Education must be forgotten, Fascination must be realised!

‘Education must be forgotten, Fascination must be realised!’

Inleiding

Inhoudsopgave

Deze uitgave is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in een radicale nieuwe onderwijsvorm die breekt met de heersende structurele waarden en normen van het huidige onderwijs. Deze nieuwe onderwijsvorm is ontstaan en verweven met het idee dat motivatie, geloof, talent en wilskracht belangrijk is om iets (nieuws) te leren en dat dit het beste lukt in een staat van fascinatie. Daarnaast geloven wij ook dat het inzetten van nieuwe technologie een essentiële onderwijs verbetering teweeg kan brengen wat betreft het bieden van gepersonificeerd onderwijs. Het juiste studie aanbod, op de juiste tijd, voor de juiste persoon, met de juiste motivatie.

Inleiding

3

Fascinatie Onderwijs

4

Wie doet wat?

8

Het woord Fascinatie betekent volgens het woordenboek: ‘de betovering’ - ‘ het beheersen of beheerst worden door de aanblik’ - maar ook: - aanlokkelijkheid, belangstelling, aantrekkelijkheid, begoocheling, betovering, geboeidheid en interesse.

Doelstellingen persoonlijke fascinatie

10

Implementatie van 3.0

12

Werk en ontwikkelingsprocessen

14

Proces timeline

16

Theoretische ondersteuning

18

Aansluiting bij de kunstvakken

20

Deze uitgave is gemaakt door Jeroen Graus en Bas Tiemes in het kader van de studie docent Beeldende Vorming aan de WDKA - HRO te Rotterdam. We willen de volgende mensen bedanken voor hun geboden tijd en visie; Hans van Driel, Loes Bogers, Jaeques Koeman, Moniek Warmer en Jojanneke Gijsen.


FASCINATIE ONDERWIJS De Status Quo van het onderwijs versus de samenleving 2012. In onze samenleving vindt steeds meer digitalisering plaats en gebruiken we meer en meer mobiele apparaten in ons gewone leven. Internet is daarbij een ‘onzichtbaar’ web en een ‘doorgeefluik’ van informatie die praktisch overal voorhanden is, wireless of via (3G) netwerken. Het zoeken van online informatie en het delen van (persoonlijke) kennis is met een vingerdruk te verwezenlijken. Het huidige onderwijs is de laatste jaren met deze digitale vernieuwingen meegegroeid door aanschaffing van smartboards, laptops en desktop - computers, op sommige scholen is er ook een wireless internet verbinding. In onze praktijk als docent ondervonden wij dat de smartphone, die vrijwel elke middelbare scholier de hele dag in zijn hand houdt, niet of nauwelijks als bruikbare tool wordt ingezet in het onderwijs.

Wat vooraf ging aan deze constatering, is dat wij bemerkten dat onderwijs te vaak een vaststaande structuur volgt en teveel een massaproduct is. Het probleem met massaproducten is dat het vaak ‘one size fits all’ is; De lesstof is breed georiënteerd en biedt dikwijls geen extra uitdaging of een kans om de stof op verschillende niveau’s uit te voeren. De vakken op een middelbare school zijn vaak zeer ‘gekaderd’ ‘in dit vak moet je deze stof begrijpen en leren’- tot aan - ‘dit is de eindtoets, dit zijn de vragen en je moet minmaal de helft goed beantwoorden’. Deze onderwijsvorm en structuur is al decennia de norm en is gebaseerd op een ‘extrinsieke motivatie’. De motivatie om een vak te leren komt in deze opzet te weinig vanuit de leerling, maar komt vanuit een systeem dat is vastgelegd in vooraf bepaalde PTA - schema’s. Wij vinden dat deze vorm van onderwijs aan een grondige revisie toe is. Fascinatie onderwijs: de basis en de drive tot een meer persoonlijk leerproces.

Je kiest als deelnemer een persoonlijke fascinatie. De eerste vraag van de deelnemer is: ‘Wat vind ik interessant?’ ‘Waar wil ik heel graag meer over leren?’ Een aanleiding kan zijn; • een vaardigheid, zoals modeltekenen die je verder wilt uitdiepen • een beroepswens waar je meer over wilt te weten komen, • een nieuw en ingewikkeld software programma leren, • of je wilt graag ergens heel erg goed in worden (zoals bijvoorbeeld graffiti).

Het woord Fascinatie betekent volgens het woordenboek: ‘de betovering’ - ‘ het beheersen of beheerst worden door de aanblik’ - maar ook: - aanlokkelijkheid, belangstelling, aantrekkelijkheid, begoocheling, betovering, geboeidheid en interesse.

Maar het kan ook zijn dat je, bij de start van de module graag voetballer wilde worden, maar aan het eind van je proces hebt ontdekt dat profvoetballer zijn niet haalbaar is, maar je hebt wel ontdekt dat voetbaltrainer je wel ligt.

Onder ‘fascinatie onderwijs’ verstaan wij: ‘Een nieuwe module die binnen de kunst en culturele vakken wordt gegeven en gericht is om deelnemers vorm te laten geven aan een persoonlijke fascinatie of het ontdekken daarvan. Ergens gefascineerd of geboeid door zijn is de ideale “drive” voor een persoonlijk leerproces. Want leren kan best leuk zijn zolang het je interesse heeft. Intrinsieke motivatie staat voorop in deze module. De module is bedoeld voor leerlingen en docenten van bovenbouw middelbaar tot hoger onderwijs’.

Veel kan, mits je bereid bent om als student een reis maken waarvan je misschien van tevoren nog niet weet waar je terecht zult komen. Belangrijk in deze reis is dat je als student leert om door te- zetten, gebieden te verkennen die je nog niet kent en daarvan digitaal verslag doet via social media. Je leert drempels en obstakels te overwinnen. Je leert over jezelf, je talenten en hoe je die kan ontwikkelen.

Het belangrijkste aspect van fascinatie onderwijs is om deelnemers van middelbare scholen een inkijk te geven in de wereld van creatieve professionals. De smartphone hoeft niet alleen gebruikt te worden om te bellen, sms-sen en chatten, je kunt een smartphone ook gebruiken om te leren; video/ audio opnames maken, uploaden van foto’s’, gebruik maken van GPS, augmented reality en Apps.

