Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007 Van:
Dirk van der Schoot
Dit document bevat een samenvatting van het 135 blz dikke consultatiedocument Financieel ToetsingsKader van de Nederlandsche Bank. Verzekeraars kunnen hierop nog reageren na de zomer van 2006. Maar gelet de relatief kleine wijziging ten opzichte van de white paper zal de definitieve versie van het FTK hiervan niet veel meer afwijken. Het FTK gaat voor pensioenfondsen in per 1-1-2007 in het kader van de PensioenWet. Voor verzekeraars gaat het in het kader van de WFT ook in per 1-1-2007 Belangrijke kernpunten: Bepalen bezittingen en verplichtingen op actuele waarde, zoals die ook verwacht wordt bij IFRS fase II (gaat in rondom 2009). FTK is dus een aanloop naar IFRS fase II. Bij het bepalen van de actuele waarde moet een rentestructuur toegepast worden op de verplichtingen (lagere rente korte termijn, hogere rente lange termijn), maar er is wel een overgangstermijn van 3 jaar. De solvabiliteitstoets is gebaseerd op Value at Risk modellen. Met een zekerheid van 97,5% (pensioenfondsen) of 99,5% (verzekeraars) moet de instelling aantonen dat over een jaar voldoende eigen vermogen aanwezig is om de verplichtingen te dekken. Voor kleine instellingen mag een vereenvoudigde methode toegepast worden (alleen actuele waarde). Overige instellingen moeten de gestandaardiseerde methode toepassen. De voorgeschreven scenario’s zijn deterministisch, maar komen qua einduitkomst overeen met een stochastische benadering. Grote instellingen mogen een interne modellen methode toepassen. Deze moet echter op stochastische berekeningen zijn gebaseerd. Continuiteitsanalyse bestaat uit een meerjarige basisscenario op basis van de solvabiliteitstoets, 3 bruto scenario’s met een slechtere aanname en 3 dezelfde scenario maar dan met ingrijpen van het management. Daarmee moeten de grootste risico’s van de verzekeraar zichtbaar worden en ook het financieel rampenplan van de verzekeraar FTK kan ook gezien worden als een aanloop naar Solvency II. Solvency bestaat uit 3 pillars, waarvan 2 min of meer via FTK worden ingevuld. Ook wordt risicomanagement volgens moderne maatstaven getoetst. Het is dus niet alleen een invuloefening voor de DNB, maar tevens een stimulans om risicomanagement vorm te geven. De laatste wijzigingen in de parameters zijn nog niet in dit document opgenomen.
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Inhoudsopgave 1 Deel 1...................................................................................................................................3 Samenvatting.......................................................................................................................3 Hoofdstuk 1 Inleiding............................................................................................................4 Hoofdstuk 2. De positionering van het FTK in het toezicht.....................................................4 2 Deel 2...................................................................................................................................5 Hoofdstuk 3. Actuele waarde................................................................................................5 Hoofdstuk 4. Solvabiliteitstoets.............................................................................................5 Kern (4.3).........................................................................................................................6 Vereenvoudigde methode (4.25 / 4.28).............................................................................7 Gestandaardiseerde methode ..........................................................................................7 De Interne modellen methode.........................................................................................10 Gewenste versus aanwezige solvabiliteit.........................................................................10 Hoofdstuk 5 Continuïteitsanalyse.......................................................................................11 Bijlage 1 Toelichting waardering beleggingen voor het FTK................................................13 Bijlage 2 Risicoclassificatie.................................................................................................13 Bijlage 3 Voorstel voor indeling van te rapporteren risicogroepen........................................13 Bijlage 4: Tabellenboek risico-opslagen en solvabiliteit voor verzekeringstechnisch risico....14 Bijlage 5: Looptijdafhankelijke scenariofactoren voor het rentescenario...............................16 Bijlage 6: Toegestane benaderingsmethoden.....................................................................16 3 Deel 3.................................................................................................................................17
