ECOLOGISCHE QUICKSCAN T.P.V. GRUTTOSTRAAT 2 E.O. TE BLEISWIJK
Opdrachtgever: Plaats:
Gemeente Lansingerland Berkel en Rodenrijs
Adviesbureau: Plaats:
VanderHelm Milieubeheer B.V. Berkel en Rodenrijs
Verantwoording
Projectcode:
Versie
Definitief
Datum
20 april 2012
Projectleider
Dhr. M.P.M. Verkade BSc
Kwaliteitscontrole
Mevr. drs. J.H. Beckers
Bedrijfsleider
Dhr. ing. E.L. van den Bosch
LABL120017
INHOUDSOPGAVE COLOFON .....................................................................................................................................................3 1. INLEIDING ................................................................................................................................................4 1.1 AANLEIDING ...........................................................................................................................................4 1.2 DOELSTELLING .......................................................................................................................................4 1.3 DESKUNDIGHEID .....................................................................................................................................4 1.4 VOLLEDIGHEID ONDERZOEK ....................................................................................................................4 1.5 KWALITEITSBORGING ..............................................................................................................................5 1.6 VERANTWOORDING.................................................................................................................................5 2. WETTELIJKE EN BESTUURLIJKE KADERS NATUURBESCHERMING .............................................6 2.1 GEBIEDSBESCHERMING ..........................................................................................................................6 2.2 SOORTENBESCHERMING .........................................................................................................................6 2.3 RODE LIJSTEN ........................................................................................................................................7 3. OMSCHRIJVING PROJECTGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING .....................................9 3.1 HUIDIGE SITUATIE ...................................................................................................................................9 3.2 TOEKOMSTIGE SITUATIE ....................................................................................................................... 10 3.3 W ERKZAAMHEDEN T.B.V. DE TOEKOMSTIGE SITUATIE............................................................................. 10 4. BUREAUONDERZOEK ......................................................................................................................... 11 4.1 METHODIEK......................................................................................................................................... 11 4.2 RESULTATEN ....................................................................................................................................... 11 5. VELDONDERZOEK ............................................................................................................................... 14 5.1 METHODIEK......................................................................................................................................... 14 5.2 LOGBOEK ............................................................................................................................................ 14 5.3 RESULTATEN ....................................................................................................................................... 14 6. INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN ................................................................................ 16 6.1 GEBIEDSBESCHERMING ....................................................................................................................... 16 6.2 SOORTENBESCHERMING ...................................................................................................................... 16 7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN.................................................................................................. 18 7.1 CONCLUSIES ....................................................................................................................................... 18 7.2 AANBEVELINGEN ................................................................................................................................. 18 REFERENTIELIJST ................................................................................................................................... 19
BIJLAGEN: 1. REGIONALE SITUATIEKAART PROJECTGEBIED 2. LOKALE SITUATIEKAART PROJECTGEBIED 3. ONDERZOEKSLOCATIE 4. HUIDIGE SITUATIE PROJECTGEBIED 5. TOEKOMSTIGE SITUATIE PROJECTGEBIED 6. FOTO’S TER PLAATSE
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
COLOFON Titel:
Ecologische quickscan ter plaate van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk
Projectcode: Uitgifte rapport: Status: Versie:
LABL120017 20 april 2012 Definitief 2.0
Opdrachtgever:
Gemeente Lansingerland Afdeling Projecten Mevrouw R. Frantzen Postbus 1 2650 AA BERKEL EN RODENRIJS
Adviesbureau:
VanderHelm Milieubeheer B.V. Nobelsingel 2 2652 XA BERKEL EN RODENRIJS Telefoon: (010) 249 24 60 Fax: (010) 249 24 70 E-mail:
[email protected] Internet: www.vdhelm.nl
Foto’s: Auteur(s):
F.V. van der Lans De heer drs. F.V. van der Lans Adviseur Ecologie De heer M.P.M. Verkade BSc Projectleider Ecologie Mevrouw drs. J.H. Beckers Teamleider Ecologie De heer ing. E.L. van den Bosch Bedrijfsleider
Projectleider: Kwaliteitscontrole: Vrijgave:
©
De heer M.P.M. Verkade BSc Projectleider Ecologie
VanderHelm Milieubeheer B.V.
Dit rapport mag na kennisgeving uitsluitend in haar geheel worden vermenigvuldigd of aan derden worden verstrekt. Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
3
1. INLEIDING VanderHelm Milieubeheer B.V. te Berkel en Rodenrijs heeft van mevrouw R. Frantzen, namens gemeente Lansingerland - afdeling Projecten, opdracht gekregen voor het uitvoeren van een ecologische quickscan ter plaatse van de Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk. 1.1 AANLEIDING Aanleiding tot deze ecologische quickscan zijn de geplande werkzaamheden binnen het projectgebied die mogelijk een nadelige invloed hebben op aanwezige (beschermde) soorten flora en fauna. Vanwege het verstorende karakter van de werkzaamheden op de aanwezige natuur, wordt de initiatiefnemer van het project gehouden aan de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Deze wetgevingen verplichten de initiatiefnemer om de natuurwaarden binnen het gebied in kaart te brengen. Hierbij dient te worden onderzocht of aanwezige beschermde habitats en beschermde soorten flora en fauna nadelig worden beïnvloed door de werkzaamheden. 1.2 DOELSTELLING Doel van deze ecologische quickscan is meerledig, namelijk: • het verkrijgen van inzicht betreffende de aanwezigheid van beschermde natuurgebieden in of nabij het projectgebied. Door de bureaustudie wordt vastgesteld of een negatief effect verwacht wordt op eventueel aanwezige beschermde natuurgebieden; • het verkrijgen van inzicht betreffende de aanwezigheid van beschermde flora- en faunasoorten in of nabij het projectgebied. Door de bureaustudie en het veldbezoek worden aanwijzingen verkregen voor de te verwachten soorten binnen het projectgebied en worden soorten vastgesteld. 1.3 DESKUNDIGHEID De medewerkers van de afdeling Ecologie van VanderHelm Milieubeheer B.V. voldoen aan tenminste één van de door het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie genoemde voorwaarden en zijn daarmee gekwalificeerd als deskundige, zie box 1. Box 1: Deskundigheid (Bron: Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie) Het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: ▪ op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of ▪ op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of ▪ als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of ▪ zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals de Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied); en/of ▪ zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of soortenbescherming.