> Basis schema fascinatie

Ze krijgen van professionals workshops waarin ze leren hoe ze op een professionele wijze hun ‘content’ kunnen maken en delen. Ook gaan ze bij de professional een ‘kijkje in de keuken’ te nemen. Wat maakt hij of zij? En hoe doet hij of zij dat? In de huidige onderwijsmodellen van Vmbo tot Havo/Vwo verblijft de student veelal binnen de muren van de school, met soms een tijdelijke stage die je binnen een enkel bedrijf of instelling loopt. Het fascinatie onderwijsmodel verschaft de

deelnemer juist veel meer vrijheid om bij verschillende bedrijven/professionals of anderszins kennis op te doen en mensen te ontmoeten. Binnen de FM mag en kan een deelnemer een ‘hop on - hop off’ mentaliteit bezitten maar behoort wel een gedegen verslag van zijn bevindingen te doen. De rode draad, oftewel de ‘lijm’ tussen alle losse ontmoetingen en ervaringen is de verplichte verslaglegging daarvan via social media en de deelnemer moet om de zoveel tijd een presentatie geven aan zijn mede deelnemers om te vertellen welke dingen hij of zij heeft meegemaakt en heeft geleerd.

Wij zijn ervan overtuigd dat het onderwijs op kort termijn een nodige inhaalslag moet maken om up-to-date te blijven met alle digitale tendensen. Fascinatie onderwijs is een goede start op weg in de ontwikkeling van nieuwe digitale didactische mogelijkheden voor het onderwijs.


Onderwijs - van 1.0 naar 3.0

Een schema waarin duidelijk wordt hoe veranderingen in het onderwijs zich tot elkaar verhouden en plaatsvinden is het innovatieschema van Leadbeater:

• Onderwijs is te vaak 1.0 geweest, eenrichtingsverkeer. ‘Ik ben de waarheid en de student gaat deze waarheden van mij leren’. • Onderwijs 2.0 is behoudend maar bevat al meer mogelijkheden om kennis te delen. • In onderwijs 3.0 heb je geen instituties meer nodig. Je gaat hierbij uit van een totaal doorgevoerde netwerkmaatschappij waarin alles en iedereen open staat. Een situatie waar je als student kennis kan putten uit ontelbare netwerkbronnen. Het onderwijs moet meer een product op maat worden voor de student en we moeten af van de massaproducten die ‘one size fits all’ zijn zonder hoog rendement. Bij marketing van bedrijven wordt dat goed duidelijk. Grote en kleine bedrijven participeren in social media om klanten te informeren over nieuwe producten en via crowdsourcing aan te bevelen of eventueel producten via crowdfounding te kunnen realiseren. Terwijl de oude marketeers nog steeds bergen reclamefolders laat drukken zonder dat iemand het leest!

radicale en informele stap en bied een goede uitkomst als men met de behoudende beoordelingswijze heeft gebroken. Het is niet - ‘eerst zien dan geloven, maar eerst geloven en dan zien’. Veranderende samenleving? Verander onderwijs! Onderwijs moet klaar zijn voor de toekomst. In onze huidige samenleving wordt veel nieuwe digitale technieken toegepast. Zou het onderwijs hier niet in mee moeten gaan? Deze technieken, sociale media, apps, serious gaming, digital networking moeten we omarmen en toe laten. In een 3.0 onderwijsomgeving bepaald de student zijn weg, er zijn immers meer wegen naar Rome om een leerdoel te behalen. Door de reikbaarheid van digitale toepassingen zijn die andere wegen naar Rome niet alleen vindbaar maar ook haalbaar.

Bijna alle veranderingen in het onderwijs zijn behoudend / Formeel. Je behoudt je kaders en daarbinnen breng je verbeteringen aan. Behoudend - informeel dan betrek je ouders erbij, maar je blijft binnen de kaders. Iets radicaler, zoals bij ‘Het nieuwe leren’, is een radicale stap maar het blijft formeel. De laatste stap is radicaal – informeel, dat betekent: compleet out of the box denken en het huidige onderwijssysteem grondig reviseren. Een nieuw onderwijsmodel brengt ook een nieuw beoordelingsmodel. Dat betekent in de praktijk dat een nieuw product eerst uitgetest moet worden, om vervolgens beoordeeld en gediagnosticeerd te kunnen worden. Vaak zijn onderwijsinstituten juist gewend om eerst te bepalen wat de uitkomst is van een beleid, en dan vervolgens goed ‘bewezen’ beleid uit te voeren. De module Fascinatie Onderwijs is ook een

Nieuwe werkvormen Een middelbare scholier moet in het huidige schoolsysteem in een vroeg stadium al een beroepskeuze of vervolgstudie kiezen. Studiejaren met voldoende studiefinanciering worden schaarser en als scholier kan men zich haast geen verkeerde opleidingskeuze permitteren. Opleidingsmogelijkheden zijn divers, uitgebreid, gefragmenteerd en versnipperd. Het maken van een goede keuze is daarom voor veel eindexamenstudenten moeilijk. Ook arbeidsvormen en arbeidsmogelijkheden veranderen, - lange arbeidscontracten worden steeds minder vanzelfsprekend en men doet veel aan Flexwerken en ‘baanhoppen’. Het nieuwe werken - thuiswerken - wordt steeds meer een standaard werkvorm in de samenleving. Werknemers moeten hun tijd zelf indelen en kunnen ‘multi-tasken’, initiatief tonen en innovatiever te werk gaan. We leven daarbij in een kennis -maatschappij, kennis is overal en altijd opvraagbaar. Jongeren van nu moeten voorbereid worden en inzicht krijgen in deze nieuwe werkvormen,

vooral om een goede afweging te kunnen maken voor een vervolgopleiding. Door de veelzijdigheid van de Fascinatie Module met kerndoelen; (leer)vrijheid, individuele ontwikkeling en verantwoordelijkheid - bieden we de deelnemers een beter inzicht in de digitaliserende samenleving. Taggen Nu, en in de toekomst in de samenleving praat je niet meer over wie ben ik, maar wie ‘zijn’ ik. Je bevindt je namelijk steeds in andere situaties waardoor je ‘identiteit’ anders wordt. Welke rol neem je in op welke plek, dat wordt het criterium. Je kunt niet meer praten over de leerlingen, je kan mensen veel meer en beter specificeren a.d.h.v. tags (labels). Binnen fascinatie onderwijs spreken we dan ook van deelnemers. Tagging kan duidelijk maken dat een student op een bepaald moment een bepaald leerdoel heeft waar hij onderwijs voor wilt. Door het creëren van een (zo uitgebreid mogelijk) profiel kun je veel beter gerichte leergroepen samenstellen dan in het klassensysteem dat we op dit moment hanteren. Andere leerdoelen, andere tags. De groep werkt zo veel effectiever en dynamischer.


