I
N
F
O
R
M
A
T
I
E
P
A
K
K
E
T
INHOUD GESCHIEDENIS BOLLETJE
4
BESCHUIT
5
- GESCHIEDENIS
5
- TRADITIES
6
- PRODUCTIEWIJZE
7
- SOORTEN BESCHUIT
9
KOEKJES EN BISCUIT
10
SNACKS
12
SEIZOEN (SINTERKLAAS)
13
3
GESCHIEDENIS BOLLETJE In november 1867 opende G.J. ter Beek een kleine bakkerij in het centrum van Almelo. Net als bij vele andere bakkerijen werden hier, naast brood, beschuiten gebakken. Zijn zoon, A.A. ter Beek, begon met de specialisatie in beschuit. Hij ging met zijn bakkersfiets, vol beschuiten, heel Overijssel door. Zijn vrouw zorgde voor de bakkerswinkel aan de Grotestraat en later ook voor de tweede winkel aan de Ootmarsumsestraat in Almelo. In de oorlogsjaren werd besloten alleen nog maar beschuit te produceren en alle andere artikelen af te stoten.
In januari 1954 werd een beschuitfabriek aan de Turfkade in Almelo geopend.
Om de kwetsbaarheid te verkleinen, heeft Bolletje enkele ondernemingen uit de bakkerssector overgenomen. Het assortiment werd zo uitgebreid met veel andere bakproducten. 1962
Bachman
(zoute snacks)
1975
Arks
1984
Meursing en Smarius
(kaaswafels en seizoen)
1994
Kelderman
(speciale broodsoorten)
1999
Schriek’s Koekfabriek B.V.
1999
Rienks Koekbakkerij B.V.
(biscuit en koekjes)
(pepernoten) (koek)
Momenteel heeft Bolletje drie vestigingen, die alle gespecialiseerd zijn in het maken van een aantal verschillende bakproducten: Almelo beschuit, sticks, taai en kruidnoten Heerde hartige snacks, biscuit, koekjes, knäckebröd en koek Naarden speciale broodsoorten De naam Bolletje komt voort uit een fase van het productieproces van beschuit. Iedere beschuit is voordat die voor de eerste keer gebakken wordt, een bolletje deeg (zie productieproces, pagina 8).
4
BESCHUIT Al eeuwenlang wordt in Nederland beschuit gegeten. Nog steeds beginnen veel Nederlanders hun dag met het eten van een beschuit. Ook tijdens de lunch of als tussendoortje smaakt een beschuit uitstekend.
GESCHIEDENIS Beschuit wordt al meer dan 2000 jaar gegeten. De Romeinen moesten eten meenemen voor hun lange veldtochten. Door het normale brood twee keer te bakken ontstond een harde plak deeg. Dit "biscotum" was erg praktisch, omdat het klein, licht, voedzaam en bijna niet aan bederf onderhevig was. Later gebruikte men eenzelfde soort beschuit om mee te nemen als proviand op de zeilschepen. Deze "scheepsbeschuit" was het belangrijkste voedsel voor de scheepslui. Doordat er in de Gouden Eeuw (1600-1700) veel grote zeilschepen vanuit de Zaanstreek vertrokken voor hun lange overzeese tocht, groeide het aantal beschuitfabrikanten in die streek tot 150. Heden ten dage zijn er nog maar vier fabrikanten, die samen zorgen voor de totale Nederlandse beschuitproductie. Pas in de 18e eeuw is het product gaan lijken op de knapperige beschuit zoals we die vandaag de dag kennen. Voor het eerst gebruikten de bakkers gist in hun deeg. Hierdoor werd de beschuit luchtiger en minder hard. Later voegden de bakkers ook eieren en suiker toe aan het deeg. Van het deeg bakten de bakkers beschuitbollen, die na dit eerste bakproces in tweeën gesneden werden. Daarna werden de halve bollen opnieuw gebakken in een tweede bakproces. De beschuiten kregen in die dagen de naam "tweeback", omdat ze in twee fasen gebakken werden. Langzamerhand verdween die naam en werd vervangen door het Franse biscuit (bis = twee en cuit = gebakken), wat weer verhollandst werd tot beschuit.