1.4 VOLLEDIGHEID ONDERZOEK Weliswaar wordt naar een zo groot mogelijke representativiteit van het onderzoek gestreefd, maar men dient er rekening mee te houden dat het een ecologisch onderzoek betreft naar de aanwezige beschermde habitats en beschermde flora en fauna. Het onderzoek en gebaseerd is op een bureaustudie en een éénmalig veldbezoek. Voor een volledige inventarisatie van alle aanwezige flora en fauna ter plaatse van het projectgebied dient een inventarisatie over een langere periode te worden uitgevoerd.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
4
1.5 KWALITEITSBORGING VanderHelm Milieubeheer B.V. is lid van het ‘Netwerk Groene Bureaus (NGB) - Brancheorganisatie voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging’. De werkzaamheden die door VanderHelm Milieubeheer B.V. worden uitgevoerd, zijn gebaseerd op het door de NGB vastgestelde gedragscode (versie juni 2008, aangevuld in februari 2010). VanderHelm Milieubeheer B.V. is VCA** (versie 2008/05) gecertificeerd. Onderhavig project is uitgevoerd in overeenstemming met het kwaliteitssysteem van VanderHelm Milieubeheer B.V. Dit kwaliteitssysteem is door Lloyd’s Register Quality Assurance gecertificeerd conform de norm ISO 9001:2008. 1.6 VERANTWOORDING VanderHelm Milieubeheer B.V. is een onafhankelijk adviesbureau en verklaart hierbij geen financiële of juridische belangen te hebben bij de uitkomst van het gevoerde onderzoek.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
5
2. WETTELIJKE EN BESTUURLIJKE KADERS NATUURBESCHERMING In Nederland loopt de bescherming van natuur via twee sporen. Enerzijds is er bescherming van natuurgebieden (gebiedsbescherming). Anderzijds is er de bescherming van soorten flora en fauna (soortenbescherming). In dit hoofdstuk wordt een korte beschrijving gegeven van de vigerende wet- en regelgeving in zake de Natuurbeschermingswet 1998, Ecologische Hoofdstructuur en de Flora- en faunawet. 2.1 GEBIEDSBESCHERMING 2.1.1 NATUURBESCHERMINGSWET 1998 De gebiedsbescherming is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 en de Nota Ruimte. Onder deze bescherming vallen de volgende gebiedsoorten: Natura 2000-gebieden (dit zijn gebieden die zijn aangewezen in het kader van de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn), Beschermde Natuurmonumenten en gebieden ter uitvoering van verdragen en andere internationale verplichtingen (zoals wetlands), worden ook beschermd op basis van de Natuurbeschermingswet 1998. De in dit rapport beschreven toetsing betreft het vaststellen of het projectgebied in of in de omgeving van een beschermd natuurgebied ligt en of er sprake is van een negatief effect op de beschermde natuurwaarden. Zo nee, dan is verder onderzoek niet nodig, zo ja, dan is een aanvullende toetsing nodig waarbij wordt vastgesteld of er sprake is van een negatief effect. 2.1.2 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR Het beschermingsregime voor gebieden die vallen onder de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vloeit voort uit het Natuurbeleidsplan uit 1991 en de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. Het is in de Nota Ruimte op nationaal niveau en vervolgens door de provincies op provinciaal niveau nader uitgewerkt. Bescherming van deze gebieden is op planologische basis en er wordt van uitgegaan van het "Nee, tenzij‟-regime en compensatiebeginsel. Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden. Daarom geldt in de EHS het "nee, tenzij‟regime. Indien een voorgenomen ingreep de "nee, tenzij‟-afweging met positief gevolg doorloopt kan de ingreep plaatsvinden, mits de eventuele nadelige gevolgen worden gemitigeerd en resterende schade wordt gecompenseerd. Indien een voorgenomen ingreep niet voldoet aan de voorwaarden uit het "nee, tenzij‟-regime dan kan de ingreep niet plaatsvinden. 2.2 SOORTENBESCHERMING Bescherming van kwetsbare en zeldzame flora en fauna is geregeld in de Flora- en faunawet. De Floraen faunawet geldt daar waar beschermde soorten voorkomen. Daarbij is het niet van belang of dat specifieke gebied ook wettelijk beschermd wordt. Binnen de Flora- en faunawet geldt een beschermingsregime dat uitgaat van drie klassen (ingedeeld in tabellen) en daarnaast vogels als aparte categorie. Afhankelijk van de status van een soort moet bij de aantasting van exemplaren bij plannen, projecten of activiteiten een ontheffing op de Flora- en faunawet worden aangevraagd. Belangrijk voor de toekenning hiervan is de status, maar ook of de duurzame instandhouding van de populatie wel of niet in het geding is. Bescherming van licht naar zwaar is als volgt: 2.2.1 TABEL 1-SOORTEN Middels de vrijstellingsregeling (AMvB art. 75) wordt in het kader van ruimtelijke inrichting en ontwikkeling vrijstelling verleend voor Tabel 1-soorten. Derhalve hoeft voor deze soorten geen ontheffing te worden aangevraagd. Echter voor deze soorten blijft de algemene zorgplicht van kracht. 2.2.2 TABEL 2-SOORTEN Voor de Tabel 2-soorten kan gewerkt worden met een door het Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) goedgekeurde gedragscode of met een ontheffing. Indien aanwezige Tabel 2-soorten geen hinder ondervinden of niet in hun voortbestaan bedreigd worden door de werkzaamheden kan zonder een ontheffing gewerkt worden.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
6
2.2.3 TABEL 3-SOORTEN Voor de Tabel 3-soorten dient in het geval van ruimtelijke ontwikkeling gewerkt te worden onder een ontheffing. Bij werkzaamheden die vallen onder beheer & onderhoud en beheer & gebruik kan ook met een door het Ministerie van EL&I goedgekeurde gedragscode gewerkt worden. Indien aanwezige Tabel 3 soorten geen hinder ondervinden of niet in hun voortbestaan bedreigd worden door de werkzaamheden kan zonder een ontheffing gewerkt worden. Als er maatregelen genomen worden om de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen garanderen, is een ontheffing van de Flora- en faunawet niet nodig. Om er zeker van te zijn of de opgestelde mitigerende maatregelen voldoende zijn, kan op basis van de opgestelde mitigerende maatregelen een ontheffing bij het Ministerie van EL&I worden aangevraagd. Indien het Ministerie van EL&I akkoord gaat met de mitigerende maatregelen, wordt de ontheffingsaanvraag positief afgewezen en mogen de werkzaamheden worden uitgevoerd. 2.2.4 VOGELS Voor vogels dienen in het geval van ruimtelijke ontwikkeling mitigerende maatregelen opgesteld te worden die ervoor zorg dragen dat de functionaliteit van de vaste rust- en verblijfplaatsen gegarandeerd wordt. Wanneer dit niet mogelijk is kan, indien de volgende belangen aan de orde zijn: bescherming van flora en fauna, veiligheid van het luchtverkeer, volksgezondheid of openbare veiligheid, een ontheffing aangevraagd worden 2.2.5 ZORGPLICHT In de Flora- en faunawet is een zorgplicht opgenomen, zie box 2. In de zorgplicht is opgenomen dat een ieder redelijkerwijs rekening dient te houden met alle flora en fauna. Onderstaand wordt de zorgplicht weergegeven, zoals is opgenomen in Artikel 2 van de Flora- en faunawet. Box 2: De zorgplicht zoals opgenomen in Artikel 2 van de Flora- en faunawet. Lid 1: Lid 2:
Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voor zover zulks in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden verwacht, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken.