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
1
Deel 1 Samenvatting FTK bestaat uit: 1. Solvabiliteitstoets a. De aangekondigde minimumtoets is vervallen en opgenomen in de solvabiliteitstoets b. Jaarlijkse toets 2. Continuiteitsanalyse a. De horizon van de prognose is voor pensioenfondsen 15 jaar en 5 jaar voor overige verzekeraars. De analyse moet voor 2008 zijn uitgevoerd en daarna alleen als er aanleiding toe is FTK past in de ontwikkeling van Solvency II, (het risicogebaseerd bepalen van de solvabiliteitsmarge) maar is nog gebaseerd op Solvency I. Met FTK moet de actuele waarde bepaald worden (conform IFRS en BW2.9). Beleggingen zijn reeds op actuele waarde. Verzekeringsverplichtingen nog niet volgens actuele waarde in IFRS. Zodra er meer bekend is over de actuele waarde volgens IFRS fase II wordt bekeken of dat overgenomen kan worden, of dat er aanvullend prudentiele filters nodig zijn. De actuele waarde moet bepaald worden volgens een rentetermijnstructuur. Er komt echter een overgangstermijn van 3 jaar, waarin een marktconforme rentevoet gehanteerd kan worden. In die tijd kunnen verzekeraars hun administratiesystemen aanpassen. De actuele waarde bestaat uit een realistische verwachtingswaarde en een risico-opslag. Voor de risico-opslag komt er een gestandaardiseerde methode, waarmee mbv een tabellenboek de risico-opslag bepaald moet worden. Als instellingen een intern model hanteren, dan moet dat met stochastische rekenmodellen. De solvabiliteitstoets bestaat uit het bepalen van de uitgangsituatie. Daarbij hoort het bepalen van balansposten die bij discontinuïteit een andere waarde krijgen (bijv derivaatcontracten) In de solvabiliteitstoets worden 5 hoofdcategorieën risico’s onderkend: Markt Krediet Verzekeringstechnisch Operationeel Concentratie Per risico moet de financiële buffer berekend worden gerelateerd aan risico’s over één jaar. Voor de solvabiliteitstoets kunnen instellingen toestemming vragen voor een vereenvoudigde methode. Dat houdt in het bepalen van de actuele waarde van de verplichtingen (dat kan alleen als eenvoudige producten gevoerd worden en de vastrentende waarden de hoofdmoot vormen van de beleggingen). De gestandaardiseerde methode voor solvabiliteit gaat uit van door PVK voorgeschreven scenario’s voor rente, inflatie, aandelen vastgoed grondstoffen valuta concentratierisico verzekeringstechnische risico’s (via bepaalde opslagen adhv risicogroepen)
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007 Als een instelling de interne modellenmethode wil toepassen, stelt de PVK daar kwaliteitseisen aan. Zoals het geïntegreerd zijn in risicomanagement, gebaseerd op stochastisch kasstromen, analyse van betrouwbaarheid, stresstest, empirische validatie. Voor pensioenfondsen geldt een zekerheidsmaat van de solvabiliteit van 97,5%. Voor verzekeraars 99,5%.
Hoofdstuk 1 Inleiding Juridische inkadering: Pensioenen: Pensioenwet Verzekeraars: Europese geharmoniseerde eisen voor solvabiliteit en de WFT (wet financieel toezicht) De nu vrijgestelde onderlinge waarborgmaatschappijen blijven vrijgesteld. Onderzocht wordt of volledig herverzekerde pensioenfondsen vrijstelling kunnen krijgen. Solvency II zal op termijn tot nieuwe Europese en Nederlandse wetgeving leiden. Tot dan geldt FTK. Om administratieve lasten te beperken is eensporige verslaglegging nagestreefd. Dus waarderingen conform IFRS en BW2.9. Echter DNB kan wel aanvullend prudentieel toezicht voorschrijven. (prudentiele filters)
Hoofdstuk 2. De positionering van het FTK in het toezicht Uitgangspunten eigen verantwoordelijkheid professioneel risicobeheer wordt gestimuleerd. O.a. door voorgeschreven lange termijn perspectief. Samenhang verplichtingen en beleggingen (levert risicoprofiel op) Risicogebaseerd toezicht Aandacht voor indirecte toezichtskosten Samenhang met Solvency II (pillar 1 en 2 en deels 3) Governance
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
2
Deel 2 Hoofdstuk 3. Actuele waarde Vaststellen waarde a.d.h.v. continuïteit van de instelling (normale marktwaarde dus. 3.2) Afwijkingen van waarderingsregels moeten worden toegelicht. Aansluiting bij IAS 39 (d.w.z. bij de marktwaarde is rekening houden met o.a. embedded options etc) (3.7) Verwachtingswaarde en marktconforme opslag ter dekking van onvermijdbare risico’s, vóór herverzekering Pensioenverplichtingen obv premievrije waarde Verzekeringsverplichtingen obv gegarandeerde afkoopwaarde Verwachtingswaarde obv kasstromen (rekening houden met sterfte, schades, afkoop, waardeoverdracht). Eventueel optiewaarderingstechnieken toepassen (DvdS: zoals Black Scholes Merton) De PVK geeft geen standaard rekenmodel hiervoor. Het waarderen van voorwaardelijke kasstromen (winstdeling, indexaties etc) obv gespecificeerd