Een goed gedragen PBM
Oeds van der Wal
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Een goed gedragen PBM Beschrijving van een grootschalige aanschaf van Categorie III PBM (adembeschermingsapparatuur) bij de Brandweer Gemeente Utrecht
Eindscriptie Opleiding Hogere Veiligheidskunde Stichting Post Hoger Onderwijs Veiligheidskunde
Intervisiegroep:
Scriptiebegeleider:
Mariëlle de Jong Harrie Sluijer Oeds van der Wal
Theo Wijsman, HVK
Auteur:
Oeds van der Wal
Plaats:
Mijdrecht
Datum:
6 maart 2006
Organisatie: Brandweer Gemeente Utrecht
Deze scriptie is openbaar.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM
1
Voorwoord
Sinds 2003 ben ik werkzaam als arbocoördinator bij de Brandweer Gemeente Utrecht. Voor uitoefening van deze functie wordt een opleiding hogere veiligheidskunde (HVK) noodzakelijk geacht. Deze scriptie is gemaakt in het kader van mijn opleiding HVK. De scriptie beschrijft een aanschafproject voor categorie III persoonlijke beschermingsmiddelen en geeft vervolgens hiervoor een praktische handleiding. De titel wordt als volgt verklaard: het woord “goed” slaat op de kwaliteit van het product, het woord “gedragen” refereert aan de totstandkoming van de keuze: er is door de gevolgde werkwijze een groot draagvlak gecreëerd. De woordcombinatie “goed gedragen” beschrijft de nieuwe draagfilosofie voor deze apparatuur die, evenals moderne rugzakken, op de heupen in plaats van op de schouders wordt gedragen. De scriptie is bedoeld als verslaglegging van een project, zodat leermomenten bewaard blijven voor mensen die later een soortgelijk project moeten uitvoeren. Een handleiding is toegevoegd om de leerzame aspecten toe te kunnen passen. Ik hoop dat dit een bijdrage levert aan een beter inkoopproces bij de brandweer. Ik wil op deze plaats graag een aantal mensen en instanties bedanken voor hun bijdrage aan het project en het tot stand komen van mijn scriptie. Allereerst bedank ik mijn collega Wim Klijn voor het mij, tijdens de uitvoering van het project in beschouwende gesprekken, op tijd en afwisselend coachen en afremmen. Ook de bijdrage van het gemeentelijk Bureau Aanbestedingen is dankbaar aanvaard. Medewerking aan deze scriptie werd, door middel van intervisie, verleend door mijn medecursisten Mariëlle de Jong en Harrie Sluijer en mijn scriptiementor Theo Wijsman. Hen bedank ik voor hun positieve kritiek tijdens de intervisiesessies en per email. Aan de drie aanbieders in de onderhavige aanbesteding werd toestemming gevraagd tot, waar nodig of gewenst, firmanaamsvermelding in de scriptie. Ik bedank de firma’s Interspiro en MSA, die me hiervoor toestemming gaven. De derde aanbieder verleende deze toestemming slechts onder voorwaarden waaraan ik niet wil voldoen. Diens naam zal, daar waar dit van toepassing is, onherkenbaar zijn gemaakt. Ik ben mijn zoons dankbaar dat ik, tussen het richten van velgen en plakken van banden door, tijd heb gekregen om mijn scriptie te schrijven. Mijn vrouw bedankt de SPHOV voor de vele donderdagavonden, waarop zij kon bepalen naar welke TV-zender gekeken werd. Ik wens de lezer plezier en, waar van toepassing, succes met de eventuele aanschaf. Oeds van der Wal Mijdrecht, maart 2006
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Voorwoord
2
Inhoudsopgave
SAMENVATTING ...........................................................................................................4 AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN..................................................................................5 1
INLEIDING...............................................................................................................6
2
ORGANISATIE BRANDWEER UTRECHT .............................................................8
3
WETTEN, NORMEN EN RICHTLIJNEN .................................................................9
4
PROCES EUROPESE AANBESTEDING .............................................................12
5
PRAKTIJKTEST: GEBRUIKS- EN VEILIGHEIDSASPECTEN ............................16
6
HANDLEIDING MET PRAKTISCHE TIPS ............................................................20
7
CONCLUSIE..........................................................................................................25
8
EVALUATIE...........................................................................................................26
9
BRONNEN EN LITERATUUR...............................................................................27
10 BIJLAGEN.............................................................................................................28
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Inhoudsopgave
3
Samenvatting Het doel van de scriptie is het maken van een handleiding voor het grootschalig aanschaffen van Categorie III persoonlijke beschermingsmiddelen, met als voorbeeld de aanschaf van adembeschermingsapparatuur door Brandweer Utrecht in 2004. Het grootste deel van de scriptie is een verslaglegging van het aanschafproces dat bij de Brandweer Utrecht doorlopen is. Dit is tevens de wijze waarop de handleiding tot stand is gekomen. Hierbij zijn de veiligheidskundige aspecten van de materie uit verschillende optieken bekeken. De praktijkgerichte handleiding is als apart hoofdstuk opgenomen en, als zodanig, zelfstandig leesbaar en bruikbaar. Bij het aanbestedingsproject voor adembeschermingsapparatuur en testapparatuur voor Brandweer Utrecht in 2004 is een belangrijke procesaanpassing doorgevoerd. Het ging in dit geval om een verplichte Europese aanbesteding vanwege de geschatte aanschafprijs voor de benodigde hoeveelheid apparatuur. Normaal gesproken dient men in een dergelijk geval de economisch meest gunstige aanbieding te kiezen. Hier werd in zoverre van afgeweken, dat er na de technisch economische afweging nog een doorslaggevende praktijkproef werd georganiseerd. Deze werd in de offerteaanvraag al aangekondigd en kon dus rechtmatig plaatsvinden. De offertebeoordeling vond plaats op drie aangeboden uitrustingen, waarvan er twee doorgingen naar de praktijkproef. Er was een aanzienlijk prijsverschil tussen die twee. De ene firma had zich sterk gericht op een lage prijs; de andere bood een “high end” uitrusting aan. De lage prijs viel weg toen de gebruikers aan het woord kwamen. Toen deze twee uitrustingstypes in de praktijkproef tegen elkaar uitkwamen won de duurdere op 24 van de 25 gebruiksaspecten. In de scriptie komt het veiligheidskundige belang van de praktijkproef naar voren. Deze proef heeft gezorgd voor een weloverwogen keus, verificatie van diverse compatibiliteitsaspecten en voldoende draagkracht bij de uiteindelijke gebruikers: het repressieve personeel van Brandweer Utrecht. In de handleiding wordt, naast de regelmatige wederzijdse informatie-uitwisseling tussen projectteam en eindgebruikers, in het bijzonder de praktijkproef uitgebreid en in detail beschreven. Dit is vooral gedaan ten behoeve van toekomstige bruikbaarheid, zowel intern bij Brandweer Utrecht als extern bij andere korpsen. Het beschreven proces is al vaker door anderen met succes toegepast, onder andere in 2005 door een regionaal brandweerkorps in Schotland. Brandweer Utrecht zal in de toekomst, in tegenstelling tot deze keer, de praktijkproef mogelijk niet volledig doorslaggevend laten zijn. De financiën zullen dan toch weer meewegen in het eindoordeel. Het wordt een kwestie van goed beargumenteerd weegfactoren toekennen aan de offertebeoordeling en de praktijkproef en deze in een vroeg stadium aan allen bekendmaken. Het belang van de praktijkproef zal hierbij zwaar blijven wegen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Samenvatting
4
Afkortingen en begrippen Afkorting
Betekenis
(Min) BZK BA BRUL Cat III CE CEN/TC E(E)G EER H-M HVK ICU LCD LMRA MSA MT NBCR OR PBM Platform ART prebid PrEN SIMAP SMART SPHOV VFDB WI
(Ministerie van) Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Bureau Aanbestedingen Brandweer Regio Utrechts Land Categorie III (zwaarste categorie PBM) Conformité Européenne Comité Européen de Normalisation/Technical Committee Europese (Economische) Gemeenschap Europese Economische Ruimte Helm – Masker (verbinding) Hogere Veiligheidskund(ig)e Integrated Control Unit Liquid Crystal Display Last Minute Risk Analysis Mine Safety Appliances (leverancier van veiligheidsproducten) Management Team Nucleair, Biologisch, Chemisch en Radiologisch Ondernemingsraad Persoonlijk(e) Beschermings Middel(en) Platform Arbeidsveiligheid Repressieve Taakstelling engels voor: voorafgaand aan het bieden Europese ontwerpnorm (Pr staat voor preliminary) Systeme d’Information pour les Marches Publics Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch,Tijdgebonden Stichting Post Hoger Onderwijs Veiligheid Vereinigung zur Förderung des Deutschen Brandschutzes Work Item (in de normcommissie)
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Afkortingen en begrippen
5
1 Inleiding Algemeen De werkzaamheden van de Brandweer staan omschreven in de Brandweerwet van 1985 en bestaan van oorsprong voornamelijk uit het redden van mens en dier en het bestrijden van brand en calamiteiten. In de loop der tijd is men gaan werken volgens de veiligheidsketen en bestaat een groot deel van het werk uit het voorkómen van een repressieve inzet. De repressieve taak van de brandweer brengt al sinds jaar en dag veel risico’s met zich mee. Daar waar anderen uit veiligheidsoverwegingen weggaan, gaat de brandweer er juist naar toe. Bij aankomst is er vrijwel altijd sprake van een calamiteit met een instabiele toestand. Dat wil zeggen dat er een situatie heerst waarvan de ernst en het verloop in eerste instantie nog totaal onduidelijk is. Werken volgens de arbeidshygiënische strategie is dan ook niet aan de orde: men begint met het maken van een LMRA (Last Minute Risk Analysis) en benadert dan het gevaar, voorzien van de grootst mogelijke bescherming door middel van uitrusting en kleding. Kortom: we beginnen onderaan de arbeidshygiënische strategie, met persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM). We werken vervolgens zo snel mogelijk terug naar een hogere situatie, die veilig genoeg is om er zonder persoonlijke bescherming in te kunnen vertoeven.
Aanleiding Recent is door Brandweer Utrecht nieuwe adembeschermingsapparatuur aangeschaft. Dit is een complexe klus geweest omdat er op dit gebied weinig tot niets bekend was over een te volgen procedure. Ieder brandweerkorps heeft zo zijn eigen methode. Dit is niet echt efficiënt en bovendien bestaat daardoor de kans op omissies.
Opdrachtgever De opdrachtgever voor mijn scriptie is de commandant van Brandweer Utrecht, bij monde van het afdelingshoofd Preparatie. Deze vroeg een blauwdruk van het aanbestedingsproces als leidraad voor toekomstige projecten.
Doel van de scriptie Het doel van de scriptie is het borgen van de opgedane kennis bij het grootschalig aanschaffen van Categorie III persoonlijke beschermingsmiddelen, met als voorbeeld adembeschermingsapparatuur voor incidentbestrijding. De scriptie is bedoeld als verslaglegging en beschrijft het aanschafproces dat bij Brandweer Utrecht is doorlopen. Hierbij zullen de veiligheidskundige aspecten van de materie uit verschillende optieken worden bekeken. Daarnaast is een handleiding geschreven die als apart hoofdstuk is opgenomen en, als zodanig, zelfstandig leesbaar en bruikbaar is. Hij kan voor soortgelijke projecten als leidraad worden gebruikt.
Werkwijze Voor het schrijven van deze scriptie heb ik de indertijd door Brandweer Utrecht gevolgde werkwijze wederom de revue laten passeren. Dit deed ik door middel van het voeren van gesprekken met collega’s en het teruglezen van documenten. Daarnaast heb ik het aanschafproces al enkele keren mondeling aan andere korpsen uitgelegd en uit de terugkoppeling van die korpsen afgeleid hoe mijn uitleg overkwam1. Ook heb ik regelmatig contact gehad met het ministerie van BZK (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties). Tot slot heb ik geleerd en leer nog steeds van landelijk voorkomende incidenten met dit soort uitrusting. Het resultaat van bovenstaande werkwijze en de leerpunten zijn verwerkt in de handleiding.
1
Het proces is in 2005 met succes toegepast door de Lothian & Borders Fire Brigade in Schotland.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Inleiding
6
Leeswijzer Na de inleiding wordt eerst in hoofdstuk 2 een schets gegeven van de Brandweer Utrecht en mijn plek daarin. In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van de wet- en regelgeving met betrekking tot persoonlijke beschermingsmiddelen. Ook komt het fenomeen CE-markering hier aan bod. Daarna volgt in hoofdstuk 4 een beschrijving van het aanbestedingsproces van adembeschermingsapparatuur in Utrecht. Het specifiek veiligheidskundige hoofdstuk is hoofdstuk 5, waarin wordt uitgelegd waarom een, door de gebruikers uit te voeren, praktijkproef voor Categorie III persoonlijke beschermingmiddelen zo belangrijk is. Hoofdstuk 6 is de handleiding, die zijn grondslag vindt in de eerdere hoofdstukken. In hoofdstuk 7 wordt een conclusie gegeven, uitgaande van de scriptietitel. Hoofdstuk 8 bestaat uit een korte evaluatie met een knipoog naar de toekomst. Bronnen en literatuur staan in hoofdstuk 9 en hoofdstuk 10 bevat de zeven bijlagen. In de tekst zullen de woorden praktijkproef en -test door elkaar worden gebruikt. De essentie hiervan is dat niet de apparatuur zelf wordt getest, maar dat de bruikbaarheid door de eindgebruikers wordt bepaald. Na het voorwoord wordt, omwille van het leesgemak, niet meer over Brandweer Gemeente Utrecht gesproken maar over Brandweer Utrecht.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Inleiding
7
2 Organisatie Brandweer Utrecht Brandweer Utrecht is een gemeentelijk brandweerkorps, dat op haar beurt deel uitmaakt van een regionaal geheel: de Brandweer Regio Utrechts Land (BRUL)2. De organisatie is ingericht volgens de veiligheidsketen en bestaat uit de lijnafdelingen Pro-actie/Preventie, Preparatie en Repressie. Deze afdelingen worden ondersteund door de stafafdelingen Middelen en Beleid/Juridische Zaken. De afdeling repressie bestaat uit een beroepsdeel van circa 150 medewerkers en een vrijwillig deel van circa 90 medewerkers. Het beroepsdeel is in 24-uursdienst gekazerneerd, de vrijwilligers zijn bij alarmering beschikbaar en komen uit hun privé- of werkomgeving naar de kazerne voor een uitruk. Er zijn vier beroepsposten en drie vrijwillige posten. Bij de beroepsposten zijn een aantal specialismen ondergebracht. Zo is er een post met technische hulpverlening als specialisme. Een andere post is helemaal toegerust voor incidentbestrijding in de binnenstad en in complexe gebouwen. Weer een andere post heeft duikers en de laatste post heeft alle kennis van en middelen voor bestrijding van calamiteiten met gevaarlijke stoffen. De hoofdpost, waar ook de kantoorafdelingen zijn gevestigd, is post Leidsche Rijn. Deze staat als een markante betonnen toren ten westen van de snelweg A2 in een grote nieuwbouwwijk. Ikzelf werk bij Brandweer Utrecht op de stafafdeling Middelen als arbocoördinator voor het gehele korps, zowel voor de afdeling repressie (vrijwillig en beroeps) als voor het kantoorpersoneel.
2
Ten tijde van het schrijven van de scriptie zijn er nieuwe ontwikkelingen op het gebied van regionalisering. Er is een Veiligheidsregio Utrecht (VRU) opgericht, waarvan de invulling in 2006 gerealiseerd moet zijn. Dit heeft ook organisatorische consequenties voor Brandweer Utrecht. De beschrijving op deze pagina betreft de huidige organisatie.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Organisatie Brandweer Utrecht
8
3 Wetten, normen en richtlijnen Op PBM is Nederlandse en Europese wet- en regelgeving van toepassing. De Nederlandse wetgeving is relatief summier en verwijst naar Europese regels. De Europese regelgeving is behoorlijk expliciet en mondt uit in de verplichte CE-markering van producten.
3.1
Arbowet, arbobesluit en warenwetbesluit
In de Arbowet ligt de goede zorg voor arbeidsomstandigheden vast. Voor de werknemer is in het bijzonder Arbowet artikel 11 van belang. De werknemer is verplicht om in verband met de arbeid de nodige voorzichtigheid en zorgvuldigheid in acht te nemen en naar vermogen zorg te dragen voor de eigen veiligheid en gezondheid en die van andere personen. Met name is hij verplicht om: lid b: de hem ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen op de juiste wijze te gebruiken en na gebruik op de daartoe bestemde plaats op te bergen, een en ander voor zover niet krachtens deze wet is bepaald dat werknemers niet verplicht zijn beschermingsmiddelen als vorenbedoeld te gebruiken.
De voorschriften waaraan een PBM moet voldoen zijn beschreven in het arbobesluit. Arbobesluit artikel 8.1. Algemene vereisten persoonlijk beschermingsmiddel 1.
Een door de werkgever aan de werknemer ter beschikking gesteld persoonlijk beschermingsmiddel is in overeenstemming met de betreffende bepalingen inzake ontwerp en constructie op het gebied van veiligheid en gezondheid, bedoeld in het Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen. De vorige volzin is slechts van toepassing voor zover bedoeld persoonlijk beschermingsmiddel onder het toepassingsgebied van genoemd besluit valt.
2.
In alle gevallen moet een persoonlijk beschermingsmiddel: a. b. c. d.
geschikt zijn voor de te vermijden gevaren, zonder zelf een vergroot gevaar in te houden; beantwoorden aan de bestaande omstandigheden op de arbeidsplaats; afgestemd zijn op de ergonomische eisen en de vereisten met betrekking tot de gezondheid van de werknemers; na de nodige aanpassingen geschikt zijn voor de drager.
3.
Indien verschillende gevaren het tegelijkertijd dragen van meer dan één persoonlijk beschermingsmiddel noodzakelijk maken, zijn deze persoonlijke beschermingsmiddelen op elkaar afgestemd en blijven zij doelmatig tegen het betreffende gevaar of de betreffende gevaren.
4.
De keuze van het persoonlijk beschermingsmiddel en de wijze waarop dit gebruikt moet worden, met name wat betreft de duur van het dragen, worden bepaald afhankelijk van de ernst van het gevaar, de frequentie van de blootstelling aan het gevaar en de kenmerken van de arbeidsplaats van iedere werknemer afzonderlijk alsmede van de doelmatigheid van het persoonlijk beschermingsmiddel.
5.
Een persoonlijk beschermingsmiddel is in beginsel bestemd voor gebruik door één persoon. Indien de omstandigheden vereisen dat een persoonlijk beschermingsmiddel door meer dan één persoon gebruikt wordt, worden doeltreffende maatregelen genomen, opdat een dergelijk gebruik geen gezondheids- of hygiëneproblemen oplevert voor de onderscheiden gebruikers.
6.
Adequate gegevens over ieder persoonlijk beschermingsmiddel, nodig voor de toepassing van het eerste, tweede, derde en vierde lid, zijn in het bedrijf of de inrichting beschikbaar en worden zonodig doorgegeven.
7.
Persoonlijke beschermingsmiddelen worden slechts voor de beoogde doeleinden gebruikt.
8.
Persoonlijke beschermingsmiddelen worden overeenkomstig de gebruiksaanwijzing gebruikt.
Het arbobesluit is op zijn beurt ontleend aan het Warenwetbesluit Persoonlijke Beschermingsmiddelen van 24 juni 1992. Alle Nederlandse wet- en regelgeving is gebaseerd op de Europese richtlijnen, zoals hierna omschreven.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Wetten, normen en richtlijnen
9
3.2
Europese richtlijnen en fundamentele eisen
Er zijn twee Europese richtlijnen voor persoonlijke beschermingsmiddelen te weten: - Richtlijn PBM, betreffende gebruik.3 (vooral bedoeld voor de werkgevers, Arbo) - Richtlijn PBM, betreffende ontwerp en constructie.4 (CE-markering) Op grond van de laatste richtlijn mag het in de handel brengen van persoonlijke beschermingsmiddelen die aan de fundamentele eisen uit de richtlijn voldoen en die volgens de in de richtlijn aangegeven procedures van de CE-markering zijn voorzien, binnen de Europese Unie niet worden verboden, beperkt of verhinderd. De lidstaten kunnen in hun nationale wet- en regelgeving geen andere producteisen stellen dan in de Europese richtlijn zijn vastgesteld. Wel mag men aanvullende gebruikseisen stellen. Hieraan wordt streng de hand gehouden, gezien een uitspraak van het hof in 2003.5 In Nederland zijn de eisen uit de richtlijn Persoonlijke Beschermingsmiddelen verwerkt in het Warenwetbesluit Persoonlijke Beschermingsmiddelen van 24 juni 1992. Indeling PBM in categorieën Er zijn in hoofdlijnen drie categorieën PBM te onderscheiden op grond van de richtlijn. • Categorie I omvat PBM van een eenvoudig ontwerp waarvan de ontwerper aanneemt dat de gebruiker zelf in staat is zich een oordeel te vormen over de doeltreffendheid waarmee deze middelen bescherming bieden tegen zeer geringe risico’s waarvan het effect, wanneer het gradueel is, tijdig kan worden opgemerkt zonder dat de gebruiker gevaar loopt. Voorbeelden zijn tuinhandschoenen, regenkleding en zonnebrillen. • Categorie II omvat alles wat niet in categorie I of III wordt ondergebracht. • Categorie III zijn middelen van complex ontwerp die de gebruiker moeten beschermen tegen gevaren die dodelijk zijn of de gezondheid ernstig en onherstelbaar kunnen schaden en waarvan de gebruiker, naar de ontwerper aanneemt, de acute effecten niet tijdig kan onderkennen. Tot Categorie III behoren uitsluitend: • ademhalingsapparatuur met filters die beschermen tegen vaste en vloeibare aërosolen, of tegen irriterende, gevaarlijke, giftige of radiotoxische gassen; • ademhalingsapparatuur, met inbegrip van duikapparatuur, die de buitenlucht volledig afsluit; • beschermingsmiddelen die slechts tijdelijke bescherming kunnen bieden tegen letsels door chemische factoren of tegen ioniserende stralingen; • uitrusting voor werkzaamheden in hete omgevingen met effecten die vergelijkbaar zijn met die van een luchttemperatuur van 100 °C of hoger, met of zonder infrarode straling,vlammen of grote hoeveelheden wegvliegend gesmolten materiaal; • uitrusting voor werkzaamheden in koude omgevingen met effecten die vergelijkbaar zijn met die van een luchttemperatuur van -50 °C of lager; • beschermingsmiddelen die bescherming bieden bij vallen van bepaalde hoogten; • beschermingsmiddelen tegen elektriciteitsrisico’s bij werken bij gevaarlijke spanningen of die isoleren bij hoogspanning.