2.2.6 VERBODEN HANDELINGEN Naast de zorgplicht zijn een aantal verboden handelingen in de Flora- en faunawet opgenomen, zie box 3. Box 3: Verbodsbepalingen zoals opgenomen in de Flora- en faunawet. Artikel 8:
Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. Artikel 9: Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Artikel 10: Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Artikel 11: Het is verboden nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren Artikel 13: Het vervoeren en onder zich hebben (in verband met verplaatsen) van beschermde inheemse planten en dieren.
2.3 RODE LIJSTEN Op grond van het Besluit houdende vaststelling van Rode Lijsten flora en fauna (Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, 2009) zijn verdwenen, ernstig bedreigde, bedreigde, kwetsbare en gevoelige dier- en plantensoorten opgenomen in een nationale Rode Lijst. Aan deze soorten moet volgens het besluit bijzondere aandacht worden besteed voor wat betreft de instandhouding. De Rode Lijst geeft de soorten van de lijst dus geen afzonderlijke juridische beschermingsstatus, maar geeft wel aan dat er in het (soorten)beleid rekening gehouden moet worden met de instandhouding van de betreffende soorten. Wanneer er op provinciaal niveau beleid ten aanzien van bepaalde Rode Lijstsoorten is vastgesteld, dan dient dit beleid als afwegingskader in de besluitvorming rond plannen die in gaan tegen dit beleid.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
7
Op dit moment geldt in de provincie Zuid-Holland in principe het compensatiebeginsel en dient schade toegebracht aan Rode Lijstsoorten te worden gecompenseerd. Momenteel wordt er in de praktijk geen invulling gegeven aan het compensatiebeleid, uitzondering hierop vormen weidevogelgebieden.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
8
3. OMSCHRIJVING PROJECTGEBIED EN VOORGENOMEN ONTWIKKELING 3.1 HUIDIGE SITUATIE Het projecgebied betreft een te ontwikkeling gebied dat geografisch gezien in is te delen in drie deelgebieden, namelijk: 1). de watergang en bermen aan de Watertuin; 2). het terrein ter plaatse van Gruttostraat 2; 3). het braakliggend perceel tussen de Gruttostraat en de Hazenweg. Ad 1). Watergang en bermen aan de Watertuin Ten noorden van de openbare weg Watertuin is een watergang van circa 20 meter breed en 50 meter lang aanwezig. De watergang wordt begrensd door het Hazenpad, Groene Loper en de Hazenweg. Direct grenzend aan de watergang zijn kruidenarme bermen aanwezig. Aan de oevers van de watergang is overjarig riet aanwezig. De watergang en bermen aan de Watertuin liggen in het oostelijke deel van het projecgebied. Ad 2). Terrein ter plaatse van Gruttostraat 2 2 Gruttostraat nummer 2 betreft een bewoonde woning met een tuin van 2.800 m . In deze tuin staat een schuur (7,5 x 7,5 meter) en zijn gazons en beplantingen aanwezig, alsmede een kippenhok. Tevens grenst de woning aan een paviljoen zonder adres, waar op dit moment arbeiders van een uitzendbureau gehuisvest zijn. Rond dit paviljoen staat verwilderde beplanting met onder andere bramen, forsythia’s en een perenboom. Ad 3). Braakliggend perceel tussen de Gruttostraat en de Hazenweg Het braakliggende perceel is gelegen aan de Gruttostraat en de Hazenweg en grenst aan de Gruttostraat 2. In het verleden heeft op dit perceel glastuinbouw gestaan. Dit braakliggende veld is kruidenrijk met soorten van voedselrijke bodem. In tabel 1 zijn de projectgegevens samengevat en afbeelding 1 geeft de ligging van het projectgebied weer. In bijlage 4 wordt een overzicht gegeven van de huidige situatie. Een foto impressie van het projectgebied wordt weergegeven in bijlage 6. Tabel 1: Gegevens projectgebied Projectgebied: Straat: Postcode: Plaats: Gemeente: Provincie: Kilometerhok (Rijksdriehoekscoördinaten):
Gruttostraat 2 en omstreken Gruttostraat 2 2665 EL Bleiswijk Lansingerland Zuid-Holland X: 96 / Y: 447
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
9
o
: projectgebied
Afbeelding 1: Ligging projectgebied met begrenzing (Bron: inventarisatieatlas)
3.2 TOEKOMSTIGE SITUATIE 2
De oppervlakte van de tuin wordt teruggebracht tot 1.200 m . De schuur wordt verwijderd. De beplanting wordt deels verwijderd. Het pavilioen en omringende beplanting worden verwijderd. In plaats daarvan wordt voornamelijk open water aangelegd met daarnaast een groenzone met speeltuinen en andere recreatiemogelijkheden. Daarachter verrijst een nieuwe woonwijk op een voormalig glastuinbouwgebied. De toekomstige situatie is in bijlage 5 opgenomen. 3.3 WERKZAAMHEDEN T.B.V. DE TOEKOMSTIGE SITUATIE De werkzaamheden die uitgevoerd gaan worden ten behoeve van de toekomstige situatie zijn onder andere: bestaande bebouwing en beplanting verwijderen, egaliseren, dempen van een watergang, watergangen graven, groenvoorzieningen aanleggen en het realiseren van nieuwbouw ((appartementgebouw).