ambitieniveau (gewekte verwachtingen, offerteteksten etc) Marktconforme opslag (market value margin, een bedrag op de waarde volgens best estimate) is lang niet altijd te bepalen adhv de markt. De PVK schrijft voorlopig voor. Marktconforme opslag omvat modelonzekerheid, parameteronzekerheid en structurele onzekerheid. Fair value (IFRS) lijkt nu niet goed toepasbaar voor actuele waarde vanwege ontbreken van een markt voor verzekeringen. (alleen in US is een beperkte markt ontwikkeld) Voorschrift totdat IAS voorschriften er zijn: De vereiste risico-opslag is het verschil tussen de verwachtingswaarde en de waarde die bij een waarschijnlijkheid van 75% ten aanzien van verzekeringstechnische risico’s gedurende de looptijd van het contract hoort. Maar nooit minder dan de helft van de standaarddeviatie van de achterliggende kansverdeling van de contante waarde van pensioen- of verzekeringsverplichtingen. Verwacht wordt dat niet alle instellingen in staat zijn de marktconforme opslag te bepalen. De DNB zal normportefeuilles te ontwikkelen en een tabellenboek, waarmee de risico-opslag bepaald kan worden. (bij schade verzekeringen worden fieldtests gedaan om te komen tot opslagen) Het contant maken van de kasstromen moet adhv rentetermijnstructuur (lange duur hogere rente). Indien verzekering in euro’s zal PVK de rentetermijnstructuur voorschrijven. Voor kleine instellingen is een benaderingsmethode mogelijk met 1 rekenrente. Dan moet wel een extra opslag worden toegepast. PVK stelt de extra-opslag vast. Bij herverzekering moet kredietrisico herverzekeraar gewaardeerd worden met de spread van de kapitaalmarkt (bijvoorbeeld 0,5 %) Eigen en vreemd vermogen moeten ook gewaardeerd worden op marktwaarde of markt conforme waarde. (3.61 en 3.62)
Hoofdstuk 4. Solvabiliteitstoets
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Kern (4.3) 1 2
Op rapportagedatum is er een adequate kapitaaldekking op basis van actuele waarde Het eigen vermogen op actuele waarde is voldoende binnen de gegeven zekerheidsmaat 1 jaar na rapportagedatum, gegeven de aard en omvang van de risico’s
Om te voldoen aan 2 zijn er 3 methoden beschikbaar: (4.4) 1 Vereenvoudigde methode 2 Gestandaardiseerde methode 3 Interne modellen methode Voor de solvabiliteitstoets zijn de volgende aspecten belangrijk: Kasstromen (4.11) o O.a. welke factoren zijn van invloed op kasstromen, hoe omgaan met onvoorwaardelijke kasstromen, voldoende rekening gehouden met embedded options Veronderstellingen (4.12) o Verzekeringsportefeuille voldoende opgesplitst in risicogroepen (bijlage) o Grondslagen, overlevingskansen, arbeidsongeschiktheid, royement en kosten o Voldoende onderbouwing veronderstellingen Model (4.13) o Is model realistisch, is er voldoende inzicht in werking model Beleid (4.14) o Wijzigingen c.q. bestendigheid Aanwezige solvabiliteit: (4.17. 4.18) Aanwezige solvabiliteit (Surplus) = Actuele waarde vrij beschikbare activa – actuele waarde voorzienbare verplichtingen
Bepaling en toetsing solvabiliteit na 1 jaar Te hanteren risicocategorieën o Marktrisico o Kredietrisico o Liquiditeitsrisico o Verzekeringsrisico o Concentratierisico (voorlopig alleen kwalitatief 4.80) o Operationeel risico (voorlopig alleen kwalitatief; 4.82) (zie bijlage 2) Onderverdeling Marktrisico o Renterisico o Inflatierisico o Aandelenrisico o Vastgoedrisico o Valutarisico Uitgangspunten berekening: (4.19 / 4.22) Verzekeraars, voortzetting beleid, exclusief nieuwe productie Pensioenfondsen: voortzetting beleid, exclusief instroom nieuwe deelnemers Marktrisico en kredietrisico op waarschijnlijkheid 99,5% (verzekeraars), 97,5% (pensioenfondsen)
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Vereenvoudigde methode (4.25 / 4.28) Bedoeld voor kleinere instellingen Een hogere vereiste solvabiliteit is waarschijnlijk, maar minder complex te berekenen Vereenvoudigde toets betreft alleen bepalen actuele waarde op rapportagedatum, maar niet de solvabiliteitstoets over 1 jaar. Voorwaarden voor aanvraag vereenvoudigde toets: Eenvoudig assortiment producten (geen ingebedde options, garanties, winstdelingen) Schade, alleen voor bepaalde branches (brand, voertuig, vervoer, aansprakelijkheid, rechtsbijstand, hulpverlening) Geen derivaten, opties bij beleggingen, verstrekte leningen, garanties Pensioenfondsen en natura-uitvaart: maximaal 25% zakelijke waarden Verzekeraars: alleen vastrentende waarden tav gebonden vermogen. Het vrije vermogen maximaal 50 % zakelijk Eenvoudige bedrijfsvoering Dekkingsgraad pensioenfonds minimaal 130% Solvabiliteitsratio verzekeraar minimaal 250% Verwachting is dat alleen van toepassing indien voorzieningen < 100 miljoen (4.29) Als gestandaardiseerde methode is toegepast, dan geen toestemming meer voor vereenvoudigde methode (4.30) Indien toestemming van DNB dan voor 3 jaar.