Wie doet wat? De deelnemer Van een deelnemer wordt in de fascinatiemodule veel verwacht; • het vinden van een eigen fascinatie • het vaststellen van eigen leerdoelen en het behalen van deadlines. • het overschrijden van drempels • zelfstandig werken en samenwerken • kennis opnemen en delen • het aanleren van nieuwe technieken • het beheren van een eigen agenda met de bijbehorende afspraken • het onderhouden en creëren van eigen netwerken • het geven van presentaties • het analyseren en evalueren van zijn of haar eigen processen Door dit grote pakket aan eisen is de fascinatiemodule misschien op het eerste gezicht niet voor iedereen weggelegd. Toch denken wij dat de deelnemers deze leergebieden allemaal zullen tegenkomen in de wereld buiten school en dat het dus eigenlijk ideaal is om een omgeving en een leerprogramma te creëren waar je de mogelijkheid krijgt om jezelf te trainen in deze vaardigheden. Misschien eerst in kleine stappen voordat je er aan toe bent om geheel zelfstandig een creatief proces te ondergaan.

De docent De docent zorgt ervoor dat de fascinatiemodule vanuit school goed georganiseerd is en zorgt er dus voor dat; • er een intake plaats vind met de deelnemers • dat de modulegroepen ingedeeld worden mbv databasegegevens • dat de agenda van de module beheert wordt (met bijeenkomsten, presentaties en deadlines) • dat de digitale en mobiele leeromgevingen opgestart en beheert worden Voor alle leeromgevingen is hij de moderator en zorgt er dus voor dat er zo min mogelijk ruis in ontstaat door duidelijke regels en richtlijnen te stellen voor de gebruikers van deze omgevingen. • De docent zorgt ervoor dat de fascinatie module goed gebrieft wordt en geeft theoretische lessen die aan de werkprocessen gekoppeld zijn. • De docent zorgt ervoor dat er gastlessen gegeven worden door professionals van buiten de school. In persoonlijke gesprekken met deelnemers coacht de docent de deelnemers en zorgt ervoor dat ze niet stil blijven staan in hun fascinatieproces en zorgt dat de deelnemers bewust blijven van hun eigen leerproces. • De docent zorgt ervoor dat er voldoende input en feedback gegeven wordt in de mobiele en digitale leeromgevingen. Naast het geven van uitleg en het coachen van de deelnemers is de docent ook verantwoordelijk voor de beoordeling van de fascinatiemodule. • De docent zorgt er dus voor dat de beoordelingscriteria duidelijk zijn voor de deelnemers en dat de deelnemers duidelijk beoordeelt worden op hun persoonlijke groei in de werkprocessen.

De Instructeur • De instructeur zorgt ervoor dat de basistechnieken (zowel analoog als digitaal) aan de deelnemers worden uitgelegd die gebruikt worden in de creatieve processen. • Naast het geven van eigen instructies geeft de instructeur de deelnemers aan waar ze meer kennis vandaan kunnen halen over de verfijning van bepaalde technieken. • De instructeur geeft feedback op de creatieve processen van de deelnemers. Mede deelnemers • De mede deelnemers vormen samen modulegroepen. • In de fascinatie module is het van belang dat de deelnemers elkaar te vertrouwen, te steunen, te inspireren, te helpen, te coachen, te helpen om hordes te nemen en proberen elkaar naar een hoger plan te tillen. • Bij de bijeenkomsten op de schoolcontact kom je fysiek als groep samen en is er ruimte om naar elkaar te luisteren, te discussiëren en samen aan creatieve producten te werken. • Hiernaast ben je als deelnemer ook onderdeel van een digitale virtuele groep waarin dezelfde dingen belangrijk zijn als in de fysieke groep.

• Het zou fantastisch zijn om zo nu en dan professionals presentaties te laten geven in de schoolomgeving om meerdere deelnemers tegelijkertijd te informeren en te motiveren. Online communities In de hedendaagse online netwerken kun je als deelnemer kennis halen en de meest uiteenlopende vragen beantwoord krijgen. Zoals bijvoorbeeld; vragen over specifieke computervaardigheden, sites met nieuwe inspiratiebronnen op creatief gebied, mensen van ver buiten je fysieke bereik waarmee je kunt samenwerken en uitwisselen, en de mogelijkheid om feedback te krijgen van internationale professionals uit alle windstreken. De duizenden creatieve blogs en netwerksites bieden een enorm potentieel aan educatieve mogelijkheden waarbij je als deelnemer, dus naast begeleiders uit je naaste omgeving, duizenden extra leermeesters kunt aanstellen en zelf ook anderen lerenden kunt inspireren en verder op weg kunt helpen!

Externe professionals • Van externe professionals wordt verwacht dat ze hun praktische ervaringen delen met de deelnemers. • Door de ‘echte’ wereld van dichtbij te verkennen kunnen de deelnemers ervaren hoe de professionele wereld in elkaar steekt • De professionals zijn rolmodellen en inspiratiebron om studenten meer te laten bereiken met hun eigen werkprocessen. De professionals zouden contact kunnen blijven onderhouden met de deelnemers om te kijken hoe de deelnemers vorderen in hun processen.


Doelstelling persoonlijke fascinatie VOORBEELD CASE; Een deelnemer is gefascineerd door mode en ontwerpen. Hij vind dat hij geen skills heeft om ontwerper te worden, maar om toch met mode bezig te zijn lijkt het de deelnemer perfect om een herenmodezaak te runnen. De ingeslagen fascinatie is voor de deelnemer een vervelende openbaring; het regelen van de administratie, inkopen van partijen kleding en het aannemen en ontslaan van personeel het is allemaal niet echt zijn ding. Maar! Tijdens het proces heeft hij ook gesproken met een ontwerper in opleiding. Deze ontwerper liet hem een kleine ontwerp- opdracht zien die hij tijdens zijn opleiding kreeg. De ontwerper vroeg de deelnemer om deze opdracht ook eens uit te voeren, en wat bleek, dat ging hem tot zijn verbazing goed af. De ontwerper was lovend over het resultaat en adviseerde hem er absoluut mee verder te gaan. De deelnemer eindigt met een gloed nieuwe fascinatie namelijk; kleding ontwerpen voor een beroemd Nederlands ontwerp duo!