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
10
4. BUREAUONDERZOEK 4.1 METHODIEK Het onderzoek is gebaseerd op de ethische code van het Netwerk Groene Bureaus - Branchevereniging voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging (juni 2008 en februari 2010). 4.1.1 BESCHERMDE NATUURGEBIEDEN Aan de hand van gegevens van de provincie Zuid-Holland en van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie wordt bepaald of er beschermde natuurgebieden aanwezig zijn in of nabij het projectgebied. 4.1.2 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR Aan de hand van gegevens van de provincie Zuid-Holland wordt bepaald of er gebieden van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) aanwezig zijn in of nabij het projectgebied. 4.1.3 FLORA EN FAUNA Ten behoeve van de bureaustudie zijn verscheidene verspreidingsatlassen, verspreidingskaarten en jaarverslagen geraadpleegd. De informatie uit deze atlassen is niet altijd actueel en veelal op uurhok weergegeven (5 x 5 km). Hierdoor kunnen deze gegevens voor het projectgebied enkel als richtlijn worden toegepast en tijdens het veldbezoek worden getoetst. Voor planten is de Landelijke Vegetatie Databank (Alterra Wageningen UR) geraadpleegd. 4.2 RESULTATEN 4.2.1 BESCHERMDE NATUURGEBIEDEN In en nabij het projectgebied zijn geen beschermde natuurgebieden gebieden aanwezig, zie afbeelding 3.
o
: Projectgebied
Afbeelding 3: Projectgebied in relatie tot de beschermde natuurgebieden (bron: Ministerie van EL&I)
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
11
4.2.2 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR Het projectgebied is niet in of nabij de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) gelegen. Wel bevinden zich EHS-gebieden en verbindingen in de omgeving van het projectgebied. Dit betreft het Korenmolengat en de Rottemeren. Deze liggen op een afstand van circa 1,5 km. In afbeelding 4 is een kaart met de omgeving van het projectgebied weergegeven.
o
: Projectgebied
Afbeelding 4: Projectgebied in relatie tot de Ecologische Hoofdstructuur (bron: Provincie Zuid-Holland Ecologische Hoofdstructuur)
4.2.3 FLORA EN FAUNA Uit geraadpleegde literatuur en bronnen blijkt dat beschermde flora en fauna te verwachten zijn. Een uitgebreid overzicht van de beschermde soorten die op basis van literatuur voor kunnen komen in het projectgebied is opgenomen in tabel 2. Tabel 2: Verwachte beschermde flora- en faunasoorten uit verspreidingsatlassen Soortgroep
Grondgebonden zoogdieren
Vleermuizen
Amfibieën
Vissen
▪ ▪ ▪
Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
Beschermde status
egel
Erinaceus europaeus
Ff 1
veldmuis
Microtus arvalis
Ff 1
bosmuis
Apodemus sylvaticus
Ff 1
mol
Talpa europaea
Ff 1
gewone dwergvleermuis
Pipistrellus pipistrellus
Ruige dwergvleermuis
Pipistrellus nathusii
Ff 3: IV HR Ff 3: IV HR
laatvlieger
Eptesicus serotinus
Ff 3: IV HR
bruine kikker
Rana temporaria
Ff 1
kleine watersalamander
Triturus vulgaris
Ff 1
gewone pad
Bufo bufo
Ff 1
kleine modderkruiper
Cobitis taenia
bittervoorn
Rhodeus amarus
Ff 2 Ff 3: 1 AMvB
Ff 1, 2 en 3: beschermde soorten uit Flora- en faunawet: Tabel 1, 2 en 3 I AMvB: bijlage 1 van de Algemene Maatregel van Bestuur IV HR: soorten opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
12
Vervolg tabel 2: Verwachte beschermde flora- en faunasoorten uit verspreidingsatlassen Soortgroep
Vogels
▪ ▪
Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
Beschermde status
koolmees
Parus major
V + B - cat. 5
pimpelmees
Cyanistes caeruleus
V + B - cat. 5
boomkruiper
Certhia brachydactyla
V + B - cat. 5
ekster
Pica pica
V + B - cat. 5
zwarte kraai
Corvus corone
V + B - cat. 5
grote bonte specht
Dendrocopos major
V + B - cat. 5
huismus
Passer domesticus
V + B - cat. 2
spreeuw
Sturnus vulgaris
V + B - cat. 5
V: alle inheemse vogels zijn beschermd B: vogels met een vaste rust- en verblijfplaats ▪ Cat 2: categorie 2 - nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar; ▪ Cat 5: categorie 5 - nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
13
5. VELDONDERZOEK 5.1 METHODIEK Het veldbezoek is erop gericht om te bevestigen of de beschermde flora- en faunasoorten, waarvan op voorhand gedacht wordt dat deze aanwezig zijn, ook daadwerkelijk verwacht worden en of nog meer beschermde soorten verwacht worden. Tevens wordt een algemene beoordeling gemaakt ten aanzien van de geschiktheid van het gebied en indien relevant, de direct aanliggende terreinen als leefgebied voor de diverse beschermde soorten en soortengroepen geschikt zijn. Voor de algemene beoordeling is gelet op biotoopkenmerken. Het veldbezoek is uitgevoerd door een medewerker van de afdeling Ecologie van VanderHelm Milieubeheer B.V. Het onderzoek is gebaseerd op de ethische code van het Netwerk Groene Bureaus - Branchevereniging voor kwaliteitsbevordering en belangenbehartiging (versie juni 2008, aangevuld in februari 2010). 5.2 LOGBOEK De tabellen 3 en 4 bevatten respectievelijk de gegevens van het uitgevoerde veldbezoek en de weersgesteldheid. Tabel 3: Uitgevoerd veldbezoek Datum Activiteit 26 maart 2012
Soortgroep(en)
Ecologische quickscan
Tabel 4: Weersomstandigheden* Temperatuur (°C) Datum Min. Max. 26 maart 2012 *
3,6
Flora, zoogdieren, amfibieën, reptielen, vissen, insekten en vogels
Tijdstip (vanaf)
Uitvoerende(n)
11.00 uur
F. van der Lans
Windrichting (overheersend) en -kracht (Bft)
Bewolking
Neerslag (mm)
NO 2
onbewolkt
0,0
16,2
Weersomstandigheden ter plaatse van weerstation Rotterdam (bron: KNMI)