3 Richtlijn PBM 89/656/EEG, betreffende gebruik (30 november 1989). Dit is de derde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG, (12 juni 1989) betreffende de ten uitvoerlegging van maatregelen ter bevordering van de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers op het werk. 4 Richtlijn PBM 89/686/EEG, betreffende ontwerp en constructie (21 december 1989), gewijzigd bij 93/68/EEG(22/7/93), 93/95/EEG(29/10/93), 96/58/EG(3/9/96) die na een overgangsperiode vanaf 30 juni 1992 definitief van kracht werd op 1 juli 1995. 5 Arrest van het Hof (Vijfde Kamer) 22 mei 2003 in de zaak C-103/01, tegen de Bondsrepubliek Duitsland, betreffende schending van de richtlijn, door nadere eisen te stellen bij de aanschaf van brandweer-PBM voor sommige deelstaten.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Wetten, normen en richtlijnen
10
Geharmoniseerde normen Op basis van de Europese richtlijn worden landelijk geharmoniseerde normen vastgesteld. Deze normen geven aan op welke wijze een fabrikant kan voldoen aan de eisen van de richtlijn. Het gebruik en de toepassing van normen is vrijwillig, maar het is wel aan te raden in verband met de aansprakelijkheid voor de goede zorg voor het personeel. Door met de PBM aan de normen te voldoen heb je als werkgever aantoonbaar gemaakt dat je, ten minste op dit arbeidshygiënische niveau, zo veel mogelijk aan deze zorg doet en kun je als leverancier ervan op een verantwoorde manier je aansprakelijkheid nemen.
3.3
CE-markering en gebrek aan consensus
CE is de afkorting van Conformité Européenne, wat betekent "Overeenkomstig de Europese Richtlijnen". Een terechte CE-markering verschaft het recht op vrij handelsverkeer in de EER (Europese Economische Ruimte). In het in 1958 opgemaakte verdrag van Rome staan twee artikelen waarin de basis werd gelegd voor de huidige Sociale- (Arbo) en Productrichtlijnen (CE), te weten: 1. Artikel 95 (oorspronkelijk: 100A) de Europese Productrichtlijnen (CE-markering); 2. Artikel 138 (oorspronkelijk: 118A) de Europese Sociale Richtlijnen (Arbo). In 1985 werd besloten tot een andere aanpak op gebied van technische harmonisatie en normalisatie. Dit had gevolgen voor de productrichtlijnen, die vanaf dat moment bekend staan als richtlijn volgens ‘de nieuwe aanpak’. CE-markering is vaak een punt van discussie, zo ook hier. Een brandweerhelm kan een CE-markering dragen op grond van conformiteit met de brandweerhelmennorm NEN-EN 443. (Ten tijde van het schrijven van deze scriptie is deze norm overigens opnieuw in revisie en is dus weer in het Pr stadium.) Voor een volgelaatstuk geldt hetzelfde op grond van de gelaatstuknorm NEN-EN 136. Maar wanneer je de twee uitrustingsstukken gaat combineren heb je een grote zorg: hoe goed gaat dit werken en wie gaat garant staan voor de combinatie? Wanneer daarbij ook nog eens de helm van de ene fabrikant is en het gelaatstuk van een andere, dan gaat ook productaansprakelijkheid meespreken. In het verleden is een Duitse richtlijn gemaakt, waarin de helm-gelaatstuk combinatie is voorgeschreven. Dit is de VFDB Richtlinie 0802 en dan in het bijzonder aanhangsel A. Ook is er getracht een Europese norm te ontwikkelen. Dit resulteerde in de ontwerpnorm NEN-EN 13105:1997 op basis van de ontwerpnorm PrEN 13105, waarover de commissie CEN/TC 79 geen consensus kon bereiken6. Nu wil het geval dat sommige fabrikanten zich voor de H-M (helm-masker) combinatie beroepen op datgene wat in de VFDB wordt beschreven, anderen beweren dat de PrEN vervallen is zodat zij zich nergens aan hoeven te houden, alleen aan hun eigen eisen. Weer anderen zeggen dat het niet bereiken van consensus tekenend is voor het mogelijk te bereiken lagere beschermingsniveau van de combinatie. In hun ogen geniet een 5punts spin de voorkeur omdat een 5-punts spin zorgvuldiger rondom op het hoofd kan worden gepositioneerd, terwijl een H-M combinatie slechts twee aanhechtingspunten (en daardoor minder afstelmogelijkheden) heeft. Uit een veiligheidskundig oogpunt ben ik het hier volkomen mee eens. Echter: de snelle inzetbaarheid is hier van belang en met een correct afgestelde H-M verbinding, in combinatie met overdruk in het gelaatstuk, kan een goede aansluiting van het gelaatstuk op het gezicht en daardoor een luchtdichte afsluiting worden geborgd. Ik heb zelf de voor dit project geldende eisen gesteld, gedistilleerd uit de verschillende normen en richtlijnen. Zie bijlage 5 om te lezen hoe ik hier mee om ben gegaan.
6 Door middel van resolutie 244/2001 heeft de commissie CEN/TC 79 besloten het Work Item 00079058 te laten vervallen. Dit WI behelsde het werk aan de ontwikkeling van norm EN13105. Nederland en het Verenigd koninkrijk waren het niet eens met het laten vervallen van het WI.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Wetten, normen en richtlijnen
11
4 Proces Europese aanbesteding Hieronder volgt een beschrijving van het door Brandweer Utrecht uitgevoerde proces dat in grote lijnen bestond uit: een strak projectplan, een gedegen bestek, zorgvuldige communicatie, grondige offertebeoordeling en een uitgebreide praktijkproef.
4.1
Behoefte aan nieuwe apparatuur
De technisch economische levensduur van adembeschermingsapparatuur is circa tien jaar. De apparatuur die Brandweer Utrecht had was ruim tien jaar oud en intensief gebruikt. Ze ging frequenter dan normaal storingen vertonen. Deze storingen hebben niet geleid tot ongevallen, maar gaven wel aanleiding tot tanend vertrouwen in de apparatuur. De apparatuur is overigens tot aan de vervanging nog in redelijk goede staat gehouden, mede door de goede technische ondersteuning van de leverancier. Voor dergelijke PBM is zulke leveranciersondersteuning van ultiem belang. Het managementteam vroeg begin 2004 om een project te starten ter vervanging van de oude apparatuur. De planning moest SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Reëel en Tijdbepaald) zijn. Er is binnen een halfjaar tot aanschaf overgegaan. Dit is voor een aanschafproject van dergelijke omvang en complexiteit erg snel.
4.2
Het projectplan
Het projectplan (bijlage 3) was het eerste document dat werd geschreven. Het werd door het MT (management team) goedgekeurd en diende als leidraad. Het is wel gevolgd voor wat betreft het tijdpad, maar de benoemde deelprojectleiders zijn niet allen aan bod geweest. Om de voortgang te garanderen is in de praktijk het hele project door twee personen getrokken. Erg belangrijk was wel, dat het geen feestje werd van deze twee en daarom is consequent de aandacht en inbreng gevraagd van diverse andere personen. Vooral het uitrukpersoneel en de onderhoudsmensen zijn in verschillende fasen uitgebreid aan bod gekomen. Zij kregen regelmatig een statusupdate en de gelegenheid voor inbreng van ideeën en ervaringen.
4.3
Bestek maken en bespreken
Er moest een gedegen bestek komen waarin, naast de commerciële en juridische eisen en wensen, vooral ook alle veiligheidsaspecten waren opgenomen. Zie bijlage 4. We maakten gebruik van voorbeeldbestekken van andere korpsen en het Internet. We stelden, in tegenstelling tot anderen, zo min mogelijk eisen; de meest relevante ervan waren afgeleid uit de normen. Aan de gestelde eisen moest onvoorwaardelijk worden voldaan. Het overige werd ondergebracht als wensen. De wensen dienden ter nuancering bij de beoordeling; op grond hiervan kon onderscheid tussen de aanbiedingen worden gemaakt. Aan deze wensen werden weegfactoren toegekend: “hoog”, “midden” en “laag”. Daaraan werden cijfers gekoppeld voor objectivering. Het was van groot belang om uitsluitingen op grond van ontwerpkeuze te voorkomen, door een zorgvuldige beschrijving en juiste woordkeuze . Voorbeelden hiervan zijn: Er werden geen merk- of typenamen genoemd voor de informatievoorzieninginrichting. Voor het afkoppelbaar zijn van de ademautomaat werd ook een alternatief beschreven in de vorm van een “frisse lucht klep”. Met betrekking tot de cilinderafsluiters werd slechts genoemd dat ze niet ongewild dicht kunnen draaien. De geconstateerde fout7 in EN 250 (duikluchtcilinders) ten opzichte van NEN-EN 12245 (verplaatsbare gasflessen) werd hiermee in ons bestek buiten beschouwing gelaten. De leverancier diende garant te staan voor zijn ontwerp. Voor de elektronische registratie werd de vrijheid gegeven tussen het gebruik van een systeem met barcodes of met transponderchips. 7 In EN 250 staat in paragraaf 5.4 Cylinder valves: The valve shall be so designed or so located that it cannot be closed inadvertently. This is met e.g. by at least 2 turns from fully open to fully closed position. Dit laatste is in de praktijk incorrect gebleken en werd dus niet als ontwerpeis meegenomen in ons bestek.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Proces Europese aanbesteding
12
Een algemene eis was dat alle zaken door één leverancier zouden worden geleverd. Dit was bedoeld ter voorkoming van de eerder besproken aansprakelijkheidskwesties. Als werkgever ben je verantwoordelijk voor het verstrekken van PBM, maar niet voor de kwaliteit van de producten. Die verantwoordelijkheid ligt bij de leverancier, gecontroleerd door de werkgever. Bij het schrijven van het bestek is veel ondersteuning geleverd door het gemeentelijk Bureau Aanbestedingen (BA). Het definitieve bestek werd goedgekeurd door het MT.
4.4
Communicatie
Het project heeft geleerd dat communicatie met alle betrokkenen van groot belang is. Evenzo belangrijk is het, om communicatie met de apparatuuraanbieders tot na de eerste beoordelingsfase te voorkomen. Dit laatste om de integriteit te garanderen en niet in de gelegenheid te komen om aanbieders per ongeluk aanvullend te informeren. - Interne communicatie Tijdens en na de bestekfase zijn de beroepsploegen en de vrijwilligers herhaalde malen bezocht om hen te informeren over de projectstatus. Tijdens deze sessies werd om hun inbreng in het bestek en de gang van zaken gevraagd op grond van praktijkervaringen. Hierbij kwam veel achtergrondinformatie uit het verleden boven tafel en werd bruikbare input gegeven op het conceptbestek. Het MT en de OR (ondernemingsraad) werden regelmatig geïnformeerd en om “go ahead” gevraagd voor het ingaan van een volgende fase, zoals het bekendmaken van de aanbesteding op het Internet en het uitvoeren van de praktijkproef. - Externe communicatie Externe communicatie bestond voornamelijk uit het inwinnen van informatie over het proces en het bestek bij andere korpsen. Ook is er gecommuniceerd met mensen uit normcommissies over zaken die in de norm niet afdoende zijn vastgelegd. Met potentiële leveranciers is een radiostilte in acht genomen gedurende het hele proces tot aan de contractondertekening m.u.v. de vragenronde (de nota van inlichtingen) die schriftelijk via BA heeft plaatsgevonden en de gebruiksinstructie die werd gegeven bij de demo-apparatuur van de twee “proeftypes”.
4.5
Aanbestedingsadvertentie op Internet
In verband met het gebudgetteerde en te verwachten aanschafbedrag moest er verplicht Europees worden aanbesteed8. De voorgenomen aanbesteding werd op de Europese tendersite van SIMAP aangekondigd. Er is gekozen voor het realiseren van een mantelovereenkomst met als eerste afnemer Brandweer Utrecht.
4.6
Nota van inlichtingen
Op de offerteaanvraag kwamen relatief weinig vragen van de potentiële leveranciers. De reden hiervoor was dat er een streng beperkt bestek was gemaakt. Hoe minder er geëist wordt des te minder er te vragen is. In de nota van inlichtingen ben ik uitgebreid ingegaan op de reeds eerder genoemde helm-masker combinatie. (zie ook bijlage 5)
4.7
Beoordeling in fasen
Normaal gesproken vindt bij een aanbesteding een afweging plaats op alle aspecten gezamenlijk met de afgesproken weegfactoren, ter garantie dat de nadruk op de juiste criteria komt te liggen. In tegenstelling tot dit gebruik, of liever: in aanvulling daarop, is de afspraak gemaakt dat de uit te voeren praktijktest en onderhoudsbeoordeling worden losgekoppeld van de eerste offertebeoordeling. 8 De vigerende regels omtrent verplicht Europees aanbesteden van onderhavige apparatuur staan in richtlijn 2004/18/EG, met de bijbehorende wijzigingen hierop. De drempelbedragen worden regelmatig bijgesteld.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Proces Europese aanbesteding
13
Hieraan ligt een belangrijke reden ten grondslag: In het verleden is het bij Brandweer Utrecht voorgekomen dat tijdens de keuzebepaling, zonder vooroverleg met de betrokkenen, na de praktijktest toch werd teruggegrepen naar de financiële afweging. De gebruikers kozen indertijd een bepaald merk en type, maar er werd een goedkoper alternatief aangeschaft. De kwaliteit ervan was overigens goed. Het aangeschafte product heeft, ondanks zeer intensief gebruik, wel jarenlang goed gefunctioneerd. Bij het repressieve personeel is echter gedurende de gehele gebruiksperiode een vervelende nasmaak geproefd door het feit dat hun keus niet werd gehonoreerd. Om herhaling hiervan te voorkomen is in het bestek de clausule opgenomen dat de producten die na de eerste beoordeling doorgaan naar de praktijkproef dit doen met “nul op de teller”. Het oordeel van de gebruikers is bepalend voor de uiteindelijke keus. Hiervoor was vooraf, bij bestekgoedkeuring, commitment gekregen van het MT. - Commercieel/juridische/technische beoordelingsfase Het commerciële en juridische deel van de offertes werd beoordeeld door BA. Zij zijn op dit gebied de specialisten en daarvan werd dankbaar gebruik gemaakt. De techniek en de gebruiksaspecten werden door Brandweer Utrecht zelf beoordeeld en aangeleverd aan BA. Hierna werd de berekening met behulp van de weegfactoren uitgevoerd en daarmee werd bekend welke producten de praktijkproef ingingen. Van de drie aanbiedingen gingen er twee de proef in met een groot verschil in punten, hoofdzakelijk door de prijs. Dit verschil werd “genuld”: het woord was aan de testers. - Praktijktest en onderhoudsbeoordelingsfase Het bestek was belangrijk, maar de praktijktest was de sleutelfase in het project. Hier werd door de echte belanghebbenden de uiteindelijke keus gemaakt. Deze fase vergt een gedegen voorbereiding, die eigenlijk al in een eerder stadium is gestart, omdat men afhankelijk is van testfaciliteiten en de inzet van personeel. Er werden allerlei schema’s gemaakt voor diverse scenario’s met twee of drie te testen types. Het definitieve schema en de formulieren zijn opgenomen in bijlage 6 en 7. Het betrof in dit geval twee apparatuurtypes en er werd getest op gebruik, onderhoud en gebruik in combinatie met andere uitrusting en kleding. De vele gebruiksaspecten werden getest in drie hoofdcategorieën, statisch, warm en koud. De kunst was om een grote variëteit aan personeel te krijgen, zowel voor wat betreft lichaamskenmerken als ook de verhouding tussen aantal beroeps en vrijwilligers. Een andere voorbereiding is een zorgvuldige instructie voor een even goed begrip van beide merken. De leveranciers hebben de proefbegeleiders terdege geïnstrueerd. De wijze van onderhoud werd beoordeeld door het bezoeken van onderhoudsfaciliteiten van andere korpsen, die de betrokken merken al enige tijd in gebruik hebben. Om de beoordeling van het gebruik en het onderhoud te objectiveren zijn door mij rekenbladen ontwikkeld, waarin de verkregen resultaten konden worden verwerkt. Met deze rekenbladen konden diverse berekeningen worden gemaakt, van kaal eindresultaat tot aspectbeoordeling en overwegende voorkeur. Zie bijlage 7.
4.8
MT-besluit en aanschaf
Bij de presentatie van het eindadvies aan het MT werd een mondelinge toelichting gegeven ter onderbouwing van datgene wat in het praktijktestrapport was geschreven. Tevens werd een uitleg gegeven over de inhaalslag op het facet techniek die één van de leveranciers had gemaakt in de eerste beoordelingsfase. Er werd verklaard, dat ondanks het relatief kleine verschil in berekend eindresultaat toch overtuigend voor de ene uitrusting werd gekozen. Dit gold zowel voor de testaspecten (24 van de 25) als voor de overwegende voorkeur van de testers (63,5 % tegenover 36,5 %) Het MT gaf goedkeuring voor de keuze en opdracht tot de aanschaf. Er volgde een verificatiebespreking met de gekozen leverancier. Daarna werden twee contracten getekend: de mantelovereenkomst met productspecificatie voor de BRUL en vervolgens het contract voor de afname van het benodigde aantal door de eerste afnemer: Brandweer Utrecht. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Proces Europese aanbesteding
14
4.9
Implementatie van nieuwe apparatuur
Tijdens de implementatie van de nieuwe apparatuur kwamen we een aantal dingen tegen die op zich niet zorgwekkend zijn maar wel de nodige aandacht behoeven in verband met het vertrouwen in de apparatuur. Voorbeelden van dit soort typische introductieverschijnselen zijn: • Het wennen aan de ICU (bewegingsalarm enzovoort) vergde vrij veel batterijcapaciteit. De batterijen werden op advies van de leverancier de eerste keer dan ook eerder vervangen dan voorgeschreven. • Enkele malen is een buikriemgesp defect geraakt. Dit kwam door onwennigheid met de sluiting en het niet voldoende lossen van de riem bij het omhangen. • Er was wat huivering tegen de rubberen helm-gelaatstukadapters. Toen aan de mensen was uitgelegd dat deze een Kevlar inlay hadden, waren ze gerustgesteld. • De ophangbeugels in de tankautospuiten moesten in hoogte worden aangepast aan de nieuwe cilinders. Ook de radius van de ophangvorken werd iets gewijzigd.
4.10 Informatie-uitwisseling na de aanschaf Toen het aanbestedingsproject afgelopen was, bleek er behoefte te zijn aan informatie over de gevolgde procedure voor de totstandkoming van de keus. Deze was namelijk verrassend, zowel intern als bij andere korpsen. Ook het vastleggen van de informatie en het archiveren was van belang. - Afgewezen aanbieders Na het ondertekenen van het contract kon weer vrijelijk met de afgewezen aanbieders worden gesproken. Ik heb met vertegenwoordigers van beide een gesprek gehad om hen op de hoogte te brengen van mogelijke verbeterpunten in hun aanbieding en / of hun apparatuurtechniek. - Ploegen en vrijwilligers Met de brandweerploegen is na de aanschaf uitgebreid gesproken over de keuze van de apparatuur en de op handen zijnde introductie ervan. Zij wilden vooral graag weten hoe en wanneer de nieuwe uitrusting zou komen. Het enthousiasme van de testers sloeg over op de rest van het repressieve personeel. - Ministerie van BZK Met medewerkers van het ministerie van BZK is na de aanschaf enkele malen gesproken over het verschil in de wijze waarop andere brandweerkorpsen en Brandweer Utrecht hun adembeschermingsapparatuur hebben aangeschaft. Verder hebben we enkele normteksten kritisch op hun merites beschouwd, wat weer kan worden gebruikt bij latere normaanpassingen. Ook is besproken, wat men zou moeten doen als men niet de gehele uitrusting in één keer aanschaft. Dan moet je de verschillende componenten los van elkaar beproeven en komt de compatibiliteit en pasvorm nog sterker aan de orde. Ook mis je dan het testen van een stuk ergonomie van de uitrustingscombinatie. - Andere korpsen De korpsen van de BRUL zijn per brief geïnformeerd. Zij kunnen zonder eigen onderzoek gebruik maken van het contract van Brandweer Utrecht. Een korps uit Noord Holland had behoefte aan nieuwe helmen en gelaatstukken. Ik heb uitgelegd wat er speelt bij de H-M combinatie. Ook heb ik uitgelegd waarom Brandweer Utrecht alle uitrusting bij één leverancier heeft aangeschaft. Een Schots regionaal korps kreeg van mij een presentatie en heeft in 2005 met de in deze scriptie omschreven methode een succesvolle aanbesteding uitgevoerd. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Proces Europese aanbesteding
15
5 Praktijktest: gebruiks- en veiligheidsaspecten In dit hoofdstuk komt naar voren hoe belangrijk een praktijkproef is. Dit geldt niet alleen voor het onderhoudspersoneel, dat hiermee de ervaringen van andere korpsen kan inventariseren. Het geldt vooral ook voor de gebruikers, die eigen ervaringen opdoen met allerlei aspecten waaraan men in een puur theoretische beoordeling niet eens gedacht zou hebben. In het bijzonder deze gebruikservaringen waren waardevol. Neem nog even in gedachten de wettelijke voorschriften uit paragraaf 3.1, waarin Arbobesluit 8.1 wordt aangehaald. Lid 2 en 3 van dit artikel gaan pas echt spreken bij het lezen van onderstaande ervaringen en het zien van de begeleidende foto’s. Hier komt de veiligheidskunde weer volledig in beeld. Het gaat om zaken als ergonomie, pasvorm, gebruiksgemak en compatibiliteit met andere PBM, bluskleding en brandweeruitrustingen. Ik zal dit aan de hand van enkele voorbeelden toelichten.
