DYSLEXIEPROTOCOL Maart 2014
Voor dyslectische leerlingen is het belangrijk dat zij zich gesteund voelen, maar ook hun autonomie ‘behouden’.
Voorwoord In april 2013 is het landelijk protocol ‘Dyslexie Voortgezet Onderwijs’ herzien in opdracht van het Masterplan Dyslexie. Deze herziening is voor het Dr. Nassau College aanleiding om ook het door ons gehanteerde protocol Dyslexie (2011) aan te passen zodat het aansluit bij de laatste ontwikkelingen.
Dit protocol bestaat uit twee delen. In het eerste, algemene deel staat het beleid beschreven dat schoolbreed van toepassing is. Hierin staat beschreven welke (basis)ondersteuning het gehele Dr. Nassau College aan alle leerlingen biedt waardoor continuïteit in de begeleiding is geborgd. Het tweede deel bevat naast de locatiegebonden kenmerken ook de ontwikkelpunten voor elk van de vijf locaties. Hiervoor is gekozen omdat zowel de beginsituatie als de mogelijkheden per locatie kunnen verschillen.
De werkgroep Dyslexie Anja Jansen Roelina Dolfing Yvonne Penninga Richard Gerding Michael Bosman
Dr. Nassau College Maart 2014
2
Inhoud
1
Algemeen: kader en afspraken
4
1.1
Uitgangspunten, doelgroep en doel
4
1.2
Voorwaarden
5
1.3
Signalering en onderzoek
7
1.4
Faciliteiten voor dyslectische leerlingen
8
1.5
Evaluatie en borging
2
De locaties
2.1
Quintus
11
2.2
Penta
13
2.3
Beilen
15
2.4
Gieten
18
2.5
Norg
19
10
Bijlagen: Bijlage 1
Stroomschema protocol Dr. Nassau College
Bijlage 2
Wat iedere docent over dyslexie zou moeten weten
Bijlage 3
Mogelijke gevolgen van dyslexie voor het leren
Bijlage 4
Handreiking voor dyslectische leerlingen
Bijlage 5
Intakevragenlijst voor de mentor
Bijlage 6
Intakevragenlijst voor docenten
Bijlage 7
Intakevragenlijst voor de ouders
Bijlage 8
Dyslexievriendelijk handelen
Bijlage 9
PDCA-cyclus
Bijlage 10
De Achtbaan
3
1
Algemeen: kader en afspraken
Het Dr. Nassau College hanteert de definitie van dyslexie zoals deze door de Stichting Dyslexie Nederland (2008) is geformuleerd: “Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren (en het accuraat) en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau.”
Wanneer in dit beleidstuk gesproken wordt over interne begeleiders worden daarmee afhankelijk van de locatie bedoeld: -dyslexiecoach -remedial teacher - orthopedagoog - zorgcoördinator
1.1
Uitgangspunten, doelgroep en doel
Uitgangspunten
Het management van de vijf vestigingen van het Dr. Nassau College onderschrijft dit protocol en draagt zorg voor de invoering, uitvoering, evaluatie en borging ervan.
De uitvoering van de dyslexiezorg op een locatie is in handen van de interne begeleider. De interne begeleider bepaalt wie er betrokken worden bij de uitvoering en op welke wijze dit gebeurt. Dyslexiezorg behoort tot het ondersteuningsprofiel.
Dit document wordt ieder jaar geëvalueerd in de Nassaubrede werkgroep dyslexie en aangepast als daar aanleiding toe is.
Doelgroep De doelgroep van dit protocol is: 1. management 2. zorgcoördinator/ondersteuningsteam 3.
interne begeleider
4. mentor 5. docenten 6. leerlingen 7. ouders
4
Doel Dit protocol is geschreven om de begeleiding van dyslectische leerlingen op het Dr. Nassau College zodanig vorm te geven dat leerlingen met dyslexie volledig tot hun recht kunnen komen. Er zijn echter verschillen per locatie. Dit wordt in de bijlagen omschreven.
1.2
Voorwaarden
Om de doelstelling te realiseren is inspanning nodig van alle hierboven beschreven doelgroepen:
Management
informeert en faciliteert docenten, mentoren en interne begeleiders zodanig dat dit protocol kan worden nageleefd.
stelt middelen beschikbaar voor de aanschaf van bijvoorbeeld compenserende middelen en signaleringstesten.
stimuleert docenten, mentoren en interne begeleiders om de omgang met dyslectische leerlingen binnen en buiten de klassensituatie te versterken.
kan taken m.b.t. aansturing overdragen aan zorgcoördinator/ondersteuningsteam. Dit valt in dit beleidstuk onder de noemer management.
Interne begeleider
ondersteunt docenten en mentoren om vaardigheden te ontwikkelen die dyslexievriendelijk onderwijs versterken.
biedt individuele- of groepsbegeleiding aan dyslectische leerlingen die onvoldoende tot hun recht komen binnen de reguliere lessen.
initiëert minstens een keer per jaar activiteiten waardoor de dyslectische leerling ‘lotgenoten’ kan ontmoeten en ervaringen kan uitwisselen met hen (en met interne begeleiders/mentoren).
is aanspreekbaar voor ouders bij specifieke vragen.
draagt zorg voor bekendheid bij de dyslectische leerling van de wettelijke eisen en mogelijkheden.
zorgt ervoor dat docenten binnen een unit of locatie met elkaar overleggen om een zo eenduidig mogelijke omgang te krijgen m.b.t. dyslexie.