5
TRADITIES Door de jaren heen zijn enkele tradities en gebruiken ontstaan. 1 BESCHUIT MET MUISJES De alom bekende beschuit met muisjes is afkomstig uit de Zaanstreek van de 19e eeuw. Zowel beschuiten als muisjes werden toen uitsluitend door de rijke burgerij gekocht en alleen gegeten bij feestelijke gelegenheden. Een geslaagde bevalling is natuurlijk zo'n feestelijk aangelegenheid. Eenvoudige mensen trakteerden overigens in deze tijd op brood met boter en suiker. Muisjes zijn gemaakt van anijs en voorzien van een roze of wit suikerlaagje. Was er in voorbije tijden een meisje geboren, dan kwamen er roze muisjes op de beschuiten. Was het een jongen, dan werden er witte muisjes op de lekkernij gestrooid. Tegenwoordig worden beide kleuren door elkaar gebruikt en is er bovendien een variant bijgekomen: blauwe muisjes. De anijs die in de muisjes zit heette goed te zijn voor de melkproductie in de borstklieren van de kraamvrouw: "Sij doen die borsten vol melcks komen ende veel sochs crijghen". De naam muisjes is afgeleid van het feit dat een anijszaadje met een nog aanhangend steeltje iets weg heeft van een muisje met een staartje. Bovendien is een muis het symbool van de vruchtbaarheid. De traditie "beschuit met muisjes" zal zeker blijven bestaan, omdat het zo'n gezellig gebruik is en omdat het "feestmaal" zo gemakkelijk is klaar te maken. 2 BESCHUITBUS Beschuit wordt in 90% van de Nederlandse huishoudens in een beschuitbus bewaard. Om een geopende rol beschuit vers en bros te houden, dient deze bewaard te worden in een beschuitbus. Deze "traditie" is als volgt ontstaan. Tot 1920 bakte iedere bakker zijn eigen beschuiten. Deze werden los verkocht uit een houten ton in de winkel of uit een kist op de bakkerskar. Deze zakken lieten echter veel vocht door, waardoor de knapperigheid van de beschuiten snel verloren ging. Verkade was de eerste fabrikant die met een oplossing kwam door de beschuiten in een beschuitbus te verpakken. Hierdoor bleven de beschuiten tijdens het vervoer droog en heel. Deze oplossing was echter wel kostbaar; daarom moesten de bakkers statiegeld betalen voor de bus. Weer terug in de fabriek werden de bussen van binnen geschuurd, zodat ze geschikt werden voor hergebruik. 3 DERTIEN IN EEN ROL In de beschuitbussen van Verkade gingen altijd 25 beschuiten. Later konden de bakkers echter ook de helft van de 25 bestellen (12-13). De fabrikanten hebben toen voor de afronding naar boven gekozen. Voor dit aantal werden speciale verpakkingsmachines gebouwd. In de loop der jaren zijn deze machines wel veranderd, maar het verpakkingsaantal is 13 gebleven.
6
PRODUCTIEWIJZE BESCHUIT Aan het begin van het productieproces worden de exacte hoeveelheden gist, meel, hulpstoffen en water afgepast. Veelal aangevuld met eieren worden de ingrediënten machinaal tot deeg gemengd. Het deeg komt via een transportband in een verdeelmachine terecht, waarin het deeg afgepast wordt tot kleine ronde bolletjes. De bolletjes worden platgerold en komen via een lopende band in een rond bakblikje terecht, waarna ze 50 minuten in de rijsbaan gaan. Na het, op een temperatuur van 250˚C, bakken van de rijs komt een beschuitbol op de lopende band. Hierna worden de beschuitbollen doormidden gesneden. Na 20 minuten afkoelen zijn de halve beschuitbollen klaar voor het tweede bakproces, waarna een heerlijke brosse beschuit van de band rolt. Per 13 worden deze beschuiten door een machine verpakt in een rol. De rollen worden daarna in een doos verpakt. Het gehele proces van grondstof tot eindproduct duurt ongeveer 31/2 uur.
7
B
E
S
C
H
U
I
T
P
R
O
D
U
C
T
I
E
2.
Het deeg gaat via een transportband naar de derby. Deze machine maakt er mooie Bolletjes van, die de rijskast ingaan.
1.
De ingrediënten worden gemixt en gedoseerd tot deeg.
3. De Bolletjes worden na het rijzen plat gemaakt en komen in bakdoppen. De bakdoppen worden omgekeerd en gaan de rijskast in. Na het rijzen komen ze in de oven.
4. Na het bakken worden de doppen weer gekeerd. Uit de doppen worden de beschuitbollen geprikt.
5. Nadat de beschuitbollen afgekoeld zijn, worden ze doormidden gesneden. De halve beschuitbollen worden nogmaals gebakken.