5.3 RESULTATEN 5.3.1 FLORA Het projectgebied is geschikt voor algemene, niet beschermde plantensoorten als klein hoefblad, bijvoet, hondsdraf, rietgras, paardenbloem, reukloze kamille, kruipende boterbloem, braam, speerdistel, grote brandnetel, harig wilgenroosje, akkerdistel, ridderzuring en fluitenkruid. Tijdens het veldbezoek zijn twee beschermde plantensoorten aangetroffen, dit betreft: brede wespenorchis en grote kaardenbol (beiden Tabel 1-soorten). 5.3.2 GRONDGEBONDEN ZOOGDIEREN Voor algemeen beschermde grondgebonden zoogdieren (Tabel 1-soorten) zoals egel, bosmuis, veldmuis, huismuis en mol is geschikt habitat aanwezig. Tijdens het veldbezoek is de haas vastgesteld. Voor zwaarder beschermde soorten (Tabel 2 en Tabel 3) is geen geschikt habitat aangetroffen binnen het projectgebied. 5.3.3 VLEERMUIZEN De woning en de schuur hebben verschillende plekken die vleermuizen (Tabel 3-soorten) als (zomer-)verbljifplaats kunnen gebruiken. De dakpannen en gaten in de betimmering zijn geschikt voor gewone dwergvleermuizen om verblijfplaatsen te bereiken. Het projectgebied is tevens geschikt voor gewone dwergvleermuizen en ruige dwergvleermuizen om te jagen. 5.3.4 AMFIBIEËN EN REPTIELEN De watergangen in het projectgebied bieden geschikt (voortplantings)habitat voor amfibieen. Tijdens het veldbezoek werden gewone pad en bruine kikker (beiden Tabel 1-soorten) aangetroffen in het projectgebied. Tevens verwachten we kleine watersalamander (Tabel 1) in de watergangen. Voor juridisch zwaarder beschermde amfibie- en reptielensoorten (Tabel 2 en Tabel 3) is geen geschikt habitat aangetroffen binnen het projectgebied.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
14
5.3.5 VISSEN De watergangen in het projectgebied zijn geschikt voor beschermde vissen en algemene vissen. De verwachting is dat in de watergangen kleine modderkruiper (Tabel 2) en bittervoorn (Tabel 3) aanwezig zijn. 5.3.6 VOGELS Vogels die op de lijst met jaarrond beschermde nesten zijn opgenomen (Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijk ingreep) en afhankelijk zijn van gebouwen kunnenin het projectgebied voorkomen. De volgende vogelsoorten zijn tijdens het veldbezoek vastgesteld: tjiftjaf, roodborst, winterkoning, heggenmus, koolmees, pimpelmees, staartmees, merel, zanglijster, houtduif (nestelend), turkse tortel, ekster (nestbouwend), wilde eend (2 paar en een vrouw op nest), meerkoet, waterhoen en fazant. 5.3.7 OVERIGE SOORTEN Tijdens het veldbezoek werden verschillende soorten insekten waargenomen. Hieronder bevonden zich geen beschermde soorten en beschermde soorten worden aan de hand van het veldbezoek niet verwacht. In tabel 5 is een overzicht van de waargenomen beschermde flora- en faunasoorten opgenomen. Van de vogels zijn alleen de soorten opgenomen die een extra bescherming vanuit de Flora- en faunawet genieten. Tabel 5: Waargenomen beschermde flora- en faunasoorten Soortgroep Flora
Nederlandse naam
Wetenschappelijke naam
brede wespenorchis
Epipactis helleborine
Ff 1
grote kaardenbol
Dipsacus fullonum
Ff 1
Grondgebonden zoogdieren haas Amfibieën
Vogels*
▪ ▪ ▪
bruine kikker
Beschermde status
Lepus europaeus
Ff 1
Rana temporaria
Ff 1
gewone pad
Bufo bufo
koolmees
Parus major
V + B - cat. 5
Ff 1
pimpelmees
Cyanistes caeruleus
V + B - cat. 5
ekster
Pica pica
V + B - cat. 5
Ff 1, 2 en 3: beschermde soorten uit Flora- en faunawet: Tabel 1, 2 en 3 V: alle inheemse vogels zijn beschermd * Broedvogels V en categorie B: vogels met een vaste rust- en verblijfplaats ▪ Cat 5: categorie 5 - nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
15
6. INTERPRETATIE ONDERZOEKSRESULTATEN 6.1 GEBIEDSBESCHERMING 6.1.1 NATUURBESCHERMINGSWET 1998 In en nabij het projectgebied zijn geen beschermde gebieden aanwezig. De Natuurbeschermingswet 1998 is niet van toepassing op het projectgebied. 6.1.2 ECOLOGISCHE HOOFDSTRUCTUUR In het projectgebied zijn geen delen van de Ecologische Hoofdstructuur aanwezig. In de omgeving van het projectgebied zijn onderdelen van de Ecologische Hoofdstructuur aanwezig. Gezien de voorgenomen werkzaamheden en de afstand (minimaal 1,5 kilometer) tot de EHS wordt een negatief effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS-gebieden uitgesloten. 6.2 SOORTENBESCHERMING 6.2.1 FLORA Grote kaardenbol en brede wespenorchis zijn beschermd onder Tabel 1 van de Flora- en faunawet. Er geldt vrijstelling voor alle Tabel 1-soorten bij ingrepen die omschreven zijn als ‘Ruimtelijke Ontwikkeling’. 6.2.2 GRONDGEBONDEN ZOOGDIEREN Uit de bureaustudie blijkt dat er algemeen beschermde grondgebonden zoogdieren (Tabel 1-soorten) voor kunnen komen in het projectgebied. Tijdens het veldbezoek is geschikt habitat aangetroffen voor egel, bosmuis en veldmuis. Er zijn geen sporen van de mol aangetroffen. Voor wat betreft de egel, bosmuis en veldmuis zijn aanvullende maatregelen nodig om te voldoen aan de zorgplicht. Er worden op basis van de bureaustudie en het veldbezoek geen juridisch zwaarder beschermde Tabel 2-soorten en of Tabel 3-soorten in het projectgebied verwacht. 6.2.3 VLEERMUIZEN Het projectgebied bevat geschikt biotoop voor vleermuizen. In het projectgebied worden beschermde vleermuizen verwacht, dit betreffen gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis (beiden Tabel 3). Voordat de werkzaamheden van start gaan moet eerst duidelijkheid verkregen worden over het voorkomen van deze beschermde soorten en het effect van de werkzaamheden op deze soorten. 6.2.4 AMFIBIEËN Het projectgebied bevat geschikt biotoop voor amfibieën. Voor wat betreft de algemene amfibiesoorten (Tabel 1) die in het projectgebied voorkomen (bruine kikker en gewone pad) en die in de watergang worden verwacht (kleine watersalamander) zijn aanvullende maatregelen nodig om te voldoen aan de zorgplicht, dit betreft het wegvangen van kikkers en padden bij demping van watergangen en getemporiseerd werken bij werkzaamheden op het land. Er worden op basis van de bureaustudie en het veldbezoek geen juridisch zwaarder beschermde Tabel 2-soorten en of Tabel 3-soorten in het projectgebied verwacht. 6.2.5 VISSEN Het projectgebied bevat geschikt biotoop voor vissen. Er worden op basis van de bureaustudie en het veldbezoek zwaarder beschermde Tabel 2- en 3-soorten verwacht in het projectgebied, te weten de kleine modderkruiper (Tabel 2) en de bittervoorn (Tabel 3). Voordat de werkzaamheden van start gaan moet eerst duidelijkheid verkregen worden over het voorkomen van deze beschermde soorten en het effect van de werkzaamheden op deze soorten.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