5.1
Compatibiliteit met gas/chemiepakken
De gas/chemiepakkenproef was in eerste instantie niet erg nadrukkelijk aanwezig in de praktijkproef. Er werd met relatief weinig mensen op enkele aspecten beoordeeld. Toch kwamen juist hier veiligheidsaspecten naar voren, die wel onze aandacht vragen. Ten eerste was daar de kwestie van afleesbaarheid van de manometer. Beide uitrustingen hadden een informatievoorzieningunit met een digitale uitlezing. Bij het ene type (linkerfoto) was, naast de digitale uitlezing, een semi-analoge aanwijzing mogelijk door een LCD-blokjesbalk boven in het display. Het andere type was voorzien van een (mechanische) analoge manometer. In sommige situaties, in het bijzonder in het gas/chemiepak, had de analoge manometer de voorkeur omdat de afleesbaarheid in één oogopslag sneller en duidelijker was. Ook onder een hoek is een analoog instrument beter af te lezen dan een LCD display. Eventuele wijzerparallax is niet belangrijk; het gaat om een snelle (globale) uitlezing van de cilinderdruk.
Afbeelding 5-1
Afbeelding 5-2
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Praktijktest: gebruiks- en veiligheidsaspecten
16
Het gebruik van een brandweerhelm in een gas/chemiepak heeft zo zijn beperkingen. Bij het ene type bleven de metalen adapters van het gelaatstuk achter de rand van de ruit van het pak haken. (linkerfoto) Bij het andere type stootte de naar voren stekende rand van het integrale helmvizier tegen de ruit van het pak. Daardoor schoof het helmvizier gedeeltelijk dicht. (rechterfoto). Dit kan worden voorkomen door geen gebruik te maken van brandweerhelmen, maar een ander type helm, eventueel in combinatie met een spinmasker in plaats van een masker met helmadapters.
Afbeelding 5-3
Afbeelding 5-4
Ook een ander compatibiliteitsaspect kwam duidelijk uit de proef naar voren. Er wordt in de scriptietitel al aan gerefereerd. Vroeger werd adembeschermingsapparatuur aan de schouders gedragen, waardoor hij vrij hoog op de rug gepositioneerd was. Om de rug te ontlasten wordt het toestel tegenwoordig op de heupen gedragen, net zoals de moderne rugzakken. Dit heeft consequenties voor de wisselwerking met bijvoorbeeld de gas- en chemiepakken. De snit van de bij ons korps in gebruik zijnde pakken is zodanig dat de apparatuurholte hoog op de rug zit. Het gevolg is dat, vooral bij het “leegdrukken”9 van het pak, de cilinderafsluiter vrij sterk onderin de holte drukt. De apparatuurholtes worden daarom onderin verstevigd en bij een nieuwe generatie pakken zal de holte wellicht lager geplaatst worden.
5.2
Aanstoten van het gelaatstuk met ademautomaat
Het gelaatstuk met de ademautomaat steekt bij het werk relatief ver naar voren. Het kan dus goed gebeuren dat je onder slechtzicht-omstandigheden ergens tegenaan loopt of stoot. Ook bij het verplaatsen van een slachtoffer heb je al gauw mechanisch contact. Het is van belang dat je dan geen lekkage op de gezichtsaansluiting krijgt. De lekkage op zich is geen probleem, want de ademautomaat houdt het gelaatstuk op overdruk. Het is echter erg vervelend ineens een sissend geluid te horen bij je inzet. Met de verende metalen adapters gebeurde dit een enkele maal. Met de niet verende adapters niet. Bij de laatste was het wel belangrijk een goede initiële afstelling te doen. De pasvorm van alle gelaatstukken is overigens goed. Er konden afwijkende maten worden geleverd. Deze waren ook bij de proef aanwezig, maar zelfs personen met smalle gezichten konden goed gebruik maken van de standaard uitvoering. 9 “leegdrukken” is een uitdrukking voor het gehurkt zittend met de armen wegpersen van de overdruk uit het pak
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Praktijktest: gebruiks- en veiligheidsaspecten
17
5.3
Ergonomie en comfort bij de helmen.
Bij de helmen is een goede basisinstelling van belang. Deze was bij beide types goed te realiseren. Bij het type op de rechterfoto werd het leren kinbakje als vervelend ervaren met het dragen van een gelaatstuk. Het kwam dan op de keel te zitten. Er is later afgesproken dat dit verwijderd kon worden, zonder invloed op de CE-markering. De spraakverstaanbaarheid is in de ene helm soms beter dan in de andere. Door de relatief grote helmschaal van de linkerhelm, in combinatie met een klein hoofd, klonken geluiden soms hol. De rechterhelm wordt met een standaard schaal geleverd en kan op verzoek in een grotere schaalmaat worden geleverd. De onderkant van de schaal is nu (zoals op de foto) korter dan bij een eerder type, wat de spraakverstaanbaarheid verbetert. Tevens is het vroegere naar binnen buigen bij hitte hiermee uit de wereld. De metalen adapters, behorend bij de linkerhelm, veroorzaakten blaren op de handen bij het, na de hitteblootstelling, met blote handen afnemen van het gelaatstuk.
Afbeelding 5-5
5.4
Afbeelding 5-6
Compatibiliteit met valbescherming
Op de linkerfoto is te zien dat de D-ring van de valbeschermingsgordel (met het lichte stiksel) de bovenste lip van de buikriemgesp van het ademluchttoestel los kan drukken. Het type rechts is hiertegen bestand, doordat de bediening van binnenuit plaatsvindt.
Afbeelding 5-7
Afbeelding 5-8
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Praktijktest: gebruiks- en veiligheidsaspecten
18
5.5
Aan/afkoppelen van cilinder en openen/sluiten van afsluiter
Afsluiters dienen zodanig ontworpen te zijn dat ze niet onopzettelijk dicht kunnen draaien. Dit is bedoeld om dichtdraaien, als gevolg van het genoemde wrijven tegen de onderkant van de apparatuurholte van pakken of het schuren langs een oppervlak, te voorkomen. Voor de proef werden door de ene leverancier drie (van zes) cilinders met veiligheidsafsluiters (bekend van kindersluitingen) en drie met driekante knop geleverd. De andere leverancier leverde alles met veiligheidsafsluiters. De veiligheidsafsluiters werden door de gebruikers in eerste instantie als vervelend ervaren. Toen de testers werd uitgelegd dat bij aanschaf toch dit afsluiterontwerp zou worden gekozen verviel het verschil. De als lastig ervaren veters in de cilinderhoezen werden bij de definitief aan te schaffen hoezen vervangen door klitband. Dit was het overigens enige aspect waarop de uitrusting van de gekozen leverancier lager scoorde dan de andere.
Afbeelding 5-9
5.6
Afbeelding 5-10
Waardering
De gevolgde werkwijze, tijdens de proef, vond grote waardering bij de testers. Op hun beurt hadden de leden het verwervingsteam grote waardering voor de gedegen manier waarop de testers zich, namens hun achterban, van hun taak hebben gekweten.
Afbeelding 5-11
Afbeelding 5-12
Het proefresultaat is gedetailleerd gerapporteerd en met advies en mondelinge toelichting aan het MT gepresenteerd. Zie bijlage 7 voor deze eindrapportage.10
10 Ter beperking van het aantal pagina’s is van deze eindrapportage de eigen bijlage 3 (het rekenblad met de ingevulde proefresultaten) weggelaten. De conclusies, die uit dit rekenblad werden getrokken, zijn in het rapport zelf verwoord.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Praktijktest: gebruiks- en veiligheidsaspecten
19
6 Handleiding met praktische tips In deze handleiding wordt een beschrijving gegeven van een mogelijk te volgen weg voor het (grootschalig) aanschaffen van adembeschermende apparatuur voor incidentbestrijding, inclusief compatibele brandweerhelmen en de benodigde testapparatuur en software ten behoeve van het onderhoud en testen van dit alles. De door mij uitgedachte methode is eerder met succes toegepast door Brandweer Utrecht (2004) en de Lothian & Borders Fire Brigade in Schotland (2005). Binnenkort wordt hij toegepast in de veiligheidsregio in oprichting van Schotland. De essentie van deze methode is een knip tussen de technisch/commerciële beoordelingsfase van de aanbesteding en een praktijkproef voor gebruik en onderhoud van de aan te schaffen apparatuur of uitrusting. De beschreven methode is met enige creativiteit ook toe te passen op andere aanbestedingen, waarbij de persoonlijke veiligheid de boventoon voert. Ten behoeve van de leesbaarheid is deze handleiding in de “jij-vorm” geschreven, daar dit in het brandweerveld gebruikelijk is. Deze handleiding is bedoeld voor brandweerpersoneel dat is belast met de aankoop van persoonlijke beschermingsmiddelen en dan in het bijzonder de Categorie III PBM. Het zal daarbij gaan om: arbocoördinatoren, inkopers, projectmedewerkers etc. Voor nadere informatie verwijs ik graag naar de bronnen (Hoofdstuk 9) en de bijlagen.
6.1
Opdracht verkrijgen
Je krijgt op een gegeven moment van het MT (de korpsleiding) een opdracht tot aanschaf van nieuwe adembeschermingsapparatuur. Het MT (de korpsleiding) heeft de beslissing tot aanschaf genomen op grond van veiligheidsoverwegingen of technisch / economische redenen. Bij deze opdracht zit als het goed is een lijst met aan te schaffen aantallen en een beschikbaar budget. Ook wordt een summiere voorzet gegeven van de scope van de aanschaf: al dan niet compleet met helmen en wel of geen eigen testapparatuur. Bepaal eerst of je met de opdracht regionaal bezig wilt gaan of dat je het gemeentelijk wilt houden. Overleg dit vooraf goed met je MT (of met je commandant). Bij regionaal aanbesteden kun je de aanbestedingskosten mogelijk meteen of in een later stadium over meerdere instanties verdelen.
6.2
Omvang bepalen
Je bepaalt de te verwachten omvang van je aanschaf en komt dan al dan niet tot de conclusie dat je verplicht bent tot Europees aanbesteden. Deze verplichting komt voort uit het geschatte aanschafbedrag. De drempelbedragen staan in de meest recente wijzigingen op richtlijn 2004/18/EG. Dit heeft consequenties voor het vervolg, want bij verplichte Europese aanbesteding moet je je strikt aan allerlei regels houden.
6.3
Projectplan maken
Maak een SMART projectplan met een (reëel) tijdpad, communiceer dit projectplan met je MT en houd je er ook aan. Houd rekening met wettelijke termijnen bij aanbesteding. Als voorbeeld kan het projectplan van Brandweer Utrecht (uit 2004) dienen. Het tijdpad van dit plan was erg kort, maar haalbaar. Zie hiervoor bijlage 3.
6.4
Assistentie Gemeentelijk Bureau Aanbestedingen vragen (optioneel)
Het is zeker raadzaam om (indien mogelijk) assistentie te vragen bij je Gemeentelijk Bureau Aanbestedingen, omdat men daar verstand heeft van alle commerciële en juridische perikelen omtrent een dergelijke aanschaf. Zeker als je Europees aanbesteedt is hun hulp vrijwel onontbeerlijk.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Handleiding met praktische tips
20
6.5
Betrokkenen informeren
Informeer, meteen na het maken van het projectplan, het personeel van de brandweerposten, zowel beroeps als vrijwilligers. Zij hebben er namelijk een grote behoefte aan om vanaf het begin betrokken te zijn bij deze materie omdat het hun toekomstige veiligheid betreft. Zet met regelmaat statusrapporten op papier en neem deze mee naar de posten. Geef aan wat er is gedaan en wat de volgende stappen zijn. Bij een groot korps met meerdere ploegen is het raadzaam om dit met 2 personen te doen. Ieder neemt enkele ploegen voor zijn rekening en bij de volgende statusupdate kun je wisselen. Dit komt de reactiebereidheid van de ploegen op de verstrekte informatie ten goede. Onderhoudspersoneel hoort ook geïnformeerd te worden, want zij moeten de nieuwe apparatuur straks gaan onderhouden. Verder moet het MT het projectplan goedkeuren en de OR er mee akkoord gaan. (het betreft ten slotte Arbo-zaken)
6.6
Jezelf informeren
Informeer jezelf vooraf over datgene wat er leeft en zich afspeelt. Intern kan er van alles in het verleden zijn misgegaan bij eerdere projecten. Dit kan zijn weerslag hebben op het onderhavige project. Extern zijn de ontwikkelingen bij de leveranciers van belang, evenals de recente ervaringen van andere korpsen. Het is van belang om dit informeren echt vooraf te doen. Tijdens het traject haal je een eenmaal opgelopen informatieachterstand waarschijnlijk niet meer in.
6.7
Wetten, normen en richtlijnen
Ken de wet en lees alle relevante actuele normen en richtlijnen zorgvuldig door (ze zijn veelal geschreven in het engels) en houd ze bij de hand als naslagwerk. Zorg dat je materiekennis zo groot is dat je boven de discussies over ontwerpnormen en dergelijke staat. Je kunt dan met je kennis de discussie breken en een afspraak forceren. Een voorbeeld hiervan is de norm voor de helm-masker combinatie.
6.8
Voorbeeldbestekken
Verzamel voorbeeldbestekken van aanbestedingen van andere korpsen en op Internet en lees ze grondig door. Beoordeel deze bestekken op hun zin en onzin voor jouw korps. Maak je eigen bestek om een zo goed en bruikbaar mogelijke uitrusting te definiëren. Probeer premature “uitsluitingen” te voorkomen, door doeleisen te stellen in plaats van middeleisen. Bijvoorbeeld: stel eisen aan de informatievoorzieninginrichting, maar noem geen typenamen als “ICU” of “SpiroPASS”. Zie hiervoor bijlage 4. Gebruik in je bestek een zorgvuldige woordkeus voor het opstellen van eisen en wensen; dit geeft je later een grotere kans op eenduidige antwoorden.
6.9
Offerteaanvraag maken
Laat je voldoende ondersteunen door een aanbestedingsafdeling of, bij gebrek daaraan, door mensen met een gedegen commerciële en juridische achtergrond. Zij zijn van onschatbaar belang, ook in het vervolgtraject. Laat je steeds goed uitleggen wat de regels zijn en wat deze voor jou betekenen. Vraag bij voorkeur de grondslag van de regels erbij, zodat je ze goed onthoudt. Eis alleen datgene wat nodig is op grond van wet- en regelgeving of common sense. Let goed op, je kunt eenvoudig afgerekend worden op het stellen van “non eisen”. Breng alles wat geen eis is onder in de categorie wensen en wel met een weegfactor “hoog”, “midden” of “laag”, omdat niet alles even belangrijk kan zijn. Aan eisen moet worden voldaan (niet voldoen betekent immers uitsluiting van aanbieding); de wensen dienen voor een waardebeoordeling van de aanbiedingen. De bereidheid tot het leveren van demo-apparatuur voor de praktijkproef moet ook worden vastgelegd, evenals de regels en afspraken hieromtrent. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de status waarin je de apparatuur zult terugleveren. Geef aan dat het resultaat van de praktijkproef zwaar zal wegen in het eindoordeel. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Handleiding met praktische tips
21
Zorg dat je bij de aanvraag goed op de hoogte bent van verplichte en toegestane termijnen en de Europese regelgeving op dit gebied ten tijde van je project. De offerteaanvraag moet bij een verplichte Europese aanbesteding worden gepubliceerd op de Europese tendersite op het Internet.
6.10 Zwijgen Vanaf het moment van publicatie van de aanbesteding tot de ondertekening van het contract mag er niet met de potentiële leveranciers worden gecommuniceerd. Enige uitzondering hierop is de prebid bijeenkomst, als die er al is, en het verificatiegesprek met de leverancier die de gunning gaat krijgen.
6.11 Nota van inlichtingen / prebid-bijeenkomst Er kan door de leverancier(s) om inlichtingen worden gevraagd. Deze inlichtingen worden, om geen verschil in informatieniveau te krijgen, altijd aan alle potentiële aanbieders gegeven. Dit zijn de leveranciers die het bestek hebben opgevraagd. Deze informatieverstrekking kan schriftelijk gebeuren in een nota van inlichtingen of mondeling in een prebid-bijeenkomst.
6.12 Wenswaardering De in de offerteaanvraag voorgestelde globale wenswaardering “hoog”, “midden” en “laag” wordt gedifferentieerd naar cijfers. Hierdoor kan later een juiste, objectieve offertebeoordeling plaatsvinden. Zorg voor goede beargumentering van weegfactoren. Je kunt hiervoor de tijd nemen tot de opening van de offertes. Behandel vervolgens de offertebeoordeling als één deel en de praktijkproef als het andere deel van het eindoordeel, waarbij de praktijkproef erg zwaar dient te wegen.
6.13 Voorbereiding praktijkproef Tijdens de periode waarin de leveranciers hun offertes maken, kun je beginnen met de voorbereiding van de praktijkproef. Reserveren van accommodatie, deelnemers uitnodigen (zorg voor een grote variëteit in deelnemers), begeleiders vragen (moeten ook al eerder beschikbaar zijn voor instructie), criteria vaststellen, schema’s maken, rekenbladen voorbereiden en doorrekenen met dummy gegevens11, etc. Leg vooral nadrukkelijk aan de deelnemers uit dat ze hun achterban vertegenwoordigen voor wat betreft sekse, lichaamsbouw en lichaamskenmerken en beroeps of vrijwilliger. Leg tevens aan hen uit dat de proef zwaarwegend, maar niet doorslaggevend is.
6.14 Offertebeoordeling Bij de beoordeling van de offertes op commercieel en juridisch gebied laat je je bij voorkeur weer ondersteunen door specialisten. Zelf beoordeel je met een aantal mensen het technische en het zogenoemde “after-sales service” gedeelte. Zorg voor voldoende onderbouwing van argumenten, puntentoekenning en waardeoordelen: je zult er vast later op worden bevraagd. Je kunt, maar dat moet je van tevoren in je aanvraag aangeven, een korte productpresentatie laten verzorgen als onderdeel van de aanbiedingsprocedure.
6.15 Go ahead voor de praktijkproef Na deze offertebeoordeling geef je een presentatie van het resultaat aan het MT en het MT geeft go ahead voor een praktijkproef met minimaal twee types uitrusting. De uitverkoren uitrustingen gaan de praktijkproef in. Deze telt zwaar mee om de kans te verkleinen dat je later terugvalt op een goedkopere (prijsvechters)aanbieding die niet door de gebruiker wordt gedragen (geen draagvlak heeft). Dit is, samen met de veelvuldige communicatie, de essentie van deze aanschafmethode. 11
Een voorbeeld van en uitleg over praktijkproefrekenbladen is te verkrijgen bij de auteur van deze handleiding.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Handleiding met praktische tips
22
6.16 Praktijkproef gebruikers Zorg voor een gedegen voorbereiding, zowel intern als bij de testaccommodatie. Praktische tips hierbij zijn: Bepaal ruim van tevoren, in overleg, welke hoofdaspecten je wilt laten testen en in welke deelaspecten je die wilt verdelen. Een hoofdindeling kan zijn: Statisch: om- en afhangen, afstelling, gewenning aan sluitingen en bediening. Koud: allerlei zaken die te maken hebben met comfort en ergonomie. Warm: het wederzijds functioneren van tester en apparatuur in een hete omgeving. Compatibiliteit: functioneren in combinatie met andere uitrusting en kleding. Vraag direct na de eerste (offerte)beoordeling de demosets aan en regel de instructie van de begeleiders door de leverancier. Laat bij voorkeur alle demo-apparatuur en instructie op één en dezelfde dag komen. Dit vergt de minste tijd van de begeleiders. Zorg dat je er zelf bij bent om te voorkomen dat de uitleg een promotiepraatje wordt. Het gaat alleen om een instructie op afstelling en dagelijks gebruik van uitrusting en bediening van bepaalde apparaten. Laat geschikte testlocaties verzorgen: een tankautospuit voor het statische deel, een ladderwagen en een oefenbaan voor het koude deel en een stookcontainer voor het warme deel. Zorg voor plekjes om de beoordelingsformulieren afzonderlijk in te vullen. Organiseer een (mobiele) onderhoudsfaciliteit met bijbehorend onderhoudspersoneel, voor het tussentijds reinigen en klaarleggen van de uitrusting en vullen van cilinders. Zorg voor voldoende formulieren en reserve blanco exemplaren van iedere sessie. Het is handig gebleken om een ordner te maken met alle relevante informatie voor de proef. Daarmee wordt bedoeld: producthandleidingen, maar ook tijdschema’s, namenlijsten enzovoorts. Ook is het goed om per sessie de formulieren in een plastic showmap te hebben en deze te markeren met het sessienummer. Je geeft ze aan het eind van een testsessie uit aan de testers en neemt ze direct na invullen weer in en stopt ze terug in de showmappen. Let op dat de testers ze gescheiden van elkaar invullen om wederzijdse beïnvloeding te voorkomen. Laat de begeleiders op de testdagen ’s morgens eerder komen in verband met de noodzakelijke uitleg over de gang van zaken op de dag; een soort “briefing”. Verzeker je van een ruime hoeveelheid goed werkend schrijfgereedschap, waaronder pennen die onder alle omstandigheden goed schrijven (ook op z’n kop en op vochtig papier). Eenvoudige “Fineliners” werken hiervoor erg goed. Vraag ze wel steeds van de deelnemers terug, anders ben je er voor de middag al doorheen. Verzorg een lunch die vlot te eten is. Je zult merken dat je alle tijd zeker nodig hebt. Maak je overigens geen zorgen als je in de ochtend wat uitloopt. Alle kans dat je dat in de middag weer inloopt, doordat iedereen bekender is met de apparatuur en de gang van zaken. Zorg dat er ruim voldoende energiedrank aanwezig is maar las, buiten de rust in het schema, geen extra drinkpauzes in. Regel ook lunch voor begeleiders. Regel een schone ruimte voor de uitleg van de dag, de lunch en de “herkansing”. Bij de herkansing, die aan het einde van de dag plaatsvindt, krijgt ieder nog de gelegenheid (niet te lang) om zijn of haar formulieren nog even door te bladeren. Het kan namelijk zijn dat je bepaalde aspecten in de loop van de dag iets anders bent gaan zien, zodat je je eerste beoordeling wilt nuanceren of bijstellen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Handleiding met praktische tips
23
Maak een schema met de aspecten “statisch”, “koud” en “warm” in logische volgorde en met rust na de warme sessie. Door eerst statische testen te laten doen kan men aan de apparatuur en de afstellingen wennen. Daarna bij koude testen went men aan het lopen, klimmen, klauteren en kruipen. Bij warm is men al goed gewend en daarna heeft men een ruime rustperiode. Richt de bezetting van de sessies zodanig in, dat de mensen niet aan een bepaald type kunnen gaan wennen of hechten. Laat ze dus afwisselend met de verschillende apparatuur werken. Dit komt de neutraliteit van beoordelen ten goede. Bewaar de originelen van de ingevulde formulieren. Er kan heel goed later naar worden gevraagd, is het niet intern dan wel extern, bijvoorbeeld door een leverancier. Beleef op de testdagen vooral veel plezier en maak foto’s van de activiteiten; dat is leuk en daarbij ook nog eens leerzaam.