Gestandaardiseerde methode Per risicofactor moet de gewenste solvabiliteit bepaald worden. Daarna volgens voorgeschreven samenstellingsformule wordt de totale solvabiliteit bepaald. (4.32 ev) De voorgeschreven scenario’s (marktrisico en krediterisico) vinden plaats direct na de rapportage datum als een schok. Effecten (zoals versneld aflossen hypotheek) vinden ook direct plaats, dus er kan geabstraheerd worden van tijdeffecten. (4.35 en 4.36) Vastgesteld wordt in hoeverre de solvabiliteit (surplus), dus de waarde van bezittingen en verplichtingen, wijzigt. De wijziging is de gewenste solvabiliteit voor de risicofactor. De PVK stelt de parameters vast (4.37 en 4.38) Als een stijging een groter negatief heeft dan een daling (bijvoorbeeld bij opties), dan wordt het meest negatieve scenario in de berekening betrokken. Eventueel kan PVK vragen om meerdere scenario’s zodat de gevoeligheid zichtbaar wordt. (4.42)
Renterisico (4.45 / 4.51) Het effect van rentewijziging/-daling werkt door op: Vastrentende beleggingen, verzekeringen, financieringsinstrumenten, en rente afhankelijke derivaten. (4.45) Aan de hand van bijlage 5 wordt vastgesteld welke rentestijging (tussen 1,24% en 1,74%) en – daling (tussen 0,57% en 0,81%) wordt toegepast. Dit is afhankelijk van de duration. (toepassing is op de gehele portefeuille) Rentestijging en rentedaling moet worden doorgerekend. Het slechtste scenario wordt genomen.
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Indien renteopties of embedded options dan ook toepassing van toename EN afname van rentevolatiliteit met 25%. Het grootste verlies doorrekenen op solvabiliteit. In beginfase mag duration van de verzekeringsportefeuille benaderd worden volgens bijlage 6. Dit is een trial-error methode.
Inflatierisico (4.52 / 4.57) De risicofactor inflatie werkt alleen door op index-linked-bonds (beleggingen), onvoorwaardelijke geïndexeerde pensioenverplichtingen, long-tail schadevoorzieningen, uitvaartpakket. Er wordt 1 algemeen scenario voorgeschreven (indien inflatierisico van toepassing), namelijk verhoging en verlaging inflatie met: Verzekeraars inflatie * 1,5 of inflatie / 1,5 Pensioenfondsen inflatie * 1,3 of inflatie / 1,3 Het effect van inflatietoename moet worden gecombineerd met rentestijging resp. afname met daling). Het grootste verlies van deze 2 bepaalt het scenario voor inflatie. Indien het inflatiescenario groter is dan het rentescenario, dan wordt die toegepast anders het rentescenario (beiden hoeven niet in solvabiliteit genomen te worden).
Aandelenrisico (4.58 / 4.64) Aandelen worden opgedeeld naar mature markets, emerging markets, private equity. Toe te passen scenario (= daling): Verzekeraars Pensioenfondsen Mature markets 40% 25% Emerging markets 45% 30% Private equity 45% 30% Aandelen is inclusief opties, derivaten en verplichtingen uit beleggingsverzekeringen. Indien niet zeker is dat genoemde scenario de meest ongunstige is (door optieposities) is een gevoeligheidsanalyse nodig. Ook moet een toe en afname doorgerekend worden van 25% in aandelenvolatiliteit, vooral als er posities in opties en embedded options in beleggingsverzekeringen zijn. Het grootste verlies telt mee. Bij ondoorzichtige beleggingen zoals hedgefunds dan 45% daling toepassen.
Vastgoedrisico (4.65 / 4.68) Toe te passen scenario op vastgoed : Verzekeraars -20% Pensioenfondsen - 15% Op de gehanteerde vastgoed benchmark Vastgoed is ook bijbehorende instrumenten zoals real estate derivatives. Geen onderscheid nodig in direct, indirect of andere categorieën. Eventueel gevoeligheidsanalyse toepassen.
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Risico van commodities (4.69 / 4.72) Toe te passen scenario op de gehanteerde benchmark op commodities (grondstoffen) Verzekeraars: -40% Pensioenfondsen: -30% Inclusief derivaten en eventueel gevoeligheidsanalyse.
Valutarisico (4.73 / 4.74) Toe te passen scenario op valuta’s ten opzichte van de euro: Verzekeraars; -25% Pensioenfondsen: -20%
Kredietrisico (4.75 / 4.78) Kredietrisico is gerelateerd aan credit spread (verschil rendement leningen/obligaties t.ov. risicoloze leningen). Toe te passen op opbligaties, leningen, maar ook vorderingen op tussenpersonen en herverzekeraars. Toe te passen scenario op credit spread: Verzekeraars: +60% Pensioenfondsen: + 40% Benadering van solvabiliteit volgens bijlage 6 is toegestaan.
Voor liquiditeitsrisico, cumulatie concentratierisico en operationeel risico is er (nog) geen kwantitatieve scenario. Alleen kwalitatieve beoordeling.