6. Na een proces van ongeveer 3 /
12
uren zijn de beschuiten klaar. Per 13 worden de beschuiten in een rol gewikkeld.
SOORTEN BESCHUIT Bolletje bakt verschillende soorten beschuit in haar fabriek in Almelo. De varianten verschillen van elkaar in grootte, kleur maar vooral in smaak. Enkele bekende soorten zijn: BOLLETJE ECHTE BESCHUIT Dit is de moeder van alle beschuitsoorten. Bolletje Echte Beschuit is iets dikker dan andere naturelmerken. BOLLETJE VOLKOREN BESCHUIT Deze beschuitsoort wordt gebakken van alle ingrediënten van een tarwekorrel. Niet alleen het zetmeel (het wit van de korrel), maar ook de kiem en de zemelen worden in het deeg verwerkt. Door de gemalen zemelen krijgt de volkoren beschuit een donkerdere kleur dan de andere soorten beschuit. BOLLETJE MEERGRANEN BESCHUIT In deze beschuit zitten verschillende soorten granen verwerkt. Tevens zit er in deze beschuit een mix van rozijnen, hazelnoten, sesamzaad en zonnebloempitten. BOLLETJE TWENTSCHE BESCHUIT Deze heerlijke beschuit is groter dan alle andere soorten en wordt gebakken van speciaal geselecteerde ingrediënten. De beschuit wordt ook op een andere manier verpakt, namelijk in een soort zak met een sluitclip. Op deze manier is de verpakking gemakkelijk te openen en te hersluiten.
9
KOEKJES EN BISCUIT Biscuit werd vroeger alleen door kinderen bij de thee gegeten. Tegenwoordig is dit anders, want er wordt door iedereen en op alle momenten van de dag van gesmuld. Daarom heeft Bolletje voor iedere consumentengroep speciale soorten biscuits ontwikkeld. Deze zijn globaal op te delen in drie groepen: BISCUIT VOOR DE ALLERKLEINSTEN Speciaal voor de kinderen van 8 maanden tot 3 jaar bakt Bolletje tussendoortjes en peuterbiscuit. Tijdens de ontwikkeling van dit product is rekening gehouden met voedingseisen die voor de deze kleine consumentjes gelden. De volgende eigenschappen zijn afgestemd op hen: Samenstelling: De ingrediënten zijn in juiste mate in het product verwerkt. Er is zo weinig mogelijk suiker en zout en extra ijzer en calcium toegevoegd, zodat de voedingswaarden van het product goed zijn. Vorm: Het product heeft de vorm van illustraties van Dick Bruna. Verpakking: In de doosjes zitten enkele handige meeneempakjes of -zakjes die bedrukt zijn met leuke afbeeldingen. KINDERBISCUIT Voor de consumenten van 3 tot 9 jaar produceert Bolletje onder andere opzetbiscuit en meeneembiscuit. Door de speciale vormen, de goede smaak en de leuke verpakking zijn ze erg geschikt als traktatie of als tussendoortje. VOLWASSEN BISCUIT Voor de volwassenen bakt Bolletje haar Nelly’s. Van deze lange elegante biscuits bestaan enkele varianten, waarvan de Chonelly’s en de Kanelly’s de bekendste zijn. De Kanelly is een knapperige biscuit, bestrooid met een culinair laagje kaneelsuiker. De Chonelly wordt voorzien van een dikke laag Belgische chocolade. De speciale "vasthoudtop" voorkomt chocoladevingers. ALGEMENE PRODUCTIEWIJZE BISCUIT De producten verschillen van elkaar in ingrediëntensamenstelling, vorm en smaak, maar toch is een algemene productiewijze van biscuit te vermelden. De basisingrediënten van iedere biscuit zijn bloem, suiker en vet.
10
B
I
S
C
U
I
T
P
R
O
D
U
C
T
I
E
2.
1.
Het deeg wordt in de vormmachine gedaan, waaruit mooie deegbiscuitjes rollen.
De ingrediënten worden gedoseerd en gemixt tot deeg.
3.
Na een bakproces van ongeveer 7 minuten komen de biscuitjes uit de oven. De biscuitjes worden afgekoeld op een lange band. Voordat de biscuitjes de oven ingaan worden ze besproeid.
4.
Vanaf de koelband komen de biscuitjes in de weegschaal. Deze doseert het precieze gewicht waarna het product verpakt wordt. Het doosje of de zak wordt dichtgemaakt en verpakt in dozen.