Praktische tips voor de praktijkproef: testaspecten definiëren demo-apparatuur regelen testaccommodatie regelen onderhoud tijdens proef invulformulieren uitprinten schrijfgereedschap verzorgen voldoende lunches bestellen schone ruimte reserveren schema in onderdelen maken afwisseling van types garanderen originele formulieren bewaren plezier beleven en foto’s maken
6.17 Praktijkproef onderhoudsbeoordeling Maak ruim van tevoren afspraken bij andere korpsen, via de potentiële leveranciers. Vraag om een vergaderruimte voor het ter plekke invullen van de formulieren. Door dit meteen, zonder overleg, te doen voorkom je te lang nadenken en praten.
6.18 Eindberekening en rapportage Vul de gegevens van de ingevulde formulieren in op je rekenbladen en laat deze rekenbladen de einduitslag berekenen. Zorg ook voor kruislings doorrekenen, zodat je niet alleen iets kunt zeggen over het eindoordeel, maar ook over de verschillende aspecten afzonderlijk. Dit maakt rapportage en uitleg aan het MT beter onderbouwd.
6.19 Besluit en contract Nu is het project zo goed als ten einde. Het MT besluit tot aanschaf. De voorlopig afgewezen leverancier(s) wordt(en) ingelicht en de gekozen leverancier wordt uitgenodigd voor een verificatiegesprek om de laatste details te bespreken. Na de voorgeschreven bedenkingentermijn wordt met de gekozen leverancier het contract getekend en krijgt(en) de afgewezen leverancier(s) een brief met het definitieve afwijzingsbesluit.
6.20 Introductie en begeleiding Houd bij de (her)introductie van de apparatuur rekening met een gewenningsperiode. Lever bij voorkeur eerst een aantal exemplaren uit aan de ploegen, laat ze er enige tijd mee bezig gaan in (schone) praktische oefeningen of gewoon op de brandweerpost. Na enige tijd maak je een uitleverafspraak en ga je over op de nieuwe apparatuur. Dan is je aanschafproject ten einde, maar wordt nog geruime tijd een min of meer intensieve begeleiding op prijs gesteld. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Handleiding met praktische tips
24
7 Conclusie Hebben we bij Brandweer Utrecht met de gevolgde aanschafmethode voldaan aan de vooraf gestelde criteria? Het antwoord hierop is volmondig: Ja. Goed Aan de kwaliteit van de apparatuur zal het niet liggen. Die is aan alle kanten geborgd door normen en richtlijnen. Bovendien doen de fabrikanten er alles aan om een zo goed mogelijk product op de markt te brengen, zich terdege bewust zijnde van het afbreukrisico. Gedragen Er is bij Brandweer Utrecht voldoende draagvlak voor de keus en de totstandkoming van deze keus ontstaan. Wel moet er na de introductie en ingebruikname ruim de tijd worden genomen voor de noodzakelijke gewenning door de dragers. Goed gedragen Compatibiliteit bleek een aandachtspunt, mede ten gevolge van de nieuwe draagfilosofie. Die is van niet alleen invloed geweest op het ontwerp van de apparatuur maar bleek tijdens de praktijkproef ook gevolgen te hebben voor kleding, uitrusting en middelen van andere leveranciers. Ook op andere ontwerpaspecten dan de draagmethode leek compatibiliteit nog wel eens ondergeschikt te zijn. Het zou goed zijn als de fabrikanten van verschillende producten daar wederzijds terdege en op voorhand over nadenken en communiceren. De scriptie is hiermee niet alleen voor de doelgroep, maar ook voor anderen leerzaam. Kan deze aanschafmethode toegepast worden bij andere brandweerkorpsen, bedrijven of instellingen? Ook hierop is het antwoord, zonder meer: Ja. Er zal wellicht hier en daar wat moeten worden aangepast, in verband met de grootte of de lokale cultuur en mogelijkheden, maar in hoofdlijnen is deze methode bruikbaar. Ook voor andersoortige projecten is hij deels of in het geheel over te nemen. Door hem in het engels te vertalen is hij ook in Schotland al met succes toegepast. Concluderend kan worden gesteld dat het beschreven proces niet een eendagsvlieg hoeft te zijn, maar een vrij algemeen bruikbare aanschafmethode kan zijn of worden.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Conclusie
25
8 Evaluatie De aanschaf van PBM is en blijft voor de brandweer een belangrijk aandachtsgebied. Er komt in brandweerland steeds meer aandacht voor deze materie, waaruit dit belang blijkt. Normcommissies worden, meer dan vroeger, vanuit het werkveld geïnformeerd. Arbocoördinatoren informeren elkaar via diverse gremia, waaronder het Platform ART. De gekozen werkwijze is geschikt gebleken voor de levensbelangrijke persoonlijke bescherming voor de brandweer. Nu we een jaar verder zijn met de gekozen apparatuur, is men er bij Brandweer Utrecht over het algemeen nog steeds erg te spreken over de keus en het gevolgde keuzetraject. We leren nog steeds tijdens het gebruik en informeren elkaar hierover, zoals gebruikelijk, zowel intern als extern. De leveranciers zitten ondertussen niet stil maar verfijnen hun ontwerpen en bedenken oplossingen voor de indertijd geconstateerde nadelen. Omdat Brandweer Utrecht apparatuur van MSA heeft gekozen worden we door hen op de hoogte gehouden van verbeteringen en productontwikkelingen, waaronder: - Het gewicht van de toestellen is steeds een punt van zorg. MSA ontwierp een eenvoudig reduceerventiel met één coaxiale slang, waardoor een aanmerkelijke gewichtsreductie op de slangen werd gerealiseerd. - Het aan- en afkoppelen van de cilinder, met het toestel op de rug, kostte tijd. MSA ontwierp een snelkoppeling met integrale beveiliging tegen onbeperkte uitstroom bij het per ongeluk openen van de afsluiter van een losse cilinder. - Er is vraag naar meer communicatiemiddelen, integraal op de apparatuur. MSA ontwierp een toestel met wederzijdse communicatiemogelijkheid. Ik ben erg benieuwd hoe de apparatuur er over 10 jaar uitziet. Ook Brandweer Utrecht zit niet stil, maar denkt al weer na over verbetering van het aan te schaffen product en verfijning van de aanschafmethode. Het bestek van eisen en wensen zal er in de toekomst anders uitzien. Dit is niet alleen het gevolg van verbeterde inzichten, norm- en productontwikkeling. Het heeft ook te maken met andersoortige risico’s als gevolg van, onder andere, terrorisme en virussen. Er zal wellicht aanmerkelijk meer aandacht zijn voor bescherming tegen nucleaire, biologische, chemische en radiologische (NBCR) besmetting. Tot slot nog een opmerking met betrekking tot verfijning van de aanschafmethode. Eén aspect hierbij is: het toepassen van het redelijkerwijsprincipe ten aanzien van de praktijkproef, waardoor die niet meer doorslaggevend maar zwaarwegend zal zijn. Verder zal er mogelijk een prijsmarge gesteld worden aan de te leveren producten. Het is van belang deze zaken in een vroeg stadium goed duidelijk te maken. We hebben geleerd van het verleden; we kunnen het nu loslaten.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Evaluatie
26
9 Bronnen en literatuur 1
Voor het project zijn de volgende richtlijnen en normen gebruikt:
Richtlijn 89/656/EEG
Richtlijn Persoonlijke Beschermingsmiddelen, betreffende gebruik (30 november 1989) - derde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG
Richtlijn 89/686/EEG
Richtlijn Persoonlijke Beschermingsmiddelen, betreffende ontwerp en constructie (21 december 1989) - gewijzigd bij 93/68/EEG(22 juli 1993), 93/95/EEG(29 oktober 1993), 96/58/EG(3 september 1996) - na overgangsperiode vanaf 30 juni 1992 definitief van kracht op 1 juli 1995
Richtlijn 2004/18/EG
Richtlijn betreffende de coördinatie van de procedures voor het plaatsen van overheidsopdrachten voor werken,leveringen en diensten (31 maart 2004)
NEN-EN 136:1998/C1:2000 en
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Volgelaatmaskers - Eisen, beproevingsmethoden, merken
NEN-EN 137:2002 Ontw. en
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Onafhankelijk ademluchttoestel met een volgelaatmasker - Eisen, beproeving en merken
NEN-EN 144-1:2000/A1:2003 en Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Afsluiters voor gasflessen - Deel 1: Schroefdraadverbindingen voor aansluiting NEN-EN 148-3:1999 en
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Schroefdraad voor gelaatstukken - Deel 3: Schroefkoppeling M 45 x 3
NEN-EN 166:2001 en
Oogbescherming - Specificaties
NEN-EN 250 (en):2002
Ademhalingstoestellen - Onafhankelijke duiktoestellen met gecomprimeerde ademlucht - Eisen, beproevingsmethoden, merken (Niet van toepassing maar wel van belang voor de eis ten aanzien van ongewild dichtdraaien van de afsluiter)
NEN-EN 443:1997 nl
Brandweerhelmen
NEN-EN 469:2003 3e Ontw. en
Beschermende kleding voor brandweerlieden - Prestatie-eisen voor beschermende kleding voor brandbestrijding
NEN 5509:1998 nl
Gebruikershandleidingen - Inhoud, structuur, formulering en presentatie
NEN-EN 12021:1999 en
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Perslucht voor ademhalingstoestellen
NEN-EN 12245:2002 en
Verplaatsbare gasflessen - Volledig met composietmaterialen omwikkelde cilinders
NEN-EN 13105:1997 Ontw. en
Ademhalingsbeschermingsmiddelen - Volgelaatsmaskers verbonden met hoofdbeschermingsmiddelen voor gebruik als een deel van ademhalingsbeschermingsmiddelen voor brandweermannen - Eisen, beproeven, merken
VFDB Richtlinie 0802 A:2002
Richtlinie für den Bau und die Prüfung von Masken/Helm-Kombinationen für Einsatzaufgaben bei den Feuerwehren
2
Arbowet- en regelgeving 2003,
3
Warenwetbesluit persoonlijke beschermingsmiddelen 1992
4
D. Navest, Bestek aanschaf ademluchttoestellen HV Gelderlands Midden. 2002, Brandweer Ede
5
J. Heukelom, Bestek aanschaf ademluchttoestellen Brandweer Amsterdam. 2002, Brandweer Amsterdam
6
CD Min BZK, PowerPoint presentaties ademlucht
7Þ
http://www.brandweerverwerving.nl/ : bestekvoorbeelden
8Þ
http://www.europa.eu.int/comm/internal_market/publicprocurement/index_en.htm : Europese aanbestedingen Let op: in de URL staan geen spaties, maar “underscores”. Dit is van belang bij het eventueel overtypen.
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Bronnen en literatuur
27
10 Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Scriptievoorstel voor eindopdracht Goedkeuring van scriptievoorstel Projectplan Lijst van eisen en wensen uit het bestek Uitleg bij PrEN13105 Organisatie praktijkproef Praktijktesten eindrapport
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------Een goed gedragen PBM Bijlagen
28
Bijlage 1 Scriptievoorstel voor eindopdracht
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 1 Een goed gedragen PBM Bijlagen
Scriptievoorstel voor eindopdracht van opleiding HVK bij de SPHOV. Gegevens cursist: Naam: Oeds van der Wal : Zwaan 30, 3641 WE Mijdrecht : 0297 287 084 of 0629 396 297
:
[email protected] PHOV- groep: Utrecht 23 Scriptiementor: Theo Wijsman
Gegevens Bedrijf: Naam: Brandweer Gemeente Utrecht : Postbus 3025, 3502 GA Utrecht : 030 288 7847 of 0629 396 297
:
[email protected]
Onderwerp:
Beschrijving van een grootschalige aanschaf van Categorie III PBM’s (adembeschermingsapparatuur) bij de Brandweer Gemeente Utrecht.
Titel:
Een goed gedragen PBM.
Subtitel:
Hoe Brandweer Utrecht haar ademluchtapparatuur verving.
Aanleiding: Bij de Brandweer Gemeente Utrecht was de adembeschermingsapparatuur voor incidentbestrijding tien jaar oud en daardoor dringend aan vervanging toe. In 2004 is een succesvol project uitgevoerd met als resultaat: de aanschaf en implementatie van nieuwe adembeschermingsapparatuur. Het hele (verplicht europese) aanbestedingstraject is vlot verlopen en goed gedocumenteerd. Dit vormt de aanleiding voor mijn scriptie: een gedetailleerde en heldere projectbeschrijving voor soortgelijke toekomstige projecten. Probleemstelling: Het probleem is dat er van de recent zeer succesvolle aanbesteding geen gedetailleerd draaiboek is gemaakt, dat kan dienen als handleiding voor een volgend project. De beschikbare documentatie en rekenbladen zijn onvoldoende voor anderen toegankelijk en voor de toekomst geborgd. Probleemeigenaar: Het afdelingshoofd preparatie (onder andere belast met aanschaf van materieel en PBM’s) vroeg me om bovengenoemde opdracht uit te voeren. De reden hiervoor is het willen borgen van de opgedane kennis en ervaring. De eerste belanghebbers zijn de Brandweer Gemeente Utrecht en de BRUL. Ook andere brandweerkorpsen kunnen hun voordeel doen met de informatie uit de scriptie. Product: De scriptie zal een handleiding zijn voor het maken van verantwoorde keuzes bij aanschaf van adembeschermende apparatuur, maar kan ook worden geraadpleegd bij aanschaf van andere PBM’s. Veel aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van de aan te schaffen producten; deze wordt grotendeels voorgeschreven in de uitgebreide Europese normen op dit gebied. Er moet uitermate zorgvuldig worden gewerkt aan het creëren van draagvlak voor de keuze. Inbreng van de eindgebruikers was in diverse projectstadia bepalend bij ontwerpkeuzes en MT-beslissingen. In het bijzonder wordt in de scriptie aandacht besteed aan de opsplitsing tussen de commercieel / juridische offertebeoordeling en de praktijktesten. Ook de compatibiliteit met andere PBM’s wordt besproken in verband met het moderne draagconcept: op de heupen in plaats van op de schouders. Bij incidentbestrijding denkt men hierbij met name aan valbescherming en gaspakken. De praktijkproef, met daarin ook deze aspecten, wordt tot in detail worden uitgewerkt als werkinstructie en de hiervoor ontwikkelde rekenbladen worden toegankelijk gemaakt voor anderen. Titelverklaring: “goed” slaat op de kwaliteit van het product, “gedragen” refereert aan de totstandkoming van de keuze; “goed gedragen” beschrijft de nieuwe draagfilosofie voor deze apparatuur die, evenals rugzakken, op de heupen in plaats van op de schouders wordt gedragen.
Oeds van der Wal
Definitief scriptievoorstel 050830
Plan van aanpak: • • • • • • •
Tijdens de uitvoering van het aanschaftraject is er veelvuldig contact geweest met het “bureau aanbestedingen” van de Gemeente Utrecht en met andere brandweerkorpsen. We hebben onderhoudswerkplaatsen van andere brandweerkorpsen bezocht. Ik heb gebruik gemaakt van bestekken van collega-korpsen en veel mondelinge en schriftelijke informatie ingewonnen. Na goedkeuring van het scriptievoorstel zal contact worden gezocht met drie leveranciers om ze toestemming voor naamgebruik te vragen. Ten behoeve van het schrijven van de scriptie heb ik contact met arbo- en veiligheidscollega’s van andere brandweerkorpsen, die op hun beurt mijn informatie weer kunnen gebruiken, en met mensen van het ministerie van BZK als sparringpartner. De tekst- en rekenbladen zullen regelmatig op leesbaarheid en bruikbaarheid worden getoetst door interne en externe collega’s en anderen. De scriptie wordt aangeboden aan het MT van de Brandweer Gemeente Utrecht.
Tijdpad Bedenken van geschikte schrijftrant en lay-out voor het document Verzamelen en categoriseren van informatie / documentatie Tekst schrijven en laten beoordelen op hoofdlijnen Handleiding maken voor het uitvoeren van een praktijkproef Praktijkproef rekenbladen voor derden toegankelijk maken
tot september 2005 tot november 2005 groeiend en doorlopend december 2005 januari 2006
Mijdrecht, 30 augustus 2005
Oeds van der Wal
Definitief scriptievoorstel 050830
Bijlage 2 Goedkeuring van scriptievoorstel
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 2 Een goed gedragen PBM Bijlagen
Bijlage 3 Projectplan
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 3 Een goed gedragen PBM Bijlagen
Brandweer Utrecht
PROJECTPLAN Aanschaf adembeschermingsapparatuur
Projectnummer 04.490705 VERSIE 0.2
W. Klijn/ O. van der Wal Brandweer Utrecht
Versie: definitief 0.2
18-02-04
Blad 1 van 8
Brandweer Utrecht
Versiebeheer Versie 0.0 0.1
Status ---Concept
Datum 27-01-2004 10-02-2004
0.2
Definitief
18-02-2004 18-02-2004
Beschrijving Eerste opzet Besproken met bur. aanbest. en op afstemmingsoverleg Goedgekeurd door Management Team d.d. 17-02-2004 Correctie blad 8 (BRUL en HV De Meern en Oost)
Opsteller O. van der Wal O. van der Wal O. van der Wal
0.3
Distributielijst Versie W. Klijn J. van Neerven E. Lieben M. Stuivenberg E. Wijland O. van der Wal Management Team Ondernemingsraad Inkoop/FAZ Bureau aanbesteding
0.0 X
0.1 X
X
X X
0.2 X X X X X X X X X X
0.3
Autorisatie Versie Status Autorisatiedatum Voor akkoord
0.2 definitief 17-02-2004
Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6
7 8
Inleiding .............................................................................................................................3 Doel en opdrachtbeschrijving ............................................................................................3 Afbakening.........................................................................................................................3 3.1 Aard van het product: ...............................................................................................3 3.2 Aantallen: ...................................................................................................................3 Activiteiten en planning......................................................................................................4 4.1 Activiteiten .................................................................................................................4 4.2 Projectplanning: ........................................................................................................5 Projectstructuur..................................................................................................................6 Tijd, financiën en middelen. ...............................................................................................7 6.1 Tijdbesteding:............................................................................................................7 6.2 Financiële aspecten: .................................................................................................7 6.3 Gebruik van middelen: .............................................................................................7 Kwaliteit. ............................................................................................................................7 Communicatie....................................................................................................................7
Versie: definitief 0.2
18-02-04
Blad 2 van 8
Brandweer Utrecht
1 Inleiding De momenteel in gebruik zijnde adembeschermings apparatuur nadert het einde van haar technische levensduur. Aanschaf van nieuwe apparatuur staat derhalve voor de deur. Gezien de omvang van het project en het daarmee gemoeide geldbedrag gelden de regels van Europese aanbesteding. Tevens betreft het apparatuur voor persoonlijke bescherming uit de categorie III van de Europese richtlijn persoonlijke beschermingsmiddelen 89/686/EG, waardoor aanschaf ultieme zorg vraagt. Vandaar dat hier gekozen wordt voor een projectmatige aanpak.
2 Doel en opdrachtbeschrijving Doel van het project en dus tevens de opdracht is: Verzorg een weloverwogen en breedgedragen aanschaf en implementatie van adembeschermingsapparatuur, ten behoeve van het personeel dat brandbestrijdings- en hulpverleningsactiviteiten uitvoert, waarbij onafhankelijke adembescherming noodzakelijk is.
3 Afbakening 3.1
Aard van het product:
Het project betreft aanschaf van: ademluchttoestellen, inclusief voorziening voor • uitlezing van druk, temperatuur etc., • waarschuwingssignaal voor restdruk • alarm bij bewegingloosheid, • handmatig te geven alarm bij noodsituaties • telemetriesysteem t.b.v. gegevens lichtgewicht ademluchtcilinders, gelaatstukken met 5-puntsspin en/of helmadapters, ademautomaten van het overdruktype faciliteit voor testen en registreren van alle aspecten van bovenstaande apparatuur. helmen met draagcomfort voor 5-puntsspin en mogelijkheid voor gelaatstukadapters, Integraal onderdeel is tevens de nazorg, instructie, service/garantie.
3.2 -
Aantallen: Voor uitrustingen gelden vervangingsaantallen met een minimum en maximum optie afhankelijk van keuze voor logistiek. Zie laatste blad voor een voorstel op grond van bestaande inzichten en informatie. Voor de helmen geldt vervanging per persoon. Er zal één registratie- en testfaciliteit worden aangeschaft.
Versie: definitief 0.2
18-02-04
Blad 3 van 8
Brandweer Utrecht
4 Activiteiten en planning 4.1
Activiteiten
0 MT-voorstel indienen.
Actie: W. Klijn, O. van der Wal
Verzoek tot goedkeuring van aanschafproject voor apparatuur als in paragraaf 3 “afbakening” genoemd. Verzoek tot aanstelling van projectleiders. Voorstel wordt onderbouwd met een projectbeschrijving (onderhavig document) Na accoord van het MT wordt het voornemen tot aanbesteding gemeld bij Bureau Aanbestedingen van de gemeente. 1 Bestek schrijven.
Actie: W. Klijn, M. Stuivenberg, E. Wijland, O. van der Wal, Adviseur van bureau aanbesteding
Onder bestek wordt hier verstaan: een document dat alle elementen van een offerteaanvraag bevat.
Het bestek bevat in hoofdlijnen: • definitie van het totaalpakket van de aanschaf, • aspecten met betrekking tot functioneren en ergonomie (“form, fit and function”), • technische specificaties uitgedrukt in pakket van eisen en wensen, • beoordelingscriteria van producten en leveringsaspecten, • beoordelingsprocedure van ingediende offertes, • gebruikerstest met vaste termijn en instructie voor uitvoering/beoordeling/evaluatie, • de leveringsvoorwaarden van de gemeente Utrecht. 2a Bestek bespreken.
Actie: projectleider, 2 ademluchtinstreurs, medew. PCM, medew. ABWP, arboco
Eventuele aanpassingen en aanvullingen kunnen nog worden verwerkt. 2b Bestek bespreken.
Actie: projectleider, afdelingshoofden van PREP en REPR, OR-voorzitter, arboco
Eventuele aanpassingen en aanvullingen kunnen nog worden verwerkt. 3 Bestek aanbieden aan MT.