Nabeschouwing CASE Uit de beschreven CASE zie je dat het kan voorkomen dat het behaalde doel van de fascinatie niet de bevrediging geeft waar de deelnemer in eerste instantie naar zocht. De omgeving waarin een deelnemer zich bevond (de omgeving van zijn begin fascinatie) had een zeer grote invloed heeft op zijn beleving. Iets wat vooraf binnen de schoolmuren geweldig leek, sloeg ineens totaal om en veranderde naar een nieuwe fascinatie. De doelstellingen van een deelnemer kunnen en mogen veranderen naargelang het proces. Er wordt van de deelnemer niet verwacht dat hij of zij zijn of haar leerdoelstellingen van te voren compleet kan overzien. De deelnemer wordt uiteindelijk beoordeelt op de resultaten van zijn of haar doelstellingen door een overzicht te tonen van zijn of haar proces. In dit proces kun je dus van richting veranderen mits je dit maar wel kunt verklaren en kunt plaatsen in je eigen ontwikkeling. Hoe kom je tot een doelstelling binnen je fascinatie? • Door research: d.m.v. gesprekken met je docent, medegroepsleden en gericht zoeken op internet ontdek je mogelijkheden waar je kennis zou kunnen vinden over modewinkels, een ontwerpers. Of de stad inlopen en gaan kijken in modewinkel en eventueel al iemand aan spreken. Vervolgens kun je met al je materiaal een plan van aanpak opstellen zoals in de VOORBEELD CASE: • Je wilt een modelwinkel benaderen, maar waarom juist deze? • Je wilt een interview doen: wat wil ik nu graag weten en van wie? van de eigenaar, van een medewerker, of wellicht van allemaal? • Stel vragen op voor je interview, maar stuur daarbij aan

op een helder doel bijvoorbeeld; kan ik eens een dag meedraaien in uw modewinkel? • Ga je een interview opnemen met beeld en geluid? of alleen geluid? En waarom? Wat wil uiteindelijk gaan tonen als eindproduct? Heb je daar al een idee over? Je kan ook eerst vrienden op Facebook worden van de winkel. Doelstellingen deelnemer • Je talent ontwikkelen, kennis vergroten van je talent, talent toepassen, iets kunnen doen met je talent • Meer duidelijkheid voor jezelf creëren: Wat zou ik na de middelbare school kunnen gaan doen • Zelfstandig kunnen en mogen werken • Contacten leren maken en deze vervolgens onderhouden • Leren wat je zelf zou willen leren • Leuke tijd hebben en de wereld ontdekken • Plezier van de module Resultaten delen met Social Media • Van het zoeken naar contactgegevens, namen, adressen, voorbereidingen, afspraken en resultaten van zoekacties via internet, interview vragen, de interviews, foto’s, video etc moet de deelnemer uploaden op zijn eigen digitale profiel van social media Yammer/Facebook. Vervolgens ontstaat er naar gelang van tijd een tijdlijn met alle individuele ondernemingen en de resultaten daarvan kunnen docenten ten allen tijde inzien. Door deze tijdlijn wordt je proces zichtbaar en beoordeelbaar. • De deelnemer wordt geacht een eigen agenda/logboek/ planning (digitaal) te bepalen en bij te houden, deze agenda is gekoppeld aan je tijdlijn en (online) portfolio en is openbaar voor de coaches.

Doelstellingen school – docenten, instructeurs en bestuur De deelnemer: • Leert content te produceren zoals: interviews, audiovisueel, bloggen, fotograferen, apps/website’s en sociale media kunnen gebruiken: mediawijs worden. • Ontwikkelt (digitale en analoge) skills, technische vaardigheden - werken met software/apps, maar ook storyboard tekenen, perspectief tekenen etc. • Leert te kijken door de ogen van een professional • Doet basiskennis op van kunst en cultuur – mbt theoretische onderbouwing het fascinatiedoel • Leert creatief en innovatief denken en handelen • Krijgt een goed beeld van de creatieve wereld en ervaart waar creativiteit een belangrijke rol kan innemen binnen onze samenleving De communicatie en cohesie tussen bestuur, instructeurs en andere docenten van de school zijn erg belangrijk in de FM. De FM heeft een goede kans van slagen als er ‘een arena’ van mogelijkheden op de school voorhanden zijn: • Een grote werkruimte met de laatste hightech en mensen die je verder kunnen helpen in je creatieve processen • Videocamera’s en fotocamera’s kunnen huren voor langere periode, ook tijdens vakanties • Internet toegang in de hele school, vooral WIFI spots zijn zeer belangrijk. • Een presentatie en ontmoetingsruimte met digitale presentatie mogelijkheden en ruimte om je producten aan de andere deelnemers te showen.


Implementatie van 3.0 Om te voldoen aan de nieuwe 3.0 uitgangspunten is het belangrijk om het onderwijs fundamenteel te vernieuwen. De belangrijkste factoren zijn hierin; • Toepassen van techniek om meer ‘tailormade’ onderwijs aan te bieden. • Zorgen voor een bredere netwerkomgeving waar informatie wordt uitgewisseld. • En het dynamischer maken van de leeromgeving. Hier volgen een paar mogelijke oplossingen om kunst en cultuur onderwijs te vernieuwen. Intake gesprek In de fascinatiemodule willen we gaan werken met een uitgebreid intake gesprek. Dit intake gesprek (één op één gesprek tussen deelnemer en docent) heeft als doel om een zo goed mogelijk profiel te kunnen schetsen van de deelnemer. Wij geloven dat een één op één gesprek de beste manier is om gefilterde bruikbare informatie te verzamelen over de deelnemers. In een persoonlijk vraag gesprek kan je doorvragen om een volledig beeld te krijgen van de mogelijkheden van een deelnemer. Onderwerpen die in het gesprek naar voren komen zijn; • De culturele voorkennis (hedendaags en geschiedenis) • De creatieve vaardigheden ‘skills’ van de deelnemer (analoog en digitaal) • De culturele ‘footprint’ van de deelnemer (aan welke culturele activiteiten doet de deelnemer actief mee)