Mentor:
is het eerste aanspreekpunt voor hun dyslectische leerling.
bespreekt dyslexiezaken als onderdeel van het mentorgesprek
5
versterkt de assertiviteit van dyslectische leerlingen m.b.t. het opkomen voor hun onderwijs- en ondersteuningsbehoefte.
versterkt het besef van eigen verantwoordelijkheid van hun dyslectische leerlingen.
vergroot het begrip van dyslexie in hun mentorklas om de acceptatie van faciliteiten door klasgenoten te vergroten.
onderhoudt contact met de ouders.
Docenten:
kennen hun dyslectische leerlingen en hun behoeften.
volgen het protocol en handelen naar de faciliteiten die in de dyslexiepas zijn opgenomen
zijn bereid om hun kennis van dyslexiegerelateerde zaken te vergroten zodat elke docent de kennis en vaardigheden krijgt om dyslectische leerlingen voldoende ondersteuning kan bieden.
vergroten het begrip van dyslexie in hun klassen om de acceptatie van faciliteiten door klasgenoten te vergroten.
krijgen voldoende kennis om kenmerken van dyslexie te signaleren (en door te verwijzen).
hebben een open en bereidwillige houding naar dyslectische leerlingen .
faciliteren dyslectische leerlingen naar behoefte
geven hun lessen dyslexievriendelijk vorm.
Leerlingen
volgen de adviezen op die ervoor zorgen, dat ze met hun dyslexie het leerniveau aankunnen en versterken hierin gaandeweg hun zelfstandigheid.
realiseren zich dat de geboden faciliteiten richting het examen afgebouwd moeten worden tot de wettelijk toegestane faciliteiten.
geven ervaringen als gevolg van dyslexie (zoals geboden faciliteiten, welbevinden) bij de mentor aan.
gaan consciëntieus om met schoolzaken en maken geen misbruik van de hun verleende faciliteiten.
Ouders
participeren in bijeenkomsten die worden georganiseerd t.a.v. hun dyslectische zoon/dochter.
nemen deel aan het tevredenheidsonderzoek/evaluatie
6
communiceren met de mentor als hier aanleiding toe is (t.a.v. achtergrond, vaardigheidsniveau, sociaal-emotionele ontwikkeling, ondersteuning van de leerling)
1.3
ondersteunen hun kind bij het leren omgaan met dyslexie.
zijn betrokken bij het schoolproces en spelen een rol bij het oefenen en trainen.
Signalering en onderzoek
Het Dr. Nassau College conformeert zich aan het landelijke Protocol Voortgezet Onderwijs en de hierin beschreven procedures.
Brugklas Het signaleringsdictee ´Het wonderlijke weer´ en de stilleestoets ´Hoe gevaarlijk is een tekenbeet?´ worden bij alle brugklassers afgenomen. Het dictee wordt gecorrigeerd door een vaste groep collega’s die nauw betrokken is bij de begeleiding van dyslectische leerlingen. Als uit deze eerste screening een vermoeden van dyslexie voortkomt leiden deze resultaten tot een aanvullend screeningstraject, gesprekken en een dossieronderzoek uitgevoerd door de interne begeleider. Afhankelijk van de resultaten van het aanvullend screeningstraject zal de interne begeleider uiteindelijk het vermoeden van dyslexie uitspreken. Nadat de interne begeleider de ouders heeft geïnformeerd kunnen deze besluiten tot een dyslexieonderzoek waaruit een dyslexieverklaring kan voortkomen. De interne begeleider kan de ouders voorzien van namen en adressen van erkende onderzoekbureaus.
Leerlingen die bij de aanmelding al over een dyslexieverklaring beschikken, krijgen zo spoedig mogelijk een dyslexiepas. Hierop staan de hun toegekende faciliteiten vermeld. Deze dyslexiepas is een ‘levend’ document en kan op verzoek van de leerling door de interne begeleider worden aangepast aan zijn veranderende behoeften (zie ook paragraaf 1.4). Leerlingen die in de loop van het jaar een dyslexieverklaring krijgen, krijgen op basis van die verklaring en een gesprek zo spoedig mogelijk een dyslexiepas.
7
Het tweede en volgende leerjaren Wanneer een leerling gesignaleerd wordt, informeert de mentor de interne begeleider en de coördinator leerlingzaken hierover. De interne begeleider informeert de ouders en zal het vooronderzoek starten. Dit houdt in: 1
dossieronderzoek;
2
intakevragenlijst voor de mentor (bijlage 5)
3
intakevragenlijst voor docenten (bijlage 6)
4
intakevragenlijst voor ouders (bijlage 7)
Wanneer de stappen 1 t/m 4 hier aanleiding toe geven, wordt de procedure voorgezet zoals beschreven voor de brugklas als aanvullend screeningstraject.
1.4
Faciliteiten voor dyslectische leerlingen
Elke leerling die in aanmerking komt voor een dyslexiepas krijgt zijn eigen persoonlijke exemplaar. De pas is opgemaakt in de huisstijl van het Dr. Nassau College op A6-formaat en wordt gelamineerd en voorzien van de naam van de leerling aangeboden.
De faciliteiten worden niet alleen gebaseerd op de dyslexieverklaring, omdat deze verklaring in sommige gevallen jaren geleden is afgegeven. Er zal gekeken moeten worden, wat de school aan faciliteiten kan bieden. De leerling zal in gesprek met de interne begeleider nagaan welke aanpassingen hij nodig heeft om het onderwijs te kunnen volgen.