Actie: projectleider, MT, commandant
Verzoek aan MT om te besluiten tot aanschaf volgens vastgesteld bestek. Handtekening van de commandant. 4 Offertefase.
Actie: projectleider, leveranciers, ondersteuning op afroep
Bestaande uit aanbestedingspublicatie, correspondentie/prebid bijeenkomst en aanbiedingen.
Versie: definitief 0.2
18-02-04
Blad 4 van 8
Brandweer Utrecht
5 Offertebeoordeling.
Actie: projectleider, ademluchtinstructeur, medewerker PCM, OR-lid, inkoper, arboco, adviseur van bureau aanbesteding,
Voorkeur voor (2) opties met onderbouwing kenbaar maken aan afdelingshoofden PREP en REPR. 6 Gebruikerstest
Actie: projectleider, enkele ervaren gebruikers
Praktijkproeven met de opties uit fase 5 volgens de in het bestek omschreven procedure. De gebruikerstestgroep is een representatieve afspiegeling van de Brandweer Utrecht; de deelnemers vertegenwoordigen hun achterban. 7 Eindadvies samenstellen.
Actie: projectleider, OR
Beoordeling uit fase 5 en resultaat test uit fase 6 combineren tot eindadvies. Dit advies voorbespreken met OR. 8 Advies aanbieden aan MT.
Actie: projectleider, MT, commandant
Verzoek om opdracht tot aanschaf. Handtekening commandant onder de opdracht. 9 Levering
Actie: leverancier en brandweer
Levering en implementatie en installatie(van testapparatuur) verzorgen.
4.2
Projectplanning:
Fase 0 1 2 3 4
Omschrijving Projectplan indienen Bestek schrijven Bestek bespreken Bestek aanbieden Offertefase
5 6 7 8 9
Offertebeoordeling Gebruikerstest Eindadvies maken Advies aanbieden Levering,implementatie
Tijdsduur of mijlpaal Mijlpaal 3 weken 2 weken Mijlpaal Advertentie 19-3, offertes binnen 14-5 Fase 5 en 6: 3 weken totaal Fase 5 en 6: 3 weken totaal 1 week Mijlpaal Gefaseerd
Week 8-2004 tot 8-2004 8 t/m 11-2004 11-2004 11 t/m 20-2004 21 t/m 23-2004 21 t/m 23-2004 24-2004 24-2004 v.a. 28-2004
De tijd tussen het eindadvies en de opdracht dient om reactie van leveranciers mogelijk te maken (Alcatel arrest).
Versie: definitief 0.2
18-02-04
Blad 5 van 8
Brandweer Utrecht
5 Projectstructuur Fase Omschrijving 0 Projectplan indienen 1 Bestek schrijven
Projectleider W. Klijn W. Klijn
2a
Bestek bespreken
W. Klijn
2b
Bestek bespreken
W. Klijn
3
Bestek aanbieden
J. van Neerven
4
Offertefase
J. van Neerven
5
Offertebeoordeling
J. van Neerven
6
Gebruikerstest
J. van Neerven
7 8 9
Eindadvies maken Advies aanbieden Levering,implementatie
J. van Neerven W. Klijn J. van Neerven
Versie: definitief 0.2
18-02-04
Teamleden O. van der Wal W. Klijn, O. van der Wal, M. Stuivenberg, E. Wijland adviseur bur. aanbest. Instructeur 1, Instructeur 2, medewerker PCM, E. Wijland, O. van der Wal J. van Neerven, E. Lieben, Erwin Bartels, O. van der Wal MT, Commandant leveranciers, ondersteuning op afroep Instructeur, M. Stuivenberg, med. PCM, OR-lid, inkoper, adviseur bur. aanbest. O. van der Wal E. Lieben (voorzitter) Groep te kiezen uit: Posten/ploegen, Beroeps/vrijwillig, Man/vrouw, Lichaamsbouw/gezichtsvorm J. van Neerven, E. Lieben, OR MT, commandant Leverancier en Brandweer Utrecht
Blad 6 van 8
Brandweer Utrecht
6 Tijd, financiën en middelen. 6.1
Tijdbesteding:
De deelnemers aan de projectgroep schrijven hun bestede tijd herkenbaar op de urenstaat (Zie projectnummer op voorblad van dit plan). Externe ondersteuning wordt, indien van toepassing, herkenbaar gefactureerd
6.2
Financiële aspecten:
In de meerjarenbegroting is opgenomen: - € 476.000,-- voor adembeschermingsuitrusting (jaar 2004)*, - € 90.000,-- voor helmen/gelaatstukken, (jaar 2004)*, - € 120.000,--, voor de testfacilteit; uit de inventaris adembeschermingswerkplaats waaronder testvoorziening (jaar 2005). * in de meerjarenbegroting staat de post helmen/gelaatstukken; de gelaatstukken vormen echter geen onderdeel van de helm maar van de adembeschermingsuitrusting en zullen dan ook onder deze begrotingspost vallen.
6.3
Gebruik van middelen:
Tijdens de verwerving, met name de gebruikerstest, worden bestaande faciliteiten (w.o. de ABWP) gebruikt t.b.v. test en/of beproeving van demonstratie apparatuur. Alle projectmatige bestedingen dienen herkenbaar en traceerbaar opgeslagen te worden.
7 Kwaliteit. Op het gebied van kwaliteit spelen de volgende aspecten een rol: Draagvlak binnen de organisatie, communicatie (zie hiervoor volgende paragraaf). Voor de uitvoering van dit project is gekozen voor een kleine slagvaardige projectgroep, die per fase van samenstelling wijzigt. De projectleden in fase 2a, 5 en 6 zitten niet op persoonlijke titel in de projectgroep, maar vertegenwoordigen hun achterban. Technische kwaliteit zal gedurende het gehele project worden geborgd door voldoende documentatie en het inbrengen van meet- en rapportagemomenten. Zorgvuldigheid op commercieel en juridisch gebied wordt geborgd door Bureau Aanbestedingen van de gemeente.
8 Communicatie. Gedurende de looptijd van het project wordt het onderwerp “aanschaf AB apparatuur” op het afstemmingsoverleg geagendeerd. Hier wordt algemene projectinformatie verstrekt en over de voortgang gerapporteerd. Voorts wordt bij het bereiken van mijlpalen de gehele dienst geïnformeerd door middel van bekendmakingen.
Versie: definitief 0.2
18-02-04
Blad 7 van 8
Brandweer Utrecht Adembeschermingsapparatuur aantallen De omvang van de postvoorraad is afhankelijk van de methode van uitwisseling van gebruikte adembeschermingsapparatuur: 1. directe uitwisseling door een parate logistieke dienst, of; (min) 2. voorraad op post en uitwisseling bij eerstvolgende dagelijkse logistieke ronde (max). Locatie De Meern-302 De Meern-303 De Meern-307 De Meern Postvoorraad Vleuten-Haarz-402 Vleuten-Haarz-403 Vleuten-Haarz Postvoorraad Zuilen TS-502 Zuilen TS-503 Zuilen Postvoorraad Noord TS-602 Noord AL-605 Noord Postvoorraad Oost TS-702 Oost HV-767 Oost Postvoorraad Centrum TS-802 Centrum AL-805 Centrum Postvoorraad Zuid TS-902 Zuid HW-905 Zuid OVD Zuid Postvoorraad TS-res nr 2 TS-res nr 1 ABWP t.b.v. oefening ABWP behandeling / voorraad Totaal gemeente Utrecht
Versie: definitief 0.2
Draagstel min max 6 6 6 6 3 3 0 6 6 6 6 6 0 6 6 6 6 6 0 6 6 6 2 2 0 6 6 6 2 2 0 6 6 6 2 2 0 6 6 6 0 0 1 1 0 6 6 6 6 6 18 18 18 18 118 160
18-02-04
Gelaatstuk min max 6 6 6 6 3 3 0 6 6 6 6 6 0 6 6 6 6 6 0 6 6 6 2 2 6 6 6 6 2 2 6 6 6 6 2 2 6 6 6 6 2 2 1 1 6 6 6 6 6 6 18 18 18 18 144 162
Cylinder min max 10 10 10 10 7 7 0 6 10 10 10 10 0 6 10 10 10 10 0 6 10 10 2 2 0 6 10 10 6 6 0 6 10 10 2 2 0 6 10 10 4 4 1 1 0 6 10 10 10 10 18 18 50 50 210 252
Blad 8 van 8
Bijlage 4 Lijst van eisen en wensen uit het bestek
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 4 Een goed gedragen PBM Bijlagen
1.
Lijst van eisen
In dit hoofdstuk zijn de eisen opgenomen die aan de gevraagde dienstverlening, danwel aan het gevraagde product worden gesteld. U wordt verzocht ten aanzien van elk der onderstaande eisen te verklaren dat u eraan voldoet. U dient daarvoor in de als bijlage 2 bij deze offerteaanvraag gevoegde (of een daaraan conforme) conformiteitenlijst achter elke eis in de kolom “Akkoord” JA in te vullen.
1.1
Algemene eisen
a-e-1
Uw offerte is ingericht volgens de in hoofdstuk 3 opgenomen instructie.
a-e-2
Aan uw offerte zijn voor de gemeente Utrecht geen kosten verbonden, ongeacht of eventuele onderhandelingen leiden tot het sluiten van een overeenkomst. In de pre-contractuele fase draagt u uw eigen kosten. Zolang er geen volledige overeenstemming is bereikt en een schriftelijke, door beide partijen ondertekende overeenkomst tot stand is gekomen, is er geen sprake van enige gebondenheid van de gemeente Utrecht. In dat geval is er ook geen enkele verplichting tot vergoeding van welke schade of kosten dan ook.
a-e-3
Uw offerte bevat een aanmeldingsformulier welke als bijlage 1 bij deze offerte is gevoegd.
a-e-4
De inschrijving en alle verdere communicatie, met inbegrip van de communicatie die gedurende de looptijd van de overeenkomst vereist is, geschiedt in de Nederlandse taal. Testrapporten mogen in het Engels of Duits worden verstrekt.
a-e-5
U bent bekend en gaat akkoord met de door de gemeente Utrecht gehanteerde waarderings- en beoordelingsmethodiek.
1.2
Juridische eisen
j-e-1
U conformeert zich volledig en onvoorwaardelijk aan de bijgevoegde Algemene Voorwaarden (bijlage 4 bij deze offerteaanvraag). Dit betekent dat uitsluitend de door de gemeente Utrecht gehanteerde voorwaarden van toepassing zijn. In uw offerte wordt niet (deels) naar andere juridische voorwaarden verwezen.
j-e-2
Uw offerte is ondertekend door degene(n) die uw onderneming / organisatie rechtsgeldig kan vertegenwoordigen.
j-e-3
Uw offerte bevat een opgave van het gedeelte van de opdracht dat u voornemens bent in onderaanneming te geven, onder vermelding van de naam en het adres van de betreffende onderaannemer.
j-e-4
Indien u zich opwerpt als (hoofd)aannemer en u in uw offerte opgave doet van (een) bepaalde onderaannemer(s), bent u bij gunning gebonden aan het daadwerkelijk gebruik maken van genoemde onderaannemer(s) conform het gestelde in de offerte. (Hoofd)aannemers staan in voor aanbiedingen van onderaannemers.
j-e-5
Alle door uw bedrijf overgelegde gegevens zijn naar waarheid ingevuld en kunnen door u gestand worden gedaan. Opdrachtgever behoudt zich het recht op schadevergoeding voor in geval van onjuiste en/of onvolledige informatie en/of het niet kunnen nakomen van hetgeen door een gegadigde is aangeboden.
j-e-6
Uw offerte bevat de namen van de personen die optreden als contactpersoon en diens (gelijkwaardige) plaatsvervanger.
j-e-7
Uw offerte heeft een gestanddoeningstermijn van minimaal 3 maanden na de datum waarop de offertes uiterlijk ingediend dienden te worden. Tijdens deze periode heeft uw offerte het karakter van een onherroepelijk aanbod.
1.3
Adembeschermingsapparatuur-eisen Algemene technische eisen
ad-e-1
U levert 179 onafhankelijke ademluchttoestellen.
ad-e-2
U levert 193 gelaatstukken voorzien van een spin, hoofdnet of helmklemmen, geschikt voor gebruik met de brandweerhelm met bijbehorende kinnekbescherming.
ad-e-3
U levert 179 ademhalingsautomaten.
ad-e-4
U levert 260 ademluchtcilinders.
ad-e-5
U levert 300 brandweerhelmen, geschikt voor gebruik met het aangeboden gelaatstuk.
ad-e-6
U levert een complete test- en registratiefaciliteit ten behoeve van het onderhoud van de adembeschermingsapparatuur, inclusief back-up mogelijkheid.
ad-e-7
Alle te leveren zaken zijn te gebruiken in combinatie met elkaar zonder wederzijdse functiebeperking.
ad-e-8
De uitrusting (alle adembeschermingsapparatuur en helm), voldoet aan alle hiervoor geldende Richtlijnen en normen van de Europese Unie, waaronder: 89/686/ EEG, 93/68/EEG, 93/95/EEG en 96/58/EG betreffende Persoonlijke Beschermingsmiddelen en 97/23/EG betreffende drukapparatuur, NENEN136, betreffende volgelaatmaskers, NEN-EN 137, betreffende onafhankelijke adembeschermingsmiddelen, NEN-EN443, betreffende brandweerhelmen en NEN-EN 12245 betreffende verplaatsbare gasflessen.
ad-e-9
De uitrusting (adembeschermingsapparatuur en helm) is terecht voorzien van CE-markering(en), dat (die) ook het nummer van de keurende instantie bevat(ten). Mocht de Europese regelgeving hiertoe nog niet volledig van kracht zijn, dan geldt de overgangsregeling met dien verstande dat de te leveren apparatuur op het moment van het volledig van kracht worden van de Europese regelgeving hieraan voldoet en in die zin dat zij van de benodigde aanduidingen, bijvoorbeeld het nummer van de Notified Body, is voorzien.
ad-e-10 De onafhankelijke ademluchttoestellen, gelaatstukken en ademhalingsautomaten zijn van het overdruktype en garanderen deze overdruk onder elke gebruik(er)s-omstandigheid.
ad-e-11 Het onafhankelijke ademluchttoestel, inclusief gelaatstuk, is geschikt om zowel door vrouwelijke als mannelijke brandweermensen te worden gedragen. Hierbij dient u uit te gaan van lichaamslengten variërend van 1.62 m. tot 2.05 m. Voor de gezichtscontouren/ hoofdmaten dient u uit te gaan van maat 50 – 64. ad-e-12 De gelaatstukken en/of helmen kunnen worden voorzien van en werken in combinatie met gangbare elektronische communicatieapparatuur, die is aangesloten op een portofoon. ad-e-13 U levert volgens de volgende fasering: • uiterlijk op 17 september 2004: de testapparatuur en onderhoudsgereedschap, inclusief bijbehorende documentatie, onderhoudsvoorschriften en de onderhoudsopleiding aan circa 10 onderhoudsmedewerkers is afgerond; • uiterlijk op 1 oktober 2004: circa 40 adembeschermingsuitrustingen, inclusief helmen, ten behoeve van de introductie van de nieuwe apparatuur op 7 Utrechtse brandweerposten en de training voor circa 10 instructeurs is afgerond. • de overige materialen, zo spoedig mogelijk na verzoek van opdrachtgever. ad-e-14 U stelt desgevraagd op enig moment circa drie complete uitrustingen ter beschikking, inclusief ademluchtcilinders en helmen en tevens met inbegrip van de elementen die als varianten aangeboden worden en de bijkomende uitrustingen. Deze sets mogen door opdrachtgever gebruikt worden voor praktijkbeproevingen en, indien nodig, voor werkplaatstests, gedurende circa 3 weken. Hiervoor worden door u géén kosten in rekening gebracht. ad-e-15 U stemt ermee in dat met elk aangeboden ademluchttoestel, gedurende circa 3 weken, praktische beproevingen worden uitgevoerd door brandweermensen. Hierbij wordt tenminste gelet op: • het draag- en gebruikscomfort; • het gemak van het verkrijgen van voldoende (hoeveelheid) ademlucht; • het zichtveld van het gelaatstuk; • het beslaan van het gelaatstuk als de ademhalingsautomaat niet in werking is; • de spraakverstaanbaarheid; • de goede borging van de helmklemmen van het gelaatstuk aan de helm (indien toegepast); • de hoorbaarheid en traceerbaarheid van de waarschuwingsinrichting. ad-e-16 U stemt ermee in dat met elk aangeboden ademluchttoestel praktische proeven worden uitgevoerd door onderhoudspersoneel in de adembeschermingswerkplaats. Hierbij worden tenminste enkele (de)montagehandelingen verricht en functionele testen uitgevoerd (met behulp van de huidige testapparatuur). ad-e-17 U gaat ermee akkoord dat de ter beproeving beschikbaar gestelde apparatuur aan u wordt teruggeleverd in de toestand waarin deze zich, na de werkplaats - en/ of praktijkbeproevingen, bevindt. De opdrachtgever stelt zich ten doel de apparatuur zoveel mogelijk in oorspronkelijke staat terug te leveren.
ad-e-18 Alle tijdens gebruik uit te voeren handelingen aan de adembeschermingsapparatuur inclusief gelaatstuk, helmklemmen, etc., moeten uitgevoerd kunnen worden met gehandschoende hand (en) , al dan niet nat. Hierbij moet men denken aan: • het om- en afhangen van het ademluchttoestel; • het openen van de afsluiter(s); • het plaatsen van het gelaatstuk; • het plaatsen en los nemen van de helmklemmen; • het aanhalen en lossen van de schouder-/heupbanden; • het plaatsen/ los nemen van de ademhalingsautomaat; • het aflezen van de informatievoorziening; • het identificeren van de eigen waarschuwingsinrichting; • het bedienen van knoppen of druktoetsen. ad-e-19 De beschermende en technische eigenschappen van de adembeschermingsapparatuur, en de hoofdbescherming, worden niet negatief beïnvloed door het in combinatie dragen van beide beschermende middelen. Bij negatieve beïnvloeding moet men denken aan: - vermindering van afdichting; - gezichtsveld beperking; - spraakverstaanbaarheid beperking; - beperking hoorbaarheid; - beperking schokdemping. ad-e-20 De aangeboden uitrusting functioneert in combinatie met andere gangbare persoonlijke beschermingsmiddelen (zoals chemie pakken, gaspakken, valbeveiligingsvoorzieningen en reddingsvesten) die gelijktijdig gebruikt zouden kunnen worden, zonder wederzijdse functieaantasting. ad-e-21 U geeft op verzoek van opdrachtgever een mondelinge toelichting op de werking van de adembeschermingsapparatuur, het benodigd onderhoud en de controles en de vervangingstermijnen van onderdelen. ad-e-22 U levert een volledige gebruikershandleiding in de Nederlandse taal (volgens NEN 5509), waarmee de gebruiker/ onderhoudsmedewerker wordt geïnstrueerd omtrent: • gebruik, transport; • onderhoud en controle; • ontsmetting, reiniging, bewassing, nabehandeling en droging. ad-e-23 De van toepassing zijnde vereiste certificaties en rapportages vallen binnen de gestelde geldigheidstermijn en zijn afgegeven door een Notified Body. Technische eisen uitrusting ad-e-24 Het onafhankelijke adembeschermingstoestel, gelaatstuk en cilinder voldoen aan de NEN-EN 137 type 2, (prEN 137/2002) en NEN-EN 136/1998 klasse 3, de Helm-Gelaatstuk-Combinatie aan prEN 13105, en de cilinders aan NENEN 12245:2002. ad-e-25 De technische levensduur van de uitrusting (met uitzondering van de ademluchtcilinders) is minimaal 10 jaar. ad-e-26 Eventueel toegepaste accessoires beïnvloeden de functie van de uitrusting niet in negatieve zin. ad-e-27 De uitrusting en al haar onderdelen hebben geen uitstekende delen, punten of scherpe delen.
ad-e-28 Onderdelen, verbindingen en afdichtingen die niet door de gebruiker gedemonteerd/ verwijderd mogen worden, moeten zijn geborgd. ad-e-29 De rugplaat moet voorzien zijn van één of meerdere handvatten, die onder alle gebruiksomstandigheden intact blijven en ergonomisch dragen mogelijk maken. ad-e-30 Het drukreduceerventiel is vast verbonden aan het draagframe. Technische eisen draagsysteem ad-e-31 Het draagframe is ergonomisch gevormd en volgt daarbij de contouren van de rug in alle (drie) dimensies en hindert daarbij de overige uitrustingstukken, inclusief de portofoon (twee portofoons bij bevelvoerders) niet. ad-e-32 De ademluchtcilinder is star op het draagsysteem / de rugplaat gefixeerd, zodat zij in elke positie van de drager in de (verticale) hartlijn van het draagframe staat. ad-e-33 De cilinderafsluiter is bereikbaar voor en bedienbaar door de links- of rechtshandige drager. ad-e-34 Het draagsysteem is voorzien van vlaktedruk-verdelingkussens, een heupband en schouderbanden. ad-e-35 Het draagsysteem draagt er zorg voor dat bij juiste draagwijze circa 70% van de massa van het toestel opgenomen wordt door de heupen. Bij het dragen mogen de schouderbanden niet afzakken. ad-e-36 Het aanspannen, bijstellen c.q. lossen van de schouderbanden/ heupband dient te geschieden zonder gereedschappen. ad-e-37 Het aanspannen, bijstellen c.q. lossen van de schouderbanden/ heupband dient ook mogelijk te zijn met een gehandschoende hand. De functies mogen niet verloren gaan als de banden nat zijn. ad-e-38 Het bandenstel, inclusief mogelijke borstband, moet na het bij-/verstellen zichzelf borgen en niet ontregeld raken. Dit geldt tevens als de banden nat zijn. ad-e-39 De sluiting van de heupband mag niet "ongewild" open kunnen gaan. ad-e-40 De sluiting van de heupband moet in noodgevallen met één hand te openen zijn. Dit geldt ook als de hand voorzien is van een (natte) brandweerhandschoen. ad-e-41 Het toestel met ademluchtcilinder en gelaatstuk, geplaatst in een ademluchtbeugel type C&C in een voertuig, weerstaat de krachten die bij een vertraging van 8 g vrijkomen. De drager is hierbij gevat in de heup- en schouderbanden van het toestel. Technische eisen informatievoorzieninginrichting ad-e-42 De informatievoorzieninginrichting voorziet in ieder geval in de volgende functies: • aflezing van de in de cilinder heersende druk in bar; • eenvoudig resetbaar akoestisch alarm bij bewegingloosheid van de drager;
•
door de drager (met een druk op een knop) te geven noodsignaal.
ad-e-43 De gegevens op de informatievoorzieninginrichting zijn door de drager direct afleesbaar of met één handbeweging naar het zichtveld te brengen en dan direct afleesbaar, waarbij de druk is af te lezen of te schatten tot 10 bar nauwkeurig. ad-e-44 De informatievoorzieninginrichting is bestand tegen water en hitte en behoudt haar functies, zelfs bij onderdompeling in water op een diepte van 1 meter gedurende 24 uur. Tevens dient deze inrichting haar functies te behouden indien zij wordt blootgesteld aan de verschillende temperaturen waaraan brandweerpersoneel kan worden blootgesteld. ad-e-45 De informatievoorzieninginrichting is bestand tegen stoten en vallen en behoudt haar functies wanneer deze wordt blootgesteld aan ruwe behandeling, die tijdens incidentbestrijding kan voorkomen. ad-e-46 De informatievoorzieninginrichting, indien elektronisch uitgevoerd, voldoet aan de eisen die gesteld worden in de normen genoemd in prEN 137:2002 par 6.17.4. Testresultaten zijn op aanvraag van opdrachtgever in te zien. Technische eisen mechanisch/ pneumatische waarschuwingsinrichting ad-e-47 De waarschuwingsinrichting start bij een in de ademluchtcilinder heersende druk van 55 ± 5 bar. ad-e-48 De waarschuwingsinrichting alarmeert continu of intermitterend bij een cilinderdruk tussen 55 ± 5 bar en 10 bar met een geluidssterkte van minimaal 90 dB(A), gemeten aan het oor van de drager, met de uitrusting in gebruikspositie. Dit geschiedt met een luchtverbruik van minder dan 5 l/min. ad-e-49 De waarschuwingsinrichting is geplaatst op een met de hand bereikbare plaats met afdichtmogelijkheid. ad-e-50 De gebruiker kan zelf indiceren dat zijn waarschuwingsinrichting in werking is getreden en met een eenvoudige handeling (bijvoorbeeld door het even afdekken met de hand(schoen)) herkennen als de eigen waarschuwingsinrichting. ad-e-51 De waarschuwingsinrichting dient te blijven functioneren in een omgevingstemperatuur van 0 - 10°C, gecombineerd met een relatieve luchtvochtigheid van 90%. Technische eisen flexibele drukvoerende delen ad-e-52 Alle "upstream"middendruk-koppelingsdelen zijn voorzien van een inrichting die automatisch geopend wordt bij het koppelen van deze verbinding en sluit bij het losnemen van de verbinding. ad-e-53 De koppelingen hoge druk, middendruk en lage druk zijn onderling niet verwisselbaar. ad-e-54 De flexibele delen (slangen), ondergaan de testen als genoemd in prEN 137:2002, par 6.19 met succes. ad-e-55 De flexibele delen (slangen) dienen op alle plaatsen van het toestel (reduceer, rugplaat, bandenstel) zo bevestigd te zijn dat zij bij gebruik niet kunnen beschadigen en de gebruiker niet kunnen hinderen.