• Persoonlijke fascinaties van de deelnemer (in welke zaken is de deelnemer geïnteresseerd?) • Persoonlijke leerdoelen van de deelnemer • De mogelijkheden en moeilijkheden van de deelnemer • De persoonlijke leerstijl van de deelnemer Digitale profilering Het digitaal profiel is een belangrijke ‘tool’ binnen de fascinatiemodule omdat het voor docent en deelnemer inzichtelijk maakt wat de vorderingen zijn van de deelnemer. De informatie die wordt verzameld in het intake gesprek wordt automatisch opgeslagen in een database. Vanuit de database wordt een digitaal profiel gecreërd wat bij te houden is via een webbrowser. Het digitale profiel is te bekijken door de deelnemer,docenten en instructeurs. Een vereenvoudigde versie is door alle gebruikers te bekijken. Een digitaal profiel is een belangrijke informatiebron voor de volgende vragen; • Op welke punten is de deelnemer vooruit gegaan en wat zijn de onderdelen waar nog wat harder aan gewerkt moet worden? • Wat zijn de interessegebieden waarin de deelnemer extra gestimuleerd kan worden? (belangrijk om tot de juiste begin fascinatie te komen van waaruit de deelnemer start!) • Wat zijn de valkuilen van de student en hoe kan hij het best getraind worden om hier een antwoord op te vinden? • Welke ‘skills’ ontwikkeld de deelnemer? • Worden de vooraf bepaalde leerdoelen bereikt? Verschillende leeromgevingen Leren doe je niet alleen op school maar ook thuis, op straat met vrienden en op praktijklocaties. Om zo breed mogelijk toegang te bieden tot leren vinden wij dat je zou moeten werken met drie leeromgevingen namelijk; de schoolomge-

ving, een digitale leeromgeving en een mobiele leeromgeving. De Schoolomgeving • De schoolomgeving is een ontmoetingsplaats waar interactie plaats vindt tussen deelnemers, docenten / instructeurs en gasten van buiten de school. • De schoolomgeving is een plaats waar je in een theorielokaal theorielessen volgt die je voorbereiden op je eigen werkprocessen. • Een plaats waar je kunt luisteren en kijken naar presentaties van andere deelnemers. • De schoolomgeving is een rustige plek waar je geconcentreerd informatie kunt opzoeken en kunt verwerken. • Hiernaast biedt de schoolomgeving de faciliteiten om zeer gevarieerde creatieve producten te kunnen vervaardigen met als je het nodig hebt een instructie over een nieuwe techniek. De digitale leeromgeving • Op de digitale leeromgeving kunnen deelnemers hun eigen werkprocessen bijhouden en bekijken. • De digitale leeromgeving biedt de mogelijkheid om de portfolio’s van andere deelnemers te bekijken. • Het is een bron van informatie over creatieve technieken, inspiratiebronnen en biedt verdieping voor je eigen fascinatie. • De digitale leeromgeving zorgt ervoor dat je up-to-date bent met je schoolse en buitenschoolse afspraken en deadlines. • Het biedt docenten de kans om op elk moment te reageren op het werk van deelnemers. • De digitale leeromgeving is waar dan ook ter wereld toegankelijk en 24 uur per dag toegankelijk. De digitale leeromgeving is niet alleen interessant voor deelnemers en docenten maar ook voor de buiten wereld die mee kan

denken met ideeën en hier zelf de nodige inspiratie uit kan halen. De mobiele omgeving De mobiele leeromgeving zorgt ervoor dat je je leeromgeving altijd bij je hebt. Als je waar dan ook iets tegen komt wat je interesseert biedt de digitale leeromgeving je de mogelijkheid om deze gebeurtenis vast te leggen, te omschrijven (taggen) en te delen met anderen. Via een social media applicatie (facebook, yammer) heb je de mogelijkheid om te lezen en kijken waar andere deelnemers mee bezig zijn. En je krijgt meteen de feedback, extra informatie en stimulans die je op dat moment als deelnemer nodig hebt. Ook docenten krijgen door de mobiele omgeving een goed beeld van de actieve werkprocessen van zijn of haar deelnemers. Modulair systeem We willen gaan werken met een modulair systeem wat direct gebruik maakt van de gegevens uit de deelnemers database. Door gebruik te maken van de database gegevens is het mogelijk om module groepen samen te stellen dmv matching. Op deze manier kun je deelnemers samen brengen in een groep deelnemers met dezelfde leerbehoefte op dat specifieke moment. Je kunt per module bepalen voor welke deelnemers de module geschikt is en naar aanleiding van die criteria’s de module ‘tailor made’ aanbieden. Met een modulair systeem is het mogelijk om te werken met basismodules voor kunsttheoretische onderdelen en basistechnieken en keuzemodules voor de verdieping bij de deelnemers. Bij de keuzemodules kun je veel meer variëren in techniek en onderwerpkeuze naast dat de modules geschikt gemaakt kunnen worden voor verschillende leerdoelen; theoretische verdieping, praktische modules, modules waarin samenwerken belangrijker is.


Werk en ontwikkelingsprocessen Vaststellen leerdoelen eigen fascinatie: • Wat is daarin belangrijk voor jou als deelnemer? • Hoe leer jij het beste? • Gebruik je graag enkel tekst door een blog te schrijven? • Werk je graag met foto’s, apps of film je liever? Gedurende het proces van de fascinatie module is de deelnemer actief bezig vorm te geven aan zijn fascinatie en zijn gestelde fascinatiedoel. Hoe hij dat doet daarin is hij volledig vrij. Twee ‘kennisvormen’ zijn belangrijk: praktische en theoretische kennis. Bij leren auto rijden is dat duidelijk aan te tonen: de theorie is - hoe gedraag je je in het verkeer en de regels van het verkeer, - de praktijk is hoe bestuur je een auto. Een 3D softwarepakket leren op de computer bestaat ook uit twee delen: je moet de taal en (vak)termen van het programma leren begrijpen en je moet je creativiteit ontwikkelen om oplossingen te bedenken en toe te passen bij het ontwerpen van 3D vormen. Meestal gaat het aanleren van beiden, de theorie en de praktijk samen. Om iets goed te beheersen moet er een balans tussen beide kennisvormen zijn. Vaststellen leerdoelen door docenten en school Tijdens het leerproces naar het fascinatiedoel moet elke deelnemer basis leerdoelen behalen. Deze leerdoelen zijn deel theoretisch en deels praktisch en ondersteunen de professionaliteit van verslaglegging van hun fascinatiedoel op social media. De beheersing van de leerdoelen wordt getoetst door presentaties te geven en de resultaten te tonen van de individuele fascinatiedoelen.

