op de West-Europese geschiedenis. Postume publicaties
In 1936 werd door de erven Pirenne de Histoire de l’Europe des invasions au XVIe siècle uitgegeven, het werk dat Pirenne op vraag van zijn Russische medegevangenen begon te schrijven in ballingschap in Duitsland tijdens WO I en dat hij nooit zou voltooien. Het was in gevangenschap dat hij in contact kwam met de Russische cultuur en geschiedschrijving waardoor hij zijn blik ging richten op Byzantium, het was daar dat zijn anti-Duitse gevoelens hem onbewust naar een these zouden leiden die de impact van de Germaanse invallen op de West-Europese cultuur zou minimaliseren, daar dat hij om de eenzaamheid te bevechten een geschiedenis van Europa begon te schrijven en de basisidee van Mahomet et Charlemagne voor het eerst op papier zette. In opdracht van Pirenne’s zoon Jacques werd intussen Fernand Vercauteren, een oud-leerling van Pirenne, aangezocht de redactie te verzorgen van het 24
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
manuscript van Mahomet et Charlemagne. Het boek werd in 1937 gepubliceerd als het ‘spiritueel testament’ van Pirenne en kon onmiddellijk op grote belangstelling rekenen van de pers en van buitenlandse uitgeverijen. Vertalingen in het Italiaans, het Nederlands en het Duits volgden.
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 25
Kast 9
Wedervaren van de Pirennethese tot op heden, 1939-2009 Geburt des Abendlandes (1939)
In 1939 verscheen een wel erg originele Duitse vertaling van Pirenne’s postume werk Mahomet et Charlemagne. Niet van de hand van Heinrich Sproemberg, die door de erven Pirenne was voorgesteld als vertaler, maar van de hand van een jonge mediëvist, Paul-Egon Hübinger. Deze behoorde tot de Westforschungsgroep, die met Nieuwe Orde-voorhoeder Franz Petri als spilfiguur opereerde. In de Duitse ‘vertaling’ van Mahomet et Charlemagne werd de titel symptomatisch aangepast voor waar het Petri en de zijnen om te doen was: hij luidde nu Geburt des Abendlandes. Untergang der Antike am Mittelmeer und Aufstieg des germanisches Mittelalters. De vertalers voegden bovendien naar hartenlust zelf voetnoten toe, waarin de werken van onder meer Petri een belangrijke rol kregen. Uiteindelijk werd aldus een reeks opvattingen aan Pirenne’s tekst gekoppeld - zoals het belang van raciale elementen om de geschiedenis te verklaren, de cultus van het Germanendom en volksverbondenheid - die hij zelf met veel heftigheid bestreden had. Van deze opmerkelijke versie van Pirenne’s Mahomet et Charlemagne verschenen, ondanks het protest van de erven Pirenne bij de oorspronkelijke uitgever, twee edities: in 1939 en in 1942. Mohammed, Charlemagne and Rurik (1953)
Een heel nieuwe interpretatie van de rol van de Arabische veroveringen op de West-Europese geschiedenis werd in 1953 geleverd door de Zweedse historicus Sture Bolin. Die argumenteerde in tegenstelling tot Pirenne’s Mahomet et Charlemagne dat de Middellands Zee niet het enige knooppunt was van de handel tussen West-Europa en de Islamitische wereld: er was nog intens handelsverkeer met het Hoge Noorden. De Arabische veroveringen zouden de handel in het Westen niet hebben vertraagd, maar juist indirect (via ruilhandel met het hoge Noorden) gestimuleerd. Het was met andere woorden Rurik die Mohammed en Karel de Grote zou hebben samengebracht volgens deze (in)versie van de Pirenne-thesis. 26
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
Power and plenty (2007)