Faciliteiten die schoolbreed worden aangeboden zijn: Standaardfaciliteiten (voor alle leerlingen gelijk)
extra tijd bij toetsen (mondeling en schriftelijk)
aangepaste beoordeling van spelling (afhankelijk van vakgroep en locatie)
Individuele faciliteiten (afhankelijk van de behoefte van de leerling)
toetsen in lettergrootte 12, lettertype Arial, regelafstand 1,5;
gebruik van laptop
krijgen van kopieën van antwoordbladen/uitwerkingen op het bord;
geen onverwachte leesbeurten
individueel nabespreken van toetsen
Faciliteiten die afhankelijk van de locatie kunnen worden aangeboden zijn:
spraaksynthesesoftware (sprintplus/appwriter/kurzweil) + Daisy
gebruik van regelkaart bij de talen
gebruik van formulekaarten bij rekenvakken
gebruik van een rekenmachine bij de rekenvakken voor de tussenstappen
8
krijgen van transcripts van kijk- en luistertoetsen
gebruik van luisterboeken bij Nederlands en moderne vreemde talen
in uitzonderlijke gevallen vrijstelling voor een vak indien mogelijk (door bevoegd gezag toegekend)
mogelijkheid tot mondelinge herkansing in overleg met docent
digitaal aanbieden van toetsen
gebruik van de rekenmachine bij gebleken onvoldoende automatisering basisvaardigheden rekenen
antwoorden/huiswerk op bord of kopieën van antwoordbladen
het aanbieden van ‘invulbare’ toetsen d.w.z. toetsen met open ruimtes voor de antwoorden.
Op de achterkant van de dyslexiepas komen de verantwoordelijkheden of aanbevelingen te staan, die de schoollocatie de leerling oplegt of adviseert. Deze locatiegebonden faciliteiten staan in deel 2 per locatie beschreven. Toelichting op de faciliteiten
De extra tijd bij toetsen bedraagt 25 procent van de toetsduur (met een maximum van dertig minuten). Bij examens bedraagt de extra tijd dertig minuten per examen.
De werkgroep stelt voor dat alle toetsen standaard in lettertype Arial 12 opgemaakt worden met een regelafstand van 1,5, dus ook voor de niet-dyslectische leerlingen. Dat maakt dat meer dyslectische leerlingen het proefwerk gewoon mee kunnen maken.
De werkgroep dringt er met klem op aan dat docenten de vragen helder en eenduidig formuleren, zonder gebruik te maken van combinatievragen en stapelsommen.
Wanneer een dyslectische leerling de tafels en primaire rekenbewerkingen onvoldoende geautomatiseerd heeft, kan hij het gebruik van de rekenmachine als faciliteit krijgen om de kleine tussenstapjes mee te berekenen. De rekenmachine mag niet ingezet worden om de totale som in een keer mee te berekenen. Begrip van volgorde van bewerkingen is dus wel vereist en kan niet worden gecompenseerd met de rekenmachine. ?
Faciliteiten die niet op het centraal examen zijn toegestaan, moeten in aanloop naar het examen afgebouwd worden.
9
Leerlingen met een dyslexieverklaring kunnen beschikken over de faciliteiten zoals die door het ministerie van OCW zijn vastgelegd. Het locatiemanagement is verantwoordelijk voor het aanvragen van deze faciliteiten en voor de uitvoering ervan. In alle gevallen is het bevoegd gezag eindverantwoordelijk voor het dyslexietraject van de leerling.
Tot slot is het ongewenst om toetsen of ander lesmateriaal af te drukken op gekleurd papier. De leesbaarheid gaat dan te veel achteruit voor dyslectische leerlingen.
Voor de laatste ontwikkelingen rond vrijstellingen en facilitering verwijst de werkgroep naar de website van het ministerie van OCW (www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw) en het Steunpunt Dyslexie van de stichting Balans (www.steunpuntdyslexie.nl/).
1.5
Evaluatie en borging
Dit protocol wordt op elke locatie uitgevoerd dooralle betrokken en volgens de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act) geëvalueerd met de interne begeleiders en het locatiemanagement. Het locatiemanagement draagt zorg voor de borging (zie 1.1 – uitgangspunten) De interne begeleider koppelt de aandachtspunten die uit de evaluatie voortkomen terug in het ‘Nassaubrede’-dyslexieoverleg waarna een aanpassing van deel 2 van dit protocol kan plaatsvinden. De interne begeleider betrekt dyslectische leerlingen en hun ouders bij deze evaluatie.
Als bijlage 9 is het formulier toegevoegd dat gebruikt wordt bij deze evaluatie.
10
2
De locaties
In dit deel worden per locatie de doelstellingen SMART geformuleerd. Ook worden hier per locatie de facilitering en adviezen benoemd.
2.1
Quintus
De interne begeleider van de vestiging Quintus heeft de volgende doelstellingen
Voor de herfstvakantie: HEI/PEN: Lijst opstellen/aanpassen van lln uit klas 1 t/m 6 die in het bezit zijn van een dyslexiepas (Leerling-coördinatoren leveren brugklasleerlingen aan, GIL levert eerste versie tweede fase leerlingen aan, HEI/PEN vullen de doorstroom aan en BAM (VMBO/instroom) en regio/ mentoren.) GIL: Lijst definitief maken: door de administratie. PEN: Nieuwe leerlingen (eerste en tweede fase) uitnodigen voor gesprek om de dyslexiepas aan te maken en te praten over onderwijs/ondersteuningsbehoeften van de leerling en de mogelijke faciliteiten. PEN: Leerlingen 4e klas uitnodigen voor een (groeps)gesprek over welke faciliteiten mogelijk zijn in de tweede fase. Deze in kaart brengen per leerling (dyslexiepas): - twijfelstreep in de 2e fase is niet meer aan de orde - voor Nederlands moeten ze de spellingtoets maken net als de andere leerlingen - eventueel splitsing van grote vocabulaire toetsen (Duits, Frans) (vakgroep bepaalt) - luistertoetsen: dyslexieversie met langere leespauze voor sommige leerlingen. - gesproken lesboeken (via administratie), - mogelijkheid gebruik te maken van luisterboeken voor literatuur. - Eventueel gebruik laptop bij toetsen (clz bepaalt) HEI: Samen met een CLZ de leerlingen 4e klas en nieuwe leerlingen informeren over de gang van zaken in het EF-lokaal in de toetsweek: andere toetstijden PEN: Informeren van alle Q-medewerkers ( 1e en 2e fase, vooral ook nieuwe docenten!): wie zijn de dyslexiecoaches, wijzen op protocol, vakgroepafspraken, welke faciliteiten heeft de lln. , werkwijze EF-lokaal in de toetsweek GIL: EF-lokaal pasje voor 2e fase lln: nieuw maken/oude aanpassen HEI/PEN: Examenleerlingen: inventariseren welke leerlingen er gebruik willen maken van gesproken examens. Door de administratie laten bestellen en doorgeven aan inspectie.