Technische eisen gelaatstuk ad-e-56 Het vizier voldoet aan EN 136, klasse 3 en is geschikt voor gebruik bij brand, gevaarlijke stoffen en explosieve omgevingen. Het bevat derhalve geen Aluminium-, Magnesium- of Titanium-delen die vonkvorming kunnen geven. ad-e-57 De mechanische en optische eigenschappen van het vizier moeten voldoen aan EN 166, met minimale eisen op het gebied van: • weerstand tegen het aandampen van het vizier, EN 166: 7.3.2. • weerstand tegen beschadiging van het oppervlak door fijne deeltjes als: EN 166: 7.3.1 ad-e-58 De klemrand, waarmee het vizier in het gelaatstuk geklemd wordt, weerstaat de krachten die door het aanbrengen, het plaatsen en het geplaatst zijn van het gelaatstuk aan de helm, worden uitgeoefend. ad-e-59 De klemrand is bestand tegen aantasting door hitte, tijd en op haar uitgevoerde krachten. ad-e-60 Het toegepaste materiaal van het gelaatstuk mag gedurende de technische levensduur niet "vergummen". ad-e-61 De binnenzijde van het vizier van het gelaatstuk, mag onder geen enkele omstandigheid beslaan, ook niet als de ademhalingsautomaat is afgenomen of buiten werking is gesteld. ad-e-62 De spraakverzwakking van het gelaatstuk is ten hoogste 6 dB(A), gemeten volgens de methode van TNO TM of daarmee overeenstemmend en aangetoond met een rapport van TNO TM of daarmee overeenstemmend. ad-e-63 Aan de binnenzijde van het gelaatstuk moet een montuursysteem voor corrigerende glazen kunnen worden geplaatst. ad-e-64 Als het gelaatstuk niet op het gelaat gedragen wordt, maar voor de borst hangt, dient het draagsysteem ervoor te zorgen dat de kans op vervuiling van de binnenzijde van het gelaatstuk zo gering mogelijk is. Technische eisen ademhalingsautomaat ad-e-65 De ademhalingsautomaat is met één (gehandschoende) hand aan het gelaatstuk, dat op het gezicht geplaatst is, aan en af te koppelen. De werking van de automaat stopt na afkoppeling en er treedt geen noemenswaardige lekkage uit de automaat op. Een alternatief hiervoor is dat de ademhalingsautomaat is voorzien van een “frisse lucht klep”, die met één (gehandschoende) hand is te bedienen en is voorzien van een waarschuwingssignaal. Geef aan welke uitvoeringsvorm is gekozen. ad-e-66 De verbinding tussen gelaatstuk en ademhalingsautomaat moet van een borgingsmechanisme voorzien zijn, zodat zij tijdens gebruik niet kan los raken/ ontkoppelen. ad-e-67 De ademhalingsautomaat start automatisch haar werking door een eerste ademhalingsteug. ad-e-68 De ademhalingsautomaat geeft, na de eerste ademhalingsteug, direct de bij het type toestel en gelaatstuk behorende overdruk in het gelaatstuk.
Technische eisen ademluchtcilinders ad-e-69 De ademluchtcilinders hebben een minimale technische levensduur van 15 jaar. ad-e-70 De werkdruk van de ademluchtcilinders is nominaal minimaal 30 MPa (300 bar). ad-e-71 De ademluchtcilinders worden, inclusief gemonteerde afsluiter en textielhoes, gevuld op nominale druk, geleverd. ad-e-72 De inhoud van de ademluchtcilinders is minstens 1.500 liter lucht bij nominale druk en 20°C, overeenkomend met een cilinderinhoud van 5 dm³. Voor lichtgewichtcilinders dient dit circa 6 dm 3 te zijn. ad-e-73 De toegepaste materialen van de ademluchtcilinder mogen niet ontvlammen of functieverlies ondergaan door straling van 60 kW/m² gedurende 10 seconden en/ of direct vlamcontact. ad-e-74 De cilinder is gedurende haar hele technische levensduur bestand tegen temperaturen die ontstaan bij incidentbestrijding, met name brand, en wel ten minste 120°C gedurende 30 minuten. ad-e-75 Indien de weerstand tegen (gevaarlijke) vloeistoffen verkregen wordt door een geprepareerde buitenlaag, dan moet u aantonen dat de buitenlaag de oorspronkelijke eigenschappen behoudt, wanneer bovengenoemde laag gedurende 60 seconden blootgesteld wordt aan een hittebron met een stralingsintensiteit van > 40 kW/M². (Zie hiertoe EN 469 voor brandweerkleding). ad-e-76 De cilinder is gedurende haar hele levensduur bestand tegen het snel vullen van de cilinder. ad-e-77 De toegepaste materialen mogen geen vonken met een energie-inhoud van > 0.6 mJ afgeven bij contact met een metaal of een keramisch materiaal. Indien het materiaal wel vonken afgeeft, moeten de ademluchtcilinders zijn voorzien van een beschermende laag. ad-e-78 De materiaaleigenschappen en constructie van de ademluchtcilinders moeten bestand zijn tegen veelvuldig hardhandig gebruik. De cilinder moet intact blijven en de afsluiter zijn afsluitende functie behouden. ad-e-79 De afsluiter moet minstens 1000 ltr/min leveren vanaf de nominale druk tot 5 MPa (50 bar) cilinderdruk en 500 ltr/min van 5 Mpa (50 bar) tot 1 Mpa (10 bar). ad-e-80 De afsluiter van de ademluchtcilinder moet, met de cilinder gemonteerd op het toestel en het toestel correct hangend in de ademluchttoestelbeugel van het brandweervoertuig, eenvoudig met één hand te openen zijn. ad-e-81 De afsluiter mag niet "ongewild" dicht kunnen draaien. ad-e-82 De afsluiter is voorzien van een stootknop die de spindel beschermt tegen beschadigen. Dit mag de draaiknop zijn. ad-e-83 De cilinder/ afsluiter-combinatie geeft, gegarandeerd onder alle omstandigheden, de vereiste luchtdoorstroming en is ongevoelig voor blokkades door bijvoorbeeld interne ijsafzetting.
Technische eisen helmen ad-e-84 De helmen zijn voorzien van een effectieve, demontabele kin-/ neklap of gelijkwaardige bescherming van kin en nek. ad-e-85 De helmen zijn eenvoudig en zonder gereedschappen af te stellen op de voorkomende hoofdmaten. ad-e-86 De helmen zijn ook onder donkere of rook/ mist omstandigheden goed te zien, door retro- reflecterende of fotoluminescerende voorzieningen op of in de helmschaal. ad-e-87 De spraakverstaanbaarheid is goed bij dragen van helm, al dan niet in combinatie met gelaatstuk. ad-e-88 Eventueel geïntegreerd vizier of veiligheidsbril moet voldoen aan EN 166:2001 en moet verwijderbaar/ verwisselbaar zijn. Verwijdering ervan mag geen invloed hebben op de basisfunctionaliteit van de helm.
1.4
Pasvorm en ergonomie
pe-e-1
De adembeschermingsapparatuur moet goed passend kunnen worden geplaatst in de gangbare voertuig-ademluchtbeugels van C&C.
pe-e-2
Het ademluchttoestel, geplaatst in de gangbare ademluchtbeugels in de cabine van een voertuig, dient binnen 30 seconden omgehangen te kunnen worden. De gebruiker zit hierbij met zijn rug tegen het draagframe van het toestel.
pe-e-3
Het gelaatstuk dient, bij toepassing van de helmklemmen, binnen circa 10 sec. op het gelaat geplaatst te kunnen worden en biedt daarbij de vereiste lekdichtheid en beschermingsgraad als genoemd in EN 136.
pe-e-4
De draagsystemen van de toestellen zijn aan te passen aan alle bij de brandweer voorkomende (grote en kleine) lichaamsmaten.
pe-e-5
U laat bevoegd personeel de passing van de uitrusting, met name het gelaatstuk, inclusief een dichtheidsbeproeving op elke gebruiker binnen de Brandweer Utrecht, uitvoeren. Er dient 1 alternatieve maat gelaatstuk geleverd te kunnen worden voor personen met een smal gelaat waarop het standaard gelaatstuk niet passend te plaatsen is.
1.5
Identificatie en massa
im-e-1
Op elk (hoofd)onderdeel van elk ademluchttoestel (zijnde: rugplaat met drukreduceerventiel etc, ademluchtcilinder, ademhalingsautomaat en gelaatstuk) is op een zichtbare en uitleesbare plaats (ook met gemonteerde cilinder) aangebracht: • een unieke elektronisch leesbare code aangebracht (barcode of chip e.d.); • een eenvoudig volgnummer, oplopend vanaf 1.
im-e-2
Op een goed zichtbare plaats op het toestel (rugplaat) is een identificatielabel onlosmakelijk geplaatst, waarop tenminste door de leverancier de volgende gegevens zijn vermeld: • de CE markering; • de naam, handelsmerk of andere identificatie van de fabrikant en/of zijn vertegenwoordiger, • datum van productie; • het batchnummer; • de vereiste gegevens volgens prEN 137; • de naam 'Brandweer Utrecht' .
im-e-3
De cilinders zijn voorzien van een label, nabij de hals van de cilinder, waar tenminste naast de wettelijk vereiste vermeldingen, de volgende gegevens zijn vermeld; • de CE markering; • de naam, handelsmerk of andere identificatie van de fabrikant en/ of zijn vertegenwoordiger, • datum van productie; • datum (her)-keuring; • het woord “Ademlucht” met bijbehorend etiket (nr 2, groen vierkant onder 45°); • de mededelingen: - “Alleen vullen met ademlucht volgens EN 12021”; - “Afsluiter na gebruik dichtdraaien”; - “Restdruk minimaal 10 bar”; - Cilinder niet hervullen indien beschadigd.
im-e-4
De helmen worden geïdentificeerd op een manier analoog aan de adembeschermingsapparatuur.
im-e-5
De massa van het ademluchttoestel, rugplaat, ademhalingsautomaat en gelaatstuk mag maximaal 18 kg bedragen, inclusief volledig gevulde cilinder.
im-e-6
Op de cilinderhoezen zijn één of meerdere onuitwisbare en blijvend (in gemonteerde en gedragen toestand) zichtbare retro-reflecterende/ fotoluminescerende kenmerken van voldoende grootte aangebracht.
1.6
Onderhouds- en reparatie-eisen Opkomsttijd, levertijd en reparatietijd
or-e-1
U biedt onderhoud aan gedurende de looptijd van de overeenkomst voor de uitrusting.
or-e-2
U garandeert tot tenminste 10 jaar na levering de beschikbaarheid van alle onderdelen.
or-e-3
De complete adembeschermingsuitrusting is geschikt (vanuit reinigings- en slijtage oogpunt) voor mechanische reiniging, in dit geval borstelen met kunststof of natuurlijke borstels en d.m.v. waterjets met water van 60ºC en aansluitend droging. De reiniging kan plaatsvinden met de apparatuur onder druk.
or-e-4
Voor het uitvoeren van reparaties dan wel onderhoud aan de apparatuur is binnen Nederland tenminste 1 servicepunt, dat voor dringende herstelwerk-
zaamheden 24 uur per dag bereikbaar is, binnen drie uren rij-afstand van het afleveradres beschikbaar. or-e-5
Er is gegarandeerde onderdelen-levering binnen 24 uur gedurende de technische levensduur.
or-e-6
Binnen 24 uur kunnen één of meer servicemonteurs voor herstelwerkzaamheden op het afleveradres aanwezig zijn.
or-e-7
U geeft een overzicht van geschatte kosten van onderhoud dat conform de onderhoudsvoorschriften dient plaats te vinden over de technische levensduur.
or-e-8
U garandeert tot 10 jaar na levering de functionele inzetbaarheid van de apparatuur.
or-e-9
U levert op afroep.
1.7
Milieu en ARBO-eisen
ma-e-1 De productiefaciliteiten voor alle apparatuur en onderdelen voldoen, voor wat betreft de uitvoering van werkplaatsen, kantoren en terreinen alsmede voor bedrijfsactiviteiten, voor wat betreft opslag, werkzaamheden en afvalverwerking onverkort aan de door de nationale en lokale overheid gestelde voorwaarden krachtens de arbo- en milieuwetgeving. ma-e-2 U houdt de opdrachtgever op de hoogte van de ontwikkelingen/vernieuwingen die kunnen leiden tot verbetering van de arbeidsomstandigheden van de gebruiker en/ of het milieu.
1.8
Opleidings- en trainingseisen
ot-e-1
Medewerkers van de adembeschermingswerkplaatsen moeten worden opgeleid tot monteur van uw adembeschermingsapparatuur (aantal nog nader te bepalen door opdrachtgever). De opleiding moet worden afgesloten met een certificering waarna de medewerkers volledig bevoegd worden verklaard tot het verrichten van onderhoud en reparatie, dit onder verantwoording van de opdrachtnemer. De opleiding moet zijn voltooid voor de eerste (deel)levering.
ot-e-2
De instructeurs (tenminste 12) van Brandweer Utrecht moeten een volledige training in het gebruik van de uitrusting krijgen. Aan het eind van die training moeten zij in staat zijn medewerkers van de brandweer op een verantwoorde wijze te instrueren in het gebruik van de uitrusting. De opleiding moet zijn voltooid vóór de eerste (deel)levering is geschied.
ot-e-3
De instructies dienen in overleg met de opdrachtgever te worden opgesteld en zijn acht weken voor levering van de uitrusting bij de Brandweer Utrecht gereed en geleverd.
ot-e-4
Er vindt, op uw initiatief, jaarlijks een bijscholing plaats voor het door u gecertificeerde personeel van Brandweer Utrecht.
ot-e-5
U houdt toezicht op de geldigheid en actualiteit van de afgegeven onderhoudscertificaten aan personeel van de opdrachtgever.
1.9
Eisen aan testapparatuur Wettelijke en technische eisen
test-e-1
De testapparatuur voldoet aan de voor deze apparatuur geldende Richtlijnen van de EU.
test-e-2
De van toepassing zijnde vereiste certificaten en rapportages vallen binnen de gestelde geldigheidstermijn en zijn afgegeven door een Notified Body.
test-e-3
De technische levensduur van de testapparatuur is minimaal 15 jaar.
test-e-4
Gedurende de technische levensduur is calibratie mogelijk en gegarandeerd door regulier onderhoud.
test-e-5
Gedurende de gehele technische levensduur is een service-apparaat beschikbaar met de volgende voorwaarden: 24-uurs respons, technische ondersteuning on-site (zowel hardware als software), nazorg en onderdelen, een vervangende soortgelijke faciliteit op een rij-afstand van minder dan een uur.
test-e-6
De systeem meet- en uitleesnauwkeurigheid is een factor 10 beter dan de tolerantie op de te meten parameterwaarde.
test-e-7
De interfaces tussen testapparatuur en testobject en de pneumatische systeemdelen, zoals leidingen en appendages, introduceren geen vervuiling van de testobjecten.
test-e-8
Alle gangbare testparameters zijn meet- en registreerbaar, met name drukken, flows, tijd.
test-e-9
Alle gangbare adembeschermingsapparatuur en duikapparatuur kan worden getest en geregistreerd, zowel de luchtafnemende componenten als de luchtleverende componenten en zowel gehele uitrusting als afzonderlijke componenten.
test-e-10
De testapparatuur wordt geleverd met een gebruikershandleiding en onderdelenlijst in het Nederlands volgens NEN 5509.
test-e-11
Alle geïnstalleerde software wordt tevens op CD-ROM meegeleverd.
Mechanisch/pneumatische eisen test-e-12
De testapparatuur functioneert zowel met lucht uit de buffervoorraad/ compressor als met lucht uit een aan te koppelen ademluchtcilinder.
Registratie rapportage eisen test-e-13
Testobject-identificatie dient elektronisch plaats te kunnen vinden. Object ID en testresultaten dienen gezamenlijk te kunnen worden opgeslagen en moeten tevens gezamenlijk op een andere locatie bewaard kunnen worden (back-up). Direct na de test en op een later tijdstip kunnen de testgegevens worden uitgeprint in DIN-A4 formaat.
test-e-14
Er dient weergave mogelijk te zijn van de historie per component en van een overzicht per testaspect over alle soortgelijke componenten.
test-e-15
Er dient een weergave mogelijk te zijn van een totaaloverzicht van de door Brandweer Utrecht beheerde adembeschermingsapparatuur per component en met statusindicatie: “in gebruik”, “in quarantaine”, “in onderhoud, onderzoek, reparatie”.
test-e-16
Er dient een mogelijkheid te zijn voor een overzicht van uitgevoerde en uit te voeren periodiek(e) testen/onderhoud per soort component. Tevens is er een signalerings-/oproepfunctie voor genoemde periodieke werkzaamheden.
test-e-17
Er is een mogelijkheid om testcycli en test- en registratiegegevens van andere dan de adembeschermingsapparatuur in de software te integreren. Tevens kan deze andere apparatuur eenvoudig worden voorzien van hetzelfde type elektronisch leesbare code als de adembeschermingsapparatuur. Gebruikseisen
test-e-18
De testapparatuur werkt op een PC met Nederlandstalige gebruiksvriendelijke software.
test-e-19
De schermpresentatie is menugestuurd, met dialoogvensters. Eventuele schematische voorstellingen worden synoptisch weergegeven. (Test)gegevens worden helder gepresenteerd.
test-e-20
De testapparatuur is voorzien van een scanner t.b.v. uitlezing van de ID codes op de uitrusting(sonderdelen).
test-e-21
De testapparatuur is goed, volgens bijgeleverd voorschrift, te reinigen i.v.m. de hygiëne van de testobjecten.
test-e-22
Een lichtdichte hoes wordt meegeleverd ter bescherming van het testhoofd tegen UV-licht.
test-e-23
Het einde van een testcyclus wordt aangegeven door een akoestisch signaal.
1.10
Commerciële eisen
c-e-1
Uw offerte is in de Nederlandse taal gesteld en de gehanteerde tarieven zijn in Euro’s, excl. BTW.
c-e-2
Uw offerte bevat een vermelding van de van toepassing zijnde BTW-tarieven.
c-e-3
U vermeldt uw prijzen in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a.
c-e-4
U dient per offerte slechts één type apparatuurset aan te bieden.
c-e-5
Alle prijzen zijn tot 01-01-2006 vast, daarna kunnen deze worden geïndexeerd.
c-e-6
Alle prijzen en kosten zijn opgenomen in het prijsinvulformulier. Voor opdrachtgever zijn er geen andere kosten dan de kosten die daarin zijn opgenomen.
c-e-7
U bent bekend en gaat akkoord met het feit dat opdrachtgever zich het recht voorbehoudt af te zien van opdrachtverlening voor optionele onderdelen.
c-e-8
U dient een inruilprijs aan te geven voor de vrijvallende apparatuur van de Brandweer Utrecht. (zie wens c-w-17)
c-e-9
U heeft een lijst toegevoegd van accessoires welke het gebruik of het transport (intern) van de uitrusting kunnen optimaliseren. U dient hierbij te denken aan zaken als koffers/ kratten voor apparatuur(-componenten). Andere accessoires kunnen zijn: helmlantaarns, communicatieapparatuur, e.d.
2.