Verzekeringstechnischrisico (4.83 / 4.86) Betreft abnormale negatieve variaties in verzekeringstechnische resultaten gegeven de actuele waarde van de voorziening. Hiertoe moet verzekeringsportefeuille gesplitst worden in risicogroepen conform hoofdstuk 3. In principe tellen van solvabiliteit over risicogroepen, maar rekening houden met diversificatie tussen risicogroepen is toegestaan. Berekenen solvabiliteit volgens bijlage 4. (complex hoofdstuk)
Totaal solvabiliteit Er is voldoende eigen vermogen indien het eigen vermogen groter is dan: ( S12 + S22 + 2 ñ S1 S2 + S32 + S42 + S52 + S62 )0,5 Solvabiliteit S = S1 = Renterisico en inflatierisico S2 = Zakelijke waardenrisico (aandelen en vastgoed) S3 = Valutarisico S4 = Commodities
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007 S5 = Krediet risico S6 = Verzekeringtechnisch risico ñ = 0,8 voor verzekeraars en 0,65 voor pensioenfondsen (correlatie tussen rente en aandelen) Daarnaast moet de instelling verklaren dat dit het risicoprofiel adequaat weergeeft en of er risico’s gelopen worden die niet worden afgedekt met deze formule.
De Interne modellen methode De interne modellen kan toegepast worden indien deze gebaseerd is op de actuele waarde, en dat het eigen vermogen kan modelleren op een horizon van 1 jaar na rapportagedatum. Het model moet gebaseerd zijn op stochastische eigenschappen van de waardeontwikkeling van activa en verplichtingen in hun samenhang. (4.94/4.95) Verzekeraars moeten daarbij het gewenste vermogen bepalen op een waarschijnlijkheidsniveau van 99,5%. Pensioenfondsen 97,5% (4.96/4.97) De interne modellen methode biedt de mogelijkheid om het effect van risicobeheersmaatregelen, zoals stop-loss-limieten en risicolimietsystemen op te nemen. (4.98) De instelling moet kunnen aantonen en onderbouwen dat is voldaan aan de eisen. De DNB moet goedkeuring geven, goedkeuring is tijdelijk. Met backtesting moet periodiek getoetst worden of ongewijzigde toepassing gerechtvaardigd is. (4.100) Relevante risico’s (bijlage 2) moeten zijn opgenomen. Volume-efffecten zoals vrijval uitkeringen, claims, rebalancing maatregelen van de beleggingsmix mogen worden opgenomen (4.102) Het model moet een integraal onderdeel zijn van het dagelijkse risicomanagement (inclusief planning, monitoring, beheersing). Er is rapportagelijn over het risicoprofiel naar het hoogste beleidsbepalende orgaan. De instelling kent een onafhankelijke risicobeheerfunctie die verantwoordelijk is voor het model en onafhankelijk is van commerciële functies. De instelling beschikt over voldoende en capabel personeel die met de complexiteit van het model om kan gaan. Zij moeten de risico’s kunnen beoordelen. Er moet een procedure zijn voor het amenderen van het model. (4.103/4.105) De instelling heeft een adequaat proces voor het jaarlijks valideren van het model. Backtests maken daar deel van uit. De validatie is gedocumenteerd. De instelling streeft naar verbetering van het model. Risicolimieten worden geëvalueerd. Met stresstests wordt het eigen vermogen en de limieten beoordeeld. Indien economisch kapitaal wordt bepaald moet het model daarin een rol spelen. Kwaliteit invoergegevens (administraties en risico’s) moet gewaarborgd zijn. Uit documentatie (transparant etc) moet blijken welke risico’s wel en niet worden meegenomen en de risicomitigerende maatregelen (4.106/4.112) Als referentiepunt moet met het model de uitkomsten volgens de gestandaardiseerde methode uitrekenen. Naar verwachting zal het aantal instellingen dat gebruikt maakt van de interne modellenmethode klein zijn.