De deelnemer moet de volgende aspecten beheersen: • Maken van een planning: Hoe deel je je eigen tijd in. Aan welke werkprocessen ga je werken? heb je nog afspraken staan? Je agenda bespreek je met je docent. • Werken aan een creatief product: Vanuit de beginfascinatie gaat een deelnemer werken aan een eigen creatief product. Het product kan kunstzinnig zijn of juist meer een connectie hebben met design. Het is van belang dat de deelnemer zich bewust wordt van het creatieve proces. • Interviewtechnieken zoals: vragen opstellen en houding, wat wil ik precies weten, hoe formuleer en stel ik een vraag, welke omgevingsaspecten zijn belangrijk tijdens het interview. Bedienen van een audio opname apparaat. • Interview uitwerken en publiceren: het verwerken van antwoorden in een bondig verslag van het interview of blog, het samenstellen van een lay-out met eventuele foto’s tot het uploaden van de content op social media. • Het werken met opname apparatuur: hoe bedien ik een video/ foto camera en memorecorder, aspecten over beeldkadrering en camerabeweging – juist afstellen van de audio/witbalans/filters tot het uitwerken van een idee tot storyboard. • Contact leggen met buitenwereld: weten waar je adressen en contactgegevens online kunt vinden. Tips en trucks voor een goede aanpak bij benadering van een ‘hooggeplaatst persoon’ die je graag wilt spreken. Onderhouden van het contact, adequaat afspraken kunnen maken en nakomen. Consequenties inzien van eigen handelen, vaak krijg je maar 1 kans. • Leren presentaties te geven aan de groep: welke content is belangrijk, hoe stel ik een PowerPoint samen en hoe werk je met Prezi presentaties. • Online content gebruiken: downloaden van video van internet/youtube, eenvoudige website maken met wordpress.com, werken met apps en overdracht van digtiale

content tussen verschillende mobiele apparaten zoals smartphones/tablet/smartboard/laptop. • Het overzetten van digitale content; vanaf je smartphone naar social media, evt. ook het converteren (omzetten) van bestanden. • Samenwerken met groepsgenoten; leren delen en gebruikmaken van elkaars expertise. Open en toegankelijke communicatie behouden met docenten en professionals • Research naar eigen fascinatie: gericht zoeken naar bruikbare informatie op internet, productief gebruik maken van zoekmachines op internet, inzetten van de direct omgeving – familie/vrienden. welke informatie is van belang – leren ‘schiften’ van je materiaal voordat je het upload naar social media. Bij het gebruik van een nieuw social netwerk zal men merken dat deelnemers het gebruik niet direct eigen maken en gaan gebruiken, je kan het immers niet altijd sturen. Je moet het de tijd geven en laten ontstaan, als een inktvlek kan het zich verspreiden. Dat proces versnelt als studenten weten wat er te vinden is over hun fascinatie en groepslessen. Je moet daarbij zorgen dat de kennis en informatie die je aanbied direct relevant is voor de deelnemers. Op die wijze creëer je een omgeving die uitnodigend is voor; deelnemers, coaches, docenten, bestuur en mensen van buitenaf. Belangrijke criteria bij het beoordelen van werken ontwikkelingsprocessen Van belang is dat de deelnemer stappen zet die hij ‘moeilijk’ vind of die nieuw voor hem zijn, want juist van deze stappen leert hij iets. Ook al zijn er vooraf vanuit de database en het digitaal profiel al module groepen samengesteld, er zullen altijd enkele wisselende niveaus in een groep zitten. De taak van de coach en instructeurs is om daar alert op te zijn en dit individueel aan te sturen. De docenten begeleiden,

rapporteren en evalueren de verplichte leerdoelen. De coaches behoren streng te zijn naar het resultaat, afgeraffelde en onzorgvuldige resultaten kunnen leiden tot een onvoldoende evaluatie. Het verloop van elk deelnemers proces moet strak worden gehouden en dient elke deelnemer zijn eigen vastgestelde fascinatie doel in acht to houden. Eindproducten Fascinatie Module Bij de afronding van de fascinatie module wordt er individueel met elke deelnemer bekeken hoe zijn proces verlopen is. Heeft de deelnemer alle vooropstelde leerdoelen behaald en is de kwaliteit daarvan voldoende. De persoonlijke timeline geeft daarin een duidelijk en helder overzicht. Vervolgens wordt er bekeken welke momenten of resultaten er uitspringen binnen het hele proces: ‘Waar ligt een belangrijk omslagpunt, op welk moment heb je de belangrijkste target behaald gezien je fascinatie doel? Is er een moment geweest waarin je als deelnemer realiseerde: ‘Yes, dit is wat ik wilde weten of nu heb ik een goed beeld gekregen waarnaar ik op zoek was’. Dat kan een heel interessant interview zijn, misschien enkel een quote van een professional, een bezoek, een gesprek, een foto, het kan ook zijn dat er iets anders totaal onverwachts op je pad kwam wat er voor jouw uitsprong. Naast dat de deelnemer inzicht krijgt in zijn eigen creatieve proces is het van belang dat hij of zij een fysiek creatief product presenteert om het proces ook tastbaar te maken. Waar leidt het creatieve proces naar toe? De creatieve producten zijn ook een goede graadmeter of de fascinatie voor een bepaald onderwerp gegroeid is en heeft geleid tot een passie!


Proces Timeline Het vastleggen van het creatieve denk en werkproces is een belangrijk onderdeel binnen de Fascinatie Module. Het overzichtelijk maken van je eigen creatieve proces zorgt ervoor dat je als deelnemer ook weer terug kunt kijken op je eigen proces ‘timeline’ en dus ook zodoende de mogelijkheid hebt om dit proces ook te analyseren. De ontwikkelingen op gebied van ‘social media’ kunnen hiervoor een handige ‘tool’ zijn.

Werken met ‘Social Media’ Voor jongeren van nu is ‘social media’ een belangrijk onderdeel van hun hedendaagse identiteit. Ze spenderen dagelijks uren aan posten van berichten, afbeeldingen en video’s. Ze zijn gewend om het leven wat ze leiden te beschrijven en te delen. Daarom is het gebruik van ‘social media’ als Facebook. com en Yammer.com zo goed te gebruiken in de procesbeschrijving van de fascinatie module. Bijna elke deelnemer is in het bezit van een ‘smartphone’ met directe toegang tot ‘social media’ en andere tools. Deze smartphones zijn meestal uitgerust met een camera die zeer bruikbaar is voor het fotograferen of filmen van een gebeurtenis in de fascinatiemodule en je kunt zeer gemakkelijk een begeleidende/verklarende tekst toevoegen aan een portfolio item. Applicaties als facebook en yammer zorgen er automatisch voor dat je een zogenaamde ‘timeline’ aanmaakt. Alle gebeurtenissen waar je als deelnemer over bericht komen gerangschikt op datum onder elkaar te staan. In de ‘timeline’ kunnen deel-nemers ook de vorderingen uit hun actieve werkprocessen posten door bijvoorbeeld een youtube upload of een document uit google docs te posten in de timeline. Het ‘unique selling point’ om ‘social media’ te gebruiken is dat jongeren het gewoon erg leuk vinden om met deze applicaties te werken dus waarom dan ook niet voor school! Bijhouden werkprocessen / invoeren portfolio items • Het is van belang om goede afspraken te maken met de deelnemers van hoe of wat ze moeten bijhouden op hun eigen persoonlijke ‘timeline’ • Ook moet er onderscheid zijn tussen zakelijk en persoonlijk gebruik van ‘social media’. Deelnemers hebben vaak al genoeg mogelijkheden om hun persoonlijke sores met elkaar te delen.

