Dyslexieprotocol Bibit mei 2013
Inhoudsopgave
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Uitgangspunt Het lees- en spellingonderwijs Signalering Diagnose Hoe gaan we om met dyslectische kinderen? De aanpak. Tips voor ouders en kinderen
Uitgangspunt Als we het over dyslectische kinderen hebben, betreft dit ongeveer 4% van de leerlingen met een ernstige en structurele lees- en/of spellingproblematiek. (D/E scores). In dit protocol kiezen we voor een wat ruimere insteek en laten het beleid ook gelden voor lees- en spellingzwakke kinderen waarbij nauwelijks vooruitgang wordt geboekt. (lage C/D en E scores). In Nederland wordt officieel de volgende definitie van dyslexie gehanteerd: Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem in de automatisering van de woordidentificatie en/of schriftbeeldvorming. Dyslexie is het best omschreven als een combinatie van mogelijkheden en moeilijkheden die het leerproces beïnvloeden bij lezen, spellen, schrijven en vaak ook rekenen. Het komt voor bij alle niveaus van intelligentie. Kinderen kunnen ook problemen ervaren bij verschillende zaken als het onthouden van losse feitjes, de verwerkingssnelheid, het begrijpen van complexe vragen en de fijne motoriek. Het heeft dus invloed op het totale zijn van het kind, dus ook op de sociaal emotionele ontwikkeling. Als school hebben we oog voor deze brede impact. Onze insteek is vooral afstemming, begrip en aanbieden van compensatie technieken. Het automatiseren zoals het flitsen maakt daar deel van uit. Het lees- en spellingonderwijs In de groepen ½ wordt gewerkt met de leerlijn Beginnende Geletterdheid van het CPS. Hierin staat de activiteiten die wekelijks met de kinderen worden geoefend op verschillende niveaus. In groep 3 wordt gewerkt met Veilig Leren Lezen (2006). De kinderen leren de technische vaardigheden van het lezen en daarnaast is het van groot belang om de leesmotivatie in stand te houden of te verbeteren indien nodig. De begeleiding is gericht op zoveel mogelijk leeservaring opdoen door boeken op het leesniveau van de leerling aan te bieden, aangevuld met oefeningen voor specifieke vaardigheden. Leerlingen met een moeizame leesontwikkeling hebben behoefte aan extra instructie en/of extra inoefening. In de methode kan dat gerealiseerd worden met de zg steraanpak. Deze leerlingen krijgen minimaal 3 x per week extra instructie als de andere leerlinge bezig zijn met de verwerking. Met behulp van de toetssite wordt een plan van aanpak beschreven in het groepsplan. Verder worden er extra hulpmiddelen ingezet zoals Flitsen onder leiding van ouders en stagiaires om het leestempo te bevorderen. 1
Dyslexieprotocol Bibit mei 2013 Als vervolg op VLL wordt vanaf groep 4 gewerkt met de methode Lekker Lezen. Lekker lezen is gericht op het vergroten van de technische leesvaardigheid binnen een betekenisvolle en motiverende leesaanpak. De organisatie van Lekker lezen is zodanig dat de zwakste lezers de meeste instructietijd krijgen. Kinderen op de hogere niveaus krijgen minder instructie op hun eigen niveau. In de klas wordt gewerkt met 3 niveaus. De indeling van de groepen wordt gebaseerd op de toetsresultaten. Er wordt 3à4 keer per week 30 minuten lezen ingeroosterd in elk leerjaar. Naast de methode wordt ook in de groepen 4 t/m 8 gewerkt met Flits op de computer, wanneer kinderen extra oefening nodig hebben.
Voor spelling gebruiken we vanaf groep 4 de methode Spelling in Beeld. Spelling in Beeld leert kinderen de belangrijkste spellingstrategieën. Zo leren ze niet alleen zoveel woorden correct te spellen, maar worden ze ook getraind in de juiste spellingdenkwijze. De leerkracht geeft duidelijke instructie met betrekking tot de spellingregels. De zwakkere spellers krijgen aan de instructietafel extra uitleg en meer oefenstof. Daarnaast beschikken we over het computerprogramma van Spelling in Beeld. Hiermee kunnen kinderen heel gericht de onderdelen oefenen waar ze nog problemen mee hebben.