Lijst van wensen
U wordt verzocht ten aanzien van elk der onderstaande wensen aan te geven of en in welke mate en op welke wijze u eraan voldoet, waar nodig met een verwijzing naar (bijlagen in) uw offerte. U dient daarvoor de als bijlage 3 bij deze offerteaanvraag gevoegde (of daaraan conforme) wensinvulformulieren volledig in te vullen. Aanvullende en/ of onderbouwende informatie dient uitsluitend verstrekt te worden indien daarom in het desbetreffende wensinvulformulier is verzocht. Indien u de daartoe beschikbaar gestelde ruimte per wens onvoldoende acht, kunt u separaat onder vermelding van de wenscodering aanvullende informatie verstrekken.
2.1 Commerciële wensen c-w-1
De prijs voor het leveren van 179 onafhankelijk ademluchttoestellen is zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: H
c-w-2
De prijs voor het leveren van 193 gelaatstukken is zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: H
c-w-3
De prijs voor het leveren van 179 ademhalingsautomaten is zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: H
c-w-4
De prijs voor het leveren van 260 ademluchtcilinders is zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: H
c-w-5
De prijs voor het leveren van 300 brandweerhelmen, geschikt voor gebruik met het aangeboden gelaatstuk is zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: H
c-w-6
De prijs voor het leveren van 1 test- en registratiefaciliteit t.b.v. het onderhoud van de adembeschermingsapparatuur is zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: H
c-w-7
De kosten voor het leveren van één extra onafhankelijk ademluchttoestel, van één extra gelaatstuk, van één extra ademhalingsautomaat, van één extra ademluchtcilinder, van één extra brandweerhelm, zijn zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: H
c-w-8
Eén maal per jaar, voor het eerst op 1 januari 2006, mogen de prijzen worden herzien. Geef aan hoe de prijs van de adembeschermingsapparatuur na 0101-2006 wordt vastgesteld. Deze prijs blijft zo laag mogelijk, de prijsherzieningsformule is zo gunstig (voor opdrachtgever) en inzichtelijk mogelijk. Wenswaarderingscategorie: M
c-w-9
De kosten voor het onderhoud op alle apparatuur (zie or-e-4)(m.u.v. de testapparatuur) zijn zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: M
c-w-10 De kosten voor het onderhoud op de testapparatuur (zie test-e-5) zijn zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: M c-w-11 De kosten voor opleiding voor personeel van de brandweer tot monteur (zie ot-e-1) zijn zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: L c-w-12 De kosten voor de training van de instructeurs (zie ot-e-2) van de brandweer zijn zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: L c-w-13 De kosten voor de bijscholing van gecertificeerd personeel (zie ot-e-4)zijn zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: L c-w-14 De prijzen van de accessoires zijn zo laag mogelijk. Deze prijzen dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: L c-w-15 Indien er nog overige kosten zijn, dan zijn deze kosten zo laag mogelijk. Deze kosten dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: M c-w-16 U geeft aan welke staffelkortingen u verstrekt en bij welke aantallen (aangezien de aantallen nogal kunnen oplopen indien meerdere brandweerorganisaties gebruik gaan maken van deze overeenkomst). Deze staffelkortingen zijn zo hoog mogelijk. U dient deze kortingen in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, aan te geven. Wenswaarderingscategorie: M c-w-17 Uw inruilprijs van de vrijvallende apparatuur is zo hoog mogelijk. Het betreft hier circa 15 ademluchttoestellen merk Draeger type PA 90 plus series PP (300 bar), masker BD Guard BRMF, ademautomaat BRNF, drukregelaar BRND, bouwjaar 1999 en circa 30 lichtgewicht cilinders. Deze prijs dient u in het prijsinvulformulier, welke toegevoegd is als bijlage 3a, (in zijn geheel) aan te geven. Wenswaarderingscategorie: L
2.2 Juridische wensen j-w-1
U stemt zo goed mogelijk in met de bijgevoegde concept-overeenkomst (bijlage 5). U dient in het geval u zich niet (geheel) conformeert, dit te motiveren en een tekstvoorstel in te dienen voor het betreffende lid of artikel, waarmee u niet kunt instemmen. Wenswaarderingscategorie: M
2.3 Technische wensen Algemeen t-w-1
De onderhoudsvoorwaarden van de uitrusting (met uitzondering van de testapparatuur) zijn, binnen de eisen als gesteld in or-e-4, voor de opdrachtgever zo gunstig mogelijk. Het betreft zaken als respons- en opkomsttijden, storingsafhandeling, onderdelenleverantie. Geef aan hoe een en ander is geregeld, met eveneens aandacht aan frequentie, werkwijze en handelingen. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-2
De onderhoudsvoorwaarden van de testapparatuur zijn, binnen de eisen als gesteld in test-e-5, voor de opdrachtgever zo gunstig mogelijk. Het betreft zaken als respons- en opkomsttijden, storingsafhandeling en onderdelenleverantie. Geef aan hoe een en ander is geregeld, met eveneens aandacht aan frequentie, werkwijze en handelingen. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-3
De leveringstermijn (na de eerste deellevering) is zo kort mogelijk. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-4
De garantietermijn is zo lang mogelijk en de garantievoorwaarden zijn zo gunstig mogelijk (voor de opdrachtgever). Wenswaarderingscategorie: H Adembeschermingsapparatuur
t-w-5
Het gezichtsveld van het vizier is zo groot mogelijk. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-6
Het vizier beslaat zowel intern als extern zo min mogelijk. Geef aan hoe dit is gerealiseerd. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-7
Voor de brildrager is in het gelaatstuk een zo goed mogelijke brilklemconstructie aanwezig. Geef aan hoe dit is gerealiseerd. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-8
De ademhalingsautomaat is zo eenvoudig mogelijk zonder hulpstukken aan het gelaatstuk te koppelen. Geef aan hoe dit is gerealiseerd. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-9
De ademhalingsautomaat is zo stil mogelijk. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-10
De massa van de totale uitrusting is zo laag mogelijk, waarbij een lage massa van het op het hoofd gedragen deel van groter belang is dan die van het op de rug gedragen deel. Specificeer de gewichten. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-11
Het aantal onderhoudshandelingen dat door de Brandweer Utrecht in eigen beheer is uit te voeren, is zo groot mogelijk. Geef aan welke handelingen en eventueel onder welke voorwaarden deze mogen worden uitgevoerd. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-12
De spraakverstaanbaarheid met complete uitrusting is zo goed mogelijk. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-13
De waarneembaarheid van signalen zoals o.a. bewegingloosmelding en noodsignaal is zo goed mogelijk. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-14
De schokdemping van de helm is zo goed mogelijk. Geef aan hoe dit is gerealiseerd. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-15
De informatievoorziening is zo goed mogelijk geschikt voor (of uitbreidbaar tot) toepassing van telemetrie. Geef aan op welke wijzen. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-16
De testcyclus op de testfaciliteit is zo kort en efficiënt mogelijk. Gevraagd wordt berekening of verklaring omtrent aantal te testen apparaten per tijdseenheid. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-17
Het testen van andere dan de ademluchtapparatuur (bijvoorbeeld duikapparatuur) op de testfaciliteit is zo eenvoudig mogelijk. Wenswaarderingscategorie: L
t-w-18
De kwaliteit en toegankelijkheid en duidelijkheid van de onderhoudsinformatie is zo hoog mogelijk. Wenswaarderingscategorie: H
t-w-19
Het opleidingsplan voor onderhoudspersoneel (zie ot-e-1) is zo efficiënt en adequaat mogelijk. Hierbij dient tevens aandacht te worden geschonken aan de instructiemethode. Tevens geeft u aan hoeveel dagen de opleiding duurt. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-20
Het trainingsplan voor instructeurs (zie ot-e-2) is zo efficiënt en adequaat mogelijk. Hierbij dient tevens aandacht te worden geschonken aan de instructiemethode. Tevens geeft u aan hoeveel dagen de training duurt. Wenswaarderingscategorie: M
t-w-21
De lijst met accessoires, welke het gebruik of het transport (intern) van de uitrusting kunnen optimaliseren, is zo uitgebreid mogelijk. Wenswaarderingscategorie: L
Bijlage 5 Uitleg bij PrEN13105
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 5 Een goed gedragen PBM Bijlagen
Bijlage 1, bij Nota van Inlichtingen met betrekking tot de aanbesteding Adembeschermingsapparatuur volgens kenmerk 03BRW04 In antwoord op vragen 6, 14, en 31 over prEN 13105 het volgende: Door de aanname van resolutie 244/2001 heeft CEN/TC79 “Respiratory protective devices” besloten het Work Item 00079058 te laten vervallen. Het betreft hier: “Respiratory protective devices – Full face masks connected with fire fighter head protection for us as a part of a respiratory protective device – Requirements, testing, marking” (prEN13105). Niet de ontwerpnorm zelf is vervallen, maar de werkzaamheden aan deze ontwerpnorm zijn gestopt door het Work Itemnummer te laten vervallen. Deze beslissing werd genomen na het falen van de formele stemming over dit Work Item. Er kon geen consensus worden bereikt, als gevolg van de sterk uiteenlopende meningen van de verschillende lidstaten betreffende de eisen voor helm/masker combinaties. Nederland en het Verenigd Koninkrijk hebben beargumenteerd tegen deze beslissing gestemd en Portugal en Zwitserland hebben zich van stemming onthouden. Er werd besloten een projectgroep op te zetten die de beschikbare gegevens over de functionaliteit van de helm/masker combinaties zal evalueren om daarmee de mogelijke voorbereiding van een nieuwe standaard te ondersteunen. De voortgang van deze groep zou na een jaar bekeken worden. Tot zover over het al dan niet vervallen zijn van prEN13105. Dan over de inhoud: Hieronder treft u aan wat Brandweer Utrecht eist van de helm masker (HM)combinatie: De HM combinatie moet voldoen aan NEN-EN 136:1998, klasse 3 met uitzondering van het hoofdbandenstel, zoals omschreven in paragraaf 7.11 van die standaard. De helm moet voldoen aan NEN-EN 443:1997 (géén uitzondering van par 6.7, zoals in Richtlijn 0802 wordt gesteld in bijlage A, par 5.2) De HM combinatie moet zodanig zijn ontworpen dat geen hinder wordt ondervonden bij het dragen en dat er geen risico bestaat ergens achter te blijven hangen. De HM combinatie voorziet in het snel, veilig en zeker plaatsen en verwijderen van het masker. De geplaatste combinatie moet zeker en comfortabel zitten en een adequate afdichting tussen masker en gelaat garanderen. De verbinding tussen helm en masker moet gedurende 10 seconden een axiaal aangebrachte trekkracht van 500 Newton weerstaan en tevens bestand zijn tegen slagen en stoten die tijdens normaal gebruik kunnen optreden. De helm en het masker moeten worden gemarkeerd als beschreven in de betreffende normen; de verbindingsonderdelen tussen helm en masker moeten van een eenduidige typemarkering worden voorzien. Er moet een document worden meegeleverd, waarin wordt verklaard dat aan bovenstaande eisen wordt voldaan. Desgevraagd moeten testresultaten (van testen volgens prEN137:2002) als bewijs worden getoond. Er moet in de te leveren gebruikershandleiding (eis ad-e-22) expliciet aandacht worden besteed aan de HM combinatie. Een zin zoals de laatste zin van prEN13105:1997, betreffende beïnvloeding van het beschermingsniveau, mag niet worden opgenomen daar zulks niet mag voorkomen. Een zin, zoals vermeld in bijlage A van vfdb Richtlinie 0802 van november 2002, die wijst op de noodzaak een “buddy check” uit te voeren, dient wel te worden opgenomen. Let wel: de beschreven eisen zijn niet nieuw, ze zijn ontleend aan prEN13105:1997, hoofdstuk 6, en aan vfdb Richlijn 0802, bijlage A, met dien verstande dat is gerefereerd aan de laatste uitgaven van de daarin genoemde normen. Dit is gedaan om eventuele discrepanties uit te sluiten.
Bijlage 6 Organisatie praktijkproef
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 6 Een goed gedragen PBM Bijlagen
Praktijkproef ter beoordeling van de uitrustingen van MSA en SCBAX. Testlocaties Stator: stookcontainer, ademlucht-oefenbaan, opstelplaats AL, opstelplaats Li/Lu container. Post Noord voor een gas/chemiepak sessie. Eventueel in de avonduren. Post Zuid voor tussentijds onderhoud. (eigenlijk alleen reiniging van uitrustingen). Planning De praktijktest zal plaatsvinden in de eerste helft van juni. 1 juni Levering van apparatuur en uitleg aan kleine groep van Brandweer Utrecht 2 juni overdag beoordeling gebruik bij Stator, beroeps 3 juni 13.00 beoordeling onderhoud SCBAX in Plaats X 4 juni overdag beoordeling gebruik bij Stator, beroeps 7 juni s’middags gaspakbeoordeling op post Noord 8 juni 10.00 beoordeling onderhoud MSA in Ede 9 juni overdag beoordeling gebruik bij Stator, beroeps 10 juni s’avonds beoordeling gebruik bij Stator, vrijwilligers Criteria De beoordeling van de uitrusting wordt gedaan aan de hand van formulieren. Op deze formulieren kan door de gebruikers worden gescoord met de volgende criteria:
(O)nvoldoende, (V)oldoende, (G)oed Later zullen de beoordelingsresultaten worden omgezet naar getalsmatige informatie en wordt het eindoordeel berekend. Tijdens de praktijkproef zijn de codes (B)ijna voldoende en (R)uim voldoende toegevoegd Het eindoordeel op gebruik telt hierin 3 maal mee en het eindoordeel op onderhoud 2 maal.
Voor de beoordelingsdagen 2, 4 en 9 juni bij Stator geldt het volgende schema: SCBAX MSA Sessie 1. 2. 3. 4.
5. 6. 7. 8.
Tijd 9.00 – 9.30 9.30 – 9.45 9.45 – 10.15 10.15 – 10.30 10.30 – 11.00 11.00 - 11.15 11.15 – 11.45 11.45 – 12.00 12.00 – 13.00 13.00 – 13.30 13.30 – 13.45 13.45 – 14.15 14.15 – 14.30 14.30 – 15.00 15.00 – 15.15 15.15 – 15.45 15.45 – 16.00
Statisch
Koud
Warm
Statisch
Koud
Warm
Pauze
A B C D Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders D A B C Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders D A C B Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders B C D A Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders Lunch A B C D Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders D A B C Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders C D A B Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders D B C A Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders
Voor de beoordelingsavond 10 juni bij Stator geldt het volgende schema: SCBAX MSA Sessie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Tijd 19.30 – 19.50 19.50 – 20.00 20.00 – 20.20 20.20 – 20.30 20.30 – 20.50 20.50 – 21.00 21.00 – 21.20 21.20 – 21.30 21.30 - 21.50 21.50 – 22.00 22.00 – 22.20 22.20 - 22.30 22.30 – 22.50 22.50 – 23.00 23.00 - 23.20 23.20 - 23.30
Statisch
Koud
Warm
Statisch
Koud
Warm
Pauze
A B C D E F Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders D E A B CF Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders F A C D EB Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders B C E F AD Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders D E F A B C Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders A B D E CF Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders C D F A EB Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders E F B C AD Beoordelingsformulieren invullen en inleveren bij begeleiders
De beoordeling van de apparatuur in combinatie met de aan- en uitkleedprocdure van de gaspakken zal op post Noord plaatsvinden gedurende een oefensessie.
Briefing begeleiders praktijkproef ademluchtapparatuur Uitleg apparatuur: -
Helm opzetten plus afstellingen Toestel omhangen plus aandachtspunten Plaatsen gelaatstuk plus aandachtspunten Plaatsen en losnemen automaat Openen en sluiten van de cilinderafsluiter Bediening en uitlezing informatievoorziening Plaatsen van de cilinder op het rugpantser
Uitleg procedure: -
De hele proef is opgedeeld in proefsessies De deelnemers zijn opgedeeld in teams met een lettercode. De sessies bevatten, volgens schema, statische, koude en warme proeven Iedere sessie bestaat uit één deel proef en één deel rapportage
-
Bij de eerste sessie (centraal): deelnemers hun nummer en lettercode geven criteria aan deelnemers vertellen: O, V, G
-
Bij begin van iedere sessie: uitleg van de proef (zie geplastificeerde formulieren) aangeven van de beoordelingsaspecten aan deelnemers
-
Bij einde van iedere sessie (centraal): Formulieren uitdelen, laten invullen en weer innemen
De invulformulieren, voorzien van de naam van het te testen type, zitten in een centrale map. Ze zijn per sessie in een plastic hoes gedaan en moeten daarin ook worden teruggedaan. Een aantal blanco formulieren zitten achter in de map. Tip: laat één van de begeleiders (bijvoorbeeld die van de statische proef) de leiding nemen en dus de sessies starten en beëindigen. Hij deelt ook de formulieren uit, neemt ze weer in, telt ze en stopt ze terug in de desbetreffende plastic hoes. Laat de deelnemers goed de cilinderdruk in de gaten houden en vraag op tijd een cilinderwissel aan bij de licht-lucht container. Vragen? Veel wijsheid, succes en vooral ook plezier bij de proeven.
Bijlage 7 Praktijktesten eindrapport
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Bijlage 7 Een goed gedragen PBM Bijlagen
Brandweer Utrecht
Praktijktesten Aanschaf adembeschermingsapparatuur Gebruik en onderhoud
Projectnummer 04.490705
W.J. Klijn / O. van der Wal
Versie: 0.3
maart 2006
Blad 1 van 15
Brandweer Utrecht
Versiebeheer Versie 0.1
Status Concept
Datum 2004-06-11
0.2
Definitief
2004-06-15
0.3
Voor HVK scriptie
2006 maart
Beschrijving Opzet en resultaten van de praktijktesten ter beoordeling van de gebruiks- en onderhoudsaspecten van twee adembeschermingsuitrustingen. Goedgekeurd Bijlage 3 verwijderd ter beperking van aantal pagina’s in scriptie. deelnemers en één leverancier geanonimiseerd.
Opstellers W.J. Klijn O. van der Wal
W.J. Klijn O. van der Wal O. van der Wal
Distributielijst Versie Verwervingsteam De deelnemers aan de praktijktesten (zie bijlage 1) Management Team Ondernemingsraad Bureau aanbestedingen
0.1 X
0.2 X X
0.3
X X X
Scriptiebijlage
X
Autorisatie Versie Status Autorisatiedatum Voor akkoord
0.1 Concept 2004-06-11 W.J. Klijn O. van der Wal
0.2 Definitief 2004-06-15 W.J. Klijn O. van der Wal
0.3 Scriptiebijlage maart 2006 O. van der Wal
Inhoudsopgave 1 2
Inleiding .............................................................................................................................3 Beschrijving van de praktijktesten .....................................................................................3 2.1 Gebruik.......................................................................................................................3 2.2 Onderhoud .................................................................................................................4 3 Resultaten..........................................................................................................................4 3.1 Gebruik.......................................................................................................................4 3.2 Onderhoud .................................................................................................................7 4 Conclusie ...........................................................................................................................8 Bijlage 1 Overzicht deelnemers, begeleiders en medewerkers ...............................................8 Bijlage 2 Beoordelingsformulieren............................................................................................8 Bijlage 3 Totaaloverzicht testresultaten....................................................................................8 (Bijlage 3 weggelaten in scriptieversie) ....................................................................................8
Versie: 0.3
maart 2006
Blad 2 van 15
Brandweer Utrecht
1 Inleiding De beoordelingsprocedure in het aanbestedingstraject voor nieuwe adembeschermingsapparatuur bestaat uit: kwalitatieve beoordeling van de aangeboden offertes; - beoordeling op eisen; - beoordeling op wensen; - praktijktesten (beoordeling van gebruik en onderhoud). Op basis van de uitkomst van de wensbeoordeling besloot het beoordelingsteam (E. Lieben, J. van Neerven, W. Vermeulen, O. van der Wal en W.J. Klijn) i.o.m. met bureau aanbestedingen, het gebruik en het onderhoud van de door de firma’s SCBAX en MSA aangeboden ademluchtuitrustingen in de praktijk te beoordelen. Deze rapportage bevat de beschrijving van de praktijktesten en de verkregen resultaten. Veel medewerkers van brandweer Utrecht waren bij de tests betrokken (zie bijlage 1). Door deze omvangrijke medewerking was het mogelijk een voor brandweer Utrecht representatief testresultaat te verkrijgen.
2 Beschrijving van de praktijktesten De praktijktesten bestonden uit een gebruikstest en een onderhoudsbeoordeling. Beide onderdelen waren opgebouwd uit diverse afzonderlijke beoordelingspunten die konden worden gekwalificeerd als “onvoldoende”, “voldoende” of “goed”. Reeds bij de eerste testdag bleek deze driedeling niet toereikend voor de deelnemers. Daarom werd de mogelijkheid geboden tevens de kwalificaties “onvoldoende / voldoende” en “voldoende / goed” te gebruiken. Voor het kwantificeren van de resultaten werden op de volgende wijze getalswaarden toegekend: Onvoldoende 4 Onvoldoende / voldoende 5 Voldoende 6 Voldoende / goed 7 Goed 8
2.1
Gebruik
De gebruikstesten bestonden uit de onderdelen “statisch”, “koud” en “warm”. Het onderdeel “statisch” was gericht op omhangen en afhangen, het gebruik in een tankautospuit en diverse bedieningsaspecten. Het onderdeel “koud” betrof het het beklimmen van een gedeelte van een autoladder, een stukje hardlopen en het doorlopen van een ademluchtinstructiebaan. Dit dynamische gedeelte had als doel alle mogelijk bewegingsaspecten te kunnen beoordelen. Het derde onderdeel betrof de beoordeling bij hitte en rook (en stoom). Daarbij kwam o.a. de afleesbaarheid en de hoorbaarheid van de informatieunit aan bod. De in bijlage 2 opgenomen beoordelingsformulieren geven een totaaloverzicht van de specifieke beoordelingspunten. De gebruikstesten werden op drie dagen en een avond uitgevoerd door in totaal 36 medewerkers van de afdeling repressie. Bij de samenstelling van de deelnemersgroep was rekening gehouden met lichaamskenmerken (lengte, gezichtsvorm, gewicht etc.) en met de representativiteit t.a.v. de ploegen (alle ploegen vertegenwoordigd, zowel beroeps als vrijwilligers). Het gebruik van de adembeschermingsapparatuur in combinatie met andere persoonlijke beschermingsmiddelen (gaspak, chemiepak valbeveiligingsharnas e.d.) is afzonderlijk getest. Versie: 0.3
maart 2006
Blad 3 van 15
Brandweer Utrecht
2.2
Onderhoud
Voor de beoordeling van de onderhoudsaspecten werden de adembeschermingswerkplaatsen van twee korpsen bezocht. De beoordelingsgroep bestond uit: - twee medewerkers van het team materieel en middelen; - een medewerker van de afdeling repressie, tevens gecertificeerd medewerker onderhoud adembeschermingsapparatuur; - de arbocoördinator (O. van der Wal); - de projectleider (W.J. Klijn). Allereerst werden in de werkplaatsen de dagelijkse onderhoudshandelingen waargenomen. Daarbij gaf een op de betreffende apparatuur ervaren medewerker toelichting. De beoordelingsgroep schonk speciale aandacht aan de test- en registratiehandelingen en de daarvoor gebruikte apparatuur. Een overzicht van de beoordelingspunten is weergegeven in tabel 3.