Voor de kerstvakantie PEN/HEI: organiseren brugklasscreening: mentoren nemen dictee af en docenten Nederlands kijken het na. Opvallende leerlingen doorgeven aan PEN.
11
PEN: Groepsgesprek (per jaargroep) leerlingen met een dyslexieverklaring klas 2 t/m 5 (dus niet de eindexamenklassen) Ruim voor elke toetsweek: HEI: Surveillancerooster opstellen met de vast surveillanten van het EF-lokaal In de loop van het jaar HEI/DKS: Regelen dat er laptops (en koptelefoons) komen met de software “Amis” erop voor het examen. In mei: evalueren door betrokkenen wat betreft uitvoering dyslexiebeleid op Quintus (aanpassingen, balans opmaken geïnvesteerde tijd) Hele jaar: PEN: Bij vragen van lln/ouders, mentoren en vakdocenten over vermoedens van dyslexie vervolgstappen nemen PEN: leerlingen begeleiden met dyslexiezaken wanneer zij hier om vragen PEN: Leren Signaleren voor docenten vervolgen Afspraken: - Iedere leerling leest het aantal boeken dat voor het vak opgegeven wordt. Er mag gebruik worden gemaakt van een luisterboek, maar zorg dat er meegelezen wordt met het leesboek. - Bij slecht/onleesbaar handschrift mogelijkheid aanbieden voor handschriftverbetering - CLZ bepaalt na advies van dyslexiecoaches of een computer ingezet mag worden. Deze faciliteit moet op de dyslexiepas worden vermeld. - CLZ neemt na advies dyslexiecoaches/zorgcoördinator/orthopedagoog een beslissing over dispensatie en compensatie (bv. vak laten vallen, spraaksynthese software). - Vakgebonden faciliteiten worden bepaald door de vakgroepen. Graag zo breed mogelijk en leerling gebonden. De faciliteiten worden vermeld op de dyslexiepas. - Mogelijkheid gesproken schoolboeken via PEN en administratie - voortgangsgesprekken met dyslexiecoach worden opgenomen in SOM.
Aanwezige materialen op deze locatie
screening
Begeleiding
compenserende faciliteiten
Dictee de Nieuwe Kerk
Gesprekken met
Amis software voor
Dictee Het wonderlijke weer
dyslexiecoach indien nodig
spraakprogramma met Daisy
Leestoets “de Tekenbeet”
cd-rom
Brus en Klepel
12
2.2
Penta
De interne begeleider van de vestiging Penta heeft de volgende doelstellingen: 1e periode, voor 1 november. De mentoren van de nieuw ingestroomde leerlingen bekijken de dossiers en geven de namen van de leerlingen met een dyslexieverklaring door aan de dyslexiecoach. De coach stelt samen met de leerling een dyslexiepas op. Een kopie gaat in het dossier en een kopie van de pas wordt naar de ouders en docenten gestuurd . De leerling ontvangt het origineel. Indien nodig wordt het juiste ondersteunende materiaal besteld.
Met de leerlingen die al in het bezit zijn van een pas wordt een gesprek gevoerd over mogelijke aanpassingen van de faciliteitenkaart. De screening voor de 1e klassers wordt volgens stappenplan uitgevoerd. De dyslexiecoach en de taalcoach stellen een overzicht samen van de leerlingen met een dyslexiepas en de leerlingen die uitvallen op de screening. 2e periode, november tot februari. Naar aanleiding van de screening wordt mogelijk extra begeleiding ingezet. Zie stroomschema. N.a.v. de cito-0 toets wordt een individueel begeleidingsplan opgesteld. De dyslexiecoach informeert collega’s over leerlingen die uitvallen op de citotoets en/of de dyslexiescreening. Met de dyslectische leerlingen uit de examenklassen wordt gekeken welke faciliteiten er voor het eindexamen moeten worden aangevraagd. Dit wordt doorgegeven aan de administratie. 3e periode februari t/m april De screening is een doorlopend proces. 4e periode tot aan de zomervakantie De Cito-toetsen worden afgenomen en de resultaten worden vergeleken met al gemaakte Cito-toetsen. De resultaten worden besproken met leerlingen en ouders. Op grond daarvan wordt het ontwikkelingsperspectief aangepast.
13
Achterkant dyslexiepas: Deze pas geeft je recht op de faciliteiten die genoemd zijn op de voorkant. Het is jouw eigen verantwoordelijkheid om hier goed mee om te gaan. Als je vragen hebt, kun je altijd terecht bij je dyslexiecoach en/of mentor.