Gewenste versus aanwezige solvabiliteit De solvabiliteitsratio wordt bepaald door aanwezige solvabiliteit te delen door de gewenste solvabiliteit (volgens gestandaardiseerde of interne modellenmethode) in procenten. (4.113)
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Hoofdstuk 5 Continuïteitsanalyse De continuïteitsanalyse heeft tot doel het lange termijn perspectief in het toezicht te betrekken. Verschillende financiële scenario’s komen aan de orde, daaruit moet blijken in hoeverre de instelling de risico’s in beeld heeft en kan beheersen. De DNB zal met de analyse de kwaliteit van het beleid beoordelen en de mogelijke toekomstige problemen van de instelling. (5.1/5.3) De continuïteitsanalyse ligt in het verlengde van de solvabiliteitstoets, waarbij: langere termijn beleidsinstrumenten instroom nieuwe deelnemers c.q. nieuwe productie volledig worden meegenomen (5.4) Beoordeeld wordt of de financiële buffers en instrumenten in verhouding staan tot de ambities en risico’s. En of het management realistische aannames hanteert. En of de instelling een financieel rampenplan heeft. De continuïteitsanalyse heeft tot doel een beter inzicht te krijgen en bevorderen voor bestuur/management en DNB in de risico’s, stuurelementen en in een vroeg stadium herkennen van verslechtering van de financiële positie. (5.5/5.7) Uiterlijk 1/1/2008 moet elke instelling tenminste één keer de continuïteitsanalyse hebben uitgevoerd, daarna alleen als er aanleiding toe is (verandering beleid, verslechtering, omstandigheden). Veel (grote) verzekeraars en pensioenfondsen maken reeds lange termijn analyses (5.9 / 5.11) De continuïteitsanalyse bestaat uit: (5.12/5.40)
A B C
D
E F
Onderdeel Doelstelling, beleid en beleidsinstrumenten Economische aannames en verwachtingen Basisscenario (= prognose van eigen verwachting) Gevoeligheidsanalyse (=alternatieve 3 grootste slechte scenario’s) Stresstesting Verschillenanalyse prognose en werkelijkheid
Aard prospectief, kwalitatief prospectief, kwalitatief prospectief, kwantitatief
Doel Onderbouwing prognoses (C)
prospectief, kwantitatief
inzicht in gevoeligheid op verschillende aannames (3 grootste bedreigingen) geeft beleid en uitkomsten weer bij ongunstige omstandigheden inzicht in realiteitsgehalte aannames
prospectief, kwantitatief retrospectief, analyse
Onderbouwing prognoses (C) = omgevingsfactoren inzicht in ontwikkeling op basis van verwachting instelling
A. Bijvoorbeeld indexatiebeleid, welke beleidsinstrumenten zijn er en hoe worden die ingezet. Sturingskracht beleidsinstrumenten, bijvoorbeeld premieverhoging of toeslagbeperking. Inzetbaarheid instrumenten. B. Aannames marktrente (korte en lange termijn), rendement op aandelen, inflatie etc.voor aankomende jaren C. Basisscenario is voor: i. Schadeverzekeraars 3 jaar ii. Levenverzekeraars en natura 5 jaar iii. Pensioenfondsen 15 jaar Het basisscenario toont de ontwikkeling van de aanwezige solvabiltiteit ten opzichte van de gewenste solvabiliteit. Ook andere (nog te publiceren) grootheden moeten aan de orde komen. Indien een pensioenfonds in het kader
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007 van de pensioenwet een herstelplan moet maken komt deze over een met het basisscenario. D. Een kwantitatieve gevoeligheidsanalyse moet de (>3) grootste risico’s identificeren. De risico’s worden beschouwd als “going concern” dus inclusief instroom nieuwe verplichtingen E. In de stresstesting moet blijken hoe de instelling reageert op ongunstige gevolgen van het blootstaan aan de belangrijkste risico’s. Praktisch komt het erop neer dat er 3 alternatieve scenario’s t.o.v. het basisscenario met één ongunstiger aanname. Hieruit moet blijken hoe de instelling de beleidsinstrumenten gaat inzetten en of die werken (financieel rampenplan). Bijvoorbeeld premieverhoging mits haalbaar. Uitstralingseffecten zoals meer afkoop bij een lagere rente moet worden meegenomen, of op embedded options. De stresstest moet het bruto effect laten zien (zonder beleidsinstrumenten) en de mitigerende invloed van beleidsinstrumenten (DvdS: totaal dus 3x2+basisscenario = 7 scenario’s) F. Verschillenanalyse vindt per definitie achteraf plaats, waarbij wordt prognoses worden afgezet tegen realisaties. Eventuele trendbreuken moeten worden toegelicht. Dus moet blijken in hoeverre de instelling structureel te optimistisch of te pessimistisch is geweest.
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Bijlage 1 Toelichting waardering beleggingen voor het FTK Toelichting op wat in feite al in IFRS staat over het bepalen van marktwaarde van obligaties, leningen, onroerend goed, derivaten, private equity etc.
Bijlage 2 Risicoclassificatie Definities afkomstig van International Actuarial Association Definitie van Marktrisico. Het wordt onderverdeeld in renterisico, koersrisico, valutarisico, basisrisico, mismatchrisico, volatiliteitsrisico, herbeleggingsrisico. Definitie kredietrisico. Niet alleen debiteuren van obligaties, maar ook vorderingen op tussenpersonen en herverzekeraars. Onderverdeling in zakelijk kredietrisico, debiteurenrisico, politiek risico, landenrisico. Definitie liquiditeiteitsrisico. Bijvoorbeeld het vervroegd afwikkelen van verzekeringscontract door bijvoorbeeld afkoop, negatieve publiciteit, economische recessie etc. Definitie verzekeringsrisico. Betreft kenmerken van hetgeen verzekerd is, maar ook verzekeringstechnische processen. Onderverdeling: procesrisico (acceptatie van verzekeringen) premierisico (ontoereikende premie) productrisico (niet voorziene risico’s in premiestelling) claimrisico (meer claims dan verwacht) economisch risico eigen behoud risico (te lage herverzekering) polishoudersrisico (anders reageren) reserveringsrisico Concentratierisico. Vooral bij beleggingen, bijvoorbeeld teveel in 1 sector Operationeel risico. Bijvoorbeeld dat bij beleggingsverzekeringen te laat de bijbehorende fysieke aandelen worden aangeschaft/verkocht.