De signalering Wij vinden het van groot belang dat we in een vroeg stadium dyslectische karakteristieken signaleren. Vanaf het moment dat er vermoedens zijn van dyslectische kenmerken, worden die gecommuniceerd naar ouders en in het leerlingdossier beschreven. Tevens wordt de leerling besproken met de Interne begeleider. Groep ½ Bij het intakegesprek wordt aan ouders gevraagd of er dyslexie voorkomt in de familie vanwege de erfelijke factor bij dyslexie. In de groepen 1/2 zijn leerkrachten attent op signalen die mogelijk wijzen op dyslexie. Te denken valt hierbij aan: 1. Opvallende vertraging bij het onthouden van cijfersymbolen, namen van dagen/kinderen/kleuren/rijmpjes 2. Woordvindingsproblemen 3. Kort auditief geheugen terwijl de rest van de ontwikkeling wel goed verloopt 4. Moeite met voorbereidende leesoefeningen, bij gemiddelde of goede leercapaciteiten 2
Dyslexieprotocol Bibit mei 2013 Cito-toetsen voor de groepen 1/2 worden hierbij ingezet als signaalinstrument.
Groep 3 De toets kalender voor groep 3 bestaat feitelijk uit twee delen: een methode gebonden deel met toetsen die bij de methode Veilig leren lezen horen en een methodeonafhankelijk deel met daarin lees- en spellingtoetsen van Cito. De leestoetsen in het methodeonafhankelijke deel worden afgenomen op de door Cito vastgestelde afnamemomenten. De resultaten van de leerlingen worden beoordeeld aan de hand van de door Cito gepubliceerde normen. De toetsen die bij Veilig leren lezen horen, worden steeds aan het einde van een kern afgenomen. De resultaten worden twee keer per jaar besproken met de intern begeleider. Wanneer er sprake is van D of E scores wordt in het groepsplan beschreven welke extra begeleiding er plaats vindt.
Groepen 4-8 In groep 4 wordt de Avi-toets afgenomen op grond waarvan de kinderen ingedeeld worden in drie instructie groepen. In Lekker lezen worden de risicokinderen nauwlettend gevolgd en kan de leerkracht na 6 weken op grond van observaties en toetsen het programma voor de kinderen aanpassen in het groepsplan. Loopt een leerling na een half jaar intensieve ondersteuning in de eerste instructiegroep achter in de leesontwikkeling en is er sprake van een automatiseringsprobleem, dan zijn er sterke aanwijzingen voor dyslexie. Er volgt overleg met de interne begeleider om te bekijken wat de te nemen vervolgstappen zijn. Bij vertraging worden altijd de volgende vragen gesteld:
Klopt de leesvertraging met het beeld dat de leerkracht heeft van de leerling?
Is het puur een automatiseringsvertraging of ook een inzichtelijke?
Zijn er ook automatiseringsvertragingen op andere gebieden?
Bij alle kinderen wordt twee keer per jaar de DMT afgenomen, wanneer er twijfel bestaat over de leesontwikkeling, wordt ook de avi-toets afgenomen. De resultaten worden ingevoerd in het leerlingvolgsysteem zodat er goed zicht is op de leesontwikkeling. Tijdens de groepsgesprekken met de interne begeleider die 2 keer per jaar plaats vinden worden deze lijnen besproken.
Diagnose en mogelijk onderzoek Sinds 1 januari 2009 zijn diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Vergoeding van dyslexiezorg is mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Grondslag voor de vergoeding vormen de Protocollen Diagnostiek en Behandeling van Dyslexie. 3
Dyslexieprotocol Bibit mei 2013 Ernstige dyslexie Om in aanmerking te komen voor vergoeding moet er sprake zijn van ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er géén bijkomende stoornissen zijn naast dyslexie en de ernst van de lees- en spellingproblemen is vastgesteld aan de hand van toetsen. Het vermoeden van ernstige dyslexie moet door de school worden onderbouwd in een leerlingdossier. Het zijn leerlingen met drie keer een E-score voor lezen en leerlingen met drie keer een D-score voor lezen én E-scores voor spellen, voor wie de vergoeding van dyslexiezorg bedoeld is. We kunnen als school de hardnekkigheid aantonen doordat er geen vooruitgang is ondanks intensieve begeleiding, opgetekend in de groepsplannen. Formeel gezien kan meestal pas in de loop van groep 5 een onderzoek worden aangevraagd, omdat dan de vereiste gegevens duidelijk zijn. Minder ernstige dyslexie Alle andere kinderen met een vertraagde