16
6.2.6 VOGELS Het projectgebied heeft geschikt biotoop voor (broedende) vogels. Alle inheemse vogels in Nederland zijn beschermd. Voor vogels geldt dat alleen een ontheffing wordt verleend voor een wettelijk belang zoals beschreven in de Vogelrichtlijn. Deze belangen zijn a) bescherming van flora en fauna, b) veiligheid van het luchtverkeer en c) volksgezondheid of openbare veiligheid. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord, zijn verboden. Tijdens de planning en gedurende de werkzaamheden dient rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedende vogels dient te worden voorkomen. Voor de meeste vogelsoorten kan dit door de werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Grofweg kan gesteld worden dat het broedseizoen loopt van half maart tot half juli. Juridisch gezien is echter geen sprake van een broedseizoen maar is van belang of een broedende vogel aanwezig is, zie box 2. Box 1: Deskundigheid volgens Ministerie van Economische zaken, Landbouw en Innovatie In het kader van de Flora- en faunawet wordt geen standaardperiode voor het broedseizoen gehanteerd. Van belang is of er een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Verblijfplaatsen (nesten) van vogels die hun verblijfplaats het hele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent, of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest. De meeste vogels maken echter elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het broedseizoen onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten is buiten het broedseizoen geen ontheffing nodig. Voor het verwijderen van verblijfplaatsen van soorten die hun verblijfplaats het hele jaar door gebruiken is te allen tijde een ontheffing op de Flora- en faunawet vereist.
Ekster, koolmees en pimpelmees hebben beschermde nesten (broedplaatsen) in categorie 5, zoals opgenomen in de ‘Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten’. Dit zijn nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar daarvoor hebben gebroed, of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit categorie 5 vragen echter wel extra onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen: geadviseerd wordt dan ook om 1 voor categorie 5-soorten een omgevingscheck uit te laten voeren. Indien tijdens het broedseizoen werkzaamheden worden uitgevoerd, dient rekening te worden gehouden met eventueel aanwezige broedvogels. Deze broedvogels worden krachtens artikel 9, 10 en 11 van de Flora- en faunawet beschermd. Een inspectie van de te verwijderen beplanting op broedende vogels wordt sterk geadviseerd voorafgaand aan de werkzaamheden.
1
Een omgevingscheck bestaat uit het in kaart brengen van de directe omgeving van het projectgebied om daarmee vast te stellen of in de directe omgeving voldoende alternatieve broedgelegenheden zijn waardoor de duurzame instandhouding van de desbetreffende soort niet in het geding komt.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
17
7. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN VanderHelm Milieubeheer B.V. te Berkel en Rodenrijs heeft van gemeente Lansingerland - afdeling Projecten, opdracht gekregen voor het uitvoeren van een ecologische quickscan ter plaatse van de Gruttostraat 5 e.o. te Bleiswijk. Aanleiding van deze ecologische quickscan zijn de voorgenomen werkzaamheden binnen het projectgebied. Deze werkzaamheden hebben een nadelige invloed op de aanwezige habitats en flora en fauna. Doel is het verkrijgen van inzicht betreffende de aanwezigheid van beschermde habitats en of soorten binnen het projectgebied en de mogelijke negatieve invloed van de werkzaamheden. 7.1 CONCLUSIES Op basis van de ecologische quickscan wordt geconcludeerd dat: • het projectgebied niet in of nabij beschermde natuurgebieden ligt. Derhalve geen vergunning betreffende de Natuurbeschermingswet 1998 noodzakelijk is; • het projectgebied niet in de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) ligt; • op circa 1,5 kilometer en verder van het projectgebied liggen echter wel EHS-gebieden. Gezien de voorgenomen werkzaamheden wordt een negatief effect op de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS-gebieden uitgesloten. Een ruimtelijke procedure inzake de Wet algemene bepaling omgevingsrecht (Wabo) is, voor wat betreft de EHS, niet noodzakelijk; • aan de hand van het bureauonderzoek en het veldbezoek de navolgende beschermde soorten in het projectgebied worden verwacht: • Tabel 1: egel, bosmuis, veldmuis, mol, bruine kikker, gewone pad, kleine watersalamander. • Tabel 2: kleine modderkruiper. • Tabel 3: gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger en bittervoorn. • Vogels: koolmees, pimpelmees, boomkruiper, ekster, zwarte kraai, grote bonte specht, huismus, spreeuw. • aan de hand van het veldbezoek de navolgende beschermde soorten in het projectgebied zijn vastgesteld: • Tabel 1: grote kaardenbol, brede wespenorchis, haas, bruine kikker en gewone pad; • Vogels - categorie 5: ekster, koolmees en pimpelmees. • de voorgenomen werkzaamheden onder de noemer ‘ruimtelijke ontwikkeling’ vallen; • derhalve voor Tabel 1-soorten de algemene vrijstelling in het kader van ‘ruimtelijke ontwikkeling’ op de Flora- en faunawet van toepassing is; • aanvullend onderzoek nodig is om duidelijkheid te krijgen over het voorkomen van de juridisch zwaarder beschermde soorten kleine modderkruiper (Tabel-2 soort) en de volgende Tabel-3 soorten: bittervoorn, gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis in het projectgebied; • de zorgplicht, zoals opgenomen in de Flora- en faunawet, te allen tijde van toepassing