Screening
begeleiding
Compenserende faciliteiten
Signaleringstoetsen:
RT
digitale schoolboeken
- zinnendictee Het wonderlijke weer
begeleidingsles
luisterboeken in mediatheek
- stilleestoets De tekenbeet
gesprekken met
AMIS software
CITO-LVS 0-3
dyslexiecoach
laptop
14
2.3
Beilen
De interne begeleider van de vestiging Beilen heeft de volgende doelstellingen:
Voor de zomervakantie: Elke aangemelde leerling met een dyslexieverklaring wordt samen met zijn/haar ouders/verzorgers uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt de faciliteitenkaart besproken, uitleg van het dyslexiespreekuur en er wordt gekeken naar de onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van de leerling. Start van het schooljaar: Dyslexieverklaringen verzamelen en lijst maken voor collega’s met daarop de namen van de leerlingen met dyslexie. Faciliteitenkaarten maken / aanpassen en in SOM toevoegen. Nieuwe collega’s informeren over gemaakte afspraken (protocol). Voorlichtingsavond dyslexie voor ouders. Tijdens de eerste leerlingbesprekingen de leerlingen met dyslexie bespreken. Rond de herfstvakantie alle brugklassers screenen. Opvallende leerlingen bespreken met de begeleidingsgroep. Resultaten terugkoppelen aan de mentoren. Deze gegevens toevoegen aan de Cito-scores en indien nodig een handelingsplan voor deze leerlingen maken. Inventariseren welke examenleerlingen gebruik willen maken van gesproken examens. Doorgeven aan de coördinator leerlingzaken. Gedurende het schooljaar: Moderne vreemde talen een eenduidig beleid rond dyslexie laten opstellen en implementeren. 3 dyslexiebijeenkomsten voor de leerlingen om hun ervaringen en tips te delen. Het “dyslexie-inloopspreekuur” > 2x per week kunnen leerlingen binnenlopen om hun vragen te stellen. Deze uren kunnen ook worden gebruikt om toetsen voor te lezen, na te bespreken. Begeleiding van dyslexiespecialist Nydia Assen (verbonden aan de logopediepraktijk Beilen-Westerbork). Einde van het schooljaar: Doelstellingen evalueren en / of aanpassen. Gesprekken met aangemelde leerlingen en hun ouders
15
Verantwoordelijkheden van de leerling: (staat op de dyslexiepas) Tijdens de les: - vraag of je een leesbeurt mag voorbereiden - zorg voor goede aantekeningen (kopieer ze desnoods) - schrijf het huiswerk goed op - vraag indien nodig om hulp Huiswerk: - plan je huiswerk - werk iedere dag (werk vooruit) - werk niet overdreven lang - vraag om software of bandjes die bij de methode horen - lees een tekst opnieuw als je niet weet wat er staat - maak aantekeningen of schema’s tijdens het huiswerk maken Bij toetsing: - lees goed - controleer je werk; heb je niks vergeten - vraag om alternatieve toetsmogelijkheden Algemeen: - lees zoveel mogelijk boeken Faciliteiten - extra tijd bij toetsen - aangepaste toets lay-out - spellingsfouten minder streng aanrekenen - mogelijkheid tot mondeling toetsen - geen onverwachte leesbeurten toetsen indien nodig in rustige omgeving maken Extra hulpmiddelen - appwriter - aantekeningen van docent of medeleerlingen - laptop
Aanwezige materialen op deze locatie: screening
Begeleiding
compenserende faciliteiten
Dictee “Het wonderlijke weer”
Interventieprogramma Eng
Appwriter
Leestoets “De Tekenbeet”
Interventieprogramma Ned
Amis
Brus
Dyslectische leerlingen en de
Cito voor leerlingen met
Klepel
exacte vakken / zaakvakken /
dyslexie
PI dictee
talen / praktijk vakken en
Diataal
creatieve vakken
16
2.4
Gieten
De werkgroep dyslexie van de vestiging Gieten heeft de volgende doelstellingen:
Start schooljaar: 1. Dyslexieverklaringen verzamelen en lijst maken voor collega’s met daarop de namen van dyslectische leerlingen. 2. Mentor noemt dyslectische leerlingen in het groepshandelingsplan en tijdens de eerste leerlingbespreking. 3. Voor de herfstvakantie alle brugklassers screenen. Opvallende leerlingen kunnen verder gescreend worden met behulp van de DST. 4. Faciliteitenkaarten opstellen samen met de dyslectische leerlingen. Deze kaarten toevoegen in SOM. 5. Informatieavond dyslexie voor ouders.
Gedurende het schooljaar: 6. Sterk inzetten op begeleiding van dyslectische leerlingen tijdens de steunlessen en het uitbreiden van deze begeleiding. Tijdens die lessen werken leerlingen aan het eigen maken van verschillende leesstrategieën, andere methodes om informatie te verwerken en het tekstverwerken bij de zaakvakken. 7. Hulpmiddelen bieden die bij de hulpvraag van de leerling past.
Einde van het schooljaar: 8. Met de leerling de dyslexiepas en de verkregen hulpmiddelen evalueren.
Aandachtspunten voor de werkgroep dyslexie: 1. Taakverdeling jaarlijks evalueren. 2. Wie neemt Ton zijn taken over betreft het doortoetsen van vermoedelijke dyslectische leerlingen en zijn aandeel in de werkgroep? 3. Doelstellingen evalueren.