In deze in 2007 verschenen publicatie over ‘Trade, war and the world economy in the second millennium’ wordt Pirenne op basis van zijn Mahomet et Charlemagne-these als één van de eerste ‘wereldhistorici’ beschouwd. Hoewel Pirenne zich zoals andere historici uit zijn tijd in hoofdzaak concentreerde op de geschiedschrijving van zijn eigen lokale, nationale en bij uitbreiding West-Europese habitat, richtte hij inderdaad als één van de eerste historici zijn blikveld buiten Europa en bracht hij de Byzantijnse en Arabische cultuur mee binnen in de Westerse historiografie. De auteurs wijzen er op dat Pirenne in de oprukkende Islam paradoxaal genoeg een deglobaliserende factor zag, die althans in West-Europa voor schaalverkleining zorgde en leidde tot de primitieve, feodale middeleeuwen. Paradoxaal, gezien de diepgaande integrerende invloed die de Islam op bredere schaal heeft gehad. Van morendoders tot botsende beschaving (2007)
Nog in 2007 verscheen een boek over ‘De duizendjarige oorlog tegen de Islam’ waarin Pirenne’s Mahomet et Charlemagne genoemd wordt als “hét referentieboek over de vroeger relaties tussen het christelijke Westen en de moslims aan de overkant van de Middellandse Zee.” Lucas Catherine leest in de Pirenne-these de ontstaansgeschiedenis van de Westerse islamofobie. Volgens Pirenne kreeg ‘het Westen’ gestalte tijdens de kruistochten. Europa ging zich in het Zuiden definiëren tegenover de Arabische wereld en bouwde zich een identiteit op in een negatief/positief zelfbeeld tegenover de eeuwige moslim vijand. Catherine noemt dit de ‘spiegel van Pirenne’, waarin de westerse beschaving zijn eigen identiteit aftoetst en bevestigd wil zien. De affaire Gouguenheim (2008)
In 2008 publiceerde de Franse mediëvist Sylvain Gouguenheim de studie Aristote au Mont-Saint-Michel. Daarin poneert hij de stelling dat het Westen kennis heeft gemaakt met de stellingen van Aristoteles dank zij het vertaalwerk van een monnik actief in de Mont-Saint-Michel in Normandië, en dus niet – wat de gangbare opvatting is – via de Islam en de Arabische wereld. Het werk genereerde onmiddellijk een schokeffect. De stelling van Gouguenheim appelleert aan een primaire anti-islam houding en sluit aan bij een traditie die de complexe en veelzijdige relatie tussen culturen reduceert tot een zoveelste ‘clash of civilisations’.
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 27
Het internetdebat (heden)
Het is in dezelfde traditie dat de opvattingen die Pirenne in zijn Mahomet et Charlemagne naar voren had gebracht ongegeneerd werden en worden misbruikt door extreem rechts - in 1939 met de ongeauthoriseerde Duitse vertaling van het werk, en ook heden ten dage nog. Zo duikt Pirenne’s naam met de regelmaat van de klok op in extreemrechtse en Vlaams-nationalistische sites, waar in het kader van het Vlaamse onafhankelijkheidsstreven Pirenne’s ‘op verzoek van de koning gecreëerde, ideologische constructie van een Belgische nationaliteit’ in de Histoire de Belgique wordt gehekeld, terwijl zijn Mahomet et Charlemagne dan weer dankbaar wordt aangewend om de ‘van oudsher catastrofale impact van de Islam’ op ons eigen West-Europa aan te tonen. Ook op neoconservatieve en islamofobe internetfora is Mahomet et Charlemagne nog steeds een referentiewerk, bijvoorbeeld waar het gaat over de toetreding van Europa tot de Europese Unie. Het toont aan hoezeer Mahomet et Charlemagne nog leeft in het internationale, historische en politieke debat. Zoals Pirenne zelf ooit liet optekenen: “Elk historisch onderzoek moet een vertrekpunt zijn, geen eindpunt.” Zeker in die zin is Mahomet et Charlemagne zijn meest geslaagde werk.