SNACKS Voor de lekkere en hartige trek heeft Bolletje enkele heerlijke snacks in haar bakassortiment. De meest bekende zijn de (gevulde) sticks en de zogenoemde K’s. Het zijn producten die je met aandacht presenteert in een schaaltje aan je gasten, maar natuurlijk ook voor momenten om jezelf te verwennen. STICKS Onder het motto "let's stick together" bakt Bolletje lekkere knabbelzoutjes, verkrijgbaar in twee varianten: Gevulde Pindasticks en Kaassticks. De Gevulde Pindasticks worden, zoals de naam al aangeeft, gevuld met pindakaas en de Kaassticks worden bestrooid met kaassliertjes. Bovendien wordt er kaas toegevoegd aan het deeg van de Kaassticks. K’s Bolletje heeft met de invoering van de zogenoemde K's de kaascultuur van Nederland een nieuwe vorm gegeven. In eerste instantie werden drie lekkere kaaswafeltjes gebakken, die ieder een eigen karakteristieke vorm, smaak en inbeet hebben: K's domino, K's staafje en K's rolletje. Naast deze drie producten worden er in de K's-lijn tegenwoordig ook ovaaltjes en bolletjes gebakken.
12
SEIZOEN (SINTERKLAAS) Ieder jaar rond half november komen Sinterklaas en zijn Pieten weer naar Nederland. Het feest brengt enkele tradities met zich mee, zoals het plaatsen van een schoen met hooi, water of peen bij de schorsteen en het maken van gedichten en surprises. Een andere traditie is "wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe". De lekkernijen speculaas, chocoladeletters, marsepein, taai-taai en natuurlijk de kruidnoten kunnen dan ook niet gemist worden bij het feest. ONTSTAAN VAN DE PRODUCTTRADITIES Achter enkele snoepgoedvarianten van Sinterklaas zit een speciaal ontstaan. Sinterklaas was rond de 17e eeuw naast een gulle kindervriend ook een liefdesmakelaar. Rond 5 december werd dan ook een liefdes- en vruchtbaarheidsfeest gevierd. Zo konden jongens een hart van marsepein of een koekfiguur (met de hand gesneden speculaas of taai-taai) sturen naar de vrouw die zij beminden. Deze gewoonte is vergelijkbaar met de valentijnskaart van nu. Het strooien van kruidnoten verwijst naar vroegere vruchtbaarheidsriten die werden opgevoerd in de sinterklaastijd. Het is te vergelijken met het gooien van confetti of rijst tijdens een bruiloft. De tradities veranderden met de jaren, waardoor de sinterklaasrituelen verdwenen. Echter, de lekkernijen konden niet gemist worden, dus bleef men de producten tijdens de sinterklaasperiode consumeren. HET BOLLETJE SEIZOEN Op zoetwarengebied worden er dus verschillende producten aangeboden in de tijd voorafgaand aan het sinterklaasfeest. Tijdens deze periode produceert Bolletje de banketproducten taai-taai en kruidnoten (inclusief een luxe variant met chocoladelaagje). PRODUCTIEWIJZE Voor de productie van kruidnoten zijn verschillende ingrediënten nodig. De basisingrediënten zijn bloem, suiker, vet en kruiden. Deze worden gekneed tot deeg. In een machine worden van het deeg kleine deegbolletjes gemaakt, die netjes naast elkaar liggend ongeveer 7 minuten in de oven gebakken worden. Aangezien de kruidnoten een hoge temperatuur hebben als ze uit de oven komen, worden ze op een lange band afgekoeld. De laatste fase is de verpakking. Een speciale machine past het gewicht af, zodat iedere zak de juiste inhoud heeft. De zakken worden later handmatig in dozen gepakt. De productie van taai-taai gaat op dezelfde wijze. Het verschil zit hem in de ingrediënten en de bakduur.
13
K
R
U
I
D
N
O
T
E
N
P
R
O
D
U
C
2.
1.
T
I
E
Het deeg wordt in de vormmachine gedaan, waaruit mooie deegnootjes rollen.
De ingrediënten worden gedoseerd en gemixt tot deeg.
3.
Na een bakproces van ongeveer 7 minuten komen de kruidnoten uit de oven. De kruidnoten worden afgekoeld op een lange band.
4.
Vanaf de koelband komen de kruidnoten in de weegschaal. Deze doseert het precieze gewicht en stort het product in de zakken. De zakken worden dichtgeseald en verpakt in dozen.
Turfkade 9, 7602 PA Almelo, tel.: 0546 878000, fax: 0546 878292