Aanwezige materialen op deze locatie Screening
Begeleiding
Compenserende faciliteiten
DST Dictee ‘Het wonderlijke weer’ Leestoets ‘Tekenbeet’ Brus
Steunles dyslexie Steunles begrijpend lezen
Daisy-bestanden op iPad Kurzweil Laptop/iPad
17
2.5
Norg
De interne begeleider van de vestiging Norg heeft de volgende doelstellingen:
Naast de algemeen geldende afspraken zoals beschreven in het algemene deel ga ik:
Periode 1 september 2014 tot 1 december 2014
Communiceren van het nieuwe dyslexiebeleidsplan aan de collega’s.
docenten stimuleren om het dyslexievriendelijk handelen in de lessituatie te versterken. De interne begeleider informeert en instrueert docenten m.b.t. dyslexievriendelijk handelen en na een bepaalde periode observeert de interne begeleider de docent. De geobserveerde les wordt met de dyslectische leerlingen en de docent nabesproken. Hierbij wordt besproken wat goed gaat en wat beter zou kunnen.
Mentoren klas 1 begeleiden in het afnemen van de mentorles ‘dyslexie’.
Inventariseren bij leerlingen, docenten en mentoren of er een ‘dyslexievijandige’ houding in de klas is.
Vanaf 1 september 2013 tot 1 juli 2014
Appwriter zo goed mogelijk als compenserende maatregel in te zetten. Leerlingen geven aan welke boeken ze gescand willen hebben en de interne begeleider zorgt dat dit gebeurt. Via Google-Cloud hebben alle leerlingen die gebruik maken van Appwriter toegang tot een map bestemd voor hun leerjaar waarin alle door hun aangevraagde boeken in OCR-pdf formaat te downloaden zijn. De interne begeleider beheert deze cloud.
Actief betrekken van docenten in het stimuleren van leerlingen om appwriter (en andere faciliteiten) in te zetten.
Vanaf 1 november 2014 tot 1 december 2015
Met de talen bekijken of de nieuwe afspraken (2013-2014) m.b.t. correctie goed uitgevoerd kunnen worden.
Vanaf 1 januari 2014 tot 1 februari 2015 De vakgroepen Frans/Duits/Engels laten onderzoeken in hoeverre ze de opstapboeken en taalatelier kunnen inzetten in hun lessen.
18
Aanwezige materialen op deze locatie
screening Klepel
begeleiding Taalatelier
compenserende faciliteiten Appwriter
Brus
Opstapboeken DU/FR/EN
Sprint plus
DST
Interventieprogramma MVT
Zareki (dyscalculie)
Interventieprogramma Nederlands
ABC (rekenen)
Ernstige rekenproblemen en dyscalculie
Toetsen en Interventies bij dyslexie in het VO Cito volgsysteem VO
Faciliteiten standaard extra tijd voor proefwerken (25%) extra tijd voor luistertoetsen (25%) aangepaste beoordeling spellingsfouten (locatiebreed) in overleg met docent moderne vreemde talen de mogelijkheid om toetsen mondeling te herkansen. individueel schriftelijk werk op Arial-12/Verdana-11 toetsen vergroot naar A3 gebruik regelkaarten (talen) gebruik rekenmachine (rekenvakken) gebruik van formulekaarten (rekenvakken) gebruik van laptop gebruik van Daisy/Sprintplus/Appwriter digitaal aanbieden van toetsen geen onverwachte leesbeurten antwoorden/huiswerk op bord of kopieën van antwoordbladen
19
Adviezen en verantwoordelijkheden In het algemeen -
Kom op voor jezelf
-
Lees zoveel mogelijk boeken vlak boven je niveau
Tijdens de les -
Vraag of je een leesbeurt mag voorbereiden
-
Zorg voor goede aantekeningen, kopieer ze desnoods
-
Schrijf het huiswerk goed op in je agenda
-
Vraag om hulp als je het nodig hebt
Bij huiswerk -
Plan je huiswerk / werk iedere dag / werk vooruit
-
Werk niet te lang (een mens kan zich 20 minuten goed concentreren op leerwerk)
-
Vraag om software of cd’s bij de methode
-
Lees een tekst opnieuw als je het niet goed begrijpt
-
Maak aantekeningen of schema’s tijdens het maken van huiswerk
Bij toetsen -
Lees de vraag goed
-
Controleer als je klaar bent of je niks bent vergeten
-
Vraag om mondelinge toetsen als je dat helpt
20
Bijlage 1 - Stroomschema Protocol Dyslexie Dr. Nassau College, leerjaar 1 tijdpad aanmelding voor aanvang schooljaar
leerling met dyslexieverklaring dyslexie wordt aangegeven in onderwijskundig rapport aanwezigheid dyslexieverklaring verifiëren
leerling met vermoeden van dyslexie
blanco leerling
vermoeden van dyslexie wordt aangegeven in onderwijskundig rapport en/of leerlingvolgsysteem handelingsplannen opvragen bij basisschool
afnemen signaleringsdictee en stilleestoets bij alle eersteklassers (na minimaal 6 weken onderwijs)
correctie signaleringsdictee en stilleestoets analyse van de screeningsresultaten dossieronderzoek gedurende eerste schooljaar
vaststellen vermoeden van dyslexie wel RT bao
uma/clz docent Nederlands/ mentor, aangestuurd door rt-er/ ortho-pedagoog/ dyslexiecoach rt-er/orthopedagoog/ dyslexie-coach/goed geïnstrueerde docenten rt-er/orthopedagoog/ dyslexiecoach rt-er/orthopedagoog/ dyslexiecoach rt-er/orthopedagoog/ dyslexiecoach
geen RT bao vmbo
havo/vwo
uitgebreider onderzoek naar discrepantie tussen kwaliteiten en resultaten uitspraak over hardnekkigheid lees- en/of spellingsproblematiek RT
wel hardnekkig
dyslexieonderzoek
rt-er/orthopedagoog/ dyslexiecoach orthopedagoog
niet hardnekkig
ouders informeren en onderzoek adviseren z.s.m. dyslexiepas afgeven
actie door
mentor/dyslexiecoach extern, georganiseerd door ouders
wel dyslectisch einde schooljaar
terugkomdag
niet dyslectisch
rt-er/orthopedagoog/ dyslexiecoach dyslexiecoach
Uma-Unit-/afdelings-/vestigingsmanager clz-Coördinator Leerlingzaken rt-er-Remedial Teacher RT-Remedial Teaching bao-Basisonderwijs
Bijlage 2 - Wat iedere docent over dyslexie zou moeten weten
Fundamenteel is de acceptatie van het probleem; het is niet tijdelijk, maar blijvend. Leerlingen met hardnekkige lees- en schrijfproblemen worden nooit leerlingen zonder lees- en schrijfproblemen, ongeacht de maatregelen die genomen worden.