leesontwikkeling kunnen op elk moment via school of op initiatief van de ouders door een gekwalificeerde deskundige onderzocht worden op dyslexie. Voor deze groep gelden andere, minder strenge eisen. Ouders kunnen hun kind aanmelden voor onderzoek maar moeten dan zelf de kosten betalen. Onderzoeken op initiatief van school worden alleen gedaan wanneer er sprake is van handelingsverlegenheid, doel van het onderzoek is dan om hulp en adviezen te krijgen bij de verdere begeleiding van de leerling. Het is van groot belang om op te merken dat onze begeleiding van kinderen met dyslexie niet afhankelijk is van het aanwezig zijn van een officiële diagnose. Wanneer een kind achter blijft met lezen en/of spelling krijgt het sowieso de extra begeleiding die het nodig heeft. Ook de compenserende maatregelen als voorlezen bij toetsen is van toepassing op alle kinderen met een ernstige leesvertraging. De aanpak Het allerbelangrijkste is volgens ons om aan te voelen dat het om technische en niet om inzichtelijke vertraging gaat. Voor het vertrouwen van de leerling is het goed dat de leerkracht en ouders duidelijk maken dat ze zien dat het kind meer begrijpt dan dat het laat zien. Natuurlijk worden de belemmeringen serieus genomen en stemmen we de begeleiding af, maar benadrukken wat wel goed gaat vinden we daarnaast erg belangrijk. Groep1/2
De gesignaleerde leerling meer laten werken met ontwikkelingsmateriaal die oefening biedt voor minder geautomatiseerde kennis. Gedurende groep 2 vindt een letterkennistest plaats In principe vindt er geen verlenging plaats enkel vanwege dyslectische karakteristieken. Inzet van de mappen Beginnende Taal en Geletterdheid
Groep 3
4
Dyslexieprotocol Bibit mei 2013
In groep 3 staat lezen en spelling zeer veel op het rooster. Er wordt hier tweede instructie gegeven en begeleide verwerking bij signalen van dyslexie. Er wordt gebruik gemaakt van het programma Flits, waarbij kinderen dagelijks de directe woordherkenning getraind wordt. Het digi-bord biedt veel mogelijkheden voor extra training en inoefening.
Groepen 4 t/m 8
In groep 4 neemt de complexiteit van het leesproces toe. Begrijpend lezen neemt een centrale plaats in. De leerlingen met een zwakke leesvaardigheid hebben extra aandacht en begeleiding nodig. Op grond van de Avi-toetsen worden kinderen in groep 4 ingedeeld in de instructie groepen van Lekker Lezen. De zwakke lezers zullen ten minste 2 keer per week instructie krijgen en 2 keer oefenen zij op hun leesniveau. In de boekjes van Lekker Lezen staat aan het einde een toets, aan de hand waarvan de leerkracht bepaalt of de leerling verder kan naar het volgende niveau. Kinderen die achterblijven met lezen, flitsen minimaal 2 keer per week om de directe woordherkenning te trainen. Lees- en spelling zwakke kinderen nemen zoveel mogelijk deel aan het reguliere taalonderwijs. De leerkracht zal meer steun bieden tijdens perioden van zelfstandig werken. Wanneer het nodig is worden teksten voorgelezen of ter voorbereiding mee naar huis gegeven. Belangrijk is dat het kind wel zelf blijft lezen. Bij te vroeg alles voorlezen stagneert de leesontwikkeling. Kinderen moeten wel leeskilometers maken. Schrijftaken worden verlicht of de kinderen krijgen extra tijd. Het aantal oefeningen wordt, indien nodig, beperkt dit kan ook voor rekenen gelden als er sprake is van automatiseringsproblemen. Op het gebied van de schriftelijke vaardigheid wordt steeds meer verwacht, dit vormt voor dyslectische kinderen een taakverzwaring en psychische belasting. De leerkracht zal dan nadrukkelijk sociaal-emotionele ondersteuning bieden. De leerkracht praat over de problemen met de leerling en stelt indien nodig de eisen bij. Soms worden leerlingen met dyslexie gekoppeld aan een leesmaatje. Wanneer een kind vastloopt kan gebruik worden gemaakt van het programma Kurzweil. Kinderen kunnen gebruik maken van een zg. leesliniaal die de letters vergroot Spelling wordt dagelijks geoefend vanuit de methode Spelling in beeld In overleg met ouders kan er voor worden gekozen dat de kinderen thuis de woordjes oefenen aan de hand van de spellingregels. De verhalen van de kinderen worden minder beoordeeld op spellingfouten en meer op inhoud.