28
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
bronnenlijst van de tentoongestelde stukken KAST 1 De voorspoedige jaren, 1886-1913
- Personeel van de textielfabriek Pirenne-Duesberg B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 17 - De ouders van Henri Pirenne B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 16 - De fabriek Pirenne-Duesberg in Verviers, rond 1860 S.n., Hommages et Souvenirs, Tome I, Brussel, Nouvelle Société d’Editions, 1938, p. 72 - Henri Pirenne in 1880 S.n., Hommages et Souvenirs, Tome I, Brussel, Nouvelle Société d’Editions, 1938, p. 72 - Godefroid Kurth B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 48 - Paul Fredericq B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 48 - Gesigneerd portret van Henri Pirenne rond 1890 Collectie Universiteitsbibliotheek Gent - Jenny Vanderhaeghen in 1887 S.n., Hommages et Souvenirs, Tome I, Brussel, Nouvelle Société d’Editions, 1938, p. 120 - De vier zonen van Henri Pirenne B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 312
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 29
- Nota’s van student G. Würth uit de cursus ‘Cours d’histoire politique du moyen âge’ van Pirenne, 1889 Rectoraatsarchief Universiteit Gent, 7C1470, deel II p. 9 en deel III p. 20 - Zelfgetekende kaart van Pirenne om de lessen te verduidelijken, 1890 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/04/007 - Invitatie voor de manifestatie van 1912 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/012 - Pers over de manifestatie van 1912 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/012 - Henri Pirenne rond 1885 Collectie Universiteitsbibliotheek Gent: Fotoarchief Paul Fredericq - Nummer van het liberaal studentenblad l’Appel gewijd aan Henri Pirenne, 1912 S.n., Manifestation en l’honneur de M. le professeur Henri Pirenne, Bruxelles, 12 mai 1912, Brussel, Duquesnes, 1912 - Henri Pirenne, L’origine des constitutions urbaines au moyen âge, Parijs, 1895 - Henri Pirenne, Histoire du meurtre de Charles Le Bon, comte de Flandre (1127-1128) par Galbert de Bruges, Parijs, Picard, 1891 - Henri Pirenne, Histoire de la constitution de la ville de Dinant, Gent, Clemm, 1889 - Henri Pirenne, Histoire de Belgique, Brussel, Lammertin, 1900 (Eerste Franstalige uitgave) - Henri Pirenne, Chronique rimée des troubles de Flandre������������� en 1379-1380, Gent, 1902 - Henri Pirenne, Les périodes de l’histoire sociale du capitalisme, Brussel, Hayez, 1914 - Henri Pirenne, Les anciennes démocraties des Pays-Bas, Parijs, Flammarion, 1910 Kast 2 |kast 3 De schok van de eerste wereldoorlog, 1914-1918
- Henri Pirenne met zoon Pierre en echtgenote, 1914 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 96 - Eenzelvigheidsbewijs Henri Pirenne onder de bezetting, 1914 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I - Kattebelletje van Jenny Vanderhaeghen aan de werkvrouw op het moment van de arrestatie van Henri Pirenne, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I 30
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
- Brief van het Vaticaan voor de vrijlating van Henri Pirenne, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I - Pers over Pirenne’s arrestatie, 1917 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome II - Pirenne’s oefenschrift Russisch, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/040 - Verklaring van Henri Pirenne om niet te ontsnappen, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I - Henri Pirenne aan zijn bureau in Holzminden, 1916 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 241 - Henri Pirenne tussen medegevangenen in Holzminden, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome II - Lidkaart van de kampbibliotheek in Holzminden, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I - Voedsellijst toegestuurd aan Pirenne in Krefeld, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I - Zicht op kamp Holzminden, 1916 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 241 - Pirenne op bed in kamp Holzminden, 1916 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 241 - De klas van Pirenne in Holzminden, 1916 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 248 - Henri Pirenne in Jena, 1916 Henri Pirenne, Souvenirs de Captivité en Allemagne, Brussel, Lammertin, 1920 - Hotelrekening van Pirenne in Jena, 1916 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I - Hotel Zum Schwärzen Bären in Jena, 1916 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 248 - Pirenne en Fredericq in Jena, 1916 C. Nyrop, L’arrestation des professeurs belges et l’Université de Gand, Parijs, Payot, 1917 - Voorwoord van Histoire de l’Europe, Kreuzburg 1917 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/004 - Inhoudstafel van Histoire de l’Europe, Kreuzburg 1917 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/005