Deze leerlingen zijn niet ongeconcentreerd of niet gemotiveerd, maar zijn veelal in de loop van de jaren gedemotiveerd geraakt.
Deze leerlingen hebben vaak meer tijd nodig om informatie te verwerken, maar zijn niet dom.
Deze leerlingen leren moeilijk informatie zonder samenhang uit hun hoofd.
Er bestaat niet een type dyslectische leerling.
Dyslexie is geen modeverschijnsel.
Dyslectische leerlingen reageren langzamer dan leeftijdgenoten op klassikaal gestelde vragen.
Deze leerlingen hebben soms moeite met het onder woorden brengen van wat ze precies bedoelen: woordvindingsproblemen; accepteer eenvoudig taalgebruik.
Dyslectische leerlingen maken ook wel eens hun huiswerk niet.
Deze leerlingen kunnen moeite hebben met het overschrijven van aantekeningen van het bord of het maken van goede dictaten.
Controleer het gemaakte huiswerk, vooral moderne vreemde talen.
Leg het accent op wat ze wel kunnen.
Belangrijk is dat er tijdens de les gebruik gemaakt wordt van de verschillende zintuigen: horen, zien en doen. Gelijktijdig gebruik maken van de verschillende zintuigen is vanuit de wereld van de remedial teaching al lang het devies.
Geef leerlingen een dyslexiepas waarop aangegeven is welke aanpassingen deze leerling nodig heeft.
Maak afspraken over het hanteren van aparte cijfers voor spelling en inhoud.
Wijs de leerlingen op de mogelijkheid om gebruik te maken van ingesproken boeken en andere hulpmiddelen specifiek voor het betreffende vak.
Gebruik concrete bewoordingen bij voorkeur met praktische voorbeelden.
Zeg of schrijf nooit: ‘Je hebt zeker niet geleerd’, maar vraag aan de leerling hoe hij het gedaan heeft.
Bespreek welke spellingfouten worden meegeteld in de beoordeling; maak een verschil tussen inzichtfouten en andere fouten.
Kortom, wat aan algemene maatregelen (duidelijkheid, structuur in de opbouw van de les) voor dyslectische leerlingen belangrijk is, komt ook aan niet-dyslectische leerlingen ten goede.
Bijlage 3
Mogelijke gevolgen van dyslexie voor het leren
Bijlage 4
Handreiking voor dyslectische leerlingen
Zelfstandigheid 1 Werk zelf aan je dyslexie
Met dyslexie heb je meer tijd voor je huiswerk nodig dan je klasgenoten.
Richt je zo veel mogelijk op het leggen van verbanden, concentreer je niet op de feitjes, maar probeer de grote lijn van de tekst te begrijpen.
Dyslexie is geen excuus om minder te doen, zoek wat voor jou de beste manier van leren is.
Vraag als het nodig is om hulp.
Effectief studeren 2 Neem voor het studeren de tijd
Probeer uit hoe je het beste kunt leren.
3 Studeer en werk op een zo rustig mogelijke plek
Ga in de klas vooraan zitten.
Leer thuis niet met muziek.
Studeer in de stilste kamer.
Doe desnoods oordoppen in.
4 Neem lessen op verschillende manieren op
Lees, spreek uit, schrijf op en stel je iets voor, bijvoorbeeld bij het leren van nieuwe woorden.
Lees, spreek uit en luister naar jezelf.
Schrijf het woord op en fantaseer over de betekenis.
Vat lessen samen en leer je eigen samenvatting
In teksten staan veel onnodige woorden.
Maak een schema of samenvatting met kernwoorden.
Met die eigen samenvatting ken je de les al bijna.
Vertel daarna bij elk geschreven kernwoord wat je weet.
Van de samenvatting van een ander leer je weinig.
Niet-talige vakken
6 Raak niet in paniek als je iets niet snel begrijpt Je bent goed in vakken met weinig taal, maar een instructie met veel informatie gaat soms te snel.
Geen paniek: kijk er nog eens naar, lees opnieuw.
Vraag om herhaling. Laat het bezinken.
Na een paar dagen begrijp je het vanzelf.
7 Oefen extra
Sommige dingen, zoals sommen, worden door oefening geleerd.
Dyslectici krijgen wat langzamer de nodige routine.
Maak bijvoorbeeld wat meer oefensommen dan de anderen.
Later kun je de sommen beter gebruiken dan veel anderen.
8 Probeer vooruit te werken
Vraag om een lijst met te verwachten moeilijke woorden.
Leer proefwerken en toetsen zo lang mogelijk van tevoren.
Herhaal ze nog een keer tussendoor.