Externe remedial teaching Wanneer bij een kind enkelvoudige ernstige dyslexie wordt vastgesteld, heeft het recht op 60 rtbehandelingen vergoed vanuit de verzekering. Deze worden door een externe rt-leerkracht verzorgd. Vanuit het protocol van opmaat is het toegestaan dat deze behandelingen onder schooltijd plaats mogen vinden. Wanneer er ruimte beschikbaar is, mag het zelfs ook op school gegeven worden door 5
Dyslexieprotocol Bibit mei 2013 de externe remedial teacher. Als school geven wij er echter de voorkeur aan dat ook deze behandelingen in de meeste gevallen veel beter buiten school gepland kunnen worden, in het belang van het kind. Bij de minder ernstige dyslexie zijn ouders vrij om ook te kiezen voor ondersteuning door een externe remedial teacher. Het moge duidelijk zijn dat het initiatief hiervoor bij ouders ligt en nooit door de leerkracht geadviseerd wordt. Deze r.t . mag niet onder schooltijd plaatsvinden. In een uitzonderingsgeval, wanneer er bijv. geen plaats is, staan wij het kortdurend toe. Deze toestemming dient altijd via de directie te verlopen. Als een kind op welke manier dat ook ondersteund wordt door een externe remedial teacher, zullen de leerkrachten contact hebben en e.e.a. goed afstemmen. We ondersteunen waar mogelijk de remedial teaching. Tips voor ouders en kinderen Kinderen:
Zoek leuke boeken en laat je voorlezen Als je een woord niet kunt lezen, lees dan de rest van de zin, misschien weet je nu ook dat moeilijke woord Ook Strips, weekbladen, kinderkranten en informatieboeken zijn goed en leuk om te lezen Soms helpt een bijwijzer wanneer je telkens kwijt bent waar je met lezen bent Als je de tekst moet leren is het handig om een kopie te maken zodat je belangrijke zaken kunt onderstrepen en weer snel terug kunt vinden Overschrijven van het bord is vaak moeilijk voor jou, je kunt een kopie vragen aan de leerkracht die je op je tafel kunt leggen Als je er met lezen niet goed uit komt, vraag het dan aan een groepsgenootje Probeer dingen te begrijpen in plaats ze van buiten te leren. Wat je begrijpt onthoud je veel beter. Leer niet te veel tegelijk, maar in kleine stukken Gebruik de spellingscontrole op de computer
Ouders:
Lees dagelijks voor, laat uw kind niet altijd hardop voorlezen Vertel vaak tegen je kind dat je ziet dat het slimmer is dan het vaak zelf denkt Steun het kind in de aanpak: Begrijpen is beter dan onthouden Alles wat uw kind zelf leest is een meerwaarde Toon begrip voor de belemmeringen Begrijp dat uw kind op school zich al extra dient in te zetten. Thuis oefenen is alleen wenselijk als uw kind aangeeft dat geen probleem te vinden. Beoordeel de schrijfproducten van uw kind op inhoud en niet zozeer op spellingsfouten Een verhoogde typevaardigheid is een toegevoegde waarde voor uw kind
6
Dyslexieprotocol Bibit mei 2013
Lees volgens de Ralfi-methode, dat betekent eerst voorlezen, vervolgens de tekst bespreken en daar na pas zelfstandig lezen Lees de tekst tegelijk met het kind (koorlezen) Verbeter niet alle kleine foutjes alleen wanneer de inhoud een hele andere betekenis krijgt Oefen met het kind op een leuke manier Laat het kind voldoende lezen en het plezier ervan beleven Leg de verwachtingen en druk niet te hoog of te laag
Tot slot: Algemene opmerking met betrekking tot voorleessteun. “Kinderen met de diagnose dyslexie hebben recht op voorleessteun” dit is een van de compenserende maatregelen voor kinderen die moeite hebben met lezen. Belangrijk om hierbij op te merken is dat wij op Bibit het zelf lezen ten alle tijden stimuleren. Natuurlijk krijgen deze kinderen meer tijd om te lezen en worden lange toetsen opgedeeld in overzichtelijke stukken. Ook bij toetsen als begrijpend lezen proberen we eerst de kinderen zelf te laten lezen. Is de uitslag dermate lager dan dat de leerkracht zou verwachten, dan wordt de toets nog eens afgenomen maar dan met auditieve ondersteuning. Beide resultaten worden vervolgens opgenomen in het leerlingvolgsysteem. Kinderen mogen nooit worden afgerekend op hun leerstoornis, we stimuleren wel om er zelf een weg in te vinden zonder dat je afhankelijk wordt van voorleessteun. Natuurlijk zullen er kinderen blijven die wel deze steun nodig blijven hebben, maar het is op Bibit zeker niet zo dat alle dyslectische kinderen per definitie alle toetsen krijgen voorgelezen. Dat geldt ook voor de Entree toets en de Eindtoets, de ervaring leert dat het ook niet voor iedere zwakke lezer een meerwaarde hoeft te zijn als de tekst wordt voorgelezen. De leerkracht overlegt samen met het kind wat de beste optie is.
7