• De ‘timeline’ die we voor de fascinatiemodule gaan gebruiken moet overzichtelijk en doelgericht blijven. • Een ander element wat belangrijk is voor het gebruik van de ‘timeline’ is een duidelijke algemene gestandaardiseerde richtlijn voor het gebruik van andere applicaties.

• Daarnaast is het voor een docent een makkelijke tool om het overzicht te bewaren over de modulegroep en dat hij of zij gemakkelijk over informatie kan beschikken over de specifieke deelnemers als afspraken niet nagekomen worden.

Denk hierbij aan dat alle video’s gepost moeten worden vanuit vimeo/youtube. Dat tekstdocumenten te bekijken en bewerken zijn vanuit GoogleDocs en dat je afbeeldingen met een vooraf bepaalde resolutie moet posten in je eigen afbeeldingen gedeelte in facebook/yammer. Tevens is het van belang dat er afspraken worden gemaakt over de manier waarop een deelnemer een portfolio ‘tagged’ om er zodoende ook voor te zorgen dat de informatie goed te vinden en dus makkelijk uit te wisselen is!

Presentatie/evaluatie timeline Een procesomschrijving in facebook/yammer geeft een ideaal overzicht van het proces dat een deelnemer heeft doorlopen in de fascinatiemodule; • Je kunt zien hoe de deelnemer aan informatie is gekomen, welke technieken de deelnemer heeft geleerd • welke mensen hij of zij geïnterviewd heeft • wat de vorderingen zijn die hij of zij binnen zijn of haar eigen creatieve proces heeft gemaakt • en hoe hij of zij het proces ervaren heeft

Uitwisselen gegevens Doordat je als modulegroep (deelnemers en docenten) gelinkt bent vanuit de applicatie is het dus mogelijk om elkaars processen in te zien. Je houdt de groep op de hoogte van je eigen ontwikkelingen, problemen, mensen die je gesproken hebt, interessante links die je gevonden hebt, elkaar ‘tips and tricks’ geven en de creatieve producten die je post in je portfolio. Je kunt vrijwel direct feedback krijgen van je docent op je werkprocessen en elkaar direct stimuleren om bepaalde drempels over te gaan. Informatie en organisatie In een ‘social media’ groep is heel gemakkelijk om concrete informatie uit te wisselen zoals; • data van bijeenkomsten met je modulegroep • een planning voor de presentaties • tijden waarop de theoretische lessen gegeven worden en of je daarbij aanwezig zult zijn ja of nee.

Door de ‘timeline’ die de applicatie automatisch genereert is het erg gemakkelijk om in 1 druk op de knop een gehele werkproces van de fascinatiemodule. • Wat waren ‘the key moments’ binnen zijn of haar proces? • Door dit overzicht is het voor de deelnemer zelf ook makkelijk om zijn of haar eigen proces te kunnen evalueren. • Het geeft de deelnemer een ‘helikopter overzicht’ van zijn of haar eigen fascinatie en hoe deze in het jaar is gegroeid tot een nieuwe vorm de zogenaamde eindfascinatie. Belangrijk is dat een deelnemer duidelijke criteria en werkwijze aangeleverd krijgt om een zo goed mogelijke evaluatie te kunnen maken van het proces.


Theoretische ondersteuning De rol van de docent is vooral gericht op het coachen van de student en de student te stimuleren om zoveel mogelijk uit zijn leertraject binnen de fascinatie module te halen. Daarnaast geeft de docent en ook de instructeur bij contact momenten in de klas de nodige theoretische input die ook online in een database wordt opgeslagen: informatie zoals - ‘ hoe leg ik contact met een onbekende professional voor een interview? - hoe onderhoudt ik dit contact? - hoe kan ik duidelijke afspraken maken? - waar vind ik goede bronnen voor mijn onderzoek? - wat zijn handige tools of tutorials/ forums op het internet? Naast het begeleiden tijdens de contacturen en groepslessen is de docent tevens een onderdeel van de digitale – social media groep Yammer die de deelnemers voor hun werkproces gebruiken. De docent is ook de “administrator” van deze digitale leeromgeving. Het digitale aspect van fascinatie onderwijs is tweeledig, de docent en de deelnemers leren social media gebruiken en effectief in te zetten binnen de FM.

De docenten bied aan en neemt waar: • Feedback op voortgang en resultaat • Begeleiden naar de ontdekking van een fascinatie, niet iedereen heeft zomaar een fascinatie voorhanden. Waar houdt iemand zich mee bezig, ook al is dat aan de oppervlakte. Binnen een ‘socratisch’ gesprek kun je de deelnemer bij de hand nemen in zijn interesses onder die oppervlakte • Begeleiding bij het kiezen van een fascinatie. Fascinatie kiezen vereist een analytisch inzicht van de deelnemer. Niet iedereen heeft deze houding. • Vertrouwen: elke deelnemer wordt gewaardeerd in zijn keuze van fascinatie, ook al is het een ongebruikelijke of vreemde fascinatie. Een fascinatie is zeer persoonsverbonden en kan dus ook gevoelige emoties oproepen • Bewust zijn dat elke deelnemer anders is en een eigen uniek proces volgt, elke deelnemer werkt en denkt anders. • Advies als een deelnemer iets kiest waar hij geen theoretische of praktische kennis van heeft. Het lijkt hem fantastisch om datgene te leren, dan is het vereist om vooraf goed te analyseren wat de deelnemer aan basiskennis moet beheersen om überhaupt te kunnen starten met zijn fascinatiedoel. • Coacht de student stimuleert hem om zoveel mogelijk uit zijn leertraject te halen • Adviseert de deelnemer zowel individueel als binnen de module groep nieuwe stappen en geeft waar nodig • Bijeenkomsten module groep en docent De docent stelt samen met de module groep: • Deadlines vast in agenda’s voor het inleveren van behaalde resultaten. • Geeft theoretische ondersteuning en leert technieken aan en zelf laten uitproberen, met bijvoorbeeld vragen als; - Hoe leg ik contact met een onbekende professional voor een interview?