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 31
- Eerste neerslag van de Mahomet et Charlemagne-these in het manuscript van Histoire de l’Europe, hoofdstuk III (Kreuzburg, 1917) Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/005 - Testament van Pirenne opgemaakt in Kreuzburg, 1917 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/041, tome I - Henri Pirenne in zijn kamer in Kreuzburg, 1917 S.n., Henri Pirenne, Hommages et Souvenirs, tome I, Brussel, Lammertin, 1920, p. 216 Kast 4 Historicus des vaderlands, 1918-1922
- Doctor Honoris Causa in Oxford, 1919 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 280 - Henri Pirenne als rector van de Rijksuniversiteit Gent, 1919 S.n., Henri Pirenne, Hommages et Souvenirs, tome II, Brussel, Lammertin, 1920, p. 352 - Portret van Henri Pirenne als rector, 1921 Collectie Universiteitsbibliotheek, Fotoarchief Henri Pirenne (BRKZ.FOT.P) - Karikatuur van Pirenne die de Belgische ziel heeft gevangen: een knipoog naar de commentaren op zijn Histoire de Belgique (Le Clairon Hardy, 1922): Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/004 - Invitatie voor de huldiging van 1921 door de Ligue Nationale des Souvenirs Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/018 - Henri Pirenne op de academische zitting bij de huldiging van 1921 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/018 - Menu van het diner bij de huldiging van 1921 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/018 - Felicitaties van Albert I bij de huldiging van 1921 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/018 - De pers over de huldiging van Pirenne in 1921 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/018 - Reisschema van de Pirenne’s in de VS, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/010, tome II - De Red Star Line. Postkaart uit het archief van Pirenne, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/010, tome I
32
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
- Ontvangst van Henri Pirenne door President Hoover op het Witte Huis, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/010, tome I - Pers over de Princeton-anekdote, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/010, tome I - Gedachtenisdiploma uitgereikt aan Pirenne door de Ligue Nationale des Souvenirs, 1921 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/018 - De skyline van New York anno 1922 Collectie Universiteitsbibliotheek Gent, Fotoarchief Henri Pirenne - Henri Pirenne, La nation belge et l’Allemagne, Gent, Hoste, 1919 - Henri Pirenne, Ce que nous devons désapprendre de l’Allemagne, Gent, Vanderpoorten, 1921 - Henri Pirenne, Souvenirs de Captivité en Allemagne, Brussel, Lammertin, 1920 Kast 5 |kast 6 |KAST 7 Mahomet et Charlemagne van lancering tot voltooiing, 1922-1935
- Pers over ‘mild scepticisme’ onder de toehoorders tijdens de lezing van Pirenne in Lille, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011 - Voorbereidende nota van Pirenne voor een lezing over Mahomet et Charlemagne in Antwerpen, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011 - Eerste pagina van het manuscript van het artikel Mahomet et Charlemagne, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011 - Invitatie voor de lezing van Pirenne over Mahomet et Charlemagne, Columbia 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/010, tome I - Amerikaanse pers over de Pirenne-these tijdens zijn tournee door de VS, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/010, tome I - Brief van Maurice Prou aan Pirenne met felicitaties voor zijn originele these, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/002 - Brief van Léon Vander Essen aan Pirenne met felicitaties voor zijn these, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/002
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 33