Vraag om het huiswerk ruim van tevoren op te geven.
Lezen 9 Lees zo veel mogelijk
Mensen lezen steeds gemakkelijker als zij ouder worden.
Dat geldt ook voor jou. Ga het weer eens echt proberen.
Lees iedere dag voor jezelf serieus een half uur hardop.
Over één jaar kun je dan veel beter lezen en schrijven.
10 Lees een tekst opnieuw als je niet begrijpt wat er staat
Lees rustig, herlees, regel na regel, alinea na alinea.
Vraag je af wat je gelezen hebt en wat de kern is.
Streep trefwoorden aan als je de inhoud te snel vergeet.
Schrijven 11 Maak een schema voordat je gaat schrijven
Schrijf in een schema de belangrijkste onderwerpen.
Maak daarna een uitgebreid schema met trefwoorden.
Schrijf daarna pas je verhaal.
12 Verbeter je spelling
Vraag een overzicht van spellingregels.
Controleer steeds wat je geschreven hebt.
Gebruik daarbij een woordenboek en de spellingregels.
Ieder schoolvak heeft zijn eigen ‘vakwoorden’.
Vraag de docent een lijst te maken. Leer die vooruit.
Je toekomst 13 Keuze van je beroeps- of vervolgstudie Misschien is het nu nog niet belangrijk, maar houd rekening met dyslexie. Zowel voor je vakkenpakket als voor je toekomstplannen. Bijna alle soorten werk kun je aan; er zijn een paar minder geschikte beroepen.
Bespreek dat met je mentor.
14 Tot slot
Als je een (mondelinge) instructie niet kunt volgen, zeg het.
Je bent pas dom als je doet of je iets wel begrijpt.
Namen, adressen en nummers gaan vaak te snel.
Kun je het niet volgen? Vraag om een langzame herhaling.
Vertel anderen over dyslexie.
Bijlage 5
intakevragenlijst voor de mentor
Bijlage 6
intakevragenlijst voor docenten
Bijlage 7
intakevragenlijst voor de ouders
Bijlage 8
Dyslexievriendelijk handelen
Dyslexievriendelijk lesgeven voor de niet-taalvakken Begin van de les Activeren van voorkennis Zorgen voor rust Uitleggen van lesdoelen in het begin van de les (op bord) Herhalen van belangrijke stukken van de vorige les Uiten van positieve verwachtingen
Midden van de les Gebruik van werkvormen die aan hun sterke kanten appelleert (OLG/samenwerken/tutor) Differentiëren in niveau/tempo Aanmoedigen van precies lezen en gebruik van symbolen en formules. Rust creëren tijdens instructie Korte mondelinge instructie in duidelijke taal geven Vaak en kort herhalen De instructie puntsgewijs op bord zetten Visualiseren van teksten/opgaven Concretiseren van problemen Structureren van gegevens Visualiseren van denkstappen Vaak controleren of alles begrepen is Voldoende tijd om te corrigeren geven Controleren van werkboeken en schriften Gebruik hulpmiddelen (rekenmachine, laptop, daisy, spraaksynthese e.d.) aanmoedigen Bordgebruik Definiëren van vaktaalwoorden in duidelijke context Herhalen van vaktaalwoorden (op bord) in verschillende contexten Contact met dyslectische leerlingen over voortgang en wat beter kan Computergebruik Motiverende feedback/opmerkingen
Eind van de les Preteaching Zorg voor rust en zet dan huiswerk op bord Bespreek het huiswerk na het opschrijven
Dyslexievriendelijk lesgeven voor de taalvakken Begin van de les Activeren van voorkennis Zorgen voor rust Uitleggen van lesdoelen in het begin van de les (op bord) Herhalen van belangrijke stukken van de vorige les Uiten van positieve verwachtingen
Midden van de les Gebruik van werkvormen die aan hun sterke kanten appelleert. (OLG/samenwerken/tutor) Differentiëren in niveau/tempo Rust creëren tijdens instructie Korte mondelinge instructie in duidelijke taal geven Vaak en kort herhalen De instructie puntsgewijs op bord zetten Visualiseren van teksten/opgaven Uitgebreid ingaan op de uitspraak van nieuwe woorden Duidelijke uitspraak-betekeniskoppeling (betekenis op bord) Koorleesoefening Vaak controleren of alles begrepen is Gebruik hulpmiddelen (laptop, daisy, spraaksynthese e.d.) aanmoedigen Voldoende tijd om te corrigeren geven Controleren van werkboeken en schriften Strategieuitleg voor leren: woordjes (bijv. expanded rehearsel) of grammatica Herhalen van nieuwe woorden (op bord) in verschillende contexten Bordgebruik Contact met dyslectische leerlingen over voortgang en wat beter kan Computergebruik Motiverende feedback/opmerkingen
Eind van de les Preteaching Zorg voor rust en zet huiswerk op bord Bespreek het huiswerk na het opschrijven
Bijlage 9
PDCA-cyclus
Jaarlijks uit te voeren door de interne begeleider en het locatiemanagement.
Plan: Welke veranderingen wil je het komende schooljaar doorvoeren? Hoe wil je dit gaan doen en in welke periode? Do: Tegen welke zaken loop je aan gedurende dit veranderproces?
Check: Evaluatie van de afgelopen ‘verander’periode. Wat kan beter en hoe?
Act: Welke punten van het protocol en/of bijlagen zou je willen aanpassen in het komende Plan-gedeelte? Wanneer en hoe? Deze plannen komen te staan in deel 2 van dit protocol.
De Achtbaan (bron: Een 8 voor dyslexie, zie www.masterplandyslexie.nl)