- Hoe onderhoudt ik dit contact? - Hoe kan ik duidelijke afspraken maken? - Waar vind ik goede bronnen voor mijn onderzoek? - Wat zijn handige tools of tutorials/ forums op het internet? - Hoe stel ik interviewvragen op? - Hoe gebruik ik social media met content zoals fotografie en audiovisuele media? - Welke apps kan je gebruiken en hoe werken ze? • Stuurt, plant en geeft ruimte aan voor presentaties van professionals uit het werkveld • Hoe geef ik een presentatie, war let ik op en hoe presenteer ik een helder verhaal? • De docent ondersteund de social media groep die de deelnemers voor hun werkproces gebruiken, de docent is de “administrator” van deze digitale leeromgeving en heeft ten allen tijde inzage en kan via social media direct ondersteuning geven. Alle theoretische informatie die de docent geeft wordt online in een database opgeslagen en is toegankelijk voor alle deelnemers en modulegroepen

• De groepsbijeenkomsten en de presentaties zijn uiteraard toegespitst op de gekozen fascinaties vanuit de desbetreffende module groep. De insteek van de presentaties van een professional is dat zij starten vanuit hun eigen succesverhaal. Theoretische uitleg door professionals Professionals uit het werkveld zoals, journalist, fotograaf, filmer, columnist etc. geven workshops over hun expertise: • Deelnemers krijgen inhoudelijke en toepasbare uitleg van technieken uit het dagelijkse werk van de professional; - Hoe stel je goede vragen op voor een interview? - Hoe film je iets op een professionele wijze? - Hoe krijg ik de directeur van een bedrijf te spreken? - Hoe geef je een goede presentatie, waar moet ik op letten? - Hoe houdt ik mijn digitale proces bij op social media, wat is daarin bruikbaar en wat niet? Naast succesverhalen van professionals en coaches is er ook ruimte om juist over ‘gemiste’ kansen - of gefaalde mogelijkheden te spreken. Van je fouten leer je soms veel meer.

Groepsbijeenkomsten met docent en professional: • Groepsbijeenkomsten zijn bedoeld om presentaties te geven van zowel deelnemers als professionals uit het werkveld. • Professionals die, oftewel door coaches oftewel door deelnemers zijn benaderd of voorgesteld. • Er vinden ook ‘verrassingen’ plaats door tijdens een bijeenkomst onaangekondigd een (bekende) professional een presentatie te laten geven. Zo creëer je bij de deelnemers een grotere noodzaak om bij bijeenkomsten aanwezig te zijn. Je wilt immers een bijeenkomst waar een BN’rs zoals Olcay Gulsen, Omar Munie of Roel van Velzen een presentatie geeft toch niet missen.


Relatie tot de kunstvakken Binnen het afstudeerkader van de docenten opleiding van de WDKA was de opgave dat we zelf een digitaal educatief product moesten ontwikkelen wat een aanvulling zou kunnen bieden aan het reeds bestaande aanbod van digitale educatieve producten in de kunstvakken. De door ons ontwikkelde Fascinatie Module is niet direct als kant en klaar onderwijsproduct te gebruiken. Om de module succesvol in te zetten is het belangrijk dat ook het educatieve grondsysteem van de kunstvakken vernieuwd wordt naar een modulair systeem, waarin de Fascinatie Module een keuzemodule kan worden. De keuzemodule is geschikt voor een zorgvuldig samengestelde groep deelnemers die de juiste capaciteiten bezitten om succesvol met de module aan de slag kunnen.

Maar waarom is de Fascinatie Module nou zo geschikt om te gebruiken binnen de kunstvakken? Hier volgen een aantal punten die duidelijk maken dat de Fascinatie Module zeer geschikt is om de kunstvakken op een nieuwe manier te onderwijzen. Eigenlijk is een andere aanpak onmisbaar om een snel veranderende culturele wereld te kunnen begrijpen en hier een rol in te gaan spelen. We worden meer en meer omringt door beeldcultuur. Daarnaast worden creatieve processen steeds belangrijker gevonden in het professionele leven.

Inkijk in de professionele wereld De fascinatie module geeft de deelnemer een ideale inkijk in de professionele kunst en design wereld. De deelnemer kan op zijn gemak hier eens rond kijken en checken of hij of zij hier verder iets mee zou willen doen.

Alle facetten van de beeldcultuur De werkprocessen binnen de Fascinatie Module bevatten alle facetten van onze hedendaagse beeldcultuur waarin de deelnemers zowel de rol aannemen van de aanschouwer als de rol van de producent van digitale en analoge creatieve uitingen.

Leren researchen In het creatieve proces is een grondig research nodig om tot een goed eindwerkstuk te komen. Wat wil je maken en waarom? Van welk soort materiaal? Hoe ga je het maken? Met welke techniek? Een gedegen onderzoek leert je om logische stappen te nemen in het creatieve proces. Deze onderzoeksfase komt uitgebreid terug in de fascinatie module.

Creatief proces Bij de kunstvakken is het creatieve proces een belangrijk aspect bij het tot stand komen van een creatief product. Een creatief product onstaat na een lang proces. Het is ooit begonnen met een hersenspinsel en mondt uiteindelijk uit in een eindproduct. In de fascinatie module ligt het zwaartepunt op het gehele proces van de deelnemer tijdens de module. De deelnemer ervaart dit proces en leert het proces te overzien en te evalueren.

Leren netwerken In de fascinatie module is het opbouwen van een netwerk een belangrijk onderdeel. Deze vaardigheden zijn ook in de kunst en designwereld van groot belang.

Individuele ontwikkeling De fascinatie module is gericht op de individuele ontwikkeling van de deelnemer. Binnen het kunstonderwijs is deze individuele ontwikkeling essentieel om origineel te kunnen zijn. Als je wilt uitblinken als kunstenaar of ontwerper moet je opvallen door jezelf ontwikkelde stijl of techniek of spring je eruit door net met die conceptuele oplossing te komen waar niemand aan gedacht had!

Motivatie Jezelf kunnen en blijven motiveren is in de kunst en ontwerp wereld één van de belangrijkste factoren of je succesvol wordt of niet. Je moet doorzettingsvermogen ontwikkelen om echt iets te bereiken in deze tak van sport. Binnen onze module leer je om gepassioneerd te raken in het onderwerp waar je in werkt.


Education must be forgotten, Fascination must be realised!

Recommend Documents