- Brief van James Shotwell aan Pirenne met felicitaties voor zijn these, 1922 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/002 - Brief van Marc Bloch aan Pirenne met twijfels over diens these, 1923 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/002 - Voorblad van Henri Pirenne’s Un contraste économique. Mérovingiens et Carolingiens met aantekening van Pirenne over ‘groteske discussie’ over zijn these door Moureau, 1923 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/002 - Portret van Pirenne op de lezing in Bordeaux, 1925 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/005 - Portret van Pirenne op weg naar de les, Gent 1925 S.n., Henri Pirenne, Hommages et Souvenirs, tome II, Brussel, Lammertin, 1920, p. 352 - Henri Pirenne, Medieval Cities, Princeton, Princeton University Press, 1925 - Henri Pirenne, Les villes du moyen âge, Brussel, Lammertin, 1927 - Pers over de huldiging van Pirenne in 1926 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/019 - Henri Pirenne, Mélanges d’Histoire offerts à Henri Pirenne pars es anciens élèves et ses amis à l’occasion de sa quarentième année d’enseignement à l’université de Gand, 1886-1926, Brussel, Vromant, 1926 - Invitatie voor de lezing van Pirenne in Parijs aan de Ecole des Chartes, 1926 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/005 - Voorbereidende nota’s voor de lezing in Praag, 1927 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/005 - Pikante recensie van de lezing van Pirenne in Praag, 1927 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/005 - Henri Pirenne, Le commerce du papyrus dans la Gaule mérovingienne, Parijs, Picard, 1928 - Henri Pirenne, Un prétendu drapier milanais en 926, 1928 - Zelfgetekende kaart, 1928 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011 - Pirenne op het Internationaal Congres in Oslo, 1928 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/004 - Aantekeningen van Pirenne tijdens het debat op het Internationaal Congres in Oslo, 1928 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/004 - Extract uit een brief van de echtgenote van Pirenne aan haar man, waarin ze vraagt of er discussie is geweest over zijn these op het Congres in Oslo, 1928 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/02/004 34
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
- Nota van Pirenne waarin hij zijn these verdedigt, 1928 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/006 - Brief van P. Peeters met opmerkingen over de these en weerwoord (in potlood) van Henri Pirenne, 1928 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011 - Pirenne in zijn studeerkamer in Gent, vlak voor zijn verhuis naar Ukkel, 1930 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 312 - Jenny Vanderhaeghen aan het schrijven in Gent, 1930 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 312 - Voorbereidende nota voor de lezing te Algiers, 1931 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/006 - Voorbereidende nota voor de cours public aan de ULB, 1931 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/006 - Pers over Pirenne’s college aan de ULB, 1931 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/006 - Pirenne in zijn studeerkamer in Ukkel, 1933 B. Lyon, Henri Pirenne. A biographical and intellectual study, Gent, Story-Scientia, 1974, p. 368 - Verwijzing naar Mahomet et Charlemagne op het menu van het diner ter ere van Pirenne in 1932 in Brussel Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/020 - Pers over de huldiging van Pirenne in 1932 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/020 - Invitatie voor de lezing van Pirenne in het Institut Historique belge in Rome, 1933 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/020 - Programma van de laatste grote reis van Pirenne (Rome-Caïro), 1934 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/020 - Voorbereidende nota voor de lezing te Caïro, 1934 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/020 - Verslag van een kindje, Jeanine Vandamme, van één van Pirenne’s lessen in Caïro, 1934 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/020 - Pirenne in Caïro, 1934 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/020 - Voorbereiding van de inhoudstafel van Mahomet et Charlemagne, 1934 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011 - Tijdsplanning voor de redactie van Mahomet et Charlemagne, 1934 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 35