Bijlage 3 Voorstel voor indeling van te rapporteren risicogroepen Pensioenen: Ouderdomspensioen exclusief nabestaandenpensoen Ouderdomspensioen inclusief nabestaandenpensioen Geen onderscheid naar arbeidsongeschiktheidsverzekeringen Levensverzekeringen: Min of meer conform de indeling WTV-staten: Verzekering van kapitaal bij overlijden zonder stellige uitkering Verzekering van kapitaal bij leven zonder stellige uitkering Verzekering van kapitaal bij overlijden met stellige uitkering Gemengde verzekering en overige verzekeringen van kapitaal met stellige uitkering Verzekering van uitgestelde ouderdomspensioenen en lijfrenten op één of meer levens Verzekering van uitgestelde ouderdomspensioenen en lijfrenten met bijbehorende verzekering van overlevingsrenten Verzekering van ingegane pensioenen en lijfrenten
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007 Zelfstandige verzekeringen van overlevingsrenten Geen onderscheid (meer) naar aanvullende arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Unit-linked verzekeringen behoren opgesplitst te worden in een spaar- en risicodeel en ingedeeld conform bovenstaande indeling. Natura-uitvaartverzekeringen hebben geen onderverdeling Schade: Indeling in ongeveer 70 risicogroepen min of meer conform branches en sub-branches in de WTV, zoals personenauto WA, motoren casco, ongevallen inzittenden etc.
Bijlage 4: Tabellenboek risico-opslagen en solvabiliteit voor verzekeringstechnisch risico. Deze bijlage beschrijft: A. een “eenvoudige” benadering van de Market Value Margin, waarmee de actuele waarde (fair value) van een verzekering bepaald kan worden. B. een methode om gewenste solvabiliteit verzekeringstechnische risico’s te bepalen Is bedoeld voor verzekeraars die de gestandaardiseerde methode toepassen. Verzekeraars die interne modellenmethode gebruiken dienen zelf de risico-opslag te bepalen. Voor schadeverzekeraars zijn er nog geen “eenvoudige” risico-opslagen bepaald. A. Benadering van de risico opslag op de verwachtingswaarde Technische voorziening op actuele waarde = Verwachtingswaarde (contante waarde kasstroom verplichtingen) + marktconform opslag (MVM) Levenverzekeraars: Risico-opslag (totaal) = (( TSO1 + TSO3)2 + ( TSO2 + TSO5 + TSO7 )2 + TSO4 + TSO6 + TSO8 + Ó NSAi2 ) 0,5 1,2,3, i = risicogroep van bijlage 3 TSO = Toekomstige sterftetrend onzekerheid = % uit tabel DNB * grondslag (risicokapitaal of actuele waarde); % is afhankelijk van gemiddelde leeftijd en gemiddelde duur in risicogroep. TSO varieert van 2% (meestal) tot 10% (uitschieters) NSA = Negatieve stochastische afwijkingen = % uit tabel DNB / (ni ) 0,5 * grondslag n is aantal verzekerden in risicogroep % varieert van 5% tot 50% (uitschieter tot 135%) Pensioenverzekeraars: Risico opslag = (TSO2 + NSA2 ) 0,5 Risicogroep OP excl NP: TSO = ( 2 + 9/40 max [ p- x; 0 ] ) % * verwachtingswaarde P = pensioenleeftijd regeling, maximaal 65 X = gemiddelde leeftijd NSA = ( 60 / n ) % * verwachtingswaarde Risicogroep OP incl NP:
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007 TSO = ( 2 + 4/40 max [ p- x; 0 ] ) % * verwachtingswaarde P = pensioenleeftijd regeling, maximaal 65 X = gemiddelde leeftijd NSA = ( 40 / n ) % * verwachtingswaarde Natura uitvaartverzekeringen Risico opslag = (TSO2 + NSA2 ) 0,5 Conform levenverzekeraars met 1 risicogroep; % uit tabel DNB. Schade verzekeraars Onderscheid technische voorziening voor afhandeling gemelde schades en nieuw te verwachten schades in aankomende jaren (conform nu gebruikelijk is: Technische voorziening premie; Technische voorziening schade Er geldt een risico-opslag voor elk van de voorzieningen. Toepassing analoog aan leven en pensioen, echter de percentages per risicogroep zijn nog niet bekend.