3 Resultaten 3.1
Gebruik
De resultaten van de gebruikstesten worden in deze paragraaf weergegeven in een overzicht van beoordelingspunten en daarbij behorende scores (tabel 1) en in een overzicht per deelnemer (tabel 2). Op deze wijze ontstaat enerzijds inzicht in de door de deelnemers aangegeven sterke en zwakke (minder sterke) punten van de aangeboden apparatuur. Anderzijds wordt duidelijk hoeveel deelnemers voorkeur hebben voor het ene respectievelijk het andere type adembeschermingsuitrusting. Het meest uitgebreide overzicht van de resultaten was in eerdere versies opgenomen als bijlage 3. Deze bijlage biedt zelfs inzicht in de scores per deelnemer (op verzoek te leveren). Uit tabel 1 blijkt dat de MSA-apparatuur, uitgezonderd het “verwisselen van de fles met omgehangen toestel en het bedienen van de afsluiter met handschoen”, op alle punten hoger scoort. In de tabel zijn per type apparatuur de hoogste en de laagste score weergegeven door een groene respectievelijk rode markering. Het resultaat van de beoordeling van de adembeschermingsapparatuur in combinatie met ander persoonlijke beschermingsmiddelen was weergegeven in bijlage 3 (pagina 14 en 15). Deze beoordeling gaf een groot verschil te zien in het voordeel van de MSA apparatuur.
Versie: 0.3
maart 2006
Blad 4 van 15
Brandweer Utrecht
Tabel 1 Gemiddelden per beoordelingsaspect S1 S2 S3 S4 S5 S6 S7 S8 K1 K2 K3 K4 K5 K6 K7 K8 W1 W2 W3 W4 W5 W6 W7 W8 I
omhangen, afhangen, aansluiten in TAS en daarbuiten, in en uitstappen TAS, stellen van banden en riem, (indien van toepassing: plaatsing bril in gelaatstuk) Verwisselen fles met omgehangen toestel en bediening afsluiter met handschoen loskoppel - en plaatsingsgemak van de ademhalingsautomaat of bediening luchtklep pasvorm/draagcomfort van toestel (ook i.c.m. refraklemmen, refinder, zaklantaarn, vluchtmasker etc.) Geen risico van beschadiging of blijven hangen door uitstekende of scherpe delen, ophangen gelaatstuk als dit niet in gebruik is, zonder risico op vervuiling Plaatsingsgemak gelaatstuk op helm (bij adapters) houd rekening met voorafstelling Draagcomfort van de helm in combinatie met het gelaatstuk en de helm in combinatie met veiligheidsbril Gebruiksgemak informatievoorziening bukken, kruipen springen, hardlopen over hek stappen opstaan na vallen boven het hoofd reiken elkaar begeleiden aan handgreep lopen op autoladder en in korf stappen handling en verplaatsen van slachtoffer gebukt zitten bij vuurhaard gebukt lopen in hete ruimte traplopen in hete ruimte handling en verplaatsen van slachtoffer in hete ruimte zichtbaarheid en verstaanbaarheid nabij vuur en vocht (sproeistraal / nevel) functioneren en uitleesbaarheid van de informatievoorziening nabij vuur en vocht afnemen van gelaatstuk na blootstelling aan hitte afhangen toestel na blootstelling aan hitte uitstraling van het toestel (hoe komt het over?)
Versie: 0.3
maart 2006
SCBAX 6,97
MSA 7,08
7,11
6,89
6,69
7,39
6,47
6,97
6,36
6,67
6,14
6,78
6,00
7,08
6,69 6,50 6,47 6,81 6,78 6,72 6,14 6,58 7,00 7,06 7,00 6,97 6,83 6,83
7,39 6,94 7,22 7,22 7,17 7,08 7,33 7,31 7,28 7,11 7,08 7,28 6,89 7,36
6,44
7,64
6,42 7,00 6,61
6,75 7,28 7,06
Blad 5 van 15
Brandweer Utrecht Een overzicht per deelnemer is weergegeven in tabel 2 (de volledige informatie blijft in het projectdossier behouden). Uit tabel 2 blijkt de volgende significante voorkeur van de deelnemers. Hierbij wordt onder significant verstaan: voorkeur voor een leverancier op alle testonderdelen “statisch”, “koud” en “warm”: - significante voorkeur voor MSA 20 deelnemers (55 %); - significante voorkeur voor SCBAX 6 deelnemers (17 %); - geen significante voorkeur 10 deelnemers (28 %).
Tabel 2 Gemiddelden per hoofdonderdeel S 7,5 6,8 6,1 6,0 6,0 7,5 5,3 5,5 6,8 6,3 6,5 5,9 6,3 7,3 5,9 5,8 6,0 7,0 7,5 6,0 6,3 7,0 7,4 7,4 5,8 7,3 6,5 6,5 6,5 6,5 6,1 6,0 7,5 8,0 7,0 6,8 6,6
SCBAX K 8,0 7,8 6,3 6,0 6,0 7,3 5,8 5,8 5,8 5,9 6,1 6,3 5,8 7,3 5,5 6,0 6,6 6,9 6,9 6,0 7,0 7,3 7,9 7,6 5,8 7,3 6,8 6,6 6,8 7,0 5,4 6,8 7,3 7,8 6,5 5,8 6,6
Versie: 0.3
W 7,5 7,5 6,0 6,0 6,0 7,3 5,6 5,9 7,3 6,0 6,0 6,8 6,0 7,3 5,8 5,6 6,5 7,3 6,8 6,3 7,0 7,5 8,0 7,5 6,3 7,5 7,8 7,5 7,3 6,8 6,3 7,1 8,0 7,8 7,0 7,3 6,8
S 6,8 6,8 6,0 6,8 7,5 7,3 6,3 6,0 6,4 6,8 7,8 7,9 7,9 7,8 6,3 7,0 8,0 7,0 6,9 6,8 7,1 7,4 6,6 7,4 6,8 8,0 5,5 5,3 7,8 7,0 7,5 7,4 7,3 7,5 7,3 8,0 7,0
MSA K 6,0 6,9 6,0 6,0 7,3 7,5 6,3 5,9 6,4 6,5 7,4 8,0 8,0 8,0 7,8 7,0 7,8 7,3 6,0 6,0 7,3 7,3 7,4 7,8 7,0 8,0 5,8 5,8 8,0 7,8 8,0 8,0 7,0 7,5 8,0 7,8 7,1
W 5,8 7,0 6,3 6,3 7,0 7,5 6,0 6,3 6,8 6,5 7,8 8,0 8,0 8,0 6,8 6,8 8,0 7,5 7,3 6,8 7,9 7,5 7,0 7,8 7,0 8,0 6,3 6,0 7,8 7,8 7,8 7,6 7,5 7,0 7,8 7,8 7,2
maart 2006
Voorkeur per hoofdonderdeel 0,8 0,0 0,1 -0,8 -1,5 0,3 -1,0 -0,5 0,4 -0,5 -1,3 -2,0 -1,6 -0,5 -0,4 -1,3 -2,0 0,0 0,6 -0,8 -0,9 -0,4 0,8 0,0 -1,0 -0,8 1,0 1,3 -1,3 -0,5 -1,4 -1,4 0,3 0,5 -0,3 -1,3
2,0 0,9 0,3 0,0 -1,3 -0,3 -0,5 -0,1 -0,6 -0,6 -1,3 -1,8 -2,3 -0,8 -2,3 -1,0 -1,1 -0,4 0,9 0,0 -0,3 0,0 0,5 -0,1 -1,3 -0,8 1,0 0,9 -1,3 -0,8 -2,6 -1,3 0,3 0,3 -1,5 -2,0
1,8 0,5 -0,3 -0,3 -1,0 -0,3 -0,4 -0,4 0,5 -0,5 -1,8 -1,3 -2,0 -0,8 -1,0 -1,1 -1,5 -0,3 -0,5 -0,5 -0,9 0,0 1,0 -0,3 -0,8 -0,5 1,5 1,5 -0,5 -1,0 -1,5 -0,5 0,5 0,8 -0,8 -0,5
Totaal voorkeur SCBAX SCBAX SCBAX MSA
MSA MSA
MSA MSA SCBAX
MSA MSA MSA MSA MSA MSA MSA MSA MSA SCBAX MSA
MSA SCBAX
SCBAX MSA
MSA MSA SCBAX SCBAX MSA MSA MSA MSA SCBAX SCBAX MSA MSA
Blad 6 van 15
Brandweer Utrecht
3.2
Onderhoud
Tabel 3 bevat de per beoordelingspunt gespecificeerde resultaten van de beoordeling van de onderhoudsaspecten. De totaaluitkomst van de onderhoudsbeoordeling is voor beide leveranciers gelijk. Er is geen specifiek punt dat de beoordelingsgroep als onvoldoende kwalificeerde. Tabel3 Gemiddelde per onderhoudsaspect SCBAX 1 Visuele inspectie 7,4 2 Totaalreiniging 7,8 3 Droogcyclus 6,8 4 Demontage fles 6,8 5 Koppeling automaat/gelaatstuk 6,6 6 Draagstel/bandenstel 7,6 7 Functietest 6,4 8 Bevestiging op de testapparatuur 7 9 Handling en bediening 8 10 Test 8 11 Scherm uitvoer 7,8 12 Back-up 8 13 Overzichten 7,6 14 Printopdrachten 7,6 15 Testmogelijkheden 6,8 16 Duikapparatuur 7,6 17 Algemene indruk 6,8
Versie: 0.3
maart 2006
MSA 8 6,6 6,8 6,2 7,2 7,2 7,4 7,2 7,6 7,6 8 7,8 8 7,6 7 7,2 7,2
Blad 7 van 15
Brandweer Utrecht
4 Conclusie De resultaten van de gebruikstest tonen een overtuigend hogere score voor MSA. De beoordeling van de onderhoudsaspecten leverde in de einduitkomst op het onderhoudsaspect geen verschillen op tussen MSA en SCBAX. De einduitkomst van de praktijktest wordt derhalve bepaald door de gebruikstest en valt in het voordeel van MSA uit.
Bijlage 1 Overzicht deelnemers, begeleiders en medewerkers (anoniem gemaakt in scriptieversie)
Bijlage 2 Beoordelingsformulieren Bijlage 3 Totaaloverzicht testresultaten (weggelaten in scriptieversie)
Versie: 0.3
maart 2006
Blad 8 van 15
Brandweer Utrecht Praktijkproef adembeschermingsapparatuur, deelnemerslijst (anoniem t.b.v. scriptie) Woensdag 2 juni, Stator NR Deelnemers: 1 naam deelnemer 2 naam deelnemer 3 naam deelnemer 4 naam deelnemer 5 naam deelnemer 6 naam deelnemer 7 naam deelnemer 8 naam deelnemer
Code A1 A2 B1 B2 C1 C2 D1 D2
Begeleiding: naam begeleider naam begeleider naam begeleider
Vrijdag 4 juni, Stator Deelnemers: 9 naam deelnemer 10 naam deelnemer 11 naam deelnemer 12 naam deelnemer 13 naam deelnemer 14 naam deelnemer 15 naam deelnemer 16 naam deelnemer
Code A1 A2 B1 B2 C1 C2 D1 D2
Begeleiding: naam begeleider naam begeleider naam begeleider
Wim Klijn Oeds van der Wal
Wim Klijn Oeds van der Wal
Maandag 7 juni en donderdag 10 juni, post Noord Deelnemers: Code Begeleiding: 1 naam deelnemer naam begeleider 2 naam deelnemer 3 naam deelnemer Wim Klijn 4 naam deelnemer Oeds van der Wal Woensdag 9 juni, Stator Deelnemers: 17 naam deelnemer 18 naam deelnemer 19 naam deelnemer 20 naam deelnemer 21 naam deelnemer 22 naam deelnemer 23 naam deelnemer 24 naam deelnemer
Code A1 A2 B1 B2 C1 C2 D1 D2
Begeleiding: naam begeleider naam begeleider naam begeleider
Donderdag 10 juni, Stator Deelnemers: 25 naam deelnemer 26 naam deelnemer 27 naam deelnemer 28 naam deelnemer 29 naam deelnemer 30 naam deelnemer 31 naam deelnemer 32 naam deelnemer 33 naam deelnemer 34 naam deelnemer 35 naam deelnemer 36 naam deelnemer
Code A1 A2 B1 B2 C1 C2 D1 D2 E1 E2 F1 F2
Begeleiding: naam begeleider naam begeleider naam begeleider
Wim Klijn Oeds van der Wal
Li/Lu container: onderhoudsmedewerker
AL-Noord 605 Dienstdoende bezetting
Li/Lu container: onderhoudsmedewerker
AL-Noord 605 Dienstdoende bezetting
Li/Lu container: n.v.t.
Li/Lu container: onderhoudsmedewerker
AL-Noord 605 Dienstdoende bezetting
Li/Lu container: onderhoudsmedewerker
AL-Noord 605 Dienstdoende bezetting Wim Klijn Oeds van der Wal
Donderdag 3 juni, Plaats SCBAX, Dinsdag 8 juni, Ede Deelnemers: Code 1 naam deelnemer Medewerker onderhoud adembeschermingsapparatuur 2 naam deelnemer Medewerker onderhoud adembeschermingsapparatuur 3 naam deelnemer Teamcoördinator MM/PVL 4 Wim Klijn Kwaliteitsmanager 5 Oeds van der Wal Arbocoördinator
Versie: 0.3
maart 2006
Praktijktestrapportage Bijlage 1
Brandweer Utrecht Praktijkproef ter beoordeling van adembeschermings uitrusting Beoordeling Statisch: pasvorm, afstelgemak, bediening, comfort etc. Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Deelnemernummer: . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving omhangen, afhangen, aansluiten in TAS en daarbuiten, in - en uitstappen TAS, stellen van banden en riem, (indien van toepassing: plaatsing bril in gelaatstuk) Verwisselen fles met omgehangen toestel en bediening afsluiter met handschoen loskoppel - en plaatsingsgemak van de ademhalingsautomaat of bediening luchtklep pasvorm/draagcomfort van toestel (ook i.c.m. refraklemmen, refinder, zaklantaarn, vluchtmasker etc.) Geen risico van beschadiging of blijven hangen door uitstekende of scherpe delen, ophangen gelaatstuk als dit niet in gebruik is, zonder risico op vervuiling Plaatsingsgemak gelaatstuk op helm (bij adapters) houd rekening met voorafstelling Draagcomfort van de helm in combinatie met het gelaatstuk en de helm in combinatie met veiligheidsbril Gebruiksgemak informatievoorziening
Oordeel
Code: . . . . . . . . . . . . . . . .
Opmerking (alleen indien hier van belang)
Invullen in de kolom Oordeel: O = Onvoldoende, B = bijna voldoende, V = Voldoende, R = ruim voldoende, G = Goed
Versie: 0.3
maart 2006
Praktijktestrapportage Bijlage 2
Brandweer Utrecht Praktijkproef ter beoordeling van adembeschermings uitrusting Beoordeling Dynamisch: repressief handelen, fysieke mechanische belasting Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nr. 1.
Beschrijving bukken, kruipen
Deelnemernummer: . . . . . . . . . . . . . . . Oordeel
2.
springen, hardlopen
3.
over hek stappen
4.
opstaan na vallen
5.
boven het hoofd reiken
6.
elkaar begeleiden aan handgreep
7.
lopen op autoladder en in korf stappen
8.
handling en verplaatsen van slachtoffer
Code: . . . . . . . . . . . . . . . .
Opmerking (alleen indien hier van belang)
Invullen in de kolom Oordeel: O = Onvoldoende, B = bijna voldoende, V = Voldoende, R = ruim voldoende, G = Goed
Versie: 0.3
maart 2006
Praktijktestrapportage Bijlage 2
Brandweer Utrecht Praktijkproef ter beoordeling van adembeschermings uitrusting Beoordeling Dynamisch hitte: repressief handelen, fysieke energetische belasting Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nr. 1.
Deelnemernummer: . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving gebukt zitten bij vuurhaard
2.
gebukt lopen in hete ruimte
3.
traplopen in hete ruimte
4.
handling en verplaatsen van slachtoffer in hete ruimte
5.
7.
zichtbaarheid en verstaanbaarheid nabij vuur en vocht (sproeistraal / nevel) functioneren en uitleesbaarheid van de informatievoorziening nabij vuur en vocht afnemen van gelaatstuk na blootstelling aan hitte
8.
afhangen toestel na blootstelling aan hitte
6.
Code: . . . . . . . . . . . . . . . .
Oordeel
Opmerking (alleen indien hier van belang)
Oordeel
Opmerking (alleen indien hier van belang)
Algemene indruk Nr. 1.
Beschrijving uitstraling van het toestel (hoe komt het over?)
Invullen in de kolom Oordeel: O = Onvoldoende, B = bijna voldoende, V = Voldoende, R = ruim voldoende, G = Goed
Versie: 0.3
maart 2006
Praktijktestrapportage Bijlage 2
Brandweer Utrecht Praktijkproef ter beoordeling van adembeschermings uitrusting Beoordeling Gas/chemiepak aan – en uitkleedprocedure Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nr. 1. 2. 3.
Testdag: . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving aan – en uitkleedgemak van gas/chemiepak met omgehangen toestel
Oordeel
Opmerking (alleen indien hier van belang)
werking van totale uitrusting in combinatie met huidige communicatie apparatuur Gebruiksgemak
Invullen in de kolom Oordeel: O = Onvoldoende, B = bijna voldoende, V = Voldoende, R = ruim voldoende, G = Goed
Versie: 0.3
maart 2006
Praktijktestrapportage Bijlage 2
Brandweer Utrecht Praktijkproef ter beoordeling van onderhoudsaspecten en testapparatuur Blad 1 Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nr. 1. 2. 3.
4. 5.
6.
7. 8. 9. 10.
Testdag: . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving
Oordeel
Opmerking (alleen indien hier van belang)
Visuele inspectie Deze moet eenvoudig zonder (veel) demontage handelingen zijn uit te voeren. Totaalreiniging Het zou mogelijk moeten zijn om de apparatuur in zijn geheel (eventueel onder druk) te reinigen. Droogcyclus Is de apparatuur bestand tegen drogen onder verhoogde temperatuur? Wordt de apparatuur voldoende droog; d.w.z. ook in kleine hoeken. Wat is de droogtijd bij normaal drogen? Demontage fles Zowel het loskoppelen van de drukvoerende delen als het losnemen van de kleminrichting wordt beoordeeld. Koppeling automaat/gelaatstuk 1 Is dit eenvoudig te doen? 2 Is de binnenkant van het gelaatstuk eenvoudig te inspecteren: terugslagkleppen,spreekmembraan, seal van binnenmasker. 3 Is het nodig de automaat af te doppen voor reiniging en hoe eenvoudig is dit? Draagstel/bandenstel Er moet eenvoudige inspectie mogelijk zijn van alle slangen en koppelingen. Ook moet een simpele visuele inspectie een goed beeld van de staat van de informatievoorziening geven. Het bandenstel moet eenvoudig gebruiksklaar gemaakt worden. Gespen goed bedienbaar en banden niet in de war. Functietest Is er noodzaak om iedere keer te testen, of is een visuele inspectie en eenmalig op druk brengen voldoende voor regulier onderhoud? Bevestiging op de testapparatuur Kan de apparatuur eenvoudig worden geplaatst: gelaatstuk op testhoofd, automaat op testgelaatstuk en toestel op drukaanvoerende koppeling van de test setup. Handling en bediening Zijn afsluiters en regelkranen eenvoudig toegankelijk en bedienbaar? Is de foutkans klein, ondanks het bedieningsgemak, ofwel is de setup “murphy proof“? Test De voortgang van de test is menugestuurd en je wordt door de testprocedure begeleid. De voertaal is Nederlands!!.
Versie: 0.3
maart 2006
Praktijktestrapportage Bijlage 2
Brandweer Utrecht Praktijkproef ter beoordeling van onderhoudsaspecten en testapparatuur Blad 2 Naam: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Nr. 11.
Testdag: . . . . . . . . . . . . . . . . .
Beschrijving
Oordeel
12.
Back-up Hoe is dit geregeld? Is er een netwerkversie mogelijk?
13.
Overzichten Zijn er eenvoudig gegevensoverzichten te genereren? Is er een mogelijkheid tot voorraadbeheer voor onderdelen, door koppeling aan een systeem als IMS?
14.
Printopdrachten Kunnen printopdrachten intern en extern gegeven worden, kunnen prints naar het netwerk worden gestuurd?
15.
Testmogelijkheden Wat zijn de trouble-shoot mogelijkheden? Is het mogelijk om bepaalde testen uit te diepen? Is dit eenvoudig handmatig te doen? Duikapparatuur We nemen een duikset mee (inclusief testvoorschrift) en vragen om die te testen op de test setup. Het gaat zowel om het leverende deel (cilinder en eerste trap) als het ontvangende deel (gelaatstuk met tweede trap). Algemene indruk Wil ik deze adembeschermingsapparatuur op deze manier onderhouden en is dit de testomgeving waarin ik me thuis voel?
16.
17.
Opmerking (alleen indien hier van belang)
Scherm uitvoer Duidelijke presentatie van een lijst met goedkeur/afkeur en daarbij ook de mogelijkheid tot grafische weergave van testverloop. Testgegevens zijn eenvoudig direct en later oproepbaar, met een zoekfunctie.
Invullen in de kolom Oordeel: O = Onvoldoende, B = bijna voldoende, V = Voldoende, R = ruim voldoende, G = Goed
Versie: 0.3
maart 2006
Praktijktestrapportage Bijlage 2