- Samenvatting van de Pirenne-these op dag 35, 1934 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/011 - Pirenne met zijn vrouw en kleinkinderen in Sart-Les-Spas, 1934 S.n., Henri Pirenne, Hommages et Souvenirs, tome II, Brussel, Lammertin, 1920, p. 384 - Aantekening van Pirenne over contestatie van zijn these tijdens zijn laatste lezing te Rome, 1935 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/006 - Pers over de laatste lezing van Pirenne in Rome, 1935 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/06/006 - Henri Pirenne, Mahomet et Charlemagne (artikel), Brussel, Sand, 1922 - Henri Pirenne, Le fisc royal de Tournai, 1925 - Henri Pirenne, Le Cellarium Fisci, 1930 - Henri Pirenne, Le char à boeufs des derniers Mérovingiens, 1930 - Henri Pirenne, Le trésor des rois mérovingiens, 1933 - Henri Pirenne, La fin du commerce des Syriens en Occident, 1933 - Henri Pirenne, De l’état de l’instruction des laïques à l’époque mérovingienne, 1934 Kast 8 Het spiritueel testament van Pirenne (1935-1937)
- Overlijdensbericht van Henri Pirenne, 1935 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/006 - Pers over het overlijden van Henri Pirenne, 1935 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/006 - Scheurkalenderblaadje met de overlijdensdatum van Pirenne Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/007 - Eerste bladzijde van het manuscript van Mahomet et Charlemagne, 1935 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/012 - Laatste bladzijde van het manuscript van Mahomet et Charlemagne, gekopieerd door Pirenne’s echtgenote Jenny Vanderhaeghen, 1935 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/013 - De Pirenne-postzegel uit 1962 Digithèque ULB op http://digitheque.ulb.ac.be/fr/digithequehenri-pirenne/orientation-bibliographique/index.html - Promotie voor de publicatie van Histoire de l’Europe, 1936 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/002 - Promotie voor de publicatie van Mahomet et Charlemagne, 1937 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/002 - Pers over Mahomet et Charlemagne, 1937 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/07/002 36
|
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
- Voorwoord bij Henri Pirenne, Histoire de l’Europe des invasions au XVIe siècle, Parijs, Alcan, 1936 - Henri Pirenne, Mahomet et Charlemagne (boek), Brussel, Nouvelle Société d’Editions, 1937 Kast 9 Wedervaren van de Pirenne-these tot op heden, 1939-2009
- Franz Petri omstreeks 1940 Marnix Beyen, Oorlog en verleden.Nationale geschiedenis in België en Nederland, 1938-1947, Amsterdam, amsterdam University Press, 2002 - Henri Pirenne (ed. P.-E. Hübinger), Geburt des Abendlandes. Untergang �������������� der Antike am Mittelmeer und Aufstieg des germanischen Mittelalters, Amsterdam, Pantheon, 1939 - ������������������������������������ Ronald Findlay & Kevin H. O’Rourke, Power and plenty: trade, war, and the world economy in the second millennium, Princeton, Princeton University Press, 2007 - Lucas Catherine, Van morendoders tot botsende beschaving. De duizendjarige oorlog tegen de Islam, Berchem, EPO, 2007 - Sylvain Gouguenheim, Aristote au Mont-Saint-Michel. L�������������������� es racines grecques de l’Europe chrétienne, Paris, Éditions du Seuil (L’Univers historique), 2008 - Kopie uit de correspondentie van Jacques Pirenne met de uitgeverij Nouvelle Société d’Editions in verband met de ongeauthoriseerde Duitse vertaling van Mahomet et Charlemagne, 1939 Pirenne-archief ULB, 026PP/01/03/014
Henri Pirenne… en Mahomet et Charlemagne: genese en wedervaren van een historische hypothese
| 37
colofon Teksten Sarah Keymeulen Curator Marc Boone Archiefstukken ULB Universiteitsbibliotheek Gent Vormgeving Het Métier: Francis Vandendriessche (concept & mutable) en Rein Meyts (print) Website Geert Roels Scanning Rik Declercq en Geert Roels Mutable Tinkertouch: Maarten Cardinaels en Kris Luyten IBBT: Nico Verplanke Begeleiding tentoonstelling Universiteitsbibliotheek Gent: Serafien Hulpiau en Els Gabriels Coproductie UGent (Vakgroep Middeleeuwse geschiedenis, Universiteitsbibliotheek) en ULB
Einhard
Onderzoeksinstituut voor Middeleeuwse Studies Universiteit Gent