B. Gewenste solvabiliteit voor verzekeringstechnische risico’s
De gewenste solvabiliteit, gegeven de technische voorziening op actuele waarde, dient om abnormale nadelige variaties in verzekeringstechnische resultaten op te vangen. Met het uitgangspunt van een zekerheid van 97,5% resp 99,5% zijn procentuele opslagen bepaald. Levensverzekeraars: Gewenste solvabiliteit x per risicogroep = % uit tabel DNB / actuele waarde) % varieert van 15% tot 40% n = aantal deelnemers/verzekerden Totale solvabiliteit S voor leven = Ó xi2
ni * grondslag (risicokapitaal of
Pensioenfondsen: Gewenste solvabiliteit x = % uit tabel DNB / % varieert van 30% tot 50%
ni * actuele waarde
Natura uitvaartverzekeringen: Gewenste solvabiliteit x = 15% /
ni * risicokapitaal
Schade verzekeraars Gewenste solvabiliteit x voor te betalen schaden voor risicogroep i: % uit tabel DNB * Fi (ni) * technische voorziening op actuele waarde voor i Gewenste solvabiliteit x voor lopende risico’s voor risicogroep i: % uit tabel DNB * Gi (ni) * technische voorziening op actuele waarde voor i Fi (ni) en Gi (ni) zijn nog te definieren functies; % zijn ook nog niet bekend. Totale solvabiliteit voor een verzekeringstechnisch risico Ó Ó ñ xi x j ñ geeft correlatie aan tussen 2 risicogroepen (min 0 max 1) x = solvabilteit voor lopende risico’s en voor te betalen schaden.
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
Bijlage 5: Looptijdafhankelijke scenariofactoren voor het rentescenario Tabel met looptijden van 1 tot 25 jaar. Pensioenfondsen: Toe te passen stijging bij een duration van 1 jaar 1,53 (snel) aflopend naar 1,24 bij 25 jaar Toe te passen daling bij een duration van 1 jaar 0,65 (snel) oplopend naar 0,81 bij 25 jaar. Bij verzekeraars stijging van 1,74 naar 1,33 en daling van 0,5 naar 0,75. De factor moet maal de rente.
Bijlage 6: Toegestane benaderingsmethoden Benadering verwachtingswaarde van de pensioen- en verzekeringsverplichtingen (als onderdeel van de actuele waarde) Toepasbaar op homogene risicogroepen (bijlage 3). Via een iteratieve methode met toepassing van 3 verschillende rekenrentes op verzekeringen, waarmee 3 verwachtingswaardes bepaald worden, kan de duration benaderd worden. Wanneer de duration nauwkeurig genoeg bepaald is (eventueel meer dan 3 rekenrentes toepassen), wordt via een tabel van de DNB een rekenrente gevonden, waarmee de verwachtingswaarde van de verzekeringen (per verzekering) benaderd kan worden. (DvdS: De DNB doet voorkomen dat dit een eenvoudige oplossing is, echter er zal nog flink gesleuteld moeten worden aan de bestaande verzekeringsadministraties om dit mogelijk te maken.) Met een door DNB voorgeschreven correctiefactor wordt dan de verwachtingswaarde tbv de rapportage gevonden. Benadering van de gewenste solvabiliteit voor renterisico uit hoofde van verplichtingen Nadat de verwachtingswaarde bepaald is (met een gemiddelde rekenrente en gevonden gemiddelde duration) kan via de tabel van de DNB de toe te passen renteschok gevonden worden. (negatief en positief). Toepassing van deze 2 nieuwe rekenrentes levert een nieuwe verwachtingswaarde op (per verzekering). Het verschil met de eerder gevonden verwachtingswaarde is de gewenste solvabiliteit. Benadering van de gewenste solvabiliteit voor renterisico uit hoofde van vastrentende beleggingen De waardeverandering a.g.v. een renteschok kan gevonden worden als: Waarde oud * [ (1 + r oud ) / (1 + r nieuw) duration - 1 ] De totale gewenste solvabiliteit voor renterisico wordt gevonden door toepassing van renteschok op verzekeringen EN vastrentende waarden. Benadering van de gewenste solvabiliteit voor kredietrisico Verzekeraars: Waardeverandering = - 0,6 * duration * credit spread * waarde
oud
Pensioenfondsen : Idem maar dan -0,4
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.
Samenvatting Financieel Toetsingskader Consultatiedocument 02-02-2007
3
Deel 3 Deel 3 bevat rekenvoorbeelden van de toepassing van FTK (totaal 35 bladzijden) De DNB verwacht dat voor verzekeraars en pensioenfondsen als totaal geen zwaardere eisen gesteld worden aan de financiële weerbaarheid. Dat zal uiteraard wel gelden voor enkele individuele bedrijven. Interessante onderdelen: Verwachte gemiddelde duration beleggingen: 5 jaar Verwachte gemiddelde duration individuele levensverzekeringen: 7 jaar Verwachte gemiddelde duration collectieve levensverzekeringen 13 jaar. Dat betekent dat vooral collectieve levenverzekeraars erg gevoelig zullen zijn voor het renterisico. Voor beleggingsverzekeringen wordt geen solvabiliteit verwacht voor marktrisico, krediterisico en valutarisico.
Easy PDF Creator is professional software to create PDF. If you wish to remove this line, buy it now.