is. 7.2 AANBEVELINGEN Naar aanleiding van de ecologische quickscan wordt geadviseerd om: • aanvullend onderzoek uit te laten voeren naar het voorkomen van de kleine modderkruiper, bittervoorn, gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis; • aanvullend onderzoek in de vorm van een omgevingscheck uit te laten voeren voor de ekster, koolmees en pimpelmees; • de werkzaamheden uit te voeren buiten het vogelbroedseizoen (ruwweg van 15 maart - 15 juli); • voor de start van de werkzaamheden het projectgebied en de directe omgeving (‘invloedsfeer van de werkzaamheden’) te controleren op broedvogels. Indien broedende vogels aanwezig zijn, is het aan de deskundige om te bepalen of met de werkzaamheden kan worden aangevangen; • indien wordt voorzien dat de werkzaamheden tijdens het vogelbroedseizoen gaan plaatsvinden, voorzorgsmaatregelen te nemen ter voorkoming van broedende vogels; • tijdens de werkzaamheden alert te zijn op het voorkomen van (beschermde) dieren op en rond het projectgebied. Bij het voorkomen van (beschermde) dieren, deze de tijd te gunnen om te kunnen vluchten; • indien men onverwachts (andere) beschermde soorten aantreft, een deskundige in te raadplegen; • bij twijfel over de aanwezigheid van beschermde soorten de hulp van een deskundige in te roepen.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
18
REFERENTIELIJST Eggelte, H. , 2006. Veldgids Nederlandse flora, vierde druk. KNNV. Europese Habitat Richtlijn, 1992. 92/43/EEG KNNV, 1999. Veldgids Diersporen, Sporen van gewervelde landdieren. Annemarie van Diepenbeek, uitgeverij e Lange, R., P. Twisk, A. van Winden en A. van Diepenbeek, VZZ, 2 druk 2003. Zoogdieren van WestEuropa. uitgeverij KNNV, Lenders, H.J.R., C.C.H. Marijnissen en R.P.W.H. Felix, 1993. Waarnemen en herkennen van Amfibieën e en Reptielen in het veld. RAVON, 4 geheel herziene druk e Meijden, R. van der, 23 druk 2004. Heukels’ Flora van Nederland, uitgeverij Wolters-Noordhoff Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. www.minlnv.nl Natuurbeschermingswet, 1998 Nie, H.W. de, 1996. Atlas van de Nederlandse Zoetwatervissen. Provincie Zuid-Holland. http://geo.zuid-holland.nl Staatsblad, nr. 402, 1998. Flora- en Faunawet (Wet van 25 mei 1998, houdende regels ter bescherming van in het wild levende planten- en diersoorten); Staatsblad, nr. 501, 2004. Besluit van 10 september 2004 houdende wijzigingen van een aantal, algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en faunawet en enkele andere wijzigingen. Staatscourant nr. 220, 2001. Bekendmaking lijsten beschermde soorten. Staatscourant nr. 51, 2002. Regeling aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet. Tabellen soorten Flora- en faunawet, 2005. Vogelrichtlijn, 1979. 79/409/EEG Vrijstellingsregeling, AMvB “artikel 75”. Besluit houdende wijzigingen van een aantal algemene maatregelen van bestuur in verband met wijziging van artikel 75 van de Flora- en Faunawet en enkele andere wijzigingen Waarnemingen van flora en fauna. www.waarneming.nl
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 5 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
19
BIJLAGE 1
REGIONALE SITUATIEKAART PROJECTGEBIED PROJEC
= Projectgebied
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
Bijlage
BIJLAGE 2
LOKALE SITUATIEKAART PROJECTGEBIED PROJEC
= Projectgebied
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
Bijlage
BIJLAGE 3
-
ONDERZOEKSLOCATIE
Onderzoekslocatie
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
Bijlage
BIJLAGE 4
HUIDIGE SITUATIE PROJECTGEBIED
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
Bijlage
7
3
5
1
7111
41
7082
22
15 13 11 9
29 71
7083
20
7110
7069
7070
39
7109
43
44 46 48 50
71 1 2
71 1 3
4 1 71
5 1 71
6 1 71
71 1 7
8 1 71
9 1 71
7108
7071
981 perceel 3 mv afgewerkt op -4.42
13 8 1
37
6901 0 734
1 1
26 28 30 32 34 36 38 40 42
7130
6 688
6894
7136
6898
6915 6905 6910
6906
6907
6911
6912 6916
6917
5
7
1
3
7
0 1 1 2
perceel 9
1 693
9
8
4 693
6 356
3
0 693
7135
5 693
2 693
6 693
1
6914
9 692
21 23
2
4
29 31
6902
6913
6
8
7134
mv afgewerkt op -4.35
8 20 22 24 6 1 1 4 1
n ei pest j Si
8 692
mv afgewerkt op -4.42
perceel 2 mv afgewerkt op -4.42
47 71
6899
9 691
7133
perceel 4
1 734
6
3 1
5
7 692
2 734
2 4
6890
6889
7
6888
6887
6885
6884
6883
6897
13 11 9
7132
6 692
6895
6896
2
3 693
7 693
4
6918
9 356
n ui nnet ngi Koni 0 692
Het Loo
/m 38 2t 4 701
6 683
/m 43 1t
7
8 562
0 564
5 701
4998
4999
0 500
67 51
3 500
2 500
1 500
68 51
51 69
57 71
70 51
2
58 71
7270
6789
56 71
3572
3201
Watertuin
8 537
4 673
6727
7 671
8 671
9 671
6720
6721
6722
6723
6724
3441
3434
3442
3435 4 344
4 347
Gruttostraat
3443
3414
3418
341 5
3419
3416
3420
3417
3421
31
3433
29
3440
1
3432
59
2 342
Gruttostraat
3365
53 39
3363
3364
5 347
37
9 1
6688
6687
6744
6725
23
6686
6989
6988
6987
1 347
11
7
3
1
9
7
47
6788
Gruttostraat
5
Heemt ui n
15
7131
25 27
7138
Gr oene Loper
6900
37 71
6893
9
33 35
6892
Laur enbur g
2
4
6 4 1 1
6891
6
8
3366
BIJLAGE 5
TOEKOMSTIGE SITUATIE PROJECTGEBIED
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
Bijlage
10
119
vp -4.05
vp -3.95 117ca.2494m2
27
5
8
R2
ST.B
8
116
vp -3.95 vp -4.05
25
6.00
4
350m2
6
130/150x250
2665 HT
Sijpestein 130/150x250
R2
Het Loo ST.B
1-1
1-1
R3
R1
4-4
130/150x250
-4.30
130/150x250
groen
groen
groen
KPN
groen
appartementen
1 t/m 43 234 t/m 255
HV
HV
noodtrappenhuis
m.v. -4.40
appartement
entree
4-4
4-4
appartem ent
hoek
6x garage
3BW onen
EG W M G E 5. 10
EG W huur5. 40
3BW onen
aerstraat Herl
G 1
afsluiting Hazenweg voor doorgaand verkeer Hazenweg vanaf eind mei 2011
ca.2300m2
Fase C, deel 1 ca.2521m2
6x garage
1-1
ca. 26 koopappartementen
u it r it
g in l l a t s
C
28 koopappartementen
vloer hoogte
m.v. -4.40
bouw peil -4.15
D
vluchtroute
Damwand
Damwand
Damwand
203m2
s t a l l in g
it r in
vloer hoogte bouw peil -4.15
Damwand
3
m.v. -4.40
2 t/m 38
bouw peil -4.15
B
2 uitbouw
Fase C, deel 2
u. . i w.
HV
R1
entree
1-1
31 4
ST.B
groen
appartementen
vloer hoogte
g we rg bu en n Ke
4
2
113
enenburgweg K
R2
m 68
30 5
6
-4.30
Koninginnetuin
entree
en bergingen
32
Hazenweg
ST.B
entree overige
R1
2
54
6
ST.B
appartementen
R1
4
uitbouw
4
en bergingen
R2
2
4
114
45
groen
entree hoek
vp -4.05
4
1
wijkdistributiecentum
u. . i w.
R1
4-4
vp -4.05
33
6
2
130/150x250
600x400
R3 R3
R3
-4.40
-4.36
130/150x250
Het Loo
7
53 34
6
29
9
1
8
7
11
vp -4.05
358m2
2
Groene
130/150x250
R1
A9
5 3
52 35
pad voet
14
-4.40
16
1
10
28
13
3
ST. B
3
12 vp -4.05
A5
vp -4.20
ST. B
5
2
5
vp -4.00
1
ST. B
7
4
27 8
5
3 350m2
R1
R1
Loper
18
23 21
Groene
20
9
-4.40
-4.30
22
-4.36
2
-4.40
4
-4.30
6
Loper
8
R1
30
10
24
15
6
115
Laurenburg
130/150x250
10
26
EG W koop
3
17
7
Ockenburghof
R1
-4.30
-4.40
-4.36
-4.40
-4.30 -4.30
26 100x200
7
9
14
ca. 2260m 2
1
12
118
350m2
29
25
2665 HS
EG W koop
5 3
bss
10
2665 HR gtstraat ndi Dui
7
12
ca.4447m2 2665 HN
19
14
119
vp -3.95
130/150x250
9
118
31
-4.30
13 11
117
grijs
-4.40
15
-4.40
17
28
Loper
30
Groene
R1
R1
-4.36
32
Gr oene Loper
34
ngel si ngendael i Cl
Loper
33
Groene
36
(13)
Damwand
(16) 354m2
4x garagebox, 6x parkeren
-4.52
-5.83
-4.48 Damwand
-4.33
-5.82 -4.60
afgesloten vanaf eind mei 2011
-5.79
-4.56 -5.81
-4.49
-5.80
-5.82
v o e t p a d
-5.83 -4.55
-4.61 -4.74
-4.62 -4.71
-4.48
-4.63
PARK NOG IN ONTWIKKELING Voetpad Voetpad Fittspad
Voetpad Fittspad Fietspad
58
R6
1 . 80
45 1 .3 -4
100x200
130/150x250
130/150x250
-4.31
-4.31
-4.31
-4.41
-4.41
-4.41
-4.41 60
-4.37
-4.37
g
1-1
z
130/150x250
5 .5 -4
-4.49 -4.39
7.22 R5
-4.47
-4.37
-4.37
-4.51
z
-4.47
-4.47 6 .3 -4
2. 00
4-4
-4.51
45 0 .4 -4
-4.51
-4.51
-4.55
g
14.00
7.43
7.42
6.00
-4.41
60
-4.37
1 .4 -4
0 .4 -4
9 .3 -4
6.95
4-4
-4.51 130/150x250
-4.41
45 4 .3 -4.34 -4
z
-4.51
-4.46
60
-4.33
-4.55
g
-4.38
-4.37
60
-4.30
9 .3 -4
-4.47 130/150x250
-4.33 45
6.90
2. 00
8 .3 -4
130/150x250
-4.25
9 .4 -4
z 1-1
1- 1
-4.29
g
z
-4.41
-4.37
2. 05
9 .2 -4
4 .2 -4
00 2.
R4
-4.55 4-4
g
z
-4.35 -4.45
Watertuin 6.00
5.04
-4.50
4-4
J21
5.03
5.03
1 . 80
6.00
-4.51
-4.45
-4.41
130/150x250
-4.45
9 .3 -4
1 .4 -4
5.71
5.70
6.00
5.00
5. 00
5. 00
5.73
-4.35
-4.35 -4.45
-4.40
-4.41
0 .4 -4
-4.30
130/150x250
-4.37 45
1 .4 -4
60
45
-4.33
-4.34
-4.33
-4.35
4 .5 -4
-4.54
-4.44
-4.40
-4.44
-4.54
3 .0 -4
-4.49
Plaats
5.00
-4.30
-4.31
Watertuin 5.50
2. 05
-4.25 -4.35
-4.31
5.50
1-1
130/150x250
-4.21
Gruttostraat vloerpeijl -3.96
9
vloerpeijl -4.19
vloerpeijl -4.12
vloerpeijl -4.18
vloerpeijl -4.28
ingemeten 13-05-2009
ingemeten 13-05-2009
ingemeten 13-05-2009
ingemeten 13-05-2009
vloerpeijl -4.24 ingemeten 13-05-2009
11
n Heem tui
Groene
19
Gruttostraat
31
7
29
5
1
3
Loper
30 bss z
ingemeten 13-05-2009
47
1
erstraat evi Pl
57
5
Gruttostraat
BIJLAGE 6
FOTO’S TER PLAATSE
Foto 1: eksternest
Foto 2:wilde eend op nest
Foto 3: deze schuur wordt afgebroken
Foto 4: de schuur is geschikt voor vleermuizen
Foto 5: verwilderde strook geschikt voor broedende zangvogels
Foto 6: nieuw gegraven plas zonder vegetatie. Op het veld rechts groeien veel grote kaardenbollen.
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
Bijlage
Foto 7: groeiplaats brede wespenorchis
Foto 8: paviljoen met vermoedelijk koolmeesnest
Ecologische quickscan ter plaatse van Gruttostraat 2 e.o. te Bleiswijk Projectcode: LABL120017
Bijlage